Verslag van het jaarcongres door E. Oosterhuis (d.d. 6-11-2015) EEN KANSRIJKE TOEKOMST JAARCONGRES VAN DE VERENIGING BWT D.D. 29 OKTOBER 2015 EEN KANSRIJKE TOEKOMST VOOR BWT, toespraak door onze nieuwe voorzitter Margreet Schotman. Op basis van 5 voorspellingen wordt de toekomst van BWT doorgenomen in de visie van onze voorzitter Margreet Schotman waarbij de kansen voor BWT in de toekomst centraal staan. 1e voorspelling Het jaarcongres van de Vereniging BWT is een congres dat niet weg te denken is in de wereld van de BWT en waarvan ik durf te zeggen dat er nog vele congressen zullen komen. 2e voorspelling Er gebeurt van alles in de wet- en regelgeving. Er zijn verschillende ontwikkelingen waarbij onze rol in de toekomst zal wijzigen. Er is een kansrijke toekomst voor BWT in Nederland, maar daar moet je wel wat voor doen! 3e voorspelling Grootschalige nieuwbouwprojecten zijn niet meer van deze tijd. Het gaat nu meer om het op peil houden van de bestaande gebouwvoorraad, het transformeren naar ander gebruik. Ook het onderhouden en beheren van de bestaande gebouwvoorraad zal een uitdaging vormen. Mensen blijven langer thuis wonen. Het gebruik van bestaande gebouwen wisselt sneller. Naar mijn mening kun je niet volstaan en kom je ook niet meer weg met “toetsen aan het Bouwbesluit en andere regels” en het resultaat aan eigenaar, gebruiker of aanvrager meedelen. Om je doelen te kunnen bereiken, die minimaal gaan over gezonde, veilige en duurzame gebouwen, wordt er van de BWT’er verwacht dat hij zijn kennis anders kan inzetten. En competenties als adviseren, overtuigen en besluitvaardigheid worden belangrijker. De klassieke BWT taak is niet weg te denken in het bereiken van een goede leefomgeving. Dan heb ik het over het bewaken van de ondergrens van de eisen voor gebouwen en het passende gebruik. Het beroemde keukentafel gesprek met een eigenaar/aanvrager wordt ook voor een BWT’ er een normale taak. 4e voorspelling De Wet Private Kwaliteitsborging. Hoe kansrijk is de toekomst voor BWT als we de wet Private Kwaliteitsborging in aantocht hebben. Theoretisch is het vrij simpel. De markt moet de verantwoordelijkheid nemen voor technische toetsen toezicht op bouwwerken. Daar worden dan kwaliteitseisen aan gesteld. De consument krijgt meer bescherming zodat ze niet in ingewikkelde juridische procedures terecht komt. Werkzaamheden worden bij de gemeente niet meer uitgevoerd, proces wordt iets anders ingericht, mensen gaan over naar de markt. Maar het gaat nu meer over andere zaken bijvoorbeeld over geld, het gaat over consumenten, het gaat over concurrentie (of juist niet), het gaat over kennis- en opleiding , het gaat over meer vergunningvrij, het gaat voorlopig over nog maar een klein beetje van wat er gebouwd wordt, het gaat over papier versus werkelijkheid. Het gaat inmiddels overal over behalve over kwaliteit. De bedoeling is dat deze wet per 1-1-2017 in werking gaat treden. Maar dat is kansloos gezien alle onduidelijkheid die er nog over is.
5e voorspelling Als Vereniging hebben we gezegd dat Private KwaliteitsBorging succesvol kan zijn als aan een aantal voorwaarden voldaan kan worden. De mogelijkheid die ik nog zie is dat uiteindelijk de bouwwereld in Nederland gaat zeggen dat BWT van de gemeente is zo gek nog niet en eigenlijk zijn ze als kwaliteitssysteem ook niet zo duur. WET KWALITEITSBORGING VOOR HET BOUWEN Stand van zaken.. door Hajé van Egmond Voor de Wet kwaliteitsborging voor gebouwen dienen een aantal ander zaken gewijzigd te worden. Het burgerlijk wetboek, aanwijzen van welke categorieën Bouwbesluittoetsvrij gebouwd kunnen worden en een nieuw stelsel voor kwaliteitsborging. De wet gaat gelden voor aangewezen categorieën. De kwaliteitsborging vindt plaats op basis van toegelaten instrumenten. De eisen aan instrumenten worden bij wet vastgelegd. Het moet transparant zijn, reproduceerbaar en onafhankelijk. Een toelatingsorganisatie zal toezien op het stelsel. Het wetsvoorstel gaat in 2015 naar de Tweede Kamer. De onderliggende regelgeving (bodem in het stelsel) gaat besproken worden evenals de procedures van de toelatingsorganisaties (wat is goed genoeg). De Tweede Kamer bespreekt het wetsvoorstel in de eerste helft van 2016. Met de bedoeling dat de wet op 1-1-2017 in werking zal treden. Dan moeten ook de toelatingsorganisaties van start gaan. De bedoeling van de wet moet goed uitgelegd worden. Kwaliteitsborging is een taak van de bouw. Toezicht op de kwaliteitsborger is een (noodzakelijk) vangnet. Er moet een heldere rol voor het bevoegd gezag zijn. Verder is een evenwichtige invulling van het stelsel nodig. Waarbij de volgende vragen duidelijk moeten zijn. Wat is voldoende onafhankelijk. Wat is goed genoeg en wat mag toezicht kosten. Belangrijk daarbij is dat er een mentaliteitsverandering plaats zal moeten vinden. Niet langer het ‘handje vasthouden’ van de bouwers. We moeten loslaten, vertrouwen hebben vallen en weer opstaan. WORKSHOPS
Actualiteiten Bouwbesluit 2012 door ing. P.J. van der Graaf van Raadgevende Ingenieurs Nieman Groep. Per 1 juli 2015 zijn er weer een aantal wijzigingen in het Bouwbesluit 2012 doorgevoerd. De wijzigingen zijn gepubliceerd en inmiddels van kracht geworden: - Staatsblad 249 d.d. 15 juni 2015 - Staatscourant 17338 d.d. 29 juni 2015 Er zij een aantal nieuwe definities bijgekomen: - Woonfunctie voor particulier eigendom, een woonfunctie die wordt gebouwd in particulier opdrachtgeverschap (bijv. vrije kavel) of die wordt bewoond door de eigenaar
-
Woonfunctie voor studenten, woonfunctie voor bewoners die zijn ingeschreven aan een onderwijsinstelling.
Woonfunctie voor particulier eigendom De volgende afdelingen, artikelen uit het Bouwbesluit zijn niet van toepassing: - Afdeling 4.3 badruimte - Afdeling 4.4 bereikbaarheid en toegankelijkheid - Afdeling 4.5 buitenberging - Afdeling 4.6 buitenruimte - Artikel 6.10 aansluiting op het distributienet voor elektriciteit, gas en warmte. Voor de volgende afdelingen geldt het niveau bestaande bouw (voor de nieuw te bouwen woning): - Afdeling 2.3 vloerafscheiding - Afdeling 2.4 overbrugging van hoogteverschillen - Afdeling 2.5 trap - Afdeling 2.6 hellingbaan - Afdeling 3.11 daglicht - Afdeling 4.2 verblijfsgebied en verblijfsruimte - Afdeling 4.7 opstelplaatsen Woonfunctie voor studenten Voor deze functie wijzigen de volgende afdelingen, artikelen: - Artikel 3.17, lid 8, geen geluidseis tussen gemeenschappelijke verkeersruimten en de aangrenzende woonfunctie - Artikel 4.2, lid 1, er moet nu minimaal 15 m2 aan niet-gemeenschappelijk verblijfsgebied per woonfunctie aanwezig zijn (dit was 18 m2) Toegankelijkheidssector Voor de toegankelijkheidseisen is een aanscherping van de regels. Voor publiekstoegankelijke gebouwen geldt nu een 80% toegankelijkheidseis. Dat betekent dat nu in veel gebouwen sneller een lift verplicht zal worden. Bergruimten De functionele eis is uitgebreid met ‘scootmobielen’. Een bergruimte is niet meer verplicht voor een woonfunctie voor asielzoekers. Er zijn geen specifieke afmetingseisen meer voor bergruimten voor studenten en voor zorg. Deze moeten nog wel regenwerend zijn. Buitenruimte Geen buitenruimte meer verplicht voor een woonfunctie voor studenten. Argumentatie hierbij is dat ze er relatief kort wonen en ze maken gebruik van publieke voorzieningen in de stad. Ook voor een woonfunctie voor zorg is dit niet meer verplicht. Dit wordt overgelaten ter beoordeling van de initiatiefnemer. Opstelplaats voor een woonfunctie voor zorg Een opstelplaats voor een aanrecht/kooktoestel is niet meer voorgeschreven voor een ‘woonfunctie met zorg’. Er is geen behoefte aan. Vluchten bij brand
In een gebruiksfunctie met een brandmeldinstallatie als bedoeld in artikel 6.20, in een bouwwerk met een vergunning voor brandveilig gebruik en in een bouwwerk waarvoor een gebruiksmelding als bedoeld in artikel 1.18 is gedaan zijn voldoende personen aangewezen om de ontruiming bij brand voldoende snel te laten verlopen. De vraag daarbij is wel, hoe ga je dat aannemelijk maken. Dat staat dan weer niet aangegeven. Kooldioxidemeter In een verblijfsruimte van een onderwijsfunctie voor het basisonderwijs is een kooldioxidemeter verplicht.
Besluit bouwwerken in de leefomgeving (Bbl) door Marcel Balk en Joost Pothuis van het Ministerie van Infastructuur en Milieu Het Besluit bouwwerken in de leefomgeving (Bbl) is een Amvb behorende bij de nieuwe Omgevingswet. Deze Amvb zal het Bouwbesluit 2012 vervangen als Amvb bij de Omgevinsgwet. In totaal komen er 4 Amvb’s: - Omgevingsbesluit - Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) - Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) - Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Omgevingsbesluit Het Omgevingsbesluit is gericht op burgers, bedrijven en overheid. Het bevat algemene en procedurele bepalingen o.a. de omgevingsvergunning, het projectbesluit en het omgevingsplan. Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Dit besluit is gericht op burgers en bedrijven. Het geeft rechtstreeks werkende regels aan vooral milieubelastende activiteiten, regels vooral uit Activiteitenbesluit Milieubeheer. Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) Dit besluit is gericht op burgers en bedrijven. Het zijn rechtstreeks werkende regels voor bouwwerk gerelateerde activiteiten. De regels komen uit: - Bouwbesluit 2012 - Besluit Energieprestatie gebouwen (energielabels, keuring airco’s) - Asbestverwijderingsbesluit (bouwwerken en objecten) - Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval - Activiteitenbesluit (stookinstallaties, artikel 3.7 en energiebesparende maatregelen) - Woningwet, de artikelen die gericht zijn op het feitelijk handelen van burgers en bedrijven (o.a. 1, 1a, 1b, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 7a, 11, 13, 13a, 14a, 15 etc.) Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Dit besluit is gericht op overheden. In het Bkl komen vooral materiële normen, o.a. luchtkwaliteit, externe veiligheid, waterkwaliteit, bodem, geluid, natuur. Hierin staan regels hoe bestuursorganen, overheden met deze normen moeten omgaan bij de uitvoering van hun Omgevingstaken. Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) Het Bbl blijft lijken op het Bouwbesluit 2012. De systematiek, tabelstructuur, begrippen, gelijkwaardigheid en de meeste voorschriften blijven intact. De pijlers (veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu) blijven herkenbaar.
De rangschikking van de voorschriften wordt beter afgestemd op de gewijzigde bouwopgave. Het Bouwbesluit 2012 ligt teveel op de nieuwbouw terwijl de bouwopgave in de toekomst in de bestaande gebouwvoorraad ligt (in stand houden of transformeren). In het Bbl is gekozen om de eisen voor bestaande bouw, verbouw, verplaatsen en gebruiksfunctiewijziging te groeperen in een afzonderlijk hoofdstuk. In het Bbl wordt standaard uitgegaan van het rechtens verkregen niveau als hoofdregel, waardoor de regelgeving bondiger wordt. Het ‘geheel vernieuwen van een bouwwerk’ wordt niet meer onder verbouw geschaard maar onder nieuwbouw waarbij de gemeente door maatwerk ontheffing kan verlenen van de nieuwbouwvoorschriften. Verder komen er afzonderlijke hoofdstukken voor nieuwbouw en gebruik van bouwwerken. Er is gekozen voor een afzonderlijk hoofdstuk voor nieuwbouw, zodat alle voorschriften die van belang zijn voor de private bouwplantoetsing in één hoofdstuk (Nieuwbouw) staan. De omgevingswet geeft de grondslag om voorschriften te stellen voor veiligheid, gezondheid en duurzaamheid. Meer overlaten aan gemeenten (decentraal, tenzij) In het Bbl komen geen voorschriften meer aan open erven en terreinen. Voorschriften die betrekking hebben op kleinschalige hinder en overlast vervallen. Gemeenten kunnen voortaan zelf bepalen of hiervoor gemeentelijke regels moeten gelden. Dit geldt ook voor hogere eisen stellen aan Energiezuinigheid en duurzaamheid. Wat nu nog niet mogelijk is. In het omgevingsplan kan een maatwerkregel gesteld worden. Meer overlaten aan eigenaren en opdrachtgevers Er wordt meer verantwoordelijkheid overgelaten aan de eigenaren en opdrachtgevers. De bruikbaarheidsvoorschriften worden beperkt tot de ‘fysieke toegankelijkheid voor mensen met een functiebeperking’. Tevens vervallen de volgende bepalingen voor nieuwbouw en bestaande bouw: - Buitenruimte - Bergruimte - Toiletruimte - Afmetingseisen - 55% eis verblijfsgebied Voor het particulier opdrachtgeverschap zijn een aantal eisen niet van toepassing of verlaagd naar het niveau bestaande bouw. Deze eisen zijn niet nieuw maar zijn sinds 1 juli 2015 al geregeld in het Bouwbesluit 2012, zie hiervoor Staatsblad 249 d.d. 15 juni 2015. Voor de gebruiksfunctiewijziging naar wonen komen specifieke voorschriften ten aanzien van de geluidwering van buiten. De karakteristieke geluidwering van een uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied niet kleiner dan het verschil tussen de in dat besluit opgenomen hoogst toelaatbare geluidsbelasting voor industrie-, weg- of spoorweglawaai wordt 41 Db. Dit geldt ook als er geen verbouwing is beoogd, rechtstreeks werkend voorschrift. Wijziging brandveiligheidsvoorschriften De gebruiksvergunning vervalt. Er geldt nu alleen nog een gebruiksmelding. Tevens worden de gebruiksmeldingen beperkt voor kantoren en industriefuncties. Het is nog onduidelijk hoe dit er uit komt te zien maar er wordt nu vanuit gegaan dat een gebruiksmelding nodig is indien er meer dan 150 personen aanwezig zijn in een gebouw.
Tevens komen er prestatie-eisen met betrekking tot grote brandcompartimenten, hoge gebouwen en Europese rookdoorgangseisen. Hoe nu verder De bedoeling is dat per april 2016 de internetconsultatie plaats zal vinden. Hierbij wordt het Bbl op internet gezet en kunnen er reacties gegeven worden op het voorstel. De inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Amvb’s is voorzien in 2018.