Geen hamer, maar software
KWI NTESSE NS Objects, Rizon Parein
TH E MA
Rizon PAREIN en Sieg MINTEN over nieuwe ambachten 59
Een korte studie op internet leert dat er twee soorten ambachten zijn. Als eerste de museale ambachten, zoals klompen maker, touwslager, mandenvlechter, bezembinder of ganzenvanger. Door de meeste zoekmachines word je al snel doorverwezen naar openluchtmusea, omdat deze ambachten sinds de industrialisatie vrijwel zijn uitgestorven. Daarnaast zijn er de hedendaagse ambachten, waaronder beroepen als timmerman, metselaar, smid, bakker en slager worden verstaan. Wat helaas minder vaak wordt vermeld, is dat de ambachtseconomie dynamisch van samenstelling is, dat er steeds weer nieuwe ambachten opkomen. Grafisch ontwerpers, informatietechnici, lichtreclamemakers, game developers: het zijn slechts enkele voorbeelden van specialisten die in de afgelopen decennia de ambachtseconomie zijn komen versterken. Geldt de bekende stelling ‘al doende leert men’ eigenlijk ook voor beroepen als deze? Rizon Parein volgde geen opleiding tot 3D-ontwerper, maar leerde zijn vak in de praktijk. Zeven jaar ontwierp hij flyers
voor clubavonden in het nachtleven, waarbij hij de vrijheid had om technieken te leren en op zoek te gaan naar zijn eigen stijl. Een ideale playground. Daarna maakte hij een tijdlang animaties en tv-spotjes, waarbij veel 3D-animatie om de hoek kwam kijken en de focus op stilstaande beelden lag. Via deze weg is hij uiteindelijk in de reclamewereld beland. Momenteel voert hij grote opdrachten uit voor internationale bureaus, in het bijzonder voor de Amerikaanse markt. Zo ontwierp hij onlangs een neoncampagne voor Budweiser Made in America, het festival van de bekende rapper en producer Jay-Z in Philadelphia, dat dit jaar voor het eerst gelijktijdig in Los Angeles plaatsvond. Zo nu en dan werkt hij samen met modefotografen als Frederik Heyman en Daniel Sannwald voor Vogue Hommes Japan. Ook bij Sieg Minten zat de liefde voor grafische vormgeving er al vroeg in. Tijdens zijn fotografiestudie verkende hij – buiten schooltijd – heel rudimentair wat er allemaal mogelijk was met Photoshop. Van de verschillende effecten tot het werken
GEEN HAMER, MAAR SOFTWARE
60
— Natasja ADM I RAAL in lagen. Hij zocht tutorials op internet, leerde nieuwe technieken van anderen en onderzocht wat er zoal op de markt verkrijgbaar was aan filters om beelden sfeer te geven. Bij zijn eerste werkgever had hij het geluk tussen enkele grote talenten te worden geplaatst, die al jaren in het vak zaten en van wie hij veel heeft geleerd. Tegenwoordig richt hij zich met zijn bedrijf The Machine volledig op de postproductie van fotografie met een duidelijk specialisme: samengestelde beelden voor de reclame-industrie. Voor het vorige nummer van Kwintessens was hij verantwoordelijk voor de beeldbewerking van de shoot en het coverbeeld, die verzorgd werden door fotograaf Geert De Taeye. Het ambachtelijke werk verplaatst zich tegenwoordig grotendeels naar de computer. Wat is jullie belangrijkste ‘gereedschap’? Rizon Parein: Voor mij is dat software: programma’s om objecten te modelleren in 3D. De volgende stap is textuur geven
KWI NTESSE NS
P59 — 65
TH E MA
Nog al te vaak wordt de ambachtsman gezien als iemand bij wie de tijd is blijven stilstaan en die op middeleeuwse wijze producten vervaardigt. Niets is minder waar. Er is een groeiende behoefte aan vakmensen die code kunnen schrijven, websites en apps ontwikkelen op een iMac. Ook wel omschreven als de ‘hamer van nu’. Opmerkelijk is eveneens dat er een hernieuwde belangstelling is voor de kwaliteiten die verscholen liggen in ambachtelijke technieken. Dat ook de nieuwste beroepen vakmanschap vereisen, wordt nog wel eens onderschat. Kwintessens ging in gesprek met 3Dontwerper Rizon Parein en creatief retoucheur Sieg Minten over kennis vergaren, geduld, ervaring en herhaling.
en renderen, ook daarvoor bestaat weer speciale software om het resultaat zo realistisch mogelijk te maken. Sieg Minten: Mijn toolbox is mijn volledige werkstation: computer, beeldscherm, Wacom-pen, Photoshop en een internetverbinding.
KWI NTESSE NS
Welke vaardigheden zijn er vereist om jouw vak goed te kunnen uitoefenen? RP: Een flinke portie techniek voor het 3D-modelleren, kennis van belichten, texturen maken en grafisch inzicht. Er zijn maar weinig goede grafici die de stap zetten om 3D te leren. Na vier jaar aan de academie te hebben gestudeerd vinden ze het meestal welletjes geweest en treden ze in dienst bij een reclamebureau of worden zelfstandige. Zelf heb ik er een goede vijf jaar over gedaan om te kunnen wat ik nu doe. En dan ken ik programma’s nog steeds niet volledig.
SM: Een algemene basiskennis van beelden en kleuren is onmisbaar voor grafisch ontwerpen, fotografie, film – eigenlijk alles in de familie van ‘beelden maken’. Er wordt altijd gesproken in termen van contrasten, composities, kleurintensiteit. Het observeren van dagelijkse dingen is dus heel belangrijk voor retoucheren: hoe de zon op een muur schijnt, de kleur van dat muurtje, de kleur en hardheid van de schaduw. En wat zijn de verschillen als je rondloopt op een zonnige of een regenachtige dag? Gaandeweg kun je dat wel leren, maar persoonlijk ben ik er heel blij om dat ik een gedegen achtergrond op het gebied van kleurenleer heb. Klassieke ambachten vereisen geduld, ervaring, herhaling. Herkennen jullie dat? SM: Herhaling komt heel veel voor, op verschillende vlakken. De basis van elk beeld gebeurt immers altijd op dezelfde logische wijze: alle lagen zijn duidelijk gerangschikt,
het opruimen en prepareren van een bestand is telkens van toepassing. Komt er een reeks van twintig beelden binnen, dan moet ik dat twintig keer opnieuw doen. Hierbij is het een kwestie van muziek op te zetten, je verstand op nul te zetten en door te gaan. Pas in de daaropvolgende fase wordt het interessant. Om daarmee om te kunnen gaan, moet je geduld hebben, heel veel geduld, vooral naar het einde van opdrachten toe. Het begin gaat altijd snel, in één adem bijna, omdat je duizend aanwijzingen krijgt. Maar dan komt het finetunen, wat meestal driekwart van de tijd in beslag neemt. Dan komt het perfectionisme om de hoek kijken. Een goede eigenschap trouwens, want het is beter om zelf de details aan te pakken, anders is de opdrachtgever je voor. Anderen zeggen wel eens: “Als ik jou was, had ik al lang de pen neergelegd en was ik naar buiten gelopen!” RP: Ik heb een wisselende verstandhouding met herhaling, omdat ik zelf in dat straatje zit. Een paar jaar geleden ontstond
Rizon Parein, neoncampagne voor Jay-Z’s festival Budweiser Made in America
TH E MA GEEN HAMER, MAAR SOFTWARE
61
GEEN HAMER, MAAR SOFTWARE
62 KWI NTESSE NS
Sieg Minten — foto: Frieke Janssens voor SP.A
Sieg Minten — foto: Karel Duerinckx
TH E MA
Sieg Minten — foto: Geert De Taeye
KWI NTESSE NS
er tijdens het maken van de filmposter Drive onenigheid over het gebruik van Mistral – een typisch jaren 80-font. Ik vond dat zeer toepasselijk. Het neonlogo heb ik in één nacht gemaakt en is gelijk viraal gegaan. Sindsdien word ik constant gevraagd om neonletters te ontwerpen, waardoor dit voor mij op den duur een saaie routineklus werd. Daarom probeer ik nu bij elke nieuwe ‘neonopdracht’ iets nieuws te doen met licht, schaduw of materiaal. Van klassieke neonletters tot varianten volledig van plastic. Ook vind ik het nog altijd boeiend om op straat te letten op neondetails en typografie. Op die manier blijft het leuk en ontstaan er atypische resultaten. Zien jullie nog meer overeenkomsten tussen oude en innovatieve nieuwe ambachten? SM: Ja, dat er in het eindresultaat niet altijd duidelijk zichtbaar is hoe arbeidsintensief de klus is geweest. Mensen buiten de branche onderschatten vaak hoeveel tijd er in één beeld kan kruipen, tot ik de vooren nabeelden ter vergelijking naast elkaar leg. Onlangs heb ik een beeld bewerkt waar een persoon bij een hek moest worden verwijderd en vervangen door een ander personage op een andere plaats. Daar heb ik een volledige dag aan gewerkt. Tussen de mazen van het hekwerk door heb ik het personage weggehaald en met behulp van een ‘masker’ heb ik een nieuw stuk hekwerk gecreëerd. Dat is echt precisiewerk. Professionele opdrachtgevers hebben meestal wel zicht op de hoeveelheid werk die in zoiets schuilt. Voor bijvoorbeeld kunstprojecten is dat soms niet zo evident, dan moet je je meer verantwoorden.
TH E MA
RP: 3D-objecten worden vaak benaderd vanuit camerahoeken en met een belichting die identiek is aan fotografie. Daarom kun je in mijn vak veel opsteken van klassieke fotografietechnieken: tegenlicht, reflectie op lichtobjecten, dat soort zaken. Het ‘uitkaderen’ van een beeld om spanning of evenwicht te creëren, is even belangrijk als het maken van het object. Daarom bewonder ik het werk van Nick Knight en Gregory Crewdson. Jullie projecten zijn tijdrovend en kostbaar. Doen jullie alles zelf of besteden jullie wel eens werk uit aan anderen? RP: Tot enkele maanden geleden streefde ik ernaar alles zelf te doen, omdat ik graag de controle over mijn werk wil behouden. Maar ik heb net een opdracht afgerond waar zo immens veel werk aan was, dat ik hulp heb aangenomen in de vorm van een freelancer. Ik besef nu de voordelen hiervan, zelfs zó dat ik het eigenlijk wel zie zitten om er nog iemand bij te nemen, een kleine studio te starten. Samenwerken geeft iets meer ademruimte, bovendien is het makkelijker om correctierondes te doen. Zo houd je zin en energie over om aan het einde van de rit nog een extraatje te doen.
GEEN HAMER, MAAR SOFTWARE
SM: Momenteel doe ik alles nog zelf, al heb ik wel plannen om in de toekomst werk uit te besteden, vooral op het gebied van 3D. Ik heb overwogen om dat zelf te gaan leren en ben er ook al mee begonnen. De basis daarvan is geen probleem. Maar echt niveau bereiken is een ander verhaal; het is echt een specialisme. Zijn er oude ambachten waarvan jullie vinden dat ze nooit zouden mogen verdwijnen? RP: Allemaal! Hoewel ik me nu sterk in de richting van 3D-printen beweeg, heb ik altijd gezegd dat ik na mijn pensioen als houtbewerker meubels ga maken. Ook omdat het niet gezond is voor je lichaam om altijd tot tien uur ’s avonds achter de computer te zitten. Bovendien hou ik erg van architectuur en design, en ben ik verzot op fraai houtsnijwerk. Daar zit liefde, passie en signatuur in. SM: Ik denk direct aan het werk van de oude meesterschilders, een van de nobele kunstvormen. Waar ik ook veel respect voor heb is het fotograferen in één beeld, dus zonder dat er Photoshop aan te pas komt. Dan heb ik het niet over kleine aanpassingen zoals het contrast veranderen, of andere manipulaties die ook in de donkere kamer mogelijk zijn. Ik doel op de wijze waarop fotografen van de ‘oude garde’ hun opnames tot in het kleinste detail voorbereidden: plannen, de set op de juiste manier belichten, de modellen of personages positioneren. Tegenwoordig komt er nog steeds wel de nodige voorbereiding bij kijken, maar het komt nog zelden voor dat een beeld zogoed als klaar is bij het maken van de opname. Een overeenkomst tussen jullie werk is het soms bijna hyperrealistische resultaat. SM: Ik laat mij graag inspireren door matte painting (een geschilderde weergave van een landschap, set, of verre locatie waarmee filmmakers de illusie wekken van een omgeving die in het echt niet bestaat, dan wel onmogelijk of te duur zou zijn om te bouwen, red.). Op internet kan ik urenlang kijken naar het op sciencefiction geïnspireerde oeuvre van Yanick Dusseault, alias Dusso. Hij volgde me op een gegeven moment op mijn Twitter-account van The Machine, terwijl ik eigenlijk hém wilde volgen. Ik was blij als een kind dat hij mij het eerst had toegevoegd en interpreteerde dat als een groot compliment voor mijn werk. RP: Veel mensen die mijn portfolio bekijken, denken dat de objecten echt bestaan. Geregeld krijg ik e-mails met de vraag of een voorwerp kan worden besteld en wat precies de afmetingen zijn. Maar het is echt allemaal digitaal. Al ben ik er wel mee aan het experimenten om de objecten werkelijk te gaan realiseren: al mijn ontwerpbestanden van de afgelopen vier jaar staan klaar om te 3D-printen.
63
GEEN HAMER, MAAR SOFTWARE
64 KWI NTESSE NS
Can It Be All So Simple, Rizon Parein
TH E MA
Wat is voor jullie een proeve van bekwaamheid binnen jullie eigen vakgebied?
KWI NTESSE NS
SM: Bedoel je een meesterstuk? Bij kritische klanten is het elke keer opnieuw zaak om een meesterstuk af te leveren: elke pixel moet perfect zijn, en soms moet je hemel en aarde bewegen om daar te komen. Bijvoorbeeld wanneer twee opnames met een totaal verschillende sfeer moeten worden samengevoegd. Dat is echt een kwestie van het onmogelijke mogelijk te maken. RP: Lastige vraag, voor mij hoeft dat niet per definitie een technisch hoogstandje te zijn. Ik denk eerder aan een mooie compositie in alle eenvoud. Een proeve van bekwaamheid in de meest pure vorm – wat stiekem natuurlijk ook heel technisch is. Dat vind ik mooi, om met een rugzak vol technieken iets heel eenvoudigs te doen. Het is ook een soort reflex om zoveel mogelijk technieken in één beeld te willen steken. Uiteindelijk is dat niet waar het om draait.
Hoe ziet jullie ambacht er over tien jaar uit? RP: Persoonlijk hoop ik meer bezig te zijn met fysieke objecten, installaties. Dat is een pad dat ik graag nog wil ontdekken en ook al aan het voorbereiden ben: onlangs had ik een zeer interessant gesprek met een vertegenwoordiger van Materialise in New York, die zich hoofdzakelijk bezighouden met 3D-prints voor kunstenaars. Ik was verrast hoeveel grote kunstenaars hiermee experimenteren, dat zijn spannende ontwikkelingen. SM: Technisch gezien ben ik voor de volle honderd procent aangewezen op de evolutie van software. Ik denk dat er in positieve zin meer en meer mogelijk zal zijn en kan niet wachten om te ontdekken wat de nieuwe opties zijn bij de volgende versies van Photoshop, de integratie van 3D, noem maar op. Softwarematig is de helft van de nieuwe plug-ins voor Photoshop helaas rommel, maar ongeveer 5 % is de moeite waard om toe te voegen aan mijn toolbox. Ook de opnamekwaliteit van foto’s wordt alsmaar hoger, de megapixelrace gaat sneller dan die van computers. Ik ben bang dat de investeringen te hoog zullen worden om het te kunnen bijhouden, ik verwacht al jaren dat we ergens op een bottleneck
TH E MA GEEN HAMER, MAAR SOFTWARE
65
zullen uitkomen. Zelf sta ik op het punt om een nieuw werkstation te kopen, maar ik stel het steeds uit. Als je het onderste uit de kan wilt halen, ben je net zoveel kwijt als aan een goed uitgeruste auto! Hoe zien jullie de toekomst van de maakindustrie in West-Europa? RP: Ik ben wel optimistisch. We gaan het kleine meer en meer appreciëren, de liefde voor ambachtslieden groeit. In de voedingsbranche is dat al sterk zichtbaar: we gaan minder naar de supermarkt en op zoek naar lokale boeren. Hetzelfde zal gebeuren met onder meer meubels. SM: We varen nu mee op de digitale stroom; veel zaken zijn efficiënter als ze digitaal gebeuren. Men springt daar massaal op. Maar ik denk dat er ook een tegenbeweging gaande is: mensen die zich volledig toespitsen op oude werkwijzen, juist omdat die aan het verdwijnen zijn. Na het digitale en het geautomatiseerde komt het ambachtelijke terug. Een machine kan helpen, maar zeker niet alles doen. Voor sommige dingen heb je eenvoudigweg een persoon nodig, een oog, vakkennis. — www.rizon.be, www.themachine.be