Verslag Architectuur
Kliniek voor Visueel gehandicapten
Afstudeerproject Architectuur Door: Patricia van den Eertwegh
Afstudeerverslag
Fenomenologische architectuur Verslag
Afstudeergegevens Studente Patricia van den Eertwegh Eymerickhof 26 5709 NC Helmond
Afstudeerrichting
Bouwkunde - Architectuur
Onderwerp Scriptie
Fenomenologie in de Architectuur
Afstudeeronderwerp
Fenomenologische architectuur
Afstudeerbegeleiders A1-A2
Dhr. Jasper de Haan Dhr. Gie Steenput
Afstudeerbegeleiders A3-A4
Dhr. Gie Steenput Dhr. Jack Deneken Dhr. Paul van Maris Mw. Ella Braat
Afstudeerperiode
A1-A2 A3-A4
Patricia van den Eertwegh
Januari 2003 September 2003 -
Juni 2003 Juni 2004
Pag. 3
Afstudeerverslag
Fenomenologische architectuur Verslag
Inhoud Materiaalkeuze.................................................................................20
Inhoud .............................................................................................4
Vleugels...................................................................................................... 20 Kern ........................................................................................................... 21
Afstudeeropdracht ...........................................................................5 6
Definitief ontwerp.................................................................... 22
1
Voorwoord..................................................................................5
2
Scriptie: Fenomenologie in de architectuur. ..............................6
Plattegronden ..................................................................................22 Gevels.............................................................................................22
3
Utopisch model: Situatie, Waarnemingen en Ervaringen. .........6
Doorsneden .....................................................................................24
4
Ontwerpen van fenomenologische architectuur........................7
Interieur..........................................................................................26
Algemeen..........................................................................................7 Situatie: ............................................................................................7 Doelgroep/functie: .............................................................................7 Ontwerp: ..........................................................................................8 5
Daglicht ...................................................................................................... 23 Kunstlicht ................................................................................................... 25
7
Gevelbeplating .................................................................................28 Gevelopbouw...................................................................................29 Draagconstructie..............................................................................29 Verdiepingsvloer.......................................................................................... 29
Uitwerking van concept tot voorlopig ontwerp .........................9
Scheidingswanden en plafond ...........................................................30 Detaillering ......................................................................................30
Locatie keuze ....................................................................................9
Analyse locatie ............................................................................................ 10
Doelgroep .......................................................................................11 Programma .....................................................................................12 Terugkoppeling naar de situatie ................................................................... 12
Ontwerp proces ...............................................................................13
Bouwtechniek .......................................................................... 28
8
Literatuurlijst........................................................................... 32
9
Nawoord .................................................................................. 33
Route naar het gebouw ............................................................................... 13
Eerste fase Ontwerp.........................................................................14 Programma .....................................................................................14
Relatieschema............................................................................................. 15
Uitgangspunten ontwerp ..................................................................15
Fenomenologie ........................................................................................... 15 Plattegronden ............................................................................................. 17 Gevels ........................................................................................................ 18 Kern ........................................................................................................... 19
Patricia van den Eertwegh
Pag. 4
Afstudeerverslag
Afstudeeropdracht De opdracht voor het afstuderen met als differentiatie architectuur is het ontwerpen van een gebouw. Het gaat hierbij om het vertalen van het architectonisch concept tot een ruimtelijk beeld. In het voorbereidend afstuderen is er een persoonlijk standpunt ten opzichte van een bepaalde problematiek ontwikkeld en dat wordt dan vertaald in een ontwerp van een gebouw. Door de ligging, de ruimten, routing, materialen, constructieve opzet en uitstraling dient het ontwerp het persoonlijke standpunt te verduidelijken. Daarbij wordt gebruik gemaakt van tekeningen, berekeningen, maquettes, mondelinge presentaties, en computerpresentaties, zodat alles voor het publiek begrijpbaar wordt gemaakt. Het gaat ook om het technisch vertalen van het probleem dat tot op bouwtechnisch, constructief, conceptueel en detailniveau wordt uitgewerkt.
Patricia van den Eertwegh
Fenomenologische architectuur Verslag
1
Voorwoord
Dit verslag gaat over het ontwerpen van een gebouw tijdens het afstuderen. Dit is een vervolg op de scriptie die is geschreven tijdens het voorbereidend afstuderen. Ik heb hierin onderzoek gedaan naar de fenomenologie in de architectuur. In dit verslag geeft ik de uitwerking weer van de voorgaande studie naar een concept tot een uiteindelijk ontwerp. Na de afronding van de studie is van de gedachtegangen een driedimensionaal model (utopisch model) gemaakt. De bedoeling hiervan is dat vanuit het utopisch model een ontwerp wordt gemaakt, waarbij dus in het uiteindelijke ontwerp de ideeën van het utopisch model zijn verwerkt. Voor het ontwerp moet niet alleen een doelgroep gezocht worden, maar ook een situatie. Van daaruit ontwerp ik een concept van een gebouw
Pag. 5
Afstudeerverslag
2
Scriptie: Fenomenologie in de architectuur.
Fenomenologische architectuur Verslag
3 Utopisch model: Ervaringen.
Situatie,
Waarnemingen
en
Tijdens de studie heb ik naar de fenomenologische ontwerpen van Steven Holl gekeken. Hij legt tijdens het ontwerpen regelmatig een link met de fenomenoloog Merleau-Ponty. Ik heb onderzocht welke fenomenologische gedachtegangen Steven Holl heeft overgenomen van Merleau-Ponty. Hieruit heb ik kunnen concluderen dat er een groot aantal overeenkomsten te vinden zijn. De gedachtegangen van Steven Holl beginnen vrijwel allemaal als beginpunt in de denkwijzen van Merleau-Ponty.
Dit driedimensionaal model bestaat uit een grondplaat, wat een situatie is waar het gebouw kan komen te staan, en 5 staande elementen die de belangrijkste waarnemingen voorstellen, de 5 draden stellen de voornaamste zintuigen voor. Citaat uit de scriptie: “Met de studie naar de aanwezigheid van fenomenologie in de architectuur heeft het wel een diepere doorwerking nodig, dan alleen maar op schrift als Merleau-Ponty doet”. Bewust bezig zijn met fenomenologie in de architectuur vereist in eerste instantie al het begrijpen van de denkwijzen van fenomenologie. Steven Holl heeft de fenomenologische filosofie vertaald en verder doorgewerkt tot in een te bouwen vorm. Zijn interpretatie van de filosofische fenomenologie in architectuur vind ik erg interessant. Hij ontwerpt niet zomaar een gebouw maar kijkt naar de diepere betekenis van architectuur. In het kort samengevat, past hij de fenomenologie op meerdere punten in het ontwerp toe. Ook ik wil verschillende elementen uit de fenomenologische denkwijzen aanwezig laten zijn in het ontwerp. De overwegingen die ik heb gedaan tussen de verschillende elementen uit de fenomenologische denkwijzen zijn te lezen in het vervolg van het verslag.
Patricia van den Eertwegh
‘Een gebouw wordt gevormd door een samenhang tussen de zintuiglijke waarnemingen en de zintuigen’. Uit een willekeurige situatie met daarin verschillende ‘belangrijke’ kruispunten die ontstaan uit kruisingen met wegen, water, spoorlijnen en bebouwingen, ontstaat een gebouw dat hoofdzakelijk wordt gevormd door waarneembare elementen. De waarneembare elementen worden symbolisch uitgebeeld door de 5 staande staven. De waarneembare elementen zorgen ervoor dat de zintuigen worden geprikkeld, hier staat de speldenprik symbool voor. De zintuigen zien, horen, ruiken, proeven en voelen zijn gerangschikt en draaien om de waarnemingen heen die deze kunnen ‘zien’. ‘De situatie, waarnemingen en zintuigen samen zorgen voor een ervaring van het gebouw of ruimte’.
Pag. 6
Afstudeerverslag
4
Ontwerpen van fenomenologische architectuur
Fenomenologische architectuur Verslag
-
Interessant knooppunt tussen wegen, natuur en stads elementen; kruisingen tussen water, wegen en bebouwing. Middelpunt of zwaartepunt van Nederland
Algemeen Het gaat hierbij om het ontwerpen van een gebouw waarin fenomenologie een grote rol zal spelen. Mijn doel is het maken van een goed fenomenologisch gebouw met een aantal belangrijke fenomenologische denkwijzen. Het gaat er mij om dat ik nu een eigen interpretatie zal geven aan de fenomenologische architectuur. Een fenomenologisch ontwerp is voor mij: waarnemingen, zintuigen en ervaringen verwerken in een architectonisch ontwerp. Maar dit niet alleen, ik wil ook nog verder kijken door bijvoorbeeld kenmerken uit de situatie erbij betrekken, belangrijke kenmerken van de doelgroep of functie mee te nemen in het ontwerp dat misschien kan leiden tot een bepaald concept. Ik ben ook van mening dat je na het afronden van je studie niet zomaar een leuk ontwerp voor een gebouw kan gaan maken, maar dat het ontwerp een achtergrond moet hebben en iets te maken moet hebben met de situatie en doelgroep/functie. Zo kom je tot de essentie van het bouwen, waarbij het gebouw dus niet op elke situatie geplaatst kan worden, en niet voor iedere doelgroep geschikt hoeft te zijn. Vanuit de ‘opdrachtgever’ /doelgroep wordt een programma van eisen opgesteld, en van daaruit wordt er naar een geschikt concept gezocht, waardoor het gebouw en de mensen die zich daarbinnen bevinden samen een zijn. Ze horen bij elkaar. Pas als deze samen zijn met andere factoren als aanwezigheid van licht, kleuren, structuur, geluid, geuren en smaak, dan kunnen we spreken van fenomenologische architectuur. In het volgende onderdeel heb ik verschillende interessante punten op een rijtje gezet, die tijdens en na het schrijven van mijn scriptie in mijn gedachte voorbij kwamen. Dit zijn ideeën waarmee ik verder zou kunnen gaan werken tot een ontwerp. Het is een verscheidenheid van ideeën waaruit ik dus nog belangrijke keuzes moet maken.
Situatie: -
-
Gebouw staat niet los van de plek, maar is eraan gebonden. Het gebouw moet connectie hebben met de situatie en omgeving. De kenmerkende elementen die op een of andere manier verbonden zijn met het gebouw, waardoor er een bepaalde ervaring tussen het gebouw en de situatie daarom heen ontstaat. De geschiedenis van de plek kan verwerkt worden in en met het gebouw.
Patricia van den Eertwegh
Doelgroep/functie: -
-
evt. doelgroep/ functie waaraan Steven Holl nog niet heeft gedacht. Gebouwen die hij heeft gerealiseerd zijn: kantoorruimte en conferentiezaal, museum, kapel, gevel, huizen en woongebouwen, studentenhuisvesting, scholen en universiteiten, hotel, opera en bibliotheek en park. evt. interessante doelgroep ivm. waarnemen (bv zieken, invaliden) doelgroep waar je niet te beperkt bent met verlichtingssterkte, ed. evt. diverse functies in een gebouw ivm. het verwerken van diverse waarnemingen en ervaringen waarin beweging een belangrijke rol zal spelen (bv sporters, reizigers) waarin water een belangrijke rol kan spelen (bv zwembad) Functie die interessant kan zijn vanuit de situatie
Ziekenhuis: evt. met specialisatie (is te doen) veel eisen gesteld -> moeilijk erg groot en breed Hogeschool: Nieuw onderkomen voor studenten Architectuur en evt. kunst Mooi om twee elementen te verwerken in een gebouw waarin ook variatie in functies aanwezig is. Station: om beweging in situatie te benadrukken Revalidatiecentrum: als variant op ziekenhuis, uit interesse grote variaties van functies, erg interessant maar er breed en groot Kleuterschool: -Speels omgaan met kleuren, licht, ed.
Pag. 7
Afstudeerverslag
Fenomenologische architectuur Verslag
Bedrijfsgebouw: -niet interessant
Gebouw waar mensen ‘iets’ meemaken of ervaren: -kermisattractie (niet mogelijk ivm keuze situatie/ situatie gebondenheid) / attractie pretpark -bioscoop /concert /theaterzaal
Ontwerp: -
-
Aanwezigheid van belangrijke elementen die de zintuigen prikkelen. De vijf zintuigen horen bij elkaar en kunnen niet zonder elkaar. Het op diverse manieren laten prikkelen van de zintuigen in een gebouw waardoor er verschillende ervaringen kunnen ontstaan. Het beïnvloeden van de ervaring in bepaalde ruimten door de intensiteit van de verschillende waarneembare elementen te variëren. evt. gebouw waarin bewegen belangrijk is (bv. sporters, reizigers) evt. gebouw waarin water een belangrijke/ interessante rol kan spelen. evt. gebouw waarin zonlicht een belangrijke rol speelt. Kan in het gebouw de draaiing van de zon verwerken Kan ook de 4 jaargetijden uitdrukken in materiaal De 5 zintuigen en 5 waarnemingen kunnen in het gebouw worden uitgedrukt, De verschillende functies worden ieder op eigen wijze verwerkt (het gebouw vormt een geheel met daarin verschillende delen; oftewel functies) Ontwerp opzetten dmv. Steekwoorden; - structuur/ helderheid, waarnemingen, - ervaringen, - knooppunten (situatie) Tijd kan uitgedrukt worden, dit doormiddel van draaiing van zonlicht en toepassing van bepaalde materialen die zichtbaar en onzichtbaar verweren in een korte of langere periode, bijvoorbeeld hout, natuursteen en metaal.
Patricia van den Eertwegh
Pag. 8
Afstudeerverslag
5
Fenomenologische architectuur Verslag
Uitwerking van concept tot voorlopig ontwerp
De uiteindelijke keuzes die ik heb gemaakt voor het ontwerp, de situatie en doelgroep hangen natuurlijk aan elkaar samen. Ze hebben ook met elkaar te maken. De plaats waar je een bepaalde doelgroep wilt situeren is afhankelijk van verschillende factoren. Deze factoren probeer ik goed in overweging te nemen. Het concept bestaat uit verschillende keuzes. Voor de doelgroep en functie dacht ik in eerste instantie aan gehandicapten, waarvoor ik een revalidatiecentrum wilde gaan maken, maar dit was een erg uitgebreid onderdeel voor mij alleen. Daarna heb ik mijn keuze opgesplitst, nu ga ik me richten op de groep visueel gehandicapten, en ga een kliniek voor deze visuele gehandicapten realiseren. In de volgende onderdelen ga ik verder in op de keuzes die ik gemaakt heb met betrekking tot doelgroep, situatie en het programma.
Locatie keuze Tijdens de eerste zoektocht naar een situatie heb ik me vooral gericht op het zoeken naar een situatie waar een interessant knooppunt tussen wegen, natuur en stads elementen; kruisingen tussen water, wegen en bebouwing aanwezig was. Nadat mijn keuze van doelgroep duidelijk was geworden, vond ik direct dat ik daar een passende situatie bij moest gaan zoeken. Ik ben me hierbij gaan richten op het zoeken naar een geschikte situatie waar je een centrum voor visueel gehandicapten kan plaatsen. Bestaande centra voor visueel gehandicapten zijn vaak midden in of aan de rand van een stad gelegen, omdat deze visueel gehandicapten erg afhankelijk zijn. Ze hebben vaak hulp nodig, en maken uit noodzaak veelvuldig gebruik van taxi’s. Maar om toch een grotere zelfstandigheid te bereiken willen deze mensen graag gebruik maken van het openbaar vervoer. Belangrijk is dus een goed bereikbare situatie en dit is naar mijn idee zo dicht mogelijk gelegen bij het openbaarvervoer, bijvoorbeeld bij het Centraal Station. Vanuit het oogpunt van de fenomenologie, waarbij het gaat om de situatie te onderzoeken en kenmerken hiervan te verwerken in het gebouw, ben ik op zoek gegaan naar een situatie waar ik veel over de historie en dergelijke zou kunnen vinden. Een zeer geschikte locatie vond ik in Helmond. Het is gelegen nabij het spoor waar zich ten zuiden hiervan een grote vrije ruimte bevind.
Patricia van den Eertwegh
Het station is een belangrijk knooppunt van de stad, maar momenteel fungeert de spoorlijn als een scheidingslijn tussen het noordelijk en zuidelijk deel van de stad. Men is bezig met het realiseren van een grote nieuwbouwwijk ten zuiden van de stad, welke ze graag meer verbonden willen hebben met het centrum. De gemeente Helmond heeft daarvoor momenteel het plan liggen om het spoorgedeelte in het centrum te ondertunnelen, om zo de scheiding tussen noord en zuid op te heffen. Door het ondertunnelen van het spoor ontstaat er een nog grotere vrije ruimte die zeer geschikt kan zijn voor een centrum voor visueel gehandicapten. Zeker omdat deze dus gelegen is nabij het openbaar vervoer. Ook mede een voordeel van deze situatie is dat het mogelijk is tot het inbrengen van meer openbaar groen in het centrum van Helmond. Momenteel is er zeer weinig groen in het centrum aanwezig, alleen aan de randen van Helmond bevinden zich meerdere groen en recreatiegebieden. Deze situatie met de vrije ruimte heeft een voordeel voor de vrijheid en zelfstandigheid van mensen met een visuele beperking.
Pag. 9
Afstudeerverslag
Fenomenologische architectuur
Analyse locatie
gekeken een groot bedrijventerrein te vinden is. Aan de oostelijke zijde is een geschakeld woongebouw met woningen te vinden.
Verslag
Wanneer het spoorgedeelte eenmaal ondertunnelt is, ontstaat er een grote ruimte van 73.000 m2 die aan drie zijden is omsloten door wegen voor autoverkeer. Aan de oostelijke zijde zal voornamelijk voetgangers en fietsverkeer aanwezig zijn van en naar het station. Op het onderstaande plaatje van de stedenbouwkundige locatie is de functie te zien van de gebouwen die in de buurt van deze situatie liggen. Op het noordoostelijk gelegen deel van deze situatie zal voornamelijk het station en daarbij behorende voorzieningen aanwezig zijn, het noordelijk gelegen gebouw is een groot woongebouw. (In bijlage 1 is een collage te vinden van de situatie met foto’s van de omgeving.) Aan de noordwestelijk gelegen deel van deze stedenbouwkundige locatie zijn meerdere kantoorpanden te vinden. Direct ten zuiden ligt een woonhuizen blok waarvan nog iets verder zuidelijk de aanbouw van een nieuwe wijk in volle gang is. Hier is in zuidwestelijke richting nog net een kerkje te zien met daaromheen nog wat kleine woonblokken. Ook belangrijk om te weten is dat nog verder zuidwestelijk
Ook de verbindingen en routes die aanwezig zijn in dit plan heb ik geanalyseerd; de drukte van het autoverkeer, de fiets- en voetgangersroutes die momenteel aanwezig. De verkeersroutes ten noorden van de plek zijn geen erg drukke verkeerslijnen. Hier rijdt voornamelijk alleen noodzakelijk verkeer van en naar het station en omliggende kantoor- en woongebouwen. Zoals te zien is in de dikte van de pijlen bevind zich op de weg, die ten zuiden van de locatie is gelegen wel erg veel verkeer. Deze weg is een belangrijke aan en afvoerroute van verkeer voor het bedrijventerrein en omliggend gebied. Op deze weg rijdt dus veel vrachtverkeer. Vanuit deze analyse ben ik verder gaan werken tot een stedenbouwkundige oplossing voor deze locatie. Een belangrijk onderdeel dat aanwezig moet zijn, zijn de diverse routes voor het langzame verkeer. In de buurt van het station wordt er veelvuldig gebruikt gemaakt van de fiets, fietsverkeer is hier dus erg belangrijk. Maar natuurlijk ook de voetgangers. Door de in aanbouw zijnde wijk ten zuiden van de stad, zal niet alleen al het voetverkeer in de richting van het noorden zich verspreiden, maar ook in zuidelijke richting zal hier een belangrijke route voor voetgangers ontstaan Een uitgangspunt dat ik inneem voor dit stedenbouwkundige concept is een locatie te ontwikkelen waar voornamelijk het langzame verkeer (fietsers en voetgangers) in aanwezig zal zijn.
Woongebouwen Kantoorgebouwen Kerk Bedrijfsgebouw
Patricia van den Eertwegh
Drukte wegverkeer Fietsverkeer Ondertunnelde spoorverbinding
Pag. ag. 10
Afstudeerverslag
Een tweede uitgangspunt voor het uiteindelijke stedenbouwkundige concept is om verschillende lijnen en structuren uit de situatie door te zetten. Twee belangrijke aanwezige lijnen, hier aangegeven in groene pijlen in de situatie, komen voort uit de dubbele weg structuur ten zuiden van de locatie. Vervolgens ben ik verschillende routes uit gaan zetten voor het langzame verkeer over de locatie heen. Deze verschillende routes geven hier een duidelijke structuur aan in dit plan (fietsverkeer blauw en voetgangers oranje). Ook de aanwezigheid van de spoorlijn laat ik behouden in de vorm van fiets- en voetpad met bomenrijen. Voor de bewoners van de stad is dit een hele mooie zichtlijn waarbij ze ver weg uit de stad kunnen kijken. Ook voor blinden kan dit een lijn zijn die gemakkelijk te volgens is door de aanwezigheid van bomen. In het plaatje hieronder zijn als laatste ook nog drie witte lijnen te zien, dit zijn eventueel aanwezige zichtlijnen vanuit de omliggende straten bekeken. In het onderstaande plaatje is nogmaals de stedenbouwkundige invulling te zien van de locatie. Hierbij zie je een koppeling ontstaan met het stedenbouwkundig plan van de zuidelijk gelegen nieuwbouwwijk. Doordat de lijnen van het zuidelijk gedeelte wordt doorgezet tegen het noordelijke deel van de stad aan, ontstaat er al een groter gevoel van verbondenheid tussen de twee delen. Ook het ontwerp van het station en het stationsplein zal hierbij een grote rol gaan spelen. In mijn ontwerp houd ik direct ten zuiden van het station een grote strook vrij, waar een groot plein en eventuele andere voorzieningen geplaatst zouden kunnen worden.
Fenomenologische architectuur Verslag
Doelgroep Vanuit de eerste gedachte “Voor welke functie heeft Steven Holl nog geen gebouw gemaakt?”, kwam ik op het idee van een ziekenhuis. Maar dit is een erg brede groep van mensen en een grote, uitgebreide en ingewikkelde functie. De volgende gedachte die ontstond was een revalidatie centrum. Dit was ontstaan vanuit mijn voorgaande onderzoek over de fenomenologie. In de fenomenologie gaat het om de zintuigen, het waarnemen ervan en de ervaringen die daaruit ontstaan. Uit het onderzoek was bij mij de vraag ontstaan hoe de ervaringen van architectuur zouden zijn als je een zintuig mist, waardoor de waarnemingen van de overgebleven zintuigen een grotere rol gaan spelen. Een revalidatiecentrum was ook een erg groot en uitgebreid onderwerp om me alleen op te richtten. Ik heb vervolgens één tak uit de revalidatie gekozen. Uiteindelijk heb ik vanuit de gedachte fenomenologie gekozen voor een kliniek voor visueel gehandicapten; Het zien, van het zintuig de ogen, is het primaire zintuig die men bezit. Architectuur is nog steeds voor veel mensen voor een groot deel een visuele voorstelling. In een citaat van Steven Holl, die ik in mijn scriptie heb genoemd spreekt hij over: ‘Bij architectuur draait het niet alleen om het zicht, maar om het samenspel tussen alle zintuigen’. Hier ben ik het mee eens; een gebouw wordt gevormd door een samenhang van zintuiglijke waarnemingen en de zintuigen. Door het wegvallen van het primaire zintuig wil ik toch een goed architectonisch gebouw maken voor deze mensen, maar natuurlijk ook voor alle andere mensen die zich in dit gebouw kunnen bevinden. De visueel gehandicapten kunnen nog zeer verschillende waarnemingen hebben, omdat ieder persoon een bepaalde soort handicap heeft. Zo heeft bijvoorbeeld de ene slechtziende veel licht nodig terwijl de andere daar helemaal niet tegen kan en met weinig licht veel beter uit de voeten kan. Daardoor worden over het algemeen gebouwen voor visueel gehandicapten aangepast aan een gemiddelde groep, waarbij eventuele aanpassingen gemakkelijk te verrichten zijn, zoals bijvoorbeeld extra verlichting. In een kliniek bevinden zich vele verschillende functies, van operatiekamer tot restaurant voor de bezoekers. In dit gebouw wil ik een speciale ervaring van architectuur bij deze mensen laten ontstaan. Een gebouw speciaal ontworpen voor deze mensen. Maar natuurlijk moet het ook bepaalde ervaringen oproepen bij de mensen die geen handicap hebben.
Patricia van den Eertwegh
Pag. 11
Afstudeerverslag
Fenomenologische architectuur Verslag
Programma Een kliniek voor blinden en slechtzienden heeft een vrij breed programma. In de oogheelkunde in het algemeen wordt momenteel al een opdeling gemaakt in 26 variaties is oogziekten, waarbij de artsen in ongeveer 22 soorten specialisaties te vinden zijn, zie bijlage 2. Omdat dit eigenlijk een te groot scala is, en zal leiden tot een zeer grote kliniek voor mij omdat ik alleen afstudeer, kies ik ervoor om een kliniek te bouwen waarin minder artsen aanwezig zullen zijn. En dus maar een kleiner deel aan oogziekten behandeld kan worden. Dit heeft overigens geen invloed op verdere ontwerpuitgangspunten. Er zijn verschillende functies nodig in deze kliniek. Ik denk dan aan: spreekuurafdelingen, verpleegafdeling, operatieafdeling en revalidatie. Ook zijn er functies die ik graag extra wil verwerken in de kliniek, als: restaurant, opticien en apotheek.
Het programma voor de oogkliniek heb ik opgedeeld in onderdelen: de patiënt gebonden functies, niet patiënt gebonden functies, de ondersteunende voorzieningen en de extra functies. Deze onderdelen zijn op hun beurt weer onder te verdelen. Dit kun je zien in de bijlage. De laatste kolom geeft het subtotaal aan per functieonderdeel, waarbij als laatste onderaan deze kolom het totale nuttige vloeroppervlak is te zien. Om tot een totaal oppervlak te komen voor de oogkliniek heb ik als oppervlak voor de verkeersruimten en installatieruimten een aanname gedaan van 30% van het totale nuttige vloeroppervlak. Waarbij ik uitkom op een totaal vloeroppervlak van tegen de 4000m2.
Terugkoppeling naar de situatie Omdat het een heel grote locatie is, zoals we eerder gezien hebben (73.000m2), en mijn gebouw maar een heel klein deel van deze oppervlakte nodig gaat hebben, ga ik daarom maar uit van een deel van dit plan voor de verdere uitwerking. Vanuit de fenomenologie gaat het om het ontwerpen vanuit de situatie. om aan dit standpunt vast te houden; is naar mijn mening rechter helft van deze locatie het meest interessant. Hier bevinden zich te meeste structuren en lijnen die zich doorzetten vanuit de omliggende bebouwing ed. Ik ga verder niet in op de invulling van het linker gedeelte. Een optie hiervoor zou kunnen zijn verdere uitbreiding van begeleide woonvormen voor visuele gehandicapten. Het onderstaande plaatje is een tekening van mijn stedenbouwkundige invulling van de locatie. De blauwe cirkel geeft aan waar ik het gebouw wil gaan plaatsen
Patricia van den Eertwegh
Pag. 12
Afstudeerverslag
Ontwerp proces Om tot een ontwerp te komen zijn nog vele gegevens nodig over de doelgroep. Uit een zeer grote hoop van informatie die ik heb kunnen bemachtigen, heb ik de belangrijkste en interessantste punten uitgehaald. In de bijlage Vooronderzoeken zijn een aantal foto’s te zien van beelden zoals slechtzienden de wereld om ons heen waarnemen. Ook heb ik contact gezocht met meerdere blinden en slechtzienden. Via e-mail heb ik gecorrespondeerd over welke punten zij belangrijk vinden om rekening mee te houden bij het ontwerpen van een gebouw speciaal voor hen. Dit alles heeft geleid tot een opsomming van punten waarmee rekeningen kan houden tijdens het ontwerpen van het gebouw voor visueel gehandicapten. Deze teksten zijn te vinden in de Bijlage Vooronderzoeken.
Fenomenologische architectuur Verslag
naderen. De blinde voelt op een gegeven moment ook dat hij voor een gevel doorloopt, door stappen te tellen kan hij de afmetingen van het gebouw inschatten
Route naar het gebouw Uit de teksten over visueel gehandicapten heb ik een paar zeer interessante punten kunnen overnemen naar mijn ontwerp. Ten eerste was het erg belangrijk dat de blinden het gebouw heel gemakkelijk konden bereiken via het openbaar vervoer. Dit is goed gelukt door een pad aan te leggen direct van het station naar de locatie van het toekomstige gebouw. In de teksten is te lezen dat de visueel gehandicapten de voorkeur hebben om de entree van een gebouw via een gevel te benaderen. Dit zodat ze de afmetingen van het gebouw kunnen inschatten.. Ten zuiden van de locatie zal een parkeerruimten komen, ook via deze weg zullen de slechtzienden, dan wel met begeleiding, het gebouw benaderen. Op het plaatje hieronder zijn dus de twee routes te zien die de blinden afleggen om de entree te bereiken. Het kleine pijltje in het midden staat dus voor de entree. Ook op het volgende plaatje is een blinde te zien die zijn weg aan het zoeken is met behulp van de taststok. Hierbij wordt de haag aan de rand van het pad, de bomen en de windgongen die tussen de bomen zijn geplaatst, gebruikt als hulpmiddelen om de weg te vinden. Aan de linkerzijde van het pad ziet U het gebouw Patricia van den Eertwegh
Pag. 13
Afstudeerverslag
Fenomenologische architectuur Verslag
Eerste fase Ontwerp
Programma
In de figuren die hieronder zijn de eerste ontwerpen/ideeën te zien die ontstaan zijn vanuit de situatie. Het belangrijkste uitgangspunt die ik hier hanteerde is dat de gevel aan de twee belangrijkste lijnen/routes moest liggen. Maar in plattegrond wilde ik ook graag voldoen aan een belangrijk punt en dat is de heldere structuur en voornamelijk hoeken van 90 graden te gebruiken op plaatsen waar de visueel gehandicapten zouden komen. Hierdoor ben ik later op zoek gegaan naar betere oplossingen waarbij ik wel kon voldoen aan deze punten.
Bij het opstellen van het programma voor in het gebouw van de kliniek, ben ik eerst grofweg gaan zeggen wat ik erin wilde hebben. Dit waren voor mij de belangrijkste onderdelen die aanwezig moesten zijn. – Behandeling (5 artsen elk ±3 specialisaties) – Operatie – Revalidatie – Restaurant – Opticien – Apotheek Tijdens het vervolg van de studie ben ik een opdeling gaan maken is het totale programma, waarbij ik duidelijk kon aangeven welke waarde het heeft in het totaal van het gebouw. Na wat berekeningen kwam er een totaal vloeroppervlak voor dit gebouw uit van 4000 m2 . Dit is nog erg groot maar ik wilde het nog vrij realistisch houden waardoor ik hier dus mee verder ben gaan werken. In de Bijlage Ontwerp is een geheel uitgewekt programma te vinden.
Om toch nog een beter beeld te krijgen van gebouwen voor blinden en slechtzienden ben ik een kijkje gaan nemen in een verpleeghuis voor visueel gehandicapten. Hier heb ik vele foto’s gemaakt, maar echt indruk heeft het niet bij mij gemaakt. Belangrijk vind ik dus, dat mijn gebouw wel indruk gaat achterlaten bij bezoekers van deze kliniek.
Patricia van den Eertwegh
ONDERDELEN M² PATIENTGEBONDEN 1500 NIET PATIENT GEBONDEN 1200 EXTRA FUNCTIES 400 NUTTIG VLOEROPP. 3100 VERKEERS- EN TECHNISCHE RUIMTEN 900 TOTAAL VLOEROPP 4000
48% 39% 13% 100% 30% 130%
Pag. ag. 14
Afstudeerverslag
Fenomenologische architectuur Verslag
Uitgangspunten ontwerp
Relatieschema Vervolgens heb ik nog een tweetal relatieschema’s gemaakt. De eerste om mijn opdeling in drie functiegroeppen te laten zien. En de tweede om te laten zien welke functies onder welke groep vallen Niet Patiënt gebonden functies
Extra functies
In het volgende onderdeel loop ik mijn ontwerpproces een beetje door, waarbij ik steeds even stil blijf staan bij een onderdeel met een groot aan uitgangspunten waaraan ik het gebouw wil laten voldoen. Ten eerste is de fenomenologie. Omdat dit het onderwerp is waar het ontwerp op moet worden gebaseerd. De fenomenologie heb ik onderzocht tijdens het voorbereidend afstuderen en dit is beschreven in de scriptie. De architect die ik daarbij heb onderzocht is Steven Holl. Een drietal project heb ik nu nog maar eens onder de loep genomen, en een de ontwerpuitgangspunten voor Steven Holl nogmaals op een rijtje gezet. Deze staan in de bijlage Vooronderzoeken.
Fenomenologie Veel elementen uit de fenomenologie en ook in de architectuur gaan vooral uit van het waarnemen van de ogen, het zien, als primaire waarneming voor het ervaren van een ruimte of een gebouw. Omdat ik bezig ben met het maken van een fenomenologisch gebouw voor blinden en slechtzienden komt bij mij het zien niet meer op de primaire plaats. Het hierarchische stelsel van het waarnemen heeft voor blinden een vervorming aangenomen tot het horen en het voelen als primaire waarneming, waarbij het zien voor de slechtzienden op de laatste plaats komt en voor de blinden dit geheel niet aanwezig zal zijn. Ik probeer de fenomenologie te richten op de blinden en slechtzienden, maar als interessante bijkomstigheid wil ik het zien van licht en kleuren er zeker wel bij betrekken. Dit omdat er in dit gebouw ook vele mensen aanwezig zullen zijn die wel gewoon zien, het gebouw moet een mooi en goed fenomenologisch gebouw zijn voor alle mensen.
Patiënt gebonden functies
Operatieafdeling
Laboratorium Verpleegafdeling Apotheek
Personeels ruimte Directie
Entree Overnachtingen familie
Onderzoek en behandeling
In het volgende stuk staan verschillende citaten van Steven Holl die ook komen uit mijn scriptie Fenomenologie. Op deze citaten geeft ik opmerkingen met betrekking tot mijn ontwerp, met als belangrijkste gegeven het waarnemen van blinden en slechtzienden.
Winkels Opslag Revalidatieafdeling Restaurant
“Bij architectuur is de beleving van ruimten erg belangrijk’. ‘Het begrip van architectonische ruimte ligt tussen zintuiglijke ervaring en abstracte kennis’. De manier waarop je een ruimte waarneemt en hoe die ruimte eruit ziet bepaald hoe je een ruimten ervaart, en wat voor gevoel je krijgt al jij je in deze ruimte bevindt.
Patricia van den Eertwegh
Pag. 15
Afstudeerverslag
‘Asymmetrie bepaald beweging’.
Deze asymmetrie kan juist heel verwarrend zijn voor de blinde en slechtziende patiënten die zich zullen bevinden in het gebouw. Asymmetrie zal op aan aantal plaatsen aanwezig zijn maar zal op verschillende plaatsen binnen het gebouw ook met opzet vermeden zijn.
‘Gebogen opeenvolging zorgt voor elementen van mysterie en verrassing’.
Voor blinden kunnen ronde vormen erg desoriënterend zijn, maar ook het punt van mysterie en verrassing kan bij hen aanwezig zijn, alleen moet ik hierbij uitkijken dat het niet tot angst zal leiden.
‘Lichaam is nodig voor het tot stand komen van waarnemen, door het lichaam en de beweging ervan helpt het ons in het begrip van ruimte en dus objecten die hierin aanwezig zijn’. ‘Door de aanwezigheid van de bewegende mens is de architecturale ruimte waarneembaar’.
‘Lichaam en de beweging ervan geeft een verduidelijking in ons begrip van ruimte en objecten in de ruimte’. Dit geldt zowel voor de ziende mens als de blinden, ook zij begrijpen de indeling van een ruimte pas als ze er doorheen bewegen, ze waarnemen weliswaar door het voelen en horen, maar toch kunnen ze grofweg bepalen waar ze zich in een ruimte bevinden en hoe deze eruit ziet. ‘De huid voelt structuren, gewicht, de dichtheid en temperatuur van materialen en omgeving’.
Fenomenologische architectuur Verslag
gebouw. Voor hen zullen dus vooral de architectonische elementen een belangrijke rol gaan spelen bij het bepalen van ruimten en de ervaring van deze ruimte of gebouw. ‘Elementen die het bewustzijn een signaal geven bv.geur, smaak, structuur, licht en kleur. (kleurensymboliek en signalen van materialen)
‘Het gaat om het creëren van kwalitatieve ruimtes, anders dan de gewone geometrische ruimte welke onze culturele gewoontelijke gevoelens identificeren als een allerdaagse ruimte’.
Bij het ontwerpen van een gebouw voor blinden ben ik vrijwel gebonden aan de geometrische ruimten, omdat deze vorm van ruimten voor de beste oriëntatie zorgen. Wel wil ik proberen met behulp van andere architecturale elementen een kwalitatieve ruimte maken. Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan verschil in plafondhoogtes die invloed hebben op het geluid in de ruimte, ook materiaalkeuze van de wanden, vloeren en plafond kunnen hieraan bijdragen.
De fenomenen die men waarneemt worden steeds op een andere manier gegeven, die is afhankelijk van tijd, de graad van intentionaliteit en bewustzijn waarmee men kijkt, de hoek, de afstand, ed.
Het gaat er bij mij om dat de waarnemingen van de slechtzienden ook steeds veranderingen ondergaan, de stand van de zon kan hier een grote bijdrage in leveren. Ook de veranderingen in ruimtelijke zin zullen constant plaatsvinden, als er door de gangen van het gebouw gelopen wordt zullen hier op enkele meters afstand steeds weer elementen veranderen naarmate men de volgende ruimte benaderd.
‘In architectuur is de meest volledige vorm van ervaring aanwezig, licht geluid, reuk, relatie van schaal en proportie zijn gewaarwordingen binnen een gebouw die veranderen met beweging’. Het belangrijkste gegeven wat ontstaat door het bewegen door de ruimten is de verandering in perspectief voor de ziende mensen, waardoor met behulp van licht, kleur en ook geluid de schaal en proportie van een ruimte bepaald kan worden. Voor blinden is dus weer te herkennen dat hier voornamelijk geluid een belangrijke rol speelt, door het rond bewegen in een ruimte kan men de schaal en proportie bepalen door geluiden die hierbinnen aanwezig zijn en geproduceerd worden. ‘Beleving van architecturale ruimten door geluid, gevoel en als laatste licht en kleur’.
‘Ruimten worden bepaald doormiddel van een wisselwerking van licht, kleuren en architectonische elementen’.
Licht en kleuren wil ik zeker wel aanwezig laten zijn en een belangrijke rol laten spelen in het gebouw. Maar het gaat er mij ook om dat de blinde mensen zonder de waarnemingen van licht en kleuren een interessante ervaring zullen hebben in het Patricia van den Eertwegh
Pag. 16
Afstudeerverslag
Fenomenologische architectuur Verslag
desoriëntatie. Ik probeer door de aanwezige elementen die zich hierin bevinden een duidelijke aanwezigheid te geven. Dit door een grote variatie in materialen en kleuren te gebruiken. De twee liften, het trappen gedeelte, de entree, de zwevende elementen en de twee toegangen naar de vleugels moeten een duidelijke aanwezigheid hebben.
Plattegronden Zoals ik eerder heb genoemd is de structuur van de plattegronden erg belangrijk voor mijn gebouw. Een belangrijke voorwaarde waaraan ik wil voldoen, daarbij hoort ook dat er zo min mogelijk afwijkende hoeken in het gebouw zullen zitten. In een vroeg stadium tijdens het ontwerpen kwam ik op een idee zoals op het onderstaande plaatje te zien is. Het gebouw als het ware verdeeld in drie stukken; twee vleugels die evenwijdig liggen aan de twee belangrijkst lijnen in de situatie, ofwel de paden richting de entree, en in het midden dan het centrale gebied, hier als cirkel aangegeven. In deze cirkel is ook als enige plek de afwijkende hoeken te vinden. Een duidelijk herkenbaar punt, dat als het ware een waarschuwing kan geven voor de afwijkende hoeken.
Geluid. De akoestiek in de ruimten moet de visueel gehandicapten helpen de weg te vinden. Dit kan gerealiseerd worden door geluid dempend materiaal zoveel mogelijk op de plafonds te maken. Een ruimte moet niet te dof maar ook zeker niet te hol klinken, dit beide kan zeer vervelend zijn voor de blinden om hun weg te vinden. Geur. De functie van geuren is over het algemeen het alarmeren voor gevaren, bijvoorbeeld bedorven voedsel en brand. Maar ook algemene omgevingsgeuren geven een bepaalde informatie. De concentratie van de geurstof is erg belangrijk. Om blinden te sturen is het mogelijk met geurende beplanting een route uit te zetten, alleen jammer dat je hierbij meer gebonden bent aan het seizoen. Maar ook binnen het gebouw kunnen de blinden gestuurd worden. Maar belangrijk vind ik wel dat het niet een doolhof of oerwoud van geuren wordt. Een ziekenhuis heeft al een bepaalde geur in zich, ook enkele andere functies die in het gebouw komen geven geuren af. Als laboratorium, restaurant, toiletruimten, ed. Licht.
In het volgende stuk zet ik nogmaals duidelijk per onderdeel uit wat aanwezig is in mijn gebouw om de visueel gehandicapten te helpen. Routing voor blinden. Hier gaat het erom dat de blinden geholpen worden met het vinden van hun weg. Hierbij is te denken aan lijnen op de vloer en leuningen tegen de wanden. Oriëntatie. Omdat de kern rond is, is het zorgen voor oriëntatiepunten in deze ruimte erg belangrijk. Ronde ruimten zorgen over het algemeen voor grote Patricia van den Eertwegh
Zoals ik al eerder genoemd heb, kan zonlicht een erg vervelende uitwerking hebben voor de slechtzienden. Direct binnenvallend zonlicht kan deze mensen verblinden, en kan pijnlijk zijn. Ook het verschil in lichtsterkten die hierdoor ontstaan zijn heel vervelend en de schaduwen die door het zonlicht ontstaan zijn verwarrend bij het vinden van de weg. Natuurlijk licht/ kunstlicht: De vleugels worden voornamelijk verlicht door noordelijk licht dat de mogelijkheid krijgt binnen te komen door verschillende sleuven ed. Ook worden er gaten gemaakt in de schil die voor indirect licht zal zorgen binnen het gebouw. Voor deze gaten zijn vaak delen van wanden en plafonds geplaatst. Belangrijk blijft de aanwezigheid van kunstlicht, deze zal nodig zijn voor het aanvullen van de lichtbehoefte van de patiënten. Zichtlijnen. Zichtlijnen zijn minder belangrijk voor de slechtzienden, maar toch wil ik ook hiermee rekening houden. Slechtzienden gebruiken hun restvisus voornamelijk voor het vinden van hun weg en oriënteren op de vloer. Bij het vinden van de weg gaat het voornamelijk om zichtlijnen tot 3 meter. Belangrijk is dus het vormgeven van beelden die men op een afstand tot 3 meter kan waarnemen.
Pag. 17
Afstudeerverslag
Maar bij het waarnemen wil ik me niet alleen richten op de patiënten, maar ook de bezoekers en personeel zijn een groot aantal mens die regelmatig aanwezig zullen zijn binnen dit gebouw. Ook zij moeten de aanwezigheid van de fenomenologie binnen het gebouw kunnen waarnemen. Materialisering De keuze van materiaal speelt een belangrijke rol bij oriëntering in de ruimte. Niet alleen de structuur van het materiaal maar ook de keuze in kleur helpt mee met het vinden van de weg.
Fenomenologische architectuur Verslag
De rechte structuur waaraan ik gebonden ben in plattegrond heb ik doorbroken in doorsnede. Dit heeft geleid tot een ontwerp die men snel refereert naar de blobarchitectuur, ofwel ‘rationele ruimten in een vrije vorm’. Een van de uitgangspunten die ik gesteld heb aan de gevel is het in het gebouw toelaten van voornamelijk noordelijk licht. Ik heb onderzocht om van het gebouw een totale blob vorm te maken. Maar voor de helderheid van het bebouw stelde ik als eis hieraan dat de kern duidelijk herkenbaar zou zijn, door deze te accentueren dat dit het centrale punt van het gebouw is met extra functies. Dit is door middel van een losse vorm met andere materialisering het duidelijkste te realiseren.
Gevels In de schets hieronder zijn gevels te zien die zijn ontstaan tijdens het ontwerpproces. Duidelijk zichtbaar is dat het gebouw is opgedeeld is drie gebouwdelen deze zijn elk voorzien een eigen constructie, functie en vormgeving: Via noordelijk gesitueerde glasgevels de extra hoge ramen ofwel bovenlichten ik het daglicht tot diep in het gebouw doordringen. Daglicht wil ik proberen voorrang in alle ruimtes.
Het contrast tussen binnen en buiten is dus meteen duidelijk herkenbaar. De binnenzijde is op een heel andere manier benaderd dan de binnenzijde; de binnenzijde heeft een rechte structuur en de buitenzijde echter heeft alleen maar ronde vormen. Hiermee wil ik een gestructureerd en spannend ontwerp maken. Dit contrast kan verder uitgewerkt worden. Ook wil ik aan de binnenzijde de dwars lopende lichtgaten in het dak zichtbaar laten blijven . Patricia van den Eertwegh
Pag. 18
Afstudeerverslag
Kern De kern is ontworpen als een vorm die de als herkenbaar centraal punt tussen de twee vleugels uitbeeld. De kern heeft een ronde vorm, dit is aangegeven als de meest desoriënterende ruimten voor blinden. Juist deze vorm geeft mij de uitdaging om hier een vrij goed te oriënteren ruimte van de maken. Het gaat er dan om, om in deze ruimte duidelijke oriëntatie punten aan te brengen. En zoals ik net al eerder heb verteld doe ik dat doormiddel van liften, het trappen gedeelte, de entree, de zwevende elementen en de twee toegangen naar de vleugels.
Fenomenologische architectuur Verslag
3 Doormiddel van een soort bruggetje de verbinding tussen kern en vleugels.
4 Als laatste heb ik uiteindelijk de kern verplaatst.
Een belangrijk punt voor het gehele ontwerp is dat het beste trappen in een afgesloten ruimte geplaatst kunnen worden. Zodat het trappenhuis herkend kan worden, waardoor het gevaar door onverwachts van de trap te vallen minimaal wordt. Dit zou een lelijke grote ruimte zijn, en erg aanwezig in de kern. Trappenhuizen bevinden zich daar en tegen wel in de vleugels. Maar in de kern heb ik wel een structuur aan proberen te brengen door alle trappen boven elkaar te plaatsen, deze kunnen door middel van materialisering als herkenbaar punten worden aangegeven. In deze grote ruimte plaats ik meerdere zwevende elementen in het midden waaromheen grote vides zijn gecreëerd. Aan de gevels hangen de bordessen. Omdat blinden zijn gebonden aan muren nabij de plek waar zij lopen, zullen juist vides en de zwevende elementen voor vreemde ervaringen leiden. Op de loopbruggen zullen ze alleen maar de leuningen en de vloer kunnen gebruiken als hulpmiddel voor het vinden van de weg. Als ze daaroverheen lopen dan zullen ze door de verschillende weerkaatsingen van geluiden wel kunnen inschatten waar de zwevende elementen in deze ruimten zullen zijn. De kern zal een heel lichte ruimte zijn, met daarin gekleurde of donkere zwevende elementen. Dit omdat kleurcontrasten erg belangrijk zijn, hiermee wil ik zorgen dat ook de slechtzienden een ervaring krijgen van zwevende elementen in de ruimte. De kern staat symbool voor knooppunt oftewel centraal punt in dit ontwerp. Via deze ruimte moet men de rest van het gebouw bereiken, en ook omdat dit het enige punt is waarin de afwijkende hoeken zich bevinden. De hoofdstructuur van mijn gebouw staat dus vast, alleen de aansluiting van de kern aan de beide vleugels heb ik op verschillende manieren proberen uit te werken. Hiermee wilde ik een zo herkenbaar mogelijke entree maken. In de volgende drie plaatjes kun je de zoektocht zien van de schakeling tussen de drie gebouwdelen. 1 de drie vormen lopen in elkaar over. 2 Het omgekeerd afhakken van de vleugels Patricia van den Eertwegh
Pag. 19
Afstudeerverslag
Omdat ik bij de eerste drie nog steeds een probleem had met het duidelijk aangeven waar de entree zich bevind. En de twee hoofdlijnen van de situatie hiermee probeer de accentueren, waardoor er een soort van plein ontstaan voor de entree. Voor het uiteindelijke ontwerp heb ik de vleugels nog dichter naar elkaar geplaatst. Door de smallere doorgang die hier ontstaat tussen de twee vleugels. Zullen de blinden hun weg, via de langsgevels en de ronde kopgevels de entree van de kliniek bereiken.
De overgang tussen kern en vleugels wil ik ook voor de blinden en slechtzienden duidelijk aanwezig maken. Ten eerste zal ter plaatse van de oversteken tussen kern en de vleugels een heldere gang ontstaan. Het stelt een glazen koker voor waardoorheen alle bezoekers en gebruikers van de kliniek doorheen zullen lopen. Het stelt een semi-transparante overgang voor tussen de zeer lichte kern en de vrij afgesloten vleugels.
Fenomenologische architectuur Verslag
Situatie In het zesde hoofdstuk is mijn uiteindelijke stedenbouwkundige ontwerp te vinden maar dan zonder invulling van mijn ontwerp. In de loop van het ontwerpproces is duidelijk geworden wat de uiteindelijke invulling van de locatie zou gaan worden. Op het bovenstaande plaatje is het gebouw op de locatie te vinden. Het plein dat is ontstaan voor de entree van het gebouw moet de visueel gehandicapten helpen de richting van het entree te sturen. Aan het kruispunt van de paden wordt een vijver gesitueerd waarin een waterornament geplaatst gaat worden. Hierbij denk ik aan een natuurstenen bol waarvan af het wat stroomt. Dit waterornament produceert een rustig water gekletter, bij andere waterornamenten of watervallen heb je een grote kans dat de visueel gehandicapten meer overlast zullen hebben van het geluid dan dat het een hulpmiddel is. Dus ook hier zullen de gehandicapten hun zintuigen kunnen gebruiken om de weg te vinden naar de entree.
Materiaalkeuze Vleugels Zoals te zien is op de verschillende figuren van dit ontwerp, bestaat het gebouw uit een zeer variërende dakvorm. Het is een gebogen dak, die in doorstede verloopt van klein naar groot. Voor de keuze van dakbedekking hoeft deze moeilijke vorm geen belemmering te zijn. Als snel bedacht ik dat het dak van het ontwerp voorzien zou worden van een felsendak-systeem. Ik heb gekozen voor een vrij vlak dakbedekkingsysteem omdat er vrij dicht langs deze gevel af gelopen gaat worden. Het dak wordt vanuit allerlei gezichtspunten bekeken, waardoor ik de keuze heb gemaakt met een kleine staande fels. Dak en gevel zijn een en de vorm wordt hierdoor erg goed zichtbaar en door de felzen zelfs goed benadrukt. Zelfs voor de slechtziende bezoekers is dit in contouren zichtbaar. Belangrijk bij de keuze van het dak is te weten dat deze niet spiegelend mag zijn. Omdat de blinden langs de zeer lange gevels het gebouw bereiken is dit een belangrijke eis die ik aan het gebouw heb gesteld. Een voorbeeld van een gebouw met een hoog spiegelende gevel is het waterpaviljoen van Lars Spuybroek. Het zonlicht reflecteert hier zeer sterk.
Patricia van den Eertwegh
Pag. 20
Afstudeerverslag
Fenomenologische architectuur Verslag
De onderconstructie van een metalen dak kan worden gekozen uit verschillende; een stalen liggers met stalen platen en stalen liggers met houten balken en houten dakbeschot zijn de meest toepasbare voor mijn project. De twijfel tussen beiden is lang erg groot geweest. De variant met de stalen liggers en stalen dakplaat geeft een zeer grote dikte van het dakpakket. Ook de stalen dakplaat in het zicht lijkt me niet erg geschikt in een kliniek voor blinden en slechtzienden. De tweede variant geeft problemen met de reflectie van licht. De keuze voor het dakpakket is verder te lezen in het hoofdstuk bouwtechniek.
Kern De kern is geheel ontworpen uit geïsoleerd glas. Als bescherming tegen invallend zonlicht is de gehele koepel voorzien van vaste lamellen. In een eerder stadium was mijn idee om de kern van draaibare lamellen te voorzien. Maar door het inwinnen van informatie over lamellen zijn alleen draaibare lamellen in rechte vorm mogelijk. Waardoor deze in segmenten rondom de glazen koepel zouden moeten worden aangebracht. Dit was zeker tegen het idee in om een ronde vorm voor de koepel verder uit te werken. Hierdoor is de keuze gevallen om vaste lamellen te nemen die met de ronde glazen gevel meeloopt. Om toch te voldoen aan de eis om geen zonlicht binnen te laten vallen zullen de vaste lamellen eventueel dichter bij elkaar geplaatst worden. Verdere uitwerking met betrekking tot interieur, constructie en draagstructuur is te lezen in de volgende hoofdstukken.
Patricia van den Eertwegh
Pag. 21
Afstudeerverslag
6
Fenomenologische architectuur Verslag
Definitief ontwerp
In het vorige hoofdstuk heeft u verschillende uitgangpunten en keuzes kunnen lezen die aanwezig zullen zijn in dit ontwerp. Nu ga ik verder in op bepaalde keuzes die ik heb gemaakt. In dit onderdeel kun je lezen hoe het beschreven schetsontwerp (in het vorige hoofdstuk) verder uitgewerkt gaat worden.
Plattegronden Om even terug te komen op een aantal belangrijke elementen in de plattegronden zijn oa. Structuur en helderheid erg belangrijk voor de visueel gehandicapten. Structuur heb ik aan willen brengen door ook een goede en duidelijke en herkenbare routing aan te geven. Een plaatje hiervan ie hieronder te zien. Duidelijk zichtbaar is dat er zoveel mogelijk rekening is gehouden met hoeken van 90 graden, de plaats waar de looplijnen hiervan afwijken is in de herkenbare kern.
Patricia van den Eertwegh
Door het toepassen van andere materialen is de kern een ruimte van grote herkenbaarheid geworden. Bij benadering van het gebouw wordt men door de vorm van het gebouw naar de entree toe geleid. De kern is rond dat mede symbool staat dat deze het middelpunt van het gebouw is, en van hieruit de andere twee vleugels kunnen worden bereikt. Deze ronde ruimte is goed te oriënteren gemaakt voor de visueel gehandicapten met behulp van de herkenbare elementen in de ruimte te plaatsen. Zoals de liftschachten, entreebalie, entreesluis, en de oversteken tussen vleugel en kern die in de kern doorsteken. Ook de trap is herkenbaar in deze ruimte geplaatst. Deze elementen kunnen referentiepunten zijn als men zich door de ruimte beweegt.
Gevels Zoals al eerder gelezen had kunnen worden, zijn de gevels uitgevoerd in een zinken felsensysteem. Hieronder zijn twee referentiebeelden te zien zoals een zinken felsensysteem op een rond dakvlak worden verwerkt.
Pag. 22
Afstudeerverslag
In plattegrond en ook de doorsneden heb ik de herhalende structuur van de gevel proberen te doorbreken door de structuur van de plattegronden even iets naar buiten te trekken. Dit zijn een soort van houten doosjes die door de zinken gevel heen steken. Ook in detail heb ik dit idee geprobeerd door te zetten. Dit is verder uitgewerkt in het onderdel bouwtechniek. Hieronder is een beeld te zien van de achtergevel waarbij in vleugel 1 twee doosjes in de verdieping naar buiten komen gestoken.
Patricia van den Eertwegh
Fenomenologische architectuur Verslag
Daglicht Zoals eigenlijk al duidelijk was is het binnenbrengen van daglicht in het gebouw erg belangrijk in dit ontwerp. Omdat daglicht het beste en mooiste licht is. Zoals ik in het hoofdstuk hiervoor heb genoemd, is het belangrijk dat de visueel gehandicapten niet worden verhinderd door het invallende zonlicht, waardoor ik heb gekozen om alleen maar noordelijk licht toe te laten in het gebouw. Daglicht beïnvloed de beleving van het gebouw en de indruk die het gebouw bij de mensen achterlaat. Voor veel mensen is daglicht vanzelfsprekend en nemen we het als een gegeven feit aan. En als het daglichtniveau afneemt vertrouwen we op het aanwezige kunstlicht. Maar voor de visueel gehandicapten is licht niet vanzelfsprekend. De groep blinden hebben weinig beleving bij licht, voor de groep visueel gehandicapten is licht een belangrijk hulpmiddel. Daarbij kan daglicht ook weer lastig uitvallen dat komt omdat het erg variabel in sterkte kan zijn. Belangrijk bij deze mensen is een constante sterkte in verlichting in het gebouw, en de luminantieverhoudingen in een ruimte niet te groot word.
Pag. ag. 23
Afstudeerverslag
Fenomenologische architectuur Verslag
Doorsneden Hieronder zijn nogmaals twee doorsneden te zien van vleugel 2 (doorsnede E-E) en van vleugel 1 (doorsnede C-C). In doorsnede E-E is het aanzicht van de lichtstroken in het dak zichtbaar, waarbij de lichtstrook bovenop het dak een grootste maat heeft van ca. 2 meter. In de doorsnede ernaast, doorsnede C-C, staan de lichtstroken haaks op deze snedenrichting. In deze doorsnede is duidelijk de vorm van het dakvlak zichtbaar van vleugel 1. Ook is in deze doorsnede aan de linkerzijde een ruimte te zien die iets buiten de gevel steekt. De structuur van de plattegrond steekt hier door de gevel heen. Verder zijn in de doorsneden ook de leidingen te zien die tussen de verdiepingsvloer en de ruimten lopen. De leidingen heb ik op zoveel mogelijk plaatsen over de ruimten heen laten lopen. Maar een enkele keer zal deze ‘oversteken’ naar een andere blok van ruimten. Deze oversteken heb ik op herkenbare plaatsen gedaan. Zodat zelfs de leidingen boven het hoofd van de visueel gehandicapten hen kan vertellen waar men zich kan bevinden. Per vleugel en per verdieping zit hier weer verschil tussen. Het Leidingen plan voor de luchtinstallaties is te zien op tekening I01.
Patricia van den Eertwegh
Pag. 24
Afstudeerverslag
Kunstlicht Niet alleen daglicht is belangrijk in het ontwerp maar ook kunstlicht. Hiervoor was te lezen dat als het daglichtniveau afneemt dat we vertrouwen op het aanwezig kunstlicht. Hiervan moet dus zeker voldoende aanwezig zijn. Maar in dit ontwerp wil ik niet alleen de delen van kunstlicht voorzien omdat het nodig is, maar ik wil ook kunstlicht als een toevoeging aan het ontwerp aanwezig laten zijn. Ik laat ook verschillende lampen ophangen als een hulpmiddel maar ook als sfeerverlichting. In de doorsnede op de volgende pagina zijn verschillende verlichtingspunten aangegeven zoals ik de verlichting onderdeel wil laten uitmaken van het ontwerp. In de gangen van de vleugels en ook de kern kunnen kleine hangende gloeilampjes dicht bij elkaar opgehangen worden, waardoor een slinger van licht ontstaat. Deze slinger geeft niet alleen een leuk beeld maar het is ook een hulpmiddel voor de slechtzienden in welke richting ze moeten lopen. Andere verlichting zou ik graag zien als indirecte verlichting. Door verlichting op de ruimten te plaatsen, ontstaat er
Patricia van den Eertwegh
Fenomenologische architectuur Verslag
indirecte verlichting via de onderkant van de verdiepingsvloer. Maar ook in de ruimten het je profijt bij het indirecte licht door de doorschijnende daklichten die in de plafonddelen zijn verwerkt.
Pag. 25
Afstudeerverslag
Fenomenologische architectuur Verslag
Interieur Al meerdere keren is in dit verslag terug gekomen dat licht, materialen, kleurcontrasten en akoestiek erg belangrijk is binnen het gebouw. Het onderdel licht heb ik net besproken. Materialen en kleurcontrasten zullen zo meteen kort aan bod komen. En de akoestiek kan ik kort in zijn. In het onderdeel bouwfysica heb ik de nagalmtijd van het gebouw nog eens aangehaald. Erg belangrijk hier is dat de nagalmtijd niet te lang is, maar ook zeker niet te kort. De nagalmtijd van de kern heb ik berekend. Naar verwachting zou deze erg hoog liggen door het grote hoeveelheid glas dat hier aanwezig is. Na de berekening blijkt dat hier niet extreem veel aanpassingen nodig zijn om te voldoen aan de eis voor nagalmtijd. De gevel van de kern bestaat geheel uit glas. De begane grondvloer is in de loopgangen bedekt van een linoleum soort. En de overige vloerdelen zijn bedekt met een lichte vloerbedekking. De balie is voornamelijk van hout en gipswandjes. De vierkante lift met schacht is tot boven toe bedekt met een houtenbeplating op regelwerk. En de ronde lift is geheel uitgevoerd uit glas. De trap die tot de derde verdieping reikt is ook uitgevoerd in houten delen. De bordesvloeren op de eerste en tweede verdieping zijn aan de onderzijde niet afgewerkt en aan de bovenzijde wordt ook deze afgewerkt met linoleum, in verband met tikgeluid en gehoorhulp voor de blinden. Het onderste zevende volume, de kantoren, zijn wel geheel akoestisch uitgevoerd, met geperforeerde gipsplaten op regelwerk. De onderkant van het restaurant, het tweede zwevende volume, is afgewerkt met gipsplaat. En de bovenkant van de vloer is uitgevoerd uit houten delen, waartussen wel isolatie is gelegd voor een minder galmend geluid van de vloer zelf. Bij het terras aan de bovenzijde is ook de vloer van hout, verder staan hier alleen een kollommen met balkenstructuur dat als een soort van pergola dienst doet, hieraan kunnen gordijnen worden opgehangen.
Patricia van den Eertwegh
De vleugels bestaan uit een afgewerkte gevel van gipsplaat met stucwerk en ruimten los daarbinnen geplaatst. De grillige vorm van de gevel krijgt toch een vorm van eenvoud en strakke regelmatig afwerking door deze aan de binnenzijde geheel af te werken. De ruimten die in het gebouw geplaatst gaan worden zijn voor een deel uitgevoerd als systeemwanden met gipsplaten. Waarin op verschillende punten onderbrekingen zijn aangebracht. Deze onderbrekingen kunnen opgevuld zijn met verschillende elementen. Zoals glazen bouwstenen en doorschijnend plaatmateriaal waarachter verlichting zal worden aangebracht. Ook kunnen de gipsplaat afwerkingen verdiept worden bevestigd waardoor er bij de randen ook weer licht kan schijnen. Als dit op een bepaalde manier wordt verwerkt kunnen ook deze verlichtingselementen helpen met de oriëntatie binnen het gebouw. Een ander deel van de wanden van de ruimten zullen uit glas worden uitgevoerd.
Pag. 26
Afstudeerverslag
Fenomenologische architectuur Verslag
Om zo zoveel mogelijk licht in de binnenzijde van de ruimten te verkrijgen. Een groot deel van het glas zal worden uitgevoerd al lichtdoorlaten maar niet doorschijnende delen. Om zo toch voldoende privacy in de ruimten te verkrijgen. Om het daglichtinval binnen de ruimten te maximaliseren heb ik ook nog daklichten toegepast in de plafonnetjes van deze ruimten Ook zullen op de vloeren hulpmiddelen worden aangebracht. Hierbij denk ik niet alleen aan lijnen en materiaal verschillen in vloerbedekking. Maar ook verlichtingpunten in de vloer. Dit kunnen echte lampjes zijn in de begane grondvloer. Maar het zouden ook kokertjes in de verdiepingsvloer kunnen zijn, waarbij de verlichting van onder de vloer via het kokertje zichtbaar wordt. Deze kokertjes kunnen ook helpen bij het vinden van de weg binnen het gebouw. Daarbij zijn deze kokertjes ook nog een interessant beeld geven aan de onderzijde van de verdiepingsvloer. Omdat op de verdieping zeer veel natuurlijke lichtinval aanwezig is, en op de begane grond stukken minder. Kan het een heel mooi effect geven als er meerder lichtpunten in de verdiepingsvloer zijn verwerkt. De verdiepingsvloer is aan de onderzijde is daarentegen vrijwel niet afgewerkt.
Patricia van den Eertwegh
Pag. 27
Afstudeerverslag
7
Fenomenologische architectuur Verslag
Bouwtechniek
behandelingen kunnen ondergaan waardoor er uit
Gevelbeplating Konisch rondgewalst
Zoals ik in de vorige hoofdstukken al heb verteld worden de gevels van de beide vleugels met zinken dakbedekking bekleed. Hiernaast zijn een aantal plaatjes te zien van een zinken felsensysteem met een staande fels. Het dakvlak van dit gebouw is vrij gevarieerd. Maar ook zijn er voldoende repeterende delen te noemen. Ook voor dit felsendak zijn banen op maat te snijden en te vormen in allerlei patronen. ‘Ook de niet continue gelijk lopende straal en helling in het dak is gemakkelijk
bouwtechnisch op te lossen. Noodzakelijk is dat onder dit systeem een waterdichte laag komt omdat op de flauw hellende delen de waterdichtheid met dit systeem niet gegarandeerd is.’ Citeer ik van een leverancier. Een banenplan die de leverancier
zal maken van dit dak is noodzakelijk om een nette verdeling te krijgen. Op de volgende plaatjes is ook een voorbeeld en een foto te zien van een banenplan in een rond uitlopend gebouw. Ook een dergelijke oplossing zal nodig zijn ter plaatse van de twee koppen van de tweede vleugel. De waterdichte laag zou in mijn ontwerp sowieso nodig zijn in verband met de persoraties in de gevelbeplating in de gevels. De zinkfabrikanten geven aan dat de keuze in kleur voor het zinken felsensysteem erg variërend kan zijn. Zoals ik al eerder heb verteld vind ik het belangrijk dat de gevel niet te veel reflectie mag geven. Leveranciers geven aan dat de zinken platen verschillende soorten oppervlakte Patricia van den Eertwegh
Pag. 28
Afstudeerverslag
verschillende kleuren gekozen kan worden. Je hebt de metaalglans, licht grijs en donkergrijze gepatineerde tint, polyesterlak in witte steen, hemelsblauw, kopergroen, donkerbruin, leigrijs en macaobruin. Mijn keuze is gevallen op de lichtgrijze kleur. Omdat deze kleur een veel lagere reflectie heeft dan de metaalglans.
Gevelopbouw De opbouw van de gevel van dit ontwerp bestaat uit een houten balkenconstructie. De hoofddraagconstructie van de vleugels bestaan uit stalen spanten met daaroverheen stalen gordingen met een lengte van 8 meter en een hoh.-afstand van 4 meter. Hiertussen komen houten gordingen te liggen. Op deze gordingen komt een plaatmateriaal te liggen met daarop en balkenrooster met daartussen isolatie. Op het balkenrooster komt een waterkerende laag te liggen die de waterdichtheid van het gebouw moet garanderen. Hierop worden regels bevestigd waartegen de clips worden bevestigd waarover heen de zinken platen worden geklemd. Dit is verder terug te zien in de detaillering in het detailboekje. Omdat de gevel op vele plaatsen een flinke kromming met zich mee krijgen is het noodzakelijk om de balken die hier lopen van te voren tot de goede straal te laten vormen. Het plaatmateriaal dat hierop komt te liggen wordt opgebouwd uit twee dunne lagen op elkaar, om zo de platen goed met de kromming mee te kunnen vormen.
Fenomenologische architectuur Verslag
Draagconstructie De draagconstructie is vrij complex uitgevoerd, hiervoor verwijs ik naar het onderdeel constructie van dit verslag. Wel wil ik hier graag even vermelden dat de hoofddraagconstructie van het gebouw wordt uitgevoerd in staal. Zoals we hiervoor gezien hebben bestaat de gevelconstructie uit een vrij dik pakket. Om de dikte van het pakket zo klein mogelijk te houden heb ik gekozen om de staalconstructie uit te voeren in kokers. Hier heb je door het grotere staaloppervlak een kleinere hoogte nodig.
Verdiepingsvloer De verdiepingsvloer wordt geheel los gehouden van de gevel. Dit moet dus een geheel op zichzelf staande constructie worden. Aan alle zijden van de vloer is een vide aanwezig, hierdoor ontstaat een vloer met een zwevend karakter. Dit heb ik nog meer willen benadrukken door de kolommen niet aan de randen van de vloervelden te plaatsen maar een aantal meter naar binnen, hierdoor is een soort van tafelvloer constructie ontstaan. Een ligger geplaatst over de beide kolommen heeft dus aan iedere zijde ook een overstek. Tussen de liggers is een betonvloer gestort. Hiervan is ook meer terug te lezen in het onderdeel constructie.
Aan de binnenzijde van de gevel worden de stalen en houten balken geheel afgewekt met regelwerk en ook hier een dubbele laag gipsplaat, om een zo strak mogelijke afwerking te kunnen maken. Als laatste wordt deze gestuct. Ik heb gekozen om de gehele binnenzijde van de gevel af te werken met gipsplaat e stucwerk om een strakke egale afwerking te krijgen. Ook belangrijk is hierbij om zoveel mogelijk licht dat uit het noorden komt te reflecteren naar de binnenzijde van het gebouw.
Patricia van den Eertwegh
Pag. ag. 29
Afstudeerverslag
Fenomenologische architectuur Verslag
Scheidingswanden en plafond
Detaillering
De ruimten binnen het gebouw krijgen allen het beeld van losse ruimtes die geplaatst zijn binnen een schil. Ook deze maken geen gebruik van de aanwezige constructie voor de gevel. Ze worden uitgevoerd met een eigen constructie. Voor de keuze van de scheidingswanden heb ik rekening gehouden met verschillende elementen; constructie, gewicht, stevigheid, afwerkbaarheid, geschiktheid op alle plaatsen (kamers en douches, ed). De keuze om geen kalkzandsteen scheidingswanden te gebruiken heb ik snel gemaakt. De verdiepingsvloer wil ik zo min mogelijk extra belasten met de lasten die zouden ontstaan door de zware kalkzandsteen wanden. Omdat ik hier een beeld wil hebben van een zwevende vloer pas ik een tafelconstructie toe voor deze vloer. Op de vloer komen losse ruimten te staan die worden opgebouwd uit een systeemwand. Metalen profielen met daarop bevestigd aan iedere zijde dubbelzijdige gipsvezelplaat en minerale wol geeft een goede oplossing voor dit gebouw. Het is een uiterst stabiel systeem en een hoge stootvastheid door de gipsplaten, vlak, goed belastbaar waardoor allerlei elementen aan de wanden kunnen worden opgehangen, voldoende geluidsisolerend, brandwerend, toepasbaar voor natte ruimten en veelzijdig in afwerkingmogelijkheden. De lage specifieke werkzame massa van deze scheidingswanden is geen groot probleem, het is wel belangrijk hiermee rekening te houden met de keuze voor het installatiesysteem. Hierop wordt in het hoofdstuk Installaties teruggekomen.
In dit onderdeel zal ik in gaan op een aantal details van dit project. In het detailboekje D04 zijn een aantal details te zien waarnaar ik zal verwijzen. Van dit project zijn maar een selectief aantal details uitgewerkt. Met als opzet aan te geven hoe het gebouw grofweg in elkaar zit. Als je de details doorneemt krijg je een beter beeld hoe het gebouw eruit komt te zien.
Omdat de scheidingswanden niet tot aan de onderzijde van de verdiepingsvloer reiken moet de stabiliteit van de wanden mede behaald worden uit het plafond. Het plafond wordt bevestigd aan de binnenzijde van de wanden. Het zijn I-profielen die de overspanningen maken waartussen plafondplaten worden gehangen, daar kan minerale wol op worden gelegd om aan de geluidsisolatie te voldoen. Om aan de stabiliteit te voldoen dient er een underlayment plaat te worden aangebracht die dan als schijf zal fungeren.
Als eerst zal ik beginnen met de belangrijkste detaillering en opbouw van de schil van de vleugels. De zinken gevelbeplating wil ik graag tot in het maaiveld door laten lopen. Hier heb ik gekozen om de beplating door te laten lopen in een goot die gevuld is met grind. Dit is te zien op detail D02 in het detailboekje D04. Een moeilijk punt bij dit detail is de waterdichtheid ter plaatse van de gevelisolatie en de kelderwand-isolatie. Dit omdat de waterdichte lijn hier verspringt. Om te zorgen dat geen water naar binnen zal lopen is er een waterslag toegepast om het aflopende water van de gevel af te voeren in de goot. Om de vloeren een overduidelijk beeld van een zwevend karakter te geven zijn de vloer aan alle zijden los gehouden van de gevel. Zoals te zien is in detail D03. Dit is ter plaatse van de kopse gevels. Het resterende open gedeelte wordt hier opgevuld met transparante plaatmateriaal. Detail D05 en D06 geven aan hoe de bovenaansluiting is van de schuine dakvlakken met de glazen strook. Evenwijdig met de glazenstrook staan twee stalenspanten uitgevoerd in kokers. Het kozijn is zo groot mogelijk gemaakt. Aan de buitenzijde is deze voorbij het stalen spant geplaatst en met zinken zetwerk afgewerkt. Hierdoor lijkt in aanzicht van buiten het dakpakket veel dunner. De onderaansluiting geeft een inwendige goot van zinken zetwerk aan. Deze is ook aangebracht om hoogte te winnen voor het glasvlak. Detaillering ter plaatse van de houten uitbouwtjes zijn te zien op de details D07 t/m D09 en H03 en H04. Zoals ik al eerder heb verteld is de bedoeling het beeld te geven dat deze echt uit de gevel komen. Hierdoor laat ik de houten gevelbeplating tot achter de lijn van de zinken gevelbeplating lopen. De gevelbeplating zit aan de zijwanden, als omlijsting om de kozijnen en aan de onderzijde. Op de detailbladen voor details D14 t/m D17 is de entree verder uitgewerkt. Als sluis is er een dubbele schuifdeur aanwezig. De eerste schuifdeur ligt iets terug van de ronde glazen gevel van de koepel. De sluis is verder ook geheel uitgevoerd in glas. Dit glas is bevestigd door middel van een structureel systeem aan het stalen koker raamwerk dat hier omheen geplaatst gaat worden. Dit systeem kan bijvoorbeeld geleverd worden door de leverancier voor structurele beglazing Octatube. Vooral de aansluiting tussen het kozijnsysteem van de koepel en de
Patricia van den Eertwegh
Pag. 30
Afstudeerverslag
structurele beglazing van de entree is een probleem. Mijn keuze is om de stijlen van het kozijnsysteem van de koepel eerder te beëindigen, en hier met kit de waterdichting aan te brengen. De glaspanelen van de koepel worden hier ondersteund door een hoekprofiel die aan beide zijden aan de stijlen van het kozijnsysteem bevestigd. De luifel die bestaat uit houten balken wordt via een stalen strip aan elkaar bevestigd en dan met een tweede strip op zijn kant aan het kozijnsyteem. Aan de voorzijde worden de houten balken van de luifel gedragen door ringen met daartussen strips. Deze worden samen omhooggetrokken door een trekstaaf die dan weer bevestigd wordt aan de kozijnprofielen een eindje erboven Zoals te zien is in detail D19 en H05 zijn ook de lamellen bevestigd aan de kozijnprofielen, dan wel de stijlen ervan. Het kozijnsysteem is een vliesgevelsysteem waarvan de stijlen aan de achterliggende constructie is bevestigd. Deze constructie bestaat uit 14 ribben van 300 mm hoog met daartussen een trekstaaf van 100x100mm.
Fenomenologische architectuur Verslag
gehangen door middel van trekstaven. Aan de bovenzijde is deze gehele constructie opgehangen aan de 14 stalen ribben en draagconstructie van de koepel. Van de uitwerking van het interieur, waaronder de ruimten zijn vertikale detaillering te vinden op blad DET 18, en de horizontale detaillering op DET C. Op het eerst genoemde blad is te zien hoe het plafond wordt aangesloten aan een systeemwand met gips of een glazen wandsysteem. Op het tweede genoemde blad staan diverse aansluitvormen van het glazen wandsysteem en het systeemwand van gips aan elkaar en met kolommen ertussen. Ook staan er nog drie oplossingen van de vele die mogelijk zijn om de wanden te doorbreken met verlichte of onverlichte structuren in de wanden.
Op de details D20 t/m 28 is de uitwerking te zien van de bruggetjes tussen de kern en beide vleugels. Dit zijn glazen bruggetjes ook uitgevoerd in een structureel beglazingssysteem. Van buitenaf gezien zijn het geheel glazen kokers van semitransparant glas. Bij de kokers van de verdieping is ook glas aan de onderzijde van de betonvloer bevestigd. Ook hier moet het beeld ontstaan dat deze kokers uit de binnenzijde van het gebouw komen en hier verder doorlopen. Want ter plaatse van de kokertjes aan de binnenzijde is ook een glazen koker te vinden, deze moeten helpen bij de oriëntatie van de visueel gehandicapten en het vinden van de weg naar het volgende gebouwvolume. Detail D29 en D30 geven de bovenaansluiting weer van de daklichten in vleugel 1. De essentie is om de uitwerking van beide vleugels vrijwel gelijk te houden. Dus ook tot in detail is deze hetzelfde. Enige verschillen die hier aanwezig zijn is de structuur van de hoofddraagconstructie. Dat is de reden dat hier een aanzicht van een stalen spant zichtbaar is. In de interieurdetaillering d02 en d03 is een snede genomen over de lichtkoker en de verlichtingspunten in de vloer. Hierover heb ik verteld in het onderdeel interieur van het definitief ontwerp. Bij de lichtkoker gaat het erom licht te weerkaatsen naar de bovenzijde of onderzijde van de vloer. Hierdoor ontstaan duidelijke oriëntatiepunten in de vloer. Nog enkele interieur detaillering d04 t/m d09 geven de hangconstructie weer van de zwevende vloeren in de kern. De vloeren bestaan uit een stalen raamwerk waartussen houten balken zijn gelegd, met afwerking. Deze zijn aan elkaar Patricia van den Eertwegh
Pag. 31
Afstudeerverslag
8
Fenomenologische architectuur Verslag
Literatuurlijst
Boeken: Titel: Fenomenologische Architectuur; Auteur: Patricia van den Eertwegh; Jaar: 2003. Titel:Parallax; Auteur:Steven Holl; uitgeverij:Birkhäuser ; Jaar: 2000; ISBN: 3-76436436-x. Titel: Overspannend staal Basisboek en deel A Auteur: W.H. Verburg ; uitgeverij: Helton Van Haeringen; jaar: 1996; ISBN: 9072830-18-0 Diverse dictaten Constructie Hogeschool Brabant Titel: Het architectonische detail; Auteur: Ed Melet; Uitgeverij: Nai Uitgevers; ISBN:90-5662-184-x
Productinformatie: Productinformatie: Kalzip (www.kalzip.nl) Productinformatie: VM Zink (www.vmzink.nl) Productinformatie: Nedzink (www.nedzink.nl) Productinformatie: Eternit (www.eternit.nl) Productinformatie: Thyssen krupp liften (www.thyssenkrupp.com) Productinformatie: Kone liften (www.kone.nl) Productinformatie: Mondoor wand en deursystemen (www.mondoor.nl) Productinformatie: Faay Wand en plafondsystemen (www.faay.nl)
Titel: Dat licht zo!; Auteur: Novem.
Productinformatie: Rigips systeemwanden (www.bpb.nl)
Titel: Daglicht in het ontwrp vn utiliteitsgebouwen; Auteur: Sbr.
Productinformatie: Gyproc systeemwanden (www.gyproc.be)
Titel: Ontwerpen van energie-efficiënte kantoorgebouwen; Auteur: Sbr.
Productinformatie: Fermacell systeemwanden (www.xella.nl)
Titel: Bouwfysica; Auteur: Van der Linden; Uitgeverij: Groen bv Leiden; ISBN: 90212-9082-0
Productinformatie: Knauf gipswanden (www.knauf.nl)
Tijdschriften: Diverse uitgaven van De architect Diverse uitgeven van Bouwwereld Diverse uitgaven van Houtblad Diverse uitgaven van Bouwen met staal
Productinformatie: Glaverbel glas (www.glaverbel.com) Internet: Blinden instituut www.stevenholl.com www.novem.nl
Brochures: Aanpassingen in gebouwen voor blinden van Sensis
Patricia van den Eertwegh
Pag. 32
Afstudeerverslag
9
Fenomenologische architectuur Verslag
Nawoord
U heeft zojuist het afstudeerverslag doorgenomen van Patricia van den Eertwegh. Ik hoop dat dit afstudeerverslag u een duidelijk beeld heeft gegeven van het ontwerp waar ik me de laatste perioden mee bezig heb gehouden. Als u meer te weten wilt komen over dit ontwerp, dan nodig ik u bij deze uit om mijn afstudeerpresentatie op 28 Juni 2004 bij te komen wonen. Deze zal plaatsvinden in lokaal 210 van de Avans Hogeschool in Tilburg. Het tijdstip waarop het plaats zal vinden wordt later bekend gemaakt.
Patricia van den Eertwegh
Pag. 33