Verslag Themabijeenkomst: Effecten van krimp in uw regio JE Consultancy i.s.m. FAMO 31 maart 2010
Contactpersoon Martijn van den Berg Stationsplein 91 5211 BM ‘s-Hertogenbosch Tel.: 088 – 126 4451
[email protected]
www.jeconsultancy.nl
Inhoudsopgave 1.
Inleiding ..................................................................................................... 3
2.
Presentatie Freek Verbakel .............................................................................. 4 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7. 2.8. 2.9. 2.10.
3.
Soorten Krimp ....................................................................................... 4 CBS cijfers ........................................................................................... 4 Gevolgen van krimp ................................................................................ 4 Vergelijkende ontwikkelingen in andere landen .............................................. 5 Hoe gaan gemeentes om met krimp?............................................................ 5 Soorten gevolgen krimp ........................................................................... 6 Vicieuze cirkel krimp .............................................................................. 6 Kosten krimp ........................................................................................ 6 Oplossingen .......................................................................................... 7 Krimpscan JE ........................................................................................ 7
Presentatie Arie Teeuw................................................................................... 8 3.1. 3.2.
Algemeen ............................................................................................ 8 Multifocale bezuinigingsscan ..................................................................... 8
4.
Tips voor krimpende gemeenten: ......................................................................10
5.
Samengevat/concluderend..............................................................................11
2
Verslag Themabijeenkomst: Effecten van krimp in uw regio
1.
Inleiding Aan de workshop “Effecten van Krimp in uw Regio” op 31 maart 2010 namen 12 gemeenten deel. Na de opening, door dagvoorzitter Geert Broekman van de FAMO, werd er door Freek Verbakel een voorstelronde gedaan. In de voorstelronde werd de deelnemers gevraagd hun groei- of krimppositie en de gevolgen ervan toe te lichten. Hierna introduceerde Freek Verbakel de algemene ontwikkelingen en effecten van een krimpende begroting. Vervolgens vertelde Arie Teeuw hoe hij te werk gaat bij de diverse bezuinigingsoperaties waar hij momenteel aan werkt. Tijdens de presentaties ontstond er al een levendige discussie over de verschillende aspecten van krimp en andere randgebeurtenissen. Daaruit blijkt ten eerste dat de steeds duidelijk wordende problematiek van krimp bij een groot aantal gemeenten al in het vizier is, maar dat er toch nog veel onduidelijkheden zijn over wat de toekomst gaat brengen; en ten tweede dat er naast de problematiek van de krimp er ook nog gemeenten zijn die de positieve kanten van de krimp benadrukken. Verwachting PBL/CBS van bevolkingsgroei in Nederland over periode 2010-2040:
3
Verslag Themabijeenkomst: Effecten van krimp in uw regio
2.
Presentatie Freek Verbakel 2.1.
Soorten Krimp
Er zijn twee soorten krimp: -
Lichte krimp: woningbezetting daalt, nog geen leegstand.
-
Sterke krimp: daling aantal huishoudens, wel leegstand.
2.2.
CBS cijfers
Het CBS voorspelt dat er voor de gemeenten over de periode van 2008 tot 2025 gemiddeld 1 op de 10 gemeenten met meer dan 10% krimpt. En in de periode tot 2040 daalt bij ruim 25% van de gemeenten het inwonertal met 2,5% (is nu al merkbaar middels leegstand en ontgroening (wegtrekkende jeugd)). Deze krimp is vooral merkbaar in gemeenten in het Noorden, Oosten en Zuiden. De meeste steden blijven groeien. Een uitzondering hierop zijn steden in Limburg (bv. Maastricht zal krimpen met 6%). De mensen trekken van het platteland steeds meer naar de grote steden en vooral ook naar de Randstad. Volgens de cijfers van het CBS krijgen de gemeenten in de Noordelijke en Oostelijke provincies, in de periode tot 2025, als volgt te maken met krimp: -
Gelderland: 30 van de 56 gemeenten;
-
Drenthe: 6 van de 12 gemeenten;
-
Overijssel: 10 van de 25 gemeenten;
-
Groningen: 16 van de 22 gemeenten;
-
Friesland: 11 van de 31 gemeenten.
2.3.
Gevolgen van krimp
De gevolgen van krimp zijn al merkbaar. In Groningen is er enige tijd geleden zelfs ophef geweest over de plannen van de provincie om een dorp te slopen omdat er nagenoeg niemand meer in het dorp woont. Krimpgemeenten krijgen onder andere te maken met leegstand, vergrijzing, ontgroening en grote migratie. Krimpgemeenten hebben grote kans in een vicieuze cirkel terecht te komen. De gevolgen hiervan zijn onder andere: verkleining en/of versobering voorzieningenniveau en dalende werkgelegenheid. Dit was in het verleden ook merkbaar in Parkstad Limburg. Na de sluiting van de mijnen kwamen veel mensen in de bijstand terecht (er was sprake van een hoog werkeloosheidscijfer). Dit is nog steeds het geval. Waarom wil het in Parkstad niet zo vlotten ten aanzien van werkgelegenheid en in bijvoorbeeld Eindhoven wel? Eén reden: Eindhoven is veel dynamischer dan Parkstad Limburg.
4
Verslag Themabijeenkomst: Effecten van krimp in uw regio
De VNG heeft “de gouden toekomstbus” in het land laten rondrijden. Hierbij wordt allerlei informatie verstrekt over krimp en de gevolgen hiervan. De naam van de bus geeft al aan dat krimp niet per se negatief hoeft te zijn. Krimp biedt ook kansen. Kansen die er zijn t.a.v. krimp zijn onder andere: -
Minder files;
-
Creatief omgaan met huidige voorzieningen (bv. Ontstaan brede scholen).
2.4.
Vergelijkende ontwikkelingen in andere landen
In landen als Frankrijk en Japan is er al langer sprake van krimp. Hier is de laatste jaren heel erg de tendens van het wegtrekken van het platteland naar de steden waarneembaar. Met als gevolg leegstand en verpaupering. Dit is ook merkbaar in België. Hier speelt ook nog de tweestrijd tussen Vlamingen en Walen. In België zijn er heel veel kleine gemeenten en maar weinig grote steden (+/- 70% v.d. kleine gemeenten heeft minder dan 20.000 inwoners). In België wordt er door de gemeenten gewoon alles opgedragen wat er van hogerhand wordt opgelegd.
2.5.
Hoe gaan gemeentes om met krimp?
De gemeenten zijn nu nog teveel concurrenten van elkaar (bv. ten aanzien van bedrijfsparken). Gemeenten zouden meer met elkaar moeten gaan samenwerken (krachten bundelen) in plaats van elkaar beconcurreren. Er wordt nu nog van alles aan gedaan om de voorzieningen op peil te houden (is dit wel verstandig?). Er komt meestal veel weerstand vanuit de burgers wanneer verenigingen vanwege een tekort aan leden moeten gaan fuseren. Hierdoor worden verenigingen meestal toch in stand gehouden terwijl dit eigenlijk niet meer doelmatig is. Het is een idee om de burger te laten meedenken bij de keuzes die gemaakt moeten worden. Bijvoorbeeld: Willen jullie je eigen voetbalvereniging houden en hiervoor dus meer belasting betalen of willen jullie toch samengaan met een andere vereniging? Er is nog niet bij alle gemeenten evenveel aandacht voor de gevolgen van krimp. Het is aan de controllers om dit punt levend te houden. En onder de aandacht te blijven brengen. Bij de meeste gemeenten heeft de raad en het college op dit moment nog niet echt oren naar de problematiek van de krimp. Krimp is politiek nog heel lastig op de agenda te krijgen. Er zal nu, net na de verkiezingen, aandacht gevraagd moeten worden voor deze problematiek. De nieuwe raadsleden zullen hun ogen voor de naderende problematiek moeten openen. Dit is lastig aangezien de bevolking ook nog niet echt bezig is met krimp. Je moet krimp eerst voelen voordat je er aan gaat denken. Verder leeft er vanuit de gemeenten sterk de impressie dat gemeenten gedwongen worden te krimpen. Dit wordt van hogerhand opgelegd door de provincies. Ook menen de kleinere gemeenten dat VNG niet voldoende opkomt voor de kleinere gemeenten onder hun leden. De VNG-voorzitter Pans heeft namelijk aangegeven dat gemeenten een omvang van +/- 80.000 inwoners zouden moeten hebben. En dit terwijl
5
Verslag Themabijeenkomst: Effecten van krimp in uw regio
uit onderzoek is gebleken dat gemeenten met een omvang van tussen de 30.000 en 40.000 inwoners het best bestuurbaar zijn.
2.6.
Soorten gevolgen krimp
Financiële gevolgen krimp: -
Lagere uitkering gemeentefonds;
-
Minder eigen belastinginkomsten (OZB);
-
Minder inkomsten grondexploitatie;
-
Vaste kosten lopen door, kosten per burger stijgen hierdoor;
-
Kosten rioolheffing/afvalstoffenheffing worden omgeslagen over minder inwoners;
-
Mogelijkheden tot herstructurering nemen af.
Maatschappelijke gevolgen krimp: -
Leegstand, verpaupering;
-
Minder arbeidspotentieel;
-
Minder bedrijvigheid (in sommige gemeenten is de gemeente nu de grootste werkgever);
-
Minder voorzieningen (verenigingen minder leden);
-
Meer migratie;
-
Meer krimp.
2.7.
Vicieuze cirkel krimp
Krimp wordt een steeds groter probleem naarmate de leegstand toeneemt. Als men krimp niet onder ogen ziet: minder inkomsten dan verwacht, bezettingsgraad accommodaties valt tegen, uitgaven kunnen toenemen. Wie wel oog heeft voor krimp kan de koers nog proberen te verleggen.
2.8.
Kosten krimp
De kosten van krimp zijn nog onbekend en verschillen uiteraard sterk per gemeente. De kosten bestaan met name uit aanpassingskosten (bv. winkelcentra), geen structurele kosten. Het is ook mogelijk om je gemeente te profileren als plattelandsgemeente (extra kosten; aanpassingen). Dit zal alleen werken als niet iedereen dat doet. De staatssecretaris van BZK heeft al aangegeven dat er voor bepaalde regio’s extra steun zal worden gegeven: Parkstad Limburg en Noordoost Groningen voor het kunnen bekostigen van de herstructurering. De vraag is of dit vrijgemaakte geld wel wordt besteed ten aanzien van de gevolgen van krimp. Hier zou het ministerie wel op moeten toezien.
6
Verslag Themabijeenkomst: Effecten van krimp in uw regio
2.9.
Oplossingen
Zijn er oplossingen voor het probleem? Dé ‘oplossing’ bestaat niet. Hier zal voor elke gemeente een andere aanpak benodigd zijn. -
Gemeentelijke oplossingen: krimp onderkennen (niet ontkennen) en regionale afstemming (bv. ten aanzien van bouwplannen).
-
Volgens de provincies mogen bepaalde gemeenten niet uitbreiden, inbreiden mag nog wel (deze opties zoveel mogelijk benutten);
-
Bij de woningbouw al anticiperen op de toekomstige vraag (bv. Bij meer 65+ers, dan meer bungalows bouwen).
-
Landelijke oplossing: aanpassing bekostigingssystemen.
-
Leren van de ervaringen van groeigemeenten.
-
Buiten je regio/land rondkijken naar mogelijke oplossingen.
Er gaan steeds meer geluiden op om regelingen vanuit de overheid aan te dragen voor de gevolgen van krimp (bv. via het gemeentefonds). Eén van de voorbeelden hiervan is dat de topregio’s krimp meer geld gaan krijgen. En in 2015 zal er een herijking plaatsvinden van de ISV-gelden. Verder wordt er momenteel ook gesproken om het gebruik van eigen middelen mee te gaan laten wegen in het gemeentefonds.
2.10. Krimpscan JE De scan gaat na: –
Of en hoe krimp in de begroting is verwerkt;
–
Hoe de leeftijdsgebonden uitgaven en inkomsten zich verhouden tot de compensatie via gemeentefonds en andere eigen middelen.
De conclusie kan zijn: –
Niets aan de hand, ‘ga zo door’;
–
Wel iets aan de hand, dus nadere verkenning vereist.
of
7
Verslag Themabijeenkomst: Effecten van krimp in uw regio
3.
Presentatie Arie Teeuw 3.1.
Algemeen
Krimp kost nog meer dan alleen de bezuinigingen ten aanzien van het gemeentefonds. Bezuinigingen als gevolg van krimp zijn anders dan gewone bezuinigingen. Er moet geld vrijgemaakt worden voor herstructurering(en) en de bevolking snapt beter waarom er bezuinigd moet worden. Er zal een kerntakendiscussie gehouden moeten worden (wat blijft de gemeente aanbieden). Belangrijke aspecten in de bezuinigingsscan zijn: “betaal niet waar je niet voor moet betalen” & “bezuinigen is kiezen”. De meeste gemeenten zijn bezuinigingsmoe. De algemene opvatting leeft dat het Rijk de gemeenten als een lam naar de slachtbank leidt wanneer de gemeenten zelf drastisch gaan bezuinigen. De gemeenten kunnen echter beter nu een tikkeltje meer bezuinigen en dan op een later tijdstip weer wat terug geven dan nu minder te bezuinigen en later weer een nieuwe bezuingingsronde te moeten houden. Er ligt nu een bestuursovereenkomst tot 2011. De bezuinigingen zullen dus worden toegepast voor de periode 2012 tot 2015.
3.2.
Multifocale bezuinigingsscan
De bezuinigingsscan bestaat uit de volgende stappen: -
IFLO-scan (vergelijking met andere gemeenten);
-
Begrotingsanalyse (kijkend naar de regel van veel);
-
Bestuurlijke prioriteiten inventariseren;
-
Afwegingen maken inzake samenwerking met buurgemeenten;
-
Interviews & diepte-analyses;
-
Bezuinigingsvoorstellen uitbrengen.
IFLO-scan Bij de IFLO-scan gaan we gemeenten vergelijken met (leidt tot inzicht in de uitgaven): -
Alle gemeenten met zelfde sociale structuur en zelfde centrumfunctie;
-
Alle gemeenten in dezelfde groottegroep;
-
Een selectie van maximaal 10 vergelijkbare gemeenten (sociale structuur, centrumfunctie, grootte, bodem, eventueel meerkernigheid).
Begrotings-analyse Aan de hand van de begrotings-analyse wordt er inzicht verkregen in de opbouw van de begroting. Er wordt onder andere gekeken naar het netto uitgavenvolume, differentiatie (uren, directe kosten, overdrachtsuitgaven), onderuitputting op taken/producten, toenames in de begroting & wettelijke taken.
8
Verslag Themabijeenkomst: Effecten van krimp in uw regio
Bestuurlijke prioriteiten Om de politieke gevoeligheid van bepaalde taken/producten te kunnen bepalen wordt er gebruik gemaakt van de raadstermijnagenda, verkiezingsprogramma’s en het collegeprogramma. Afwegingen maken inzake samenwerking met buurgemeenten Alle mogelijkheden bekijken t.a.v. samenwerking met buurgemeenten. Dit kan op basis van het gezamenlijk voeren van een voorziening met andere gemeenten (shared products) of het oprichten van een shared service centre. Interviews & diepte-analyses Om goede voorstellen te kunnen doen is het heel belangrijk om met de betrokken medewerkers interviews te houden om zo inhoudelijk de nodige informatie te vergaren. Bezuinigingsvoorstellen uitbrengen Aan de hand van de informatie die verkregen is uit de voorgaande stappen worden er voorstellen opgesteld en gepresenteerd aan het bestuur. De voorstellen zullen gebaseerd zijn op de volgende specifieke onderwerpen:
9
•
Technische voorstellen (laaghangend fruit);
•
Beleidskeuzes;
•
Profijtbeginsel (kosten voor specifieke diensten);
•
Subsidies (die je krijgt);
•
Processen en procedures;
•
Samenwerking;
•
Bedrijfsvoering (inkoop, indikken formatie);
•
In uiterste gevallen het H-woord.
Verslag Themabijeenkomst: Effecten van krimp in uw regio
4.
Tips voor krimpende gemeenten:
10
-
Lever kwaliteit, zowel qua woningaanbod als qua voorzieningen;
-
Sloop tegen verloedering/verpaupering;
-
Herstructureer oude wijken (is wel duur);
-
Pas aanbod bouwplannen aan op de vraag hiernaar;
-
Zet positieve saldi van de jaarrekeningen apart om eventuele tegenvallers op te kunnen vangen;
-
Goede samenwerking met buurgemeenten.
Verslag Themabijeenkomst: Effecten van krimp in uw regio
5.
Samengevat/concluderend -
Het overgrote deel van de gemeenten ziet zichzelf niet als krimpgemeenten terwijl de cijfers van het CBS een andere toekomst voorspellen;
-
Krimp is ook uitdaging;
-
Rijksbeleid staat soms haaks op gemeentebelang;
-
Nu al reageren om de problematiek bij de raad op de kaart te zetten en vicieuze cirkel t.a.v. krimp te voorkomen;
-
Gemeenten hebben ook veel last van concurrentie onderling; de oplossing daarvoor kan gevonden worden in het meer samenwerken;
-
11
Herindelingen zijn wellicht onvermijdelijk.
Verslag Themabijeenkomst: Effecten van krimp in uw regio