Verslaglegging: Expertmeeting Gedwongen Uithuwelijking en Achterlating 16 Juni 2010, Stadhuis Rotterdam
Verslag Expertmeeting Gedwongen Uithuwelijking en Achterlating 16 Juni 2010 1. Aanwezigen Deelnemers expertmeeting Elly Ammerlaan (directeur Stichting Islam en Dialoog) Mohammed Aamri (bruggenbouwer politie Rotterdam Rijnmond) Khadija Arib (lid van de Tweede Kamer, PvdA) Dr. Edien Bartels (Vrije Universiteit Amsterdam) Fadma Bouchataoui (beleidsmedewerker COS Zuid Holland) Naima Dali (maatschappelijk werkster) Sinan Evsen (adjunct-directeur Islam en Dialoog) Bert Groen (senior consultant Movisie) Margalith Kleijwegt (schrijfster van het boek “Sofia”, werkt voor Vrij Nederland) Martijn de Koning (Universiteit Nijmegen) M.A. Koutet (bruggenbouwer politie Rotterdam Rijnmond) Jantine Kriens (Wethouder Rotterdam, PvdA) Sharida Noormohamed (Boomerang communicatietrainingen, fractievolger PvdA Rotterdam) Mustafa Okcuoglu (raadslid Den Haag, PvdA) Karima Ouchan (schrijfster) Sjoerd Top (commissaris Politie Rotterdam Rijnmond) Oka Storms (Vrije Universiteit Amsterdam) Joke Verkuijlen (Stichting Steun Remigranten Landelijke Werkgroep Mudawwanah) Drs. Marianne Vorthoren (senior beleids- en communicatiemedewerker Spior) PvdA Rotterdam Mustapha Akchich (deelraadslid Delfshaven, avondvoorzitter) Fouad el Haji (raadslid) Peter van Heemst (raadslid) Marco Heijmen (raadslid) Fadoua Oilad adj Amar (fractiemedewerker, ondersteuning) Fatima Talbi (organiserend raadslid) Evert Verkade (fractiemedewerker, verslaglegging) Peggy Wijntuin (raadslid) 2. Inleiding en Opbouw In het onderstaande verslag wordt de kern uiteen gezet van de expertmeeting over gedwongen uithuwelijking en achterlating, die op 16 juni 2010 in het Stadhuis van Rotterdam plaatsvond. De gedachtelijn van de diverse voordrachten worden weergegeven, de kernpunten uit het discussiegedeelte worden aangestipt. Het verslag wordt afgesloten met een samenvatting van de belangrijkste punten die tijdens de expertmeeting naar voren zijn gekomen. Waar nodig worden de gebruikte praktijkvoorbeelden ook in de verslaglegging gehanteerd. De focus van het verslag ligt echter op de achterliggende inhoud, omdat de ervaring leert dat praktijkvoorbeelden eerder in volledige dan in beknopte vorm tot hun recht komen. De inhoud van dit verslag is als volgt ingedeeld: 3. Introductie Fatima Talbi 4. Voordracht Margalith Kleijwegt 5. Voordracht Jantine Kriens 6. Voordracht Edien Bartels en Oka Storms 7. Voordracht Sjoerd Top 8. Kort vragenrondje naar aanleiding van de voordrachten 9. Discussiegedeelte (na de pauze) 10. Kernpunten in samenvatting 11. Afsluiting Fatima Talbi
pag. 3 pag. 3 pag. 3 pag. 4 pag. 5 pag. 5 pag. 5 pag. 7 pag. 7
2
Verslag Expertmeeting Gedwongen Uithuwelijking en Achterlating 16 Juni 2010 3. Introductie Fatima Talbi: Ieder meisje is er één te veel Rotterdams gemeenteraadslid Fatima Talbi (PvdA) bedankt alle aanwezigen voor hun komst. De animo voor vanavond laat zien dat gedwongen uithuwelijking een onderwerp is dat sterk leeft. Het feit dat er nog steeds meisjes zijn die niet terugkomen van hun zomervakantie, toont de relevantie van het onderwerp aan. Fatima Talbi vertelt over haar eigen ervaringen met het onderwerp, in dagelijks werk als hulpverlener bij Humanitas. Die ervaringen doen haar het hart vasthouden. Zij wijst op de moeilijke positie van sommige meisjes, die worstelen met familiedruk en de mogelijke consequenties van verstoting. Zij illustreert dit probleem aan de hand van een aantal schrijnende praktijkvoorbeelden. Fatima Talbi ziet gedwongen uithuwelijking en achterlatingen als complex problemen met diverse achtergronden. Zij ziet een grote rol weggelegd voor de eigen gemeenschappen. Juist daar is een deel van de oplossing van het probleem terug te vinden. Verder hoopt zij van de aanwezigen te horen wat de rol van de politiek zou kunnen en moeten zijn. Zijn we op de goede weg? Brengen maatregelen, zoals de preventieve huwelijkscontracten, iets in beeld? Moeten we andere middelen bedenken? Of moet de politiek zich juist afzijdig houden? 4. Voordracht Margalith Kleijwegt Margalith Kleijwegt (Vrij Nederland, schrijfster van het boek “Sofia”) is blij met de uitnodiging voor de expertmeeting. Het organiseren van dit soort bijeenkomsten is fantastisch, omdat een brede en uitvoerige discussie over dit probleem uiteindelijk tot de oplossing kan leiden. In haar voordracht besteedt Margalith Kleijwegt aandacht aan Sofia, het hoofdpersonage uit haar boek. Sofia is een meisje dat graag een goede dochter wil zijn, maar ook zelf haar keuzes en beslissingen wil maken. Individuele keuzevrijheid staat dus centraal. Doen wat je zelf wilt, is het motto. Voor Sofia leidt deze keuzevrijheid echter tot een onmogelijke positie en een grote mate van eenzaamheid als zij wil gaan trouwen met haar Nederlandse vriend. Iets wat voor haar ouders onacceptabel is. Trouwen met een Nederlandse man betekent dat Sofia compleet wordt afgesneden van haar achtergrond en verstoten wordt uit haar familie. Een keuze tussen familie en vriend is eigenlijk onmogelijk te maken. Iets wat zich ook tijdens het huwelijk van Sofia manifesteerde en voor haar man zeer lastig te begrijpen viel. Tegelijkertijd bespreekt Margalith Kleijwegt in haar voordracht de positie van de ouders van Sofia en het dilemma waarmee deze ouders worden geconfronteerd worden. Zij heeft in zekere mate ook begrip voor dit dilemma, als de culturele achtergrond van de ouders in beschouwing wordt genomen. Ouders zijn over het algemeen van goede wil en hebben het beste met hun kind voor. Maar in dit geval wordt deze houding beperkt door een, vanuit de culturele achtergrond vormgegeven, grens of norm. Dit terwijl jongeren er juist om bekend staan de grenzen van hun ouders te overschrijden. Hoe dit probleem te tackelen? Margalith Kleijwegt accentueert dat kleine dingetjes het verschil kunnen maken. Ondersteuning op het gebied van taal of begeleiding bij de studie kan meisjes ontlasten en de ruimte geven om de dialoog met hun ouders aan te gaan. Vooral de outreach naar ouders om dit probleem bespreekbaar te maken, is cruciaal. 5. Voordracht Jantine Kriens Jantine Kriens (wethouder Rotterdam) besteedt in haar voordracht aandacht aan wat er in Rotterdam gedaan is op het gebied van gedwongen uithuwelijking en achterlating en waarom dit gedaan is. Als eerste benadrukt zij de connectie tussen een aanpak op het gebied van gedwongen uithuwelijking en een aanpak op het gebied van huiselijk geweld.
3
Verslag Expertmeeting Gedwongen Uithuwelijking en Achterlating 16 Juni 2010 De Meldcode Huiselijk Geweld, die door 100 instellingen wordt gehanteerd, geeft het signaal af dat geweld niet normaal is en het melden van geweld juist wel. In 2009 kwamen er 7000 meldingen binnen. Een melding vormt het startpunt van communicatie, actie en een zoektocht naar de juiste manier van handelen. Via de melding worden meer complexe en verdiepte probleemlagen ontdekt, zoals in tweede instantie eergerelateerd geweld en in derde instantie een gedwongen huwelijk. Eergerelateerd geweld wordt immers vaak veroorzaakt door een gedwongen huwelijk of een niet-gekozen relatie. In die zin kan een gedwongen huwelijk gezien worden als de bron van verdergaande problematiek en dient een aanpak ingebed te worden in de aanpak van huiselijk geweld. Wat moet de rol van de overheid bij deze aanpak zijn? De overheid stelt normen en grenzen, een ultimum remedium, maar gaat nooit in de schoenen van de gemeenschap zelf staan. De norm betreft in dit geval individuele keuzevrijheid. De daad die hier in Rotterdam aan verbonden is, betreft het opstellen van een lijst met meisjes die niet van hun zomervakantie zijn teruggekeerd. In 2009 ging het om 15 meisjes, die inmiddels allemaal terug zijn. Bemiddelen, overtuigen en confronteren vormen de steekwoorden van de aanpak. In 2010 wordt de campagne herhaald om de norm opnieuw in de publiciteit te brengen. Een tweede daad krijgt gestalte via de preventieve huwelijkscontracten. Deze contracten betreffen enerzijds een communicatiemiddel en een deel van de aanpak aan de voorkant. Preventieve huwelijkscontracten kunnen in die zin gerelateerd worden aan de Forced Marriage Unit (FMU) in Engeland.1 Anderzijds wordt er nog steeds gestreden voor de juridische status van de preventieve huwelijkscontracten. Tot slot kan gesteld worden dat het probleem van gedwongen uithuwelijking te maken heeft met de geslotenheid van systemen. Hoe meer controle en hoe meer geslotenheid, des te pregnanter het probleem zich manifesteert. Religie vormt geen onderdeel van deze stelling, maar speelt er wel een rol in. Een aanpak moet gestoeld zijn op preventie via gesprekken in gezinnen en gesprekken in gemeenschappen. Dit is de context van waaruit gewerkt wordt. 6. Voordracht Edien Bartels en Oka Storms Edien Bartels en Oka Storms (Vrije Universiteit) hebben in 2005 en 2008 onderzoek gedaan op het gebied van gedwongen uithuwelijking en achterlatingen in verschillende gemeenschappen en groeperingen. Een aantal differentiaties in de discussie zijn op z’n plaats. Bij een wetenschappelijke kijk dient er onderscheid aangebracht te worden tussen gedwongen uithuwelijking en uithuwelijking. Ook vormen gedwongen uithuwelijking en keuzevrijheid een imperfecte tegenstelling. Dwang wordt gezien als een complex grijs gebied. Ook bij achterlatingen dient dit type differentiaties te worden aangebracht. Te denken valt aan situaties waarin het kind alleen of samen met haar moeder wordt achtergelaten. Edien Bartels en Oka Stroms dragen de casussen van Inaz en Khadija als praktijkvoorbeelden aan. Deze voorbeelden laten zien dat casussen altijd meerdere kanten kennen. Ook komen in de casussen meerdere organisaties naar voren. De FMU is al besproken, maar er valt ook te denken aan het Daphne project in Hamburg2 of de SSR3 in Marokko. Vooral het feit dat het probleem niet alleen in Nederland, maar ook in Marokko en in Europees verband dient te worden neergelegd, is in die zin relevant. Ondanks bovenstaande differentiaties zijn er altijd spanningen te constateren in de relaties tussen jongeren en ouderen. Spanningen die kunnen leiden tot gebrekkige en problematische communicatie. Enerzijds valt er te denken aan de ambivalente houding van jongeren, het feit dat 1
http://www.fco.gov.uk/en/travel-and-living-abroad/when-things-go-wrong/forced-marriage http://ec.europa.eu/justice_home/funding/2004_2007/daphne/funding_daphne_en.htm 3 http://www.steunremigranten.nl/ 2
4
Verslag Expertmeeting Gedwongen Uithuwelijking en Achterlating 16 Juni 2010 jongeren niet heel assertief “nee” zeggen, soms uithuwelijking ook wel spannend vinden en het gegeven dat jongeren een bepaalde mate van gezag en kennis bij hun ouders neerleggen. Anderzijds zitten ouders vaak tussen generaties in, een gedachtegang die aannemelijk wordt gemaakt door het feit dat ouders vaak makkelijk over het huwelijk gaan nadenken als hun eigen ouders zijn overleden. Tegelijkertijd zijn er ook een tweetal trends te ontwaren. Enerzijds blijkt dat gemengde huwelijken steeds vaker worden uitgesloten. Die uitsluiting is echter niet zozeer op etniciteit maar vooral op religie gebaseerd. Anderzijds neemt ook de voorkeur voor een partner uit het land van herkomst af. Een partner uit een andere cultuur halen wordt steeds vaker als complex, ingewikkeld en een grote verantwoordelijkheid gezien en om die reden raakt de optie uit de gratie. 7. Voordracht Sjoerd Top Sjoerd Top (Politie Rotterdam Rijmond) geeft in zijn voordracht aan dat de individuele verhalen meer kippenvel teweeg brengen dan de zakelijke cijfers. Hij geeft aan dat gedwongen uithuwelijking en achterlatingen voor de politie een belangrijk en moeilijke probleem vormt. Hij vraagt de aanwezigen naar de boodschap voor de politie, die in zijn ogen een cruciale functie heeft bij het signaleren en hulp kan bieden bij het terughalen van kinderen. Tegelijkertijd kan de politie op dit moment nog niet succesvol overgaan tot vervolging. 8. Kort vragenrondje naar aanleiding van de voordrachten 1. Tweede-Kamerlid Khadija Arib (PvdA) geeft aan dat zij schriftelijke vragen heeft gesteld over de situatie van Khadija. De politiek trekt in deze casus gezamenlijk op, landelijk zicht op de omvang van het probleem is dan ook wenselijk. Er moet oog zijn voor de eenzame emancipatiestrijd van meisjes. Hoe kunnen deze meisjes de steun van hulpverleners en omgeving krijgen? Hoe kunnen hulpverleners en scholen alert reageren op signalen? 2. Fatima Talbi heeft in de verhalen veel begrip terug gezien voor de positie van ouders. Ouders dienen niet als onmensen te worden weggezet. 3. Sharida Noormohamed geeft aan dat vooral het element van psychosociale druk relevant is. Meisjes verkeren in een positie waarin zij “nee” moeten zeggen tegen ouders, omgeving, religie, cultuur en samenleving. Dit betreft een enorme druk en niet alle meisjes zijn even weerbaar opgevoed. Er dient gewerkt te worden aan de band tussen ouders en jongeren om op die manier de mate van vertrouwen en de mate van weerbaarheid te vergroten. 4. Margalith Kleijwegt benadrukt eveneens het belang van een goede communicatie tussen jongeren en ouders in een levensfase waarin jongeren hun ouders voorbij schieten. 5. Peggy Wijntuin vraagt zich af in hoeverre het strafrecht een instrument kan vormen in een situatie. 9. Discussiegedeelte (na de pauze) Stelling 1: De overheid zou meer moeten doen om gedwongen uithuwelijking te voorkomen. 1. Marianne Vorthoren (Spior) legt het accent op preventie en het mobiliseren van de gemeenschap. Ouders moeten niet worden weggezet, maar mee worden gekregen. Het publiekpolitieke debat waarin ouders tegenover kinderen worden gezet, kan in die zin worden gehekeld. Spior gaat met imams, ouders en jongeren het gesprek aan over de eigen partnerkeuze. Religie wordt als perspectief gebruikt voor de doelgroep, de overheid hoeft dit perspectief niet te hanteren. 2. Fadma Bouchataoui (COS) ziet vooral een faciliterende rol voor de overheid weggelegd. De overheid kan informatie verstrekken over wetgeving. De mogelijkheid moet aan de
5
Verslag Expertmeeting Gedwongen Uithuwelijking en Achterlating 16 Juni 2010
3. 4.
5. 6.
7.
8.
gemeenschap zelf worden gegeven om zodoende een oplossing van binnenuit te realiseren. Joke Verkuijlen (SSR) benadrukt dat kennis over wetgeving mensen de kans geeft om voor zichzelf op te komen. Bert Groen (Movisie) geeft aan dat via effectieve gegevensverzameling meer zicht kan ontstaan op het probleem. Hier ziet hij een rol voor de overheid weggelegd, omdat het informatiebeeld op dit moment nog te versnipperd is. Communicatie tussen kind en ouders dient in het licht van een systeemaanpak te worden vormgegeven. M.A. Koutet (Politie Rijnmond) geeft aan dat er geïnvesteerd dient te worden in de bewustwording bij ouders. Martijn de Koning (Universiteit Nijmegen) geeft aan dat het voor de overheid moeilijk ligt om religie in de oplossingsrichting te betrekken, aangezien hier zowel positieve als negatieve effecten aan verbonden zijn. Jantine Kriens geeft aan dat de overheid altijd denkt vanuit de wet en in die zin theologische argumenten niet bruikbaar zijn. Wel kan de overheid organisaties stimuleren die het gesprek willen aanwakkeren in de eigen gemeenschap. Khadija Arib geeft aan dat er ingezet dient te worden op een mentaliteitsverandering. Voor de korte termijn en de meisjes die nu klem zitten, is het strafrecht bruikbaar en kan het strafrecht een preventieve werking hebben. De achterliggende boodschap hierbij is dat het ouderlijk gezag niet absoluut is. (overgang naar stelling 2)
Stelling 2: Ouders moeten strafrechtelijk vervolgd worden in het geval van gedwongen uithuwelijking van hun kind. 1. Peggy Wijntuin (PvdA gemeenteraadsfractie) vraagt zich af in hoeverre het strafrecht een instrument kan vormen in een situatie waarin de privé-situatie van ouders naar buiten worden gebracht. 2. Sjoerd Top benadrukt dat het strafrecht belangrijk is, maar vooral de samenwerking tussen organisaties het probleem kan tackelen. 3. Mohammed Aamri (Politie Rijnmond) geeft aan dat uit meldingen uit de regio Feyenoord–Ridderster blijkt dat het juridisch kader vooralsnog nog niet goed genoeg is afgebakend. Achterlaten is niet strafrechtelijk vervolgbaar. De leerplicht wijst op het gezag van ouders, zeker in het geval van een dubbel paspoort. Aangiften kunnen door een gebrekkig juridisch kader niet in behandeling worden genomen en dit vormt een aandachtspunt. 4. Joke Verkuijlen benadrukt de traumatische gevolgen bij vrouw en kind bij achterlating en pleit voor sancties voor de man die vrouw en kind achterlaat. Zij haalt in dit verband het voorbeeld aan van een man, die zijn vrouw 3 keer had achtergelaten in het land van herkomst. Op geen van deze 3 acties volgde een sanctie. 5. Sharida Noormohamed wijst op het feit dat het strafrecht een problematischer hulpmiddel vormt bij uithuwelijking in vergelijking met achterlating, omdat de dwang achter de uithuwelijking zeer moeilijk is aan te tonen. 6. Martijn de Koning ziet het strafrecht vooral als een belangrijke norm en een belangrijk symbool. In de praktijk kan het problematisch werken en is het soms niet wenselijk om tot vervolging over te gaan. 7. Jantine Kriens geeft aan dat de horizontale relaties via het juridische kader beter in stelling kunnen worden gebracht. Op die manier kan in de gemeenschap het probleem getackeld worden en de zoektocht naar de oplossing starten. Bij deze oplossing dient zeker een gesprek aangegaan te worden over het grijze gebied rondom dwang. Over stelling 3 (Meisjes die risico lopen om uitgehuwelijkt te worden, moeten zelf ook verantwoordelijkheid nemen en tijdig hulp inschakelen) bestond bij de aanwezigen een grote mate van consensus. In de discussie werd eerder gefocust op hoe meisjes, die aan de bel trekken, verder ondersteund kunnen worden.
6
Verslag Expertmeeting Gedwongen Uithuwelijking en Achterlating 16 Juni 2010 10. Kernpunten in samenvatting Een overzicht van de concluderende opmerkingen: Gedwongen uithuwelijking en achterlatingen kunnen gezien worden als gelaagde en complexe problemen met diverse achtergronden. Binnen het probleemgebied is er sprake van allerlei imperfecte tegenstellingen en grijze gebieden rondom concepten als dwang en uithuwelijking. Bij de oplossing van deze problemen is een grote rol weggelegd voor de eigen gemeenschap en staat dialoog tussen ouder en kind centraal. Politiek, politie en maatschappelijke organisaties kunnen een ondersteunde rol vervullen om de dialoog in gemeenschappen en gezinnen op gang te brengen. De outreach naar ouders kan hier een belangrijke pijler bij vormen. Het tot stand brengen van een mentaliteitsverandering vormt het uiteindelijke doel. De relatie tussen het juridisch kader en de horizontale relaties tussen organisaties & ouders en ouders & kinderen valt ambigu te noemen. Een manier om deze twee werelden met elkaar in overeenstemming te brengen kan geschieden door de horizontale relaties via het juridisch kader beter in stelling te brengen. 11. Afsluiting Fatima Talbi Fatima Talbi dankt iedereen voor zijn of haar aanwezigheid. Zij is van plan alles te laten bezinken en heeft de passie om hier echts iets mee te gaan doen. Vooral de sociale druk achter de problematiek houdt haar bezig en zij hoopt dat via de ontzenuwing van deze druk een oplossing voor gedwongen uithuwelijking en achterlating kan worden gecreëerd.
7