Verslag Studiereis Portugal maandag 16 mei – zaterdag 21 mei 2011
Maandag 16 mei 2011 Door Sietze Algra en Gerard Willems Het programma laat zien dat de eerste dag in het teken staat van reizen naar het bestemmingsgebied waar de excursies gepland staan. We worden om half drie op Schiphol verwacht, dit biedt velen de gelegenheid om op de voormiddag nog te werken. Een valkuil is dat dit dan weer wat uitloopt waardoor de deadline van aankomst onder druk komt, zeker als het vervoer naar Schiphol nog wat tegenzit. Gelukkig hoeft er niet lang te worden gewacht, kan er vlot worden ingecheckt en begint het wachten op het vertrek. De tussentijd wordt ingevuld met bijpraten met bekende collega’s van eerdere reizen en studiebijeenkomsten en de kennismaking met nieuwe gezichten waaronder onze reisleider Jan Maat. We zullen Jan leren kennen als een zeer energieke ondernemer van 71 jaar, die zijn tijd deels in Giethoorn, deels in Portugal doorbrengt. Jan begon als melkveehouder op het ouderlijk bedrijf in Nederland en ging algauw op zoek naar innovaties en ontwikkeling. Jan was een pionier bij het gebruik van HF-sperma op zijn bedrijf, waarvan hij de omvang van de veestapel verdubbelde, alvorens die naar Portugal te exporteren en daar in Redondo een melkveebedrijf te starten. Daarnaast beklede hij diverse bestuurlijke functies in Nederland, zette het auto/vervoersmuseum ‘Histo-mobiel’ op en werd vanuit zijn ervaring met het opstarten van zijn melkveebedrijf in Portugal actief als makelaar/emigratiebemiddelaar voor Interfarms in Portugal. Een logisch gevolg werd het inzetten van zijn kennis van Portugal en zijn netwerk aldaar als reisleider voor excursies zoals die van onze Vereniging Agrarische Bedrijfsadviseurs. Jan houdt momenteel in Nederland Lakenvelders en is actief voor de Vereniging Lakenvelder Runderen, die ook 4x per jaar het verenigingsblad ‘De Lakenvelder’ uitgeeft. Jan is met Lakenvelders begonnen toen zijn veestapel verhuisde naar het in 1987 gestarte melkveebedrijf in Redondo in Portugal. Na daar aanvankelijk te zijn gestart met een Nederlandse bedrijfsleider nam al snel zoon Olaf daar de touwtjes in handen. Olaf had geen lange bedenktijd nodig en vestigde zich definitief als melkveehouder in Portugal. Ook zoon Edwin is melkveehouder in Portugal. We hebben dankbaar gebruik gemaakt van Jans’ kennis van de Portugese taal en de plaatselijke gebruiken en we luisterden graag als hij vertelde hoe de Portugese landbouw in elkaar zat: klimaat, grondsoort, beregening, bemesting, overheid, subsidies, bancaire wereld, gemeenten, vergunningen. De informatie die we van de ondernemers op de bezochte bedrijven kregen sloot daar naadloos bij aan. De vliegreis verliep voorspoedig, de klok werd een uurtje teruggezet naar de plaatselijke tijd en de bus, die ons de gehele week zou gaan begeleiden bracht ons naar ons eerste hotel. De tandenborstels werden naar de kamers gebracht en we gingen snel op zoek naar een restaurantje voor onze eerste kennismaking met de Portugese keuken. Die beviel uitstekend: kleine hapjes vooraf, tweemaal daags ‘warm’, sterke koffie en de uitstekende Portugese wijn vloeide rijkelijk.
Dinsdag 17 mei 2011 Door Sietze Algra en Gerard Willems Het was een warme nacht in het hotel, maar door de toch ietwat vermoeiende reis, het bijpraten met het gezelschap, en misschien ook wel de Portugese wijn sliepen we door de ruisende airco heen en begonnen de dag met een ontbijt met voor Nederlandse begrippen gewone koffie, verder niet speciaal of typisch Portugees te noemen.
1
De bus in en naar het eerste excursiebedrijf: een geitenmelkerij met eigen kaasverwerking. Geitenbedrijf Paul en Willy Hulshof in Coruche Cabra dÓuro, Agropecuáia, Lda, Quinta da Bico, Foros do Rebocho, 2100-040 CORUCHE www.cabradouro.com
De broers Hulshof melken ongeveer 1.000 geiten en verwerken hun melk grotendeels zelf tot verse kaas. Het voordeel dat zij daarbij noemden was dat ze snel geld inden, de kaas hoeft geen 3 maanden tot een jaar te rijpen, moet zelfs binnen 8 dagen gegeten worden, dus snel geld binnen. Door een elektriciteitsstoring ’s nachts in het dorp en op hun bedrijf als gevolg van een boom die op de leiding was gevallen, ook het aggregaat werkte niet (er werd al een half jaar op herstel door een elektricien gewacht) konden we toch beginnen, het melken was bijna klaar. Taakverdeling broers; de ene dieren, verzorging, melken, de ander de kaasverwerking en verkoop. De broers zijn naar Portugal gekomen om met melkkoeien te beginnen, maar op advies van de ambassade (markt) zijn de broers met geiten en kaas maken begonnen. Portuga wasl toen net bij de EU, er was een kans op subsidies, maar het moest wel extensief. Begonnen met 12 ha en 180 geiten, nu 12 ha en 1.000 geiten. Locatie gekozen ivm afzet in Lissabon (2 mln van de 10 mln inwoners). Stal bij gebouwd, vergunningen vrij gemakkelijk verleend, gemeente Coruche vrij agrarisch gezind. Het opstarten van de verkoop van melk liep zeer problematisch, intussen is de kaasmakerij opgestart, eerst bouwen, daarna zijn de broers gaan verwerken, diverse kaassoorten geprobeerd Goudse, verse enz. Na vijf jaar waren de broers bijna failliet en hadden ze het bedrijf bijna opgegeven maar plotseling was er een goede afzet verse kaas gevonden en waren ze snel uit de problemen. In begin moest er 25% rente betaald worden. Nu: Goudse stabiel, verse kaas teruggevallen vraag als gevolg van de crisis, concurrentie groter, kaas in olie met kruiden is een groeiende markt. Omzet € 600.00 - € 700.000 melk en kaas. Melkprijs € 48 - € 49/100 kg, prijs staat onder druk. De wei werd voorheen verkocht aan varkenshouders, maar door de slechte prijzen kopen ze dit niet meer. Nu wordt de wei aan de mest toegevoegd, het vocht verdampt dus grotendeels. Belangrijkste ontwikkeling in de kaasmakerij was de verbetering van het vullen van de bakjes met verse kaas. Daardoor hoefde Hulshof zich minder met het productieproces bezig te houden, en bleef het personeel dezelfde hoeveelheid arbeid verrichten, op een prettigere manier. De 12 ha is niet productief in gebruik, is slecht van kwaliteit, bevat veel stenen waardoor machines veel te lijden hebben. De ervaring met loonwerkers is slecht, komen slecht afspraken na. Alle voer wordt aangekocht, en mest wordt goed verkocht aan de druiventelers. De geiten blijven jaarrond op stal. Het rantsoen bestaat uit luzerne, citruspulp en twee soorten krachtvoer en wordt met een voermengwagen verstrekt. De productie ligt op een niveau van 800 – 900 kg per geit per jaar. Er wordt gemolken in een 2x28 stands zij-aan-zij melkstal met 2 x 14 apparaten, er wordt nog handmatig krachtvoer in de melkstal versterkt. Er kunnen ongeveer 250 geiten per uur worden gemolken. Q-koorts speelt niet in Portugal, wel CL en paratbc. Maar er is een zeer lage infectiedruk, dus er wordt niet geënt. Er zijn 13 personeelsleden in dienst, 8 op het geitenbedrijf en 5 in de kaasmakerij. Het zijn op 1 na allen vrouwen uit het dorp, zij werken beter dan de mannen. Het loon bedraagt € 465 per maand. De geiten worden gehouden in een potstal met een laagje zaagsel, de pot wordt elke week uitgemest, de stal blijft daardoor het koelst. Voor- en achterzijde zijn open, ook de zijkanten zijn ongeveer 1 meter open. Er lopen twee voergangen door de stal. De geiten worden doorgemolken, ca. 2-3 jr. Alleen de hoogproductieven worden gedekt, de rest wordt geslacht als de productie te laag 2
is. Het vervangingspercentage is 30%. De bokjes worden voor € 5 verkocht, voor deze prijs is de afzet gemakkelijk. De broers hebben geen bedrijfsopvolgers, het bedrijf zal dus een keer verkocht worden. Doel daarbij is het bedrijf in zijn geheel inclusief personeel te verkopen zodat er ook zekerheid voor hen is. Na verkoop van het bedrijf blijven ze in Portugal wonen. Melkveebedrijf Van Der Linden in Fronteira Herdade da Lavradia, Apartado 10, 7460 FRONTEIRA
Het volgende bedrijf dat bezocht werd was het melkveebedrijf van Lambert van der Linden. Lambert zat in Nederland samen met zijn vader en broer in een maatschap. Door het dure quotum was uitbreiding lastig en werd er al snel, mede door buitenlandse werkervaring van Lambert en een stage van zijn broer in Portugal nagedacht over investeren in het buitenland. Na oriëntatie in ondermeer Australië, Denemarken, Oost-Duitsland en Frankrijk werd gekozen voor Portugal en werd in juli 1996 een voormalig akkerbouwberijf van 80 ha gekocht, waar voorheen ook 40 melkkoeien werden gehouden. In het najaar was de nieuwe stal gereed en werden 150 melkkoeien uit Nederland gehaald. Op de nieuwe stal was subsidie verleend en het bedrijf werd langzaam uitgebreid tot de huidige omvang van ongeveer 220 melkkoeien, waarmee de stal met 214 ligboxen vol is. Verdere uitbreiding zal lastiger worden, het bedrijf ligt in een zogenaamde REN-gebied, waar ecologie en nationaal landschap belangrijk zijn. Ook financiering is lastig in Portugal, de ervaring is dat van een investeringsplan door de bank in eerste instantie een aantal zaken worden weggestreept. Als die investeringen later toch worden uitgevoerd worden deze weer vrij simpel bijgefinancierd. Het melkquotum is ongeveer 2,2 mln kg, in 2010 is er nog 2,4 mln kg melk geleverd. Aangezien Portugal het quotum niet volmelkt behoeft geen superheffing te worden betaald. De melkprijs ligt momenteel op ongeveer 33 ct, excl kwaliteitstoeslagen. Er wordt beter op kwaliteit gelet sinds er ook melk wordt geleverd aan een bedrijf dat kaas maakt. Veel van deze melk is ‘zwarte melk’. Er zijn 3 personeelsleden in dienst, Lambert zelf kan door rugproblemen nauwelijks uitvoerend werk doen. Er is een goede bedrijfsleider in dienst, hij kost ongeveer € 20.000 per jaar. Dit lijkt weinig, maar de ervaring leert dat dit een passend salaris is in de lokale sociale omgeving. Beter betalen is niet goed, ook werkt een bonus van € 150 beter dan een van € 500 (alles in verhouding). In de ligboxen wordt opvallend vulsel gebruikt: zaagsel van de marmergroeve, zeer kalkrijk. Nadeel is dat dit zo hard wordt, dat het af en toe met een cultivator moet worden losgemaakt. Wellicht dat dit de oorzaak is dat er bij het bezoek een opvallend groot aantal koeien na het vreten staat te herkauwen. Het is beter als ze zouden liggen, de doorbloeding van de uier is dan beter en dat resulteert in een hogere productie. Bovendien worden dan de klauwen ontlast. Marmergroeve Plácido José Simões S.A. Estrade do Paúl, 7160-999 Vila Viçosa www.pjsimoes.com
De laatste excursie was bij een marmergroeve in Vila Vicosa. Grote ruwe brokken werden uit een zeer diepe open groeve gehaald met grote kranen en vervolgens in strakke blokken gezagen. Later worden dan van de grote ruwe brok dunne platen gezagen voor met name tegels. Het delven gaat door in diepte tot de kwaliteit onvoldoende is.
3
De diepte en omvang van het delfgat waren indrukwekkend, evenals de grote bergen restafval, puin dat op een hoop werd gestort. Sommige bedrijven die al jarenlang produceren en dan stoppen vertrekken met de noorderzon en laten alles zo achter. De gemeenten steken hier nu een stokje voor door slechts een vergunning voor delven te verstrekken indien de aanvrager een borgsom bij de gemeente stort. De borgsom wordt pas terugbetaald als alles is opgeruimd. Woensdag 18 mei 2011 Door Wijnand Vos en Herman Hofstee Melkveebedrijf Olaf Maat te Redondo Herdade do Carapetal, 7170 – 107 REDONDO
De vestiging van het bedrijf Maat in Portugal is tekenend voor ondernemerschap. Tijdens een reisje voor de zuivelindustrie komt vader Jan Maat in aanraking met de, in zijn ogen, unieke mogelijkheden voor landbouw in Portugal. Hij oriënteert zich gedurende bijna een jaar en in 1986 wordt het bedrijf met 106 ha en een stal met 85 boxen gekocht. Vervolgens werd het gedurende 2 jaar door een bedrijfseider gerund. Waarna in 1989 zoon Olaf besloot om zich daar, vooreerst tijdelijk, te vestigen. Het bedrijf is inmiddels uitgegroeid tot 400 ha, waarvan 5 ha wijnbouw. Er worden ca 400 koeien en bijbehorend jongvee gehuisvest. Er zijn 7 personen vast personeel (vnl. Oost Europees) en arbeidspieken worden opgevangen met los personeel uit buurt (vnl. jongeren). Enkele opvallende punten in de bedrijfsvoering geredeneerd vanuit Nederlands perspectief: Aanwezigheid van weegbrug; aan- en afvoer van vee en voer gaat via de weegbrug, dat is de enige garantie dat het correct gebeurd. Afwezigheid van mestkelder/roosters; In de zomer verdampt alle vocht en is er niet goed met een dergelijk systeem te werken. Men schuift ales in een opvanggat. Er is geen beregening, hetgeen per definitie betekent dat er geen maïs verbouwd kan worden. Maïs in het rantsoen is wel gewenst en dus heeft men te maken met transportkosten van maïs, maar dus geen beregeningskosten. Aanwezigheid van ca 4 mln kg quotum; De quotumprijs is met ca 1,5ct/kg zeer goedkoop en men neemt dus ondanks de jaarlijkse onderschrijding van het landenquotum gee risico, dat het mogelijk toch volgemolken wordt en men superheffing moet betalen. Grond is minder productief dan in NL. Van de 400 ha land is 180 ha huurland; vooral geredeneerd vanuit de gedachte dat de grondstofprijzen zullen stijgen en men hiermee een stuk onzekerheid in de kostenfactoren kan wegnemen. Er wordt geweid, mede vanwege de beperkte stalruimte. Melkprijs in Portugal is relatief laag (afgelopen jaren wat hoger, nu lager); Dit wijdt men aan de crisis. Afnemer Danone heeft alleen verse producten als kaas en yoghurt en door de crisis is hierin vraaguitval. Productie dus niet voor wereldmarkt, maar voornamelijk binnenlandse markt. Danone neemt af wat vorig jaar geleverd is en voor de hogere productie moet je alternatieven als een kaasboer zoeken (let op betaling). Als gevolg van droogte moet men standaard ieder jaar de graslanden opnieuw inzaaien. Mest uitrijden moet in/op de grond maar er is geen enkele controle op, vanwege de slijtagegevoelige grond (d.w.z. kouters/tanden slijten erg snel) geeft men de voorkeur aan bovengronds. Zomerklimaat wordt besteden met zand in de boxen ter verkoeling en waterverneveling Vleesvee (d.w.z. uitstoot) wordt ondanks de lage koopkracht goed verkocht en ook vaarzen brengen met 1400-1600 euro een goede prijs op.
4
Melkveebedrijven in Portugal hebben geen cash; handel bij voorkeur met goed bekende partijen en vrijwel altijd contant cq. met cheque. Voorlichters en adviseurs kent men bijna niet en ze komen zeker niet uit zichzelf op het terrein. (Goede) dierenartsen zijn schaars, medicijn gebruik zijn voornaamste kosten. Diergezondheidszorg komt wel op hoger niveau. Probleem voor de agrariërs zijn de investeerders uit de stad, zij concurreren om de grond. Grootste fout van nieuwe toetreders (m.n. immigranten) is dat ze te luxe investeren en zich moeten vergewissen van goed personeel. De plaatselijke overheid is op alle fronten meewerkend en vergunningen worden niet gecontroleerd.
Wijncoöperatie Adega ACR te Redondo Estrada de Évora, 7170-999 Redondo www.acr.com.pt
Onze gastheer Carlos en mevrouw Teresa Maat (medewerkster/bestuurslid van coöperatie) geven ons een rondleiding door het wijnmakerijproces. De ontvangst van de druiven gebeurt via een weegbrug en ook is daar al een eerste test. Jaarlijks worden er ca 10 mln kg druiven aangeleverd door de 230 leden van de coöperatie. Hiervan maakt men ca 10 mln flessen zowel rode, witte als rose-wijn. Het fermentatieproces is de bottle-neck in het proces. Via een gespreide aanvoer tracht men dit te handelen, daartoe lopen adviseurs in de regio, die betaald worden door de cooperatie, al dan niet met subsidie ondersteund. Zij geven teeltadviezen en bepalen samen met de boer de werkwijze en het oogstmoment. De wijn wordt gedeeltelijk gelagerd op de plaats van de verwerkingseenheid en men beschikt nog over extra opslag op korte afstand, vanuit hygiëneoverweging wordt de wijn echter per truck getransporteerd en niet via een pijplijn. Na de fermentatie wordt er een monster geanalyseerd in het eigen laboratorium en alvorens gebotteld te worden vindt er eerst een filtering plaats. Hiervoor heeft men fors geïnvesteerd in een soort membraam/centrifuge techniek waarbij geen filters hoeven te worden vervangen/schoongemaakt en het filteren een continue proces is. Dit is uniek. Na het bottelen vindt ook etikettering en inpakken in eigen beheer plaats. De afzet is all-over-the-world, waarvoor men agentschappen en vertegenwoordigers heeft. Doelstelling is om nieuwe markten te ontdekken, zo is Japan voor hen een nieuwe markt. Door nieuwe markten tracht men de prijsvorming positief te beïnvloeden, want daar ligt de grootste uitdaging; 10 jaar geleden ontving de druivenboer ca 2 euro per kg en dat is nu gedaald naar 0,35 euro, als gevolg van wijziging in de vraag en aanbod verhouding. Ook hier is een duidelijk gehoorde klacht dat de retail veel te machtig is. De verkoopprijs van ca 2,90 euro per fles staat in geen verhouding tot de 0,35 euro voor 1 kg druiven en streven is om beiden omhoog te krijgen. De rondleiding wordt afgesloten met een proefsessie, waarbij we concluderen dat de Porte de Ravessa toch een uitstekend wijn is, waarvan we eigenlijk wel een paar dozen willen importeren naar de Nederlandse markt die door Adega nog vrijwel niet ontgonnen is. De lunch in het restaurant “O Mateus” in Juromenha was zeer verrassend. Niet voor ons, maar wel voor de eigenaar van dit restaurant. Toch kon hij ons redelijk vlot en goed bedienen, waarna wij vertrokken naar het fruitteelt bedrijf van de heer Vogelaar.
5
Fruitbedrijf Theo Vogelaar in Juomenha Juro Frutas, Herdade de Monte Branco, 7250-243 Juromenha. www.vogelaar.com/htm/jurofrutas.htm
Vooraf waarschuwde Jan Maat ons dat Vogelaar geen prater was, dus dat wij vooral veel vragen moesten stellen. Geen probleem voor een ieder van ons, we zijn niet voor niets adviseur geworden. Maar toch trok zich iemand tijdens het bezoek terug in de bus. Er waren namelijk een paar onrustige boeren in Nederland die nog moesten leren hoe men moet omgaan met maïs die afgedekt is door een folie. Vooral niet aankomen!!!! Met een mobieltje in een bus te Portugal kom je dan een heel eind. De heer Vogelaar heeft het bedrijf in de fruitteelt opgestart in 1984, na overname van een Fransman. De keuze voor Jurofrutas Lda, wat gelegen is aan de Rio Guadiana (tegen de Spaanse grens), komt door het specifieke klimaat, waardoor men in staat is om zeer vroeg in het seizoen met nieuwe appels en peren op de markt kan komen. Het bedrijf heeft in totaal 270 ha grond. Hierop staan 100 ha appels, 20 ha peren en 15 ha steenfruit. De overige grond is niet beteeld. Als appel rassen is voornamelijk gekozen voor 1 kleurig rassen als Granny Smith, PrimGold, Ozark Gold, Golden Delicious, Royal Gala en Oregon Spur. Het temperatuurverschil tussen de dag en de nacht is te gering om goede tweekleurige rassen te telen. Als perenras is aanwezig Rocha peren. Het bedrijf ligt tegen het stuwmeer. Het stuwmeer heeft er voor gezorgd dat er 30 ha kwam te vervallen, maar levert wel nu de waterzekerheid op die noodzakelijk is in dit gebied! Het water kost hier anderhalve euro cent per m3 water. Wat voor 60 % gesubsidieerd wordt. Per ha is 8.000 m3 water nodig op het bedrijf, waardoor de kosten dus op € 120 per ha komen te liggen. Ondanks dat er voldoende water beschikbaar is ligt de productie lager dan men in Nederland zou kunnen produceren. De productie ligt hier tussen de 40 en 50 ton per ha. Opvallend is dat bijna alle appel- en perenbomen zijn afgeschermd met een hagelnet. Dit is niet alleen voor de hagel, waarvoor het ook zeker nodig is, maar ook tegen het felle zonlicht. Ondanks dit hagelnet loopt er tevens nog een hagelverzekering. Per ha zijn de kosten voor zo’n hagelnet € 10.000 per ha. Er is gestart met steenfruit (15 ha nu). De reden is dat de productie veel sneller opstart kan worden. Na 3 jaar is er al de eerste oogst. Uitdaging licht voor de heer Vogelaar op het technische vlak, waarbij voorlopig een deel niet is afgeschermd met hagelnetten. Steenfruit is een hardere teeltsoort, waardoor in eerste instantie een hagelnet achterwege kan blijven. Vogelaar heeft de algemene leiding op het bedrijf. Hieronder staan 2 personen. De ene richt zich volledig op ziekten, plagen en bestrijding, de andere op de beregening en bemesting. Deze twee personen zijn een man en een vrouw. Er zijn 10 vaste werknemers in dienst. Daarnaast is er veel losse arbeid. Er wordt gewerkt met ploegen van 20 personen (3 ploegen), waarbij 1 persoon verantwoordelijk is voor de aansturing. Men krijgt het minimumloon van € 480 per maand uitbetaald. Het losse personeel werkt 10 maanden, die voornamelijk bestaan uit Portugese vrouwen en elk jaar weer terug keren. Ook hier werken volgens de heer Vogelaar de vrouwen netter, beter en secuurder dan de Portugese mannen. In het verleden werden ze ook veelal gehuisvest op het bedrijf, maar nu worden ze voornamelijk opgehaald van huis (bij de wet vastgelegd in Portugal). Dit gebeurt met een Nederlandse bus met een Portugees kenteken. Soms werken er ook mensen vanuit Moldavië of Oekraïne op het bedrijf.
6
In de loodsen vindt de sortering en bewaring plaats. Jurofrutas Lda beschikt over eigen sorteer- en verpakkingsfaciliteiten. Op dit moment worden de loodsen opgeknapt om te kunnen voldoen aan de certificering. Afzet van het fruit vindt plaats aan binnenlandse supermarkten en groothandelsbedrijven en via SARL Atlanpom. Vogelaar houdt het voornamelijk nog bij “oude rassen”. Een aantal jaren geleden kwamen nieuwe rassen opzetten, die toch weer na 4 jaar volledig van de markt zijn verdwenen. Het blijft dus erg lastig om de markt te voorspellen na de toekomst toe, terwijl je bij de keuze van de nieuwe aanplanting dit moet doen voor vele jaren! Nadat we de boomgaard hadden bekeken met als achtergrond muziek een hagelkanon, vond onze reisleider het echt tijd om verder te gaan. We bedankten Vogelaar en nadat René nog vlug een foto had genomen van het ooievaarsnest vertrokken we van het bedrijf, een enthousiaste heer Vogelaar achterlatend, op weg naar ons boottochtje. Bij het meer Barragem de Alqueva aangekomen, vertrokken we na een koffie en een kaartje versturen voor een uurtje varen. Het duurde ook niet lang na vertrek, alvorens de Friezen in ons gezelschap nu hun kans pakten en het roer in eigen handen namen! Wat ons allen een veilig gevoel gaf. Toch??? Stuwmeer Barragem de Alqueva www.alqueva.eu www.amieiramarina.com
Barragem de Alqueva, de grootste stuwdam van West-Europa, ligt aan de rivier de Guadiana en is genoemd naar het dorp Alqueva. Achter de dam is een heel groot, 250 km2, merengebied ontstaan. Het gebied is nog volop in ontwikkeling maar er zijn al meerdere haventjes aangelegd. Vanaf Amieira Marina is het 8 uur varen naar het bedrijf van Vogelaar, dat ruim 90 km verder stroomopwaarts ligt. Bij het sluiten van de dam op 8 februari 2002 dacht men dat het 25 jaar zou duren alvorens het meer volledig vol zou zijn, maar dit duurde echter veel korter, namelijk 5 jaar. Het dorp Luz werd slachtoffer van het sluiten van de dam en het ontstaan van het meer. Dit dorp moest worden verplaatst/herbouwd verderop een berg en dit was inclusief de verplaatsing van de begraafplaats. De eerste plannen van dit enorme project begonnen in 1957 en de eerste werkzaamheden zijn verricht in 1976. Maar ze stopte al na een jaar. Delen van het gebied dat moest worden overstroomd, behoorde tot de natuur beschermd gebied van de Serra Estarel en er was dus zware weerstand van de natuurorganisatie, maar ook van de bewoners. In 1995 werd weer begonnen. Waarna op 8 februari 2002 de sluizen van de dam werden gesloten en in 2004 de waterkrachtcentrale begon te werken. Na het varen vertrokken we met de bus richting de dam. Bij een eerdere gelegenheid als “aandeelhouder” van Nuon lukte het Hein Willem om de sluizen open te krijgen bij een dam in Zweden. Helaas waren er geen directe lijnen richting Portugal, maar het bleef ondanks het dichthouden van de sluizen zeer indrukwekkend. Hieronder staat een link van YouTube, waarbij het ook duidelijk wordt dat dit ook niet zomaar kan worden gedaan! En dan zetten ze nog maar de kleine sluizen open. http://www.youtube.com/watch?v=yjX5gSR_UdY&feature=related
7
Vanaf hier vertrokken we weer richting Évora. In Restaurant A Floresta vulden we onze maag weer met wijn, brood, vlees, vis of kip en Portugal vierde de overwinning van FC Porto in de Europa League.
Donderdag 19 mei 2011 Door Sake Kooistra en René de Vries Zoogkoeien en camping Siebo en Catharina Foreman Monte Novo Horizonte, 7100-300 Evoramonte. www.campingalentejo.com
Na een ritje van een half uur in de bus van Evora naar Evoramonte komen om 9.30 uur aan bij Siebo en Catarina Foreman. Op de oprijlaan komen we langs het bord ‘Camping Alentejo’, we zitten goed. Het bord kamperen bij de boer ‘Krekt dat is ‘t’ geeft aan dat de Nederlandse afkomst nog niet is verloochend. We rijden verder en worden al opgewacht door Siebo. Na een korte wandeling komen we aan bij de eerste bezienswaardigheid: de kurkbomen. Hier vertelt Siebo over de teelt van de kurk, en over de komst naar Portugal. Siebo, een echte Groninger, werkte in Nederland op kantoor. Dat beviel echter niet zo, het buitenleven lonkte. Een advertentie in vakblad Boerderij van een agrariër die een werknemer zocht voor zijn bedrijf in Portugal trok de aandacht. Aldus geschiede, en 25 jaar geleden vertrok de Groninger naar Portugal. Na een tijdlang voor verschillende agrariërs te hebben gewerkt werd het in 2000 tijd voor een eigen stek. Er werd 23 hectare grond gekocht. In elf jaar tijd werd er een eigen plek gecreëerd, een prachtig huis gebouwd en sinds 2010 een camping gerealiseerd. De inkomsten bestonden lange tijd uit verkoop van kurk en traditionele vleeskoeien van het ras Alentejana. De eerste jaren werd er nog bij gewerkt op een melkveebedrijf in de buurt en Catarina heeft een baan in het lokale ziekenhuis. De inkomsten komen uit kurkteelt, vleesverkoop en de recent opgestarte camping. De kurkteelt is heel specifiek. Een kurkboom kan een keer per 9 jaar worden geoogst. Daarna wordt de boom gemerkt zodat duidelijk is wanneer er weer geoogst kan worden. De oogst wordt uitgevoerd door gespecialiseerde bedrijven. Momenteel levert 15 kg kurk ongeveer 10 euro op, een aantal jaren geleden lag de prijs nog rond de 40 euro. De goede tijden zijn duidelijk voorbij, aldus Siebo. Daar komt bij dat een kurkboom ongeveer 100 euro kost, en pas na 50 jaar opbrengst gaat leveren. Tijdens de heerlijke kop koffie met cake, geserveerd door Catarina, vertoeven we aan de rand van het zwembad met een prachtig uitzicht over de vallei. Siebo vertelt over het leven in Portugal, en de keuze voor een relaxed bestaan. Dat wordt nog eens onderstreept met de uitspraak: ‘Nederlanders eten om te werken, wij eten om te leven!’ Tussendoor komt nog aan de orde dat er een levendige ‘zwarte handel’ is waar veel onder tafel gebeurt. Transport van goederen echter is zeer strikt gereguleerd, zelfs voor een paar planken van de plaatselijke bouwmarkt is een bon nodig om ze überhaupt te mogen vervoeren. De vleesveetak is een andere inkomstenbron. Het vlees van de koeien wordt rechtstreeks verkocht aan een lokale supermarktketen. De markt hiervoor is goed, er is een tekort aan goed rundvlees. De koeien lopen aangrenzend aan de recent opgestarte camping. Na een bedankje aan Catarina voor de heerlijke koffie gaan we verder over het terrein. We lopen richting camping en stoppen bij de prachtige receptie. Daarna lopen we nog even langs het in aanbouw zijnde zwembad. Alle zaken worden volledig in eigen beheer gebouwd, het ziet er allemaal keurig uit. In eerste instantie richt men zich op kamperende Nederlanders, welke rust zoeken. Geen rust voor de deelnemers van de excursie: onder leiding van Jan Maat haastten we ons naar de bus want we lopen alweer uit.
8
Kurkfabriek Cortiçare – Arte em Cortiça in Azaruja Parque Industrial, Rua A 7, 7005-109 Azaruja
Op naar de kurkfabriek waar Siebo ons zal rondleiden. Na een kort ritje komen we aan bij ‘Corticarte, Arte em Cortica’. Helaas is er geen gids aanwezig, en Siebo probeert zo goed mogelijk uit te leggen wat er hier gebeurt. We zien uit de ruige kurkschors allerlei prachtige producten ontstaan. Werknemers snijden en zagen erop los. Het resultaat aanschouwen we in de aanpalende winkel, alwaar we ons verbazen over de voorwerpen die worden geproduceerd: tafels, tassen, hoeden, stropdassen etc., etc. Zeer bijzonder om te zien wat men met kurk kan doen en sommigen nemen een souvenir mee naar huis. Na een enerverend bezoek nemen we om 12.30 uur hartelijk afscheid en wensen Siebo en Caterina het allerbeste. Akkerbouw/loonbedrijf Cuno en Lucia van der Feltz Povindim Serviços Agrícolas, Lda, Monte da Serralheira, 7000-788 Évora. www.monteserralheira.com
Cuno en Lucia van der Feltz wonen al meer dan dertig jaar in Portugal. Na een avontuur met een aantal investeerders in een agrarische onderneming hebben ze twintig jaar geleden een totaal vervallen bedrijf gekocht nabij Évora.Naast het opknappen van de gebouwen heeft Cuno diverse zaken op het bedrijf geprobeerd. Aardappelen, Blond d’Acquitaines, suikermaïs en zo meer. Momenteel beperkt hij zich tot 23 hectare druiven, erwten en graanteelt. Als hoofdactiviteit is hij nu actief als loonbedrijf met plukmachines voor druiven en olijven. In de afgelopen 15 jaar is het bedrijf gegroeid tot 7 van dergelijke machines (New Holland types VX 680, VX 7090 en SB 65 Braud). De achtste machine is onderweg. De machines worden voor 50% aanbetaald bij de dealer en verder via een Financial lease over 4 jaar afbetaald. Jaarlijks wordt ongeveer 800 ha druiven geplukt (eind augustus tot begin oktober) en 1.700 ha olijfboomgaarden (begin augustus tot ver in het najaar). De druiventeelt en olijfboomgaarden die machinaal geplukt kunnen worden nemen in snel tempo toe. Mogelijkheden volop echter de liquiditeit in de sector is erg slecht. Betalingsmoraal leidt er zelfs toe dat Van der Feltz een ‘botsauto’ systeem soms toepast waarbij de opdrachtgevers vooraf moeten betalen. Is het ‘tegoed’ op dan stopt hij met plukken. Het bedrijf wordt gerund met 5 man vast personeel (met name de machinisten) en 7 tijdelijke krachten. Na de bedrijfsrondleiding is er een heerlijk verzorgde lunch door mevrouw Lucia van der Feltz – Eisinga (inderdaad van oorsprong uit Friesland). Het bedrijfsbezoek wordt afgesloten met een rondleiding langs de 8 appartementen en door de paradijselijke tuinen achter het complex. Stijlvolle en authentieke plaats om een vakantie in deze streek te genieten en (een door Lucia verzorgde) rondleiding door Évora te krijgen. Bank Crédito Agricola in Reguengos de Monsaraz www.credito-agricola.pt
De troepen breken op en we vertrekken naar de Credit Agrícola (CA) in Reguengos de Monsaraz. Deze bank verzorgt voor de hele Alentejo de kredietbeoordeling. Inleiding door een van de bankmedewerkers (bekwaam vertaald door Olaf Maat) leert ons dat men langs formele lijnen werkt
9
zoals opgedragen door het hoofdkantoor te Lissabon. Men heeft voor de druiventeelt een agrotechnisch specialist in dienst die de kredietverlening beoordeelt. Omdat het de grootste financier in de landbouw is worden langs deze lijnen de toeslagrechten uitbetaald maar worden ook landbouwsubsidies geregeld aangevraagd. Enerzijds zijn vastgoedfinancieringen mogelijk tot circa 75% van de (door de bank bepaalde) executiewaarde. Daarnaast is er een vorm van oogstkrediet mogelijk waarbij er tot een maximum van 60% van de te verwachten opbrengsten voorgefinancierd kunnen worden. Financieren van buitenlanders is lastig. Een verklaring van goed gedrag of bewezen ondernemerschap door de Rabobank uit Nederland kan helpen. Er zijn geen regelingen zoals een Borgstellingsfonds voor de Landbouw. De visie van de CA is dat de Alentejo van graangebied ontwikkeld moet worden naar een productie gebied voor Mediterrane gewassen zoals druiven, olijven en citrusvruchten (analoog aan het landelijk en Europese beleid). Middels infrastructuur (wegen en water) werkt de overheid hier hard aan mee. Na een hartelijk afscheidsritueel vertrekken we weer uit de marmeren toren door sluizen en slecht verlichte spelonken. We genieten een versnapering in een lokale bar en koersen naar de Atlantische kust om in Sines te overnachten. Vrijdag 20 mei 2011 Door Johan Oonk en Drees Visser We vertrekken om 8.00 uur vanuit het hotel in Sines naar het zuiden richting Odemira. Glastuinbouwbedrijf Atlantic Growers Boavista dos Pinheiros, 7630-033 Odemira
Hier bezoeken we het bedrijf Atlantic Growers waar Ferry Enthoven mede-eigenaar is. We worden ontvangen door Paul Dolleman. Hij is bedrijfsconsult voor dit bedrijf en begeleidt dit en andere bedrijven in het bedrijfsproces. Met name toekomstige strategische plannen worden besproken met de overheid om te komen tot de benodigde vergunningen en subsidies. Waarom hebben de telers zich in dit gebied gevestigd? Deze regio is gekozen vanwege het goede klimaat voor de producten. Er is genoeg water en de kwaliteit van de grond is goed. 26 kilometer landinwaarts is een groot stuwmeer. Gebouwd in ca. 1970. Het meer kan ca. 500 miljoen m3 water bergen. Circa 12.000 ha wordt uit dit stuwmeer bevloeid. De grondsoort is zand, waarvan ca. 2.000 ha strandzand. Prima grond met goede beregeningsmogelijkheden en goede drainage. Daarnaast nog ca. 4000/5000 ha minder goede gronden en slechtere drainage. De gebruiksmogelijkheden van deze gronden kunnen middels investeringen verbeterd worden. Vervolgens ligt er ca. 5.000 ha braak. Via moderne beregeningssystemen kunnen meer hectares grond gebruiksklaar gemaakt worden. Op dit moment is de behoefte hiervoor nog niet echt aanwezig. Het gebied typeert zich met koele zomers en gematigde winters. Veel telers uit het noorden telen hier de zomerteelten. Uitstekend klimaat voor deze gewassen. Goed licht. Portugal is wat dat betreft een uniek gebied in Europa. Circa 11 buitenlandse bedrijven hebben een gezamenlijke vereniging AZA genaamd en hebben een sales value van € 65 miljoen, het gebruiksareaal is 2500 ha en ze hebben 3000 personeelsleden. 10
Jan van Assen (bedrijfsleider) laat ons vervolgens het kassencomplex zien en vertelt op enthousiaste wijze de ins en outs van het bedrijf. In de kas worden paprika’s geteeld. De oppervlakte is ca. 5 ha. De kennis komt uit het buitenland en het klimaat van Portugal resulteert in een goed renderend bedrijf. Het personeel (meest Portugese vrouwen) zijn in de kas werkzaam. Middels een open communicatie naar het personeel en goede arbeidsvoorwaarden is er weinig personeelsverloop. De week wordt met elkaar afgesloten op vrijdag met een borrel in de kantine. Bij de beoordeling van het personeel gaat men uit van 3 criteria, n.l. kwaliteit van het product, de kwantiteit en de omgang met elkaar. Het resultaat wordt middels bovengenoemde communicatie ook kenbaar gemaakt onder het personeel. Het plukken gaat met gebruikmaking van electrokarren. De snelheid van het plukken en de hoeveelheid product wordt per oogstlijn in de computer bijgehouden. De paprika’s worden geteeld op steenwolmatten. De wateraanvoer en ventilatie worden door de computer aangestuurd, afhankelijk van het aantal zonuren. Het overtollige drainwater wordt gerecycled en opgeslagen in grote silo’s. De stralingshoeveelheid wordt computer- gestuurd geregeld. Indien de stralingshoeveelheid te groot wordt brengt men een krijtlaag op de buitenkant van de kas aan, die later weer schoongespoten wordt. De bestrijding van ongedierte is biologisch. Het ene beestje eet het andere beestje op. Dit is een actie die door het personeel wordt uitgevoerd. Het personeel is heel alert op ongedierte. Bij constatering wordt het personeel in de kantine voorgelicht en krijgen zij advies over de behandelingsmethode. In tegenstelling tot de biologische ongedierte bestrijding wordt er wel kunstmest gebruikt. ‘s Nachts wordt de plant bijverwarmd middels een buizenstelsel. Dit is nodig omdat het ‘s avonds en ‘s nachts toch anders teveel afkoelt. De toevoer van CO2 aan de plant gaat via een doorzichtige plastic slang. Op het erf staat een warmte generator op gas om de kassen bij te verwarmen. Bovendien is er een katalysator aanwezig ten behoeve van water CV en CO2 voor voeding van de planten. Het transport naar Nederland wordt geregeld met koelwagens over de weg. Het bedrijf wordt gerund door 3,3 personen in het management, zomers 40 man/vrouw personeel en ‘s winters 20 stuks. Werktijden van ‘s morgens 7 tot 12 uur ‘s nachts en zaterdags van 9 – 12 uur en van 18.00 – 24.00 uur ‘s nachts. Zondags wordt er niet gewerkt. Momenteel is men projectmatig bezig om de oppervlakte kas uit te breiden. Het streven is met ca. 5 ha uit te breiden. Op deze wijze probeert men andere investeerders uit het buitenland te stimuleren en te motiveren. Een totaal pakket biedt voor het totaal perspectief. Het streven is om ook andere teelten op te starten. De subsidie mogelijkheden (WKK) kan optimaal benut worden en de investeringskosten van ca. € 1 miljoen per ha kan zo laag mogelijk worden gehouden. Lobby bij de regering is druk aan de gang omdat het bedrijf ook in een natuurgebied en park is gelegen. (zie voor meer informatie de reisbrochure) Na ons vertrek van Atlantic Growers pikken we onderweg Mr. José Furtado op. Als Portugees onder de Portugezen blijkt hij goed bekend met regelgeving en Europese subsidiemogelijkheden. Onder zijn begeleiding brengen we vervolgens een bezoek aan het bedrijf van Mr. João Maia en zijn compagnons. Aardbeienkwekerij Carvalho, Vida & Rosa, LDA in Odemira Monte Nv, Alcaria-São, Teotónia, Odemira
11
Twee jaar terug in 2009 zijn Mr. Maia en zijn compagnons hier begonnen met het huren/pachten van 36 hectare grond. Momenteel hebben ze 10 hectare hiervan in gebruik voor de productie van aardbeien in het conventionele vollegronds/open veld systeem. Daarnaast telen ze nog aardappelen (experimenteel baby-potatoes), maar dat is ondergeschikt aan de aardbeienteelt. Mr. João Maia heeft de drive gegeven voor deze onderneming. Hiervoor heeft hij de nodige ervaring opgedaan en meer dan 10 jaar leiding gegeven aan een van de grootste Portugese citrus coöperaties. Samen met zijn oud-studiegenoot, die graag hierin samen met Maia wilde participeren, zijn ze begonnen aan hun eigen onderneming. De grondsoort is te kwalificeren als “strandzand” waarbij ze de beschikking hebben over voldoende wateraanvoer voor hun aardbeienplanten (druppelirrigatie). Ze hebben een opbouw met 6 aardbei-varieteiten, waarbij ze in het bijzonder produceren voor de Finse markt. Daar lagen ook al persoonlijke connecties voordat het bedrijf werd opgestart. De variëteiten zorgen ervoor dat ze gedurende een groot deel van het jaar/ nagenoeg jaarrond aardbeien kunnen leveren. Eind april/mei ligt wel de grootste piek, Hun aardbei, van bijzonder volle donkerrode kleur, ook achter de steeltjes, en een bepaalde smaak doet het bijzonder goed onder de bevolking van Finland. (Proevend van de aardbeien welke ons werden aangereikt, constateren wij dat -in een geheel aselecte test- ook door Nederlanders deze smaak gewaardeerd zal worden). Deze specifieke aardbei kunnen ze telen door met name het gunstige klimaat, de goede bodem en de gekozen variëteit. Deze variëteiten zijn afkomstig uit Californië. De Portugese aardbei wordt overigens in het algemeen geprefereerd boven de import vanuit Spanje. In Portugal gaat men meer voor kwaliteit dan kwantiteit. Mede door connecties in Finland is er een goede afzet verzekerd van hun product. Ze menen dan ook dat er in de afzet voor hun onderneming niet direct een limiet ligt. Echter hun voornaamste “selling point” is dat ze alleen topkwaliteit willen leveren. 70% van hun aardbeienproductie vindt zijn weg naar Finland en is van exportkwaliteit, de overige 30 % wordt afgezet in eigen land. Voor de export ontvangen ze circa € 3,-/kg, voor afzet in eigen land circa € 2,-/kg., In normale jaren hebben ze een opbrengst van 400 tot 430 gr/plant, 30 tot 35 ton per hectare. Dit voorjaar is voor hen een rampperiode gebleken, door de neerslag/hagel is een groot deel van de oogst tot nu toe beschadigd en kan niet als kwaliteitsproduct verkocht worden. Bovendien hebben ze (nog) geen afzetkanalen ontwikkeld voor afzet naar een industriële verwerking (jam etc.) zodat het overgrote deel van de oogst van dit voorjaar verloren is gegaan. Voor de ondernemers is er daarom reden in de toekomst een deel van hun gronden te gaan voorzien van tunnelkassen (plasticfolie) waardoor een deel van de huidige risico’s ingedekt kunnen worden. Een en ander moet als pas opgestart bedrijf natuurlijk wel financieel rondgezet kunnen worden. Dat blijkt niet altijd gemakkelijk te gaan. Als rentetarieven wordt gesproken over 5 %, echter voor een periode van slechts 1 jaar vast. Aan personeel hebben ze normaliter circa 10 personen per hectare nodig, vorig jaar hadden ze in totaal circa 100 personen. Momenteel zijn er 41 personen aan het werk, vanwege voormelde oogstomstandigheden. De plukkers zijn voornamelijk afkomstig uit Oekraïne, Bulgarije en eveneens uit Thailand. In hoofdzaak zijn het mannen die hier werken. Slechts circa 5 % van de plukkers komt uit de eigen regio. Na dankzegging voor de rondleiding op het bedrijf en voor het bakje met overheerlijke aardbeien voor ieder, vertrekken we per bus naar ons volgende excursiedoel.
12
Mr. José Furtado is door deze ondernemers ingeschakeld voor enerzijds technische begeleiding (kennis van de teelt in hun specifieke situatie overigens grotendeels al aanwezig), maar voor hen in hoofdzaak voor managementadvies, en begeleiding bij het opstarten van subsidieprojecten. De laatste 20 jaar is er op subsidiegebied in Portugal veel gebeurd. Net als in andere E.U.-landen is de invloed van landbouwsubsidies groot. Net name vanuit de EU wordt gestimuleerd om in Portugal naar meer mediterrane verbouw van o.a. fruit etc. over te gaan in plaats van de traditionele aanwending van de gronden. Zijn werkzaamheden vinden plaats tegen vergoeding op uurbasis, maar wel binnen bepaalde vooraf overeengekomen limieten. Voorts geeft Mr. José Furtado aan dat het zo is, dat in de laatste 10 jaar een kwart van de agrarische bedrijven in Portugal is beëindigd, de beteelde oppervlakte beslaat echter nog steeds evenveel, ongeveer de helft van de totale oppervlakte van het land. Ongeveer 2/3 van de beteelde oppervlakte wordt beheerd door bedrijven met een oppervlakte van 50 hectare of meer. De gemiddelde oppervlakte per bedrijf is vanwege deze vergroting in de laatste 10 jaar met 2,5 ha toegenomen van 9,3 ha naar circa 12 hectare. (meer info in de programmabeschrijving van Driscoll’s/Berry Port, bessenkwekers in Zambujeira do Maro www.driscolls.eu
Iets noordelijker gelegen, maar vlak tegen de kust, arriveren we op het bedrijf Berry Port Lda. In Portugal zijn 3 bedrijven gesticht door en in eigendom van het internationale concern “Driscolls” gevestigd in Californië. Dit Amerikaanse familiebedrijf startte zijn activiteiten meer dan honderd jaar geleden, in 1904, in de Pajaro Valley in Californië. In het begin van dit nieuwe millennium wilde Driscoll’s expanderen richting Europa. Vrij snel werd duidelijk dat het uiterst geschikte Portugese klimaat, de bodem en beschikking over voldoende water in samenhang met de gunstige arbeidsmarktomstandigheden (goedkope arbeidslonen) in deze streek nabij de kust een ideale plek zou zijn om de plannen voor de teelt van aardbeien, frambozen bramen en bosbessen te verwezenlijken. Enerzijds om te experimenteren met verschillende variëteiten, anderzijds om te voldoen aan de toenemende vraag naar deze vruchten van topkwaliteit gedurende het gehele jaar rond en bedoeld voor Noord en Centraal Europa (Finland, Zweden, Noorwegen, Denemarken, Zwitserland, Rusland, Groot Brittannië, Duitsland, Frankrijk België en Nederland.) Zweden verbruikt bijvoorbeeld per hoofd van de bevolking circa 4 kg/jaar aan bessen, waar Portugal niet boven 800 gram uitkomt. Het gebied waar de bedrijven van Driscoll’s in Portugal zijn gevestigd (zuid west Portugal) is qua klimaat goed te vergelijken met Californië. In korte tijd hebben ze hier in deze streek een naam opgebouwd. Met enkele andere belangrijke producenten/hoofdrolspelers in dit gebied is een producentenorganisatie/retail opgezet onder de naam LusoMorango, Lda.. Via deze organisatie worden de producten in noordelijk Europa op de markt gebracht. Opzet is om in de nabije toekomst ook in Europa marktleider te worden voor deze vruchten.
We worden op het bedrijf rondgeleid door Mr. Arnoldo Heeren. Hij heeft via zijn voorouders nog roots in Nederland, Friesland zelfs. Hij geeft aan dat de driehoek “Producent – investeerder – consument” voor Driscoll’s steeds uitgangspunt is. Ieder, de producent, consument en investeerder moet een positieve beleving krijgen met het product. De consument in een aantrekkelijk product van uitstekende kwaliteit, de producent in het op een juiste manier produceren, en daarmee een goede boterham te verdienen, de investeerder (aandeelhouders Driscoll’s) in het bereiken van een hoger 13
segment van de markt met voldoende rendement van zijn geïnvesteerd kapitaal. Het bedrijf dat we nu bezoeken is een van de weinige eigen productie-farms van Driscoll’s. Het gros van de productie van Driscoll’s wordt in een vorm van licentie geteeld door particuliere telers, ook hier in de omgeving. Dit productiebedrijf is gestart in 2004. In totaal beslaat het bedrijf 160 hectare. Hiervan valt 30 hectare onder de restricties van een nationaal park (natuur) de andere 130 hectare worden grotendeels gebruikt voor de aardbeienteelt circa 110 ha de overige oppervlakte circa 20 hectare worden gebruikt voor de teelt van frambozen. Het andere bedrijf van Driscoll’s hier in de nabijheid is voornamelijk gericht op experimenteren en testen. Dat bedrijf beslaat een oppervlakte van circa 20 hectare en is ondermeer ook bezig met het in de markt zetten van bramen en bosbessen. De productie voor met name afzet in de winter vindt plaats in tunnelkassen (plasticfolie) ter bescherming van de vruchten tegen met name neerslag/hagel en vanwege de wind. Op zijn locatie vindt ook de aanlevering van de producenten uit de omgeving plaats. Alle aangevoerde producten worden hier opgeslagen in de centrale koelcellen. De controle van aangevoerde producten, preparatie, verpakking en afzet vindt dus plaats onder zijn supervisie. Vanaf deze locatie gaan in piekdagen 4 trucks per dag met vers fruit naar de klant. De gebouwde koelcellen en verwerkingshallen zijn geïnvesteerd door Driscoll’s vanuit de USA. In totaal leveren ongeveer 30 telers onder licentie van Driscoll’s hier hun producten. Er zijn daarbij 5 gespecialiseerde teams die de productie bij die verschillende telers begeleiden en ondersteunen. Naast technische ondersteuning o.a. bij gereedmaken veld, teelt zelf etc. is er een team dat de feitelijke productie op de voet volgt ten behoeve van de markt en een team dat de verwachte omzet en de productieaantallen per dag zo nauwkeurig mogelijk inschat met het oog op de vermarkting. In totaal is er bij de telers 50 tot 80 hectare oppervlakte ten behoeve van aardbeien en 90 tot 140 hectare ten behoeve van frambozen beschikbaar. Bijvoorbeeld voor de frambozen worden 4-jarige productiecontracten afgesloten met de telers, waarbij het plantmateriaal voor die periode ook “verleased” wordt door driscoll’s. Mr Arnoldo Heeren vermeld verder een andere belangrijke stelregel ter borging van de kwaliteit: “two-two-two”. Vanaf moment van oogst dient het product binnen 2 uur 2 graden te zijn gekoeld, om vervolgens binnen 2 dagen ook middels koelwagens afgezet te worden naar de consument. Echter ook hoe met het geoogste product verder wordt omgegaan, vervoer etc. is van belang voor het kunnen verkopen van een kwaliteitsproduct. Zouden eigen telers hiernaartoe met (te) grote snelheid over deze halfverharde wegen rijden, dan zou hen dat in kwaliteitsbeoordeling minpunten opleveren. Dat er op grondige wijze wordt omgegaan met reinheid, zorg voor het product etc, blijkt ondermeer wel uit het feit dat voordat we de koelcellen kunnen bezichtigen eerst de handen grondig gewassen moeten hebben en in een logboek elk de naam moet vermelden. Na afloop van het bezoek wordt met een fles “Hollands” product afscheid genomen van onze gastheer en verplaatsen we ons naar een locale gelegenheid in Zambujeira do Mar voor het nuttigen van een clam rice maaltijd. Daarbij zijn aanwezig de Paul Dolleman, José Furtado en de compagnons van de aardbeienfarm Carvalho Vidal & Rosa. Gelegen nabij de kust van de Atlantische Oceaan wordt dat een lunch met de nodige schelpdieren. Graszodenbedrijf Camposol nabij Vila Nova Herdade dos Nascedios, 7645-909 Vila Nova de Milfontes www.camposol2.com
14
Het bedrijf heeft zich gespecialiseerd in graszoden (turf grass), welke worden gebruikt voor voetbalvelden en golfbanen. Het bedrijf is in 1992 opgestart. De totale oppervlakte is nu ca. 625 ha. Naast graszoden houdt men zich bezig in de tuinbouwproductie, waarin men ondermeer de volgende producten verbouwt, te weten; spinazie, peterselie, pompoen, wortelen en knollen. Daarnaast ontwikkelt het bedrijf zich in het planten van siergewassen De producten worden geëxporteerd naar Europese landen. Het bedrijf is één van de marktleiders in Portugal. De reden om hier zich te vestigen is het klimaat, het aantal uren zonlicht, schoon water, goedkope arbeid en gemakkelijker om een bedrijf op te starten. Discussie ontstaat over de markt, het supermarktgebeuren die de prijs zeer laag houden, Het aantal producenten dat teveel produceert etc. etc. Mr. Knight typeert het supermarkt gebeuren als “boeven”. De mentaliteit is anders dan bij een gewone boer. Het is gewoon een industrie waar je alles zakelijk moet benaderen, aldus Mr. Knight Als 2e tak had Mr. Knight een klein hotel. Verder hebben wij het bedrijf niet bezichtigd en is het gebleven bij een gesprek met Mr. Knight. Dit vonden wij wel jammer. Je mist een totaal plaatje van het bedrijf. Voor meer informatie verwijzen we nog naar de informatie die in het boekje staat van Mr. José Furtado. Vervolgens gaan we met de bus richting Lissabon waar we de laatste nacht zullen doorbrengen. Onderweg pikken we nog een terrasje mee met een prachtig uitzicht over de Atlantische Oceaan. Een enkeling gaat even pootjebaden in de zee. Het is een heerlijk moment om de dag/week/het moment de revue te laten passeren. ‘s Avonds hebben we een toertocht door Lissabon met een Nederlandse gids, Mrs. Josephine Lucassen en eindigen we in een klein fado restaurant. De sceptici onder ons bleken al gauw te switchen. Het was een prachtige en gezellige avond met een vleugje traditionele Portugese cultuur. Een klein aantal heeft daarna het nachtleven nog even verkend. Je bent tenslotte maar één keer in Lissabon. Zaterdag 21 mei 2011 Al vroeg in de ochtend begonnen we met een uitgebreide toer- en wandeltocht door Lissabon eveneens onder leiding van Josephine. Lissabon heeft een rijke geschiedenis, mede met dank aan de vele ontdekkingsreizigers die vele Portugese kolonies stichtten. Portugal is qua oppervlakte twee keer zo groot als Nederland. Het inwonertal is ca. 10 miljoen, waarvan er 2 miljoen in de stad Lissabon wonen. Het is prachtig weer en we genieten alom. Ieder op zijn eigen wijze. ‘s Middags gaat ieder zijn weegs en pikken hier en daar een terrasje. ‘s Avonds vertrekken we naar het vliegveld in Lissabon en constateren we een vertraging van anderhalf uur. Maar dat mag de pret niet drukken. We hebben een geweldige mooie reis gehad met de vab. Vele indrukken opgedaan. Het is aan een ieder persoonlijk wat hij/zij er mee doet. Namens iedereen willen wij de reiscommissie buitenland hartelijk bedanken voor het organiseren van de reis. Jan Maat bedankt voor de reisleiding onderweg en wellicht tot ziens.
15