Verslag studiereis Riga & omgeving 20-27 mei 2013 Sectie Historische Musea & sectie Culturen Van 20 t/m 27 mei 2013 maakten 15 personen van de secties Historische Musea en Culturen een studiereis naar Riga en omgeving. Deze was voorbereid door Hendrik Hachmer (Veenkoloniaal Museum Veendam) en Renate van de Weijer (Openluchtmuseum Arnhem). Op Tweede Pinksterdag trof de groep elkaar op vliegveld Eindhoven voor de vlucht naar Riga, de transfer naar het hotel en later de eerste wandeling door de stad naar een restaurant waar in middeleeuwse sfeer typisch Letse gerechten als kapucijners met room en varkenspoot werden geserveerd. 21 mei: volgzaam achter onze reisleider Hendrik aan, de Jugendstilwijk in. In de Elisabetes iela staan alle versies Jugendstil naast elkaar, van het norse, grijze romantisch nationalistische Jugendstil naast de uitbundige gebouwen van Michael Eistenstein (de vader van Sergei van de film Potemkin), met een zoetsappig lichtblauwe of gele gevel en versierd met beelden. Het Jugendstilmuseum is een heringericht appartement in een Jugenstilpand uit 1903. We werden ontvangen in de hal van het appartement, in stijl, door een rondleidster in historisch kostuum, net als het overige (vrouwelijke) personeel. De museumbezoeker kan zich ook inleven in zijn rol van bezoeker anno 1910, door een hoed of pet op te zetten. De rondleiding was geen living historyervaring maar gewoon een (goede) rondleiding in de derde-persoon, in buitengewoon goed Engels. Dat laatste was overigens geen voorbode van wat ons nog te wachten stond…. Als laatste kregen we in een van de kamers een toelichting door Agrita Tipāne, directeur, terwijl we met ons 14-en naast elkaar tegen de muur zaten. Zij vertelde over het belang voor dit museum van de particuliere schenkingen. De publieksvoorzieningen zijn minimaal, of eerder, zijn er niet. De winkel is nu een balietje in de hal van het appartement en een wc-zoekende bezoeker mag met een van de medewerkers meelopen naar de wc in het kantoor. Ze zijn al jaren bezig met een kantoorruimte en ruime publieksvoorzieningen in het souterrain, met wc’s, een museumwinkel en een film/gehoorzaal(tje). Maar de uitwerking van de plannen loopt allemaal stroef, omdat de eigenaresse van het pand in Duitsland woont en ook de wetgeving niet meewerkt. Na de lunch en een hoosbui trokken wij verder naar het rijke Art Museum Riga Bource, gevestigd in het oude Beursgebouw, met een glasoverkapte binnenplaats. Na een hartelijke ontvangst door Daiga Upeniece, directeur, in haar kamer vol boeketten (welke Nederlandse directeur krijgt op haar/zijn verjaardag zo veel bloemen?) werden wij rondgeleid door Dace Krigere (conservator educatie), ook weer in uitstekend Engels. Een museum met een rijke en gevarieerde collectie, maar we waren niet onder de indruk van de opstelling en belichting, ondanks het feit dat ze genomineerd zijn voor de European Museum of the Year Award. De kantoren waren voor sommigen van ons om jaloers op te worden en ook de publieksvoorzieningen waren in orde, inclusief een aparte educatieve ruimte. Na het eten in Lido, een Letse fastfoodketen met Letse keuken, op naar Mencendorfa Nams / Huis Mentzendorff. Daar werden we weer gastvrij ontvangen, door Ilona Audere, een goed contact van reisleider Hendrik. Zij toonde ons het oorspronkelijk 17e-18e-eeuws woonhuis, waarbij alle objecten in de schaars ingerichte ruimtes gewoon konden worden aangeraakt. Was dat omdat wij museummensen zijn, of is dat altijd zo?! Na koffie met in de schouw gebakken pannenkoekjes hadden wij een workshop in het glasatelier van Ilze Dudina. Zij werkt op historische grond, want in de 17de eeuw was hier een glasblazer gevestigd. Terug met de tram, maar we stapten pas uit bij het kerkhof en dat was te ver: de running gag van de week!
22 mei maakten we onder leiding van Tanja Gvozdeva en Ligita Kandere van Riga Skolenu Pils (naschoolse opvang en culturele vorming van kinderen) een dagtocht naar het gebied ten zuidoosten van Riga. Er gingen diverse collega’s uit Riga mee. Historisch en kunstmuseum van Ogre is opgericht in 1981. Het begin van het museum vormde een particulier huis in Ogre met een relatief hoge huur. Toen de crisis zich aandiende kon het museum de locatie niet handhaven. Sinds 2010 is het gehuisvest op de huidige locatie, in het Kulturhus van Ogre. De situatie is symptomatisch voor de kwetsbare positie van musea in Letland. Het museum vertelt verhalen over de identiteit van de plaats en het gaat in op de geschiedenis van Ogre als een badplaats waar mensen het hele jaar door kwamen, zoals ook Duitse Balten die per trein naar Ogre reisden. Ogre was meer alledaags, meer gericht op sport en ontspanning in plaats van de decadente luxe en internationale allure van Jurmala. Er wordt niet alleen aandacht besteed aan de badcultuur, maar ook aan de industrialisatie van Jurmala, met onder meer buitenlandse gastarbeiders afkomstig uit communistische landen, zoals Rusland, Oekraīene en Vietnam. De daagse cultuur in Ogre werd in de 20ste eeuw in het algemeen sterk beīnvloed door de Duitse cultuur. De collectie omvat 42.000 objecten, waaronder foto’s, kunst, meubels en textiel. Onder de kunst bevindt zich ook een werk van kunstschilder Vilhelms Purvitis. Er zijn plannen om te verhuizen naar een ander gebouw waar men een museum wil opzetten dat erg weinig energie zal kosten (duurzaamheid). Het moderne gebouw wordt – als de plannen doorgaan – gebouwd op basis van een Plan van Eisen: met onder meer enkele expositieruimten, een toeristisch centrum, een bibliotheek, dakterras en educatieve ruimte. Aardwarmte zal voorzien in verwarming. De architecten hebben zich voor het ontwerp laten inspireren op zomercottages; de materialen zijn onder meer hout en glas. De kosten voor het nieuwe gebouw gaan ongeveer 1,3 miljoen Lat bedragen. Voor het realiseren van het gebouw is een aanvraag gedaan bij fonds Norway Grants. Noorwegen sponsort initiatieven op het gebied van erfgoed en duurzaamheid. In Zaube bezochten we het huis van Vilhelms Purvitis (1872-1945). Hij was een van de meest bekende landschapsschilders van Letland en wordt wel gezien als het symbool van de Letse Nationale Identiteit. Zijn schilderijen werden voor veel Letten het evenbeeld van hun land. Na de Kunstacademie in Sint Petersburg keerde hij naar Letland terug. Hij veranderde het Stedelijke Kunstmuseum van Riga in het Letse Nationale Museum voor Kunst waarvoor hij een prachtige kunstcollectie wist te verzamelen. Hij organiseerde diverse tentoonstellingen in diverse steden tijdens het Interbellum (toen Letland vrijheid en mogelijkheden genoot). Purvitis was het hoofd van de Kunstschool in Riga tot 1915, waar diverse latere kunstenaars werden opgeleid. Burchtmuseum en kasteel Cēsis waren onder meer interessant omwille van een nieuwe vaste presentatie (sinds 2012 weer toegankelijk) van archeologica waarbij veel aandacht werd besteed aan de oorspronkelijke context van de voorwerpen. Een tentoonstelling gaf een beeld van de rijke inrichting van huizen en kastelen in Letland omstreeks 1900. Aansluitend moesten we ons bekwamen in steltlopen en boogschieten voordat we konden aanschuiven aan een middeleeuwse maaltijd met muziek en dans. Op de terugweg naar Riga bezochten we de neolithische nederzetting Aliaze. Donderdag 23 mei: het Museum voor Rigas Stadsgeschiedenis en Scheepvaart / Rigas vestures un kugniecibas muzejs is opgericht in 1773 en is het oudste museum van de Baltische landen. De basis vormde de particuliere verzameling van de arts Nikolaus von Himsel. Nu omvat de collectie 500.000 items met betrekking tot de geschiedenis van Riga en de scheepvaart in het gebied van het huidige Letland. Aan bod komt onder meer de geschiedenis van Riga als Hanzestad van de 12de tot 17de eeuw. Het museum is per 1 mei heropend. Een belangrijk deel van de presentatie is vernieuwd. De inrichting is strikt chronologisch. Voorheen ging het om een presentatie van voorwerpen zoals dat in de 19de eeuw gebruikelijk was. In 1985 is het museum gesloten om een nieuwe expositie mogelijk te
maken. De archeologische collectie is afgestoten. Er werken 120.000 mensen, waaronder 4 gidsen en 10 mensen bij de restauratieafdeling. Ze werken overwegend deeltijds, 80%. Het museum heeft twee depots met voorwerpen en een met kunst. In de depots is de brandmelding verbonden met een soort van explosievaten met poeder. Dit kan vuur doven maar ons bekruipt de vraag of de remedie niet meer schade aanricht dan de kwaal. Objecten worden geregistreerd in boeken en er vindt handmatig controle plaats op klimaatbeheersing. Op het moment dat er objecten worden uitgeleend, vindt er digitalisering van gegevens plaats. Dit vormt niet zozeer een continue actie. De depots bevatten stellingen, kasten met lades. Men verzamelt ook hedendaags. Interessant is de presentatie over Letland in de tsaristische tijd en het Interbellum, samengesteld door het hoofd van de afdeling geschiedenis en de onderdirecteur, Ingrida Miklava en Ilona Celmina. Hierin zijn onder meer foto’s en gegevens opgenomen over de vroegere inrichting van het Museum in Riga met onder meer een Rigenzer patricierskamer uit de 18de eeuw (1890). Kruittoren (Pulvertornis) en Latvian Warmuseum (Latvijas Kara muzejs) vertelt het verhaal van het middeleeuwse Riga en de modernere geschiedenis van oorlog en wapens. Waar nu Riga ligt, moet al in de 10de eeuw een nederzetting hebben bestaan. In 1198 wordt de naam Riga in akten vermeld, maar de officiële stichting dateert van 1201 en een jaar later vestigden zich al Duitse handelslieden. Enkele jaren later had de stad fortificaties met stadsmuren en torens. Een van de torens is bewaard gebleven in de vorm van een 17de-eeuwse kruittoren. Na een verbouwing in 1892 werd in de toren in 1919 het Oorlogsmuseum ondergebracht. In november 1918 was de zelfstandige Republiek Letland uitgeroepen en het Oorlogsmuseum wilde aandacht schenken aan de strijd die de Letse soldaten in de Eerste Wereldoorlog hadden gevoerd. In 1937/39 vonden verbouwingen plaats (de aanbouw tegen de kruittoren aan) en toen Letland in 1940 bezet werd door de Sovjet Unie werd het museum heropend als het Museum of the Russian Revolution. Het museum neemt een bijzondere plaats in het bestel in. Het valt onder het Ministerie van Defensie. Men biedt soms ruimte aan een collectie van een particuliere verzamelaar, ook als deze items wil verkopen. Karl Dambites toont ons zijn werkkamer waar hij onder meer foto’s registreert. Interessant zijn de projecten van de educatieve dienst. Men heeft onder meer een spel ontworpen waarbij kinderen op een groot zeil de plattegrond zien van hun land en positie kunnen innemen als ‘bruinen’ (staat eigenlijk model voor de Letse Duitse leger) versus de ‘roden’ (Het Letse Rode Leger). Ook kunnen jongeren (16 jaar) kijken naar filmfragmenten waarin de tweede wereldoorlog is verbeeld waarin Letse broers vaak tegenover elkaar kwamen te staan. In de verfilming is te zien hoe Letse soldaten worden doodgeschoten door de Russen op dezelfde wijze als de nazis dat deden. Er zijn ook parallellen in de propaganda mbt Hitler en Stalin. De beelden zijn shocking. Het gaat volgens Karl en Andrej niet om goed/slecht, maar wel over de misdaden gericht tegen de Letten en tegen de menselijkheid in het algemeen. In Nederland bestaan geen films met vergelijkbaar gruwelijke beelden bedoeld voor kinderen. Er ontspint zich een discussie of een dergelijke film niet weer een nieuw vijandbeeld genereert en prikt tot onderlinge animositeit. Karl en Andrei willen de Letse en Russische nationaliteiten niet tegen elkaar uitspelen. Het gaat meer om de SU manier van denken, namelijk Letland niet zien als een vaderland. Er is geen binding, geen respect. Volgens de samenstellers van het project reageren de kinderen positief op het project. Het is erg populair. Per jaar nemen 200 groepen eraan deel. Het behandelt de Letten overigens ook als deelnemers aan oorlog en geweld, niet alleen als slachtoffers. Het gaat ook om wat oorlog met mentaliteit doet. Tot de tweede Wereldoorlog waren mensen erg tolerant. Daarna niet meer. Oorlog is geen grap. Het project is vormgegeven met dozen met herinner- en belevingsobjecten zoals kranten, foto’s en een imitatie kampvuur. Museum van het Ghetto in Riga en de Holocaust in Letland / Rigas Geto Un Latvijas Holokausta Muzejs is gestart vanaf september 2010 en herdenkt het feit dat 70.000 Joodse mensen uit Riga en
20.000 Joodse mensen uit West-Europa in Letland tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gedood. [We horen ook andere aantallen zoals in totaal 94.000 Joodse mensen in heel Riga, waarvan 40.000 in Riga, vlak voor de tweede wereldoorlog.] Er kwamen slechts 6 tot 8.000 Joodse mensen terug. Velen leefden hier al vanaf de 16de eeuw. Het museum ligt aan de haven, buiten het historische deel van de stad in de buurt van het gebied waar in de oorlog het ghetto lag. Het museum bevat op dit moment een gereconstrueerd huis en een fotopresentatie. De muur met namen vormt het hart van het museum. De samenstellers presenteren de geschiedenis in de vorm van een museum, niet als een herinneringsmonument, onder meer omdat het ghetto eigenlijk iets verderop lag. In het echte voormalige ghetto van Riga ligt de ruine van de grote synagoge waarin tijdens de oorlog 300 mensen werden samengedreven, die vervolgens opzettelijk met brand om het leven kwamen. Een ‘schuldig’ gebouw. Vrijdag 24 mei bezochten we het Openluchtmuseum of Etnografisch Museum, net buiten de stad Riga. Het Etnografisch Museum is in 1924 opgericht en bestaat volgend jaar 90 jaar. We krijgen een rondleiding van Una Sedleniece en Inese Kundzina door het museum dat ongeveer 100 ha omvat en 120 gebouwen. De gebouwen dateren uit de periode van de 17de eeuw tot de jaren ’40 van de 20ste eeuw. Net zoals het Nederlands Openluchtmuseum is dit museum ontstaan op inspiratie van een bezoek aan Zweden waar Arthur Hazelius het eerste openluchtmuseum van Europa was begonnen. Het museum ontvangt 100.000 bezoekers en is nog volop bezig met verzamelen. De missie van het openluchtmuseum luidt ‘wer die Vergangenheit erforscht, segnet die Zukunft’. Interessant aan het museum vormt onder meer het feit dat de gebouwen niet alleen model staan voor een bepaalde regio, maar dat er ook veel aandacht is voor identiteit, etniciteit, religieuze en sociale verhoudingen. Het feit dat Letland te maken heeft gehad met diverse politieke en etnische lagen wordt onder meer weerspiegeld in de herberg met aparte eetzalen voor Russische en Duitse landsheren, waarbij de Letten uitsluitend dienden als personeel in de keuken. Het museum draagt bij aan de beeldvorming van Letse cultuur. Het vormt een reservaat voor oude bijzondere gebouwen zoals de oudste houten kerk van Letland, een gebouw uit de 16de eeuw. Het openluchtmuseum fungeert ook als ecomuseum door middel van twee ‘filialen’, gebouwencomplexen die in situ worden behouden en waar ook bezoekers kunnen komen. Een schuur is afgebeeld op papiergeld van Letland en enkele boerenstoelen zijn als vormen van Letse design opgenomen in een soort canon van de Letse geschiedenis. Zaterdag 25 mei zijn we naar Jurmala geweest, een verzameling dorpen die samen de badplaats van Riga vormen. Al in de negentiende eeuw was dit een geliefd oord voor badgasten uit het Russische Rijk, maar ook uit Duitsland. Daaraan herinneren nog tal van gebouwen. In de periode van de SovjetUnie was Jurmala samen met de Krim een populaire vakantiebestemming. In het nieuwe Stadsmuseum wordt uitgebreid aandacht besteed aan deze geschiedenis. Het museum bestaat sinds 1962 en is sinds 1997 gevestigd in een voormalige wasserij, die inmiddels geheel verbouwd is. Het grote voordeel is dat het pand eigendom is van de gemeente en daardoor niet, zoals andere musea die we gezien hebben, worstelt met particuliere eigenaren. De investeringen zijn op die manier gegarandeerd. De verbouwing is zeer geslaagd en het geheel ademt een bijzonder plezierige sfeer. Zowel de tentoonstellingsruimten als de depots zien er prima uit. Alle onderdelen van de geschiedenis komen goed uit de verf, ook de Sovjet-periode. Tijdens de discussies draaiden de collega’s daar niet omheen, wat we eerder in de week nog wel eens zijn tegengekomen. De ontvangst door directeur Inta Baumane en haar medewerkers was heel plezierig. Na een lunch in een restaurant tegenover het museum hebben we een rondrit door Jurmala gemaakt met een kort bezoek aan het strand. Slechts een van ons waagde zich in zee, op deze koude, regenachtige dag. De rondrit eindigde in een openluchtmuseum over visserij, dat zich opmerkelijk genoeg in een bos bevond. De schepen lagen tussen de dennenbomen alsof ze daar tientallen jaren geleden door een tsunami waren neergekwakt. In een hutje kregen we gerookte vis met bier en de plaatselijke borrel ‘black balsam’ aangeboden. De instructieve teksten waren in het Lets, het Engels
en het Russisch. De meeste musea laten de laatstgenoemde taal, die voor 40% van de inwoners de moedertaal is, in hun zaalteksten en bijschriften maar weg. Het verleden is te belast. Met het busje werden we teruggebracht naar Riga, waar we in het Huis Mencendorff, waar we dinsdag waren geweest, opnieuw werden ontvangen door Ilona Audere. We kregen daar een presentatie over de bewogen Letse geschiedenis. Het was een genuanceerd verhaal, waarin de problemen van de overgang na 1991 uitgebreid de aandacht kregen en er begrip was voor een zekere heimwee naar de Sovjet-Unie toen iedereen werk had en de huren laag waren. De economische problemen waar de Letten momenteel voor staan en de politieke spanningen van een samengestelde bevolking (met een grote Russische minderheid) zijn niet gering. Het was een leerzame afsluiting van een bijzonder instructieve week. Op de ‘vrije’ zondag 26 mei bezocht een aantal mensen nog het Museum voor de Letse geschiedenis in het kasteel van Riga, met een geweldige collectie in een ongelooflijk ouwerwetse en stoffige opstelling. Anderen zagen het natuurhistorisch museum (met opgezette beesten en de lokale flora gewoon vers geplukt en opgesteld in vaasjes), het museum voor decoratieve kunst (met veel porcelein) en/of een tentoonstelling van moderne Letse kunstenaars in het buitenland in de Beurs van Riga. Een enkeling durfde een uur te ’spijbelen’ om een boottocht te maken, die een mooi uitzicht op de stad bood. Een klein groepje ging met Hendrik gewoon nog een hele excursie doen naar het eiland Kipsala, aan de overkant van de rivier. Helaas waren het museum van Letse kunst en het ‘Museum of Occupation’ in verbouwing zodat ze er piekfijn uitzien in 2014, als Riga culturele hoofdstad van Europa wordt. Anders waren sommige deelnemers ook die vast nog binnengerend. Op de maandag van vertrek, 27 mei, zijn velen de grote centrale markt in de zeppelin-hangars gaan bezoeken om souvenirs te kopen, al troffen ook enkelen elkaar weer in het enige museum dat op maandag open is, het Joodse Historische Museum, met gruwelijke foto’s van een al even gruwelijke holocaust. Sommige hoorden daar ook nog een lezing over de geschiedenis van Letland en haar joden. Toen restte alleen nog de terugreis. Verslag: Renger de Bruin, Lydia Edelkoort, Christiaan te Strake, Renate van de Weijer en Annemarieke Willemsen. Foto’s: Annemarieke Willemsen.