VERSLAGEN WORKSHOPS SYMPOSIUM 3B 19 april 2012
Pagina | 1
DE KENNIS VOORBIJ
Verslag Workshop 3B: Leren voor duurzaamheid Onderwijs is meer dan alleen het aanleren van competenties direct inzetbaar bij een job. 1) Kunnen competentiegericht onderwijs en kritisch en creatief leren samen gaan? Welke zijn hiervoor de voorwaarden? Waar kan eventuele bijsturing nuttig zijn? 2) Het hoger onderwijs is de plek bij uitstek waar jonge mensen zich als professional en burger maximaal kunnen ontplooien, leren reflecteren over en zich betrokken voelen bij een duurzame maatschappij. Komt dit voldoende aan bod? Welke aspecten kunnen verder versterkt worden? 3) Hoe kunnen studenten hoger onderwijs voorbereid worden om een bijdrage te leveren aan de maatschappij? 4) Wat zijn relevante kennis, vaardigheden en waarden die studenten hiervoor nodig hebben? 5) Waar en hoe kan dit een plaats krijgen in de curricula? 6) Welke leervormen lenen zich hiertoe best? Hoe kunnen deze optimaal doorsijpelen naar de lessen?
Deelnemers Tablehost: Bieze Van Wassenhoven (Studio Globo) Verslagnemer: Jurgen Loones (Departement Leefmilieu, Natuur en Energie) Deelnemers: Joke Maex (Katholieke Hogeschool Kempen), Karine Vandoorsselaer (Artesis Hogeschool), Pieterjan Robijn (VOSEC), Brigitte Van Ursel (Katholieke Hogeschool Sint-Lieven), Magda Brijssinck (Hogeschool Gent), Ellen Dereymaeker (Zuiddag), Ilse Strobbe (Artevelde Hogeschool)
Verslag Niko Roorda geeft gedurende een kwartier een korte inleiding op de workshop: Hij start met de verschillende niveaus van verandering van Sterling: aanpassing, herziening, systeemherontwerp (transformatie). Daarna legt hij het boommodel uit (zie presentatie). Hij gaat in op het VESTIA+D model en de verschillende niveaus van competenties: toepassen, integreren, verbeteren, innoveren. Vervolgens gaat hij in op het instrument curriculumscan. Hij licht ook een groeimodel toe voor een nieuw idee, of Pagina | 3
DE KENNIS VOORBIJ een nieuwe opleiding. Als instrument daarvoor werd het AISHE-model ontwikkeld bestaande uit 5 fasen: losse activiteiten, proces, systeem, keten, samenleving en ecosysteem. Daarna gaat de eigenlijke werkwinkel van start. Bieze verwelkomt de leden aan de tafel: Joke, docent aan de lerarenopleiding in kleuteronderwijs en theologe. Karine, opleiding productontwikkeling, ecodesign, onlangs werd hen een project toegewezen van OVAM (hoe eco-design integreren in het curriculum). Pieterjan , VOSEC, communicatie, om het sociale aspect van duurzaamheid te bewaken. Brigitte, Agro-en Biotechnologie, zijn op het punt gekomen om het curriculum te hervormen. Magda, bacheloropleidingen, geeft vak DO aan buitenlandse studenten, DOOS op school opgestart maar opnieuw ingezakt. Transitie-initiatieven buiten onderwijs lijken veel sneller vooruit te gaan. Ellen, vzw Zuiddag, aftoetsen of het project Zuiddag ook zou aansluiten op het hoger onderwijs. Ellen legt het project kort uit. Jongeren tot kritische burgers vormen. Ilse, Artevelde Hogeschool, lerarenopleiding secundair onderwijs Nederlands, bedoeling om de opleiding duurzamer te krijgen en ook de studenten hierin te betrekken via hun opleiding. Zoekende om de collega’s mee te krijgen en de werklast te omzeilen. Via een methodiek van twee doorschuivende cirkels worden de eigen stokpaardjes uitgewisseld en daarna plenair de punten gedeeld die zijn opgevallen.
-
Uit de cirkelmethodiek kwam naar voor: Dat andere perspectieven inbrengen belangrijk is bv. alternatieven voor het huidige economische model. Dat er meer ruimte nodig is voor debat. Dat meer respect gewenst is voor materiaal en omgeving. Dat duurzaamheid bewust afgewogen moet worden, zoals ook bewust voor een kleur wordt gekozen. Dat duurzame ontwikkeling als vak door iedereen te volgen moet zijn. Dat er ruimte voor reflectie nodig is. Dat het ontwikkelen van vaardigheden als kritisch burgerschap, emotionele en communicatieve vaardigheden… noodzakelijk zijn. Plenair wordt aangesloten op de cirkelmethodiek. Joke valt op hoe moeilijk die attitudevergadering is? Visie op sociale economie (te veel gericht op concrete beroep, te weinig aan de persoon gesleuteld) Karine benadrukt de attitudeverandering, zelfreflectie (levensbeschouwing zou in iedere opleiding moeten zitten) Pieterjan gaat ook in op attitude. Hij gebruikt het confrontatiemodel als bewustwording. Belangrijk is studenten en docenten betrekken. Zelf ondervindt hij dat de toegang tot lessen werd bemoeilijkt door het nieuwe semestersysteem. Brigitte gaat ook in op de mentaliteitsverandering, mensen wakker maken door dingen te doen, verantwoordelijkheid laten opnemen. Magda benadrukt het ‘doen’, moet een evidentie worden, uitwisselen van en weten wat er leeft is ook heel belangrijk, door het doen heb je effect op hart en hoofd. Ellen onthoudt dat we het samen met… moeten doen, beslissingen kunnen ook van hoger af (om bv. tijd en ruimte ervoor te krijgen. Kritisch denken, reflectie moet misschien één van de elementen zijn. Pagina | 4
DE KENNIS VOORBIJ Ilse vindt de accreditatie belangrijk, de studenten verantwoordelijkheid geven – we moeten het niet allemaal zelf doen. Bieze herhaalt de insteek van Mark Richmond die verwees naar de ‘whole-school approach’. Magda geeft mee dat iemand vandaag niet komt omdat de overtuigden opnieuw gezellig samenzitten en er erover praten en uiteindelijk er dan toch niks van komt. Jürgen geeft mee dat het in dit proces precies wel de bedoeling is om een natraject te verzorgen dat het verschil kan maken. Nu hebben de deelnemers de kans om ideeën en projecten naar voor te schuiven dit in het verloop van het proces uitgewerkt kunnen worden. Ellen geeft mee dat het erop aan komt de dingen te organiseren binnen de bestaande kaders, waar mensen zich nu al voor engageren, om zo tegemoet te komen aan de verzuchtingen van werklast. Karine vraagt of er heel actief naar scholen gegaan wordt die nu nog niet actief zijn, hoeveel % van de opleidingen werden wel al geholpen door Ecocampus tot nog toe, nu is het moment om actie te ondernemen omdat de curricula nu hervormd worden (tegen 2013!!). Ilse geeft mee om duurzaamheid nu ook in te brengen in het beschouwelijk vak. Brigitte vraagt zich af of duurzaamheid ook niet via een portfolio van de studenten kan geïntegreerd worden. Pieterjan zou voor een model gaan waarbij duurzaamheid te integreren is in elk vak en ook een specifiek vak (eigen opleidingsonderdeel), op die manier wordt het gestructureerd ingebed. Bieze geeft mee dat heel wat docenten en studenten hunkeren naar serieus genomen inspraak. Karine zou voor een werkvorm gaan van Teaching the teacher, een pool van docenten die anderen op sleeptouw kunnen nemen.
Mogelijke projecten 1. Duurzame leer en leef infrastructuur 2. Dynamische site/bank met didactisch materiaal 3. Eén EDO verantwoordelijke per instelling 4. Teach the teacher (pool experten) 5. Duurzame ontwikkeling (ook attitudes) in curriculum 6. Handleiding good practices 7. Debatcafés voor docenten/studenten (reflectie) 8. Lobby voor accreditatie (oog voor duurzaamheid in beleids-en visieteksten) 9. DO = veggiedag 10. Communicatie over duurzame ontwikkeling
Tip in nieuwsbrief van de instelling
Klasse
Infobank (literatuur, spelen)
Pagina | 5
DE KENNIS VOORBIJ
Interdisciplinair werken
Pagina | 6