Verslag installatievergadering 12 februari 2003 Lokale Overlegplatforms voor Gelijke Onderwijskansen te Antwerpen
1. Inhoud Verslag installatievergadering 12 februari 2003......................................................................1 1. Inhoud ............................................................................................................................1 2. Inleiding .........................................................................................................................1 3. Kader..............................................................................................................................1 4. DSP................................................................................................................................2 5. Afspraken.......................................................................................................................2 6. Besluiten ........................................................................................................................4 7. Bijlage 1: Scholen en leerlingen in Antwerpen................................................................4 8. Bijlage 2: Visietekst lokale overlegplatforms ..................................................................6
2. Inleiding De vergadering wordt ingeleid door Bea Cantillon, kandidaat voorzitter voor het Lokaal Overlegplatform Gelijke Onderwijskansen (GOK) in het secundair onderwijs. Zij schetst de aanleiding voor de vergadering, die de oprichting is van de overlegplatforms in Antwerpen voor het basis- en het secundair onderwijs voorzien in het decreet Gelijke Onderwijskansen. Deze overlegplatforms worden geïnstalleerd om zich binnen het werkingsgebied te beraden over actiesporen voor de verwezenlijking van gelijke onderwijskansen voor alle kinderen in Antwerpen en om hun inschrijvingsrecht te bewaken en, waar nodig, te bemiddelen. Zij geeft kort aan hoe het voorbereidend werk voor deze vergadering is gebeurd en hoe de vergadering zal verlopen.
3. Kader De inhoudelijke input schetst een kader voor de Antwerpse platformwerking. Hij wordt gebracht door Chris Cleiren, hoofd Dienst Integratie Antwerpen en Jef Cas, coördinator van de Armoedecel van de Dienst Burgerzaken. Chris Cleiren geeft aan dat het halen van het doel: gelijke onderwijskansen voor alle Antwerpse jongeren zal vereisen dat de zeer grote diversiteit in de Antwerpse bevolking serieus genomen wordt. In alle bestuursdomeinen vandaag - en dus ook in onderwijs - moet de wil om met de feitelijke diversiteit om te gaan een uitgangspunt zijn. Zij illustreert zelf de etnisch culturele diversiteit vanuit een eerder kwantitatief oogpunt; haar collega van de Armoedecel illustreert de sociaal-economische diversiteit eerder kwalitatief aan de hand van videomateriaal met getuigenissen van ouders van gezinnen die leven in armoede. Voor korte verslaggeving zijn (als bijlage 1) twee tabellen uit de presentatie van DIA toegevoegd, die de verscheidenheid illustreren in de -18 jarigengroep naargelang afkomst en district; een kaart kleurt de buurten van Antwerpen in volgens hun percentage allochtone jongeren.
Verslag Lokale Overlegplatforms Antwerpen - 12 februari 2003
Pagina 1
Uitspraken in de video: Hoge ladders (beschikbaar voor alle scholen - via 1) illustreren hoe armoede meer dan een gebrek aan middelen is, maar zich afspeelt op de verschillende levensdomeinen. De arme wordt door uitsluiting en achterstelling van de rest van de samenleving gescheiden en kan de ontstane kloof niet zelf overbruggen. Zoals in alle levensdomeinen is ook in onderwijs aandacht nodig voor armoedebestrijding. Er wordt kort aangegeven hoe dit al gebeurt, samen met verenigingen waar armen het woord nemen, in het project: Kansen in Onderwijs.
4. DSP De Databank Sociale Planning brengt op basis van een verkenning van databestanden van het Departement Onderwijs een beeld van scholen en leerlingen in Antwerpen. Het cijfermateriaal illustreert de ongelijke kansen van bepaalde jongerengroepen. De cijfers worden al gedeeltelijk op de kaart van Antwerpse buurten gelegd. Het globale beeld van de Antwerpse schoolbevolking wordt verfijnd naar de heersende verscheidenheid op vestigingsplaatsniveau. Het toont de ongelijke belasting van de Antwerpse scholen op basis van de relatieve aanwezigheid van jongeren met schoolse achterstand of thuistaal niet het Nederlands in het basisonderwijs. Dit onderzoeksmateriaal biedt een insteek voor toekomstig overleg door een aan te stellen Werkgroep Analyse die zijn plaats moet vinden in de globale platformwerking. Een korte synthese van aangebrachte gegevens is toegevoegd als bijlage 2. Een selectie van slides uit de presentatie is te vinden op de website van DSP 2.
5. Afspraken Het formele gedeelte van de namiddag voorziet een toetsing van het werk dat een voorbereidingsgroep leverde. De voorbereidingsgroep stelt voor dat de platformwerking onder leiding staat van gemandateerde voorzitters. De kandidaten zijn: Bea Cantillon en Paul Mahieu. Paul Mahieu verwoordt hoe hij en zijn collega, Bea Cantillon vanuit een vergelijking van Antwerpse en Vlaamse gegevens over onderwijsachterstand aankijken tegen de opdracht, die het decreet gelijke onderwijskansen aan alle partners in de Antwerpse platforms geeft. Aan de vergadering wordt akkoord gevraagd met: 1 voorstel van HHR als leidraad voor verdere uitbouw 1
Guido Totté -03/206.13.57 // Ann Vanden Abeele 03/232.23.82 // Pat Kussé 03/233.36.87 De presentatie van de DSP is beschikbaar op http://www.somavzw.be/dsp/download/ U kan het bestand met de presentatie 'DSPpreslop.pdf' downloaden. Indien u niet beschikt over de gratis Adobe Acrobat Reader om het pdf formaat te lezen kan u deze gratis downloaden op http://www.adobe.com/ . Indien u deze presentatie op papier wenst te verkrijgen kan dit op eenvoudig verzoek aan Reinhard stoop Coördinator Databank Sociale Planning Stadsontwikkelingsmaatschappij Antwerpen vzw Grote Markt 27, 2000 Antwerpen -- Tel: 32- (0)3/270.03.50 E-mail:
[email protected] 2
Verslag Lokale Overlegplatforms Antwerpen - 12 februari 2003
Pagina 2
2 3
4 5 6
missie en opdrachten van visietekst voorstellen voor op te nemen partners socio-culturele en socio-economische sector volwassenenonderwijs en lerarenopleiding welzijns- en gehandicaptensector jeugdwerk opname coördinator De Schoolbrug opstart werkgroepen Bemiddeling en Omgevingsanalyse kandidaat voorzitters = voorzitters
De commentaren tijdens de vergadering, vooraf en daarna leren het volgende: § Het vergadermoment - op woensdagnamiddag - wordt betreurd. Er zijn ook opmerkingen over de locatie, omwille van gebrek aan parkeerplaatsen. § Er wordt betwijfeld of een platformvergadering als deze een instrument kan zijn om de kansarmoede te bestrijden, waartoe opgeroepen wordt en of bijeenkomsten met basis- en secundair onderwijs gezamenlijk wel nuttig zijn. § Er wordt ook gevraagd naar een kleinschaliger werking om iets positiefs te kunnen doen bewegen én naar aansluiting op reeds bestaand initiatief. § Er wordt ook naar meer creatieve consultatievormen gevraagd, waar bijvoorbeeld ouders, leerlingen en leraars representatiever en uitgebreider in betrokken kunnen worden en naar uitgebreidere delegaties van deze groepen in de stuurgroep. § Vanuit de onafhankelijke vrije scholen wordt er aangegeven dat zij expliciet betrokken willen zijn bij het overleg. § Er wordt gevraagd om op korte of middellange termijn samen te werken aan verdere concrete probleemanalyses (met netgebonden gegevens) en aan concrete samenwerkingsinitiatieven rond inschrijvingsbeleid. § Er wordt gewaarschuwd voor te snelle besluiten over het aanvaard zijn van het huishoudelijk reglement, tenzij als kader voor verdere uitbouw van de platformwerking in de volgende maanden. § Er zijn ook nog een klein aantal beperkte tekstuele aanpassingen bij de deskundigen binnengekomen die te maken hebben met voorziene stemprocedures. § Er wordt ook gewaarschuwd voor de maatschappelijke overvraging van het onderwijs voor de oplossing van problemen waaronder het zelf ook gebukt gaat, maar ook voor overvraging binnen onderwijs zelf door de veelheid aan initiatieven van de minister. In reactie op de input op de vergadering zijn een aantal oproepen gedaan: § voor een kritisch constructieve ingesteldheid, zowel wat vergadermoment en inzet betreft. § voor een goed begrip van de taak van het platform (niet als hét instrument voor kansarmoedebestrijding, maar) als de plaats waar probleemanalyses en instrumenten besproken en aangereikt worden en door een stuurgroep verder geconcretiseerd en hanteerbaar gemaakt. § Vanuit de voorzitter van het OCMW (aanwezig als vertegenwoordiger van het gemeentebestuur) wordt aangeboden samen initiatief te nemen in het zoeken naar hanteerbare instrumenten voor armoedebestrijding, aansluitend op de taak van het OCMW en de werking van de armoedefondsen. Verslag Lokale Overlegplatforms Antwerpen - 12 februari 2003
Pagina 3
Uit reacties achteraf blijkt verder dat: § de inhoudelijke input door de enen positief geapprecieerd is, terwijl anderen weinig nieuws leerden. § het inhoudelijk gedeelte te veel tijd in beslag nam in verhouding tot de tijd voorzien voor het formele gedeelte. § de consultatieformule, die in het HHR voorzien is en verwijst naar: aftasten van een consensus via beluisteren van commentaren, bevraagd moet worden voor de platformbijeenkomsten. Er wordt zeer expliciet gevraagd naar respect (naar inhoud en vorm) voor democratische procedures, vertaald in - expliciete informatie ter plaatse (en niet, zoals in ons concept: voortgaan op commentaren op gelezen teksten) - maximale inzage in de voortgang van de overlegwerking, inclusief de kosten. § Sommigen stellen zeer expliciet dat zij het decreet ervaren als: veel rechten voor ouders en jongeren, maar veel belasting en onduidelijkheid voor hen zelf. Zij betreuren daarom dat de thema's doorverwijzing, bemiddeling, weigering … geen onderwerp van gesprek waren.
6. Besluiten De bespreking ter plaatse werd afgesloten met de vraag om verder commentaar over te maken aan de deskundigen en het vertrouwen te geven aan een stuurgroep voor de verdere uitbouw van het gestarte overlegproces. Er wordt door deskundigen en kandidaat voorzitters van uit gegaan dat er enkel hieromtrent een consensus was. De andere punten van consultatie worden op andere wijzen hernomen. De stuurgroepvergadering, die reeds eerder was vastgelegd op 26 maart 2003 om 20u in het Open Onderwijshuis, zal concrete voorstellen van deskundigen en voorzitters ter zake beoordelen. Tenzij tegenbericht komt er een volgende gezamenlijke evaluatiebijeenkomst van de Antwerpse platforms aan het einde van 2003. Schepen Kathy Lindekens sluit de namiddag af met een korte informatieve inbreng over de nieuwe organisatie van de stad in de administratie: Lerende Stad. Marleen Van Ouytsel kadert in naam van de minister het Antwerpse werk in de Vlaamse ambities en belooft de ervaringen op het terrein mee te nemen in de voorziene evaluatie van het decreet.
7. Bijlage 1: Scholen en leerlingen in Antwerpen Een verkenning van databestanden van het ministerie van de Vlaamse GemeenschapDepartement Onderwijs-schooljaar 2001-2002 Door de databank sociale planning De Databank Sociale Planning zal het Lokaal Overlegplatform Antwerpen mee ondersteunen in het opmaken van een omgevingsanalyse inzake ongelijke onderwijskansen binnen het werkingsgebied, zoals dit decretaal is vastgelegd. Een eerste rapportering die de databank Sociale Planning maakte betrof een overzicht van het onderwijs in Antwerpen op het niveau van de leerlingen. We geven hieronder een overzicht van enkele kernbevindingen van Verslag Lokale Overlegplatforms Antwerpen - 12 februari 2003
Pagina 4
leerlingen in het basis- en het secundair onderwijs. Om een omgevingsanalyse te kunnen maken is het nodig de gegevens (o.a. GOK-indicatoren) op het niveau van de scholen en hun vestigingsplaatsen verder te onderzoeken. Enkele resultaten van een verkennende analyse van de vestigingsplaatsen op basis van de reeds beschikbare gegevens worden hieronder kort weergegeven.
Leerlingen binnen de hoofdstructuur van het Onderwijs in Antwerpen In Antwerpen gingen er vorig schooljaar (2001-2002) 88.041 leerlingen naar school: 50.991 in het basisonderwijs en 37.500 in het secundair onderwijs. Wat opvalt bij de populatie van het basisonderwijs zijn de volgende zaken: § § § § § § §
2,9% van de totale kleuterpopulatie zijn leerplichtige leerlingen (zij zijn minstens 6 jaar) In het lager onderwijs zit meer dan een kwart van de leerlingen niet in zijn of haar jaarklas. (26,6%). Een goed vijfde van de leerlingen (21%) heeft niet de Belgische nationaliteit. In het buitengewoon lager onderwijs zijn de jongens in de meerderheid: 61,5% zijn jongens 19.016 leerlingen zijn GOK-leerling. Dit is 42% van het totaal aantal leerlingen Bij 11.169 leerlingen geven de ouders aan dat de thuistaal niet het Nederlands is. Dit is 23% van het totaal aantal leerlingen Het nieuwe beleid betekent voor de Antwerpse scholen dat er dit schooljaar 6077 ondersteunde lestijden voorzien wordt. In vergelijking met het vorige Onderwijsvoorrangsbeleid en de Zorgverbreding een aanzienlijk toename van de ondersteuning, namelijk met 1236 uren.
In het secundair onderwijs merken we volgende zaken op: § § §
§
§ §
§
De grootste groep leerlingen volgt het gewoon voltijds beroepssecundair onderwijs (34.229) Deeltijds beroepssecundair onderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs zijn samen goed voor een kleine 3000 scholieren. In elk studiejaar zitten ongeveer 5000 leerlingen. In het 7, 8 en 9 jaar zijn dat er heel wat minder (samen 1584 leerlingen). Meisjes volgen proportioneel vaker het algemeen (57,2%) en kunstsecundair onderwijs (60%), terwijl er verhoudingsgewijs meer jongens in het deeltijds beroepssecundair (60,7%) en buitengewoon secundair onderwijs (56,1%) zitten. Binnen de onderwijsvormen zijn er grote verschillen naargelang de studierichting, met uitgesproken meisjesrichtingen en jongensrichtingen. De participatie van niet-Belgen in het secundair onderwijs is erg verschillend naargelang de onderwijsstructuur: In de eerste gemeenschappelijke graad zitten nog 14,9% niet-Belgen, dit is veel minder het geval in het ASO (7,9%), KSO (6%) en zelfs TSO (11,5%) dan in het Beroeps (22,1%), deeltijds beroeps (23,9%) en buitengewoon SO (24,3%). Het absolute aantal leerlingen dat schools vertraagd is, neemt elk studiejaar toe, tot het zesde jaar, dan neemt het af. Dit heeft allicht te maken met de doorstroming naar het deeltijds onderwijs of de ongekwalificeerde uitstroom. Bekijken we de schoolse vertraging naargelang de onderwijsvorm, dan zien we dat in de eerste graad reeds vier tiende van de leerlingen minstens een jaar schools vertraagd is (37,1%). In de tweede en derde graad zien we dat de schoolse vertraging afneemt in het algemeen secundair onderwijs (22,4%) en hoger is het Kunstsecundair onderwijs (54%), in het technische secundair (61,7%) en in het beroepssecundair onderwijs (77,13%)(leerlingen die hier in het modulair stelsel zitten kunnen niet mee opgenomen worden) De GOK-screening in de eerste graad van het secundair onderwijs geeft aan dat bij 23,5 % van de leerlingen thuis het Nederlands niet de courante voertaal is. We zien grote verschillen tussen de schoolpopulatie van de districten: In Antwerpen-2060 geeft drie vierde van de ouders aan dat het Nederlands niet de thuistaal is, in Borgerhout is dit de helft van de ouders.
Kenmerken van vestigingsplaatsen van basisonderwijs in Antwerpen. Een analyse op het niveau van de vestigingsplaats heeft volgende algemene doelstellingen en voordelen: • Ze vormen een aparte entiteit; waar een populatie leerlingen samen school lopen, een min of meer vast lerarenkorps, directie, aanbod van specifiek type onderwijs, onderwijsvormen, etc… . Bovenop de kenmerken van de individuele leerlingen kan men spreken van specifieke kenmerken van de scholen op zich. • Ze zijn onderwerp van een overkoepelend beleid. • Ze zijn geografisch te situeren en ook geografisch te contextualiseren.
Verslag Lokale Overlegplatforms Antwerpen - 12 februari 2003
Pagina 5
•
Met de vestigingsplaats zijn bepaalde problematieken, verbonden zoals concentratiescholen m.b.t. vreemdelingen, concentraties van doelgroepleerlingen e.d.m.
Van de vestigingsplaatsen van het basisonderwijs werden de volgende kenmerken per vestigingsplaats onderzocht; schoolse vertraging, aantal doelgroepleerlingen (volgens GOK indicatoren), thuistaal niet het Nederlands, niet-Belgen (naar nationaliteit), aantal leerlingen van buiten Antwerpen. De voornaamste bevindingen voor de vestigingen van het basisonderwijs zijn; • • • • •
Voor de kenmerken van schoolse vertraging, doelgroepleerlingen, thuistaal niet het Nederlands en nietBelgen kunnen we spreken van een zekere concentratie in bepaalde vestigingen. Bovendien vinden we een sterke onderlinge samenhang van deze kenmerken binnen de vestigen. In +/30% van de vestigen van het basisonderwijs komen deze kenmerken met een hoge score tezamen voor. Deze vestingen zijn grotendeels gelegen in de meer kansarme buurten met een hoge concentratie van niet-Belgen. Scholen met een hoger percentage leerlingen van buiten Antwerpen hebben consistent minder vreemde nationaliteiten, minder doelgroepleerlingen, minder schoolse achterstand. Zij situeren zich voornamelijk in de rand rond Antwerpen. Voor de vestigingen van de basisscholen geldt als besluit dat er zich een dualisering voordoet m.b.t de indicatoren van onderwijskansen.
Databank Sociale Planning Stadsontwikkelingsmaatschappij Antwerpen Grote Markt 27 2000 Antwerpen tel : 03 270 03 40 fax : 03 270 03 59 http://www.somavzw.be/dsp/
8. Bijlage 2: Visietekst lokale overlegplatforms Versie voorbereidende vergadering 29.01.03
Inleiding De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming diende bij de Vlaamse regering en het Vlaams parlement een decreet betreffende gelijke onderwijskansen in. Onderwijskansen zijn levenskansen en daarvan heeft niet iedereen er per definitie evenveel. Ze worden maatschappelijk en persoonlijk bepaald.
Achtergrond Het gelijke kansendecreet bevat drie luiken: 1. Het regelt het recht op inschrijving in de school die ouders en hun kind kiezen, op basis van het beginsel van gelijke behandeling en het leerrecht van alle jongeren -zij het gebonden aan een recht op doorverwijzing door scholen met een groot aantal allochtonen. 2. Het voorziet extra middelen voor scholen met leerlingen die voldoen aan de criteria van kansenongelijkheid én investeren in het omgaan met diversiteit. 3. Het creëert een instrument om lokaal een onderwijsaanbod uit te bouwen, dat beantwoordt aan de noden van alle jongeren, dat hun schoolloopbaan optimaliseert en hen leergaranties biedt. Het gelijke kansenbeleid wordt ter plaatse mee uitgevoerd door lokale overlegplatforms. Zij verzamelen, op het niveau van het basis- en het secundair onderwijs, alle scholen, CLB’s en lokale partners. Deze platforms worden ondersteund door lokale deskundigen. Verslag Lokale Overlegplatforms Antwerpen - 12 februari 2003
Pagina 6
De platforms hebben een opdracht op gebied van onderzoek en advies en moeten een bemiddelende rol spelen, om het inschrijvingsrecht voor alle jongeren van het werkingsgebied waar te maken in alle scholen.
Doelgroep Alle kinderen/jongeren, met speciale aandacht voor: § kinderen/jongeren van gezinnen die in armoede leven § kinderen/jongeren die een leerachterstand hebben opgelopen § kinderen/jongeren die voortijdig of niet gekwalificeerd dreigen uit te stromen uit onderwijs § anderstalige nieuwkomers.
De missie van de Antwerpse overlegplatforms Het behoort tot de missie van de Antwerpse platforms om een permanente samenspraak te laten groeien tussen scholen onderling en scholen en de lokale partners - op basis van gelijkwaardigheid om samen het gemeenschappelijke doel te bereiken: - dat alle jongeren de beste kansen krijgen om te leren en zich te ontwikkelen, - dat uitsluiting, sociale en etnische segregatie en discriminatie tegengegaan worden en sociale cohesie bevorderd. Het behoort eveneens tot de missie van de platforms om te bevorderen dat in de scholen van het werkingsgebied respect voor diversiteit, waaronder interculturaliteit, funderende onderwijsprincipes worden en dat er interscolaire solidariteit groeit voor de aanpak van de uitdagingen, waarvoor deze stad haar scholen stelt. Het moet ook de ambitie zijn van het gelijke kansenproject een positief project te maken, mét de feitelijke diversiteit in Antwerpen als een positief uitgangspunt ; mét aandacht voor de mechanismen van achterstelling ten aanzien van mensen, die in armoede leven, allochtonen en alle jongeren die onder de ongelijke kansencriteria vallen. Om het leerrecht van alle jongeren binnen het werkgebied te verzekeren moeten strategische opties genomen worden op basis van objectieve kwantitatieve en kwalitatieve gegevens.
Opdrachten voor de overlegplatforms zijn 1. Uitbouwen en bewaken van een eerlijke en respectvolle communicatie tussen alle actoren en sensibiliseren van alle relevante betrokkenen rond gelijke onderwijskansen 2. Opsporen van mechanismen van achterstelling, detecteren van conflicten én positieve oplossingsbevorderende projecten stimuleren, die de gelijke onderwijskansen van alle jongeren versterken. 3. Contacten leggen tussen scholen en ouders die veel van het decreet verwachten en diegenen die zich niet aangesproken en zelfs bedreigd voelen door het decreet . 4. School en gezinsmilieu op elkaar afstemmen. 5. Er op toezien dat elke school een open en transparant inschrijvingsbeleid voert. 6. Een efficiënte bemiddeling en een laagdrempelige klachtenprocedure ontwikkelen. 7. Werken aan preventie van klachten, klachtenregistratie en klachtenmanagement. 8. Stimuleren en versterken van netwerken en partnerships om integrale oplossingen te bewerkstelligen samen met de andere maatschappelijke actoren die scholen kunnen helpen.. Verslag Lokale Overlegplatforms Antwerpen - 12 februari 2003
Pagina 7
9. Bekendmaken van alle bestaande initiatieven en projecten, om gebruik te maken van de bestaande knowhow. 10. Beklemtonen van de positieve aspecten van de diverse stedelijke samenleving.
Prioriteiten tot de volgende platformvergadering (eind november 2003) Bewerkstelligen van een eerlijke en respectvolle communicatie tussen alle actoren. Sensibiliseren van alle relevante actoren rond gelijke onderwijskansen. Uitbouwen van een efficiënte bemiddeling en klachtenbehandeling, waarbij er bijzondere aandacht gaat naar de samenwerking met de centra voor leerlingenbegeleiding en naar netoverschrijdende afspraken rond inschrijvingsprocedures. Het opstarten van de gevraagde omgevingsanalyse, om de mechanismen van achterstelling en conflicten te ontdekken. Daarbij zal er bijzondere aandacht zijn voor de problemen van doorverwijzingen naar het buitengewoon onderwijs.
Verslag Lokale Overlegplatforms Antwerpen - 12 februari 2003
Pagina 8