nummer november
Nieuwsbrief Sectie Hymenoptera Nederlandse Entomologische Vereniging
In dit nummer onder meer: Excursies van de sectie in $ Verslag voorjaarsexcursie Elperstroom De gele tubebij in Vlaanderen anno Help! Bijen op mijn balkon! AcuBieb
nr. 7, november 2013
2
nr. 7, november 2013
ISSN 1387-1773 Foto voorpagina: Hedychrum rutilans, man. Foto: Albert de Wilde, gefotografeerd tijdens de excursie van de sectie op 3 augustus, Bergerhei.
Nieuwsbrief sectie Hymenoptera van de Nederlandse Entomologische Vereniging
Redactie Vormgeving: Jan Smit. Druk: Drukkerij Presikhaaf, Arnhem.
J. D’Haeseleer, T. Peeters, J. Smit, E. van der Spek
Redactieadres Voermanstraat 14, 6921 NP Duiven e-mail:
[email protected]
Website www.nev.nl/hymenoptera/
Redactioneel In afgelopen maanden zijn twee van onze oudere leden overleden: Terko Simon Thomas en Arjen Neve. Leo Blommers haalt persoonlijke herinneringen op met betrekking tot Terko. Theo Peeters gedenkt Arjen. De excursies in het voorjaar en de zomer van 2014 worden aangekondigd. Erik van der Spek brengt verslag uit van de voorjaarsexcursie van de sectie naar Drenthe. Verder zijn er enkele korte artikelen; over 10 jaar website Wildebijen.nl en een leek die gegrepen wordt door nestelende wilde bijen, door Huib Koel. Een geslaagde nesthulp voor Anthophora wordt voorgesteld door Jochem Kühnen.
De literatuurhoek is weer goed gevuld met AcuBieb door Theo Peeters, een boekbespreking en een samenvatting van een onderzoek door Erik van der Spek. Er staan weer enkele oproepen in, o.a. om de bijdrage voor het komende jaar over te maken en de leuke waarnemingen uit 2013 door te geven. Let bij de Mededelingen op de studiedag in 2014, die gaat deze keer over sluipwespen. Dank aan Raymond Broersma voor het vertalen in het Engels van enkele samenvattingen. We wensen je veel leesplezier, Jens, Theo, Erik en Jan.
3
nr. 7, november 2013
Dr. Robert Terko Simon Thomas Leo Blommers Een persoonlijke noot ter nagedachtenis Terko Simon Thomas is op 5 juni jongstleden overleden en daarmee is, voor mijn gevoel, nu toch echt een einde gekomen aan de 'Amsterdamse entomologie'. Voor mij begon het midden zestiger jaren, toen vanuit de afdeling Entomologie van het Zoölogisch Museum UvA enkele studentenexcursies naar de Belgische Ardennen georganiseerd werden, naar de Hautes Fagnes in 1964 en naar Florenville (prov. Luxemburg) in 1969. Hier verschenen ook Terko en Miek in hun eerste kampeerbus en Miek ging rond met allerhande lekkernijen, zoals ze dat zo vaak nog daarna deed. Terko had toen al zijn entomologische vuurdoop ondergaan als gouvernementsbioloog in NieuwGuinea. Hij promoveerde in 1964 op onderzoek aan een daarginds schadelijke schildpadkeverl. Na de souvereiniteitsoverdracht terug in Holland, vestigden Terko en Miek zich op zijn ouderlijk landgoed bij Nunspeet en kreeg Terko een aanstelling bij vakgroep Farmacologie UvA, voor onderzoek over de giffen waarmee graafwespen hun prooi verdoven. Terwijl Dr. T. Piek de chemische analyses verrichtte, was het aan Terko uit te vinden hoe met name de bijenwolf Philanthus triangulum in voldoende aantal te kweken en/of te verzamelen was. Dit werk was hem op het lijf geschreven. Het verzamelen zat hem in de genen; ook munten en postzegels bleven hem tot op hoge leeftijd bekoren. Bovendien was hij een inventieve knutselaar, die uit simpel materiaal handige instrumenten kon maken. Met hun minutieus ingerichte kampeerbus maakten Terko en Miek heel wat kilometers, vooral naar de bijenwolven in Aquitanië (ZW Frankrijk), maar ze verzamelden ook in Kaap Verdië, Suriname en Zuid-Afrika. Zelf heb ik hen van nabij bezig gezien in de Dakhla-oase, Egypte, eind 1976, waar de bijenwolf vrijwel alle bijenvolken had opgeruimd. Ook daar bivakkeerden zij in hun kampeerbus, meegenomen uit Nederland, waarin leeftocht en prepareerspullen hun vaste plaats hadden en alleen Terko het veelvuldig uitpakken en inruimen verzorgde. Een grootse gebeurtenis was het kerstfeest, compleet met Hollands engelenhaar en zelf gegoten waskaarsen, waarvoor locale notabelen met vrouw, kinderen plus oppas, werden uitgenodigd. Het project resulteerde in een goed advies voor herstel van de bijenteeltll en
4
Terko Simon Thomas. Foto Albertine Ellis-Adam.
Terko wist ook honderden bijenwolven op droogijs naar Amsterdam te brengen. Ook werden eind zestiger jaren voor het eerst een aantal vakgenoten, met partner, uitgenodigd voor een weekend op De Vennen, om op insekten te jagen. Hiermee begon een uitvoerige inventarisatie van plaatselijke geleedpotigen waarover in 2006 het zesde verslag verscheenlll, met 701 soorten Hymenoptera. Maar toen waren de jaarlijkse weekenden allang veranderd in sportieve kampen, waaraan ook steeds meer kinderen mee deden. Eerst werd in enkele jaren het met veenmos dicht gegroeide Mythsteeven schoon gemaakt, en daarna werd het grote ven gekuist. Velen hebben van deze jaarlijkse weekenden, onder de stille, maar gedegen leiding van Terko genoten. Jarenlang was het een dierbaar moment om oude, vooral Amsterdamse vrienden, weer eens te spreken. Literatuur l
Titel proefschrift: "Some aspects of life history, genetics, distribution and taxonomy of Aspidomorpha adhaerens (Weber, 1801) (Cassidinae, Coleoptera)" ll Simon Thomas, R.T. & A.M.J. Simon Thomas, 1977. A pest of the bee wolf in the apiculture of the Dakhla oasis, Egypt. Report Pharmacological Laboratory, University of Amsterdam, Amsterdam, 23 pp. lll Simon Thomas, R.T. & W.N. Ellis, 2006. Lijst van landarthropoden, waargenomen op de landgoederen "De Vennen" en "Mythstee" nabij Nunspeet. 58pp.
nr. 7, november 2013
Bijdrage aan de bibliografie van R.T. Simon Thomas J. Smit, met aanvullingen van T. Peeters en R. Veenendaal Simon Thomas, R.T., 1958. Boekentip: Barrett, C. & A.N. Burns, Butterflies of Australia and New Guinea, N.H. Sward Pty. Ltd., Melbourne, 1951. - Entomologische Berichten 18 (9): 196. Simon Thomas, R.T., 1959. Het verzenden van insectenmateriaal per luchtpost. - Entomologische Berichten 19 (9): 179-80. Simon Thomas, R.T., 1960. Secundair optredende insecten op cacao. - Entomologische Berichten 20 (4): 77-78. Simon Thomas, R.T., 1960. Insects associated with dying cacao trees in West New Guinea. - Papua and New Guinea Agricultural Journal 12 (4): 196-197. Simon Thomas, R.T., 1961. Keverpostzegels in Nederlands Nieuw Guinea. - Entomologische Berichten 21: 209. Simon Thomas, R.T., 1961. Vlinderpostzegels in Nederlands Nieuw Guinea. - Entomologische Berichten 21: 44. Simon Thomas, R.T., 1961. Coffee pests in Netherlands New Guinea. - Mededelingen Dienst Economische Zaken, Landbouwkundige serie 3, 6 p. Simon Thomas, R.T., 1962. Enkele aantekeningen over het voorkomen van Coptotermes hyaloapex Holmgr. (Rhinotermitidae) in Nederlands Nieuw Guinea. Entomologische Berichten 22 (3): 57-58. Simon Thomas, R.T., 1962. De plagen van enkele cultuurgewassen in West Nieuw Guinea. - Med. Econ. Zaken, Landbouwk., serie 1962, no. 1, 126 p. Simon Thomas, R.T., 1963. Enkele vangsten uit de Sibilvallei. - Entomologische Berichten 23 (6): 112-114. Simon Thomas, R.T., 1964. Some aspects of life history, genetics, distribution and taxonomy of Aspidomorpha adhaerens (Weber, 1801) (Cassidinae, Coleoptera) Tijdschrift voor Entomologie 107(4): 167-264. [proefschrift] Meer, C. van der, D. Drenth, J.K. Nijhof, T. Piek, R.T. Simon Thomas & B.J. Visser, 1965. Paralyzing animal poisons. - Final technical report of the European Research Office, U.S. Army, Department of Pharmacology, University of Amsterdam. Simon Thomas, R.T., 1966. A method of breeding Philanthus triangulum F. (Hymenoptera, Sphecidae). Entomologische Berichten Amsterdam 26: 114-116. Piek, T. & R.T. Simon Thomas, 1969. Paralysing venoms of solitary wasps. - Comp. Biochem. Physiol. 30: 13-31. Simon Thomas, R.T., 1969. The collection and breeding of wasps producing a paralysing venom. - Acta Physiol. Pharmacol. Neerl. 15: 150. Simon Thomas, R.T., 1969. Sphecidae collected at Tenerife. - Entomologische Berichten Amsterdam, 29 (6): 120. Simon Thomas, R.T., 1970. Het individueel merken van Philanthus triangulum (F.). - Entomologische Berichten Amsterdam 30: 149-152. Simon Thomas, R.T. & E.P.R. Poorter, 1972. Notes on the behaviour of males of Philanthus triangulum (F.)
(Hymenoptera, Sphecidae). - Tijdschrift voor Entomologie 115(2): 141-152. Simon Thomas, R.T., 1972. Sphecidae (Hymenoptera) collected in Aquitaine, France. - Bulletin Zoologisch Museum Universiteit Amsterdam 2(17): 173-190. Simon Thomas, R.T. & A.M.J. Simon Thomas,1972. Some observations on the behaviour of females of Philanthus triangulum (F.) (Hymenoptera, Sphecidae). - Tijdschrift voor Entomologie 115(2): 123-139. Simon Thomas, R.T. & R.L. Veenendaal, 1972. Het gedrag van Crabro peltarius (Schreber) in het hol. - Jaarboek Ned. Ent. Ver.: 74. Simon Thomas, R.T., 1972. Vespoidea (Hymenoptera) collected in the south of France. - Bulletin Zoologisch Museum Universiteit Amsterdam 2(18): 191-195. Simon Thomas, R.T., 1973. Philanthus triangulum (F.) (Hym. Sphecidae). - Entomologische Berichten Amsterdam 33(6): 112. Simon Thomas, R.T. & A.M.J. Simon Th.-Heijmans, 1973. Het voorkomen en gedrag van de bijenwolf in Nederland. - De Levende Natuur 76: 64-70. Simon Thomas, R.T., 1973. Oproep tot medewerking. Natura 70(6): 90. Simon Thomas, R.T. & R.L. Veenendaal, 1974. Observations on the reproduction behaviour of Crabro peltarius (Schreber) (Hymenoptera, Sphecidae). Netherlands Journal of Zoology 24(1): 58-66. Simon Thomas, R.T., 1974. Sphecidae-vangsten in Tienray (Limburg). - Entomologische Berichten Amsterdam 34(4): 56-58. Simon Thomas, R.T. & R.L. Veenendaal, 1974. Chrysididae and Mutillidae (Hymenoptera) collected in Aquitaine, southwestern France and an addition to the list of Sphecidae. - Bulletin Zoologisch Museum Universiteit Amsterdam, 4(1): 1-4. Simon Thomas, R.T. & H. Wiering, 1976. Wespen en bijen, gevangen in de IJsselmeerpolders. - De Levende Natuur 79: 108-111. Simon Thomas, R.T., 1976. Wegwespen (Pompilidae) in beheer bij het Farmacologische Laboratorium van de Universiteit van Amsterdam. - Verslagen en Technische gegevens Intst. Tax. Zoöl. Univ. Amst. 10: 8 p. Simon Thomas, R.T., 1976. Hyménoptères vespiformes récoltés dans la Forêt de Campet (Lot-et-Garonne, France). - Verslagen en Technische gegevens Intst. Tax. Zoöl. Univ. Amst., 8: 10 p. Simon Thomas, R.T. & A.M.J. Simon Thomas, 1977. A pest of the beewolf in the apiculture of the Dakhla Oasis, Egypt. – Pharmacological Laboratory University of Amsterdam: 1-23. Simon Thomas, R.T. & R.L. Veenendaal, 1978. Observations on the behaviour underground of Philanthus triangulum (Fabricius) (Hymenoptera, Sphecidae). - Entomologische Berichten Amsterdam 38: 3-8.
5
nr. 7, november 2013
Simon Thomas, R.T. & A.M.J. Simon Thomas, 1978. Verspreiding en gedrag van de bijenwolf. - Maandblad van de Koninklijke Vlaamse Imkersbond 64(12): 450456. Simon Thomas, R.T., 1979. Kan de bijenwolf weer een plaag worden? - Bijenteelt 81(6): 12. Simon Thomas, R.T. & A.M.J. Simon Thomas, 1979. Bijenwolfplaag in Limburg. - Maandblad van de Vlaamse Imkersbond 65(6): 220-223. Simon Thomas, R.T. & A.M.J. Simon Thomas, 1980. The beewolf, Philanthus triangulum (F.) (Hymenoptera: Sphecidae), a pest of honeybees. - Honeybee Science 1(4): 167-170. Simon Thomas, R.T. & A.M.J. Simon Thomas, 1980. Philanthus triangulum and its recent eruption as a predator of honeybees in an Egyptian oasis. - Bee World 61(3): 97-107. Simon Thomas, R.T. & A.M.J. Simon Thomas, 1980. Levenswijze van de bijenwolf. - Bijenteelt 58(6): 106108. Simon Thomas, R.T., 1982. Notes on the nests and polymorphism of Polistes (Aphanilopterus) crinitus multicolor (Olivier) in the Netherlands' Antilles (Hym.: Vespidae, Polistinae). - Entomologische Berichten Amsterdam 42: 191-192. Piek, T., A. Buitenhuis, R.T. Simon Thomas, J.G.R. Ufkes & P. Mantel, 1983. Smooth muscle contracting compounds in the venom of Megascolia flavifrons (Hym. Scoliidae) with notes on the stinging behavior. - Comp. Biochem. Physiol. 75C: 145-152. Simon Thomas, R.T., 1984. Notes on the Hymenoptera Aculeata from St. Martin, Saba, and St. Eustatius. Studies Fauna Curaçao Caribbean Islands 67(205): 9297. Simon Thomas, R.T., 1984. Polistes gallicus (L.) nieuw voor de Nederlandse fauna (Hymenoptera, Vespidae). Entomologische Berichten Amsterdam, 44 (8): 113-116. Simon Thomas, R.T., 1985. Notes on Hymenoptera Aculeata from St. Martin, Saba and St. Eustatius. Stud. Fauna Curacao Caribbean Is. 67 : 92-97. Simon Thomas, R.T. & A.M.J. Simon Thomas, 1986. Wespen en het ongemak dat zij kunnen veroorzaken. Natuur en Milieu 15(38): 20-24. Schmidt, J.O., C.A. McDaniel & R.T. Simon Thomas, 1990. Chemistry of male mandibular gland secretions of Philanthus triangulum. - Journal of Chemical Ecology 16(7): 2135-2143. Simon Thomas, R.T. & H. Wiering, 1993. Notes on the Cape Verde Islands Fauna of Sphecidae and Apidae (Hymenoptera). - Cour.Forsch.-Inst.Senck.159:403-409. Peeters, T.M.J., Felton, J.C, V. Lefeber, J. de Rond, R.T. Simon Thomas & J. Smit, 1993a. Hymenoptera Aculeata - angeldragers: bijen, wespen en mieren. In: Verslag van
6
de 147e zomervergadering van de NEV 12-14 juni 1992, te Ansen (Dr.). - Entomologische Berichten 53 (5): xxiiixxvi. Peeters, T.M.J., R.T. Simon Thomas, J.C. Felton, L.H.M. Blommers, H. Nieuwenhuysen & J. Smit, 1994. Hymenoptera Aculeata - angeldragers: bijen, wespen en mieren. In: Verslag van de 148e zomervergadering van de NEV, 11-13 juni 1993, te Woold bij Winterswijk. Entomologische Berichten 54 (5): xxiii-xxv. Simon Thomas, R.T., 1994. Two new species of a new genus of Sphecidae from Senegal and Yemen (Hymenoptera). - Entomologische Berichten Amsterdam 54(8): 154-157. Ellis, W.N. & R.T. Simon Thomas, 1994. Insect phenology and diversity in Malaise traps at the Veluwe. Entomologische Berichten Amsterdam 54(9): 171-175. Simon Thomas, R.T., 1995. Two new species of Spilomena from Yemen (Hymenoptera: Sphecidae). Entomologische Berichten Amsterdam 55(4): 68-71. Simon Thomas, R.T., 1995. Notes on two species of Sphecidae from Senegal and Yemen (Hymenoptera). Entomologische Berichten Amsterdam 55(11): 182-184. Simon Thomas, R.T., 1995. New and rare Sphecidae (Hymenoptera) from west Africa. - Tijdschrift voor Entomologie, 138(1): 121-130.. Simon Thomas, R.T., 1996. The status of the genus Xanthosphecium Simon Thomas (Hymenoptera: Sphecidae). - Entomologische Berichten Amsterdam 56(12): 196. Simon Thomas, R.T., 1998. A recapitulation of errata and omissions to Sphecid wasps of the world. A generic revision by R.M. Bohart & A.S. Menke. - Verslagen en Technische gegevens, ISP (Zoölogisch Museum) Univ. van Amsterdam 77: 41 p. Simon Thomas, R.T. & Willem N. Ellis, 2000. Lijst van Land-Arthropoda waargenomen op de landgoederen "De Vennen" en "De Mythstee" Nunspeet. - Eigen uitgave, Nunspeet, 62 p. Simon Thomas, R.T., 2000. Wespenvangsten op het landgoed Huize de Vennen te Nunspeet. – Bzzz, Nieuwsbrief sectie Hymenoptera 11: 10-12. Simon Thomas, R.T. & Willem N. Ellis, 2004. Lijst van Land-Arthropoda waargenomen op de landgoederen "De Vennen" en "De Mythstee" Nunspeet. - Eigen uitgave, Nunspeet, 78 p. Simon Thomas, R.T. & W.N. Ellis, 2006. Lijst van LandArthropoda waargenomen op de landgoederen "De Vennen" en "De Mythstee" Nunspeet, zevende aangevulde uitgave. - Eigen uitgave, Nunspeet, 58 p.
nr. 7, november 2013
Arjen Neve overleden Theo Peeters Op 23 september 2013 overleed te Leiden op 82 jarige leeftijd Arjen Neve. Arjen was lid van onze sectie sinds 2005. Kort wil ik hier even bij hem stil-staan. Zijn naam associeer ik nog steeds met een lieve, stipte man met oog voor detail die prachtige pentekeningen maakte bij zijn rubriek ‘Bijenplant in beeld’. Maar liefst 249 bijenplanten verschenen tussen 1981-2006 in het tijdschrift van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging (NBV). ‘Het was een hele klus hoor!’ liet Arjen zich in zijn laatste ‘Bijenplant is beeld’ ontvallen. Arjen tekende en beschreef in die artikelen niet alleen de bloeiwijze maar bestudeerde ook uitgebreid de pollen. Toen ik zijn pentekeningen zag was ik meteen verliefd op zijn werk. Pollenonderzoek was een geliefde bezigheid van Arjen. Hij gaf cursussen over palynologie voor imkers. Weinig mensen in ons land zijn ervaren in stuifmeelonderzoek. Zo rond de eeuwwisseling, toen ik de pollen van de schorzijdebij Colletes halophilus wilde laten onderzoeken, kwam ik met hem in contact. Arjen, zoals ik hem leerde kennen tijdens enkele ontmoetingen in Leiden, was een bescheiden, hardwerkende man. Hij tekende zeer nauwkeurig en stond als gelouterde imker ook open voor (pollen)onderzoek aan wilde bijen. In 2004 heb ik hem gevraagd om samen een nieuwe rubriek ‘Bijenweide’ te beginnen in onze nieuwsbrief. We hebben die rubriek drie jaren volgehouden en daarin werden 20 van zijn fraaie pentekeningen en beschrijvingen opgenomen. Er waren meer plannen, maar die hebben we helaas niet kunnen verwezenlijken. Zo zag ik graag zijn prachtige serie artikelen over bijen, planten en hun pollen al gebundeld tot een boek, zodat die voor een groter publiek toegankelijk zou worden. Dat plan is helaas in de idee-fase blijven steken. Na 2007 verloren we elkaar uit het oog. Maar misschien moet iemand toch nog
Arjen Neve op Terschelling, Boschplaat, 25-8-2011. Foto Kees Neve.
eens serieus een compilatie van zijn plantenwerk maken… Een ding, neen twee, staan vast, Arjen zou zeer vereerd zijn en wij zouden hem bij dat werk zeer missen. Moge zijn hart rusten in vrede na een rijk leven vol intense verwondering over de Schepping.
Bijdrage aan de bibliografie van Arjen Neve Arjen schreef vele artikelen o.a. voor de NBV en nieuwsbrief ‘De Stertselaar’ van de imkervereniging te Leiden. Zijn 249 artikelen in de rubriek ‘Bijenplant in beeld’ zijn online te lezen op de pagina’s van de NBV, zie http://library.wur.nl/ojs/index.php/bijenhouden. Ook kun je daar een mooi interview met Arjen Neve vinden met als titel ‘Ik houd wel van kleine dingen’,
dat werd geschreven door Ton Thissen (2006) in ‘Bijen’ jaargang 15: 10-13. Arjen stuurde me meermaals zijn stukjes toe uit ‘De Stertselaar’, waarvan hij redactielid was. Hieronder een opsomming van zijn werk uit mijn eigen archief. De artikelen Bijenweide 1-6 in onze eigen nieuwsbrief, zijn te vinden op
7
nr. 7, november 2013
http://www.nev.nl/hymenoptera/bzzz.html. Neve, A., 1993. Bijenpollen in beeld. Handleiding bij cursus palynologie voor imkers. - Imkersvereniging Leiden, 19 p. Ham, R.W.J.M. van der, J.P. Kaas, J.D. Kerkvliet & A. Neve, 1999. Pollenanalyse. Stuifmeelonderzoek van honing voor imkers, scholen en laboratoria. Stichting Landelijk Proefbedrijf voor Insektenbestuiving en Bijenhouderij Ambrosiushoeve, Hilvarenbeek, 156 p. Neve, A., 2003. De Schorzijdebij. - De Stertselaar 27: 24-25. Neve, A. & T. Peeters, 2004. Bijenweide 1. [Zulte Aster tripolium, Koolzaad Brassica napus, Slangenkruid Echium vulgare] - Nieuwsbrief sectie Hymenoptera van de NEV, Bzzz 20: 65-72. Neve, A., 2004. De Grote zijdebij. - De Stertselaar 28 (2): 14-15. Neve, A., 2004. Drachtplanten, bijen en honing. - De Stertselaar 28: 4-7. Neve, A. & T. Peeters, 2004. Bijenweide 2. [Rode ogentroost Odontites vernus, Zandblauwtje Jasione montana, Boerenowrmkruid Tanacetum vulgare] Nieuwsbrief sectie Hymenoptera van de NEV, Bzzz 21: 20-29. Neve, A. & T. Peeters, 2004. Bijenweide 3. [Heggenrank Bryonia dioica, Grasklokje Campanula rotundifolia, Klimop Hedera helix] - Nieuwsbrief sectie Hymenoptera van de NEV, Bzzz 22: 68-77. Neve, A., 2005. Drachtplanten, bijen en honing. - De Stertselaar 29: 3-5. Reemer, M., F. van der Meer & A. Neve, 2005. De roodrandzandbij Andrena rosae in de ZuidHollandse Biesbosch. - Stichting EIS-Nederland, rapportnummer EIS2005-12: 28 p.
8
Meer, F. van der, M. Reemer, T. Peeters & A. Neve, 2006. De roodrandzandbij Andrena rosae in de ZuidHollandse Biesbosch (Hymenoptera: Apoidea: Andrenidae). - Nederlandse Faunistische Mededelingen 25: 1-9. Neve, A. & T. Peeters, 2004. Bijenweide 4. [Scherpe boterbloem Ranunculus acris, Rode klaver Trifolium pratense, Struikheide Calluna vulgaris] - Nieuwsbrief sectie Hymenoptera van de NEV, Bzzz 23: 36-43. Neve, A. & T. Peeters, 2004. Bijenweide 5. [Grote klaproos Papaver rhoeas, Sint-Janskruid Hypericum perforatum, Gewone vlier Sambucus nigra, Stinkende gouwe Chelidonium majus, Bosrank Clematis vitalba, Moerasspirea Filipendula ulmaria] - Nieuwsbrief sectie Hymenoptera van de NEV, Bzzz 24: 64-77. Neve, A., 2006. De laatste Bijenplant in beeld. Bergamotplant (Monarda didyma). - Bijen 15 (12): 318-319. Neve, A., 2006. Boekbespreking: Laget, D. (2005) Determinatietabel voor solitaire bijen in aangeboden nestgelegenheden Betram 2 (bis), 74 p. - De Stertselaar 30 (1): 17. Neve, A., 2006. Drachtplanten, bijen en honing. De Bergamotplant. - De Stertselaar 30 (1): 4-5. Neve, A., 2006. Drachtplanten, bijen en honing. [Scherpe boterbloem] - De Stertselaar 30 (2): 4-6. Neve, A., 2006. Drachtplanten, bijen en honing. Wilde reseda (Reseda lutea). - De Stertselaar 30 (3): 4-6. Neve, A., 2007. Rosse metselbij. - De Stertselaar 31 (3): 8-9. Peeters, T. & A. Neve, 2007. Bijenweide 6. [Kruipwilg Salix repens] - Nieuwsbrief sectie Hymenoptera van de NEV, Bzzz 26: 77-81.
nr. 7, november 2013
Excursies Voorjaarsexcursie: Sint Pietersberg, 26 april 2014 Erik van der Spek We hebben toestemming van Natuurmonumenten om de terreinen op de Sint Pietersberg te bekijken. Een gevarieerd gebied met (kalk)graslanden, akkers en hellingbossen. Eind 2010 zijn delen van de ENCIgroeve al in beheer gegeven aan de vereniging, hier is nog weinig geïnventariseerd en mogelijk veel te ontdekken. Een stap over de grens is hier snel gemaakt, wanneer we toestemming krijgen ronden we de excursie af met een bezoek aan de Tiendeberg in Kanne. Sint-Pietersberg * De Sint-Pietersberg is een van de warmste plekjes van Nederland. Samen met de kalkbodem zorgt dit warme klimaat ervoor dat er veel soorten dieren en planten leven die normaal gesproken alleen veel zuidelijker voorkomen. De bonte variatie aan landschappen helpt die soortenrijkdom ook nog eens een handje. Al wandelend of fietsend komt u langs hellingbossen, bloemrijke kalkgraslanden, graften (steilranden in het landschap), kalkrotsen en poelen, allemaal met hun eigen verborgen schatten (Fig. 1).
We werken bijvoorbeeld aan herstel en uitbreiding van de bloemrijke kalkgraslanden. Zeldzame orchideeën en andere planten, vlinders en vogels profiteren hiervan en geven het landschap zomers een kleurrijk karakter. Ook herstellen we graften en zorgen we dat er in de hellingbossen als vanouds hout wordt gekapt. Door meer licht op de bodem ontstaat er meer variatie en trekken de bossen meer diersoorten aan. Ook beheert Natuurmonumenten zo’n vijf hectare biologische kruidenrijke akkers, waarop we zonder bemesting en bestrijdingsmiddelen tarwe, gerst en spelt telen. Zo kunnen akkerkruiden als spiegelklokje, korenbloem, klaproos en akkerviooltje welig tieren. Startpunt: Chalet Bergrust, Luikerweg 71, 6212 NH Maastricht Tijd: 10.00 uur. Aanmelden:
[email protected] Reservedatum: 3 mei. * Natuurmonumenten 2012 folder Sint-Pietersberg ** www.sintpietersberg.org (7-10-2013)
Fig. 1. Poppelmondedal. Foto Frans Post.
9
nr. 7, november 2013
Zomerexcursie: dal Overijsselse Vecht, 2 augustus 2014 Erik van der Spek “Wat mij betreft zijn jullie welkom in de Overijsselse Vecht.” antwoorde boswachter Ruud Jonker van Staatsbosbeheer op een vraag naar excursie locaties. Wellicht zijn stroomdalgraslanden en sleedoornstruwelen interessant in het oude landschap van Junner koeland (o.a. zeer veel bulten gele weidemier) en heideterreinen van bv. Boswachterij Ommen. In augustus gaan we deze gebieden eens bekijken. Het Vechtdal in smallere zin valt grotendeels binnen de Ecologische Hoofdstructuur. De natuurwaarden bestaan voor een deel uit rivierduincomplexen die zich binnen afgesneden meanders van de Vecht bevinden. Hier groeit bijvoorbeeld de steenanjer. In 2003 is op een rivierduincomplex ook de bergnachtorchis gevonden. De lager gelegen hooilanden herbergen enkele bijzondere planten. Hier groeit bijvoorbeeld de lange ereprijs. Deze plant is in het Vechtdal algemeen, maar daarbuiten zeldzamer. Op de voormalige heidevelden liggen relatief grote boscomplexen als Boswachterij Hardenberg, Boswachterij Ommen, Landgoed Junne, Landgoed Eerde en Eerder Achterbroek. In de boscomplexen de Rheezerbelten
en de Beerzerbulten liggen hoge duinen. De Rheezerbelten waren het gevolg van te intensief gebruik van de heidevelden waardoor een grote verstuiving optrad die de essen begonnen te bedreigen. Men poogde de dreiging te keren door er eikenhakhout op aan te planten. Bij de monding van de Vecht groeit de kievitsbloem in graslanden. Samen met de groeiplaatsen van deze plant langs het Zwarte water is dit de belangrijkste groeiplaats van deze plant in Nederland. Wij bezoeken een deel van dit gebied. Het Vechtdal kent de zogenaamde koelanden als het Junner- en Ariënkoeland. Eeuwen geleden brachten koeherders vanaf de brinken in de dorpjes de dieren naar het land om te grazen. Met de mest werden de akkers bevrucht. Staatsbosbeheer hanteert nog steeds dit eeuwenoude systeem van begrazing. Dit 'beheer van de lange adem’ geeft stabiliteit, waardoor het landschap zijn authentieke karakter behoudt. Aanwezige natuurtypen: N06.03 hoogveen N06.04 vochtigeheide N07.01 droge heide N07.02 zandverstuiving N10.02 vochtig schraalland N11.01 droog schraalland N12.02 kruidenrijk grasland N14.01 overstromingsbos N15.02 dennen-, eiken- of beukenbos N16.01 droog bos met productie Startpunt: Restaurant De Bootsman Coevorderweg 19 7737 PE Stegeren (Ommen) 0529 457272 Tijd: 10.00 uur.
[email protected] Aanmelden:
[email protected] Reservedatum 9 augustus 2014. Vechtdal 5e druk kaart 17 Staatsbosbeheer - Falkplan www.staatsbosbheer.nl 1010-2013 www.wikepedia.nl 10-102013
10
nr. 7, november 2013
Verslagen Verslag voorjaarsexcursie Elperstroom, 20 april 2013 Erik van der Spek
Driemaal is scheepsrecht “Jullie zijn van harte welkom in het 'Hart van Drenthe'. Wij zouden graag willen weten wat er in de Elperstroom aan wespen en bijen rondvliegt.” Aan deze uitnodiging van Pauline Arend boswachter van Staatsbosbeheer gaven we op 20 april 2013 gehoor. Een jaar later dan oorspronkelijk gepland, omdat het weer op de voorkeursdatum en de reservedatum in 2012 te slecht was voor een zinvolle excursie. Op 20 april was het weer net goed genoeg en beleefden we, door het extreem late najaar van dit jaar, dat de excursie samenviel met het eerste begin van de bloei van de wilgen. Andere voedselplanten lieten het nog nagenoeg afweten. Met de kleine groep deelnemers, Jan Smit, Hans Nieuwenhuiijsn, Erik van der Spek lukte het in gezelschap van boswachter Pauline Arend waarschijnlijk wel om de bijensoorten die aanwezig waren te vinden. Met aanvulling via een malaiseval van Joop Prijs. Naast de deelgebieden Reitma en Oosterma (Fig. 1) in het stroomdal van de Elperstroom is ook het gebied de Holmers bezocht.
Gebieden Het N2000 gebied Elperstroom vormt de bovenloop van de Beilerstroom op de westelijke flank van de Hondsrug. Het ligt ten oosten van het dorp Elp. Kenmerkend is het typische esdorpenlandschap tussen Elp en de aangrenzende boswachterijen van Grolloo en Schoonloo met essen (akkers), heide en naald- en loofbos. De Elperstroom vormt het hooi- en weilandgebied in dit esdorpenlandschap. Het gebied heeft een complexe bodemstructuur met leem, veen en zand. De kwel wordt deels beïnvloed door opstuwing door een zoutkoepel. Het kwelwater is relatief kalkrijk, waardoor zich hier kalkmoerassen en blauwgraslanden hebben ontwikkeld met veel bijzondere planten, zoals tweehuizige zegge, vlozegge en vleeskleurige orchis. Langs de beek liggen voornamelijk graslanden, van elkaar gescheiden door greppels, houtwallen en kleine bosjes. In het deelgebied de Reitma komen blauwgraslanden voor. Het deelgebied Oosterma wordt begraasd met koeien en schapen en is minder bloemrijk. Op de flanken van het dal liggen enkele heischrale graslanden en heidevelden. De Elperstroom is ook het leefgebied van de zilveren maan, de eerste generatie vliegt vanaf half mei. De Holmers is een deel van het nabij gelegen beekdal Holmers-Halkenbroek, een andere brongebied van de Drentse Aa. Vanaf 2002 is hier geplagd en gewerkt aan het herstel van de hydrologie.
Fig. 2. Zwartrosse zandbij Andrena clarkella nestelt in zandpad in De Holmers. Foto Erik van der Spek.
Fig. 1. Jan en Hans speuren een wilg af in Oosterma. Foto Erik van der Spek.
Resultaat Er zijn 20 soorten wilde bijen waargenomen (Tabel 1). Nomada ferruginata (geelschouderwespbij) was uit dit deel van Drenthe nog niet bekend, de vermoedelijke gastheer Andrena praecox (vroege zandbij) wel. Verder waren alle soorten al uit deze regio bekend.
Beheer bijenbiotoop In beide gebieden is nestgelegenheid vooral voor bodemnestelaars een probleem. In de beekdalen zijn de met zand opgehoogde paden voor deze groep de nestgelegenheid. Van belang is dat deze paden grotendeel onbegroeid of weinig begroeid blijven en niet te veel door hagen of andere hoog opgaande begroeiing beschaduwd worden. Langs de hoger gelegen randen kunnen ook de heideterreinen nestgelegenheid bieden aan bodemnestelaars, wanneer hier ten minste voldoende open bodems in te vinden zijn.
11
nr. 7, november 2013
De wilgen komen lokaal talrijk voor, maar op andere plaatsen is maar een incidentele wilg in de houtwallen gezien. Op die plaatsen is het van groot belang dat er bij het periodiek terugzetten van delen van de houtwal voor wordt gezorgd dat in een afgezet gedeelte maximaal 50% en liever niet meer dan 33% van de binnen 200m aanwezige wilgen wordt afgezet. Voor de bijen die later foerageren in de bloemrijke hooilanden is het van belang dat het beheer waarbij jaarlijks 10% van een perceel niet wordt gemaaid wordt voortgezet. Dit is in het bijzonder van belang voor de hommels, omdat dan de kans groter is dat een volk gedurende de hele levenscyclus over voldoende
voedsel beschikt. Is dit niet het geval dan zal het volk geen koninginnen produceren en dus geen nageslacht hebben. Uiteraard is dit beheer ook in het belang van verschillende graslandvlinders waarvan de rupsen op staand gewas overwinteren en andere insecten van het hooiland. Summary This is an account of our section's excursion to the Elperstroom in April 2013. We describe the different grounds and also how those grounds are managed to benefit the bees in the different biotopes. We also review the results.
T
RL
Z
Apidae s.l. - bijen Andrena barbilabris witbaardzandbij Andrena cineraria asbij Andrena clarkella zwartrosse zandbij Andrena haemorrhoa roodgatje Andrena nigroaenea zwartbronzen zandbij Andrena praecox vroege zandbij Andrena ruficrus roodscheen zandbij Andrena subopaca witkopdwergzandbij Andrena vaga grijze zandbij Bombus bohemicus tweekleurige koekoekshommel Bombus cryptarum wilgenhommel Bombus jonellus veenhommel Bombus lucorum veldhommel Bombus magnus grote veldhommel Bombus pascuorum akkerhommel Bombus pratorum weidehommel Bombus terrestris aardhommel Halictus rubicundus roodpotige groefbij Nomada ferruginata geelschouderwespbij Nomada leucophthalma vroege wespbij Pompilidae - spinnendoders
0/+ 0/+ 0/+ 0/+ 0/+ 0/+ 0/+ 0/+ 0/+ 0/+ 0/+ tt 0/+ ttt t 0/+ t 0/+ t t
TNB TNB TNB TNB TNB TNB TNB TNB TNB TNB OG KW TNB BE TNB TNB TNB TNB KW KW
a z z a a z z a z a zz z a zz a a a a zz zz
Anoplius infuscatus
0/+
T = trend: 0/+ = stabiel/toegenomen t = afgenomen tt = sterk afgenomen ttt = zeer sterk afgenomen RL = Rode Lijst status: BE = bedreigd KW = kwetsbaar TNB = thans niet bedreigd OG = onvoldoende gegevens
12
Broedparasiet van
Holmers
Nederlandse naam
Reitma
Familie Soortnaam
Oosterma
Tabel 1. Resultaten excursie sectie Hymenoptera naar de Elperstroom.
x x x x x x
x x x
a
Z = zeldzaamheidsklasse: a = algemeen z = vrij zeldzaam zz = zeldzaam
x x x x x x x
Bombus lucorum
Andrena praecox Andrena clarkella
x x
x x x
x
x x x x x
x x x x x x x X x
nr. 7, november 2013
Artikelen De gele tubebij in Vlaanderen anno 2013 Jens D’Haeseleer Vlaamse kleuren in miniformaat De gele tubebij (Stelis signata) (Fig. 1) lijkt als twee druppels water op haar enige gekende gastheer, de kleine harsbij (Anthidiellum strigatum) (Westrich, 1989). De laatste verzamelt hars van dennen om haar broedcellen te maken. Die bevoorraadt ze met nectar en stuifmeel van gewone rolklaver en andere vlinderbloemigen. Tijdens één van de vele foerageervluchten van haar gastheer dringt de gele tubebij snel de onafgewerkte nestcel binnen om een eitje te leggen op het voedsel dat zo naarstig verzameld werd. Een strategie die alle tubebijen voeren en die hen terecht de bijnaam 'koekoeksbijen' oplevert. Het onderscheid maken tussen de kleine harsbij en de gele tubebij is in het veld niet altijd even gemakkelijk. Beide soorten zijn klein (5-7 mm) en hebben een gitzwart lichaam dat versierd is met talloze gele vlekken die zich uitstrekken over kop, borststuk en achterlijf. De korte, zwarte antennes contrasteren sterk
Fig. 1. Vrouwtje gele tubebij, Stelis signata. Foto Diane Appels.
met de gele poten. De vrouwtjes van de gele tubebij missen, als koekoeksbijen, uiteraard de buikschuier. Mannetjes onderscheiden zich door het ontbreken van een stekel op de buikzijde van het achterlijf. Verder hebben zij een afgerond achterlijfseinde, waar mannetjes van de kleine harsbij een puntig zevende tergiet hebben. Fijne maar diepe perforaties geven de gele tubebij een pantserachtig uiterlijk. Zwart berookte vleugels vervolledigen het geheel (Dusmet 1921; Peeters et al., 2012; Scheuchl, 1996). Historiek De historische waarnemingen uit de Banque de Données Faunique de Gembloux et Mons, aangeleverd door Prof. Dr. Pierre Rasmont, tonen aan dat de gele tubebij altijd al een echte zeldzaamheid is geweest in Vlaanderen. Van de soort zijn alleen waarnemingen bekend uit de provincies VlaamsBrabant en Limburg. De gastheer komt daarentegen wijdverspreid voor in de provincies Oost-Vlaanderen en Antwerpen. Zij vliegt niettemin nooit in aantallen. De oudste bekende Vlaamse waarneming van de gele tubebij dateert van 1897, terwijl de meest recente waarnemingen dateren van 1970 uit het Limburgse Kinrooi. Het verzamelde materiaal betrof steeds mannetjes (Tabel 1). Terug van weggeweest? Op 11 augustus 2012 trof de auteur het eerste exemplaar in 42 jaar aan in de Molenheide in Langdorp (Vlaams-Brabant). Dat gebeurde tijdens een onderzoek naar heidegebonden bijen in opdracht van de provincie Vlaams-Brabant. De Molenheide is een natuurgebied van zo’n 14 ha waar heideherstel uitgevoerd wordt. De overgang van naaldbos en heide naar grasland en bermen is de habitat waar de kleine harsbij zich thuis voelt, een droomplek voor gele tubebijen dus. Het aangetroffen vrouwtje foerageerde op een grote gele composiet. Het dier werd na determinatie uitvoerig gefotografeerd en kreeg daarna de vrijheid. Op 7 september 2013 was het opnieuw zover. Tijdens een excursie van de Mechelse bijen- en wespenwerk-groep in het gebied Mispeldonk (Fig. 2) determineerden enkele bijenliefhebbers een vrouwtje verkeerdelijk als
13
nr. 7, november 2013
Tabel 1. Waarnemingen gele tubebij uit Vlaanderen. Aantal 1 1 1 1 1 1 1 1
Geslacht man man man man man man vrouw vrouw
Gemeente Genk Buizingen Dworp Lummen Kinrooi Kinrooi Langdorp Bonheiden
Provincie Limburg Vlaams-Brabant Vlaams-Brabant Limburg Limburg Limburg Vlaams-Brabant Vlaams-Brabant
Datum 10/07/1897 4/07/1932 21/06/1936 26/07/1937 22/07/1970 27/07/1970 11/08/2012 7/09/2013
een oude, lege gastheerbroedcel is te zien wat eruit gekomen is. De kleine harsbij knaagt zich een weg door de zijwand, terwijl de Gele tubebij het onderste deel van de cel er af bijt als een deksel (Peeters et al., 2012). Onderzoek naar gastheerbroedcellen in de Kalmthoutse heide en enkele Vlaams-Brabantse heiderelicten leverden ook al geen nieuwe locaties voor de gele tubebij op.
kleine harsbij. Foto’s van deze waarneming doken enkele dagen later op de website www.waarnemingen.be op, waar ze enkele dagen later opnieuw op naam gebracht werden. Deze tweede recente waarneming betrof ook een vrouwtje, waarvan de typische onbehaarde buik duidelijk te zien is op figuur 3. Het diertje foergaeerde op schermhavikskruid in een heischraal graslandje dat grenst aan een recent hersteld heideterrein. Op dit heideterrein, een historische stuifduin, werden in 2009 massale opslag van amerikaanse vogelkers en amerikaanse eik gekapt. berken en dennen werden bij de kapwerken gespaard. Gefaseerde plagwerken deden intussen een mooi ontwikkelde heidevegetatie ontstaan. Met resultaat, zo blijkt nu. Bijen in nesten In de winter van 2012-2013 trof een bijenliefhebber in het noorden van (Belgisch) Limburg verschillende nestjes van de kleine harsbij aan op meerjarig hout van kleine grove dennetjes. Deze nestcellen werden verzameld en uitgebroed, maar leverden geen nieuwe waarnemingen van de gele tubebij op. Maar ook aan
Fig. 2. Biotoop gele tubebij in Mispeldonk. Foto Diane Appels.
14
Fig. 3. Vrouwtje gele tubebij uit Mispeldonk. Foto Diane Appels.
Een zeldzame parel Intensief speurwerk naar volwassen dieren werd in talloze andere (heide)gebieden in het oosten van het land verricht, maar voorlopig zonder resultaat. Al bij al blijft de gele tubebij dus een echte zeldzaamheid in Vlaanderen met slechts 2 waarnemingen in de laatste 43 jaar. Deze recente waarnemingen lijken te wijzen op een voorkeur voor kleinschalige heidegebieden al moet extra onderzoek dit natuurlijk nog bevestigen. Misschien is het gewoon gemakkelijker de dieren te vinden in kleinere gebieden? Ook in Nederland werd de soort sinds 1977 niet meer
nr. 7, november 2013
Fig. 4. Oude nesten van de kleine harsbij in Kalmthout. Foto: Jens D’Haeseleer.
waargenomen, ondanks gericht zoekwerk, waardoor ze uitgestorven leek te zijn (Peeters & Reemer, 2003). Met een waarneming op 29 juli 2013 in de Stabrechtsche heide verwees Jan Slaats de status ‘uitgestorven in Nederland’ echter resoluut naar de prullenmand (www.waarneming.nl). Conclusie: ‘zeg nooit zomaar kleine harsbij tegen een gele tubebij!’ Summary The author gives an update on the recent distribution of the cuckoo bee species Stelis signata in Flanders (Belgium) with notes on nesting biology and preferred habitat.
Apidae s.L.). Natuur van Nederland 11 - Naturalis Biodiversity Center & European Invertebrate Survey Nederland, Leiden, 544p. Peeters T.M.J. & Reemer M. 2003 Bedreigde en verdwenen bijen in Nederland (Apidae s.l.). Basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst. - EIS-Nederland, 98p. Scheuchl, E. 1996. Illustrierte Bestimmungstabellen der Wildbienen Deutschlands und Österreichs. Band II: Megachilidae - Melittidae. - Eigenverlag, Velden, 116 p. Westrich, P. 1989. Die Wildbienen Baden-Württembergs. Spezieller Teil. - Ulmer, Stuttgart. www.waarnemingen.be www.waarneming.nl
Literatuur Dusmet & Alonso J.M. 1921. - Los Apidos de España. V. Géneros Stelis Panz., Dioxys Lep., Ammobates Latr., Phiarus Gerst., Pasites Jur. y Biastes Panz. - Real Sociedad española de Historia natural. Tomo cincuentenario: 177212. Peeters, T.M.J., Nieuwenhuijsen,H., Smit, J., van der Meer, F., Raemakers, I.P., Heitmans, W.R.B., van Achterberg, C., Kwak, M., Loonstra, A.J., de Rond, J., Roos, M. & M., Reemer 2012 De Nederlandse bijen (Hymenoptera:
15
nr. 7, november 2013
Informatie over bijen blijft nodig Huib Koel Wildebijen.nl trekt al tien jaar veel bezoekers. De vormgeving, de snel toegankelijke, grote hoeveelheid informatie én de mogelijkheid om de relaties tussen bij en broedparasiet te kunnen volgen, dragen bij tot het succes. Voor veel mensen blijft het lastig om een bij van een wesp of zweefvlieg te onderscheiden, zo blijkt na tien jaar. Toen ik in 2003 in mijn achtertuin een bij zag vliegen, wist ik gelijk: dat is geen honingbij! Honingbijen herkennen is niet moeilijk, voor een imker. Maar dit insect kende ik niet. Een digitale foto en een e-mail naar Jeroen de Rond bracht uitkomst: een andoornbij (Anthophora furcata) peurde nectar uit mijn gamander (Teucrium) plantjes. Een uitnodiging van Jeroen om na deze waarneming mee te gaan met de najaarsexcursie van de hymenoptera-werkgroep in de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD) werkte mee bij de bouw van de website. Ik leerde waarnemen. Daarna ben ik regelmatig op (foto)speurtocht geweest in ‘mijn’ AWD, maar ook elders. Met wisselend succes. De ontmoeting met mijn eerste gewone sachembij (Anthophora plumipes) in het voorjaar van 2004, weet ik nog precies. Het mannetje probeerde mij uit zijn territorium (het ruiterpad met helling van paarse dovenetel in mijn woonplaats) te verdrijven. ‘Wat een zenuwlijer’, dacht ik nog. ‘Hij zit geen moment stil om te kunnen fotograferen’. Nadat ik het beestje in mijn insectennet gevangen en bekeken had, vloog het insect bij vrijlating gelijk naar een bloem om nectar te drinken (stress?), en bleef daar wel een minuut poseren voor de foto (zie de voorplaat van Bzzz 27 uit 2007). Een ander succes uit die afgelopen tien jaar is de waarneming van de boommetselbij (Osmia parietina) ook in de AWD. Mede vanwege het gevraagde, specifieke beheer dat in de duinen wordt uitgevoerd, was deze waarneming bijzonder. De ontdekking van de nestlocatie van de gewone langhoornbij (Eucera longicornis) op Texel was geweldig leuk. Meer dan 150 nesten in een dijklichaam, op 600 meter van de camping. De populatie op Texel was sinds mensenheugenis (1934) bekend, maar de locatie van de nesten was nog nooit ontdekt of beschreven, ook niet door de boswachter van Staatsbosbeheer op Texel. Nog leuker zijn de reacties op de website, bijvoorbeeld die van Sonja Verhoeff, over de tronkenbij (Heriades truncorum) elders beschreven in dit nummer (zie pag. 13). Maar vaak ontvang je onscherpe foto’s van
16
zweefvliegen met de vraag: nieuwe bijensoort? Ook kranten of andere media gaan regelmatig in de fout. Zo zag ik bijgaande reclameposter van het Oranje Kruis op het station van Heemstede. Voorkomen is beter dan genezen, vooral als het de EHBO betreft. Maar ga het in de tekst niet over wespen hebben, wanneer er een bij wordt afgebeeld. Dan reageer ik als gestoken.
De hype rond de oorzaak van de bijensterfte onder honingbijen doet de publieke belangstelling voor bijen goed, maar ook in die discussie probeert wildebijen.nl enige nuance aan te brengen: ‘Is de honingbij de plofkip onder de insecten?’ Solitaire bijen zijn prima bestuivers voor onze inheemse flora en de fruitteelt in de open ruimte, daar zijn geen imkers voor nodig. En insecten op intensieve wijze houden alsof het landbouwdieren zijn, dat is geen sinecure. Dan vraag je om problemen. In de afgelopen jaren vloog de grote wolbij (Anthidium manicatum) elk jaar op de gamander in mijn tuin, de andoornbij heb ik na 2003 nooit meer gezien. Dit jaar is het anders: geen enkele wolbij in mijn tuin. Maar na tien jaar wildebijen.nl vloog de andoornbij deze zomer weer op dezelfde planten. Nu nog de nestlocatie proberen te ontdekken.
nr. 7, november 2013
Help! Bijen op mijn balkon! H. Koel & S. Verhoeff ‘Er zit een nestje op mijn balkon en er vliegt steeds een klein, zwart beestje in en uit, weten jullie misschien wat dat kan zijn?’, met die vraag en foto (Fig. 1) meldt Sonja Verhoeff zich op de wildebijen-website. Sinds een week is ze razend enthousiast over ‘haar bijen’ en vertelt het aan iedereen die het horen wil.
gemaakt hebben. Hele slanke bijtjes en ze ontdekt hele dunne bandjes op hun bips, zoals Sonja het omschrijft. ‘Ik zit uren te turen naar de gaatjes en zo vliegt de ene aan en dan gaat de ander weer bijna op pad. Maar op de foto willen ze niet.’ Op de suggestie om eentje in een potje te vangen en die even in de koelkast te plaatsen om vervolgens een foto te kunnen maken, wordt in eerste instantie negatief gereageerd. ‘Ik ga ze niet vangen, ze mogen lekker blijven vliegen! Ik ben er best trots op, had nooit gedacht dat op mijn lege, kale balkonnetje bijtjes zouden komen.’
Fig. 1. Ingang bijennest. Foto Sonja Verhoeff.
Messing en groef Sonja Verhoeff (34) blijkt een goede waarneemster. Bij haar vraagstelling gaf ze zelf ook al een suggestie nadat ze de website wildebijen.nl had bestudeerd. ‘Het is of een tubebij of een houtbij’. Maar bij de houtbij had ze gelijk al haar twijfels: het bijtje op haar balkon is klein en vrij smal. Dat het een bij was, wist ze, omdat de bij ‘dat mooie gele’ meeneemt aan haar lijf. ‘Het beestje is niet veel groter dan een huisvlieg. Omdat ze heel snel naar binnen is en weer weg vliegt, lukt het mij niet om een foto van de bij te maken’, zo schrijft ze. Op de foto die ze wel stuurt, zijn twee wit geschilderde planken te zien, die volgens het principe ‘messing en groef’ met elkaar verbonden zijn. Doordat de groef dieper is, zit er enige ruimte. Daar is een geel kloddertje te zien, met een mooi rond gaatje. Het is de ingang van het nest op het balkon van Sonja in Roermond. Nieuwe vriendinnen Op de repliek dat een tubebij een broedparasitaire bij is en dat die geen ‘mooi geel’ stuifmeel haalt, vindt Sonja in de vliegkalender het juiste antwoord: het moet de tronkenbij (Heriades truncorum) zijn. Of liever bijen, want ze heeft bezoek van twee dames die drie nestjes
Fig. 2. Balkon. Foto Sonja Verhoeff.
Balkon Het balkon meet bijna 8 m² (Fig. 2). Voor haar nieuwe vriendinnen koopt ze gelijk een plant, mooie gele Meisjesogen (Coreopsis verticillata cv “Zagreb”). Dierenvriend Sonja heeft katten en honden. En twee axolotls, een salamandersoort, maar alle aandacht gaat nu uit naar de tronkenbijtjes. Haar woning is een degelijke flat uit de eind jaren vijftig van de vorige eeuw. Met op het balkon nog een soort van kist waar de steenkolen voor de kachel in werden bewaard. De deksel is gemaakt van planken en die zijn nu verkozen tot nestplaats van de tronkenbij. Om uren het komen en gaan te bestuderen, zonder dat je een goede foto kan maken, dat begint Sonja te irriteren. Een foto van alleen het kontje is niet interessant. Vandaar dat ze toch het besluit neemt om één van haar ‘vriendinnen’ te vangen en haar even in de koelkast te plaatsen om haar tot ‘bedaren’ te brengen. De koelte werkt voor het insect als een
17
nr. 7, november 2013
verdoving, waardoor ze voor de foto kan poseren. Het bijtje blijft rustig zitten, genoeg tijd om een foto te maken met de smart phone. Ze vliegt na enige tijd weer weg alsof er niets aan de hand is. Nu is er geen twijfel meer mogelijk: het is een tronkenbij (Fig. 3).
Fig. 3. Heriades truncorum, vrouwtje. Foto Sonja Verhoeff.
Biotoop Op de vraag naar de omgeving van de vindplaats, vist de nieuwe bijenonderzoeker gelijk een beplantingsplan op van haar woonwijk via internet. De gemeente Roermond heeft jammer genoeg in haar woonwijk diverse appel- en kersenbomen vervangen voor buitenlandse bomen (Ginkgo en Liriodendron). Ook een voor insecten goede boom, de Robinia pseudoaccacia, is gekapt. Wellicht valt er op het gebied van kruidenrijke groenstroken iets te verbeteren? Sonja gaat het verder onderzoeken. Gedegen metselwerk Na vier dagen bemerkt Sonja dat de celletjes blijkbaar klaar zijn. De ‘deur’ van de ingang wordt zorgvuldig gesloten. Zandkorreltjes worden vermengd met de metselspecie, hars dat de tronkenbij waarschijnlijk van coniferen uit de omliggende tuinen haalt, want een dennenboom staat niet in de directe omgeving. De afstand kan niet ver zijn, zo concludeert Sonja want haar bijtjes zijn in een mum van tijd weer terug. Voor stuifmeel hoeven de bijtjes niet ver meer te vliegen. De plant die nu het balkon van Sonja kleur geeft, valt prima in de smaak. Volgend jaar ‘Ik ben erg benieuwd hoe dit zich volgend jaar gaat ontwikkelen. Zal ik ook mannetjes kunnen ontdekken? Ik ben vast van plan om nog een kunstmatige broedplek in de vorm van een nestblok te maken. Want dit is toch geweldig, zo op je balkon?
18
Wilde bijen De Tronkenbij is één van de 358 solitaire bijen die in Nederland voorkomen. Een klein, zwart bijtje waarvan de vrouwtjes een gele buikschuier hebben waarin het stuifmeel vervoerd wordt. Het is een vrij algemeen voorkomende solitaire bij die vooral profiteert van het aanbod van kunstmatige nestgelegenheid in houtblokken (diameter van de gaatjes ongeveer 3 á 4 millimeter). Daarin maakt ze broedcellen van hars. De tronkenbij komt algemeen voor in stedelijke omgeving, maar minder in het westen van Nederland. Voor meer informatie over wilde bijen kijk je op wildebijen.nl! Summary The author tells about someone who had little knowledge of bees, but who became enthousiastic about wild bees after having had success with raising bees of the species 'Heriades truncorum' on her balcony.
Succesvolle voorziening voor de gewone sachembij (Anthophora plumipes) Jochem Kühnen Inleiding Een appelkrat gevuld met leem heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een drukke kolonie van de gewone sachembij in een tuin in Beek Ubbergen. Nestvoorziening in een appelkrat Er vind regelmatig bezoek van de gewone sachembij (Anthophora plumipes) aan onze tuin plaats door de aanwezigheid van veel bloeiend gevlekt longkruid (Pulmonaria officinalis). In 2008 ben ik op zoek gegaan naar een manier om deze mooie bijen aan een plekje om te nestelen te helpen. Ik vond informatie over het creëren van een steilwandje van leem en vulde een oud appelkrat met leem uit een nabijgelegen greppel. Ik liet het leem niet drogen zoals ik hier en daar wel las, maar drukte het stevig aan, waarna ik het krat op haar kant kon zetten. Op de bovenkant van het krat bracht ik vervolgens een stuk dakbedekkingmateriaal aan om de leem droog te houden (Fig. 1).
nr. 7, november 2013
De eerste jaren gebeurde er echter niets. In 2009 vroeg ik aan Ivo Raemakers hoe hij de sachembijen in zijn tuin tot nestelen had gekregen. Hij vertelde me dat hij wat gaten in het leem had geboord, vermoedelijk met een diameter van 10 mm. Uiteindelijk boorde ik zo’n 20 gaten in het lemen wandje, de meeste van 10 mm, maar ook wat kleinere. In het voorjaar van 2010 waren de eerste nestelende vrouwtjes te zien. Het aantal is flink toegenomen en rond de voorgeboorde gaten werden flink wat nieuwe gangen gegraven. Na het seizoen van 2013 ligt het aantal openingen rond de 40 (Fig. 2). Op YouTube staat een filmpje van wat activiteit in april 2012: http://youtu.be/dQayO66pLvU. De bekende broedparasiet de bruine rouwbij (Melecta albifrons) is nog niet waargenomen. Summary The author tells about making artificial nests for the hairy-footed flower bee (Anthophora plumipes) and about their success.
Fig. 1. Nesthulp, net af. Foto Jochem Kühnen.
Fig. 2. Nestvoorziening, volop in gebruik. Foto Jochem Kühnen.
19
nr. 7, november 2013
Literatuur AcuBieb 2012 Theo Peeters Het jaar 2012 kunnen we met een gerust hart uitroepen tot weer een mijlpaal in de studie van de aculeaten in Nederland. Het tot ‘Het jaar van de bij’ uitgeroepen jaar genereerde een grote hoeveelheid extra energie, publiciteit en publicaties. In het onderstaande overzicht staan voor Nederland 65 publicaties. En als we het aantal bladzijden zouden tellen springt het jaar er pas echt uit! Twee van de ‘zware’ publicaties wil ik hier nog even in het zonnetje zetten: het dubbeldikke themanummer ‘Bijen – bedreigingen, biologie en bescherming’ van Entomologische Berichten dat verscheen in februari en het boek ‘De Nederlandse bijen’ uit de serie Natuur in Nederland verschenen in december. Twee Nederlandse toppers waarop we trots kunnen zijn! Bijen stonden in 2012 vol in de aandacht en daar kunnen we ook in 2013 nog wel even van nagenieten. Nieuw voor Nederland waren maar liefst 15 bijensoorten (Peeters et al. 2012). Tussen de buitenlandse publicaties staan ook een aantal ‘zware jongens’ zoals het wespenboek van Michael Archer en het zweedse boek over vooral mieren en plooivleugelwespen (Douwes et al. 2012). Daarnaast verschenen er diverse nieuwe determinatietabellen die ook voor onze aculeatenfauna zeer bruikbaar zijn. Publicaties voorzien van een * bevatten determinatietabellen. Ik dank Jan Smit voor een paar aanvullingen. Literatuur Nederland (65) Alebeek, F. van, 2012. Boekbespreking: Paul Westrich 2011 Wildbienen, die andere Bienen. - Entomologische Berichten 72 (1-2): 146. Anonymus, 2012. De sectie Hymenoptera van de Nederlandse Entomologische Vereniging; een werkgroep voor bijen en wespen. - Entomologische Berichten 72 (1-2): 149. Anonymus, 2012. Help de bijen in de tuin, met zoekkaart wilde bijen in tuinen. - Uitgave EIS-Nederland & KNNV. Baaijens, A., 2012. Schorzijdebij en schorviltbij. Twee bijzondere wilde bijen van de kust. - Duin 35 (3): 16-17. Belgers, J.D.M. & A.P.A. Teunissen, 2012. Zonder de gewone sachembij, Anthophora plumipes (Hymenoptera, Apidae), geen Sitaris muralis (Coleoptera, Meloidae) in Nederland. - Entomologische Berichten 72 (1-2): 71-75.
20
Biesmeijer, J.C., 2012. Oorzaken van de achteruitgang van wilde bijen in Noordwest-Europa. - Entomologische Berichten 72 (1-2): 14-20. Bijlsma, R.G., M. Vermeulen, L. Hemerik & C. Klok, 2012. Demography of European honey buzzards Pernis apivorus. - Ardea 100 (2): 163-177. Bijtel, H. van den & A. Aptroot, 2012. Kleurdimorfisme bij mannelijke pluimvoetbijen, Dasypoda hirtipes (Hymenoptera: Melittidae s.l.). - Entomologische Berichten 72 (1-2): 91-93. Blacquière, T., G. Smagghe, C.A.M. van Gestel & V. Mommaerts, 2012. Neonicotinoids in bees: a review on concentrations, side-effects and risk assessment. Ecotoxicology 21: 973-992. Bogaers, G., T. Peeters & R. Vereijken (red.), 2012. 75 Jaar KNNV-afdeling Tilburg. Veranderingen in natuur en natuurstudie. - KNNV-afdeling Tilburg, 192 p. Boum, R., 2012. Bijen scheppen. - Natura 109 (2): 8-9. Bree, E. de & J.T. Smit, 2012. Zodion kroeberi, een nieuwe blaaskopvlieg voor Nederland (Diptera: Conopidae). Nederlandse Faunistische Mededelingen 38: 55-61. Bree, E. de, 2012. De stekeldrager Abrachyglossum capitatum, een nieuwe blaaskopvlieg voor de Nederlandse fauna (Diptera: Conopidae). - Nederlandse Faunistische Mededelingen 38: 63-66. Breugel, P. van, 2012. Nesthulp voor solitaire bijen en wespen. - Entomologische Berichten 72 (1-2): 125-140. Breugel, P. van, 2012. Bijen en wespen van De Maashorst. Natuur- en Milieuverenigingen De Maashorst, Uden, 48 p. Cornelissen, A.C.M., 2012. Bijen in en rond de stad; een literatuurstudie. - Entomologische Berichten 72 (1-2): 120-124. D'Haeseleer, J., 2012. Uitgelezen: Rolf Witt 2009 Wespen, Vademecum Verlag, Oldenburg, 400 pp. Entomologische Berichten 72 (5): 263-264. D'Haeseleer, J., 2012. Boekbespreking Antonia Zurbuchen & Andrea Müller 2012 Wildbienenschutz - von der Wissenschaft zur Praxis. - Entomologische Berichten 72 (6): 296. De Cleene, D., 2012. Wie vermoordde Maja? Bijensterfte. EOS juli-augustus: 26-30. DeKoninck, W., D. Ignace, F. Vankerkhoven & P. Wegnez, 2012. Verspreidingsatlas van de mieren van België. Bulletin de la Société royale belge d'Entomologie 148 (2): 95-186. [zie ook boekbespreking door Peter Boer & Jinze Noordijk in Ent. Berichten 73 (5)] Heer, K. de, 2012. Bijen in beeld. - KNNV Uitgeverij, Zeist, 32 p. Heitmans, W.R.B. & A.J. Loonstra, 2012. Anoetus alicola: bodyguard van de kleine bandgroefbij, Lasioglossum quadrinotatum, nieuw voor Nederland. - Entomologische Berichten 72 (1-2): 76-84. Kleijn, D. & I.P. Raemakers, 2012. Waardplantvoorkeur van hommels: terugkijken in de tijd. - Entomologische Berichten 72 (1-2): 21-35.
nr. 7, november 2013
Kleukers, R., 2012. Jaar van de Bij. - EIS-Nieuwsbrief 56: 7. Kleukers, R., K. Waterreus, A. Rietveld, J. Molenaar, R. Cardol, J. Noordijk & T.M.J. Peeters, 2012. Het Jaar van de Bij. - Entomologische Berichten 72 (1-2): 2-5. Koomen, P., 2012. Einsteins bij. - Entomologische Berichten 72 (1-2): 1. Kraker, C. de, 2012. Grevelingenverslag 2011. Onderzoek aan de flora en fauna van de Hompelvoet en andere gebieden in de Grevelingen. - Rapport Ecologisch adviesbureau Sandvicensis, 90 p. Kühnen, J., 2012. Nesten van de donkere rimpelrug, Andrena bimaculata, in een geploegde akker - enkele observaties. - Entomologische Berichten 72 (1-2): 59-62. Kwak, M.M., 2012. Generalisten en specialisten op duifkruid: wie bestuift wanneer het beste? Entomologische Berichten 72 (1-2): 94-102. Leusen, J. van & M. Heerlien, 2012. Digitaliseren van de entomologische collecties van Naturalis Biodiversity Center. - Entomologische Berichten 72 (5): 259-262. Loonstra, A.J., 2012. Het ondergrondse leven van de gewone sachembij, Anthophora plumipes (Hymenoptera, Apidae). - Entomologische Berichten 72 (1-2): 41-51. Lubben, M.W.B., 2012. The effect of large grazers (policy; wild) on the occurrence of creeping willow (Salix repens L.) and the number of bumblebee queens (Bombus spec.). - Leiden University, IBL - Plant ecology, Bsc research, 27 p. Moenen, R., 2012. De broedparasiet Cacoxenus indagator (Drosophilidae) en de parasitoïden Melittobia acasta (Eulophidae) en Coelopencyrtus sp. (Encyrtidae) bij solitaire bijen in kunstmatige nestgelegenheid. Entomologische Berichten 72 (1-2): 63-70. Nieuwenhuijsen, H. & J. Noordijk, 2012. Meer wilde bijen in de tuin. - Natura 109 (3): 12-13. Noordijk, J. & T.M.J. Peeters (red.), 2012. Bijen bedreigingen, biologie en bescherming. Entomologische Berichten 72 (1-2): 1-149. Noordijk, J. & T.M.J. Peeters, 2012. Boekbespreking: Blacquière, T., N.M. van Straalen & R. Buiter (eds.) 2010 Bijen - fascinerend, essentieel en bedreigd. Entomologische Berichten 72 (1-2): 148. Noordijk, J., B. Vierbergen & P. Boer, 2012. Brandmieren Solenopsis in Nederland (Hymenoptera: Formicidae). Nederlandse Faunistische Mededelingen 37: 5-13. Peeters, T., 2012. Het jaar van de bij. - De Oude Ley 34 (2): 15-16. Peeters, T., 2012. Uitgelezen: Heer, K. de, E. van der Kolk & J. de Ruijter, 2012. Bijen in beeld. Uitgave KNNV Uitgeverij, Zeist, 32 pp. - Entomologische Berichten 72 (5): 263. Peeters, T., J. van Kemenade, H. Spijkers & P. van Wielink, 2012. Bijenhotels in De Kaaistoep. Angeldragende wespen en bijen in 2010 en 2011: 57-62. In: T. Cramer & P. van Wielink (red.), Natuurstudie in De Kaaistoep. Verslag 2011, 17e onderzoeksjaar. - TWM Gronden B.V., KNNV-afdeling Tilburg & Natuurmuseum Brabant, 132 p. Peeters, T.M.J. & B. Horvers, 2012. Mijtenkamers te huur. Literatuuronderzoek naar een bijzondere wesp-mijt relatie: 83-88. In: T. Cramer & P. van Wielink (red.), Natuurstudie in De Kaaistoep. Verslag 2011, 17e onderzoeksjaar. - TWM Gronden B.V., KNNV-afdeling Tilburg & Natuurmuseum Brabant, 132 p.
Peeters, T.M.J. & J. Noordijk, 2012. Synthese. Bijenonderzoek in Nederland. - Entomologische Berichten 72 (1-2): 141-145. Peeters, T.M.J. & J. Smit, 2012. Nieuwsbrieven en tijdschriften uit ons omringende landen. Entomologische Berichten 72 (1-2): 144. Peeters, T.M.J. & J. Smit, 2012. Boekbespreking: Amiet, F. et al. Fauna Helvetica 26. Apidae 6. Andrena, Melitturga, Panurginus, Panurgus. - Entomologische Berichten 72 (12): 147. Peeters, T.M.J., 2012. Boekbespreking: Goulson, D. 2010 Bumblebees: behaviour, ecology, and conservation. Entomologische Berichten 72 (1-2): 146-147. Peeters, T.M.J., 2012. Slaapgedrag en slaapgezelschappen van solitaire bijen (Apidae s.l.). - Entomologische Berichten 72 (1-2): 85-90. * Peeters, T.M.J., H. Nieuwenhuijsen, J. Smit, F. van der Meer, I.P. Raemakers, W.R.B. Heitmans, C. van Achterberg, M. Kwak, A.J. Loonstra, J. de Rond, M. Roos & M. Reemer, 2012. De Nederlandse bijen (Hymenoptera: Apidae s.l.). - Natuur in Nederland 11, Naturalis Biodiversity Center & European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden, 544 p. Peeters, T.M.J., I. Raemakers, J. Kuper, A. Ovaa & T. van Noordwijk, 2012. Steilwandjes bij Bemelen, een voor bijen onmisbaar onderdeel van het hellingschraallandcomplex. - Natuurhistorisch Maandblad 101 (9): 164-169. Raemakers, I. & T. Faasen, 2012. Bijzondere planten en insecten in de Curfsgroeve. - Natuurhistorisch Maandblad 101 (4): 63-73. Reemer, M., 2012. Boek De Nederlandse bijen. - EISNieuwsbrief 56: 5. Reemer, M., R. Beringen & W. van der Slikke, 2012. De knautiabij, Andrena hattorfiana: bedreigde kroon op de beemdkroon. - Entomologische Berichten 72 (1-2): 112119. Rietveld, A., 2012. Inspiratiemiddag 'Help de bijen'. Bijenhouden 6 (12): 16. Röntgen, J., 2012. Recenties: Bijen in beeld. Kees de Heer, illustraties Elwin van der Kolk. - Duin 35 (3): 14. Scarse, D., 2012. Waarnemingen LIW-weekends Bakkeveen, mei en augustus 2012. - Veelpoot 23 (3): 8-10. Scheer, H. van der, 2012. Neonicotinen en honingbijen (1). Bijenhouden 6(9): 18-19 Smit, J., 2012. Vespa velutina nigrithorax in Europa (1). Vestiging en opkomst. - Bijenhouden 6 (9): 10-11. Smit, J., 2012. Vespa velutina nigrithorax in Europa (2). Effecten op mensen en bijen. - Bijenhouden 6 (10): 8-9. Smit, J., 2012. Verwacht en uiteindelijk gevonden in de Gelderse Poort: de broedparasieten Nomada armata en Nomada sexfasciata (Hymenoptera: Apidae). Entomologische Berichten 72 (1-2): 36-40. * Smit, J., A.J. Loonstra & A. de Wilde, 2012. De roodrandzandbij Andrena rosae weer op de goede weg (Hymenoptera: Apidae)? - Nederlandse Faunistische Mededelingen 37: 29-37. Smit, J., F. van der Meer, E. van der Spek & W. Klein, 2012. Wilde bijen in Deventer 2012. - Eigen uitgave, 47 p. Smit, J., J.T. Smit, V. Middelman & R.P. Vos, 2012. Struikelen over Stylops op De Stompert (Strepsiptera: Stylopidae). - Nederlandse Faunistische Mededelingen 38: 1-7.
21
nr. 7, november 2013
Sommeijer, M.J., J. Neve & C. Jacobusse, 2012. The typical development cycle of the solitary bee Colletes halophilus. Entomologische Berichten 72 (1-2): 52-58. Spek, E. van der, 2012. Effecten van honingbijen, Apis mellifera, op insecten in natuurterreinen. Entomologische Berichten 72 (1-2): 103-111. Veenendaal, R., 2012. De biologie van de goudwesp Holopyga generosa (Hymenoptera: Chrysididae). Nederlandse Faunistische Mededelingen 37: 39-43. Velthuis, H.H.W., 2012. Diversiteit en concurrentie bij bijen. - Entomologische Berichten 72 (1-2): 6-13. Wallays, H. & C. Bruggeman, 2012. De zandbijen in regio Meetjesland en omstreken. - Natuurhistorische werkgroep Meetjesland, 78 p.
Literatuur buitenland (100) Aebi, A., B.E. Vaissière, D. vanEngelsdorp, K.S. Delaplane, D.W. Roubik & P. Neumann, 2012. Back to the future: Apis versus non-Apis pollination. - Trends in Ecology and Evolution 27 (3): 142-143. Aguiar, A.P., 2012. A technique to dry mount Hymenoptera (Hexapoda) from alcohol in a few seconds, and its application to othe insect orders. - Zootaxa 3412: 53-61. Almeida, E.A.B., M.R. Pie, S.G. Brady & B.N. Danforth, 2012. Biogeography and diversification of colletid bees (Hymenoptera: Colletidae): emerging patterns from the southern end of the world. - Journal of Biogeography 39 (3): 526-544. * Amiet, F. & A. Krebs, 2012. Bienen Mitteleuropas: Gattungen, Lebensweise, Beobachtung. - Haupt Verlag, Bern, 423 p. Amin, M.R., L.F. Brussière & D. Goulson, 2012. Effects of male age and size on mating succes in the bumblebee Bombus terrestris. - J. Insect Behav. 25: 362-374. Archer, M., 2012. The wasps, ants and bees (Hymenoptera: Aculeata) of the 'green spaces' of urban York. Entomologist's Monthly Magazine 148: 173-183. * Archer, M.E., 2012. Vespine wasps of the world. Behaviour, ecology & taxonomy of the Vespinae. - Siri Scientific Press, Monograph Series 4, 352 p. [zie ook boekbesprekingen door Jan Smit in HymenoVaria 6 en Theo Peeters in Ent. Berichten 73 (5)] Avarguès-Weber, A., A.G. Dyer, M. Combe & M. Giurfa, 2012. Simultaneous mastering of two abstract concepts by the miniature brain of bees. - PNAS 109 (19): 74817486. Banaszak-Cibicka, W. & M. Zmihorski, 2011. Wild bees along an urban gradient: winners and losers. - Journal of Insect Conservation 16: 331-343. Blösch, M., 2012. Grabwespen. - Westarp Wissenschaftsverlag, 219 p. * Bogusch, P. & J. Straka, 2012. Review and identification of the cuckoo bees of central Europe (Hymenoptera: Halictidae: Sphecodes). - Zootaxa 3311: 1-41. Bommarco, R., O. Lundin, H.G. Smith & M. Rundlöf, 2012. Drastic historic shifts in bumble-bee community composition in Sweden. - Proceedings of the Royal Society B 279: 309-315. Bonckaert, W., F.P. Drijfhout, P. d'Ettorre, J. Billen & T. Wenseleers, 2012. Hydrocarbon signatures of egg maternity, caste membership and reproductive status in the common wasp. - J. Chem. Ecol. 38: 42-51.
22
Bos, N., S. Dreier, C.G. Jørgensen, J. Nielsen, F.J. Guerrieri & P. d'Ettorre, 2012. Learning and perceptual similarity among cuticular hydrocarbons in ants. - Journal of Insect Physiology 58: 138-146. Breed, M.D., C. Cook & M.O. Krasnec, 2012. Cleptobiosis in social insects. - Psyche 2012, ID 484765: 7 p. Carolan, J.C., T.E. Murray, U. Fitzpatrick, J. Crossley, H. Schmidt, B. Cederberg, L. McNally, R.J. Paxton, P.H. Williams & M.J.F. Brown, 2012. Colour patterns do not diagnose species: quantitative evaluation of a DNA barcoded cryptic bumblebee complex. - PLoS ONE 7 (1): e29251. Chittka, L. & A. Dyer, 2012. Your face looks familiar. Nature 481: 154-155. Couvillon, M.J., 2012. The dance legacy of Karl von Frisch. - Insectes Sociaux 59: 297-306. Cranmer, L., D. McCollin & J. Ollerton, 2012. Landscape structure influences pollinator movements and directly affects plant reproductive success. - Oikos 121: 562-568. D'Adamo, P. & M. Lozada, 2012. Cognitive plasticity in foraging Vespula germanica wasps. - Journal of Insect Science 11: 103. De Meulemeester, T., D. Michez, A.M. Aytekin & B.N. Danforth, 2012. Taxonomic affinity of halictid bee fossils (Hymenoptera: Anthophila) based on geometric morphometrics analyses of wing shape. - Journal of Systematic Palaeontology 10 (4): 755-764. Debevec, A.H., S. Cardinal & B.N. Danforth, 2012. Identifying the sister group to the bees: a moluecular phylogeny of Aculeata with an emphasis on the superfamily Apoidea. - Zoologica Scripta 41: 527-535. Delphia, C.M. & K.M. O'Neill, 2012. Supersedure of Isodontia mexicana (Sausurre) (Hymenoptera: Sphecidae) nests of Megachile rotundata (F.) (Hymenoptera: Megachilidae): do bees destroy wasps cocoons? - Journal of the Kansas Entomological Society 85 (4): 380-383. Dobson, H.E.M., M. Ayasse, K.A. O'Neal & J.A. Jacka, 2012. Is flower selection influenced by chemical imprinting to larval food provisions in the generalist bee Osmia bicornis (Megachilidae)? - Apidologie 43: 698-714. Dornhaus, A., S. Powell & S. Bengston, 2012. Group size and its effects on collective organization. - Annual Review of Entomology 57: 123-141. * Douwes, P., J. Abenius, B. Cederberg, U. Wahlstedt, K. Hall, M. Starkenberg, C. Reisborg & T. Östman, 2012. Nationalnyckeln till Sveriges flora och fauna. Steklar: Myror - getingar. Hymenoptera: Formicidae - Vespidae. - ArtDatabanken, SLU, Uppsala, 382 p. Dyer, A.G., 2012. The mysterious cognitive abilities of bees: why models of visual processing need to consider experience and individual differences in animal performance. - The Journal of Experimental Biology 215: 387-395. Dyer, A.G., S.Boyd-Gerny, S. McLoughlin, M.G.P. Rosa, V. Simonov & B.B.M. Wong, 2012. Parallel evolution of angiosperm colour signals: common evolutionary pressures linked to hymenopteran vision. - Proceedings of the Royal Society B 279: 3606-3615. Field, J., R. Paxton, A. Soro, P. Craze & C. Bridge, 2012. Body size, demography and foraging in a socially plastic sweat bee: a common garden experiment. - Behav. Ecol. Sociol. 66: 743-756.
nr. 7, november 2013
Galindo-Cardona, A., A.C. Monmany, R. Moreno-Jackson, C. Rivera-Rivera, C. Huertas-Dones, L. CaicedoQuiroga & T. Giray, 2012. Landscape analysis of drone congregation areas of the honey bee, Apis mellifera. Journal of Insect Science 12: 122. Gibbs, J., S.G. Brady, K. Kanda & B.N. Danforth, 2012. Phylogeny of halictine bees supports a shared origin of eusociality for Halictus and Lasioglossum (Apoidea: Anthophila: Halictidae). - Molecular Phylogenetics and Evolution 65: 926-939. Gonzalez, V.H., T. Griswold, C.J. Praz & B.N. Danforth, 2012. Phylogeny of the bee family Megachilidae (Hymenoptera: Apoidea) based on adult morphology. Systematic Entomology 37: 261-286. Han, F., A. Wallberg & M.T. Webster, 2012. From where did the Western honeybee (Apis mellifera) originate? Ecology and Evolution 2 (8): 1949-1957. Harpur, B.A., M. Sobhani & A. Zayed, 2012. A review of the consequences of complementary sex determinations and diploid male production on mating failures in the Hymenoptera. - Entomologia Experimentalis et Applicata 146: 156-164. Heneberg, P., 2012. Flagship bird species habitat management supports the presence of ground-nesting aculeate hymenopterans. - J. Insect Conserv. 16: 899908. Henning, E.I. & J. Ghazoul, 2012. Pollinating animals in the urban environment. - Urban Ecosyst. 15: 149-166. Henry, M., M. Beguin, F. Requier, O. Rollin, J.-F. Odoux, P. Aupinel, J. Aptel, S. Tchamitchian & A. Decourtye, 2012. A common pesticide decreases foraging success and survival in honey bees. - Science 336 (6079): 348350. Hoiss, B., J. Krauss, S.G. Potts, S. Roberts & I. SteffanDewenter, 2012. Altitude acts as an environmental filter on phylogenetic composition, traits and diversity in bee communities. - Proceedings of the Royal Society B 279: 4447-4456. Izzo, A.S. & E.A. Tibbetts, 2012. Spotting the top male: sexually selected signals in male Polistes dominulus wasps. Animal Behavior 83: 839-845. Jacobi, B. & S. Senkel, 2012. Erstnachweise der WaldSchenkelbiene Macropis fulvipes (Fabricius, 1804) (Melittidae) für das Niederrheinische Tiefland und die Westfälische Bucht (Großlandschaften I und III) in Nordrhein-Westfalen. - BembiX 34: 2-18. Jaffé, R., F. Garcia-Gonzalez, S.P.A. den Boer, L.W. Simmons & B. Baer, 2012. Patterns of paternity skew among polyandrous social insects: what can they tell us about the potential for sexual selection? - Evolution 66 (12): 3778-3788. Janvier, H., 2012. Comportement d'Abeille Colletidae (Hymenoptera). - Entomofauna Monographie 2: 1-181. [zie boekbespreking door Jan Smit in HymenoVaria 6] Johnstone, R.A., M.A. Cant & J. Field, 2012. Sex-biased dispersal, haplodiploidy and the evolution of helping in social insects. - Proc. R. Soc. B 279: 787-793. * Kimsey, L.S. & J.M. Carpenter, 2012. The Vespinae of North America (Vespidae, Hymenoptera). - Journal of Hymenoptera Research 28: 37-65. Klimsa, E., 2012. Einige Verhaltensbeobachtungen an den Goldwespen Chrysis graelsii sybarita Förster, 1853 und
Chrysis fasciata Olivier, 1790 (Hymenoptera: Chrysididae). - BembiX 33: 19-37. Koch, H., G. Cisarovsky & P. Schmid-Hempel, 2012. Ecological effects on gut bacterial communities in wild bumblebee colonies. - Journal of Animal Ecology 81: 1202-1210. Kreuter, K., E. Bunk, A. Lückemeyer, R. Twele, W. Francke & M. Ayasse, 2012. How the social parasitic bumblebee Bombus bohemicus sneaks into power of reproduction. Behav. Ecol. Sociobiol. 66: 475-486. Lelej, A.S. & V.M. Loktionov, 2012. Phylogeny and classification of the tribe Deuterageniini (Hymenoptera, Pompilidae: Pepsinae). - Far Eastern Entomologist 254: 1-15. Leonhardt, S.D. & N. Blüthgen, 2012. The same, but different: pollen foraging in honeybee and bumblebee colonies. - Apidologie 43: 449-464. Lhomme, P., M. Ayasse, I. Valterova, T. Lecocq & P. Rasmont, 2012. Born in an alien nest: how do social parasite male offspring escape from host agression? PLoSONE 7(9): 1-9. Lye, G.C., J.L. Osborne, K.J. Park & D. Goulson, 2012. Using citizen science to monitor Bombus populations in the UK: nesting ecology and relative abundance in the urban environment. - J. Insect Conserv. 16: 697-707. Magnacca, K.N. & M.J.F. Brown, 2012. DNA barcoding a regional fauna: Irish solitary bees. - Molecular Ecology Resources 12: 990-998. Matilla, H.R., D. Rios, V.E. Walker-Sperling, G. Roeselers & I.L.G. Newton, 2012. Characterization of the active microbiotas associated with honey bees reveals healthier and broader communities when colonies are generically diverse. - PLoS ONE 7 (3): e32962. Mayer, C., D. Michez, A. Chyzy, E. Brédat & A.-L. Jacquemart, 2012. The abundance and pollen foraging behaviour of bumble bees in relation to population size of whortleberry (Vaccinium uliginosum). - PLoS ONE 7 (11): e50353. McFrederick, Q.S., W.T. Wcislo, D.R. Taylor, H.D. Ishak, S.E. Dowd & U.G. Mueller, 2012. Environment or kin: whence do bees obtain acidophilic bacteria? - Molecular Ecology 21: 1754-1768. McGlynn, T.P., 2012. The ecology of nest movement in social insects. - Annu. Rev. Entomol. 57: 291-308. Menzel, F. & T. Schmitt, 2012. Tolerance requires the right smell: first evidence for interspecific selection on chemical recognition cues. - Evolution 66 (3): 896-904. Milet-Pinheiro, P., M. Ayasse, C. Schlindwein, H.E.M. Dobson & S. Dötterl, 2012. Host location by visual and olfactory floral cues in a oligolectic bee: innate and learned behavior. - Behavioral Ecology 23: 531-538. Moffett, M.W., 2012. Supercolonies of billons in an invasive ant: what is a society? - Behavioral Ecology 23 (5): 935937. Montero-Castano, A. & M. Vilà, 2012. Impact of landscape alteration and invasions on pollinators: a meta-analysis. Journal of Ecology 100: 884-893. Montoya, D., L. Rogers & J. Memmott, 2012. Emerging perspectives in the restoration of biodiversity-based ecosystem services. - Trends in Ecology and Evolution 27 (12): 66-72. Moron, D., I.M. Grzes, P. Skórka, H. Szentgyörgyi, R. Laskowski, S.G. Pots & M. Woyciechowski, 2012.
23
nr. 7, november 2013
Abundance and diversity of wild bees along gradients of heavy metal pollution. - Journal of Applied Ecology 49: 118-125. Murray, T.E., U. Fitzpatrick, A. Byrne, R. Fealy, M.J.F. Brown & R.J. Paxton, 2012. Local-scale factors structure wild bee communities in protected areas. - Journal of Applied Ecology 49: 998-1008. O'Connor, S., K.J. Park & D. Goulson, 2012. Humans versus dogs; a comparison of methods for the detection of bumble bee nests. - Journal of Apicultural Research 51 (2): 204-211. Ollerton, J., V. Price, W.S. Armbruster, J. Memmott, S. Watts, N.M. Waser, O. Totland, D. Goulson, R. Alarcón, J.C. Stout & S. Tarrant, 2012. Overplaying the role of honey bees as pollinators: a comment on Aebi and Neumann (2011). - Trends in Ecology and Evolution 27 (3): 141-142. Orlopp, E. & H.-J. Flügel, 2012. Malaxieren oder Desinfizieren der beutetiere bei Grabwespen (Hymenoptera: Crabronidae)? - BembiX 34: 19-24. Plant, A.R., 2012. Mass movement of Bombus terrestris (L.)(Hymenoptera: Apidae) along the South Wales coastline: migration or irruption? - Br. J. Ent. Nat. Hist. 25: 151-152. * Proshchalykin, M.Y. & H.H. Dathe, 2012. The bees of the genus Hylaeus Fabricius 1793 of the Asian part of Russia, with a key to species (Hymenoptera: Apoidea: Colletidae). - Zootaxa 3401: 1-36. Przybylowicz, T., P. Roessingh, A.T. Groot, J.C. Biesmeijer, J.G.B. Oostermeijer, L. Chittka & B. Gravendeel, 2012. Possible chemical mimicry of the European lady's slipper orchid (Cypripedium calceolus). - Contributions to Zoology 81 (2): 103-110. Pyke, G.H., D.W. Inouye & J.D. Thomson, 2012. Local geographic distributions of bumble bees near Crested Butte, Colorado: competition and community structure revisited. - Environmental Entomology 41 (6): 13321349. Reder, G., 2012. Zahlreiches Auftreten von Nysson interruptus (Fabricius, 1798) in Rheinland-Pfalz (Hymenoptera: Crabronidae). - BembiX 33: 38-47. Rezkova, K., M. Zakova, Z. Zakova & J. Straka, 2012. Analysis of nesting behavior based on daily observation of Andrena vaga (Hymenoptera: Andrenidae). - Journal of Insect Behavior 25: 24-47. Rodríguez-Gironés, M.A. & J. Bosch, 2012. Effects of body size and sociality on the anti-predator behaviour of foraging bees. - Oikos 121: 1473-1482. Rodriguez-Serrano, E., O. Inostroza-Michael, J. AvariaLlautureo, C.E. Hernandez, 2012. Colony size evolution and the origin of eusociality in corbiculate bees (Hymenoptera: Apinae). - PLoS ONE 7 (7): e40838. Ruiz-González, M.X., J. Bryden, Y. Moret, C. Reber-Funk, P. Schmid-Hempel & M.J.F. Brown, 2012. Dynamic transmission, host quality, and population structure in a multihost parasite of bumblebees. - Evolution 66 (10): 3053-3066. Rust, M.K. & N.-Y. Su, 2012. Managing social insects of urban importance. - Annual Review of Entomology 57: 355-375. Schmid-Egger, C. & S. Schmidt, 2012. DNA-Barcoding Revolution in der Taxonomie? - Ampulex 5: 19-35.
24
Schmidt, K.C., B.G. Hunt & C.R. Smith, 2012. Queen, worker, and male yellowjacket wasps receive different nutrition during development. - Insectes Sociaux 59: 289-295. Schwarz, M. & F. Gusenleitner, 2012. The valid name for Megachile leachella Curtis 1828 (Hymenoptera: Apidae) and some comments. - Linzer biol. Beitr. 44 (1): 863873. Seltmann, K.C. et al., 2012. A hymenopterists' guide to the Hymenoptera Anatomy Ontology: utility, clarification, and future directions. - Journal of Hymenoptera Research 27: 67-88. Sharkey, M.J., J.M. Carpenter, L. Vilhelmsen, J. Heraty, J. Liljeblad, A.P.G. Dowling, S. Schulmeister, D. Murray, A.R. Deans, F. Ronquist, L. Krogmann & W.C. Wheeler, 2012. Phylogenetic relationships among superfamilies of Hymenoptera. - Cladistics 28: 80-112. Shorter, J.R. & O. Rueppell, 2012. A review on selfdestructive defense behaviors in social insects. - Insectes Sociaux 59: 1-10. Srba, M. & P. Heneberg, 2012. Nesting habitat segregation between closely related terricolous sphecid species (Hymenoptera: Spheciformes): key role of soil physical characteristics. - J. Insect Conserv. 16 (4): 557-570. Tabadkani, S.M., J. Nozari & M. Lihoreau, 2012. Inbreeding and the evolution of sociality in arthropods. Naturwissenschaften 99: 779-788. Taylor, B.J., E.V. Nordheim & R.L. Jeanne, 2012. Allocation of colony-level foraging effort in Vespula germanica in response to food resource quantity, quality, and associated olfactory cues. - Ethology 118: 594-605. Theunert, R., 2012. Im Sturzflug ins Ameisennest. BembiX 33: 57-59. * Theunert, R., 2012. Hornisse, Wespe und Co. Erkennen, erleben, leben lassen. - Informationsdienst Naturschutz Niedersachsen 32 (2): 61-108. Tolasch, T., S. Kehl & S. Dötterl, 2012. First sex pheromone of the order Strepsiptera: (3R, 5R, 9R)-3,5,9Trimethyldodecanal in Stylops melittae Kirby, 1802. - J. Chem. Ecol. 38: 1493-1503. Uboni, A, A.-G. Bagnères, J.-P. Christidès & M.C. Lorenzi, 2012. Cleptoparasites, social parasites and a common host: chemical insignificance for visiting host nests, chemical mimicry for living in. - Journal of Insect Physiology 58: 1259-1264. Varrone, R. & M. Olmi, 2012. First records of host of Embolemus ruddii Westwood (Hymenoptera Embolemidae). - Frustula entomol. (2010-2011), n.s. XXXIII (XLVI): 91-95. Wappler, T., T. De Meulemeester, A.M. Aytekin, D. Michez & M.S. Engel, 2012. Geometric morphometric analysis of a new Miocene bumble bee from the Randeck Maar of southwestern Germany (Hymenoptera: Apidae). Systematic Entomology 37: 784-792. Weigand, E., 2012. Paarungsirrtümer bei Osmia cornuta (Latreille, 1805). - BembiX 33: 48-52. Weigand, E., 2012. Die Zottelbiene Panurgus banksianus (Kirby, 1802) auf Tauchstation. - BembiX 33: 54-56. Weiner, S.A., K. Noble, C.T. Upton, G. Flynn, W.A. Woods Jr. & P.T. Starks, 2012. The cost of flight: a role in the Polistes dominulus invasion. - Insectes Sociaux 59: 81-86. Weissel, N., O. Mitesser, H.-J. Poethke & E. Strohm, 2012. Availability and depletion of fat reserves in halictid
nr. 7, november 2013
foundress queens wit a focus on solitary nest founding. Insectes Sociaux 59: 67-74. Whitehorn, P.R., S. O'Connor, F.L. Wäckers & D. Goulson, 2012. Neonicotinoid pesticide reduces bumble bee colony growth and queen production. - Science 336 (6079): 351-352. Williams, P.H., J. An, M.J.F. Brown, J.C. Carolan, D. Goulson, J. Huang & M. Ito, 2012. Cryptic bumblebee species: consequences for conservation and the trade in greenhouse pollinators. - PLoS ONE 7 (3): e32992. Williams, P.H., M.J.F. Brown, J.C. Carolan, J. An, D. Goulson, A. Murat Aytekin, L.E. Best, A.M. Byvaltsev, B. Cederberg, R. Dawson, J. Huang, M. Ito, A. Monfared, R.H. Raina, P. Schmid-Hempel, C.S. Sheffield, P. Sima & Z. Xie, 2012. Unveiling cryptic species of the bumblebee subgenus Bombus s.str. worldwide with COI barcodes (Hymenoptera: Apidae). Systematics and Biodiversity 10 (1): 21-56. * Xu, H.-L. & O. Tadauchi, 2012. Revision of the subgenus Euandrena of the genus Andrena of Eastern Asia (Hymenoptera: Apoidea: Andrenidae). - Esakia 52: 7790. Zanette, L.R.S., S.D.L. Miller, C.M.A. Faria, E.J. Almond, T.J. Huggins, W.C. Jordan & A.F.G. Bourke, 2012. Reproductive conflict in bumblebees and the evolution of worker policing. - Evolution 66 (12): 3765-3777. Zurbuchen, A. & A. Müller, 2012. Wildbienenschutz - von der Wissenschaft zur Praxis. - Zürich, Bristol-Stiftung, Bern, Stuttgart, Wien, Haupt, 162 p. [zie ook boekbesprekingen door Jens D'Haeseleer in Ent. Berichten 72 (6) en Theo Peeters in HymenoVaria 5]
overbeweiding, bestrijdingsmiddelengebruik, vermindering van genetische diversiteit, ziekten en plagen (o.a. door gebruik van in Europa gekweekte volken voor bestuiving), concurrentie door honingbijen en klimaatverandering. Een lijst die zo uit een Europees verhaal zou kunnen komen. In hoofdstuk 3 worden de beheeradviezen beschreven. Creëer hoogwaardige habitats: Pollen- en nectarbronnen: veel bloemen tijdens de hele levenscyclus van het volk. Inheemse planten ontwikkelden zich samen met de hommels. Ze hebben als regel ook minder verzorging nodig en vormen in natuurlijke gebieden niet snel een plaag. Nestplaats en overwinteringshabitat: verstoring van verlaten holen en ruigteplekken moet voorkomen worden.
Boekbespreking: Conserving bumble bees Erik van der Spek Hatfield, R, S. Jepsen, S. H. Black and M. Shepherd, 2012. Conserving Bumble Bees, guidelines for Creating and Managing Habitat for America’s Declining Pollinators The Xerces Society for Invertebrate Conservation, 32 p. Gratis te downloaden op http://www.xerces.org/bumblebees/guidelines/
Een compact verhaal over de achteruitgang van hommels in de USA, het belang van hommels als bestuivers en maatregelen die genomen kunnen worden om de situatie voor hommels te verbeteren. Met een determinatiegids (voor de Amerikaans soorten), op regio’s afgestemde voedselplantenlijst en nestkast-beschrijving. In hoofdstuk 1 wordt het belang van hommels bij de bestuiving van hoogwaardige landbouwgewassen en de levenswijze van hommels geïntroduceerd. In hoofdstuk 2 komen de bedreigingen voor hommels in Noord-Amerika aan bod. Habitatfragmentatie,
Herstel en beheer van habitats: Maaien: laat een of meer grote stukken een jaar lang ongemaaid. Moet je in het vliegseizoen maaien, zorg dan voor een mozaïek van verschillende vegetatiestructuren. Maai zo hoog mogelijk om verstoring van nesten of overwinterende koninginnen te voorkomen. Branden: brand niet vaker dan om de 3-6 jaar, brand tussen oktober en februari, brand kleine stukken per keer, brand niet meer dan 1/3 van een gebied per jaar, voorkom intense branden. Gekweekte hommels: werk met soorten die in het gebied voorkomen, gebruik ze alleen in kassen, voorkom ontsnapping en contact met wilde hommels, dood de gekweekte volken na gebruik. Honingbijen: plaats geen volken in natuurgebieden, vooral niet in zeldzame habitats. Moet het toch, plaats
25
nr. 7, november 2013
ze dan niet in de buurt van nestgelegenheid, liefst meer dan 1km er vandaan. In hoofdstuk 4 de conclusie. Hommels zijn essentieel als bestuivers in de natuur, in landbouwgebieden en in het stedelijk gebied van Noord-Amerika. Het gaat door verschillende oorzaken slecht met de hommels. Het is erg belangrijk de resterende hommelpopulaties te beschermen. Ook al zijn gecoördineerde inspanningen op landschapsschaal nodig, toch kunnen individuele grondeigenaren al veel doen. Kortom een handleiding die op hoofdlijnen ook voor de bescherming van de Europese hommels gebruikt kan worden.
Resultaten van Onderzoek Erik van der Spek Onderzoekers publiceren hun resultaten regelmatig in vaktijdschriften. Van een recent artikel hierbij de samenvatting om wat meer beeld te krijgen van de resultaten van dit onderzoek. Zink, L., 2013. Concurrent effects of landscape context and managed pollinators on wild bee communities and canola (Brassica napus L.) pollen deposition.- Thesis University of Calgary.
Samenvatting Zowel wilde als gehouden bijen kunnen landbouwgewassen bestuiven, maar intensivering van de landbouw heeft tot een toenemende afhankelijkheid van gehouden bestuivers geleid en tot de omzetting van semi-natuurlijke gebieden in gecultiveerd bouwland. Beide veranderingen hebben effect op de beschikbaarheid van bloemen als voedselbron voor wilde bijen. In zuidelijk Alberta (Canada) zijn koolzaadakkers bemonsterd op wilde en gehouden bijen, daarnaast is het landschap binnen een straal van
26
drie kilometer rond de monsterpunten geclassificeerd. Abundantie en soortenrijkdom van wilde bijen en de effectieve bestuiving van koolzaad bleken positief gecorreleerd met de aanwezigheid van seminatuurlijke habitats in de omgeving. Maar de effecten van gehouden bijen en de landschappelijke context bleken elkaar te beïnvloeden. De abundantie van wilde bijen in een landschap met meer seminatuurlijke habitats nam uiteindelijk sterker af bij een toename van de abundantie van gehouden bijen. Koolzaadakkers in een meer natuurlijke omgeving leiden tot een betere oogst, maar ook is de negatieve impact op de wilde bijen daar groter wanneer er gehouden bijen worden gebruikt. Het aandeel van koolzaadbloemen dat effectief bestoven is, neemt toe bij de aanwezigheid van seminatuurlijk habitat in de omgeving. Dit bleek ook het geval te zijn voor de aanwezigheid van wilde bijen. Werden er gehouden bijen geïntroduceerd in een omgeving met veel wilde bijen dan nam de abundantie van wilde bijen veel sterker af dan wanneer dit gebeurde in intensieve landbouwgebieden. Dit komt doordat de gehouden bijen niet alleen op de koolzaad foerageren, maar ook daarbuiten. De luzerne behangersbij Megachile rotundata bleek daarbij 75% minder overlap te hebben met wilde bijen dan de honingbij Apis mellifera. De luzerne behangersbijen bleken nauwelijks buiten de koolzaadakkers te vliegen. Koolzaad is in Canada wat oppervlakte (8 miljoen ha) betreft het tweede landbouwgewas, maar economisch gezien het belangrijkste. De helft van de geoogste nectar van de 560.000 bijenvolken in Canada komt van koolzaad. 80.000 volken worden ingezet bij de bestuiving van hybride koolzaad voor de zaadwinning. Daarnaast wordt de ingevoerde luzerne behangersbij Megachile rodundata voor de bestuiving gebruikt, hiervan worden daar ongeveer 355 miljoen exemplaren verhandeld. Koolzaad wordt door een groot aantal soorten wilde bijen bezocht, wilde bijen uit minstens 19 genera zijn aangetroffen.
nr. 7, november 2013
Oproepen Oproep penningmeester Beste mensen, zoals gewoonlijk in het najaarsnummer de oproep om je contributie voor de sectie Hymenoptera van € 10,- voor 2014 te voldoen. Graag voor 1 januari 2014 over maken, op ASNbank: 70.84.59.382 t.n.v. A. J. Loonstra, Veenweg 6, 9656 PD Spijkerboor. Onder vermelding van ‘contributie sectie Hymenoptera + jaar (of jaren)’. In het voorjaar is er een mail rondgestuurd met de stand van de betaling van het lidmaatschaps-geld over dit jaar. Wie alsnog niet betaalde voor 1 juni werd geschrapt als lid en ontvangt dit nummer niet.
Gegevens excursie augustus 2013 Op 3 augustus hebben we met een aantal leden van de sectie een excursie gehouden naar de Maasduinen. De volgende terreinen zijn bezocht: de Stalberg bij Arcen, de Hamert, Het Reindersmeer bij Nieuw-Bergen en het Quin bij Afferden. Bij deze het verzoek aan de deelnemers aan de excursie hun waarnemingen door te geven. Deze kunnen worden verwerkt in een verslag, dat in het volgende nummer van HymenoVaria zal verschijnen. Waarnemingen graag naar
[email protected].
Oproep ‘Leuke waarnemingen in 2013’ Gewoontegetrouw zal in het eerste nummer van het komende jaar (HymenoVaria nr. 8) weer de traditionele rubriek "Leuke waarnemingen" van het afgelopen jaar komen. Met daarin een overzicht van vangsten en waarnemingen uit 2013, die het vermelden waard zijn. Willen jullie voor deze rubriek de leuke, interessante en verrassende vangsten en waarnemingen van het afgelopen seizoen (2013) opsturen naar de redactie? Insturen vóór de kopijdatum: 1 maart 2014. Adres: Voermanstraat 14, 6921 NP, Duiven, of e-mail:
[email protected]
Deelnemers aan de excursie. Foto Albert de Wilde.
27
nr. 7, november 2013
Mededelingen Studiedag 11-1-2014: sluipwespen Onder leiding van Kees van Achterberg Op zaterdag 11 januari 2014 is de jaarlijkse studiedag van de sectie in Naturalis in Leiden. Adres: Darwinweg 2, 2333 CR Leiden. (N 52.16596 E 4.47384). Betaald parkeren € 3,-. Zie voor de bereikbaarheid van Naturalis, zowel per auto als per openbaar vervoer de website: www.naturalis.nl/nl/bezoek/adres/ We beginnen om half 11 en sluiten af om 16.00 uur. Kees van Achterberg zal de inleiding verzorgen van de superfamilies in de Hymenoptera en voor de determinatie kunnen allerlei Hymenoptera meegenomen worden, met de nadruk op parasitaire groepen. Voor de determinatie tot op soortniveau zijn de hongerwespen (Gasteruptiidae; Gasteruption) uitgekozen. Voor informatie over de laatste groep raadpleeg Kees zijn artikel in de laatste aflevering van de Nederlandse Faunistische Mededelingen.
28
Je kunt je lunch meenemen of lunchen in het restaurant. Geef je tot 4 januari op bij Erik van der Spek (
[email protected]) zodat we weten op hoeveel mensen we kunnen rekenen. Dit moeten we ook van tevoren doorgeven aan Naturalis. Laat bij de kassa HymenoVaria 7 zien. De studiedag vindt plaats in het LifeScience-lab, op de vierde verdieping. In Naturalis kunnen we gebruik maken van een tweetal ruimtes. Voor de inleiding een aparte, besloten ruimte en voor het determineren bevinden we ons net als de afgelopen jaren in het Life Science-lab van het museum. Alles is aanwezig van beamer tot collectiemateriaal. In het Life science kan het publiek zien hoe 'wetenschappers' werken. Mensen kunnen daar ook vragen aan ons stellen. Neem eigen materiaal mee om te determineren. Literatuur Achterberg, K. van, 2013. De Nederlandse hongerwespen (Hymenoptera: Evanioidea: Gasteruptiidae). Nederlandse Faunistische Mededelingen 39: 55-87.
nr. 7, november 2013
‘De Nederlandse bijen’ Op initiatief van Vroege Vogels, het Wereld Natuur Fonds en de Volkskrant is de Jan Wolkers Prijs ontstaan. Boeken met als hoofdthema de natuur en die verschenen zijn tussen 1-1-2012 en 1-6-2013 konden voor deze prijs in aanmerking komen. Voor de prijs waren 180 boeken ingeschreven, waaronder “De Nederlandse bijen”. Uiteindelijk waren er 5 titels over gebleven, waarvan de bijenatlas deel uitmaakte. Op zondag 20 oktober werde deze vijf op de televisie voorgesteld in het programma van Eva Jinek, door Karina Wolkers, de echtgenote van wijlen Jan Wolkers. Zij is één van de juryleden. Hans Nieuwenhuijsen heeft toen kort over het wonderlijke leven van de bijen verteld. Lachend tweede Zondagochtend 27 oktober is op Texel de 1e Jan Wolkersprijs uitgereikt. Uit de 180 ingezonden titels was ‘onze’ bijenbijbel/atlas van De Nederlandse bijen een van de vijf die de eervolle shortlist van 2012 behaalden. Theo Peeters en Hans Nieuwenhuijsen mochten de vele auteurs vertegenwoordigen in de Vroege Vogeluitzending in Ecomare op Texel, waar Karina Wolkers de prijs heeft uitgereikt. Uiteindelijk kregen ze samen met de vier andere genomineerden die naast de prijs grepen een eervolle gedeelde 2e prijs, een mooie bos bloemen en de kans om over wilde bijen in de uitzending te vertellen.
winnende kinderboek Spinder van Simon van der Geest tot veel nieuwe entomologen, waarvan er dan vast een aantal onze sectie komen versterken.
Activiteiten in 2014 EIS-dag Op 25 januari is de EIS-dag in Naturalis. De lezingen van deze dag staan in het thema ‘Heide’. Aanvang 10.30 uur - 16.00 uur Na afloop is er een borrel.
Zomerbijeenkomst NEV De zomerbijeenkomst in 2014 van de NEV vindt plaats in het Drents-Friese wold. Van 30 mei t/m 1 juni.
1000-soortendag EIS De 1000 soortendag van EIS is op 21 juni 2014 in het Lauwersmeer.
Theo en Hans beantwoorden met verve de vragen over wilde bijen en het schrijven van het boek, beloofden tussen neus en lippen door een tweede deel *, met nog veel onontdekte informatie over de levenswijze van deze interessante dieren. Als leden van de sectie weten we dus wat van ons verwacht wordt. Naast het vangnet vooral ook het notitieblok mee het veld in en naast het vangwerk ook interessante waarnemingen opschrijven en publiekelijk maken. HymenoVaria is dan een goed middel om dit proces te starten, door ervaringen te delen en elkaar te stimuleren. Hans greep zijn kans om aan de hand van een kinderboek over ‘Bea de Bij’ (gelukkig een solitaire) en verwijzing naar de bekende ‘Maya de Bij’ de herkenning van bijen tussen alle andere insecten uit te leggen. De presentatoren konden aan de bijen afbeeldingen niets vreemds ontdekken, totdat Hans ze vleugels liet tellen. Inderdaad net als Maya was de afgebeelde Bea een vermomde zweefvlieg met maar één paar vleugels. Uiteraard hadden ze de prijs graag meegenomen. De nominatie bij de laatste vijf heeft de wilde bijen weer extra publiciteit gegeven. En wie weet leidt het
29
nr. 7, november 2013
Veranderingen in de ledenlijst Per 1 november 2013, aantal leden 74 Nieuwe leden Ries van der Hout
Anthonie Stip
Oudendijk 29 9989EN Warffum
[email protected] Driestweg 5 6721NG Bennekom
[email protected]
Wijziging emailadres C. van Achterberg
[email protected] Ivo Raemakers
[email protected] René Veenendaal
[email protected]
Kopij-sluitingsdatum voor nummer 8: 1 maart 2014 NB! In het voorjaar van 2014 is deze datum echt de uiterste datum om zaken voor de nieuwsbrief aan te leveren! Liever nog de bijdragen voor deze datum sturen.
30
Bestuur sectie Hymenoptera Voorzitter Jan Smit Voermanstraat 14 6921 NP Duiven 0316-284793
[email protected] Penningmeester Anne Jan Loonstra Veenweg 6 9656 PD Spijkerboor 050-5291776 ASNbank: 70.84.59.382
[email protected] Secretaris Erik van der Spek Wilhelminalaan 67 1781 AM Den Burg 0222-318027
[email protected]
nr. 7, november 2013
Inhoud
Hymeno
7
blz. Redactioneel ................................................................................................................................................................................ 3 Dr. Robert Terko Simon Thomas ...................................................................................................................................... 4 Bijdrage aan de bibliografie van R.T. Simon Thomas ..................................................................................................... 5 Arjen Neve overleden ........................................................................................................................................................... 7 Bijdrage aan de bibliografie van Arjen Neve..................................................................................................................... 7 Excursies ...................................................................................................................................................................................... 9 Voorjaarsexcursie: Sint Pietersberg, 26 april 2014 ........................................................................................................... 9 Zomerexcursie: dal Overijsselse Vecht, 2 augustus 2014.............................................................................................. 10 Verslagen.................................................................................................................................................................................... 11 Verslag voorjaarsexcursie Elperstroom, 20 april 2013 .................................................................................................. 11 Artikelen ..................................................................................................................................................................................... 13 De gele tubebij in Vlaanderen anno 2013........................................................................................................................ 13 Informatie over bijen blijft nodig ..................................................................................................................................... 16 Help! Bijen op mijn balkon! ............................................................................................................................................... 17 Succesvolle voorziening voor de gewone sachembij (Anthophora plumipes) ................................................................ 18 Literatuur ................................................................................................................................................................................... 20 AcuBieb 2012 ....................................................................................................................................................................... 20 Boekbespreking: Conserving bumble bees...................................................................................................................... 25 Resultaten van Onderzoek ................................................................................................................................................. 26 Oproepen ................................................................................................................................................................................... 27 Oproep penningmeester ..................................................................................................................................................... 27 Oproep ‘Leuke waarnemingen in 2013’ ........................................................................................................................... 27 Gegevens excursie augustus 2013 ..................................................................................................................................... 27 Mededelingen ............................................................................................................................................................................ 28 Studiedag 11-1-2014: sluipwespen .................................................................................................................................... 28 ‘De Nederlandse bijen’ ....................................................................................................................................................... 29 Activiteiten in 2014 ............................................................................................................................................................. 29 Veranderingen in de ledenlijst ........................................................................................................................................... 30 Kopij-sluitingsdatum voor nummer 8: 1 maart 2014 .................................................................................................... 30
31