Verslag Praktijksessie efficiënt opleiden en ontwikkelen voor volwassenen Utrecht, 18 november 2014 Het Nederlands Partnerschap Leven Lang Leren (NP LLL) organiseerde op dinsdag 18 november 2014 een praktijksessie over efficiënt opleiden en ontwikkelen voor volwassenen. De titel luidde: Drie kansen voor een extra impuls richting de arbeidsmarkt: valideringsinstrumenten, ECVET en het NLQF. De bijeenkomst was bedoeld voor branches en beroepsverenigingen, (georganiseerde) werkgevers en georganiseerde werknemers, EVC-aanbieders en opleidings- en onderwijsinstellingen die geïnteresseerd zijn in efficiënt en flexibel opleiden.
Programma •
Tijs Pijls van het NP LLL verzorgde de eerste inleiding en zette uiteen hoe valideren, ECVET en NLQF zich tot elkaar verhouden.
•
Aansluitend vertelden Dick-Jan de Rover en Yvette Montijn vanuit respectievelijk het werkgevers- en deelnemersperspectief over de ECVET-pilot in de zorg bij ASVZ (een instituut voor zorg en dienstverlening). In deze pilot worden ECVET, valideringsinstrumenten (waaronder EVC) en NLQF in samenhang met elkaar ingezet.
•
Tot slot werd er door de aanwezigen gediscussieerd over de kansen en uitdagingen inzake deze instrumenten.
Tijs Pijls, Nederlands Partnerschap Leven Lang Leren (NP LLL) Hoe werken valideringsinstrumenten, ECVET en NLQF? Allereerst een korte toelichting op het Nederlands Partnerschap Leven Lang Leren. Het NP LLL is een project dat wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van OCW. Het is een koepelproject waar NLQF, valideren/EVC en ECVET onder vallen. ECVET-pilots vormen als het ware de smeerolie om deze arbeidsmarktinstrumenten met elkaar te verbinden. De instrumenten zijn in verbinding met elkaar krachtiger. De laatste week van november 2014 gaat de website www.nplll.nl online: een portaal naar de sites over NLQF en EVC en meer informatie over het ECVET. Leven lang leren is een speerpunt van het kabinet Het overheidsbeleid voor de komende tijd is neergelegd in de Leven lang leren brief van het Ministerie van OCW van 31 oktober 2014: er moet meer flexibiliteit komen in het volwassenenonderwijs. Er komen ook scholingsvouchers en leven lang leren kredieten. En er komen maatregelen om de leercultuur omhoog te krijgen en leren aantrekkelijk te maken. Bij dit beleid sluiten het NP LLL en de ECVET-pilots naadloos aan.
1
Waarom deze instrumenten?
flexibele wijze mogelijk te maken en de
De belangrijkste pijlers voor duurzame
werknemer te faciliteren in zijn of haar
inzetbaarheid zijn leven lang leren en
verdere ontwikkeling en loopbaanstap.
het verder ontwikkelen van kennis, competenties en vakmanschap. Het liefst op een flexibele wijze. Wat als je als werkende/werkzoekende de door jou opgedane kennis en ervaring wilt laten waarderen? Wat als je inzicht wil in het niveau waarop je functioneert? Wat als je jezelf verder wilt ontwikkelen of (functiegericht) scholen? Valideringsinstrumenten/EVC, ECVET en het NLQF kunnen helpen om dit inzichtelijk maken. EVC/validering op het niveau van het individu, ECVET op het niveau van deelkwalificaties en NLQF op niveau van de kwalificatie. Maar alle drie erop gericht leren en ontwikkelen op Valideren: weten wat je waard bent Weten wat je waard bent is de eerste uitdaging van werkenden en werkzoekenden die zich willen ontwikkelen in hun loopbaan of oriënteren op een geschikte baan. Hoe kunnen zij aantonen dat ze bepaalde kennis en competenties beheersen? En hoe kunnen zij dit laten valideren? En er zijn vier dimensies van valideren: 1. Identificeren en systematiseren van leerresultaten (bijvoorbeeld loopbaanzelfonderzoek, loopbaanbegeleiding) 2. Documenteren van leerresultaten (bijvoorbeeld CV, e-portfolio, ervaringsprofiel) 3. Assessment van leerresultaten (bijvoorbeeld ontwikkelassessment, EVC, intakeassessment) 4. Certificering van resultaten (bijvoorbeeld verzilvering ervaringscertificaat, vrijstellingsprocedure). Zie voor meer informatie de Toolbox Validering: klik hier. ECVET-eenheden: maatwerk voor werkenden ECVET staat voor European Creditsystem for Vocational Education and Training. In pilots worden ECVET-eenheden ontwikkeld als basis voor validering en het ontwikkelen van maatwerk voor volwassenen. ECVET-eenheden zijn opgeknipte ‘stukjes’ van een kwalificatie op basis van vraag en behoefte van de arbeidsmarkt. De pilots worden uitgevoerd in de zorg en techniek en nieuwe pilots zijn in voorbereiding. In nauwe samenwerking tussen de werkgever, de EVC-aanbieder en de onderwijsinstelling/examen commissie worden werknemers toegerust om een van-werknaar-werk-stap te kunnen maken. Met behulp van o.a. beroepsproducten kan een werknemer aantonen dat hij een bepaalde eenheid (‘stukje’) beheerst. Desgewenst kunnen verschillende ECVET-eenheden worden gestapeld en worden verzilverd in een
1
diploma. Voor de werkgever betekent dit flexibele en efficiënte (ontwikkel)trajecten voor zijn werknemers. ECVET-pilots starten pas als er een vraag is van een werkgever. Het gaat hierbij om vanwerk-naar-werk-trajecten. De ECVET-eenheden worden gebruikt als basis voor validering en maatwerk. EVC-aanbieders verzorgen het valideringsgedeelte en passen de principes van EVC 1 toe binnen het valideringstraject. Onderwijsinstellingen zijn verantwoordelijk voor het maatwerk. NLQF: kwalificaties vergelijkbaar maken Naast diploma’s uit het formele onderwijs vullen ook diploma’s uit het non-formele onderwijs steeds vaker de rugzak van een werknemer of werkzoekende. Er zijn in Nederland ongeveer 20.000 non-formele kwalificaties. Dat is een substantieel aantal. Als niet door de overheid gereguleerde kwalificaties in leerresultaten zijn beschreven kunnen ze worden ingeschaald in het Nederlands Kwalificatieraamwerk (NLQF). Zo worden alle kwalificaties vergelijkbaar (formeel en non-formeel), ook internationaal. Het NLQF is gebaseerd op het EQF (European Qualification Framework): •
8 niveaus om kwalificaties in in te delen
•
36 lidstaten maken een eigen nationaal kwalificatieraamwerk
•
tienduizenden kwalificaties: één gemeenschappelijk raamwerk.
Het Nederlands Coördinatiepunt NLQF is in 2012 opgericht. Door de overheid gereguleerde kwalificaties zijn generiek ingeschaald. Niet door de overheid gereguleerde kwalificaties kunnen via een inschalingsprocedure worden ingeschaald. Een aantal partijen heeft dat inmiddels ook al laten doen. Deze ingeschaalde kwalificaties zijn opgenomen in het register op de NLQF-site: klik hier. Waarom deze 3 instrumenten voor validering van leerresultaten? •
De arbeidsmarkt vraagt om flexibel opleiden
•
Het ondersteunen van arbeidsmobiliteit is belangrijk
•
Deze instrumenten dragen bij aan terugdringen van opleidingskosten in tijd en in geld.
1
In de ECVET-pilots wordt niet gesproken over EVC omdat de valideringsprocedure niet wordt
uitgevoerd t.o.v. een crebo/croho/branchestandaard en de uitkomst niet een ervaringscertificaat worden beschreven. Het is dus geen EVC volgens de kwaliteitscode EVC. Maar de principes en opgebouwde ervaring vanuit EVC worden wel toegepast. 2
Onderstaand schema toont de drie instrumenten in samenhang met elkaar:
Dick-Jan de Rover (medewerker Opleiding en Ontwikkeling) en Yvette Montijn (ECVET-kandidaat) ASVZ Zorg- en dienstverlening van A tot Z Het motto van ASVZ is Gewoon doen. In dit geval gaat het om het efficiënt opleiden en ontwikkelen voor volwassenen bij ASVZ. ASVZ is een grote organisatie: •
5000 medewerkers
•
1600 vrijwilligers
•
5200 cliënten.
Opleiden is van belang om goede zorg te bieden. Flink wat medewerkers hebben geen zorgopleiding, maar zijn wel goede en gewaardeerde medewerkers. Die komen in aanmerking voor scholing. Er wordt ook informeel geleerd. Vaak zijn mensen onbewust wel heel bekwaam. Strenge selectie ASVZ was geïnteresseerd in deelname aan een ECVET-pilot. Bij de startbijeenkomst met ROC Ter Aa en EVC-aanbieder ISBW waren ook alle leidinggevenden uitgenodigd. Het was een goede zet om hen ook nadrukkelijk te betrekken. Zo konden medewerkers daar ook terecht met vragen als daar behoefte aan was. Medewerkers moesten zelf aangeven welke eenheden ze dachten aan te kunnen tonen. ASVZ heeft vooraf streng geselecteerd op werknemers die geschikt waren voor deelname aan de ECVET-pilot. Dat is wel belangrijk geweest voor het succes van de pilot.
3
Blij met resultaten Deelnemer Yvette Montijn vertelde dat het intakegesprek heel duidelijk was. Ze kreeg precies te horen hoeveel tijd deelname aan de pilot zou kosten en wat ze in dit traject allemaal moest doen. Zes jaar geleden is ze vanuit de marketing de zorg in gerold. Ze kwam er door de duidelijk opdrachten gekoppeld aan de ECVET-eenheden achter dat ze onbewust bekwaam was. Ze moest de vereiste beroepsproducten als bewijzen bij de aan te tonen eenheden aanleveren en vervolgens vond er een assessment plaats. Het contact met de EVC-aanbieder was heel prettig. Ze kon er altijd terecht met vragen. Van de 18 deelnemers zijn er 10 die meer dan 80% van de eenheden hebben aangetoond. Ook Yvette Montijn heeft op 20% na alles bewezen. Zij is nu bezig met die ontbrekende 20% zodat ze straks haar MBO 4 diploma kan behalen. Daarvoor moeten wel centrale examens Nederlands en Engels met goed gevolg afgelegd worden. Ze heeft zelf een hboachtergrond, dus voor haar is dat geen probleem. Maar voor haar collega die nog nooit Engels heeft gesproken is dat wel een probleem. Zij is een uitstekende kracht, zij heeft helemaal geen Engels nodig bij de uitvoering van haar werk. Minder blij met regelgeving ASVZ werd m.a.w. niet zo blij van de wet- en regelgeving t.a.v. taal, rekenen en LLB. Centrale examinering is landelijk vastgesteld: afleggen in november, herkansen in februari. Mensen zitten wekelijks op school in de aanloop naar het examen. Ook medewerkers met een hbo-diploma moeten toch mbo-examen doen in taal en rekenen. Maar ASVZ vindt het belangrijk dat mensen gediplomeerd worden en moet het doen met de regelgeving van dit moment. In kwalificatiedossiers zijn referentieniveaus voor taal en rekenen duidelijk aangegeven. Deze wet- en regelgeving is gericht op jongeren die worden opgeleid voor een bepaald vak. Er is dan ook geen discussie dat zij moeten voldoen aan deze eisen. Voor volwassenen met al een carrière zou dit anders ingericht moeten worden, omdat ook gekeken zou moeten worden naar wat nodig is voor de uitoefening van de functie. Daar valt echt nog winst te behalen. Dankzij deze pilots worden dit soort problemen zichtbaar, dat is waardevol.
Discussie over kansen en uitdagingen van de drie instrumenten Tafel 1 De behoefte in branches en sectoren ligt in vakmanschap en maatwerkmogelijkheden. ECVET biedt mogelijkheden. De uitdaging zit in overdraagbaarheid naar andere werkgevers. Je moet wel vanuit leven lang leren-projecten werken: laat niet iedereen eigen blokken maken, dan krijg je wildgroei, dat is niet meer herkenbaar. Je moet het reguleren. Tafel 2 Wat zijn de voordelen ten opzichte van EVC? In de ECVET-pilots worden de principes van EVC toegepast op een flexibelere standaard. Valideren binnen de ECVET-pilots uitgevoerd door erkende EVC-aanbieders conform de stappen en principes zoals de afgelopen jaren succesvol zijn opgebouwd met EVC als 4
valideringsvorm. EVC is gericht op een volledige kwalificatie (crebo, croho, branchestandaard, niet altijd beschreven in leerresultaten) en resulteert in een ervaringscertificaat. Validering binnen de ECVET-pilots is gericht op een deel van een kwalificatie (ECVET-eenheden, beschreven in leerresultaten) en resulteert in een korte rapportage en resultatenoverzicht. EVC werkt vaak vanuit een brede portfolio-opbouw, ECVET focust op een smalle portfolio-opbouw gericht op de beroepsproducten. Tafel 3 De behoefte van werkgevers bestaat uit goed inzetbare werknemers. Er zijn wel vragen: Hoe bepaal je het niveau? Hoe blijft het transparant? Wat is het waard? Werkgevers zien misschien liever diploma. Tafel 4 Als je aanvullende opleidingen wil aanbieden moet je als opleidingsinstituut heel flexibel zijn. Mooi is: je kijkt flexibeler naar standaarden. Wat betreft NLQF: dat biedt kansen. Denk aan de vergelijking met Europese standaarden. Wie weet ook wereldwijd? Er zijn branches die wereldwijd werken, zoals bijvoorbeeld de scheepvaart. Tafel 5 Hier was discussie over de kansen die verbinding tussen drie tools creëert. Kansen: vergelijkbaar maken van de waarde van allerlei trajecten. Risico: wildgroei in de greep houden. Veel werk voor werkgevers. Wat financiering betreft: OCW heeft veel budget vrijgemaakt voor flexibel onderwijs voor volwassenen. En denk aan het bedrijf ROCKWOOL: daar is aan de directie getoond hoeveel goedkoper een EVC-traject en vakbekwaamheidstraject is t.o.v. een BBLopleiding. Tafel 6 Ziet er interessant uit. Wel afhankelijk van werkgever of je iemand kunt opwaarderen en een hoger salaris kunt uitbetalen. Blijft het doel het erkende diploma ? Of heb je HRbeleid waarin je zegt: als je dit kan krijg je dit salaris. Anderzijds: een hoger diploma geeft kansen om te solliciteren naar hogere functie.
Afsluiting door Tijs Pijls Afgelopen jaren zijn de instrumenten uitvergroot om ze uit te kunnen leggen en onder de aandacht te brengen. Het blijven echter slechts middelen om individuen in staat te stellen een loopbaanstap te zetten. Met andere woorden: het individu staat centraal. Het gaat om het doel van de instrumenten en dat is mobiliteit mogelijk te maken! Tijs Pijls geeft aan dat het NLQF-niveau op alle diploma’s komt te staan met ingang van 2016. En het zal in de toekomst ook op CV’s komen te staan. Er zal de komende jaren steeds meer gedacht worden vanuit niveaus in plaats vanuit de nu bekende diploma’s.
5
Uitdagingen voor de komende tijd zijn: •
Werknemers prikkelen en hen helpen te werken aan hun loopbaanvaardigheden.
•
Voor opleidingsorganisaties is de uitdaging om maatwerk te bieden en te denken
•
Opwaarderen versus horizontaal: mobiliteit niet alleen verticaal maar ook
van buiten naar binnen. horizontaal. Ook intersectorale mobiliteit is van belang. Denk aan de genoemde overstap van marketing naar de zorg.
6