1 Verslag studieverlof Jan-Willem Wind 16 mei tot en met 10 juli 2011. Sint Laurens zomer 2011.
Deel 1 Inspiratie bij de preken en theologie van Tim Keller als theoloog en prediker. Inleiding. In overleg met de kerkenraad van Sint Laurens en na goedkeuring van de classis Walcheren heb ik 2 maanden studieverlof opgenomen. Dit dient volgens de kerkorde geschieden na april. Een half jaar van te voren had ik mij georiënteerd op het PAO aanbod van de PTHU1. Ik vind het zelf van belang om niet alleen achter het bureau te studeren, maar ook persoonlijke ontmoeting met collegae uit de lande te hebben. Uit het ruime cursusaanbod sprong voor mij de cursus prediking en prediker eruit. Een voor mij relevant onderwerp. Een onderwerp dat alles te maken heeft met het hoofdbestanddeel van mijn werk als gemeentepredikant namelijk: De prediking. Maar vooral de vraagstelling: Hoe zit je zelf als prediker en mens in het preekproces en de uitoefening van de verkondiging? Wat ziet en hoort de hoorder? Hoe sluit de prediker aan bij de belevingswereld van mensen, maar ook vooral van zichzelf. Waar zit de eigen bagage? Hoe heeft hij daar zicht op en hanteert hij het zodanig dat verkondiging ook echt verkondiging is? Het is steeds weer een uitdaging. Balanceren tussen gave en opgave. Omdat het slechts een twee daagse cursus is had ik er behoefte aan om nog een keer ertussen uit te gaan. Op mijn mail kwam het aanbod van de kennismaking met de Amerikaanse predikant Tim Keller voorbij. De 2 daagse cursus met voorbereiding vooraf zou al in de eerste week van mijn studietijd in het Hydepark te Doorn plaatsvinden. Dit leek mij een unieke kans om via een gerenommeerde theoloog ook tot mijn vraagstelling te komen. Omdat hij met een zeer uitgewerkt theologisch concept werkt en zeer succesvolle prediker is was mijn belangstelling voldoende gewekt om mij ook voor deze cursus in te schrijven. Met opgegeven literatuur en eigen aanvullende literatuur was mijn studietijd gevuld.
1. Studie betreffende kennismaking Tim Keller. In het cursusaanbod van de PTHU wordt de cursus als volgt omschreven: Tim Keller- de C.S. Lewis van onze tijd? In de ruim twintig jaar dat Tim Keller predikant is in de Redeemer Presbyterian Church in New York is hij de motor geworden achter een even verrassende als invloedrijke vorm van gemeenteopbouw. Momenteel komen gemiddeld 4000 mensen op zondagmorgen hun bed uit om naar zijn diensten te gaan, en zijn er in middels meerdere dochtergemeenten gesticht. Wat is het geheim achter dit missionair elan? Keller gaat op een directe, appelerende wijze in op de redenen, die door veel mensen tegen het christelijk geloof worden aangevoerd. Redenen, die voor veel mensen in onze tijd als onoverkomelijk beschouwd worden zoals: 1
PTHU is de Protestantse Theologische Universiteit, die post academisch onderwijs voor predikanten en kerkelijk werkers op diverse locaties verzorgt waaronder het seminarie Hydepark te Doorn.
2 Het kan niet waar zijn dat er maar één ware godsdienst is, of: Een goede God kan het immense lijden in de wereld niet toestaan, of: De wetenschap heeft het Christendom ontkracht. De positieve pendant hiervan is, dat er nog heel wat redenen zijn om het Christelijk geloof heel serieus te nemen. Keller doet dit op een wijze die recensenten aan C.S Lewis doen denken: de koe bij de horens pakkend, zowel stevig argumentatief als beeldend en praktisch. Keller heeft in de aflopen twee jaar vijf boeken geschreven, waarvan er inmiddels twee in het Nederlands zijn vertaald. Zijn laatste twee boeken zijn Generous justice (vertaling :Ruim baan) en King’s cross (komt binnenkort uit). Daarnaast is er een prekenserie over huwelijk en relaties verschenen (in CV Koers 2007). En zijn talloze preken van hem op website van de Redeemer Church te beluisteren. Doelstelling: Na afloop van deze cursus heeft de deelnemer een levendig beeld van het theologische en pastorale werk van Tim Keller; is hij/zij uitgedaagd een eigen positie te bepalen ten opzichte van een vrijmoedige vorm van geloofsverantwoording, die ingaat op existentiële en intellectuele vragen van onze tijd. Van de deelnemers wordt gevraagd Kellers ‘In alle redelijkheid’2 aan te schaffen. Wie zich opgeeft krijgt een overzicht van de hoofdstukken die besproken zullen worden. Tevens krijgt de deelnemer gelegenheid aan te geven aan welk van drie workshops hij/zij zelf, in overleg met de docent een aandeel zou willen leveren. De gebruikte literatuur: Tim Keller ‘ In alle redelijkheid christelijk geloof voor welwillende sceptici’. Aanbevolen : De vrijgevige God. Recht uit het hart van het christelijk geloof (vertaling van The prodigal God, recovering the heart of the Christian Faith) en Tim Keller Counterfeit Gods, when the empty promises of love money and power let you down. De cursus is bestemd voor predikanten en kerkelijk werkers/ Docent: Prof dr. Nico den Bok, Hoogleraar systematische theologie PTHU vestiging Kampen.
2. Aanzet tot eigen theologische verkenning.
2.1.Dr Robert Schuler. Gedurende vele jaren ben ik zowel persoonlijk als predikant in aanraking gekomen met verschillende predikanten/ theologen uit de Verenigde Staten en Canada. Uiteraard daarmee samenhangende bewegingen hebben ook op ons continent in Europa een invloed op ons kerkelijk/ religieus klimaat. Gedurende afgelopen 15 jaar is veel Amerikaanse literatuur in het Nederlands vertaald en gepromoot. Daarnaast heeft de Noord Amerikaanse theologie en preken via de media (vooral internet) ook in ons land en bij veel mensen een directe ingang. Wat bij veel mensen hangt zijn de kerkdiensten ‘Hour of Power’ van dr. Robert Schuler. Bij veel mensen spreken de diensten en zijn manier van voorgaan erg aan. Ik weet van kerkelijke mensen dat zij i.p.v. de plaatselijke kerkdiensten bezoeken de TV diensten van Schuler vanuit de Crystal Church bekijken en daar geïnspireerd door raken. 2
Vertaling van Tim Keller, The reason for God-Belief in an Age of Skepticism, Duton/Pinguin Group, New York 2008.
3 Het is niet alleen de entourage wat aanspreekt maar ook de manier van preken. Het is een mix van zeer directe confronterende verkondiging en voorbeelden uit het leven van mensen. Dat maakt dat veel mensen herkenning vinden en er dus een brug geslagen wordt tussen mensen die volop in de moderne tijd staan en het evangelie uit de Bijbel. Naast TV uitzendingen, waar men een gigantische kerk afgeladen vol ziet, zijn er ook verschillende uitgaven beschikbaar van deze gerenommeerde predikant en verkondiger. De verkondiging gaat uit van verschillende principes: • • •
• • •
• • • • •
onfeilbaarheid van de Bijbel als Gods Woord. Verlossing en heil is alleen mogelijk door geloof in Jezus Christus Dat voor het geloof het absoluut noodzakelijk/wenselijk is dat er een relatie gebaseerd op liefde, bekering, heiligheid en persoonlijke toewijding tussen God en de mens tot stand gebracht wordt. Door het leven en sterven van Jezus en Zijn opstanding uit de dood is verlossing van elk mens vanuit zijn/haar zonde positie mogelijk. De Liefde van God ten opzichte van de mens is in verhouding tot Gods heiligheid en gerechtigheid. Dat betekent dat God’ s doel met elk mens zo geformuleerd kan worden: God is op zoek naar elk mens om hem of haar te brengen naar Zijn Vader hart, dat klopt vol barmhartigheid, verlangen en liefde naar de mens die om welke reden dan ook verloren is in schuld, verdriet, teleurstelling en zonde. Geborgenheid is een term die vaak een rode draad, dat door de verkondiging heen loopt. Daardoor hebben de preken van Schuler naast appelerend karakter ook Een zeer sterk pastorale kant. Die mix spreekt veel mensen ook aan deze kant van de Grote Oceaan aan. In de diensten laat dr. Robert Schuler ook mensen met een verhaal aan het woord. Ook dat geeft een verschillende invalshoeken om de mens te bereiken. Daarnaast worden de diensten ook gekenmerkt door professionaliteit Zowel in liturgie, muziek en performance. Naast bewondering is er ook scepticisme waar te nemen. Is het allemaal niet te ‘evangelisch’ en teveel op de emotie gericht. De zogenaamde Amerikaanse stijl dat bij ons overkomt als sentimenteel en show wekt bij sommigen ook iets vervreemdends op. Je hoort nog al eens: ”Het ligt er te dik boven op”. Het geloof wordt zo gebracht dat je als hoorder en vooral als kijker het gevoel hebt dat je te maken hebt met bepaald soort manipulatieve succesformule. “Wij zijn toch veel nuchterder’ is vaak een gehoorde mening. Toch is het verstandig met het oog op de ontkerkelijking en de vervreemding van de mens met het evangelie of ook wij hier in Europa iets van de theologen aan de andere kant van de grote plas kunnen leren. Hoe is het mogelijk dat er veel Amerikaanse en Canadese kerken een zeer grote aantrekkingskracht vooral ook op jonge mensen hebben? Wat kunnen wij hier leren van hun concepten van gemeenteopbouw en kerkplanting? Hoe kunnen wij hier in een samenleving, die steeds meer geseculariseerd raakt en waar de kerkverlating al vele jaren op grote schaal plaats vindt als kerk de mens weer of opnieuw bereiken met het evangelie van Jezus Christus als hóóp voor de wereld.
4 2.2. Verschillende stromingen van streng gereformeerd tot pentecostal.
Als we het over ‘Noord Amerikaanse theologie’ hebben, dan moeten we altijd bedenken- dat heeft de studietijd mij ook geleerd, dat het niet één format is. We hebben niet alleen met verschillende stromingen uit verschillende denominaties, maar ook verschillende tradities te maken. Zo zijn er stromingen, die voortkomen zowel uit de gereformeerde als lutherse tradities vanuit Europa voortkomen. Naast het Protestantisme zijn ook methodistische en Doperse groepen, die hun weg naar het nieuwe land hebben gevonden. Al deze stromingen in Noord Amerika komen vooral voort uit de emigratie vanuit Europa naar het nieuwe beloofde land, zoals velen dat toen zagen. Noord Amerika werd gezien als het nieuwe land, met de onbegrensde mogelijkheden. Wat er ook gebeurde was, dat er met de immigratie ook de godsdienst meekwam. Ds van Raalte, predikant uit de afscheiding emigreerde met vele mensen naar Amerika om het ‘Land Kanaän’ binnen te trekken. Zo ontstonden er de Reformed Churches en de Christian Reformed Churches. Op hun beurt bouwden de pelgrims ook weer een geschiedenis op. Zij worden in vergelijking met onze gereformeerde kerken toch wel als conservatief gezien. Toch moeten we bedenken, dat ook zij weer in een moderne samenleving staan, waarbij secularisatie Noord Amerika zeker niet voorbij is gegaan. In dit immense continent zijn er stromingen van behoudend tot evangelisch of pinksterachtig en vrijzinnig te vinden. De gereformeerde stroming hebben hun voedingsbodem in Europa met oa de 16e eeuwse reformator Johannes Calvijn, maar ook de Nederlandse gereformeerde voormannen zoals Herman Bavinck en Abraham Kuyper. In de geformeerde stroming zitten ook veerschillende stromingen. Zo zou je naast of binnen de orthodoxie ook een meer piëtistische bevindelijke stroming kunnen ontdekken. Bij ons kun je dit vergelijken met de bevindelijke gereformeerden. Verschillende stromingen zijn duidelijk tot het Engels Puritanisme3 terug te leiden: John Knox, John Owen, Jonathan Edwards en Martin Lloyd Jones. Naast de Gereformeerde stroming is ook de Presbyterian Church. Je zou kunnen zeggen de gewone protestantse stroming. Ook die laten zich in de nieuwe tijd steeds meer horen o.a. door middel van het ontwikkelen van kerkmodellen. Tim Keller is op dit moment een zeer aansprekende leider. Voorgangers werken meestal niet op zichzelf. De kerk is een zeer uitgebreide organisatie, die bepaalde doelgroepen op het doel heeft en ook verschillende soorten diensten ministries kent. De predikant werkt meestal met een team van talrijke medewerkers en meedenkers om zich heen. De modellen van ‘churchplanting’ is vaak erg professioneel. Naast diensten met een professionele outfit is literatuur en lezingen een ‘must. De Amerikaanse samenleving eist ook professionaliteit. Veel diensten zijn via grote schermen te volgen en zijn op You Tube en eigen kanalen soms ook live mee te maken. Toch blijft veel voor ons als protestanten herkenbaar, omdat de theologie op de klassieke protestantse leest geschoeid blijft.
3
Puritanisme is de stroming uit de 17 en 18 eeuw die voornamelijk geworteld is in het gereformeerd protestantisme, dat zich kenmerkt door een diepe doorleving van het persoonlijk geloof en strikte levenswandel. De vertegenwoordigers zijn vooral uit Engeland afkomstig. Het puritanisme had ook in de Nederlanden veel invloed.
5 Zoals wij in Nederland veel verschillende stromingen kennen, is dat in de Noord Amerikaanse samenleving ook het geval. Je kan rustig zeggen op een nog grotere schaal. Er is een duidelijke stroming al vanouds die zich Pentecostal, ook wel Pinksterbeweging noemt, zichtbaar aanwezig. De theologische ecclesialogische term is methodisme. Methodisme is een opwekkingsbeweging in de 17e, 18e en 19 e eeuw. Het methodisme kent veel variaties en stromingen. De meeste stromingen kennen hun oorsprong uit de Angelsaksische wereld zoals Engeland. Zij leggen sterke nadruk op het werk van de Heilige Geest. Naast de volwassen doop is ook een tweede doop noodzakelijk. Namelijk de doop van de Heilige Geest, waardoor de gelovige volledig onder beslag van de Heilige Geest komt. Door de onderdompeling in de Geest komt men volop in de volheid van God en in de gaven van de Geest. Men kent de tongentaal, gaven van genezing, profetie, leiderschap en onderricht etc. Deze spiritualiteit kent ook een bepaalde visie op de kerk en gemeente. Men is gericht op de gaven van de Geest van gemeenteleden. De beweging Willow Creek is bij ons lange tijd bekend. Veel gemeenten kennen een visie en beleid van Willow Creek. Deze beweging is gericht op opwekking en gemeentegroei. De kerkelijke gemeente ‘De Pijler’ in Almere is duidelijk gebaseerd op de modellen van Willow Creek. Ook deze gemeente kent een stormachtige groei. De Pijler heeft verschillende soorten diensten, zoals o.a. voor zoekers, beginners en gevorderden. De Willow Creek gemeenten doen niets denken aan traditionele kerken. Het is vaak laagdrempelig, waarin men van moderne communicatie middelen gebruik maakt. Er is alle ruimte voor persoonlijke getuigenis. Het gemeentemodel is gericht op groei in persoonlijk geloof, onderlinge gemeenschap en discipelschap. Kerkplanting gaat uit van locale setting. Van belang is het om te weten of men te maken heeft met jonge of oudere mensen. Zijn ze hoog of juist laagopgeleid? De centrale vraag voor de local church is: Hoe kunnen wij vanuit de sociale en maatschappelijke context aansluiting vinden bij de ‘moderne mens’, zodat er een brug ontstaat tussen het evangelie en de mens in een bepaalde setting? Van belang is niet dat men kerk is, maar vooral hoe. Namen als Bill Hybels4 en Rick Warren zijn inmiddels ook in Nederland bekende namen.
4
Bill Hybels is betrokken bij de Willow Creek community Church in de buurt van Chicago. Van zijn hand verscheen:B Hybels, ‘Becoming a contagious Christian’, 1994. (Zo word je een aanstekelijk Christen.)
6 2.3. Rick Warren en doelgericht (gemeente) leven.
Een zeer bekende Amerikaanse theoloog is Rick Warren. Als theoloog en prediker is hij zeer gericht op gemeente- en geloofsopbouw. Bekende boeken van hem zijn: Doelgericht leven en Doelgerichte gemeente5. Rick Warrens preken en boeken zijn op mondiaal niveau bekend en vormen de basis van veel gemeenten, zowel in Amerika als in West- Europa. Rick warren leidt de Saddleback Church in het zuiden van Callifornië, die zich mag verheugen in tienduizend bezoekers en vanuit Saddleback zijn er tientallen kerken gestart. Rick Warren geeft in zijn boek modellen aan om te komen tot een gezonde gemeente via stappen van groei en te denken en te handelen in groei kan men komen tot een gezonde gemeente. Daarbij is het van belang om doelgericht te zijn. Rick Warren gaat uit van 5 principes. • • • • •
Heb de Heer, uw God, lief met geheel uw hart. Heb uw naaste lief als uzelf Ga en maak discipelen Doop hen Leer hen de geboden te onderhouden.
De uitgangspunten van Saddleback zijn: -aanbidding: we vieren Gods aanwezigheid in lofprijzing -zending: we communiceren Gods woord door middel van evangelisatie -lidmaatschap: we belichamen Gods huisgezin door onze onderlinge gemeenschap -volwassenheid:we onderwijzen Gods volk door middel discipelschap -dienstbaarheid- we tonen Gods liefde door te dienen. Met zijn filosofie van groei door gemeenschap heb ik enige jaren geleden kennisgenomen. Inmiddels ken ik ook enkele gemeenten, die met het model van Rick Warren werkzaam zijn. Een bekende vorm van gemeente zijn is de groeigroep: De kleine groep waarin men persoonlijk het geloof oefent (van belang is om bezig te zijn met de vraag: niet wie is Jezus maar wie is Jezus voor jou- niet wat is geloof? Maar: Wat betekent geloof voor jou in jouw leven?) ziet men in veel protestantse gemeenten een belangrijke motor in gemeente zijn. In mijn vorige gemeente Bunschoten - Spakenburg mocht ik met het oog op het gemeente opbouwplan op dit vlak een aandeel innemen. Persoonlijke geloofsgroei is absoluut noodzakelijk voor gemeentegroei, zowel op kwalitatief als kwantitatief niveau. In Nederland kennen wij het Evangelisch Werkverband, die door middel van geloofsmateriaal handvatten voor gemeentegroeigroepen biedt6.
5
Rick Warren,’ Doelgericht leven, waarvoor leef ik eigenlijk hier op aarde?. Oorspronkelijke titel: The purpose Driven Life- what on earth am I here for? Rick Warren, Doel gerichte gemeente met een hart voor God en een hart voor mensen. Oorspronkelijke titel: The purpose Driven Church- Growth Without Compromising Your Message &Mission. 6 H. Esbach, Kleine groepen grote kansen, handboek voor gemeentegroei-groepen. 2001.
7 3. Het leven en werk van Tim Keller.
Wie is Tim Keller? De zoveelste TV dominee uit Amerika, waar we in de loop van de tijd al velen voorbij hebben zien trekken? Of heeft hij iets eigens? Iets wat we nog niet eerder hebben meegemaakt. Tim, zijn eigenlijke naam is Timothy, Keller heeft twee boeken geschreven, die je als basis kunt zien voor zijn theologisch denken:‘The reason for God’ en de ‘Prodigal God’. Ze vormen de weerslag van zijn preken. Deze twee uitgaven, waar Keller zijn gedachtegoed over het evangelie, christendom en cultuur uiteenzet, vonden op brede schaal ingang. Alle reden voor mij om kennis met hem en zijn werk te maken. Zeker omdat er ook meerdere uitgaven van zijn werk bij van Wijnen te Franeker in het Nederlands verschenen zijn. Ik maak gebruik van enkele gegevens aan de hand van een artikel uit Wapenveld7 van Herman Paul en Bart Wallet.
Timothy J. Keller werd in 1950 geboren. In Lehigh Valley in het Noord Oosten van de staat Pennsylvania groeide hij op. Zijn familie was al vele generaties lang Luthers. Zijn familie kwam in de jaren 1720-1740 naar Amerika als een onderdeel van een Lutherse migratiegolf. In Pennsylvania woonden in de achttiende eeuw zoveel Duisters (ook katholieken) dat er een mogelijkheid zou bestaan, dat het een Duitse kolonie zou worden. De gemeente, waar Keller vanaf zijn jongste jaren naartoe ging was een doorsnee Lutherse kerk. Later ging hij met zijn ouders naar een behouden methodistenkerk, omdat er in de kerk heel veel ging veranderen. Het evangelie werd steeds meer naar de sociale kant getrokken. Keller ging studeren aan de Bucknell University. Daar raakte hij in een crisis op geloof en levensvragen. Het eenvoudige behoudende geloof botste met de vrije opvattingen op de universiteit. Het waren de jaren 60, die heel roerig in de geschiedenis te boek staan. Tijd van de strijd om de burgerrechten voor zwarte mensen. In die tijd stond ds Martin Luther King vooraan in de strijd voor gelijkwaardigheid van zowel blank als zwart8. In die tijd was Keller net als vele anderen op zoek naar het antwoord op de vraag, hoe het christelijk geloof met betrokkenheid op sociale gerechtigheid geïntegreerd kon worden. Ondertussen kwam hij terecht bij Inter-varsity Christian fellowship. Zij hadden een manier gevonden om dingen bij elkaar te brengen. Dat daagde hem uit om het christelijk geloof opnieuw te doordenken. Terechte twijfel aan het christelijk geloof neemt Tim Keller vanuit zijn eigen ervaring serieus. Het is daarom dan ook dat Tim Keller vooral mensen tussen de 25-40 aanspreekt. Tim Keller gaat theologie aan de Gordon- Conwell Theological Seminary en aan de Westminster Theological Seminary studeren.
7
Wapenveld is een theologisch tijdschrift ook voor niet theologen geschikt met het oog op toerusting op het gebied van kerk en theologie. Bij de gelezen rubriek staat de bronvermelding. 8 M. Luther King is vooral bekend geworden speech : “I have a dream” De droom als visioen dat elk schepsel van God of het nu blank, bruin, geel, rood of zwart is naast elkaar in harmonie kunnen leven.
8 Gedurende de studie ontmoet hij zijn huidige vrouw Kathy. Kathy had in tegenstelling tot hem een gereformeerde achtergrond. Zij kwam uit een regio, waar veel Schots-Ierse emigranten woonden en het presbyterianisme hadden gebracht. Toen zij tot geloof kwam, kwam zij in aanraking met het orthodoxe gereformeerde geloof. Kathy introduceerde de klassieke opwekkingsprediker Jonathan Edwards en de Britse apologeet C.S Lewis9 bij Keller. Deze twee theologen hebben veel invloed op het denken van Keller. Met het trouwen met Kathy werd Keller presbyteriaan. Hij noemt zich vanaf dat moment happy reformed. Wij zouden zeggen: “vrolijk orthodox”. Binnen de relatief kleine Presbyterian Church werd Keller predikant. Negen jaar lang diende hij West Hopewell Presbyterian Church in het arbeiderstadje Hopewell, Virginia. Na 9 jaar werd Keller gevraagd om een nieuwe gemeente te stichten. En niet op de minste plaats op de wereld: Manhattan. Hét businesscentrum van de wereld: New York. Die stap heeft Keller enorm in zijn denken en manier van predikant zijn beïnvloed. Hij zegt hierover: “In Hopewell was mijn kerk het één en al”. Hét centrum van mijn denken. Maar ben je in New York dan is jouw kerkgenootschap héél erg klein, piepklein. Mensen daar voelen zich niet verbonden met een kerk, maar met de stad. Ik ben nog wel verbonden met mijn kerkgenootschap, maar de wereld is vele male groter dan mijn stam”. In New York stichtte Keller samen met zijn vrouw een kerk: The Redeemer. De filosofie van de Keller is dat de kerk en de boodschap moet aansluiten bij de leefwereld van de New Yorker. Die is over het algemeen jong, snel, gericht op carrière en succes. Maar die wel tevens zoekend en kritisch is zowel op het gebied van kerk, geloof als religie. Elke zondag heeft Keller een gehoor van zo ongeveer 4000 voornamelijk jonge mensen. De Redeemer is een hele organisatie geworden waarbij er verschillende onderdelen aanwezig zijn. Zo zijn de diensten ook in categorieën opgebouwd voor jongeren, zoekers, kinderen, thematische diensten. Zo zijn er binnen de Redeemer waar veel mensen een taak hebben. Op het gebied van geloofsgroei in kernen, maar ook diakonaat gericht op de stad. Dit onderdeel is professioneel van karakter en wordt The hope for New York genoemd. Keller is van mening, wanneer je het evangelie uit wil dragen dat concreet diakonaat van levensbelang is. Deze missie is gefundeerd in de zending van Jezus naar deze aarde toe. Hij bracht in Zichzelf het Evangelie van het Koninkrijk van God. In Hem ziet God naar verloren mensen om. Jezus verkondigde de boodschap van het Koninkrijk God toen Hij armen, ontrechten en vervolgden om Zijn Naams feliciteerde want hen zal gerechtigheid geschieden. Armen worden het evangelie verkondigd en concrete hoop gegeven! In die zin is The Redeemer dan ook op evangelie van God’s liefde in Jezus naar de verloren mens in zijn of haar zonde gericht. Maar het Evangelie van Jezus Christus heeft ook de kant van gerechtigheid in deze wereld. Het woord van Jezus Nabij u is gekomen het Koninkrijk der hemelen10 duidt zowel op de verhouding God- mens, als mens- mens . Heel deze aarde is de werkplek van God, waar Hij mensen gebruikt om Zijn Koninkrijk zichtbaar te maken! Tim Keller maakt dit duidelijk in zijn jongste boek: Ruim baan voor gerechtigheid. Wil je het geloof geloof-waardig doen zijn dan zul je ruim baan moet maken voor vrede en gerechtigheid. Dat geldt niet alleen voor de zogenaamde linkervleugel, die zich ook op politiek vlak zich bewegen, maar ook voor de rechtervleugel (de ‘evangelicals’ of de conservatieven). 9
Jonathan Edwards leefde van 1703-1758 een groot Engelse prediker en tijd van de zgn ‘great Awakening’ (opwekking). 10 Matheüs 3:2
9 De diensten, die de Redeemer zijn eenvoudig van opzet, zonder simplistisch te zijn. Het oogt niet heel erg evangelisch, waarbij sterk beroep gedaan wordt op emoties, maar doet vooral een beroep op het redelijk denkvermogen zonder intellectualistisch te zijn. Hart en verstand worden door Keller beiden gebruikt11. Tim Keller heeft een duidelijke reformatorische achtergrond, maar probeert begrippen als zonden, genade, kruis opstanding, vergeving, verzoening in rapport te brengen met de hedendaagse cultuur en de vragen uit de moderne cultuur. Tim Keller spreekt vooral de 30 en 40- ers, die ook inhoudelijke bezwaren tegen het christelijk geloof hebben, aan. Vanuit de bezwaren en de tendensen die hij zelf ziet behandelt hij kernzaken vanuit het christelijk geloof. Je kunt zeggen dat Tim Keller niet vanuit de Bijbel naar de moderne mens, maar vanuit de beleving- en ervarings wereld van de hedendaagse mens naar het evangelie gaat. Vandaar uit gaat hij samen met de mens een weg om te zien waarom het evangelie van Jezus Christus dé Weg is waarop elk mens tot bestemming van zijn of haar leven kan komen. Het evangelie wordt door Tim Keller niet van boven naar beneden gedropt, maar hij begint van onderop. Dus vanuit de mens in deze tijd. Daarbij blijft in Tim Keller’s denken de Bijbel wel het onfeilbaar en gezaghebbend Woord van God. In de afgelopen tijd zijn van zijn hand verschillende boeken verschenen. Deze boeken zijn ook gebaseerd op preken van Tim Keller. Een standaard werk van Tim Keller is: The reason for God-belief in an age for Scepticism12. Voor de Pao cursus werd dit boek verplicht gesteld om te lezen en te bestuderen. Verschillende hoofdstukken werden ook door dr. Den Bok behandeld. Via dit boek maakte ik (wij) kennis met het denken en de manier van theologiseren van Keller. Het is een ‘must’ om Keller te begrijpen, van waaruit hij denkt en preekt en de ‘moderne mens’ benadert. Vanuit 10 bezwaren tegen het christelijk geloof gaat hij naar het evangelie, om vandaar uit het evangelie inzichtelijk te maken. Hij toont de redelijkheid van het christelijk geloof aan. Redelijk om kennis te maken, maar ook dat het christelijk geloof geen onzin is, maar redelijk aanvaardbaar. Het is moderne apologetiek, zonder steeds in de verdediging te schieten. In het volgende hoofdstuk kom ik hierop terug. Het tweede boek van Tim Keller, dat ik gelezen heb is: De vrijgevige God, recht naar het hart van het christelijk geloof13. Enkele artikelen die in de cursus besproken verwezen naar dit boek. Hier zien we de hoofdlijn van het theologisch denken van Tim Keller. Ik vond het van belang om ook dit boek te lezen. In dit boek behandelt Keller de gelijkenis van de verloren zoon uit Lucas 15. Keller spreekt liever over de gelijkenis een Vader en de twee zonen. De verlorene is niet per definitie de jongste, maar ook de oudste. Bovendien zit de jongste uiteindelijk aan het feestmaal van de royale vergevende vader en van de oudste is het nog maar af te wachten. In dit boek komt Keller tot twee types, die zeer van elkaar verschillen maar ook ten diepste een gelijk motief van het hart hebben. Beiden handelen, denken en voelen geloven vanuit een voorwaardelijke liefde tegenover God en de naaste waarbij het eigen belang voorop staat. Dit houdt de beiden type mens gevangen. Keller geeft vanuit de Lucas 15 een derde mogelijkheid om tot een Uit- Weg te komen: namelijk een derde Zoon- de Enig geboren Zoon, de Verteller zelf. Jezus. Via praktische 11
Denk aan Deut 6:4 “Hoor Israel, De Here is onze God; de Heer is één! Gij zult de Here uw God liefhebben met geheel uw hart, met geheel uw ziel en met geheel uw kracht. Marcus 12: 33 geheel uw verstand. 12 In het Nederland vertaald en uitgegeven bij van Wijnen: In alle redelijkheid – christelijk geloof voor welwillende Sceptici. 13 Tim Keller: The prodigal God- recovering the heart of the Christian Faith, 2009.
10 voorbeelden behandelt hij de theologische lijnen in de gelijkenis en komt tot toepassingen. Een derde boek, dat ik bestudeerd heb om een wat meer compleet beeld van het theologisch denken van Tim Keller te hebben is: Namaak goden. Keller noemt dit Couterfeit-Gods14. Letterlijk zijn dat de plaatsvervangende goden: Goden in de plaats van de enige ware God. Keller denkt niet in de vorm van afgodsbeelden. Maar dingen, doelen, zaken, ideeën, die mensen zo in beslag kunnen nemen dat zij hun ware identiteit namelijk als mens (ten diepste beeld van God) kwijtraken. Namaakgoden nemen hun hele denken, doen en laten zo in beslag dat zij helemaal gebiologeerd zijn om wat ze beloven na te streven en te bereiken. Counterfeit Gods geven je het gevoel, wanneer je dit of dat bereikt hebt dat je dan als mens geslaagd bent. Maar deze afgoden maken je uiteindelijk leeg en in veel gevallen kapot. Het zijn loze beloftes. Eén van de namaakgoden is geld. Op zich is geld niet verkeerd, zelfs noodzakelijk en wel handig in het leven wil je leuke dingen kunnen doen. Noodzakelijk wil je überhaupt leven. Het wordt een afgod, wanneer je het idee hebt dat geld- of heel veel geld je gelukkig maakt. En dat is een loze belofte. Als dit zo is dan concludeert Keller: Deze goden beloven je veel, maar uiteindelijk ga je eraan te gronde. Afgoden zijn in wezen goede aardse dingen, maar als je daaraan je identiteit helemaal aan ontleend worden het afgoden. Je ware identiteit ligt eigenlijk in God, die je onvoorwaardelijk liefheeft en die je tot het echte dienen in onvoorwaardelijke liefde roept. De God in Jezus Christus bevrijdt je. De namaakgoden maken je tot slaaf.
Keller behandelt enkele namaakgoden en laat zien hoe ze werken. Enkele counterfeit Gods zijn: geld, macht, sex, roem, eer, succes. Maar er zijn ook verborgen goden, die net zo erg zijn: Hang naar erkenning en waardering, die meestal onbereikbaar lijken te zijn. Keller denkt ook aan: Godsdienst of moraal. Dit laatste is een link ook naar het type van de oudste zoon uit de vrijgevige God. Alleen de God in Jezus biedt de uit- weg. De weg van ware bevrijding. K. laat ook zien hoe God te werk gaat. Met voorbeelden die Keller om zich heen ziet laat hij de New Yorker zien hoe dingen in het dagelijks leven kunnen werken. Hij leeft in een wereld waar het alleen maar om geld, succes en macht draait. Deze goden hebben ook hun werkwijzen en hun beelden die ze oproepen, die misleidend zijn. Als je veel geld hebt dan pas ben je geslaagd. De afgoden onderwerpen je en maken je van hen afhankelijk. Daarentegen is de onderwerping aan God bevrijdend! Onderwerping aan de God van de Bijbel is een God die je van en uit álle slavernij bevrijdt. Dit dienen van de mens is dienen in echte vrijheid. Alvorens God de tien geboden geeft (Woorden) zegt God: Ik ben de Here Uw God, die u uit het diensthuis geleid hebt15. Zijn beloften maakt Hij waar en hij bevrijdt de mens, ook de mens in deze moderne tijd van slavernij. Tim Keller gaat geregeld op psychologische wijze op menselijk denken in, waardoor het tot verassende ontdekkingen van de lezer/ hoorder komt. Ontdekkingen die zowel pijnlijk als heilzaam kunnen werken. De Redeemer geeft ook preken op het internet uit, die ook te beluisteren zijn16. De preken van Tim Keller worden door veel mensen over de hele wereld dan ook beluisterd. 14
Keller; When the empty promises of love, money and power let you down, 2010. Exodus 20:1-3 Vers 3 komt na 2 “er zullen geen andere goden voor mijn aangezicht zijn komt na Ik heb u bevrijd uit het diensthuis”God geeft zijn richtingaanwijzingen omdat Hij heeft laten zien wie en hoe Hij is: Bevrijder van alle afgoden, die mensen tot slaaf en maken en uiteindelijk vernietigen 16 Zie hiervoor: www. redeemer.com. 15
11 Tim Keller’s laatste boek is :Ruim baan voor gerechtigheid. In enkele artikelen, die ik moest bestuderen heb ik hiervan zijdelings kennis genomen. Tot zover in het korte lijnen het leven en werk van Tim Keller geschetst17.
4. Keller en de parabel van de vader en de twee zonen. 4.1. Keller en zijn uitleg van Lucas 15: 11-31
Tim Keller’s (TK) manier van theologiseren komt voornamelijk aan het licht in zijn preken, die in verschillende geschriften uitgegeven zijn. Uiteraard zijn de preken door hem zelf weer bewerkt om deze geschikt te maken voor de lezer. Zijn preken hebben één doel: Hoe breng ik het evangelie voor de mens in deze tijd verstaanbaar? TK brengt als het ware een dialoog op gang tussen de mens in deze tijd en het evangelie. Wat heeft het evangelie van Jezus Christus tot hém vandaag te zeggen? Waartoe roept hij hem op? Om dat proces op gang te brengen verdiept TK in de mens in deze tijd. Hij gaat met hem in gesprek. Daarom zegt hij dat prediking alleen echt goed kan landen als er sprake is van pastoraat. Pastoraat in de diepste zin van het woord: De herder vraagt naar Zijn schapen. Daarachter zit de goede Herder, die met ontferming over de schare bewogen is. Klassieke noties als zonde, kruis, opstanding, liefde, vergeving, genade laat TK staan en nivelleert hij niet, maar brengt dit in rapport met de moderne tijd. Het aanpassen leidt volgens hem tot niets. Alleen maar een goedkoop evangelie. En voor je het weet kun je het in de uitverkoop doen. Hij brengt het evangelie wel in dialoog met deze tijd, waardoor de mens zich aangesproken kan weten. TK spreekt de mens ook aan met het oog op zijn bestemming, zin, geweten, verstand, hart. Hij maakt als het ware een diepteboring op diepere lagen van de mens, om zo doende de mens met zijn vragen naar het evangelie van Jezus Christus te brengen18. Een basisboek om het denken van Tk te leren kennen is De vrijgevige God19. Hij heeft het als ondertitel recht naar het hart van het christelijk geloof meegegeven. In dit boek behandelt hij de bekende gelijkenis van de verloren zoon uit de Lucas 15. Hij stelt dat deze benaming geen recht doet aan wat Jezus ons wil vertellen en duidelijk maken. Wat het gaat over twee zonen, de oudste en de jongste. En wie is er uiteindelijk verloren? Wie is nog niet in het Feest van de Vader? Wie staat er nog op de drempel? Dan blijkt niet de jongste maar juist de oudste te zijn. TK brengt beide zonen in beeld. En ziet in beiden een type. Een arche- type, een oertype die je in de huidige moderne maatschappij terug kan vinden. Maar beiden typen kunnen ook in jezelf terug te vinden zijn. Daarmee maakt hij een psychologische diepteboring. Maar steeds wanneer hij dat doet trekt hij niet alleen lijnen naar het verhaal, maar ook naar lijnen in heel de Bijbel. Dat maakt het juist boeiend. Ondanks verschillen tussen de beide zonen zit er ook een diepe overeenkomst. De jongste zoon verlaat in de parabel die Jezus vertelt het ouderlijk erf om de wijde wereld te kiezen. TK ziet hierin de mens die alle morele wetten breekt en zijn eigen koers uitzet. De ander, de oudste daarentegen, blijft op het erf. In het type van de oudste zoon laat Tk de mens zien die heel moralistisch is, die zich juist aan alle morele wetten houdt. 17
Ik verwijs ook naar de website : www. timkeller.nl. Vele preken zijn gratis te downloaden. Inmiddels is het boek King Cross verschenen, weer een echte “Keller”. Op nauwkeurige wijze beschrijft Keller het leven van Jezus en komt tot verassende inzichten, waarbij hij opnieuw de dialoog aangaat met de mens. 18 Zie ook gedeelte in dit studieverslag over het homiletisch boek van Hans van der Geest. 19 Tim Keller, The prodigal God- recovering the heart of the Christian Faith, 2008.
12 Hoewel ze beiden verschillen is er één overeenkomst: Beiden hadden Vader op zichzelf niet lief. Bij hen beiden draait het om het liefhebben van het eigen ik. De ene in het uitleven van begeerten en het door middel daarvan zichzelf te bevestigen. De ander doet dit door prestatie op het gebied van het volbrengen van eigen goede werken. Aan het eind van de parabel komt de diepste bodem van het hart van de oudste naar boven als hij zijn Vader verwijt: “Nooit heb ik een gebod overtreden en mij hebt gij nog nooit een geitenbokje gegeven. Daarmee verwijt hij Zijn vader gebrek aan liefde. Darmee zegt hij: “Ik ben toch wel een heel goed mens. Beter dan uw zoon”. Hij spreekt over uw zoon in plaats van mijn broer. Hiermee komt het begrip zonde naar voren. Zonde is voor TK ten diepste niet wat je fout doet, maar wat je nalaat. Waar je niet aan toekomt. Waar het in je doen en laten ten diepste niet om draait namelijk: de liefde van en tot God. Zonde is niet willen leven uit Gods liefde van Zijn genade, trouw en goedheid. De jongste zoon heeft dit geheim ontdekt toen hij op de bodem van zijn bestaan was gekomen als hij belijdt waar het in zijn leven aan schort: Vader ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen U. Hij beseft in zijn bittere armoede hoe goed hij had bij Vader. Hij deelde in Zijn liefde. Hij beseft dat Hij niet alleen de vader had verlaten, maar ook zijn rijkdom verkwanseld had namelijk de rijkdom van Zijn liefde. In de jongste zoon ziet Tk de mens die steeds maar meer en meer wil. Dat ziet hij ook om zich heen in het moderne New York en de maatschappijnen van het noordelijk halfrond. Dat loopt dood. Maar hij ziet ook een andere beweging. De mens die door carrière, alleen maar werken en werken helemaal afgevlakt is. Hij is als de oudste broer, die zo’n grote hunkering naar zelfbevestiging heeft, dat hij zijn naaste niet meer ziet. Hij is in bewogenheid om de naaste totaal immuun geworden. Hij zit in zijn eigen cocon van prestaties. En als daar iets mis gaat is hij gekwetst en komt hij tot verbittering met alle gevolgen van dien. Ook dat ziet TK om zich heen. Beiden zijn op zoek naar liefde. Alleen dat is een ongeordende liefde. Wat is dan nodig? Wat is er voor andere uitweg? Zo stelt TK. En dan komt hij tot het hart van het evangelie. Er is een derde broer nodig. Een Broer die ons te hulp komt tot redding namelijk van de verloren mens. Die redding komt van de kant van de Vader, die zowel de jongste als de oudste zoon uitnodigt tot het Feest en tegen ons zegt: Laat alles maar los het feest van Mijn Liefde mag je royaal in je leven vieren! Al het Mijne is de jouwe! Zo groot is Gods liefde! En daarom is het christelijk geloof ook redelijk. Van God die Zijn Zoon zendt naar deze wereld van verloren zonen en dochters. Namelijk Jezus van Nazareth, waarvan de schrift getuigt dat Hij de Zoon van God is. En waarom is dit redelijk, omdat Hij uit de dood opstond. In Jezus zien we het hart van de hemelse Vader die ons aanneemt niet dankzij onze goede werken of onze levensdaden maar ondanks al onze inspanningen. Ondanks al ons falen ondanks onze ongeordende liefde. Doordat Hij zijn leven gaf om God en de wereld te dienen kunnen wij weer in relatie komen met Vader en dus weer tot onszelf. Gods liefde is onvoorwaardelijk. Dat noemt TK geordende liefde. Door Jezus Christus en de weg die God naar ons toe opent kunnen we tot een geordende liefde naar onszelf, de naaste en God komen. Door hem komen we weer tot de juiste bestemming. De grond daartoe is: Alzo lief had God de wereld dat hij zijn enig geboren zoon gegeven heeft opdat een ieder die in hem gelooft niet verloren ga maar eeuwig leven hebbe20. Behouden ziet TK in de zin van: Delen in het feest van Gods 20
Johannes 3:16.
13 eeuwig liefde. Dat kan hier en nu al in het leven van de mens voltrekken. In Jezus Christus kunnen we al tot bestemming hier en nu komen. In Jezus Christus kan de mens weer thuis komen21. De mens hoeft niet op te klimmen naar God of een hogere macht. Nee, Hij kwam zelf in Zijn Zoon! En daarom is het christelijk geloof zo uniek. En daarom is het evangelie ook bevrijdend ook voor de mens van nadaag. De mens die door ongeordende liefde gevangen is in geld, goed, werk, seks, relaties. Namelijk bevestigen van eigen liefde, eer en genot. Dit wordt uitgewerkt in zijn boek namaakgoden22. Jezus, diende Zijn Vader met echte pure liefde om wie de Vader in Zichzelf is. De uitweg voor de mens is liefde voor God zonder eigen liefde. Wie in die ruimte van Gods liefde komt in de ruimte van bevrijd leven. Door deze manier van theologiseren wordt de prediking niet dogmatisch. Maar de dogma’s van de kerk zijn er niet zo maar. Ze zijn geboren door een worsteling in de tijd van mensen. Ten diepste is de mens in de bijbel en geschiedenis niet veranderd, maar leeft wel in een andere tijd. De antwoorden zullen dan ook op een andere manier moeten worden aangereikt. Zo moeten zo worden aangereikt dat de mens in bepaalde context de noties van het evangelie verstaat. In de parabel van de twee zonen ziet Tk lijnen naar Adam en Eva; Kaïn en Abel; Jacob en Ezau. Die vinden zijn kruispunt in het leven, Kruis en Opstanding van Jezus Christus, onze Broeder. De bijbel is niet zo maar geschiedenis, maar heilsgeschiedenis. Ze leiden naar een bepaald doel en hebben in zichzelf een boodschap. Jezus vertelt de parabal in aanwezigheid van de farizeeërs, die met het naleven van geboden en verboden menen dat het geloof en de liefde van God in hun bezit kunnen krijgen. Maar daarmee dreigt de mens buiten Gods rijk te komen. Nee, het is juist de zondaar die van Gods genade (Gods vrijgevige liefde ) mag leven. En hij zit juist aan de tafel van de Vader! Dat is juist de radicale verassing van het evangelie. Hierin zien we het Vader hart van God. En daarom is God een God van liefde, niet omdat Hij de wereld kapot laat gaan maar het lijden van deze wereld in Zijn Zoon draagt en de verloren mens ophaalt naar Zijn feest het Koninkrijk van Gerechtheid en Vrede! Het begrip zonde moet niet worden opgevat als foute dingen doen, maar juist als een gezindheid van het hart om niet van Gods genadige liefde te willen leven23! Daarentegen is het geloof (believe) een ‘way of life’ van en uit Gods liefde in alle facetten van het leven.
4.2.
homiletisch/preek excurs van Lucas 15:11-32.
Uiteraard spreekt het vanzelf om Tim Keller zelf aan het woord te laten. In het volgende gedeelte uit de Vrijgevige God ‘horen’ we Tim Keller dan ook preken. Hij maakt zijn punt na een lang betoog, waarin hij uit de doeken doet hoe het in het leven van de jongste en de oudste zoon innerlijk en uiterlijk aan toegaat. Hij schildert beide zonen zodanig om herkenning bij de hoorders op te roepen. Waar ben ik een oudste of een jongste zoon? Of zitten beiden zonen in mijzelf? In het door mij uitgekozen stukje komt hij bij de derde Zoon. Heel langzaam gaat het evangelie als een roos open. Evangelie is bij hem blijde of beter gezegd goede-boodschap. Dat betekent ook letterlijk evangelie. Het is eu- angelos. Het is de vreugde boodschap, 21
Zie Henri Nouwen, Eindelijk thuis. Tim keller: Counterfeit Gods, the empty Promises of Money, Sex and Power and the only Hope that matters,2009. 23 Zie Tim Keller, ‘het probleem van de zonde’ in: In alle redelijkheid christelijk geloof voor welwillende sceptici , 2008. 22
14 die de heraut namens de Koning uitroept24. Evangelie is de boodschap die ons het hart doet opspringen. Een vreugdedans doet maken. Die boodschap, als een klaroenstoot. Boodschap van bevrijding- uitweg. We pakken de draad uit de vrijgevige God op, waar hij Lucas 15 de parabel van de vader en de twee zonen uitlegt25. Hij komt na de voorstelling van de twee zonen tot de aanbieding van de ware Zoon. In dit stukje komt mijn inziens het evangelie in haar kracht en schoonheid tot uitdrukking.
Toen verscheen Jezus, die verklaarde dat hij ‘het koninkrijk van God’ bracht (Marcus 1:15). De mensen verdrongen zich om hem te zien en te horen, maar er was niets aan hem dat aan hun verwachtingen voldeed. Hij was niet in een paleis achter een koninklijk kamerscherm geboren, maar in een voederbak in een stal, op stro, ver van huis. Als leraar zwierf hij rond, hij vestigde zich nergens en zei: ‘De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te ruste leggen’(Matteüs 8:20). Hij bleef volledig buiten het circuit van de politieke en economische macht. Hij streefde niet eens naar een academische of religieuze kwalificaties. Uiteindelijk aan het eind van zijn leven, werd hij buiten de stadspoort gekruisigd, een krachtig symbool van verstoting uit de gemeenschap, van verbanning. En stervend riep hij: ‘mijn God mijn God waarom hebt gij mij verlaten (Matteüs 27:46). Een ontzaggelijke kreet van geestelijke verlating en ontheemding. Wat was er gebeurd? Jezus was niet maar gekomen om één volk te bevrijden van politieke onderdrukking, maar om ons allen te redden van zonde en kwaad en van de dood zelf. Hij kwam om de mensheid ‘thuis’ te brengen. Daarom kwam hij niet in kracht en zwakheid. Hij kwam en hij ervoer de verbanning die wij verdienden. Hij werd verdreven uit de aanwezigheid van de Vader, in de duisternis geworpen, in de uiterste wanhoop van geestelijke vervreemding- in onze plaats. Hij nam de volle vloek van menselijke rebellie op zich, een kosmische ontheemding, zodat wij in onze ware gedaante thuis welkom geheten konden worden’.
In dit stukje zien we mijn inziens iets van de preekstijl van Tim Keller. We kunnen dit typeren als apologetisch26. Hiermee wordt bedoeld dat je het evangelie van Jezus Christus als de weg de waarheid en het leven poneert tegenover de cultuur waar in je leeft, en staat. Je verdedigt het evangelie zodanig, dat het een uitweg is in tegenstelling tot de cultuur. Je verdedigt het christelijk geloof, dat van alle kanten wordt aangevallen in de zin van: christelijk geloof is achterhaald als ouderwetse onzin. Redeneringen komen ook ons vandaag aan de dag als bekend in de oren ‘Als God dan een god van liefde is, waarom dan alle ellende in deze wereld? Daarin zit vaak de veronderstelling dat het hele christelijk geloof en de kerk die de Bijbelse boodschap verkondigt passé zijn. T.K is op en top apologeet, maar dan niet op een manier van deze boodschap moeten jullie maar voor zoete koek aannemen en anders is het over. Nee, hij neemt de hoorder serieus en probeert hem mee te nemen in zijn betoog. T.K. laat de redelijkheid (de inzichtelijkheid) van het evangelie zien. De 24
Zie Jesaja 40: 9 -11 Klim op een hoge berg, vreugdebode Sion; verhef uw stem met kracht, vreugdebode Jeruzalem;verhef ze, vrees niet; zeg tot de steden van Juda: Zie hier is uw God! Zie de Here Here zal komen Met kracht en zijn arm zal heerschappij oefenen; zie zijn loon is bij Hem en zijn vergelding gaat voor Hem uit Hij zal zijn kudde weiden, in zijn arm de lammeren vergaderen en ze in zijn schoot dragen, de zogenden zal Hij zachtkens leiden. 25 Tim Keller: De vrijgevige God, pagina 80-82. 26 De vroege kerk kenden vooraanstaande apologeten. Zij stonden in een tijd dat de kerk zich voortdurend moest verdedigen tegen ketterijen en dwalingen. In de vroege kerkgeschiedenis waren er regelmatig mensen/theologen, die de christelijke leer afzwakten of zelfs aanviel en dit vermengden bv met Grieks denken. Bekende apologeten waar oa Tertullianus en Justinus Martyr.. Vandaag komt de apologetiek juist in de moderne tijd van secularisatie weer op. Met secularisatie wordt bedoeld dat voor steeds meer mensen het christelijk geloof niet meer relevant voor hun leven is. In de jaren 60 en 70 is de theoloog en schrijver C.S Lewis erg bekend. andere namen heden ten dage zijn oa. Tom Wright en Alister McGrath.
15 hoorder is voor hem niet een vreemd mens, over wiens hoofd hij het evangelie uitstort. Maar komt tot een dialoog. Dat wil zeggen hij gaat met de hoorder in gesprek. De hoorder laat hij meenemen in het Bijbelverhaal en laat hem punten van herkenning zien en voelen. Het Bijbelse verhaal wordt daardoor een verhaal anno nu. Tim Keller laat zich vooral inspireren door wat hij ziet en opmerkt in de samenleving waarin hij ook zelf staat. Dat is de jachtige Amerikaanse samenleving, die op allerlei manieren oververhit raakt. Een samenleving die in allerlei gedaanten, economisch sociaal, moreel en geestelijk in de crisis is. De boodschap is wel een vreemde boodschap (boodschap van God- een boodschap wat in geen hart en verstand is opgekomen maar ons van God geopenbaard is) maar moet niet vervreemdend werken, nee juist herkenbaar. En stap voor stap roept hij herkenbare vragen, die op het christelijk geloof worden afgevuurd, op en laat zien dat het christelijk geloof anders en verrassender is dan men denkt. Het christelijk geloof is zo uniek en er is volgens hem geen enkel bewijs dat het niet waar is. Dáárom is het redelijk dat het christelijk geloof een kans gegeven wordt. Het unieke zit in de komst van Jezus, door God de schepper van mensen aan ons gegeven, Zijn leven en Zijn opstanding! Dit vind je in geen enkele religie terug. De mens hoeft niet op te klimmen naar het hogere wezen. Nee, God zelf daalt af en deelt Zijn Zoon met ons leven. En Hij werd gezien, gedeeld en mensen kwam tot geloof! De getuigenissen van die feiten zetten mensen, heidenen aan tot geloof. En zo gaat dit getuigenis 2000 jaar lang tot aan vandaag en over de gehele wereld door! En nog steeds komen mensen tot geloof. T.K. pakt steeds de vragen, die door de mens gesteld worden op en laat stap voor stap de redelijkheid van de christelijk de boodschap zien. Het is een boodschap niet door mensen bedacht of mensen is opgekomen maar God ons openbaart, ontvouwt. Dus dat het een vreemde boodschap voor ons is, is dus niet vreemd. Het gaat in het christelijk geloof (Faith) niet alleen om verdedigen, maar juist toepassen, om werkelijke change. In al haar kracht is het evangelie van Gods onvoorwaardelijke liefde in Zijn Zoon een zoutend zout een weg ten heil voor elk mens, die in de duisternis leeft van De techniek van T.K. om dit te bemiddelen is dus in de vorm van gesprek, maar hij doet het wel op een intellectualistische manier27. Hij past zich de techniek aan de mensen aan, die ook intellectualist zijn. De inhoud past hij niet aan (dat is de al oude boodschap, en waarom zou deze boodschap ook vandaag niet relevant aan) maar wel past hij de wijze van verkondigen, de bemiddeling aan. In de prediking zit dus altijd de prediker. Of de methode ook altijd en op elke plek werkt is vers 2. De techniek is zodanig dat hij als prediker pendelt tussen de hoorder/ en zijn context (dat wil zeggen het leven waarin de hoorder staat- en in zijn denken, leven, religieus besef beïnvloed wordt) en het Bijbelse verhaal. Steeds weer zoekt hij aanknopingspunten om een verbinding te maken tussen de hoorder en het Bijbels verhaal, als Gods evangelie. Maar het uiteindelijk doel is dat die hoorder dan ook tot de keuze komt van de Weg van Verlossing in Jezus Christus, door Zijn dood en opstanding. Zijn dood is onze dood, maar ook zijn leven is ons leven! In hem geworteld is het Eeuwige leven, hier en nu. T.K. Is duidelijk van menig dat de prediker wel de verkenning van de leefwereld van de hoorder kent, anders kan hij de verbinding niet maken. Dan gaat de boodschap, die de verkondiger wil brengen niet landen. Laat staat dat het in het hart komt. T.K. preekt op een methode van betoog. Hij preekt rustig ene uur, terwijl er elke zondag meer dan 4000 jonge mensen onder zijn gehoor bevinden. En dat in het super moderne New York, het business centrum van de wereld! Hij preekt zonder- zoals wij zeggen- toeters en bellen. Geen 27
Zie in dit verslag over ‘dialogische hermeneutiek’ bij Hans van der Geest.
16 emotioneel opzweperij, maar heeft een duidelijke calvinistische sobere inslag’. Protestantse calvinistische pijlers als genade, verzoening, onfeilbaarheid van de Bijbel, Jezus als de Zoon van God, opstading, bekering blijven als pijler overeind staan. Maar ze worden getoonzet in een ‘moderne vertolking’ waarin de hedendaagse omgeving niet achter de horizon verdwijnt. T.K is er op gericht om de boodschap zo te brengen dat de hoorder (meestal de jonge intellectueel) de boodschap in relatie kan brengen tot zijn eigen context (verstaan horizon). Als die verblinding er niet is, dan is het onmogelijk dat iemand tot geloof kan komen. Dat om maar een beeld te gebruiken ‘het Licht bij hem/haar binnenvalt’. In de volgende zin uit het door mij geciteerde gedeelte van de tekst van Tim Keller komt de verbinding duidelijk naar voren. Het komt zo naar voren dat het evangelie ook gaat klinken: Toen verscheen Jezus, die verklaarde dat hij het koninkrijk van God bracht Hij bleef volledig buiten het circuit van de politieke en economische macht Hij streefde niet eens naar een academische of religieuze kwalificaties. Hij werd verdreven uit de aanwezigheid van de Vader, in de duisternis geworpen, in de uiterste wanhoop van geestelijke vervreemding, in onze plaats. Hij nam de volle vloek van menselijke rebellie op zich, een kosmische ontheemding, zodat wij in ware gedaante thuis welkom geheten konden worden.
Hier komt de verstaan horizon van de hoorder die T.K op het oog heeft binnen handbereik28. Want juist in New York draait het voortdurend om circuits van ‘socializing’ face book en twitter, politieke en economische ambities. Het hele leven in New York is daarin helemaal in verweven. Wil je iets bereiken dan moet je je wel in bepaalde circuits van zien en gezien worden begeven. Alles draait om invloed hebben. Als je geen winner bent dan ben je een ‘loser’ in the world. Dat is de opening waarbij T.K. het totaal andere kan inbrengen: Jezus, de Zoon van God, de andere Adam die de tegengestelde beweging maakte. Hij kwam er buiten te staan en nam onze vloek van menselijke rebellie op, een situatie van een kosmische ontheemding, op zich. Juist in de maatschappij van winners en losers is vervreemding en ontheemding vaak voelbaar. Het naast elkaar leven en in zichzelf en van elkaar vervreemd raken is elke dag weer aan de orde. Op dit punt maakt T.K. een slag. Hij trekt de mens heel breed op kosmisch niveau en spreekt over kosmische ontheemding. Uiteindelijk komt hij met het metafoor thuis komen29. Jezus de ware Zoon haalt de verloren mens op en brengt hem thuis. Die verloren mens vindt in God zijn Schepper zijn oorsprong en bestemming terug.. Bij en in God wordt de mens weer echt mens: beeld van God. Dat is het leven van het er mogen zijn, zonder prestatie en dwang. Leven als kind zonder slaaf te zijn. Juist in een kosmopolitische stad als New York krijgt kosmos (wereld) een bijzondere lading. T.K. brengt de mens in een breed vlak ter sprake. De stad wordt de wereld, waarin de mens vervreemd raakt van zichzelf en zijn bestemming zichtbaar . Zonder zich van populistische taal te bezigen spreekt de taal die T.K. hanteert tot verbeelding van de hoorder. 28
Zie mijn opmerkingen bij W. Dekker over horizonversmelting. Daarbij moet gesteld worden dat W. Dekker Wel wat vraagtekens zet bij de slagingskans van de methode van Tim Keller in onze Nederlandse maatschappij Zie het excurs bij W. Dekker. 29 De metafoor ‘thuis komen’ is bekend door het boek van de katholiek theoloog Henri J. M. Nouwen, Eindelijk Thuis, gedachten bij Rembrandts ‘de terugkeer van de verloren zoon, 1998. Dit boek is ontleend aan Het schilderij van Rembrandt, waarop de vader uit Lucas 15 zijn ‘verloren’ zoon aan Zijn liefdevol hart drukt.
17 Doordat God Zijn Zoon naar deze wereld zond kan de mens weer thuis komen. Bij God en bij zichzelf. In God komen we weer tot ware bestemming namelijk : geborgenheid in Gods liefde. In Hem komen we tot ons ware roeping en bestemming: Het beeld van God. Uit liefde geroepen om uit de ware liefde te leven. Door Jezus, die dat leven voor de mens mogelijk gemaakt heeft, komen we thuis. Om woorden uit een gezang 172 aan te halen: ‘Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd is leven van genade’. Ondanks alles is er onverdiende liefde voor elk mens. Voor elk mens, die uitpreekt: “ik ellendig/ uit- landig mens) wees mij genadig”, is er hoop dat uitzicht geeft. Als dat licht bij de roepende mens doorbreekt dan kan de verloren mens thuis komen en vind hij rust voor zijn ziel en leven. Alleen Thuis is er rust. 4.3 Leermomenten naar aanleiding van ‘De vrijgevige God’.
Hoewel het boek de Vrijgevige God niet verplicht was voorde Pao cursus vond ik het wel belangrijk om dit boek te lezen. Vooral ook omdat er veel naar verwezen werd en ook omdat je de andere werken van Tim Keller ook beter kunt begrijpen. Bovendien werden ook enkele gedeelten uit het boek ons aangereikt om van daaruit tot het verstaan van het theologisch denken van TK te komen. Je zou kunnen zeggen dat dit boek een grondpatroon is van zijn denken. De vrijgevige God is de vrucht van een levenslang proces van denken en ervaring van TK. Steeds weer werd hij geconfronteerd en verrast door de gelijkenis van de Vader en de twee zonen. Heel langzaam kwam hij tot de conclusie dat dit niet zo maar een gelijkenis is onder de vele, maar dat in deze gelijkenis het hart van het evangelie zichtbaar komen. In deze gelijkenis komen de heilslijnen van God samen. Het is een brandpunt. Zoals lichtlijnen samen komen in het veelkleurig spectrum en een snijpunt vinden (in de vertelling van) Jezus. Daarin zit een boodschap van en voor alle tijden die ontdekt mag (moet) worden, wil het komen tot een diepe verstaan van de bestemming van eigen leven. Dit boek heeft mij aangezet om over Lucas 15 een preek te maken. Niet om TK te imiteren (zeer gevaarlijk) maar wel om door hem te laten inspireren. De preek is als bijlage in dit studieverslag opgenomen. De preek dient ook als bijdrage voor de PAO cursus de prediker in het geding30. Van de cursisten wordt verwacht dat zij een eigen gemaakt preek indienen ter bespreking, waarin de eigenheid van de prediker duidelijk wordt. Om juist de preek n.a.v. Lucas 15 mee te nemen was voor mij een uitkomst om daarmee beide studieonderdelen met elkaar te verbinden. Het materiaal dat te vinden is in de preek zal ook door mij worden gebruikt in verband met de voorbereiding voor de Bijbelstudie groep, GK Sint Laurens. In overleg met de Bijbelstudie groep heb ik aangeboden om voor het seizoen 2011-2012 enkele gelijkenissen uit het Lucas evangelie te behandelen. Het bijzondere en het leerzame van Tim Kellers manier van theologie is dat zijn manier van denken niet vervalt in wat ik in mijn ogen zie als oppervlakkig en simplistisch evangelische theologie. Veel Amerikaanse predikanten hebben voor mijn gevoel teveel een charismatische evangelisch ‘succesverhaal’. Misschien is dit wat te zwart wit gesteld, maar wel ademt veel theologie een radicaal evangelische sfeer uit. 30
PAO cursus Hydepark te Doorn, de prediker in het geding’ van 16 -17 juni 2011 o.l.v. dr. P.J.Visser en drs W. Dekker.
18 De nadruk wordt veelal gelegd op het werk van de Heilige Geest. Men komt veelal uit tot motto’s als Jezus in je hart. Hij bijzondere van Tim Keller’s theologie is dat hij klassieke theologie laat staan. Dat is ook best begrijpelijk, want hij zelf komt uit de Lutherse traditie. Luther komt tot de ontdekking dat men alleen door geloof gerechtvaardigd kan zijn. Dit alleen op grond van Jezus Christus kruis en opstanding. Maar Tim Keller is ook beïnvloed door de theologie van Calvijn. Met name op het gebied van levensheiliging. De gereformeerde invloed is duidelijk zichtbaar, maar ook ons continent herken- en invoelbaar is. Maar de verdienste van Tim Keller is dat hij dóór de klassieke theologie is heengegaan. In eerste instantie is heeft hij zich daar juist tegen afgezet toen hij aanraking kwam met de moderne theologie uit de jaren 60 en 70. daarbij neemt TK de moderne mens serieus en definieert klassieke pijlers van de kerk tegen de achtergrond van deze tijd op een nieuwe manier. Wat TK ook doet- en dat is heel bijzonder—dat hij teruggrijpt op nog diepere bronnen van de kerk, namelijk de kerkvaders. De kerkvaders is onmisbaar om de westerse en oosterse theologie te begrijpen. Hij ontdoet de kerkvaders van een dikke laag stof en brengt de gereformeerde theologie weer tot zijn eigenlijke proportie. Eén kerkvader is voor hem heel bijzonder en dat is Augustinus31. Dat komt mij voor als vernieuwt en verassend naar boven. We zien de invloed van Augustinus als TK het begrip zonde definieert en in verband brengt met de liefde van God. Het was Augustinus, die met een filosofische wijze het Bijbels begrip zonde definieerde als ‘ongeordende liefde’. Het is de theologie van Augustinus die vandaag meer waarde krijgt juist ook in deze tijd de mens op zoekt lijkt te zijn naar christelijke spiritualiteit. Augustinus leefde in een tijd, waarin de christelijke kerk nog niet die omvang had zoals nu het geval is32. Men was nog op zoek om de belijdenis te definiëren. Er was nog een worsteling gaande. Wie en hoe is God te definiëren? Wie en hoe is Jezus? Wat betekent nu zonde en genade? Welke rol speelt hierin de kerk? Nadat Augustinus volop in de wereld had gestaan en alle hoeken en gaten van het wereldlijk leven had gezien kwam hij tot geloof. Van hem is de bekende uitspraak: “Mijn hart is onrustig totdat het rust vindt in U.” Het is een uitspraak die ook nu de moderne mens tot nadenken kan aanzetten. In Zijn Confessiones heeft Augustinus rekenschap afgelegd van zijn theologisch doordenken. TK is duidelijk geïnspireerd door deze grote kerkvader, die ook in de wereld staat, maar met zijn hart gericht is op God. De Bron van ware vreugde. Daardoor krijgt het theologisch gedachtegoed van TK ook een heel duidelijke positieve kleur. Aan de ene kant realistisch. Zonde is zonde. Maar ook de kracht van het evangelie is voelbaar. Evangelie is ook werkelijk goed nieuws (euangelion), dat als een krachtstraal in deze wereld instraalt. Gods royale liefde van genade en trouw is de bron van ware vreugde in het ene getuigenis: ‘Alzo lief had God de wereld gehad dat Hij Zijn enig geboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren ga maar eeuwig leven hebbe’. De boodschap is voor en in alle tijden. De boodschap van genade voor elke zondaar. 31
Augustinus ook wel Aurelius Augustinus van Hippo genoemd leefde van 354 tot 430 na Christus Geboren in Noord Afrika in de plaats Thagaste. Op aandringen van zijn moeder Monica filosofie gaan studeren In 386 tot het christendom bekeerd. Hij werd priester en later bisschop van de kerk van Hippo. Zij theologie heeft grote invloed gehad op het denken van de westerse kerk zoals bij Thomas van Aquino En Johannes Calvijn. Enkele belangrijke werken zijn: ‘De Civitate Dei’ (stad /Rijk Gods) en ‘Confessiones’ (Belijdenissen). Zie ook biografische bijlage. 32 Misschien hebben de kerkvaders waaronder Augustinus ons vandaag, waarin de kerk en het christelijk geloof In Europa in een minderheidspositie teruggedrongen is, veel te zeggen als het gaat om de kern van het christelijk geloof!
19 Deze vernieuwende aanpak van TK is voor mij een bron van inspiratie gedurende het studieverlof. Een inspiratie die niet te denken valt buiten de Heilige Geest ,die mijn denken met het oog op verkondiging van het evangelie doet tintelen van innerlijke blijdschap. Vreugde om het heil van God. Vreugde als een kind, die een diamant in handen heeft en zich verwondert over de vele kleurrijke kanten daarvan. De diamant van het rijke evangelie. De kennismaking met TK heeft zeker daartoe bijgedragen.
5. Tim Keller: Counterfeit Gods and the real God. 5.1 schetslijnen namaakgoden en hun mechanismen
In 2009 verscheen van de hand van Tim Keller het boek Counterfeit Gods33. In Nederlands vertaald: namaak goden. Letterlijk betekent het : plaatsvervangende goden. De oorspronkelijke titel luidde: When the empty promises of love, money and power let you down. TK denkt niet in termen van fysieke afgodsbeelden, zoals die in het oude testament beschreven zijn. Maar als hij het heeft over namaakgoden steekt hij dieper af. Counterfeits Gods definieert hij als: alles wat in principe goed is, maar door de mens gezien wordt als een afgod en in de plaats komt van de ware God, de god die bevrijdt. De counterfeit god helemaal in beslag neemt. Dat gaat meestal sluipender wijs. Dat kan macht, geld, carrière, werk,succes, seks of sport zijn. Maar ook kan dat een relatie, gezin zijn. Het zijn zaken waar je je heil in zoekt. Goden kunnen ook verborgen zijn en die op een verborgen wijze functioneren. Bij voorbeeld de relatie met je vader/moeder. In heel je doen en laten zoek je bevestiging en erkenning, die je misschien vroeger hebt gemist. Het kan een zodanige obsessie voor je zijn, dat je soms er helemaal niet bewust van bent. Maar je hebt er alles voor over. Het kan soms heel ver gaan. Counterfeit god heeft meestal te maken met macht. Kortom: Counterfeit gods zijn al die zaken, die in de plaats van God komen en waaraan jij meent en denkt je identiteit aan te kunnen ontlenen. Liefde is een veel voorkomende voorwerp van afgoderij. Als voorbeeld haalt hij de geschiedenis van Jacob aan. Jacob moest de echte liefde van zijn vader Izaak missen. Hij had een leeg leven. Om de zegen te verwerven bedroog hij zijn vader. Hij zelf werd op zijn beurt door zijn schoonvader Laban bedrogen. Jacob had alles op alles gezet om de mooie Rachel te verkrijgen. Het was en diep verlangen met de gedachte: “Als ik haar heb dan ben ik gelukkig”. Dan heb ik toch nog iets van mijn snert leven gemaakt”. Maar het blijkt dat hij steeds weer bedrogen uit komt. Het betekent een lange weg van innerlijke worsteling om de ware zegen. God wil hem het geheim van Zijn liefde laten ontdekken: Ik mag een geliefd kind zijn niet om wat ik bereikt heb maar om wie ik in Gods naam mag zijn: kind van God. In Genesis worstelt Jacob aan de grensrivier de Jabbok heel de nacht door. Al vechtend met de man Gods tot in de vroege ochtend zegt Jacob: “Ik laat U niet gaan tenzij gij mij zegent”34. Uiteindelijk ontvangt hij ook de belofte: Ik zal voor u strijden. Ik noem je niet meer Jacob maar Israel. In heel de voor en nageschiedenis van Jacob blijkt het mechanisme van hunkering naar
33
Tim Keller, namaakgoden de lege beloften van geld, seks, macht en de enige werkelijke hoop, 2010. De Nederlandse vertaling uitgegeven bij van Wijnen te Franeker. 34 Dit beslissend moment in het leven van Jacob wordt beschreven in Genesis 32: 25-32.
20 erkenning, macht en liefde te zijn. Het is een mechanisme dat doorwerkt van geslacht op geslacht. Uiteindelijk leidt dat tot destructie en vernietiging. Het zijn de lege beloften van de namaakgoden. Het is de destructieve gedachte: “Als ik dat en dat maar bereikt heb dan ben ik gelukkig”. Maar dit alles leidt steeds weer tot desillusies. En in sommige gevallen tot destructie (zelfvernietiging). TK ziet dit eerste gebod ‘er zullen voor mijn aangezicht geen andere goden zijn’ als een zeer belangrijk gebod. Het is voor T.K. een Bijbelse richtlijn. De Ware zoon is het Ware beeld van de onzichtbare God! Dit is de keerzijde van het gebod van God:”Gij zult de Here liefhebben met geheel uw hart, ziel en al uw krachten”. Dit gebod is eigenlijk waar het leven van de mens om dient te draaien draaien. Het is eigenlijk zijn bestemming. De spil van het leven. De lijn ook in de Bijbel. Dit gebod is de weg tot bevrijding. Vandaar uit heeft de Here het ook zijn volk voorgelegd. Ik ben de Here , uw God die u uit het diensthuis van Egypte uitgeleid hebt… Zijn gebod is Zijn werk, zijn naam, zijn doel met ons. Hij alleen is de ware God, die zijn beloften ook waarmaakt, omdat Hij is wat Hij doet En doet wat Hij is: ik ben die Ik ben , ik zal er altijd zijn. Hij is de real God Dat is zijn ware identiteit in tegenstelling tot de namaakgoden, die beloften niet waarmaken. Integendeel die ons vernietigen (T.K.: let you down).
5.2 homiletisch excurs/ preekvoorbeeld a.h.v. counterfeit gods and the real God. 5.2.1 Tim Keller over het huwelijk n.a.v. Efeziërs 5:21-3235. “En weest elkander onderdanig in de vreze van christus. vrouwen weest aan uw man onderdanig als aan de Here, want de man is het hoofd van de vrouw Evenals Christus het hoofd is zijner gemeente; Hij is het die zijn lichaam in stand houdt. Welnu, gelijk de gemeente onderdanig is aan christus, zo ook de vrouw aan haar man , in alles”.
Egoïsme Ik –gerichtheid is het meest fundamentele probleem in relaties, niet alleen in het huwelijk. Als we praten met iemand die diep gewond is- en heel veel mensen zijn diep gewond door anderen- dan weten we twee dingen over hen. Ten eerste dat ze echt onrechtvaardig werden behandeld, dat ze slachtoffers zijn van onrechtvaardheid. Ten tweede dat zij gewoonlijk enorm ik gericht zijn. Gewonde mensen zijn meestal zo bezig met hun eigen problemen dat ze niet echt aan andere mensen kunnen denken en als ze dat wel doen, doen ze dat op een compleet obsessieve manier, waarmee ze niet tegemoet komen aan de behoefte van anderen. Ze zijn vaak teveel bezig met hun eigen behoeften en zien daardoor niet wat anderen nodig hebben of dat anderen überhaupt wat nodig hebben. Ze kunnen zich niet aan anderen onderwerpen vanuit hun eerbied voor Jezus Christus. Hoe ga je met zo’n persoon om? Meestal stap je in het huwelijk omdat je je partner leuk vindt. Na verloop van tijd kom je erachter hoe egoïstisch je partner eigenlijk is. En dat niet alleen; ook jouw partner komt daarachter en begint jou te vertellen hoe egoïstisch hij of zij jou vindt. Daarbij zien jullie geen van beiden dat je eigen egoïsme vrijwel even erg is als dat van die ander. Kortom: je ziet allebei dat de ander egoïstisch is, je hoort allebei dat je egoïstisch bent en je bent er beiden van overtuigd dat het egoïsme van de ander erger is dan dat van je jezelf. Nu kun je je eigen wonden belangrijker blijven vinden dan je egoïsme en zeggen dat de ander jou maar moet begrijpen en helpen. Je partner zal dit echter niet doen, omdat hij zeer waarschijnlijk hetzelfde denkt als jij. Het gevolg is emotionele afstand; al dan niet hardop spreek je met elkaar af dat er terreinen in je leven zijn waar de ander niks over mag 35
Tim Keller over het huwelijk. n.a.v. Efeziërs 5:21-32, CV Koers, 2008. Bewerkt door Ineke Marsman-Polhuys.
21 zeggen en dat jij in ruil daarvoor over dingen van zijn/haar kant zal zwijgen. Het huwelijk dat je met deze benadering hebt, kan redelijk gelukkig lijken, maar is eigenlijk geforceerd. Je kunt ook anders omgaan met egoïsme in je huwelijk. Als christen kun je ook zeggen dat Efeziers 5;21 bestaat en besluiten dat je vanaf nu gaat proberen om je eigen egoïsme belangijker te vinden dan het egoïsme van de ander, je gaat je eigen gebreken en fouten serieuzer nemen dan die van de ander en aan de slag met de ik- gerichtheid die je ontdekt of die de ander in jou ontdekt, ongeacht wat de andere persoon doet. Als je partner besluit hetzelfde doet, dan heb je het vooruitzicht op een echt geweldig huwelijk. Maar ook als je partner niet hetzelfde doet en jij alleen besluit om aan je egoïsme te werken, zal je ontdekken dat je partner langzamerhand minder hard wordt. Het wordt voor hem of haar gemakkelijk om fouten te erkennen, doordat jij daar steeds niet over begint. Het gaat erom dat er iemand zegt: Mijn ik gerichtheid is het kernprobleem in mijn huwelijk. Niet mijn verleden, maar mijn wonden, niet mijn behoeften en niet deze andere persoon en wat die mij aandoet. Ik ga werken aan mijn egoïsme. Als beiden echtgenoten dat doen, zijn de mogelijkheden eindeloos. Als één van de twee dat doet. Zijn de mogelijkheden heel groot.
In dit bovenstaande gedeelte uit de preek van Tim Keller kun je heel mooi verschillende items van zijn theologisch denken zien. Allereerst wordt de volgende thema’s zichtbaar •
•
•
ongeordende liefde
geordende liefde
liefde die gericht is op je zelf en jouw behoeften Voorwaardelijk.
liefde gericht echt op de ander. liefde is onvoorwaardelijk.
afgoden
ware God.
Huwelijk dat op bewuste/onbewuste manier gebruikt wordt om behoeften op een obsessieve manier te compenseren van wonden die in het verleden geslagen zijn.
in Jezus Christus die zich werkelijk onderwierp aan zijn discipelen, ons, de wereld Hij was volkomen dienstbaar aan (i.p.v. van) de mensen. In Hem herkennen Wij God. In die gestalte –met die gezindheid komt het huwelijk in zijn ware bedoeling van God naar voren
probleem van de zonde
heroriëntatie hart/leven op God
Zonde is obsessieve egoïsme. Een totale gerichtheid op je zelf. Dit kan op openlijke en verborgen wijze.
Jezus is Heer in het centrum van je leven Je leeft uit vergeving en verandering! relatie is niet meer gericht op het eigen ik en eigen verborgen Gevoelens. Maar God is centraal, die je bevrijd van Obsessieve manier van het nastreven van vervulling van erkenning van jezelf In God mag je zijn wie je al bent: Kind van De Vader. In het huwelijk is Jezus de ware Bruidegom, zo is het huwelijk een afschaduwing Van de bevrijdende liefde tussen hem en de Mens en de gemeente. Jezus als de Bruidegom Laat zien wat Liefde is: onvoorwaardelijk er voor de ander zijn omdat je er mag zijn, In Jezus die ons onvoorwaardelijk liefheeft En zelfs zijn eigen leven voor ons opgeofferd heeft.
22 Hoe gaat T.K. exegetisch/hermeneutisch met de tekst uit Efeziërs 5: 21 aan het werk? Het woord ‘onderwerpen’ legt uit als: dienend voor de ander zijn36. Het is in de ‘vreze’ van Christus dat betekent dat je door de Heilige Geest de vaardigheid hebt om te dienen, om jezelf niet in het centrum te plaatsen en de behoeften van de ander boven die van jou te stellen. Van uit deze uitleg trekt hij lijnen naar diepere lagen in de mens, en mechanismen. Zo trekt T.K. de tekst naar de hoorder toe. Hij probeert herkenning op te roepen. Juist relaties zijn in deze tijd erg belangrijk. Een samenleving zonder relaties op emotioneel vlak zijn ondenkbaar. T.K. ziet ook dat relaties heel vaak op eigen ik gericht zijn in de vervulling van eigen behoeften (ook verborgen behoeften, van compensatie van in het verleden opgelopen emotionele wonden). Maar ook beloftes die niet waargemaakt kunnen worden, waardoor de mens heel vaak alleen en eenzaam komt te staan. T. K. heeft de hoorder op het oog die in een samenleving zit, waarin relaties heel vaak gebaseerd is op vervullen van eigen behoeften. Relatie is gebaseerd op vrijblijvendheid en nut. Onderwerping wordt gezien als de mindere zijn i.p.v. dienen. De moderne samenleving raakt juist erg versplinterd en vereenzaamd, doordat relaties op verkeerde motieven zijn gebouwd. Op inzichtelijke wijze probeert T.K. het geloof in God, die onverdeelde liefde is te introduceren. Wie die weg kiest gaat de weg van Hoop. Hoop die de mens in een des- illusie achter laat maar een leven biedt van toekomst! Toekomst voor heel de wereld en dus ook elk mens. Dat kan volgens T.K. door change37. Wij gebruiken vaak het woord bekering. T.K. heeft het over verandering. Hij omschrijft change als: niet te klein of te groot over jezelf denken, maar minder aan je zelf denken. Je moet niet steeds op jezelf geconcentreerd zijn, maar je realiseren dat in Christus jouw behoeften tegemoet gekomen worden en het niet allemaal meer op de ander aan komt. De menselijke geest moet veranderen van doel, niet meer ik maar God in Christus. Dat is volgens een woord van de apostel Paulus: ik leef niet meer voor mijzelf maar Christus leeft in mij38. Dat kan alleen door het werk van de Heilige Geest. T.K. heeft het niet vaak over de Heilige Geest. Maar hier in deze preek over het huwelijk komt het expliciet ter sprake: Het valt op dat Paulus, bij behandeling van relaties tussen mensen, veronderstelt dat je door de Geest vervuld bent en elkaar onderdanig bent in de vreze van Christus. Doordat T.K. een psychische diepteboring maakt in relatie tot het kernwoord Uit Efeziërs namelijk onderdanigheid komt hij dicht bij de mind van de hoorder. Tegelijk roept hij wanneer hij het thema onderdanigheid oppakt nogal wat prikkeling op. Zeg gerust: weerstand. Maar T.K. strijkt het niet glad, maar legt het uit En brengt het in verband met actuele thema’s als huwelijk en mechanismen. Doordat T.K,. de verstaan horizon in de gaten houdt en de hoorder met zijn denken Vragen/ en gevoelens erbij betrekt komt het tot communicatie39. Niet alleen communicatie op mens-mens niveau, maar waar het T.K. het om te doen is: God en zijn hoorder, die in zijn eigen situatie mens is met alles erop en eraan.
36
Upotassomai kan naast ondergeschikt maken ook iemand onder een bepaalde categorie rangschikken. Onderschikken is niet jezelf vernederen, maar in nederigheid de ander dienen, voorrang verlenen. Als dit wederzijds is dan is er sprake van ‘vruchtbare relatie/huwelijk” 37 ‘metanoia’ kan vertaald worden met tot andere gedachten/tot inkeer komen, veranderen van gedachten 38 Galaten 2: 20 Ik ben met christus gekruisigd en ik leef niet doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij 39 Zie ook Wim Dekker over “versmelting van verstaanhorizon’.
23 Je zou het ook zo kunnen zeggen T.K. legt zijn hoorder als mens voor Gods aangezicht op de glasplaat van Gods Woord, zodat de mens zicht krijgt op zijn eigen bestaan en zich kan richten op god, die zich in Liefde richt. Alzo lief had God de wereld gehad opdat een ieder die in hem gelooft niet verloren ga (Johannes 3:16) is hier ook weer de röntgenstraal uit Gods woord, waarmee Tim Keller ook in deze preek zich bedient.
6.Tim Keller: In alle redelijkheid Tim Keller’s apologetisch en missionaire methode om het christelijk geloof voor de seculiere mens aannemelijk te maken.
In alle redelijkheid is het standaardwerk om de theologisch denken van Tim Keller te kunnen begrijpen. Het was voor mij en andere cursisten verplicht om dit boek ook van te voren te lezen. Tim Keller pakt de vragen die de moderne mens aan het christelijk geloof stelt op. Het zijn vragen die erop duiden dat het christelijk geloof on-redelijk is. Zowel, op religieus, moreel als wetenschappelijk niveau. • • • • • • •
het kan niet waar zijn dat er maar een ware godsdienst is. Hoe kan een goede God lijden toestaan? Het christendom is een dwangbuis De kerkelijk is verantwoordelijk voor heel veel onrecht. Hoe kan een God van liefde mensen naar de hel sturen? De wetenschap heeft het christendom ontkracht Je kunt de Bijbel niet letterlijk nemen.
Na deze vragen, die volgens hem al van eeuwen zijn- die hij aanduidt met sprong van de twijfel, is er een intermezzo. Vervolgens komt hij tot de sprong in het geloof. Hij noemt dit redenen voor geloof. Letterlijk: The reason for God. Hij legt uit wat het christelijk geloof inhoudt. Hij neemt zijn vertrekpunt vanuit verschillende bases: Wie is God? Wie is Jezus Christus? waarom moest de Zoon komen? Wat betekent het kruis? Kan God ook zonder het Offer van Jezus vergeven? Wat is zonde? De realiteit van de op opstanding, wat is geloof en uiteindelijk de dans van God. Met dit laatste bedoelt Tim Keller het feest van het koninkrijk. Het heeft ook iets eschatologisch (toekomstverwachting) Wat opvalt, is dat T.K. thema’s als zonde, hel, verzoening, kruis en opstanding niet schuwt. Nee, hij neemt ze op als vertrekbases om van daaruit het ware verhaal van christelijk geloof te vertellen. Naar mijn gevoel komt hij in dit boek tot de kern van boodschap aan zijn hoorders als hij het volgende schrijft over het kruis. Juist het Kruis is niet alleen voor nu, maar van af het begin van Jezus leven, zelfs voor Zijn leerringen een kwestie van aanstoot:
24 De vergeving van God. Waarom moest Jezus sterven? Kon God ons niet gewoon vergeven?”Dit is wat veel mensen vragen, maar we zien inmiddels in dat niemand “gewoon”vergeeft als er sprake is van ernstig kwaad. Vergeving betekent zelf voor de kosten opdraaien in plaats van de dader, zodat je uit liefde de ander kunt opzoeken en je in wilt zetten voor de vernieuwing en verandering van je vijand. Als je vergeeft, absorbeer je zelf de schuld van de zonde. Iedereen die groot kwaad vergeeft, absorbeer je zelf de schuld van de zonde. Iedereen die groot kwaad vergeeft, gaat door een dood heen naar een opstanding en ervaart spijkers, bloed, zweet en tranen. Verrast het ons dan dat toen God besloot ons te vergeven in plaats ban ons te straffen om alles wat wij hem en elkaar hadden aangedaan hijzelf in de persoon van Jezus Christus aan het kruis ging om daar te sterven? Het is zoals Bonhoeffer zegt: iedereen die vergeeft, draagt de zonden van de ander. Aan het kruis zien we God zichtbaar en kosmisch doen wat ieder mens moet doen om iemand te vergeven, zij het op een oneindige groter schaal. Ik zou zeggen dat onmenselijke vergeving zo werkt omdat we onvermijdelijk het beeld van onze schepper reflecteren. Daarom moeten we niet verbaasd zijn dat als wij het gevoel hebben dat de enige manier om het kwaad te overwinnen het doorlopen van de lijdensweg van de vergeving is, dit in veel grotere mate geldt voor god. Want zowel Gods hartstochtelijke strijd tegen het kwaad als zijn liefdevolle verlangen om anderen te vergeven, zijn oneindig veel groter dan de onze. Op dit punt is het cruciaal om ons eraan te herinneren dat het christelijk geloof Jezus Christus altijd heeft verstaan als God. God veroorzaakte geen pijn bij een ander, maar absorbeerde aan het kruis de pijn, het geweld en het kwaad van de wereld inzcizhelf. De God van de Bijbel lijkt dus helemaal niet op de godheden uit de oudheid die ons bloed vragen om hun wraak te stillen, nee, dit is een God die mens wordt en zij eigen levensbloed opoffert om morele gerechtigdheid en genadige liefde te eren zodat hij op een dag al het kwaad kan vernietigen zonder ons te verwoesten. Daarom is het kruis niet simpelweg een mooi voorbeeld van opofferende liefde. Het is niet bewonderswaardig je leven onnodig weg te gooien, dat is zelfs verkeerd. Jezus dood is alleen een goed voorbeeld als het meer is dan een voorbeeld, als het iets was dat absoluut noodzakelijk was om ons te redden? Er moest een schuld wordt betaald. God betaade haar zelf. Er moest een straf worden gedragen…. God droeg haar zelf. Vergeving is altijd een vorm van duur lijden. We hebben gezien hoe dure menselijke vergeving licht werpt op de goddelijke vergeving. Maar uiteindelijk is de vergeving van god ten diepset grond en bron voor menselijke vergeving. Bonhoeffer getuigt hiervan herhaaldelijk als hij zegt dat Jezus' vergeving was die hem zo op Gods 40 liefde deed vertrouwen dat hij een leven van opofferende dienst aan anderen kon leven .
In dit gedeelte zie je heel duidelijk T.K’s methode om het evangelie openlijk te bemiddelen41. Hij trekt het evangelie, hoewel het van God is en blijft (!), op menselijk niveau. Om tot het hart van het evangelie te komen namelijk Zijn dood mijn dood, zijn opstanding mijn opstanding, Hij voor ons en ik voor Hem bewandelt hij een lange weg. Een weg van gesprek- dialoog. Hij roept eerst een vraag op. Niet zo maar een vraag, maar een vraag die de moderne mens aan het evangelie stelt. Wat hem bevreemding of zelfs ergernis op roept. Vervolgens gaat hij uitleggen dat op ons menselijk niveau ook zonde, schuld, gerechtigheid voorkomen. Achter de vraag van het lijden zit zonde. Stapje voor stapje via de weg van de logica komt hij tot zijn punt: God zelf strafte Zijn zoon niet, maar nam in Zijn Zoon zelf de schuld van de mens en de gevolgen op zich. Hij gebruikt de term absorberen. Daarbij gebruikt TK aristotelische methoden, de weg van de logica, wat veel kerkvaders deden, vooral Augustinus om het evangelie te bemiddelen. TK doet dit zonder dogmatisch te zijn. Hij legt het uit, waarbij hij 40
Tim Keller, ‘Het (ware) verhaal van het kruis in: In alle redelijkheid christelijk geloof voor welwillende sceptici, p. 202-203. 41 Dat vraagt authenciteit- zie verder wat ik schrijf in het onderdeel over Hans van der Geest.
25 zelf weer in de huid van zijn hoorder treedt op de manier vragen stellen. Als ik dit zo zeg.. wat roept dat op? Zijn manier van preken is ook een manier van missionair zijn. De kerk heeft een boodschap, leeft bij de boodschap van Jezus Christus. Maar die aloude boodschap is voor steeds meer mensen niet meer interessant. Steeds meer mensen hebben er weinig of zelfs niets meer mee. Ze vinden Jezus wel inspirerend, maar de boodschap die erachter zit is voor heel veel mensen niet meer van belang. Het raakt me niet, zeggen veel mensen. De Protestantse Kerk is en daarmee ook de prediking beland. Of is het juist andersom? Omdat de prediking bij veel hoorders niet lijkt de landen is de protestantse kerk in een krimp geraakt. Of is dit allemaal te gemakkelijk door de bocht? Met de Protestante Kerk wordt niet alleen de Protestantse Kerk in Nederland bedoeld, maar over het hele Europese continent en gedeelten van het noord Amerikaanse continent. In andere delen van de wereld is het protestantisme helemaal niet in een crisis. Integendeel. In Azië zoals Korea, China is er juist sprake van groei. Het is juist opvallend dat de laatste tien jaar veel aandacht is voor authentieke protestants gereformeerde theologie! Maar de hoorder zit in een zodanige cultuur, waarin God nauwelijks ter sprake komt. Het valt niet te ontkennen dat veel prediking bij de hoorders geen of nauwelijks herkenning vindt. Dat komt omdat er nauwelijks/of moeilijk een referentiepunt in eigen belevingswereld door de hoorder valt te ontdekken. Of het werkelijk zo is is vers twee. Er kunnen wel mooie dingen gehoord worden, maar hoe vertaalt het zich in de dagelijkse leefwereld van de hoorder? Zeg maar wordt de boodschap geïntegreerd in het denken, voelen, zijn op maandag etc.? Deze vragen en uitdagingen zijn ook voor mij steeds weer van belang in mijn taak als prediker, dienaar van het Woord van God. Ik kan nooit de kansel op als ik deze vraag aan mijzelf gesteld heb. Heb ik er alles aan gedaan om de boodschap die ik wil brengen zo in het preekproces te doordenken en te vertolken dat ik de mensen die onder mijn gehoor zitten aan kan spreken? Hoewel het altijd Gods Woord blijft en dat de geest altijd daarin moet mee komen, zowel bij de prediker zelf, als de hoorder en de communicatie. Want als de Heilige Geest niet zelf dóór de prediker is heengegaan en zelf in de prediking meekomt en de harten opent dan blijft hoe goede preek ook- het Woord alleen maar dode woorden. De vraag blijft echter gesteld aan de prediker zelf, als ambachtsman. Hoe ga ik te werk? Hoe ga ik om met de teksten? Hoe ga ik om met mijzelf? Hoe ga ik om met de hoorder? Mijn hoorders? Ken ik die wel echt goed, zonder alles van hen te weten? Hoe kan ik in de prediking de hoorder meenemen zodat het tot ontdekken van de boodschap komt? Zodat God spreekt. Ben ik een obstakel of een opening? Al deze dingen komen tot uidrukking in de methoden van de theologen die zich bedienen van ‘new homelitcs’, zoals we die vinden oa bij Tim Keller. De vraag is of zijn methoden die succesvol lijken te zijn in zijn toch wel hoogopgeleid milieu van voornamelijk 30 en 40 ers op het Europese vaste land? Misschien is Europa nog veel verder geseculariseerd dan Noord Amerika, waarbij de verlichting nog diepere sporen in onze huidige cultuur getrokken heeft.
26
Deel 2 De prediker in het geding. Systematische doordenking en praktische oefening van de rol van het ‘ik’ in de preek en de daarmee hangende communicatie tussen de verkondiger en de hoorder.
Inleiding.
In het tweede deel van mijn studieverlof wilde ik mij bezighouden met de taak, dat het grootste deel van mijn werkzaamheden als gemeentepredikant in beslag neemt namelijk: De prediking. Met de bestudering van het werk van Tim Keller speelde dit ook al een grote rol. De hoofdvraag hierin is: Hoe kan het ‘ik’ als prediker een zodanige rol spelen in de prediking, dat de communicatie met de hoorder vruchtbaar wordt en blijft. Met vruchtbaar wordt bedoeld dat de prediker zo communiceert op een persoonlijke manier dat hij zowel recht doet aan het Schriftwoord als de verstaanbaarheid van de hoorder. Dit thema speelt geregeld, zeg maar elke keer weer bij de voorbereiding als bij het houden van de preek een centrale rol. Waar kan het ‘ík’ misschien iets meer of juist minder. Welke rol speelt mijn eigen persoon in de prediking mee. Wat hoort en ziet de hoorder aan mij als prediker? Ben ik bemiddelende rol tussen het Woord en de hoorder of ben ik juist een stoorzender? Als prediker wil je juist dat de boodschap landt. Daar doe je het juist voor! Je wilt niets anders. Daarvoor ben je prediker. Minister Verbi Divini, dienaar van het Woord van God.
Met dit thema ben ik aan de slag gegaan door middel van de cursus ‘de prediker in het geding’, die door het centrum Areopagus van de IZB van tijd tot tijd. georganiseerd wordt42. Deze cursus werd gehouden van 16-17 juni op Hydepark te Doorn, instituut voor nascholing voor predikanten en kerkelijk werkers. Van alle deelnemers werd verwacht dat zij de opgegeven studiestof hadden bestudeerd en dat zij een door hen zelf gemaakte preek mee zouden nemen. De preek werd gebruikt als werkmateriaal om het thema voor jezelf en met anderen te doordenken: Ben ik verstaanbaar voor de hoorder?
1. Themastelling Areopagus De persoon van de prediker blijkt vandaag veel belangrijker te zijn dan menige voorganger lief is. Anderen lopen juist het risico deze aandacht voor de persoon op een manier te koesteren, die aan het eigene van de verkondiging schade kan doen. In missionair opzicht blijkt het heel belangrijk te zijn waar de prediker zelf in zijn preek zit en hoe hij dit communiceert43. Hier liggen spannende vragen. Wat is het eigene van ambtelijke verkondiging en hoeveel ruimte is er voor persoonlijk getuigenis? Hoe laat de prediker merken, dat het Woord door hemzelf is heengegaan zonder dat hij 42
IZB staat voor Inwendige Zendingsbond- Gereformeerd missionair centrum voor gemeenteopbouw en geloofstoerusting binnen de Protestantse kerk in Nederland. Areopagus is een onderdeel van de IZB die zich richt in publicaties, vormingscursussen en trainingen op de verdieping en verfijning van de homiletische (preek) vaardigheden van bevoegde voorgangers in de Protestantse kerk in Nederland. 43 H vd Geest, Du hast mich angesprochen : Die ganze Ausbildung soll damit rechnen dass das Inhaltliche, worauf so viel Wert gelegt wird, nur Sinn hat, wenn die Persönlichkeit des Prediger im Bereich des christlichen Glaubens kommunikationsfáhig ist (p82)
27 het teveel over zichzelf heeft? Hoe zit het met de verhouding tussen profetische en priesterlijke in de preek? In deze cursus bezinnen we ons op homiletische literatuur, zijn we met elkaar in gesprek over de verhouding tussen persoonlijke vroomheid en de verkondiging en onderzoeken we preken van elkaar op de vraag: waar raakte de preek mij en wat is daarvan het geheim?
2. Rudolf Bohren: predigtlehre 2.1. Preken is meditatie en meditatie is preken. En standaardwerk voor de homiletiek (predikkunde) is nog steeds de Predigtlehre van Rudolf Bohren44. Voor de Aeropagus moest ik ook een gedeelte uit dit standaardwerk uit 1974 bestuderen. Enkele keer werd in de colleges daar naar verwezen. Ondanks de ‘New homiletics’ waaronder Buttrick blijft ‘Bohren’ toch een standaardwerk, waarin je veel grondpatronen voor de homiletiek in terug vind. En belangrijk patroon van Bohren is Meditation. Wat verstaat Bohren daar eigenlijk onder? Hij omschrijft het als volgt: Het is een voortdurend spelen van de prediker met het Woord, waarbij de prediker steeds weer hoorder is van het woord. Hij speelt zodanig met de tekst, dat hij ophoort van de tekst, waardoor er een wisselwerking ontstaat tussen tekst en prediker.
De prediker kauwt en herkauwt het Woord. Dit doet hij in afhankelijkheid van de Heilige Geest. In dit heilig spel is de prediker hoorder en laat het woord door hem heengaan en inwerken. Hij stelt daarbij vragen: wat betekent dit woord voor mij in mijn bestaan?
R. Bohren: Meditation ist also Gespräch, und die stille, die sie benötigt, eine stille Stunde des Gesprächs. Im Gespräch ist man auf Neuigkeiten aus, darum befinden wir uns mit der Schrift im Gespräch. Gottes Wort ist verborgen, Geheimnis, entschleiert sich im Wiederholen, wird im Nachsagen neu. Meditation ist Gespräch, einsames Gespräch des Menschen mit seinem Gott, das sich fortsetzt im brüderliches Gespräch über dem Wort45.
Bohren ontleent dit principe aan psalm 1, waar de welzalige man niet wandelt in de raad van goddelozen, noch zit in de kring van spotters en diens wet (Thora) overpeinst bij dag en bij acht. In het hebreeuws staat voor het woord overpeinzen murmelen. Deze vocalen komen in het woord koeren voor. Zoals en duif koert. Er zit
44 45
Rudolph Bohren: Predigtlehre, München, 1974. R. Bohren, Predigtlehre p 364. Meditatie is dus het gesprek, en de stilte, die zij nodig heeft, een stil uur in het gesprek. In het gesprek is men uit op nieuwigheden, daarom bevinden wij ons met de Schrift in gesprek. Gods Woord is verborgen geheimenis, ontsluiert zich in het herhalen, wordt in het napreken nieuw. Meditatie is gesprek eenzaam gesprek van de mens met zijn God, da zich voortzet in het broederlijk gesprek over het Woord.
28 ongeduldige verlangen in. Het is het klaarmaken van het Woord. Hizkia die om hulp schreeuwt vergelijkt zich met een duif, die koert.46 De duif trippelt heen en weer. Zo is de meditatie een pendelbeweging tussen Tekst en prediker. Die beweging is noodzakelijk om in de tekst te komen. De prediker staat als hoorder niet meer tegenover de tekst, maar in de tekst. Als dat gebeurt door het in wachten van de Heilige geest heeft de prediker niet meer het woord maar het Woord heeft hém. Het woord is door hem heengegaan. Het woord is hem existentieel geworden. Bohren zegt dan: als de weg van de meditatie echt gelopen is dan pas kan de prediker ook het woord nemen. Iets daarvan zien we terug in psalm 119: Ik berg uw woord in mijn hart, Uw bevelen zal ik overdenken Met mijn lippen verkondig ik alle verordeningen Van uw mond.
Eerst bergt de prediker als mens het woord in zijn hart en dan pas verkondigt hij. Er is dus eerst een proces van geduldige meditatie aan vooraf gegaan47! Bohren: meditatie is noodzakelijk voor de verkondiging anders kan hij ook niet verkondigen. Om het met een voorbeeld duidelijk maken: je kunt pas een groep toeristen in de stad Middelburg rondleiden als je niet eerst toerist bent geweest en nog steeds wilt zijn en je laat verrassen door mooie doorkijkjes en geveltjes en ornamenten. Steeds ontdek je mooie dingen, waarover je je verheugt. Zo is het ook met het woord van God, waar je je laat verassen door Gods liefde, genade, trouw, heil, beloften aan mensen, zondaars. In de eerste plaats aan jou! Het Woord is zo rijk niet in de eerste plaats aan historie, maar Gods trouw aan mensen waar je nooit uitgedacht, uitgesproken raakt! Voordat je het Woord van God verkondigt moet je je als prediker jezelf afvragen: Heeft de tekst waarover ik ga preken als ‘nieuw en verrassend’ mij in de oren geklonken. Een boodschap die ik mag brengen is dat een boodschap van heil? En ben ik dan als zodanig een vreugdeboodschapper of niet? Spring ik op van vreugde toen men mij zeide ‘gord u aan’? Dit is wel een heel wezenlijk punt voor de prediker wil hij in het ambt met vreugde (blijven) staan. Ook wezenlijk voor de hoorder. Als de verkondiger niet op kan springen van vreugde hoe moet het dan met de hoorder, die op zondagochtend misschien na een lange zaterdagavond onder je gehoor zit?
Vers 17 is ook veelzeggend: Doe wel aan uw knecht, dan zal ik leven. En uw Woord onderhouden.
46 47
Jesaja 38: 14. H vd Geest: Bei der Predigtvorbereitung ist Kontakt mit sich selber van entscheidender Kraft. Der Predigteinfall entsteht nur in der Unruhe der Kreativität wenn der Prediger es wagt, seine einengenden angelernten Gedanken abzustellen. Diese Gedanken braucht er erst wieder für die Prüfung seiner Einfälle ( Du hast mich angesprochen p179)
29 Bohren hanteert het begrip: Theonome reciprociteit. Dit zou je weer kunnen geven met het volgende schema:
Woord
prediker
Prediker
Woord
Woord
prediker
Prediker
Woord.
In dat proces wordt het idee (Predigteinfälle) geboren. Het idee is niet wat er ingelegd wordt, maar ontstaat door het gesprek (Gespräch). Daar komt moment van heil. Heil in de zin van: verlossing, hoop, bemoediging, belofte, vermaning, kracht, nabijheid. Door dit (heilig) spel wordt de prediker overmand. Er is liefde (verliefdheid) aan het woord. Zo wordt het woord ook Gods woord. Zo wordt het Woord ook levend, omdat het levend voor hem wordt. De letters, dorre doodsbeenderen worden door Gods geest levend lichaam (existentieel). De tekst dat verleden is wordt heden en toekomst (zelfs eschatalogisch). De prediker heeft vooraf al de vreugde gesmaakt aan het woord. Als hij die vreugde niet heeft hoe kan hij dan preken. Hoe horen zonder prediken, maar ook hoe prediken zonder eerst te horen. We laten de apostel Paulus en Johannes op deze punten even aan het woord: Want al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden. Hoe zullen zij dan hem aanroepen, in wie zij niet geloofd hebben? Hoe geloven in hem, van Wie zij niet gehoord hebben? Hoe horen zonder prediker? En hoe zal men prediken zonde gezonden te zijn? Gelijk geschreven staat Hoe liefelijk zijn de voeten van hen, die een goede boodschap brengen 48.
Hetgeen was van den beginne, hetgeen wij gehoord, hetgeen wij gezien hebben met (onze) eigen ogen, hetgeen wij aanschouwt hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens- het leven toch is geopenbaard en wij hebben gezien en getuigen en verkondigen u het eeuwige leven, dat bij de Vader was en aan ons is geopenbaard hetgeen wij gezien en gehoord hebben verkondigen wij ook u, opdat ook gij gemeenschap met ons zoudt hebben en onze gemeenschap is met de Vader en met zijn Zoon Jezus christus, opdat onze blijdschap volkomen zij49.
In deze twee Nieuw Testamentische gedeelten zien we hoe evangelie- horen en verkondigen van de boodschap een spel is van heen en weer beweging. 48 49
Romeinen 10: 13-15 1 Johannes 1: 1-4
30 Het is horen en verkondigen en verkondigen en horen. Ze zijn op elkaar aangewezen. Het is als het ware een pendelbeweging waarbij de prediker een pendelaar is. De Geest komt niet zomaar. Daarvoor is gebed noodzakelijk. En het spel Komt ook de Geest en wordt de tekst Woord van God. Ruimte van stilte is voor de prediker. Dienaar van het woord God- Verbi divini Minister. Uiterst belangrijk. Daarom zegt Bohren: op tijd beginnen met alvast de tekst te lezen waarover je gaat preken is van wezenlijk belang. Juist om op adem te komen. De vrije dag is ook een dag om ruimte voor de Geest te creëren voor invallen. Zo komt er een proces op gang dat de prediker de tekst niet de kansel opdrijft maar andersom. Er komt een ‘Nodwendigkeit’. En noodzakelijkheid. Hij wordt prediker om te proclameren. De boodschap wordt ver-kondigt! De prediker heeft als eerste het woord gehoord, zo gehoord dat hij het evangelie erin ontdekt heeft en dat hij niet anders wil om het te brengen aan mensen. De hoorder hoort aan de prediker dat hij zelf hoorder was en is. Wie oren heeft die hore, wat de geest tot de gemeente zegt! Daarmee kan men tot de conclusie komen dat de prediker een lectio continua in zijn bagage koffer moet hebben wil hij ook daadwerkelijk Verbi Divini Minister zijn. De dagelijkse oefening met het woord, in een doorgaande lezing is dus een must. Zoals een vaste kabel voor een bergbeklimmer en een onderwaterlijn voor een diepzeeduiker. Zo is het woord een leidraad voor het leven van prediker. Voordat er gebeden wordt spreek Heer uw gemeente hoort is de prediker de gemeente al voor geweest. Spreek Heer uw dienaar van de gemeente hoort. De prediker loopt dood, wanneer hij alleen maar losse teksten leest met het oog op datgene wat er voor zondag op het menu staat. Het omgaan met Gods Woord is niet een beroepsmatig gebeuren maar in de eerste plaats een way of life. Bij dag en nacht overpeins ik Uw Woord. De prediker is als een boom die aan geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt50.
2.2. De prediker als voor-beeld. ‘Leef zoals je preekt en preekt zoals je leeft’, is een bekend devies. Een devies die juist de prediker steeds weer ter harte dient te nemen. Wat ziet de hoorder aan jou? Geloof je zelf wat je verkondigt? De hoorder hoort of dat wat je zegt meent of niet. Of ben je zelf een levendige verkondiging van de genade van God bent of niet. Is het existentieel, voor jezelf. Is het woord al door jezelf heengegaan? Sta je ook zelf in het woord of sta je erboven. Als dat laatste zo is dan is ‘kun je er vergif op innemen’ dat de boodschap die je breng niet zal landen bij de mensen voor wie je preekt. Zijn er aan de verkondiger ook de vruchten van geloof, hoop, liefde, blijdschap, geduld en zachtmoedigheid te zien. Is de preker zelf ook een leesbare brief? Juist vandaag is dit niet alleen voor de kerk van vandaag van belang, maar juist op de voorganger staat de focus van de blik van mensen.
50
H vd. Geest haalt Otto Haendler aan: „Otto Haendler nennt den immer wirkenden Einfluss der Persönlichen des Predigers das Fluidum. Aus allem, was im Prediger ist und aus ihm kommt, entsteht eine einheitliche Strömung, die Hörenden sich auswirkt als ein ständiger und beim Einzelsubjekt im wesentlichen gleichbleibender Lebenstrom >>Die Predigt, p51. (p 58 Du hast mich angesprochen)
31 De voorganger wordt vandaag meer en meer afgerekend op zijn handel en wandel, juist ook in de huidige (mondige) maatschappij, waar de kerk voortdurend zwaar onder vuur ligt. Niet alleen buiten de kerk, maar ook daarbinnen. De prediker heeft niet meer zoals 30/ 40 jaar geleden automatisch gezag. Hij schijn het te moeten ‘verdienen’. Niet alleen wat hij zegt, maar hoe hij het zegt is belangrijker voor de hoorder geworden. ‘Performance’ is niet alleen maar in de politiek, maar ook in de kerk een steeds belangrijker rol gaan innemen. We hebben het dan ook vaak over uitstraling. Bohren trekt het thema voor-beeld breder. Hij trekt het naar de mens als zondanig en in het bijzonder naar de christen. De mens is geroepen door God om beelddrager te zijn van Zijn Schepper. De christen is geroepen om het beeld van Christus in zich te dragen: Die Bestimmung des Christen erscheint als Bestimmung zum Bild. Von Anfang an zum Bild bestimmt, sind die Christen in einem letzten Sinn bildungs- fähig; denn sie sind um gebildet zu werden nach dem Bild des Sohnes. Dies ist ihr neues Leben und Ziel alles Erdenlebens, dem bild gleich zu werden. Dazu sind sie prädestiniert51.
Vervolgens trekt Bohren de lijn door. Jezus is het Voor-Beeld van God Zijn Vader. Hij doet Zijn vader na. Je zou ook kunnen zeggen Hij doet het ons voor. In het bijzonder het Koninkrijk God. Het koninkrijk Gods is nabij gekomen, bekeert u en gelooft het evangelie. Aan deze horizon moeten wij de figuur van de prediker verstaan. De beelddrager is gericht op verandering, metamorfose. Wordt gelijkvormig aan het beeld van Christus, zegt Paulus. Het beeld van Christus is de gestalte van een dienstknecht, de gehoorzaam is geweest. Paulus roept op tot navolging, maar ook nadoen (naäpen) Bohren gebruikt het woord Nach- Ahmung. Bohren citeert Schmitthals die 1 Tess 2,13 aanhaalt: En hierom danken wij ook God onophoudelijk, dat gij toen gij het gepredikte Woord Gods van ons hebt ontvagen, het hebt aangenomen niet als wen woord van mensen, maar wat het inderdaad is, als een woord van God, dat ook werkzaam is in u, want gij broeders zijt navolgers geworden van de gemeenten Gods in Christus Jezus, die in Judea zijn..
Walter Schmithals wijst erop dat wanneer Paulus het evangelie verkondigt hij zelf daarin helemaal in meekomt52. Dat komt heel duidelijk tot uitdrukking in zijn 2e Korinthebrief, waarin hij ingaat op aantijgingen richting heeft, al zou Paulus uit zijn op zijn eigen eer en belangen. Want wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus als Here, en onszelf als uw dienaren om Jezus’ wil. ( 2 kor 4: 5)
Ook de Thessalonissenzen ontvangen het evangelie van Paulus. Zijn evangelie wordt hun evangelie. God blijft wel de handelende persoon. Maar de persoon van Paulus komt helemaal daarin mee. Zijn verkondiging is zijn leven en zijn leven is zijn
51 52
R. Bohren, Predigtlehre, p. 389. W. Schmithals: ‘Das kirchliche Apostelamt’, 1961.
32 verkondiging die één richting heeft: Jezus Christus en die gekruisigd. Van dat evangelie zijn wij gezanten: laat u dan met God verzoenen. We laten Paulus in de 2 e Tessalonicenzen spreken: Ook zuchten wij geen eer bij mensen noch van u, noch van anderen, hoewel wij apostelen van Christus ons hadden kunnen laten gelden; maar wij gedroegen ons in uw midden als vriendelijk zoals een moeder haar eigen kinderen koestert, zo waren wij in onze grote genegenheid voor u, bereid niet alleen het evangelie Gods, maar ook ons eigen leven mee te delen daarom dat gij ons lief geworden waart.53
Omdat de prediking van Paulus niet vruchteloos bleef, vooral omdat hij een voorbeeld was, bleef het bij de hoorders van Thessaloniki ook niet vruchteloos. Zij op hun beurt werden een voorbeeld voor Macedonië en Achaje. Zo zijn er meerdere voorbeelden te noemen waarbij Paulus zich verbindt met de gemeente tot wie hij schrijft. Dat doet hij onder de kracht van de Heilige geest, maar in alle nederigheid. Als ik moet roemen dan in Christus, want ik ben de minste onder de apostelen, ik was een vijand van Christus, maar mij is genade bewezen54. Zijn ambt staat onder het kruis. Onder de genade. Maar God openbaart zijn kracht in (onze) zwakheid. Als dat niet zou zijn dan had ook het evangelie geen kracht. De dienaar, bedienaar moet het zelf hebben van genade. Dit voorkomt dat men voorbeeldig zijn zou moeten zijn in de zin van volmaaktheid. Dan zou niemand meer dienaar des woord kunnen zijn. Nee hij is zelfs zondaar en is voor hem ook existentieel. Maar de dienaar doet er wel alles aan om in Christus te zijn. Om naar het beeld van Christus te leven. Als wij dan leven uit de liefde van God in christus dan zijn we geroepen ook in Hem te zijn en te blijven. Voor een dienaar geldt dat in bijzondere mate en kan niet genoeg door de dienaar persoonlijk worden bedacht. De verkondiging werkt voor de verkondiger en hoorder verbindend. Predigen heißt mehr als Worte vorsagen und hersagen. Zum Vor- sagen gehört das Vor-Leben des Wortes durch den Verkündiger. In solchem Vor-Leben wird die Person für die Hörer verbindlich. Die Botschaft ist nicht ablösbar vom Botschafter; wäre sie das, wäre sie nicht menschliche Botschaft, sondern geistiger Botschaft-55
In dit bovenstaande gedeelte komt Bohren tot de kern als het gaat om het ik van de prediking. Het ik is niet los van de verkondiging. Als Paulus het heeft over het ik dan is het altijd in de zin van ik preek niet mijzelf maar Christus in mij. De prediking is dan niet ten dienst van hem zelf, om zich zelf ten toon te spreiden maar is altijd in dienst van de gemeente tot wie hij zich richt. Op dat u tot geloof komt en behoudenis vindt in zijn naam. Je prediking moet in één lijn zijn met je verkonding. Paulus zegt het woord is mijn hart geborgen. Ik leef niet meer mijzelf maar christus leeft in Mij. Dan is de prediking die je brengt niet alleen maar hoorbaar maar ook zichtbaar. En vindt d prediking haar kracht. Niet op grond van verdienste van eigen prestatie maar genade, dat de Geest in mijn harte en leven werkt. Paulus roept de gemeente op tot navolging van hem zelf opdat zij komen tot navolging van Christus. Dit kan niet anders dan dat de prediker zelf ook Jezus navolgt! Het beeld van Jezus leeft voort in de navolging van mensen. Wij zien geen Jezus van 53
1 Tessalonicenzen 2: 6-12. Zie ook 1 Kor. 4: 9 als de geringste te boek gesteld, al ten dode veroordeeld. mij is genade bewezen. 55 Bohren, Predigtlehre, p 391. 54
33 aangezicht tot aangezicht alleen in Zijn navolgers en Zijn gezanten. Zij zijn gezanten van verzoening. Aan de herauten kun je zien van welke Koning ze zijn: God is de wereld met Zichzelf verzoenende wij zijn dus gezanten van Christus, alsof God door onze mond u vermaande in naam van Christus vragen wij u: laat u dan met God verzoenen56! Jezus zendt zijn beeld in degenen die hij uitzendt. En dat doet hij doordat Hij zijn geest in hen brengt. Woord en vlees worden verbonden. Dat kan alleen door de werking van de Heilige Geest. Jeder weist mosaikartig auf ihn, jeder ist Stückwerk, ein Steinchen nur, das zum großen Bild gehört. So habe ich Jesus Christus nur indirekt; noch ist er nicht slechthin anschaubar in den Vorbildern, kommt er doch in ihnen nur als der verborgene zum Vorschein; aber ohne diese Vorbildern ist er für mich kaum erkennbar. Im Vorbild wird Geistesgegenwart sichtbar57.
In de eerste brief aan Timoteüs komt heel pregnant de betekenis van de navolging door de dienaar van Christus naar voren. Paulus schrijft in alle nederigheid aan zijn jonge leerling Timoteus, die hijzelf door het Woord verwekt heeft door de Heilige geest: Wees een voorbeeld voor de gelovigen in woord, wandel, in de liefde, in geloof en in kuisheid,. Totdat ik kom weest ijverig in het voorlezen ( van de heilige Schrift) in vermaan en leren! Veronachtzaam uw gaven in u niet, die u krachtens een profetenwoord geschonken is onder handoplegging van de gezamenlijke oudsten. Behartig deze dingen, leef erin, opdat aan alle blijke dat gij vooruitgaat, zie toe op uzelf en op de leer, volhard in deze dingen want door dit te doen zult gij uzelf als hen die u horen behouden58.
Als je dit zo leest dan hangt er nogal heel wat van de prediker af. Dat is ook zo. Dat hoeft niet tot een verlamd gevoel te leiden. Maar juiste en aansporing om ook heel dicht vanuit en met het Woord en in Christus te leven. Daarbij bemoedigt Paulus Timoteüs en ook ons (!) dat hij het niet in zijn eentje hoeft te doen: De Here zal u in alles inzicht geven.59
Tegelijk wijst Paulus op de troost, die er ligt in het geloof in Jezus Christus. Ook dit is van belang voor de dienaar, die ook lijdt aan het evangelie bediening Het woord is betrouwbaar immers indien wij met Hem gestorven zijn zullen wij ook met Hem leven60.
De apostel Petrus schrijft in eerste brief: Doch de God van aller genade die u in Christus geroepen heeft tot zijn eeuwige heerlijkheid. Hij zal u na een korte tijd van lijden volmaken, bevestigen sterken en grondvesten. Hem zij de kracht in alle eeuwigheid! Amen61.
56
2 Korinthiërs 5: 20 R. Bohren, predigtlehere, p 392. 58 1 Timoteús 4: 11-16. 59 2 Timoteús 2; 7 60 2 Timoteús 2;11. 61 1 Petrus 5:10 57
34 Dit woord van bemoediging is wel heel bijzonder uit wiens mond dit woord klinkt. Petrus was iemand die zelf nadat hem het apostelambt was gegeven door de Here Jezus enorm door mand gevallen. Hij had de Zijn heer verraden. De Rots (Petra) was een losgerukte zwerfkei geworden. Maar door Christus opzoekende liefde weer in ere hersteld en in dienst genomen. Nadat Jezus hem gevraagd had Heb je mij waarlijk lief tot 3 maal toe krijgt hij drie maal de opdracht om de schapen (Mijn schapen zegt Jezus ) te hoeden en te weiden. De opdracht vindt in een steeds wijdere kring plaats. De vraag en opdracht van Jezus: Heb je mij lief is een kiezelsteen die meerder wijdere ringen in het water. Veroorzaakt. En was het juist niet op het water dat Jezus de hand van de angstige Petrus bij de hand pakte. Het is de discipel waarop de Heer Zijn gemeente wil bouwen, en die er door heen dreigde te zakken wordt weer overeind geholpen. God neemt zwakke en zondige mensen in dienst om het evangelie van Gods liefde in Zijn Zoon aan zondige mensen kwijt te kunnen raken. Maar in die genade worden dan ook geroepen om geheiligd te leven. Dat wil zeggen in Jezus Christus. In liefde zachtmoedigheid, blijdschap en geduld. Wijkende van alle kwaad. Drift, ongeduld, dwaalleer, omgeven in holle klanken, eer en geld zucht en hoererij. Het zij u daarvan verre! Juist een dienaar van het evangelie kent de aanvechtingen van de tegenstander van degene in wie de dienaar in dienst staat. Op allerlei manier wordt hij aangevochten in zijn bedieningen leven. Opdat gij des te vaster in Zijn woord blijft. De verbinding tussen het in Jezus Christus zijn en in zijn woord zijn komt heel duidelijk naar voren in wat Jezus zegt in Johannes 15: Gij zijt nu rein om het woord, dat ik tot u gesproken heb blijft in mij zoals ik in u Wie in Mij blijft gelijk Ik in hem die draagt veel vrucht want zonder Mij kunt gij niets doen Indien gij in mij blijft en mijn woorden in u blijven vraagt wat gij maar wilt en het zal u geworden62.
Zo is de gelovige verbonden niet alleen aan maar ook in Christus. Het is zelfs een belofte, ook en juist voor de dienaar des Woords. Wie in Christus is,het Woord komt in hem en omgekeerd. Wie in het Woord komt Christus komt in Hem. ‘Zonder Mij kunt gij niets doen’ is een woord van kracht en bemoediging van de Zender zelf op het moment wanneer de mens -prediker in zichzelf de kracht niet vindt en de moed soms in zijn schoenen zinkt. De dienaar gaat niet alleen de kansel op! Gods Woord komt niet in de eerste plaats loodrecht van boven naar beneden met Zijn woord. Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond: In Christus niet in zonde, maar wel in zwakheid. In die beweging beweegt zich God namelijk in het zichtbare en hoorbare woord. Jezus trad niet alleen op als een mens, maar bracht ook het woord. In die lijn wil God niet anders verder werken aan zijn rijk. Juist door ons mensen, ook al is de mens de dienaar zwak en onmachtig. Zo werkt hij aan het koninkrijk op wonderlijke wijze met het geheim van het evangelie. Voor de wereld zwak, maar voor wie geloven een kracht Gods! God komt niet anders dan op menselijke maat.
Maar dat veronderstelt geen verslapping. Integendeel, juist inspanning. Tot het uiterste! Wie omgaat met het goud van Gods Woord kan zich niet genoeg inspannen om met het goud zo zorgvuldig mogelijk om te gaan. Goud om uit te delen tot redding en heil van mensen, die in Gods ogen kostbaarder zijn dan zilver of goud. 62
Johannes 15: 3
35 Zelf loopt de voorganger ook op de renbaan, waarbij vaak vele horden genomen moeten worden. De apostel Paulus als dienaar van het Woord weet dat als geen ander. Vanuit de gevangenis spoort hij de gemeente van Filip aan om met blijdschap te volharden in het evangelie van Jezus Christus, die is die was en die komt: Niet dat ik het reeds zou verkregen hebben of reeds volmaakt zou zijn maar Ik jaag ernaar of ik het ook grijpen mocht omdat ik ook door Christus Jezus gegrepen ben. Broeders ik voor mij acht niet dat ik het reeds gegrepen heb maar één ding doe ik vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende hetgeen vóór mij ligt en mij uitstrekkende jaag ik naar het doel om de prijs der roeping Gods die van boven is in Christus Jezus63.
3. De concentrische cirkel. 3.1 De hoorder op het oog.
Een prediker is dan pas prediker als hij hoorders heeft, anders is het woord dat hij brengt geen prediking. Prediking betekent ook predicatio wat betekent ook letterlijk aanzeggen, toespreken. De prediker kan dan pas de hoorder aanspreken als hij zelf aangesproken is. Als hij alle vragen ook gesteld heeft: 1. wat verwondert me? 2. wat herken ik in mijn leven 3. waar ken ik de moeite? 4. wat is voor mij de aanstoot? 5. waar ken en hoor ik goed nieuwe boodschap van vergeving en troost? De prediker kan dan pas de hoorder aanspreken als hij ook zelf deze rondgang heeft gemaakt. In die cyclus is het van belang dat hij de hoorder (in gedachten en vragen stellen) ook meeneemt. P. J. Visser heeft het over ‘ophalen’. Dit kan oa naast onderwijzing en verkondiging ook met dialogische elementen. Een goede communicatie tussen twee elementen impliceert een dialoog. Nu is verkondiging principieel gen dialoog, maar boodschap van hogerhand. Dit betekent echter niet dat de verkondiging naast onderwijzende en verkondigde elementen geen dialogische momenten zou mogen hebben. Het komt de communicatie ten goede als wij in de vorm van vraag en antwoord in gesprek gaan met onze hoorders. Als het de goede vragen zijn (meer dan alleen: Kent u dat?) worden de hoorders als het ware opgehaald en veel directer bij de boodschap betrokken en uitgedaagd om mee te denken. Zij voelen zich gehoord in hun vragen en twijfels en worden directer verder geholpen met antwoorden. Bij de profeten komen we geregeld deze monologische dialogen tegen en juist dan wordt het vaak heel spannend tussen God en het volk (Jes 49:14-16; Maleachi 1:6-145). Uiteraard blijft dit lastig: want je hebt een Nicodemus en een zacheus onder je gehoor, een Maria en een vrouw uit
63
Filippenzen 3: 12-14
36 samaria. Het is belangrijk daar rekening mee te houden en in onze dialogen goed te nuanceren. Niet: U zegt nu… maar het zou kunnen dat die of gene zegt…64
Juist de apostel Paulus ging specifiek in op de situatie van zijn lezers/hoorders in om zo de boodschap van het nieuwe leven in Jezus Christus de Gekruisigde en Opgestane te verkondigen. In Efeze ging hij in op de artemis cultuur, aan de Romeinen voornamelijk ook op de joodse –heidense tegenstellingen en vragen rond de Mozaïsche wet, aan de Galaten rond de discussie van wel of geen besnijdenis. Zo zijn er verschillende voorbeelden te noemen waarbij Paulus rekening houdt met de verstaanshorizon van zijn hoorders en lezers. We zien dit ook terug bij de evangeliën.
De evangelist Lucas schrijft met het oog op voornamelijk Grieken, die een aantal dingen rond de joodse cultuur niet begrepen. Hij legt bepaalde dingen uit. Daarbij is Lucas ook arts en dat merken we ook wanneer we zijn evangelie lezen. Hij maakt de lezer vaak opmerkzaam op bepaalde merkante dingen rond genezingen door Jezus. Hoe kan je de hoorder erbij betrekken. Bohren heeft enkele suggesties:
1. Je pastoraat betrekken bij de prediking. Opmerkzaam zijn voor vragen en probleemstellingen die je als pastor in de Gemeente tegenkomt. Leg ook voor jezelf een bepaalde map aan voor invallen Die je in de ontmoeting met je gemeenteleden of wat in de maatschappij gebeurt tegenkomt. Zorg er wel voor dat je niet je preek schrijft aan de hand van de actualiteiten van de dag. Dat werkt op den duur uitputtend en ook geforceerd. Maar je kunt bepaalde items er wel bij betrekken als ze er écht toe doen. Niets is zo dodelijk als je antwoorden geeft op de vragen die je gemeenteleden niet stellen. Het moeten ook hun vragen zijn in hun context.
2. De prediking mee laten spelen in het gemeenteleven.
De prediking terug laten komen in het gemeenteleven. Zo kan het Schriftgedeelte of een onderwerp aan bod komen in gesprek- of Bijbelkring. Zo kan er een jaarthema zijn waar het onderwerp op verschillende manieren in verschillende vormen terugkomt zoals groothuis bezoek of ander kring vorm. Op deze manier kan de dialoog tussen prediker prediking en gemeente breed en op dieper niveau geactiveerd worden. Zo kan de prediking ook vruchtbaarder worden. Het hoeft niet zo te zijn dat alle vragen of opmerkingen in de zondagse verkondiging terug moeten komen. De prediking blijft de verantwoordelijkheid van de prediker. Maar de prediking wint aan kwaliteit en doelmatigheid als de hoorder ook door middel van deze wegen opgehaald en meegenomen kan worden. Want daar gaat het om: opdat de mensen tot geloof komen en blijvend vrucht dragen. Uiteraard zijn er ook meerdere vormen te bedenken. Denk ook aan kunst en toneelspel. Veel gemeenten verwerken de verkondiging in de vorm van een Bijbels 64
P.J. Visser, communicatie in de prediking’, IZB lezing voor theologie studenten, 2006.
37 spel (bv in de vorm van Bijbels musical). Hoorders worden door actieve deelname sterk betrokken bij het Verhaal. Zodoende hebben zij het gevoel dat het over hen en niet over hen heen gaat. In de 'meditation' gaat het om opening van heil, bevrijding, kracht en bemoediging en aanmoediging. Het evangelie is dan niet bevestigend maar juist aansporend. Want daar gaat het om zoals een titel van boek van Hans van de Geest zo veel zeggend is65. Du hast mich angesprochen. Du hast mich angesprochen en Du hast mich angesprochen. Het Du (God) is door de bediening zo met elkaar verbonden dat De hoorder de boodschap zo verstaat als niet een woord van mensen maar van God zijn schepper en bevrijder! Als dat gebeurt is het woord dan ook goede boodschap, ev-angelie ( goede boodschap). Boodschap van heil. Daartoe is de prediker dan ook volop in het geding.
3. 2 Woord- prediker- hoorder.
In de bespreking van onze ingeleverde preken tijdens de cursus werd gekeken hoe de verhouding tussen woord- prediker en hoorder ligt. Men kan het volgende schema maken:
God/woord van God.
Prediker
65
Hans van de Geest. Du hast mich angesprochen, Die Wirkung von Gottesdienst und predigt (Zürich) 1978.
38
Gemeente/hoorder.
Men kan het ook een concentrisch model weergeven:
Woord
39 prediker
Hoorder/gemeente
3.3. verhouding evangelie- (ver) beeld (in)-hoorder
We hebben geconstateerd dat het belangrijk is wil communicatie tot stand komen tussen het evangelie en de hoorder dat de prediker voluit in het geding is. Hij is intermediair. Bemiddelaar. Hij kan dit op verschillende manieren. Naast elementen van verkondiging en exegese is het van belang om ook dialogische elementen in te bouwen. Daarnaast kan men ook gebruik maken van verbeeldingbeeld. Op moderne wijze kan men gebruik maken van moderne communicatie middelen zoals een beamer. Ook hier is het van belang dat de beamer de verkondiging ondersteunt en niet verdringt. Prediking blijft verkondiging en geen college aan studenten! Maar beeld kan zeker de verkondiging kracht bij zetten. Voorbeelden zijn er bij voorbeeld als de preekt over Lucas 15 de vader en de twee zonen om het bekende schilderij van Rembrandt te tonen. Dit is op zich al verkondiging! En aan de hand van dit beeld kan men ook de preek opbouwen! Heel verrijkend. Naast een beamer kan me zich gebruik van tekeningen, schilderijen etc. of ander kunstwerken. Het spreekt vanzelf dat het wint aan zeggingskracht als deze ook door gemeenteleden zelf zijn gemaakt! De prediker mag ook zelf eigen materiaal inbrengen. Mits dit ondersteund is voor de verkondiging en bijdraagt tot de verstaanbaarheid en herkenbaarheid bij de hoorder. De prediker dient er voor te zorgen dat zo goed mogelijk de verhouding in balans is. Hieronder een schema, waarbij aangegeven worden de (wan) verhoudingen en welke gevolgen dat kan hebben. Alvorens we dit verder nog uitwerken een eenvoudig prediking model van P.J. Visser, ons in de cursus aangereikt66: 66
P.J. Visser ‘communicatie in de prediking IZB..
40
Woord- evangelie
I)
II)
III)
beeld
hoorder
41
IV)
I)
het Woord, de tekst komt vaak in het begin ter sprake, maar raakt gedurende de verkondiging helemaal zoek. De belevingswereld van de hoorder of wat de prediker aan verbeelding oproept zo groot en overheersend dat de verbinding tussen de tekst, woord niet meer aanwieg of nauwelijks meer aanwezig is. Er worden wel mooie dingen opgeroepen, het gevaar is dat de lijn ontbreekt en dat de hoorder de draad kwijt is. Dat kan ook voor de prediker gelden. De preek is dan moeilijk zowel voor de hoorder als de prediker in een paar zinnen samen te vatten. Wat wil de prediker nu duidelijk maken. In dit model is ook vaak zichtbaar dat de prediker een teveel aan voorbeelden heeft. Ook dit heeft het gevaar in zich dat de hoorder te veel los komt van de tekst.
42 II)
De tekst/Woord is zo groot dat de prediker er helemaal in opgesloten is. Het is belangrijk dat de prediker in het woord rondgaat. Dat er steeds maar een ronddraaiende beweging is dat de prediker de hoorder niet meer ophaalt. Zodoende ontstaat er geen verbinding tussen de hoorder en de tekst. De prediker zegt wel mooie dingen: “waar zit ik ?” denkt de hoorder. De hoorder heeft het gevoel ‘het gaat niet over mij’ De dialoog vindt niet plaats. Overigens als het gaat over dialoog moet het wel relevante dialoog (vragen zijn- die er toen doen) het moet ook niet een teveel aan dialoog zijn, want dan ziet de hoorder- prediker het bos door de bomen niet meer. Het Woord wordt echt tot verkondiging- door de communicatie en dat de De boodschap van heil ook bij de hoorder aankomt. Du hast mich angesprochen, om het maar weer eens met Hans van de Geest te zeggen.
III)
Het ik van de prediker is zo groot dat het het geen verkondiging van het Evangelie meer is. De verkondiger is niet meer ten dienst van het woord aan zijn hoorders. Het is niet meer Gods woord maar eigen verhaal. Dat kan door allerlei manieren. Eigen anekdotes, uitweidingen, eigen filosofieën, en gedachten. Zo wel het Woord als de hoorder is niet meer in beeld. De prediker is niet meer woorddrager intermediair maar stoorzender. Stoorzenders kunnen ook wel mooie muziek uitzenden, maar Het blijft ruis op de lijn, waarbij het woord van God gestoord wordt. Op den duur haken hoorders af. De persoon van de hoorder kan ook op zich een stoorzender zijn. Een preektoon, een bepaalde pose dien hij aanneemt die niet communicatief is. De prediker kan een toneelspeler zijn. Dat laatste wil niet zeggen dat de prediker geen vaardigheden rond Toneelspel mag en kan gebruiken. Juist dit is soms kan heel dienstig zijn aan de communicatie anno nu! Het is juist van belang dat ook preikanten ook vaardigheden leren ontwikkelen op het gebied van acteren. Dit laatste wil helemaal niet zeggen dat aan de echtheid van de prediker afbreuk wordt gedaan. Integendeel. Het kunnen manieren zijn om tot goed verbeelding en uitbeelding te komen!
IV)
het is redelijk in balans. Zo kan er ook op goede manieren communicatie plaats vinden. Toch is de prediking altijd een geheimenisvolle gebeurtenis. Het is de Geest die door de prediker, ook in zijn kwetsbaarheid zo kan doorwerken dat het woord van God ook al is het maar bij een enkele hoorder kan landen en nog verder in zijn/haar hart tot verstaan wordt gebracht. Tot herkenning en erkenning> Du hast mich angesprochen! Prediking blijft altijd toch mensen werk. Het is alleen de Geest die het woord zo kan beademen dat het tot leven wordt gewekt, levend wordt gebracht zodat er werkelijk tot ontmoeting kan worden gebracht. Wat de één een goede preek vindt hoeft de ander nog niet te vinden. Vraag is: hoe zit de hoorder erbij? Welke stoorzenders zijn er nog meer? Zit de hoorder ergens anders met zijn of haar gedachten? Is er onrust of rust bij de hoorder zelf. God kan met een ‘kromme stok’ altijd een rechte slag maken. Alleen er dient gezegd te worden: dat we als prediker altijd zo verantwoordelijk blijven om zoveel mogelijk rechte stokken te
43 krijgen. Tegelijk is het een troost voor de prediker te weten dat hoe zwak een preek of prediker is God zijn kracht in onze zwakheid volbrengt. Is het juist de Here Jezus niet die gezegd heeft tot zijn leerlingen. Zonder Mij kun u niets doen! De discipelen hoorden dit voor de gevangenneming en voordat de discipelen Hem verlieten! Maar na opstanding werden zij weer indienst genomen en weer opgehaald en ontvingen de geest vrede zij jullie en hij blies op hem. In deze bedding mag de prediker ook als mens staan. Indien dit een Modus Vivendi is zal het altijd vrucht dragen. En zal ook tot zegen zij in en voor gemeente, en blijdschap in de hemel! Voor hem zelf en zijn hoorders.
4. Hans van der Geest: preken is aan-spreken 4.1. Inleiding
Voor mij zelf vond ik het van belang om mijn homelitiek boek, die ik in de studietijd moest bestuderen weer eens ter hand te nemen. Dit na ruim 17 jaar! Het leest nu als predikant heel anders als toen ik student was. Voor mezelf merk ik wel dat ik als preikant nog steeds leerling- (student blijf). Hij blijft steeds weer lernen67, zoals de Duitsers dit zo mooi kunnen zeggen. Een goede leermeester is diegene die steeds weer leerling wil zijn. Dat mag zeker voor een Minister Verbi Divini zijn. Leren aan de voeten van de Heer en Zijn gezanten. In mijn studietijd moesten wij het boek van Hans van der Geest Du hast mich angesprochen bestuderen. In dit boek zien we dat van der Geest een leerling van Rudolph Bohren is. Hij honoreert volledig het woord in de Bijbel als het woord van God. Het gesproken woord mag klinken als hét Woord van God. Preken is aan an-sprechen. Aan- zeggen. In het woord preken zit ook praedicatio. Aanzeggen. Het woord van Heil wordt ons aangezegd. Dat Woord is altijd van de andere kant. Van God die zélf het woord neemt en ons altijd bij zich roept. Dat woord roept altijd weer tot leven. De vreugdeboodschap is een boodschap van heil en verlossing. Du hast mich angesprochen. De eeuwige God komt met zijn woord tot de mens, die de boodschap van heil mag horen en daar gehoor aan kan geven. Daarmee is nog lang niet alles gezegd. Van der Geest heeft ook oog voor de mens. De mens als totaal wezen, met alle lagen in zich. We kunnen denken aan lagen van: gevoelens van verlangen naar geborgenheid, verlangen naar geborgenheid, schuldgevoelens, gevoelens van dankbaarheid, gevoelens van hoop of juist daar naar verlangen, twijfel, schuld, dankbaarheid, vertrouwen, kracht, bemoediging. Er zijn lagen waar er twijfel is: heeft de kerk nog toekomst, mag ik leven van vergeving en hoe doe ik dat? Wat betekent het christen zijn in mijn omgeving waarbij ik de enige ben die geloof. Zo zijn er ontelbare lagen in de mens. Waar gaat het in de prediking om dat de lagen, de diepste lagen van de mens, je hoorder dus! Aangesproken dien te worden ( aangesproken dienen te worden) wil het woord niet in het luchtledige blijven maar een woord van de overzijde is die landt in
67
‘lernen’ is leren niet alleen met hoofd, maar ook met hart en heel je wezen.
44 het hart, bestaan van je hoorder. Natuurlijk is het onmogelijk dat op basis van een preek alle lagen van je hoorder, laat staan alle hoorders aangesproken worden. Wel is het van belang dat de hoorder ervaart dat de boodschap die uit de tekst komt door de prediker zelf is heengegaan dat een laag die bij de prediker zelf wordt aangesproken herbaar voor de hoorder is. Want dat is belangrijk. Dan wordt is de prediking ook een gebeuren. Dan wordt de prediking ook Du hast mich angesprochen! De nadruk ligt dus op mich. Het gaat dus over mij. Onder de werking van Gods heilige geest voltrekt zich een wonder. Du hast mich angesprochen! Dat is het wonder van God, die zich aan ons vertoont op menselijke maat. God met ons. Immanuel. De verkondiging is dus geheel in de lijn van U is heden de Heiland geboren! U zult hem vinden in doeken gewikkeld. En zij gingen op het woord van de herders en vonden hem liggend eind e kribbe. Toen zij dit Kind zagen loofden zij God en spraken over hetgeen zij gehoord en gezien hadden! Zo is het wonder van de prediking die aan het zien voor afgaat. Du hast mich angesprochen. Hoewel de engelen van omhoog kwamen , daalden zij af. Hoewel het kind uit de hemel kwam was de ruif niet te hoog. Hoewel de herders uit het veld kwamen mochten zij knielen bij de Koning. Daar vind het wonder onder de prediking plaats: Du hast mich angesprochen. Een wonder Bovenwonder.
4.2 dimensie van geborgenheid.
In elke mens, waar hij of zij vandaan komt heeft diep zich zelf een Oergevoel van verlangen aar geborgenheid. Dat zit heel diep in de mens. Dat was al toen je nog heel klein was. Als baby. Het is zit in de mens. Wat is dat oergevoel namelijk de behoefte aan geborgenheid: -
heb ik toekomst? heb ik een bodem onder mijn bestaan? Als ik dood ga is er toekomst? Hoe kan ik verder met verlies van een dierbare? Hoe ga ik om met angst voor mislukking? Hoe krijg ik weer kracht om verder te gaan?
Al dit soort diepe vragen horen bij de diepere lagen van ons bestaan namelijk verlangen naar geborgenheid. Nu hoeft de prediker dit oervertrouwen niet steeds te bevestigen. Soms moeten bepaalde verlangens juist omgekeerd worden en op het juiste spoor gebracht worden. Waar het om gaat is dat het woord zo gericht is op de diepste essentie van zijn bestaan dat hij aangesproken voelt op dingen zoals: waar kom ik vandaan? Waar sta ik? En waar ga ik naar toe? De gelovige hoorder, of de hoorder die in de ruimte zich bevindt waar de mens vanuit Gods woord aangesproken kan worden mag dat vertrouwen en kan dit vertrouwen interpreteren als vertrouwen op God, die zich als de Betrouwbare zich betoont! Zoals abraham op weg ging nadat hij geroepen werd door God, zo mag de hoorder ook geroepen weten door God, die hem roept en hem niet loslaat en de weg zal wijzen
45 naar het land dat door hem gewezen wordt. Ik moet denken aan een psalmvers: Ik heb zelf uit Zijne mond gehoord, Hij hoorde mijn luide smekingen en hij neigde Zijn oor tot mij. Wanneer die laag wordt aangesproken is de hoorder in zijn geheel aangesproken. Dan is het werkelijk Du hast mich angesprochen. In de eredienst in er de mogelijkheid waarin de mens in zijn geheel, in alle lagen kan worden door het levende woord (viva vox) kan worden aangesproken. Onder het woord en bij het antwoord (liederen en gebed, stilte) kan de hoorder rust, vertrouwen, kracht en nabijheid ervaren. Das neue ist, das das alte auch heute gilt. Gerade das ist es, was das Urvertrauen beim Menschen zu bestätigen vermag. Das Gottesdienstbesucher hofft auf die Erneuerung seines tiefsten Vertrauens. Er ist dankbar wenn diese Erwartung erfüllt wird 68.
4.3.
de prediker als aanspreker.
Dat vraagt nogal wat van de prediker. Dat vraagt van de prediker zo goed mogelijk) afstemming. Dat lukt de ene keer beter dan de ander. Bovendien is niet elke hoorder hetzelfde. Van der geest gebruikt hiervoor het woord Parallelität. Daarmee wordt de verbinding tussen de verlangende hoorder en de boodschap mee bedoeld. Waar en op welk moment schuurt de prediker langs de hoorder? Waar komt iets uit hem zelf dat de prediker dichtbij komt dat de hoorder ook aangesproken wordt zondaren dat de prediker overweldigt. Dat vraagt van de prediker authenciteit. H vd Geest: Wer echt ist, zeigt sich deutlich sichtbar. Damit wird er fassbar. Das macht ihn zuverlässig. Farblosigkeit vermeiden wir nur, wenn wir Farbe bekennen. Die eigene Stellungnahme ist dabei unumgänglich. Eine konkrete Folge der klaren Haltung ist die Verwendung des Personalpronomens <>. Es ist das klare Zeichen, das der Prediger sich identifiziert mit dem was er sagt Nur ist nicht jedes << ich >> in Predigten positiv zu werten. Es gibt verschiedene <>. Hier meldet sich das Problem der Relevanz. Die Gottesdienstbesucher kommen nicht in die Kirche, um zu erfahren, was <> finde und meine und glaube. So wichtig ist de Pfarrer nicht! Aber das ist nur eine Seite. Die andere ist, dass Geborgenheit, auch Geborgenheit bei Gott, nur erfassbar wird, wenn die Verkündgigung persönlich geschieht dann sollen wir aber auch <> ‚sagen! Kein Wort in unser sprach ist persönlicher al ich. Zwar habe die früheren Generationen das <> nicht gewollt. Üblicher in predigten ist <<man>> <<der Mensch>> << wer>> und besonders <<wir>>. Rudolph Bohren attackiert das homiletische <<wir>> hinter des sich der Prediger versteckt und unpersönlich wird. Die Ergebnisse der Predigtanalyse sind zwar nicht zu streng. Nicht immer weckt wir einen unpersönlichen Eindruck ebenso wenig ist es unbedingt nötig ich zu sagen um persönlich zu wirken. Das <<wir>> und das <> sind nur Symptome einer Haltung. Wenn die Haltung des Predigers eine echte persönliche ist, wird sein Wort den Hörer im Innern treffen 69.
In de authenciteit doet de hele prediker mee. Wat wij met woorden zeggen moet ook met mijn lichaam overeenkomen, anders werkt het onpersoonlijk. Lichaamstaal is heel belangrijk. Non verbale communicatie maakt het grootste deel
68 69
H vd Geest, p 51. H vd Geest, p54.
46 uit van de totale communicatie. Daarbij is van belang de variatie van je stem gebruik, gebruik van je handen. De hele prediker doet mee. Jesaja : hoe lieflijk zijn de voeten van de vreugdebode70!
Als het gaat om communicatie gaat het er niet om wat hij zegt maar hoe hij het zegt! Een vreugdeboodschap met een monotone stem daar kan je als hoorder niet echt vrolijk van worden! Ook emoties zijn belangrijk. Mits deze echt goed functioneren en adequaat zijn aan de verkondiging71! Die Zuhörer verlieren ihr Engagement, wenn der Prediger seine eigenen Gefühle verdrängt. Nur wenn er Zugang zu seinem eigenen Erleben findet, darf er auf eine positive Wirkung des Gottesdienstes hoffen. Und sein Erleben ist in diesem Bezug nichts anderes als sein persönlicher Glaube, seine Glaubenserfahrungen: vielleicht Verwunderung über Gott, Dankbarkeit für sein Leben seine Arbeit Widerstand gegen die Nachfolge Jesu Ärger über Gottes Verborgenheit. Die Prediger wirkt nur persönlich wenn er beim predigen und beten bewusst in diesem erleben stecken will. Nur dann ist er echt72.
4.4.
prediking als schouwspel.
De prediking staat niet los van heel de eredienst. Het is een samenspel tussen de schrift- prediker en hoorder. Tussen Woord en antwoord (liederen), tussen gesproken woord en stilte. Het is Schauspiel, waar God de mens ontmoet. De prediker is hier werkelijk een pendelaar. Een hele uitdaging. Daarin staat de prediker met huid en haar in dit spel. Ein heiliges Spiel.
In Bezug auf ihn selber heißt Verantwortung tragen, dass der Prediger zu seiner arbeit und seinen Worten steht. Es muss spürbar werden dass er den Gottesdienst und seine Predigt für wichtig hält, dass seine Worte auf etwas hindeuten, das für ihn selber existentielle Bedeutung hat. In Bezug auf die Zuhörer bedeutet Verantwortung tragen den Anspruch des Predigers dass das, was zu sagen hat, auch für diese Zuhörer entscheidend wichtig ist. Die zweite ist, dass der Prediger mit dem wunder rechnet, dass der Herr selber in den Zuhörern wirkt Ohne lebendigen persönlichen glauben ist diese Verantwortung eine Überforderung aber jede als echt empfundene Beteiligung an der Sache Gottes kann als Fundament dienen diese Verantwortung zu tragen. Nie ist das Geheimnis klarer und einfachre ausgedruckt worden als in der Confessio Helvetica posterior:preadicatio verbi Dei est verbum Dei. Das ist ein Bekenntsnissatz er wird geglaubt nicht bewiesen73.
70
Jesaja 40: Uiteraard is er het gevaar voor exhibitionisme. Maar de klacht onder hoorder over onpersoonlijkheid is groter dan En omvangrijker dan dat de prediker te veel onver zichzelf of te emotioneel is. Bohren en in de lijn van Bohren Van de Geest zagen deze ontwikkeling al in de jaren 70 en 80. In deze tijd is echtheid en persoonlik zijn nog veel belangrijker geworden. Juist ook in de eredienst.! Want daar gaat het over de hele mens. Wel in het licht van Gods Woord. 72 H vd Geest p. 56. 73 H vd Geest, p 72 73. 71
47
Het samenspel kan als volgt worden weer gegeven:
48
4.5.
Dabar als gebeuren.
Het hebreeuwse woord voor woord is Dabar. Dabar is niet een statisch iets, een instant pakket maar een gebeuren. Daarin komt de prediker helemaal mee, zonder dat hij de hoofdrol speelt. Het gaat nog altijd om de ontmoeting tussen God en mens. Dat is Gods beweging. Maar God doet dit op een unieke en wonderlijke wijze. Namelijk op vleselijke wijze. Maar niet op vleselijke wijze ‘pur sang’. Nee door middel van Zijn Geest. Elia en Elisa werden omgeven door de kracht van Gods Geest. God voorzag Mozes met een heilige wolk waar God zelf present was. De herders in het veld, voordat ze om weg gingen werden omgeven door Gods heilige lichtglans. Zo neemt God de Heilige onheilige mensen (zondaren) tot zijn dienst om het heilige woord te brengen tot verlossing van zondaren. God gebruikt geen helden maar zondaren. Inderdaad Het woord wordt altijd vlees. In het bijzonder in de heilige Zoon Gods, waar alle onze onheiligheid opgenomen is.
49 Zelfs daalde God zelf op de Here Jezus Zijn zoon neer in een duif en klonken daar de woorden: Deze is mijn geliefde zoon in wie Ik mijn welbehagen heb. In die beweging behaagt het de Here God nog steeds zijn woord aan deze wereld kwijt te raken. Dabar is daarbij een gebeuren. In Lucas 2 horen en lezen we: Het Woord geschiedde… Daar is geen plaats voor trivialiteit , maar verwondering. Mij geschiedde naar uw woord.. of zoals Simeon in verwondering uitsprak met Het Kind in zijn armen laat heer uw dienstknecht gaan in vrede. Dit duidt niet op zijn naderend sterven ,maar tot een roeping tot dienstknecht. Dit to getuigenis voor vele geslachten eeuw in eeuw uit.
5 prediking in het geding in de tijd van geestelijke crisis. 5.1. Verkenning.
De laatste jaren verschijnen op de markt steeds meer studies rond de plaats en betekenis van de kerk in een steeds meer geseculariseerde samenleving. Daar is ook alle reden voor. Kerken in Nederland en andere omringende landen lopen hard leeg. In de samenleving is de kerk steeds meer in de marge teruggedrongen . We zitten in een periode, waarin voortdurend kerken gesloten en verkocht moeten worden. Met alle pijn van dien! De kerk is op een moment gekomen van bezinning. Kan het tij, dat al vele jaren aan de gang is, gekeerd worden? Hoe moet of beter gezegd de kerk in deze nieuwe positie op stellen? Is de prediking nog wel een haalbare kaart als steeds meer mensen, ook binnen de kerk, in een dagelijks leven
50 verkeren waarin christelijke Bijbelse noties een rol spelen in hun keuzen, baan, school, werk, sport, dagelijkse vrije tijdbesteding. Als de kerk een marginale rol van betekenis speelt vooral bij jongeren is de prediking juist dan niet een achterhaalde zaak? Zijn een intussen ook niet preek moe geworden, zoals een vrouwelijk gemeentelid elders eens verzuchtte: “dominee ik word zo moe van al die preken!” In een recent verschenen studie kwam Alister Mac Grath tot de conclusie dat het protestantisme in Europa afstevent op faillissement. De reformatie uit de 16 en 17 eeuw had en bewees haar kracht : ‘sola gratia’, ‘ sola fide’, ‘sola scriptura’. Maar die tijd is al lang voorbij. De samenleving is totaal anders, waarbij dit gedachtegoed niet meer tot de gemiddelde verstaanhorizon van mensen ligt. Bij velen gaat er zelfs geen lampje meer op. De Bijbel is voor velen een achterhaald boek, dat op wetenschappelijke basis volgens velen gemakkelijk weerlegt en naar het rijk der fabelen verwezen kan worden. Daarbij is het protestantisme, volgens Mc Grath heel erg op intellectualistische leest geschoeid, terwijl de moderne mens zeer sterk visueel gericht is waarbij beleving een centrale rol speelt. De vraag is of hiermee alles gezegd is. Of is er nog een andere weg, die begaanbaar is? Is de tijd, waarbij het schip der kerk de wind tegen heeft- of zelfs windstil is, misschien wel bezinningstijd. Woestijntijd, waarin wij op onszelf geworpen zijn en ons zelf de vraag moeten stellen: wat geloven wij? Waar gaan wij voor? Wat is echt onopgeefbaar? Wat is de kern van de christelijke boodschap? Op welke basis werd de vroeg christelijk kerk gebouwd? Waarvoor gingen de eerste christenen de arena’s in om voor de leeuwen geworpen te worden? Waarom was het christelijk geloof onopgeefbaar? Hoe kwam het ondanks tegenstand vervolging dat het christelijk geloof over geheel Europa uitwaaierde, nu over de gehele wereld verspreid is en in bepaalde continenten een reusachtige groei doormaakt? Hoe komt het dat ook vandaag mensen hun leven geven omdat zij instaan voor het voor hen onopgeefbaar geloof in Jezus Christus als heer en verlosser voor hen persoonlijk en deze wereld? Dan kan het niet anders dan dat dit het onontkoombaar evangelie van god zelf is, die bemiddeld wordt aan deze wereld.
5.2. terug naar af… en het ‘arcanum ecclesiae’.
In het onlangs verschenen boek Marginaal en Missoniar beschrijft Wim Dekker de crisis waarin de kerk, met name de Protestantse kerk zich in bevindt74. De crisis is niet van de ene op de andere dag tevoorschijn gekomen. Nee, het is een proces van jaren van decennia van erosie. Er is in de eerste plaats geen sprake van kerkverlating maar van een geestelijk verval in de moderne westerse samenleving van Europa. In de afgelopen tientallen jaren zijn voor steeds meer mensen het christelijk gedachten goed met de bijbehorende rituelen zoals dagelijks Bijbellezen, bidden tot het levenspatroon gaan behoren.
74
W. Dekker, Marginaal en Missionair, kleine theologie voor een krimpende kerk, 2011.
51 In zijn boek, die hij als ondertitel een kleine theologie voor een krimpende kerk heeft meegegeven probeert hij de ontwikkeling van crisis in een breder kader te plaatsen dan alleen sociologisch. Waar heeft de ontkerkelijking ook te maken Met Gods handelen in de geschiedenis? Er is veel meer aan der hand als het gaat om de kerk die krimp dan we denken. W. Dekker schrijft:
Wij, op onze beurt, zijn daar in onze tijd ook toe geroepen (net als Augustinus het handelen van God in de geschiedenis zien ook als het gaat over de Kerk). Nu het christendom in Europa afbrokkelt en dreigt te verdwijnen, kunnen we niet volstaan met binnenwerldse verklaringen. Bij d huidige afbraak van d kerken denk ik dan bij voorbeeld aan de tekst uit Jermias: wat ik geplant heb, ruk Ik zelf uit (Jeremia 45:4). Dat is niet het enige en het laatste, maar wel het ebslissende. Het kan geen toeval zijn dat we na de kerstening en de bloeiperiode van het christendom nu een tijd van afbraak meemaken. Dat kun je venmin afdoen met oppervlakkige beschouwingen over opgaan, blinken en verzinken…. We zijn naar mijn idee veel meer geseculariseerd dan we doorhebben als we dan niet met een beroep op theologische motieven of spirituele invalshoeken, niet of nauwelijks toekomen aan de vraag naar Gods hand in de geschiedenis75.
Even verderop haalt W. Dekker W. Pannenberg aan, die net als hij zelf van mening is dat de crisis alles te maken heeft met verberging Gods (obscuritas Dei). Onze westerse cultuur, betoogt Pannenberg, verkeert in het acute gevaar van afwezigheid van God te sterven. Kijk naar de ervaringen van zinloosheid, identiteitscrisis, neurosen, zelfmoord, geweld enzovoort. Maar deze afwezigheid is geen gevolg van zijn dood, maar het feit dat Hij niet met zich laat spotten. Opmerkelijk is dat Pannenberg dan zwaarwegende Bijbelse theologische noties naar voren brengt. Afwezigheid van God, zegt hij heeft in de Bijbel te maken met oordeel en gericht. Sterker nog: Zijn afwezigheid is oordeel en gericht. Het gericht van God bestaat niet in een of andere willekeurige straf, maar God geeft de zondaren over aan de gevolgen van hun eigen verkeerde keuzes. Verberging van God is in de Bijbel niet zoiets als dat God het (even) laat afweten. Het is juist een van zijn zeer veelzeggende activiteiten. Afwezigheid van God en gericht hangen volgens veel teksten in het oude testament ten nauwste samen. Ook op Golgotha is de Godverlatenheid van Jezus de nacht van het goddelijk gericht, dat Hij in onze plaats draagt76.
W. Dekker komt in zijn ‘kleine theologie’ tot conclusie dat de crisis van kerkverlating en geloofaval ook alles met het lijden van Christus te maken heeft. Het gaat ten diepste om de verwerping van het evangelie. Geen bereidheid tot navolging van Christus. Er is nog wel een omhulsel te vinden van christelijk religie, maar dat is echt iets anders dan geloof. Geloof in de diepste zin van het woord betekent deel hebben in het existentiële leven aan het leven, sterven dood en opstanding van Jezus Christus. Maar als dat zo is dan is er ook hóóp. Want door dit nulpunt heeft God ook Zijn Zoon opgewekt. En de kerk is ontstaan aan de voet van het kruis en aan de rand van het open graf. De zonde en de dood heeft niet het laatste woord maar Jezus is Heer. Dat is wat mensen tot geloof bracht en er voor gingen. Niet in theorie maar met heel hun leven. Met het geloof in Jezus dood en opstanding deden mensen belijdenis en werden gedoopt (het aloude Credo). In het kort gezegd: In Zijn dood gedoopt en in Zijn opstanding opgewekt tot nieuw leven- eeuwig leven. Leven met en in de Heer in het nieuwe leven van vergeving, verzoening en toewijding! Jezus leven van mijn leven Jezus dood van mijnen dood- zo luidt een bekend lied. Maar die opwekking heb 75 76
Zie W. Dekker, p 29. Zie W. Dekker, p 31 verwijzing naar W. Pannenberg, Die erfhahrung der Abwesenheit Gottes in der modernen Kultur, Göttingen, 1984.
52 ik niet in de hand. Ondanks alle pastorale zorg en tien duizenden preken raakt de kerk steeds leger en leger. God lijkt af te breken wat Hij heeft opgebouwd. Dat is een oordeel waar wij nog lang niet klaar mee zijn. We zijn nog niet klaar met zelfonderzoek, met schuldbesef en boetedoening. Maar uit de schrift weten we dat in Gods oordeel er altijd genade van een nieuw begin is verborgen. Indien de graankorrel niet valt en sterft kan zij geen vrucht dragen. Pas door het sterven aan onszelf is er nieuw leven te verwachten. Alleen zo ver is het nog niet..77 We moeten constateren dat het besef van de aanwezigheid van God bij de moderne mens bijna niet meer aanwezig is. Gods handelen, speelt bij steeds minder mensen een rol in het dagelijks leven. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de zondagse eredienst, met daarin een centrale rol voor de prediking voor steeds meer mensen niet (meer) op het prioriteiten lijstje staat. Veel mensen die je voor een aantal jaren terug nog in de kerk zag zie je niet meer. Ik vind niet meer wat ik zoek hoor je geregeld. Wat men zoekt blijft in veel gevallen een open vraag. Misschien zijn mensen niet meer op zoek. Er is een gevoel van tevredenheid. Natuurlijk is er wel eens tegenslag, maar God of het geloof is niet een absolute noodzaak van het levensgeluk. Daarbij hoor je nog al eens mensen zeggen: “In de kerk vind ik niets wat ik relevant vind voor mijn leven”. Men kan ook wel zonder de kerk geloven, is een veel gehoorde kreet. Waar voor 30 jaar terug de kerk een centrale rol speelde is zij nu in de marge. Moet je zeggen dat met dit keiharde gegeven de rol van de kerk in Europa definitief is uitgespeeld? Nee, concludeert Dekker, maar zij is wél in een totaal andere positie/rol terechtgekomen. De kerk is op haar zelf teruggeworpen! We zijn net als planten, die in de winter een terugtrekkende beweging moeten maken, Om nieuwe krachten op te doen, zodat we als de tijd daar is in een nieuw seizoen weer op kunnen bloeien. Als het verlangen sterft dan is het lastig om missionair te zijn. Als hinden niet meer smachten naar het water of het hijgend hert niet meer naar naar het genot van frisse waterstromen schreeuwt. Ja, wat dan? Dan zal de kerk moeten ophouden met krampachtig op allerlei manier het kerkelijk leven moeten oppompen. Het luchtbed met de tientallen gaten laat zich niet oppompen met allerlei krampachtige en driftig goed bedoelde activiteiten. Het raakt niet vol met de wind van de Geest, als het de andere kant net zo hard er weer uitstroomt…. Iets anders is nodig. Een andere houding. Houding van geloof hoop op God. Dat vraagt om volharding en vertouwen. Dat is heel iets anders houd er de moed maar in… Dat loopt dood. Dat laatste luidt onherroepelijk het faillissement van de Protestantse Kerk in West Europa in. Nee, terug naar af, is terug naar haar oorspronkelijke roeping. Roeping naar het fundament van kerk zijn. Krampachtig snoepen en heelrijke toetjes eten lost geestelijke vermagering niet op. Want dat de kerk in d marge is terecht gekomen is nog niet het ergste concludeert Dekker, maar dat veel binnen kerkelijke mensen niet meer weten wat ze geloven en wat kerk zijn echt betekent is de crisis niet alleen buiten de kerk maar vooral binnen de kerk. Dat
77
Zie W. Dekker, p 37. We leven in een mondiale samenleving. Ook daarin ligt bemoediging voor het geloof opgesloten. Wanneer de kerk in Europa kwijnt, zien we tegelijk hoe God verder trekt in Azië en Afrika. Toch ben ik hier niet geholpen met chinezen die tot geloof komen waanneer ik zie dat ondanks alle Liefdevolle geloofsopvoeding kinderen afhaken en ondanks alle trouwe pastorale zorg de kerk steeds Leger en leger worden.
53 is volgens de ergste crisis. Wat geloven wij? Als dat een vraag is dan is er ook geen verwondering meer. Het verlangen sterft…78 Dat is een verschijnsel die Dietrich Bonhoeffer al in de jaren 30 zag hetgeen hij in zijn beroemde brief van 30 april 1944 net voor zijn executie schreef: “De tijd van innerlijk en geweten, kortom de tijd van religie is voorbij”79. In de jaren 30 zag Bonhoeffer al dat de Lutherse kerk in Duistland totaal was uitgehold. Men waaide met alle winden mee. Met alle gevolgen van dien! Het gevolg was dat er van het eens zo machtige bolwerk uiteindelijk slechts een zwakke en wankele gestalte overbleef. Religie is heel iets dan geloof. Geloof heeft alles te maken met de navolging van christus. Glaube ist gehorsamkeit, ohne Gehorsamkeit keine glaube80. Absolute gehoorzaamheid aan Christus is impliciet in het geloof opgesloten. Navolging komt voort uit het geloof en het geloof vraagt om navolging. In de navolging ligt het geheim van de kerk opgesloten. In navolging van Bonhoeffer noemt Dekker dit het arcanum 81 Deze discpilina arcanum is te vatten onder de drie kernwoorden: bidden- het goede doen ( als Christus onder mensen verkeren) en wachten op God. Het vormt zich als een snoer rond het woord en de sacramenten van water brood en wijn. In doop en avondmaal komt God tot ons. In het gewaad van het woord verschijnt Christus aan ons. In Woord en sacrament ligt het geheim van de Kerk besloten. In Woord en sacrament komt God in Christus zelf tot ons, daar komt hij onder ons. Daar bemiddelt God zijn heil van verlossing, hoop en genade aan ons. Daar woont Hij zelf daar wordt Zijn heil verkregen een leven tot in eeuwigheid! 5.3 Het Woord als heilsbemiddeling. Daar waar in de Rooms katholieke kerk het sacrament van de eucharistie centraal staat is dat in de Protestantse traditie het Woord. In het woord bemiddelt God zichzelf. Dat is een verplaatsing van het zwaartepunt. Daar waar het woord binnen de rooms-katholieke traditie het sacrament dient te onderstrepen is het binnen de protestantse traditie andersom. Het sacrament is zichtbare woordverkonding. Maar in en door het Woord gebeurt het. Daar gaat Gods woord opengaat en komt Hij tot ons. Hij zelf spreekt. God Zelf neemt het woord ook al is daar een dienaar des Woords. Luther noemt de prediking de viva vox evangelica. De levende stem van het evangelie. Als het Woord opengaat en de Geest het Woord omringt dan kan het zo worden volgens Luther dat de levende christus de Gekruisigde en opgestane in een groot gewaad tot ons komt. Tijdens de preek wandelt Christus opnieuw door de straten. Hij spreekt je aan; je kunt Hem aanraken zoals de bloedvloeiende vrouw dat ooit deed. Er gaat kracht van Hem uit. Zo Luther betrekt het leven van de gewone man in zijn dagen bij de ontmoeting van het woord. Hij preekt dialogisch en gebruikt
78
Verwijzing naar een preek van K.H. Miskotte in de Willem de Zwijgerkerk te Amsterdam op 16 april 1961 met Als thema ‘als het verlangen sterft.’. De preek is mede geboren uit zijn verontrusting over hetgeen verteld was op de Hervormde toogdag op 22 maart 1961 waar het thema luidde”hoe wordt de kerkdienst een feestelijk gebeuren? 79 D. Bonhoeffer, Widerstand und Ergebung,1944. 80 D. Bonhoeffer, Nafolgung 81 Het arcanum dateert de tijd van de vroege kerk: de christelijke gemeente stond bekend als een geheim genootschap. De openbare prediking was weliswaar toegankelijk voor een ieder. Bij de viering van brood en wijn werd het ‘gewone ‘volk weer naar huis gestuurd. Zodoende hing er een waas van geheimzinnigheid rond de bijeenkomst van de (huis) gemeenten. Kenmerkend voor het arcanum was de afzondering van de wereld en de concentratie op het eigenlijke geheim, W. Dekker p39.
54 veel voorbeelden uit het alledaagse leven om te laten zien hoe God daarin aanwezig is82. In het woord komt God zelf. In Genesis 1 sprak God: “er zij licht” en er is licht. Dit laat zien dat het in en door het Woord God handelt, schept vernieuwt en verlost. In heel de Bijbel, in heel de geschiedenis van het volk Israel handelt God door middel van het Woord op directe wijze of via de profeten. God neemt niet alleen het woord maar is ook zelf het woord en handelt door het Woord. Het volk Israel leeft ook bij en vanuit het woord. Ten allerlaatste zond God Zijn Zoon, die het levende Woord is. Hij zelf is het Woord ten Leven! Ik ben de Weg de waarheid en het Leven, zegt Jezus bij het graf van zijn lieve vriend Lazarus. God neemt in zijn Zoon, zichtbaar Woord het woord en in Zijn Woorden is er leven. Zelfs bij de opstanding van Jezus wordt het woord tot de daar aangekomen vrouwen door de gezanten van God gesproken. Terwijl zij een leeg graf zien wordt tot hen gezegd: Hij is hier niet hij is opgewekt. Op grond van dat Woord getuigen de vrouwen aan de bange discipelen. Wat wij hebben gehoord prediken wij Julie: Hij leeft! De vrouwen worden aangesproken door het woord en verkondigen het woord (eerst nog dit: waren jullie vergeten hetgeen jullie Meester zelf gezegd heeft dat Hij na drie dagen opgewekt zou worden.. waren jullie dat vergeten?). Het Woord Hij leeft is het heilgeheim van de kerk. Ook dat doen de apostelen, op grond van het woord. Ook Paulus preekt het woord dat hem verkondigd is en hen door geeft. Het geheim van d kerk is dat zijn leeft bij het geheim van het woord. Zo sprak JHHW als Mozes vraagt uit wiens naam moet ik tot het volk spreken . zeg maar Ik ben die ik ben. Die woorden werden zicht baar in zijn Zoon. Ik bén het Brood des levens, Ik bén de goede Herder. Maar woorden blijven dood als de Geest het woord en de woordbrenger (prediker) niet ‘begeistert’. Het is duidelijk, aldus Dekker dat het protestantisme vernieuwt dient te worden. Reformatie leefde ook bij het devies: ecclesia reformata semper reformanda- de kerk moet steeds wee gereformeerd worden. Het gaat er om dat de heilsbemiddeling weer voelbaar wordt. Als dat zo is dan dient de prediking weer de centrale plek te krijgen in het kerkelijk leven. De preek hoeft niet opgepimt te worden met allerlei toeters en bellen. Maar dient weer heilsbemiddeling te zijn in de echte zin van het woord. Door de verkonding wordt het heil van God weer present gesteld midden in de gemeente. Dat betekent dat de hoorders helemaal met huid en haar er bij betrokken dient te worden. In het Woord en daar ligt de kracht van het woord is het zo als het goed is dat de hele mens met alle facetten van het leven er weer bij betrokken wordt. Op ons hele bestaan valt het kruis en opstanding van Jezus Christus! Dat vraagt heel wat van de prediker. Dat vraagt van de prediker ook als mens om helemaal in het volle woord van God te staan. Dat vraagt een totaal ontvankelijke basishouding. Spreek Heer ik luister. Wat heeft de tekst tot mij te zeggen? Wat zegt de tekst tot mij in dit bestaan, dat van mij en de hoorder die ik op het oog heb? Dat vraagt een voortdurende inoefening van het Bijbelse Woord. Het gaat er niet om dat je zondags moet pieken, maar vraagt een dagelijkse inoefening met en van het Woord. Daarmee sta je niet los van de gemeente of deze wereld, nee juist integendeel zou ik willen zeggen!. Je bent juist verbonden aan de hoorder. Nog
82
W. dekker, p 99.
55 dieper: als prediker bén je ook hoorder83! Wat de Bijbel als het Woord van God gaat over mensen ook vandaag. Wie dat niet mee gelooft kan er beter mee ophouden. Dan is het over en uit. Maar wie werkelijk gelooft en erin gaat staan en werkelijk inoefent mag ervaren de kracht van het woord. Dekker hanteert het begrip relationele hermeneutiek’. Wat wordt daarmee bedoeld? Hij bedoelt daarmee dat in heel de bijbel God een relatie aangaat met mensen. In die relatie gebeurt er veel. Er is genadige zorg en trouw, er is menselijke toewijding, maar ook ontrouw, schuld en boete. Ergens op die lijn komt van het verbond komt Jezus ter sprake. Hij is zelf de Bemiddelaar. In de relationele hermeneutiek is het zo dat als het gaat om de verbanden tussen God en mensen toen ook nu geldt. Ook vandaag gebeurt er van alles tussen God en mensen en mensen onderling. Ook al zeggen mensen dat ze niet niet (meer) geloven. Het bijzondere in de bijbel is dat ook ongeloof, zonde, twijfel aan de orde is. Niet in abstracte maar in existentiële zin. Ook dan komt God in de kring van ons mensen. Juist dan, zou ik willen zeggen. Door de Bijbel spreekt God ook tot ons vandaag. Met onze vragen in onze context. De Bijbel verhaal is niet van toen en lang geleden maar de verhalen werden zo opgeschreven en vertolkt dat ze ook nu gelden! Vele verhalen over abraham , Jacob en de koningen kregen in de babylonisceh ballingschap een actuele betekenis. Als Jezus woorden van Jesaja citeert dan is dat niet altijd letterlijk, maar citeert hij ze zo dat ze actuele betekenis krijgen! Zo wordt de Bijbel verder geschreven en daar is het dan ook het levende woord van God voor! Als de Here Jezus zegt : “De Vader zelf heeft u lief”84. Is dat niet alleen woord van toen maar ook voor mij. Dan mogen we het de psalmdichter ook nazeggen: Ik heb het zelf uit Zijnen mond gehoord, Zijn onfeilbaar woord! Een relationele hermeneutiek respecteert die verbanden zoal ze in de Schrift voorkomen En respecteert vervolgens ook de verbanden van het leven met God vandaag, waar zich precies zoals in het schrift van alles afspeelt ook vandaag gebeurt er van alles in de omgang met God met zijn mensen en zijn wereld. Alleen wie zich daarin betrokken weet, kan oog krijgen voor de betekenis van Jezus. Een relationele hermeneutiek is tegenovergesteld aan een instant boodschap, die overal en altijd hetzelfde is: Jezus is voor onze zonden gestorven. Geloof dat evangelie en leef eruit. Hoezo, Jezus is voor onze zonde gestorven? Was dat dan nodig? Voor welke zonden? Wat zijn zonden eigenlijk? Moet het zo sterk over zonde gaan? Er gebeuren toch ook goed dingen/ Al deze vragen kunnen alleen beantwoord worden wanneer we de Bijbel lezen als het verhaal van Gods omgang met mensen en zien wat zich daar allemaal afspeelt. In de ontmoeting met de teksten die hierover gaan krijgen de lezer en de hoorder antwoord op deze vragen. Lans deze weg komt Jezus Christus organisch tevoorschijn als de meest vergaande stap van god om de relatie met zijn mensen niet te laten doodbloeden85.
Het gaat er niet om dat ik, aldus Dekker, de tekst ga bepreken het gaat erom dat ik in de tekst het relationele handelen en spreken van God toen en u ontdek, dat ik daarin ga staan me daarmee identificeer en dan een nieuw gevonden boodschap voor het heden doorgeef. Hoe kan ik als prediker dit? Namelijk dat het woord dat ik brengen mag ook werkelijk als hét Woord van God laat klinken in de diepere lagen van het menselijk bestaan (van vreugde, twijfel, angst en twijfel) zodat God zelf spreekt als een woord van hoop, bevrijding, vermaning, oproep en
83
ZieG.D.J. Dingemans, als hoorder onder de hoorders, 1991. Johannes 16: 27 85 W. Dekker, p 118. 84
56 Bekering? Steeds weer moet de prediker ook zelf naar de kern van zijn ambt. Bij de aanvaarding van het ambt is toch de gave van de Heilige Geest beloofd? Natuurlijk is het ook ene kwestie van ambachtelijk en voortdurende nederigheid als luisteraar en hoorde voor ons elf maar ook staan in de beweging van Gods Heilige geest. Is Paulus meer dan wij? Nee, wat mij is overgeleverd mag ik u verkondigen, geld ook mi vandaag als operiker, die in weze niet echt in een andere tijd leeft dan hij.
5.5.leven bij het geheim.
Al eeuwen lang leeft de kerk bij het geheim. Eigenlijk moet je zeggen van het geheim. Als jonge pelikaan leeft de kerk als gemeenschap van mensen uit Jezus Christus zelf die ons voedt met zijn liefde en vergeving. De moeder pelikaan voedt zijn jonge zelfs met haar eigen bloed. Het zijn d jonge pelikanen Dei steeds wee hunkeren naar dat voedsel. De kerk l; beeft bij het geheim van kruis en opstanding. Dat de zonde, als de wortel van alle kwaad en de dood niet het laatste woord in ons leven heeft maar kruis en opstanding. Leven uit en door de dood. Dat is d unieke boodschap, die steeds weer haaks staat op menselijk gevoel en bestaan. Maar waaruit wel uit de as van ons leven nieuw leven herrijst, voor lek mens waarbij het leven bij d handen afbreekt. In de tijd van ontkerkelijking ont- geestelijking zijn we des te meer geroepen om ons te laten bepalen en te leven uit dat geheim en uit die drie slag bidden- onder mensen goed doen. Het mysterion is niet iets vaags dat geraden moet worden, maar het geheim is wat in geen harten is opgekomen God heeft geopenbaard. De liefde die ons geschonken ons het kruis van christus tot verzoening van de wereld. Daarin is eeuwig leven gegeven ion ene bestaan dat ten dode wankelt. Het is een mysterion dat je mag geloven. Belangrijk om dat met elkaar te vieren en te gedenken tot dat Hij komt (maranatah). Dat mysterie is niet ene krampachtig koesteren maar leven uit verwachting verlangen naar God: Kom tot ons de wereld wacht kom tot ons in onze nacht.. Dat neemt de pijn van de crisis niet weg. Integendeel. Het tilt ons er ook niet bovenuit. We zullen erdoor heen moeten. Ook niet wachtend op betere tijden. Nee, zoal het volk de ark van het woord van verbond door de woestijn droeg en door de woestijn ging zo zijn wij ook vandaag geroepen om op weg te gaan met het woord van god dat ons tot leven met god roept elke dag weer en ons in Jezus Christus beloofd. Zie ik heb de wereld overwonnen. Dwars tegen alles in. Zo gaat de kerk op weg, als het volk God van lel tijden en alle plaatsen. Ik ben met u alle dagen tot aan de voltooiing de wereld. Die belofte vraagt elke keer weer tot verkondiging om dat god zelf deze wereld, ons wereld nimmer los, laat maar brengt naar zijn koninkrijk van heil en verlossing, de nieuwe wereld waar het waar definitief overgaat in lofzang en aanschouwen en god alles in allen zal zijn. Dat geheim die toekomst mag hier in de gemeente nu al gevierd worden als hoop voor de wereld86. Als God ons zo naar ons toekomt mag geloven meer zijn dan een mogelijke optie. Een weg met een toekomst die in God zelf besloten ligt. Een weg van blijdschap, ook la is die met vallen en opstaan. Net al de kamerling die het woord hoorde en geloofde en zijn weg ging met blijdschap! Laat die blijdschap in ons volkomen zijn. Niet uit eigen krampachtigheid maar door zijn Geest met Pinksteren
86
W. Dekker, p 150.
57 aan ons gegeven. De geest die door gaat met Zijn werk om Christus als heil voor de wereld te betuigen totdat De heer zijn kerk thuishaalt en alles nieuw wordt. Zo ver is het nog niet. We zij nog onderweg. De wereld en ons bestaan is nog gebroken. Maar het is de geest die ons een aanbetaling doet: eenmaal zal er vrede zijn, wanneer we mogen delen in het feest van de heer. Wanneer de Heer aan zijn dienstknecht Jeremia vraagt: Wat ziet gij? Dan antwoordt hij: “een amandeltwijg”. Een klein takje. Een takje, dat duidt op een nieuw begin. Heel vroeg in de winter. Dat takje duidt op kwetsbaarheid, maar tegelijk kostbaar. Zoals je dat takje ziet Jeremia (en over zijn schouders kijkt Israel, Zijn volk en de kerk mee) zo waak ik over Mijn woord, aldus het Woord van de Here. Het woord dat eeuwig stand houdt, wanneer het gras verdort en de bloem afvalt. Het woord van belofte: Ik ben er bij. Ik ben die Ik ben. Woorden vevrvult in de Heer : Ik ben met u al de dagen tot aan de voltooiing der wereld. Woord waarvan en wij mogen leven. Woord dat het waard is om door te geven totdat Hij komt Maranatha. ‘ Kom’ zeggen de Geest en de bruid87.
87
Openbaring 22:7
58 Bijlage I
Bestudeerde literatuur.
- Tim Keller, In alle redelijkheid, christelijk geloof voor de welwillende scpetici, Franeker (2008) vertaling van Tim Keller: The reason for God- belief in an age of Scepticism. - Tim Keller, artikel over het huwelijk n.a.v. Efeziërs 5:21-32 in VC Koers (2007) Bewerkt door Ineke Marsman-Polhuys. - Artikel van Herman Paul en Bart Wallet ‘Een portret van Tim Keller’ in: Wapenveld 58 (2008). - Tim Keller preek ‘een nieuwe definitie van zonde’ uit: De vrijgevige God. - Tim Keller preek ‘nieuwe definitie van verlorenheid’ uit: De Vrijgevige God. - Tim Keller, preek ‘succes als verzoeking’ uit: Namaakgoden. - Tim Keller, De vrijgevige God, recht naar het hart van het christelijk geloof. (Oorspronkelijke titel: The prodigal God- recovering the heart of the Christian Faith, 2008.) - Tim Keller: Namaakgoden, lege beloften van geld, seks en macht, en de Enige goden werkelijke hoop, 2009. (Counterfeit Gods, - The empty Promises of Money, sex, Power and the Only hope that matters). - Wim Dekker, Marginaal en missionair kleine theologie voor een krimpende kerk, 2011. - Rudolf Bohren, ‘Viertel Teil der Prediger’ in: Predigtlehre,( München) 1974 P.345-401.
- E.K. Foppen, Mag ‘ik ‘ de preekstoel op? Artikel over de aanwezigheid Over de persoon van de predikant op de preekstoel. ( artikel in het kader van de aeropaguscursus Hydepark Doorn) - E.K. Foppen, “Ik mag de preekstoel op!’ Artikel over de mogelijkheden en grenzen van persoonlijke aanwezigheid in de prediking. (artikel in het kader van Aeropagus cursus). - P.J. Visser, ‘De persoon van de prediker –doet die ertoe? (artikel in het kader van Aeropaguscursus). - P.J. Visser, ‘Met verwachting zoeken’, n.a.v. studiedag IZB.
- P.J. Visser, ‘Communicatie in de prediking’, bijeenkomst GB studenten theologie, 2008.
59
- Hans van der Geest, ‘Du hast mich angesprochen. Die Wirkung von Gottesdienst und Predigt (Zürich) 1978.
60 tijdschema
Bijlage I I 1. Week 20 16 mei-22 mei
cursus Hydepark Doorn Tim keller 19-20 mei bestudering studiestof In alle redelijkheid bestudering studiestof stencils over en van Tim Keller
2. Week 21 23 mei-29 mei
3.
verwerken van collegedictaten- en de aantekeningen van de cursus aanschaf en lezen Tim Keller: de vrijgevige God aanschaf en lezen van Tim Keller namaakgoden
Week 22 30 mei- 5 juni
lezen en verwerken in studieverslag Vrijgevige god en namaakgoden. Verder werken aan het studieverslag, algemene lijnen trekken Tim Keller Aanvullende preken en artikelen lezen Tim Keller.
4. Week 23 6 juni- 12 juni
doornemen toegezonden materiaal Aeropagus prediker in het geding. Artikelen van Paul Visser en Foppen.
verder werken aan studieverslag van Tim Keller, verwerken aantekeningen counterfeit Gods en prodigal God.
lezen doornemen het boek van Wim Dekker (verplicht opgegeven) doornemen toegezonden materiaal R. Bohren.
5. Week 24 13 juni- 19 juni
16 en 17 juni cursus prediker in geding Paul Visser en Wim Dekker Voorbereiden cursus boek van Wim Dekker Doornemen verplicht materiaal R. Bohren
6. Week 25 20 juni- 26 juni 7.
verder werken studieverslag Tim Keller verwerken aantekingen Aeropagus. Studieverslag verwerken R. Bohren.
Week 26 27 juni- 3 juli
studieverslag prediking in het geding. Doornemen hans van der Geest
61 8. Week 27 4 juli- 10 juli
studieverslag verwerken materiaal van Wim Dekker doornemen van Hans van der Geest, aantekeningen maken concept en doornemen studieverslag. Uitdraai van het studieverslag en inbinden. Praktische afhandeling van studieverlof.
62 Bijlage III. Biografische notities 1. Rudolph Bohren. (1920-2010) Rudolph Bohren is geboren in 1920 in Grindelwald. Van 1974 tot aan zijn emeritaat in 1988 bezette hij de leerstoel voor predikkunde ( homiletiek) en pastorale theologie ( poimeniek aan de theologische Faculteit van Ruprecht-Karlsuniversiteit. Hij promoveerde bij Oscar Cullmann in Basel met een proefschrift over het probleem van de kerkelijke tucht. Voordat hij in 1958 praktische theologe doceerde aan de kerkelijke Hogeschool te Wuppertal was hij predikant in verschillende Zwitserse gemeenten (1954-1959) In Wuppertal; ontstond zijn boek over predigtlehre. , die inmiddels sin zes oplagen verschenen is en generaties preikanten onderwezen werd. Met zijn aanstelling in Heidelberg in 1974 stichtte hij een onderzoekplaats voor prediking, waar hij preken van betekenis verzamelde om die voor breed publiek toegankelijk te maken. Met deze verzameling ontwikkelde hij de Heidelberger methode van preekanalyse. Die methode werd in 1968 op een wetenschappelijk forum voorgesteld. Dat resulteerde in uitnodigingen naar Florida, Noorwegen en Japan. In 1988 stichtte hij een oecumenische vereniging tot bevordering van prediking. Verder was Bohren niet alleen theoloog, maar ook dichter en schrijver. In 1967 verscheen van zijn hand een verzamelband met de titel “Bohrungen”. In het herdenkingsjaar van Calvijn 2009 kwam er een boek van zijn hand uit: Bidden met Paulus en Calvijn. Op 1 februari 2010 overleed hij op 89 jarige leeftijd. En gerenommeerd theoloog, leraar en wetenschapper, en schrijver die Van grote betekenis is geweest en nog voor de kerk en haar waardvolle opdracht om het evangelie te verkondigen. ( zie ook gedachtenis van Christian Möller).
2. Dietrich Bonhoeffer ( 1906-145) Dietrich Bonhoeffer werd in 1906 geboren en studeerde in Berlijn theologie (19241927) en later in New York. Hij promoveerde op ene proefschrift: sanctorum communio, waarin hij betoogde dat de kerk niet over Christus moet praten maar dat zij een lichaam van Christus is. Na zijn studie werkt hij als privé docent theologie aan de Friedrich Wilhelms Universiteit. Als het nazi dom steeds meer duidelijke trekken krijgt en hij het Nazi rijk zich aftekent als een satanisch rijk, besluit Bonhoeffer zich aan te sluiten bij de Bekennende Kirche. Hij ziet het zet tegen het Nazi Rijk van Hitler als een daad van overgave in de consequentie van de navolging van Christus. In 1943 wordt hij gearresteerd en wordt ter dood veroordeeld in verband met betrokkenheid bij samenzwering en aanslag op de Führer. Net voor de bevrijding van Berlijn wordt hij gefusilleerd. Net voor zijn dood spreekt hij ene getuigenis uit: Dit is het einde voor mij een nieuw begin” Van zijn hand verschijnen veel geschriften die in vele talen vertaald zijn: Beter dan het leven. Brevier, bruidsbrieven in d hel, geborgen en getroost, Navolging en verzet en overga Verder heeft hij een lied door goede machten trouw en stil omgeven geschreven. Een lied, waar hij zijn naderend einde in ogenschouw moest nemen. Een zeer bekend lied, dat ook in het Liedboek voor de Kerken te vinden is.
63
3. Wim Dekker (1950) Studeerde theologie en werkte al;s predikant in Sebaldeburen, Loenen aan de Vecht, Rotterdam en Wezep. Sinds 1998 is hij als hoofd vorming en educatie bij de IZB, vereniging voor zending in Nederland. Hij is cursusleider van Aeropagus, centrum voor contextuele en missionaire verkondiging (IZB). Hij sinds de oprichting, in 1986 betrokken bij het blad Kontextueel. Op dit moment bereid hij een dissertatie voor dat handelt over contextuele missiologie vanuit de perspectieven van K.H. Miskotte en W. Pannenberg.
4. Hans van der Geest (1933) Dr in de theologie. Hij is geboren in 1933 in Den haag. Zijn theologiestudie in Holland en Texas gedaan. In Nederland was van der Geest gemeentepredikant en klinisch pastor (Seelsorger) in Nederland. In Zwitserland is hij supervisor op gebeid van pastoraal theologie en vorming op het geleid van pastoraal klinisch vorming.
5. Paul Visser (1959) Gemeentepredikant te Amsterdam (Noorderkerk), daarvoor ‘s- Gravenhage (Bethlehem kerk) en Berg ambacht, Harderwijk en Aalburg. Gepromoveerd op een missiologisch onderwerp namelijk de zendingstheoloog J.H. Bavinck.
64