Op de kaart gezet... Het thema van de Open Monumentendag 2009 is een inspirerend thema. Op oude ansichten van onze ouders met de mooie oude postzegel en het schoonschrift van ome Thijs is op de voorkant het mooiste gebouw van dorp of stad afgebeeld. Verzamelingen oude ansichten vertellen ons over de kenmerkende gebouwen en straatjes in onze woonplaats. Oude ansichten brengen het eigene van dorp of stad in beeld. Tegenwoordig spreken we over identiteit, het typische of het karakteristieke dat ons onderscheidt van het andere. Juist in een tijd van grootschaligheid dreigt het eigene te verdwijnen. Dit boekje vertelt ons in woord en beeld wat typisch is voor een dorp als Haaksbergen. We doen dit door in een spiegel te kijken, want dan zie je jezelf. De spiegel die we gebruiken is onze vriendschapsstad in Hongarije, Nagykörös, een gelijksoortige gemeente op het platteland, 90 km ten zuiden van Boedapest. Bij het bestuderen van de geschiedenis en de cultuur van onze vriendschaps-gemeente ontdek je jezelf. In deze uitgave worden telkens gelijksoortige objecten naast elkaar gezet en dat leidt tot
een feest van herkenning Clemens Wentink, voorzitter Werkgroep Monumenten en Archeologie
Hongaarse architectuur De architectuur van Hongarije in historisch perspectief: De ontwikkeling van de Hongaarse architectuur is nauw verweven met de geschiedenis van het land. Van de romaanse en gotische bouwwerken uit de tijd van de eerste Magyarkoningen heeft slechts een klein deel de invasie van de Mongolen in de 13e eeuw overleefd. Van de renaissance resten uitsluitend ruïnes en reconstructies, maar de barok is vrij goed vertegenwoordigd. De eind 19e eeuwse Secession (de poging om te komen tot een nationale stijl) weerspiegelt de drang naar politieke onafhankelijkheid. Na de Tweede Wereldoorlog verrezen er rond fraaie steden onooglijke flats in sovjetstijl. De Romeinen (200-450 na Chr.): Na een bezetting door de Kelten werd het land veroverd door de Romeinen. De Romeinen waren de eerste bouwmeesters in Hongarije. Hun hoofdstad, Aquincum, aan de rand van het huidige Boedapest, is grotendeels bewaard gebleven. Barbaarse stammen maakten een einde aan de heerschappij van Rome. Hunnen, Avaren en Slaven vulden het machtsvacuüm. Koning Atilla de Hun bestuurde zijn
machtige rijk vanuit dit gebied. De Magyaren, een heidens, nomadisch volk van Fins-Oegrische oorsprong, afkomstig uit een gebied ten oosten van de Oeral, trokken rond 895 n.Chr. naar het gebied en bezetten het. De stamhoofden van de Magyaren kozen Arpad als leider. Een achterkleinzoon van Arpad, Géza (972-997) werd gedoopt tot Christen en missionarissen begonnen vervolgens met de kerstening van de Magyaren. De Magyaren breidden hun grondgebied gestadig uit en Hongarije heerste in heel Zuidoost Europa. De Magyaren werden in 1241 verslagen door de Mongolen, die zich echter weer in 1242 terugtrokken. In 1301 komt er een einde aan de Arpaddynastie. Er komen koningen uit het huis Anjou op de Hongaarse troon. Door huwelijken krijgt Hongarije banden met Napels en Polen. In 1442 en in 1456 worden de Turken verslagen.
Romaans en gotisch (1000-1450): Tijdens de Romaanse periode werd in Europa een ongekend groot aantal kerken gebouwd, in een stijl die ook wel Normandisch wordt genoemd. Bij zijn kroning tot koning van Hongarije gelastte Istvan dat er voor iedere tien dorpen in het land een kerk gebouwd moest worden. Op veel plaatsen verrezen vrijwel identieke gebouwen, met een enkelschip, omringd door bogen (penanten) het middeleeuwse equivalent van Romeinse zuilen. Torens werden pas algemeen in de 12e eeuw, toen verbeterde metseltechnieken de bouw ervan vergemakkelijkten. Romaanse gevels waren doorgaans sober. Pas in de 13e eeuw verschenen decoratieve elementen als roosvensters, glas in lood, luchtbogen en waterspuwers - kenmerken van de stijl die bekend zou worden als gotiek. Koning Matyas (Matthias) (1458-1490) wordt in 1458 tot koning gekroond. Onder zijn heerschappij ontwikkelde Hongarije zich van een feodale staat tot het grootste koninkrijk van Midden-Europa. Het hof van deze koning was een humanistisch bolwerk. Met hem kwam de Renaissance in Hongarije. Hij stond bekend om zijn rechtvaardigheid en zijn waardering voor de Italiaanse renaissance. Dit is vooral te danken aan zijn tweede vrouw, Beatrijs, een dochter van de koning van Napels. Na zijn dood verzwakt de positie van Hongarije ernstig door interne twisten, zodat het land in 1541 wordt verdeeld tussen de Turken en de Habsburgers. Transsylvanië wordt dan een Osmaanse vazalstaat en westelijk Hongarije wordt bij het Habsburgse Rijk gevoegd. De Hongaarse aristocratie was overwegend protestants en het verzet tegen het katholieke Habsburgse regime nam - zeker na een harde onderdrukking van het protestantisme - toe. Tijdens binnenlandse onlusten vielen de Turken Oostenrijk aan, maarzij werden in 1683 bij Wenen verslagen, waarna de Turken uit heel Hongarije werden verdreven. Na de Turkse aftocht stuurden de Oostenrijkers Duitse kolonisten naar Hongarije, wat leidde tot een anti-Habsburgse opstand in 1703-1711, welke werd neergeslagen. Onder Keizerin Maria Theresia (1740-1780) verrees in Boedapest het Koninklijk Paleis (1749), dat na de verwoesting in 1945 geheel werd gereconstrueerd.
Renaissance en barok (1450-1800) : De renaissancestijl was een succesvolle poging om de grandeur van Rome weer op te roepen. Onder invloed van de Italianen Brunelleschi en Bramante kreeg het concept van "kunst omwille van de kunst" de overhand. Het ontwerp van een gebouw werd aangepast aan zijn gevel. In Hongarije werd deze stroming gesteund door koning Matthias, die sterk werd beïnvloed door zijn Italiaanse vrouw Beatrijs. De komst van de Turken, die veel van de mooiste kunststukVoorgevel ken verwoestten, betekende het einde van de Hongaarse renaissance. Nadat de Turken in 1690 waren verdreven begon de barok, waarin afstand werd genomen van het humanisme, dat de renaissance kenmerkte. De meeste barokke woonhuizen moesten de rijkdom van de eigenaar weerspiegelen. Er volgde een tijd van nationale opleving en er ontstonden bewegingen die een Hongaarse onafhankelijkheid voorstonden. In de lente van 1848 hing op veel plaatsen in Europa de revolutie in de lucht, zo ook in Hongarije. De hervormers in Hongarije delfden echter in 1849 het onderspit. Als Oostenrijk echter in 1867 een nederlaag lijdt tegen de Russen, accepteert Oostenrijk een compromis en wordt Hongarije onafhankelijk in de dubbelmonarchie, een federatie, waarin de beide gebieden Oostenrijk en Hongarije gelijkwaardige en aparte gebieden zijn.
Decoraties/versiering raamkozijnen
Neoclassicistisch (1880-1890): In Hongarije moest het Neoclassicisme een boodschap afgeven, namelijk dat het land soeverein kon zijn. Het Nationaal Museum (1802) en de Opera (1884) in Boedapest werden gebouwd met de onafhankelijkheid in het achterhoofd. De opera werd gebouwd om te wedijveren met die van Parijs, Wenen en Dresden. Neogotiek: Het parlementsgebouw van Hongarije in Boedapest is een rijkversierd neogotisch meesterwerk, gebouwd tussen 1885 en 1904. Het is het grootste gebouw van het land. De ontwerpwedstrijd ervan werd gewonnen door Imre Steindl, die het Parlement op dat van de Houses of Parliament (1837-1847) van Charles Barry in Londen baseerde. Na de Eerste Wereldoorlog breekt er in 1918 in Boedapest een revolutie uit, waarna er korte tijd sprake is van een communistische republiek. Bij het Verdrag van Trianon in 1920 wordt meer dan de helft van het grondgebied van Hongarije toebedeeld aan Roemenië, Joegoslavië en Tsjechoslowakije. Secession (1890-1930): De Secession is een decoratieve kunststroming, ook wel Art Nouveau genoemd, die aan het einde van de 19de eeuw in zwang was. De secessionbeweging ontstond bij groepen avant-gardekunstenaars in Parijs en Wenen, waar de term Secession vandaan komt. In Boedapest was de Secessionstijl ook de inspiratiebron voor wat zou uitmonden in de Hongaarse Nationale Stijl. In de architectuur hield dit in, dat strak vormgegeven gebouwen werden opgesierd met krullerig ijzerwerk, tegels en felle kleuren. Later ontwierpen de steeds vrijer opererende architecten golvende, bolle en organische constructies. Het Gellérthotel in Boedapest (1912-1918, herbouwd in 1945) is een bekend bouwwerk in deze stijl. Ödön Lechner (1845-1914) geldt als de invloedrijkste Secessionarchitect van Hongarije.
Top voorgevel stadhuis Kecskemét
Detail Jugendstil van voorgevel stadhuis Kecskemét
Utilitaristisch (1950-1990) : Na de Tweede Wereldoorlog winnen de communisten in 1947 de (vervalste) verkiezingen en worden alle andere politieke partijen verboden. De opstand van 1956 wordt neergeslagen door de Sovjet-Unie. In 1989 gaat Hongerije weer over op een democratisch bestel. Na de Tweede Wereldoorlog legde de kunst het af tegen de functionaliteit, toen het Hongaarse communistische regime aan de rand van de steden in groten getale nieuwe woningen liet bouwen. De flats waren bedoeld voor de arbeiders die deel uitmaakten van het groots opgezette industrialisatieprogramma. De hoge, vrijwel identieke flats werden zo ongeveer uit de grond gestampt. De appartementen waren piepklein en niet luxueus, maar waren uitgerust met centrale verwarming, stromend water en electriciteit, faciliteiten waarover de bewoners tot dan toe nog niet hadden beschikt.
Monumentenproject:
Boerderij Het Raabos
01. Het Raabos aan de Hengelosestraat: Haaksbergen is nog steeds een dorp in het groen. Behalve door uitgestrekte natuurgebieden wordt het omringd door landgoederen. Het erve "Het Raa" dateert uit de Middeleeuwen. De boerderij met een grote herenkamer, bestemd voor de heren, als de jaarlijkse jacht plaats vond, is verbouwd tot een mooie woonboerderij. Het complex ligt in het Raabos, een terrein met lanen en weilanden.
01a. Patay Herenhuis: Nagykörös is wat ruimer opgezet dan Haaksbergen. Daardoor zijn de straten breder en zijn er zowel in het centrum als in het buitengebied veel grote tuinen en groengebieden. De landhuizen in het buitengebied en aan de rand van de stad zijn vaak witgepleisterd. Dit huis werd gebouwd door de hoofdrechter Pal Patay in Herenboerderij in Hongarije het begin van de 19e eeuw. Het gebouw heeft het karaktervan de late Barok en het Classicisme. Opvallend zijn de mandvormige ijzeren roosters voor de ramen. Prachtige smeedijzeren versieringen zijn kenmerkend voor dit soort herenhuizen. Ook is er een grote binnenplaats met een boogvormige veranda, een ideale verblijfplaats in de hete Hongaarse zomer.
MBS
02. Het oude stationsgebouw aan de Stationsstraat: Goede aan- en afvoerwegen speelden een belangrijke rol bij de voortgaande industrialisatie. In 1884 werd dit station gebouwd; de spoorlijn diende zowel voor personen- als vrachtvervoer. Helaas is het huidige spoor niet meer verbonden met het nationale spoorwegnet. Toch speelt het station en het overige, gebleven traject nog steeds een belangrijke rol. Sinds de 70er jaren heeft het station een toeristische functie gekregen. De historische stoomtreinen vervoeren jaarlijks ongeveer 60.000 personen en in de zomerweekenden is het een komen en gaan op de drukke perrons. Er wordt naar gestreefd het huidige traject weer aan te sluiten op het nationale net.
02a. Stationsgebouw: Nagykörös ligt op een afstand van ongeveer 90 km ten zuiden van Boedapest in de grote Hongaarse laagvlakte (voormalig poesta-gebied). Aan het eind van de 19e eeuw ontsloot het spoorwegnet het platteland van Hongarije. De enorme tegenstelling Boedapest-platteland werd eindelijk doorbroken. Nagykörös kreeg contact met de wereld. Nog steeds gaan vele burgers uit Nagykörös met de trein naar hun werk in de hoofdstad. Ook nu nog is het platteland in haar ontwikkeling achtergebleven. Het stationsgebouw van Nagykörös heeft dan ook niet de uitstraling van de "paleisachtige" stations van Boedapest. 03. Fabrikantenvilla in klassieke stijl aan de Spoorstraat: De fabrikantenfamilie Jordaan was de grondlegger van de textielindustrie in Haaksbergen. Deze industrie was tot 1970 na de landbouw het belangrijkste bestaansmiddel van het dorp. Op het ogenblik zijn praktisch alle voormalige fabrieken verdwenen en hebben plaatsgemaakt voor nieuwbouwwijken. Alleen enkele villa's van de directeuren herinneren nog aan het textielverleden van Haaksbergen. Onmiddellijk achter deze prachtige villa stond de grote textielfabriek waar meer dan 1000 arbeiders werkten.
Vil/a Leeters Spoorstraat
03a. Het Janos Arany streekmuseum: Het is opvallend hoe sterk de invloed van de klassieke cultuur terug te vinden is in de architectuur van de stad. Komt dit door de overblijfselen van en de bewondering voor de eerste bezetters van het land, de Romeinen, of door de relatieve nabijheid van Rome (700km)? Villa in Nagykörös Het huidige streekmuseum is gevestigd in een voormalige kazerne van de huzaren. Alleen het hoofdgebouw met de officiersverblijven is bewaard gebleven. De kazerne speelde een belangrijke rol in de vrijheidsoorlog tegen de Oostenrijkers (1848). Het karakter van het gebouw wordt bepaald door de ingangspartij met de zes dorische zuilen. Op het ogenblik bevat het gebouw belangrijke collecties, die de geschiedenis van de stad illustreren. 04. Pancratiuskerk op de Markt: Deze dominante RoomsKatholieke kerk staat op de oudste plek van het dorp, op een zandrug aan de oever van een beek, die door het dorp stroomde. De oorspronkelijke houten kerk (900) werd rond 1100 vervangen door een stenen gebouw. Dankzij de bevolkingsgroei werd het gebouw steeds verder uitgebreid. Zoals bij de meeste oude Pancratiuskerk kerken kan men verschillende bouwstijlen onderscheiden, achtereenvolgens Romaans, Gotisch en Neo-Gotisch. De Neo-Gotische uitbouw dateert uit 1887. Het gebouw bestaat uit natuursteen dat vanuit Duitsland is aangevoerd. Natuursteen is in Nederland schaars, leem is echter volop aanwezig, vandaar de vele bakstenen gebouwen in het dorp. De neogotische stijl waarin het gebouw is opgetrokken, is verwant aan de Gotiek uit het Duitse Rijnland. Tijdens de Hervorming werd de kerk enige tijd gebruikt voor de Protestantse eredienst. In 1813 kwam de kerk weer in bezit van de Rooms-Katholieke kerk. De toren van de kerk is in het bezit van de Gemeente voor defensieve doeleinden.
04a. De Rooms-Katholieke kerk: In de 18e eeuw was de bevolking van Nagykörös uitsluitend gereformeerd. De katholieken hebben zich vanuit de nabij gelegen boerderijen stap voor stap in de stad gevestigd. Zij behoorden tot de armere sociale lagen. Het Oostenrijkse leger, gestationeerd in de stad (Oostenrijkers, Tsjechen, Moraviers, Italianen), was hoofdzakelijk katholiek. Dankzij het Edictum Tolerantiae kon in 1781 met de bouw van een Rooms-Katholieke kerk begonnen worden. De kerk werd gewijd aan de Heilige Laszlo Ladislaus 1(Laszlo in het Hongaars), een heilige van de Katholieke kerk, geboren op 27 juni 1040. Hij was van 1077 Katholieke kerk in Nagykörös tot 1095 koning van Hongarije. Hij wist door oorlogen tegen de Polen, de Russen en de Tartaren het land uit te breiden tot een belangrijke natie in Midden-Europa. We zien hier hoe kerk en staat met elkaar verbonden waren. Ladislaus was tolerant t.o.v. Joden en Moslims. Vele R.K. kerken zijn aan hem toegewijd. De architectuur vertoont duidelijk de invloed van de Habsburgers en kan omschreven worden als "de pruiken-stijl"(Rococo). Deze uitbundige architectuur, rijk aan versieringen, is in heel het land terug te vinden, zowel in kathedralen als dorpskerken. 05. Het Gemeentehuis op de Markt: Het bestuurscentrum van het dorp was vanouds gevestigd in de onmiddellijke nabijheid van de markt. Het oude gemeentehuis werd in 1941 vervangen door een nieuw gebouw in een typische Nederlandse stijl, verwant aan de Amsterdamse school. Zoon Jos van de beroemde architect Pierre Cuypers, vooral bekend als kerkarchitect, ontwierp het gebouw. Het is opgetrokken in prachtige baksteen met mooie decoraties in natuursteen, maar zakelijk van stijl zonder te veel versiering. Door de snelle bevolkingsgroei na 1960 moest het gebouw tweemaal uitgebreid worden, waardoor twee eigentijdse architectuurstijlen werden toegevoegd, die het gebouw een aparte sfeer geven. Het gebouw is IB! meegegroeid met de tijd. Gemeentehuis
Stadhuis Nagykörös
05a. Het stadhuis: Tijdens de Turkse overheersing verkreeg de stad stadsrechten (1368) en verschillende privileges. De stad ontwikkelde zich tot een belangrijke "marktstad". De belangrijkste handelswaar was tuinbouwproducten. Het stadhuis werd gebouwd aan het grote marktplein in het midden van de stad. Oorspronkelijk stond hier alleen een houten uitkijktoren om te waarschuwen bij brand en nadering van vijandige troepen. Het in barokstijl opgetrokken gebouw is verschillende keren vergroot zonder de eenheid van architectuur geweld aan te doen. Het gebouw wordt gedomineerd door "een uientorentje", kenmerkend voor de barok. Onder de toren bevindt zich een balkon met een typisch klassiek ijzeren rasterwerk. Vanaf dit balkon konden de autoriteiten de bevolking toespreken. Lajos Kossuth riep hier de bevolking op in opstand te komen tegen de Oostenrijkse overheersing (1848).
06. Bevrijdingsmonument voor het gemeentehuis op de Markt: Monumenten kunnen ook de functie hebben de bevolking te herinneren aan belangrijke gebeurtenissen. Dit monument houdt de herinnering levend aan de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog. • ^F Hl ^^HHH Het monument bestaat uit Oorlogsmonument 3 delen: Een natuurstenen plaat bevat de namen van 20 Joodse burgers die door de Duitse bezetter om het leven gebracht werden. Een andere steen vermeldt de namen van Haaksbergse burgers die omkwamen. Tenslotte is er een steen die herinnert aan de koloniale geschiedenis van Nederland. Hier staan de namen vermeld van militairen, die vielen tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië. Deze gedenktekens stonden verspreid in het dorp, maar werden enkele jaren geleden bij elkaar gebracht.
10
Oorlogsmonument Nagykörös
Pand Grooters
06a. Bevrijdingsmonument (Heldenplein): Door haar ligging in een groot vlak gebied werd Hongarije constant bedreigd door haar buren....Tartaren, Turken, Oostenrijkers en Russen. Telkens opnieuw moest het land zich ontworstelen aan vreemde overheersing; talloze monumenten herinneren aan deze strijd. Dit monument op het zogenaamde "Heldenplein" (de helden die vielen voor het vaderland) is een eerbetoon aan de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. Deze oorlog had dramatische gevolgen voor het land; 3% van de bevolking kwam om, het land verloor 2/3 van haar grondgebied. Ook de Tweede Wereldoorog liet diepe wonden achter. In Nagykörös verloren duizend burgers het leven, waaronder 430 Joden. 07. Herenhuis op de hoek Markt - Ruisschenborgh: Aan de Markt bouwden de notabelen hun huizen. Vooral aan het begin van de 19e eeuw was er een opbloei van de economie waardoor er een grote bouwactiviteit ontstond. Dit pand is ook weer gebouwd in opdracht van de fabrikantenfamilie Jordaan. Het is opgetrokken in de Zwitserse chaletstijl, ontleend aan de houtbouw. Deze stijl wordt gekenmerkt door uitgezaagde decoratieve dakranden, houten veranda's, balkons en erkers. Het pand vertoont enige kenmerken uit de Jugendstil, zie de decoraties in de voorgevel. Jugendstil is in tegenstelling tot Hongarije tamelijk zeldzaam in Nederland. Met name winkelpanden bezaten veel Jugendstilkenmerken o.a. glas-in-loodversieringen. Helaas zijn veel van deze elementen verdwenen.
11
07a. Herenhuis Nagykörös: Ook in Nagykörös bloeide rond 1900 de economie en werden door de elite prachtige woonhuizen gebouwd. De Jugendstil (Art Nouveau) kwam in de mode. Deze stijl kenmerkt zich door prachtig vormgegeven decoraties. Aan vele panden zijn deze versieringen nog terug te vinden, terwijl de huizen zelf vaak vervallen zijn.
Herenhuis Nagykörös
Winkelpand Jhr. von Heijdenstraat
08. Een karakteristiek winkelpand begin linkerzijde Jhr. von Heijdenstraat: Het centrum van het dorp is generaties lang een koopcentrum geweest voor de hele omgeving en dat is het tot op dit moment. Maar de winkelbedrijven zijn zo grootschalig geworden, dat veel mooie winkelpuien verdwenen zijn en vervangen door grote etalages. Dankzij de monumentenlijst konden enkele karakteristieke winkelpanden bewaard blijven. Er is ook een tendens bij ondernemers hun winkelpanden weer te verfraaien met oude elementen. Gelukkig bevat het centrum nog veel bloeiende winkelbedrijven en is het gemeentelijk beleid erop gericht geen grootwinkelbedrijven te vestigen op het industrieterrein waardoor een dood dorpscentrum zou ontstaan.
12
-
Winkelpand Nagykörös
08a. Het gebouw van de Arany apotheek: Het winkelcentrum van Nagykörös bevat nog een aantal authentieke winkelpuien met kenmerkende Jugendstildecoraties zoals dit dominante pand. Let op de kenmerkende raamomlijsting met consoles met mensenhoofden versierd. Na de Wende van 1990 verschenen in het buitengebied en in nabije steden grote winkelbedrijven van internationale ketens zoals Makro, Aldi etc., waardoor de levendigheid van het huidige centrum is afgenomen.
09. Nederlands Hervormde Kerk aan de Jhr. von Heijdenstraat: De Hervorming die in Nederland veel volgelingen kreeg, vroeg om andere kerkgebouwen. In eerste instantie werden katholieke kerken overgenomen en aangepast aan de nieuwe godsdienst. Dat betekende, dat beelden van heiligen verdwenen en het interieur een zakelijke stijl kreeg. Toen in 1813 de Pancratiuskerk weer overgenomen werd door de katholieken, werd Nederlands Hervormde Kerk deze nieuwe hervormde kerk gebouwd in typisch Nederlandse stijl. Protestantse kerken werden gebouwd onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Waterstaat. Ingenieurs, die gemalen bouwden voor het leegpompen van de polders ontwierpen ook kerkgebouwen. Vandaar de zakelijke uitstraling van dit gebouw, maar ook met technische nieuwigheden zoals gietijzeren raamkozijnen. Het gebouw is opgetrokken vanuit een achthoekige plattegrond in een eclectisch klassieke stijl; het interieur is voorzien van een Honhof-orgel. Het Nederlandse Protestantisme heeft een grote invloed gehad op het Protestantisme in Hongarije. Veel Hongaarse dominees ontvingen hun opleiding in Kampen.
13
09a. De Hervormde kerk: De kerk is in de 8e eeuw gebouwd als een eenschepige kerk in Romaanse stijl zonder klokkentoren. Zij werd later verschillende keren uitgebreid en gewijd aan de Heilige Laszlo. In het midden van de 16e eeuw werd Nagykörös protestant en namen de calvinisten de kerk in bezit. In de periode van grote voorspoed tijdens de Dubbelmonarchie werd het interieur van de kerk vernieuwd met versierde gietijzeren zuilen in de stijl van Eiffel. De imposante toren kreeg zijn huidige vorm met zijn bronzen helm en de houten omloop. De toren van Nagykörös is in het vlakke landschap van grote afstand te zien. De kerk bezit een beroemd, recent gerestaureerd orgel, dat regelmatig gebruikt wordt voor concerten.
Hervormde kerk Nagykörös
14
10. Modern postkantoor op de hoek van Jhr. von Heijdenstraat Sterrebosstraat: Het postbedrijf had voorheen een hoge status en was een staatsbedrijf. Postkantoren waren gebouwen met uitstraling. Het oude postkantoor van Haaksbergen was gebouwd in de stijl van een herenhuis, maar werd gesloopt en vervangen door een modern gebouw op een minder dominante locatie. Het nieuwe gebouw is overigens ook een interessant gebouw. Het is een Postkantoor voorbeeld van de " Nieuwe zakelijkheid" en geïnspireerd op de composities van de bekende kunstenaar Piet Mondriaan. Helaas zal ook dit gebouw, dat een symbool is van een bepaalde stijlperiode, verdwijnen en plaatsmaken voor een appartementencomplex voor ouderen. Het postbedrijf is geprivatiseerd en versnipperd, waardoor een representatief gebouw niet meer nodig is.
Postkantoor Nagykörös
10a. Het postkantoor en de rechtbank: Het stadsplein werd in 1920 verfraaid met twee Neoclassistische objecten. De klassieke architectuur werd een uitdrukking van het zelfbewustzijn van het Hongaarse volk. De voorgevel van het postkantoor is geïnspireerd door de Griekse tempelfacades en verfraaid met een prachtig timpaan (geveldriehoek). Het gebouw straalt door haar strakke symmetrie prestige uit. De rechtbank is in dezelfde stijl opgetrokken. De prachtige gedecoreerde ingangspartij is opvallend. 11. Kerkhof aan de Enschedesestraat: Dit is de oudste begraafplaats van Haaksbergen. In 1827 werd het begraven in en om kerken verboden en moest een nieuwe begraafplaats ingericht worden. De begraafplaats bestaat uit twee delen. Het linker deel is de RoomsKatholieke begraafplaats, het midden en rechter deel is eigendom van de Gemeente. Hier worden Protestanten en mensen die niet tot een kerkgenootschap behoren begraven. Op deze begraafplaats wordt nog sporadisch begraven en er zijn plannen om althans een gedeelte van het kerkhof een meer parkachtig karakter te geven. In dit gedeelte van het dorp is behoefte aan meer groen. Poort R. K. begraafplaats
15
Algemene begraafplaats Nagykörös
11a. Het Gereformeerde kerkhof: De begraafplaatsen van Nagykörös kenmerken zich door de parkachtige aanleg. Ook zijn er nog talrijke kapelachtige familiegraven. Het streekmuseum bevat een unieke verzameling kunstig versierde houten graftekens. Het Russische kerkhof elders in de stad is een herinnering aan de periode van de Russische overheersing. 12. De Synagoge aan de Ruisschenborgh:
De eenvoudige Haaksbergse synagoge toont, dat de Joodse burgers in Haaksbergen een kleine minderheid waren; in 1930 telde Haaksbergen 37 Joodse inwoners. Het gebouw heeft aan de buitenzijde de sfeer van een christelijke kerk, maar het interieur heeft een oriëntale uitstraling. De synagoge werd na de tweede wereldoorlog met sloop beJoodse Synagoge dreigd, maar dankzij een burgerinitiatief behouden. Op het ogenblik doet het gebouw weer dienst als gebedshuis voor Joden uit de omgeving, de Liberaal Joodse Gemeente Twente.
16
12a. De Synagoge: Hongarije kende een grote Joodse gemeenschap. Zowel in de steden als op het platteland zijn nog tientallen Joodse gebedshuizen terug te vinden. Boedapest kende een Joodse wijk met een bloeiend cultureel leven. De Tweede Wereldoorlog betekende de uitroeiing van een groot deel van de Joodse bevolking. Alleen al in Auschwitz werden 438.000 Hongaarse Joden omgeJoodse Synagoge Nagykörös bracht, het hoogste percentage van alle Europese landen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen 430 Joden om. Als handelsstad kende Nagykörös een grote Joodse gemeenschap. In 1817 werd de eerste synagoge gebouwd, die in
1911 door een aardbeving verwoest werd. Het nieuwe gebedshuis werd in de 20er jaren gebouwd. Behalve Jugendstilkenmerken heeft het gebouw Moorse versieringen. Op het ogenblik is de synagoge weer prachtig gerestaureerd en worden er regelmatig gebedsdiensten gehouden. 13. Openbare Lagere school op de hoek Ruisschenborgh - Blankenburgerstraat: Dit is het oudste schoolgebouw, dat Haaksbergen kent. Door de nieuwe inzichten over opvoeding en onderwijs waren nieuwe gebouwen noodzakelijk met meer licht en ruimte. Ook dit gebouw heeft intussen zijn onderwijsfunctie verloren. De ingangspartij heeft de typische kenmerken van de Art Deco.
Openbare lagere school dorp
13a. Het Janos Arany Hervormd Gymnasium: Nagykörös is een onderwijsstad en bezit veel prachtige schoolgebouwen. Dit kolossale schoolgebouw werd in 1901 gebouwd en draagt zoals zoveel gebouwen in de stad de naam van haar beroemde leraar, de Hongaarse dichter Janos Arany. Het U-vormige gebouw met drie verdiepingen is opnieuw een mooi voorbeeld van de Jugendstil. De entreepartij met de prachtige koepel geeft het gebouw status. Opvallend zijn ook de vele versieringen met folkloristische motieven, zoals tulpen en andere plantenmotieven. Na de Communistische periode is het gebouw gerestaureerd en weer in bezit van de Protestantse Kerk. Veel Haaksbergse scholieren zullen het gebouw herkennen uit de tijd van de scholierenuitwisselingen.
Gymnasium in Nagykörös
17
De Kappen
14. Kulturhus " 't lemenschoer" op de hoek BlankenburgerstraatSterrebosstraat: Dit gebouw was oorspronkelijk een huishoudschool, d.w.z. een school specifiek voor meisjes waarbij veel aandacht besteed werd aan vaardigheden, die van belang waren voor het gezin. Het gebouw is een typisch voorbeeld van de sobere wederopbouwarchitectuur, die na de oorlog op efficiënte wijze het gebrek aan bebouwing moest oplossen. Het gebouw straalt tegelijk de sfeer uit van een katholiek klooster: het torentje met Angelusklokje, de ronde bogen in het interieur, etc. Katholieke zusters gaven dan ook het onderwijs en de naam van het aangrenzende nieuwe theater verwijst naar de kappen van de zusters.
14a. Het Janos Arany Cultuurhuis: De originele functie van het gebouw was hotel. Het werd in 1880 gebouwd in de zogenaamde Eclectische stijl. Dit is een stijl waarin verschillende cultuurinvloeden met elkaar versmolten zijn. Het gebouw bestaat uit een verdieping met een arcadenrij aan de voorzijde. Cultuurhuis Nagykörös
18
15. Herenhuis in Amsterdamse stijl "Het Fort" aan de Enschedesestraat: Dit herenhuis, ontworpen door de Haaksbergse architect A.J. Schilderman, is één van de vele panden in het dorp met duidelijke kenmerken van de zogenaamde Amsterdamse school. Deze groep architecten werd bekend door het gebruik van mooie baksteendecoraties Het Fort en robuuste dakpartijen, vaak gedekt met geglazuurde pannen. Opvallend is de strakke compositie en het gebruik van mooie glas-in-loodversiering.
15a. Het Beretvas Herenhuis: De belangrijkste opdrachtgevers voor herenhuizen waren de adellijke families, die in het buitengebied veel grond bezaten. Het gebouw valt op door haar strakke symmetrische architectuur. Pand Tanrky
16. Herenhuis met park en koetshuis "De Blankenborgh" aan de Enschedesestraat: De naam van dit herenhuis verwijst naar het middeleeuwse kasteel dat ooit in het dorp stond. Ook dit historische huis werd gebouwd als woning voor een fabrieksdirecteur. Met het omliggende park heeft het nog de sfeer van een landgoed. Het koetshuis was bestemd Villa De Blanckenborgh voor het luxe rijtuig van de bewoner. Gelukkig is dit pand met zijn omgeving bewaard gebleven, waardoor het dorp haar groene karakter behouden heeft. Als reactie op de nieuwe stijlen zoals Jugendstil en rationalisme ging men in de loop van de19e eeuw weer meer in een historiserende stijl bouwen. Dit gebouw vertoont weer meer de invloeden van het Hollandse classicisme en Americanisme.
19
Villa Nagykörös
16a. Kleuterschool in de Ötvösstraat: Dit kleine kasteeltje heeft wel een heel andere functie gekregen. Rond 1900 werd het in opdracht van de schatrijke moleneigenaar ( zie nr. 17) Janos Nemcsik gebouwd, door de stadsarchitect Ernö Jeney. Het staat in een groot park en er zijn veel stijlen herkenbaar. De toren is gotisch, deuren en ramen vertonen weer Jugendstilkenmerken. Helaas is er sprake van veel achterstallig onderhoud, een probleem voor gebouwen die hun oorspronkelijke functie verloren hebben.
17. Windmolen "De Korenbloem" aan de Fazantstraat: Windmolens zijn het symbool van Nederland geworden. Dit komt vooral door de poldermolens in West-Nederland, die in de 17e eeuw in groten getale gebouwd werden om het water uit de polders te pompen. Men vergeet daardoor dat ook Oost-Nederland veel windmolens kende, die echter een heel andere functie hadden n.l. het malen van graan. Deze molen met de toepasselijke naam "De Korenbloem" stamt uit 1798 en is dankzij vrijwilligers nog steeds in bedrijf.
20
De Korenbloem
17a. De Nemcsik molen: In de 19e eeuw bezat de stad nog een watermolen aan de Körös. Ook stonden er aan de rand van de stad enkele windmolens. Maar gebrek aan water en wind maakte molens aangedreven door paarden meer populair. De molens waren het begin van de industriële ontwikkeling; stoomkracht en elektriciteit zorgden voor grote veranderingen. Gusztav Nemcsik maakte in de jaren 1890 zijn molen geschikt voor stoomkracht en zo ontstond het eerste industriële complex van de stad. Kenmerkend zijn de rondboogvormige raamkozijnen en de ijzeren versieringen. Het is een voorbeeld van industrieel erfgoed. Ook in Nagykörös is van de oorspronkelijke conservenindustrie weinig meer over.
Oostendorper watermolen
21
De Toekomst
18. Boerderij "De Toekomst" aan de Enschedesestraat: Haaksbergen was eeuwenlang een agrarisch dorp. Pas in het midden van de 19e eeuw met de opkomst van de textielindustrie veranderde het karakter van het dorp. De bevolking groeide snel en de kleine boerenwoningen in het dorp verdwenen. Toch is het agrarisch karakter van het dorp nog herkenbaar aan de verschillende kleine dorpsboerderijen, die her en der in het dorp terug te vinden zijn, meestal veranderd in woonboerderijen. 018a. Eenvoudige Hongaarse boerenhoeve: Nagykörös was eeuwenlang een agrarisch dorp. De conservenindustrie die eind 19e eeuw ontstond, verwerkte de tuinbouwproducten, die de boeren produceerden. Tijdens de Communistische periode werd de collectivisatie doorgevoerd waardoor veel boeren gedwongen werden te werken Boerderij Nagykörös op de grote collectieve boerderijen. Het platteland verloor hierdoor veel van haar karakter. De kenmerkende witte boerderijtjes van de poesta verdwenen, maar na de "Wende" van 1990 verdween ook de conservenindustrie voor een belangrijk deel, waardoor de werkloosheid sterk toenam. In het buitengebied zijn nog sporadisch resten van " dit boerenleven" terug te vinden. Vaak gaat het dan om totaal vervallen bouwwerken. Toch is er een revival te zien. Vaak zijn het buitenlanders die nog iets zien in deze ruïnes en ze verbouwen tot vakantiehuisje. Helaas meestal niet in authentieke stijl. 22
19. Houten herenhuis met tuin aan de Enschedesestraat: Houten huizen zijn in Nederland tamelijk zeldzaam. Met houten huizen wordt bedoeld: geheel in hout uitgevoerde woningen. Alleen in West-Nederland (de Zaanstreek en Waterland) is nog een houtbouwtraditie. Haaksbergen vormt een uitzondering en bezit nog een aantal interessante houten huizen. Het betreft huizen, die als bouwpakket vanuit Skandinavië of Midden-Europa werden geïmporteerd. Het hier vermelde huis werd uit Noorwegen geïmporteerd. Haaksbergen heeft een ongekende variëteit van houten gebouwen die het waard zijn om behouden te blijven, bijvoorbeeld het jachthuis in het Assinksbos en het houten huis aan de Fazanstraat, dat binnenkort verplaatst zal worden naar Stien'nboer (inmiddels door B & W van Haaksbergen aangewezen als gemeentelijk monument). Na de tweede wereldoorlog werden nog enkele zogenaamde lage "Finnhomes" huizen gebouwd.
19a. Het Zenepavilon (1900) en Svajci Haz (1870): In Midden-Europa is hout traditioneel een belangrijk materiaal voor de woningbouw. Vooral in de landelijke architectuur werd veel hout gebruikt. De muziekkoepel in het Cifrakerti részlet, het park aan de rand van de stad, is een mooi voorbeeld van houtdecoratie. Ook het Svajcihuis met de grote houten kap toont aan hoe belangrijk houten elementen in de architectuur zijn. De gebruikte decoraties bevatten vaak folkloristische kenmerken en passen in de "versiertraditie" van de Hongaarse architectuur. Ook in de moderne architectuur wordt deze"houttraditie" voortgezet. Een recent voorbeeld is het paviljoen van Hongarije tijdens de Wereldtentoonstelling in Hannover Houten huis Nagykörös
23
20. Boerderij "De Ziepe" aan de Enschedesestraat 188: Het betreft hier geen oud pand, maar een boerderij gebouwd in 1914. Het pand werd opgetrokken in de traditionele vakwerkstijl, zoals die in Oost-Nederland wel voorkomt. Maar er is een groot verschil. Het betreft hier geen houten balkconstructie, maar balken van beton. De traditionele teksten op de balken bevatten in het dialect geformuleerde oude wijsheden. De Ziepe
20a. Boerderij Hongarije: Ook in Hongarije worden gevels van boerderijen vaak versierd met traditionele decoraties, ontleend aan de folklore. Hongarije kent een rijke folklore, waarvan de motieven terug te vinden zijn in keramiek en borduurwerk.
Gevelaanzicht boerderij Hongarije
24
Boerderij Aarnink
21. Boerderij "Aarnink" (Goselink) aan de Beckummerweg 38: Deze boerderij uit 1853 is recent gerestaureerd en voorzien van een modern interieur. Het complex is vooral van grote landschappelijke waarde. De boerderij ligt aan een half-rondlopende met monumentale bomen beplante oprijlaan.
Boerderij Hongarije
25
22. Karakteristieke boerenkeuken aan de Beckummerweg 31: Het buitengebied bezit nog vele historische boerderijen. Het betreft vaak eeuwenoude erven, die nog steeds door dezelfde familie beheerd worden. In het kerkdorp St.lsidorushoeve (vernoemd naar de patroonheilige van de boerenstand) bevindt zich de gerenoveerde boerderij "'n Rietaorn", waarvan de geschiedenis teruggaat tot 1647. Het is vooral de oude keuken met het prachtige tegelwerk, die deze boerderij bijzonder maakt. De plateaus met bijbelse voorstellingen zijn prachtig van kleur en compositie.
Open haard 'n Rietaorn
Open haard Hongarije
26
22a. Boerenkeukens Hongarije: Boerenkeukens in Hongarije zijn kleurig. Aan de witgekalkte lemen muren wordt het mooiste keramiek getoond. De vaak bont beschilderde schalen, borden en kruiken bevatten motieven uit de planten- en dierenwereld. Bekend zijn de drankflesjes voor de beroemde Palinka (abrikozenjenever) met humoristische teksten en zelfs bijbelse citaten; een beetje drank stimuleert het gebed. Tegels werden vooral gebruikt op de "tegelkachels", die de kou moesten verjagen tijdens de strenge winters. Vaak herkent men op deze tegels motieven uit de Turkse periode ( o.a. tulpmotieven, de tulp vindt zijn oorsprong in Turkije).
23. Boerderij-interieur Erve "Groot Brummelhuis" aan de Brummelhuizerbrink: De boerderij werd in 1475 al in de oude stukken vermeld. Boerderij zonder scheiding van vee en bewoners en de oude indeling is nog steeds gehandhaafd. De boerenfamilie woonde in het voorste gedeelte, waar zich het open vuur en de beddenkasten bevonden. In het achterste gedeelte stond het vee op stal, maar er was geen scheiding tussen het vee en de bewoners. Boerderijen van dit "losse hoes" type zijn zeer zeldzaam. Interieur Erve Fluiters
23a. Interieur boerderij Hongarije: De indeling en aankleding van boerenhoeven in Hongarije vertonen naast veel verschillen ook veel overeenkomsten. "De puthoal" in Twente vindt men in gelijksoortige vorm terug in de poesta en het bakhuis op het boerenerf is gelijksoortig. Helaas zijn maar weinig boerderij-interieurs bewaard gebleven. Gelukkig zijn er enkele uitstekende openluchtmusea o.a. in Szentendre bij Boedapest waar "boeren cultuur" nog te zien is. Het toeval wil dat een blauwververshuisje, zoals in Haaksbergen nog op "de Bleek" te zien is , ook in Nagykörös aanwezig was en nu in dit museum een tweede leven begonnen is. Hongarije
27
24. Park Scholtenhagen met muziekkoepel aan de Scholtenhagenweg: De textielfabrikanten in Twente hadden in dorpen en steden hun herenhuizen gebouwd en in het buitengebied bezaten ze landgoederen en boerderijen. Het park Scholtenhagen was ooit een landgoed van de familie Jordaan en is geschonken aan de beIngang park Scholtenhagen volking van Haaksbergen voor recreatie en vermaak. Tegenwoordig is het park een prachtige locatie voor sport en cultuur. In 1931 werd een muziekkoepel geplaatst. De Haaksbergse Schutterij organiseert hier ieder jaar het traditionele schuttersfeest.
24a. Het Cifra-park Nagykörös: Het stratenpatroon van de stad is bijna onaangetast. Het is opvallend hoeveel ruimte en groen er nog aanwezig is. De stad heeft daardoor haar dorpse karakter kunnen bewaren. De open ruimten zijn beplant met prachtige bomen. Het stadspark Cifra bezit een mooie houten muziekkoepel en is een uitgelezen plek voor wandelaars. Nagykörös heeft haar charme kunnen bewaren omdat het net buiten de invloedssfeer van Boedapest is gebleven.
Park Nagykörös
28
Schaapskooi
25. Schaapskooi aan de Rosinkweg: Haaksbergen was eeuwenlang een dorp op de heide. Uitgestrekte heide- en veengebieden omringden het dorp. Vanaf 1850 werden steeds meer gronden ontgonnen en verdwenen ook de schaapskudden. In het buitengebied zijn nog enkele traditionele schaapskooien bewaard gebleven. Geruime tijd is er ook weer een schaapskudde, die behalve voor het behoud van de heidevelden ook van grote toeristische waarde is. Dankzij de grote natuurgebieden in de directe omgeving van het dorp is het toerisme een belangrijk bestaansmiddel geworden. 25a. Schaapskooi Hongarije: Nagykoros was eeuwenlang een dorp op de poesta, de grote Hongaarse laagvlakte tussen de Donau en Tisza. De poesta was geschikt voor extensieve veeteelt, schapen en runderen. De romantiek van de poesta met haar wilde paarden is alleen nog terug te vinden in enkele natuurgebieden in de directe omgeving. Bekend is de Bugac-poesta, een belangrijke trekpleister. Het vlakke landschap rond Nagykoros vertoont slechts hier en daar nog de kenmerken van de boomloze poesta. In de vochtige gebieden is vegetatie aanwezig, die ook rond Haaksbergen te zien is: "vennep-loes", jeneverbes, blauwe gentiaan etc. In de herfst vliegen de kraanvogels over. Een groot deel van het voormalig poestagebied is in cultuur gebracht voor landbouw en houtproductie. Ook is het een uitstekend jachtgebied. De stad kent een actieve jagersclub met een prachtig houten clubgebouw waar het wildbraat altijd op de menukaart staat. Ook in Nagykoros krijgt het buitengebied een steeds grotere betekenis voor toerisme en recreatie. De Europese Unie heeft een belangrijke bijdrage geleverd voor de instandhouding van een eeuwenoud eikenbos. Schaapskooi Hongarije
29
26. Arbeidershuisje aan de Molenstraat: De industriële revolutie veroorzaakte ook in Oost-Nederland grote veranderingen. Door de snelle opkomst van de textielindustrie rond 1860 verlieten vele boeren hun boerderij en werkten als arbeider in de textielfabrieken. De fabrikanten zorgden VOOr eenvoudige huisjes
Arbeiderswoning
dichtbij de fabriek. Vaak was er bij het huisje nog ruimte voor een flinke groentetuin en er kon soms nog een varken of geit gehouden worden. Deze huisjes zijn bijna allemaal verdwenen, omdat ze zogenaamd geen historische waarde hebben. Toch illustreren zij een belangrijke periode uit de geschiedenis van het dorp.
Arbeiderswoning Nagykörös
30
26a. Arbeidershuisje Nagykörös: De smalle kronkelige straatjes aan de rand van de stad hebben nog dezelfde verkaveling als in de Turkse periode. De straatjes zijn nog omzoomd door fruitbomen en hosta's. De eenvoudige kleurige huisjes hebben ommuurde tuinen met mooi versierde houten of smeedijzeren toegangspoorten.
Slijterij Ottink
27. Oud café met paardenstalling op de hoek Eibergsestraat - Molenstraat: Haaksbergen was van oorsprong een agrarisch dorp. Nog steeds beschikt het dorp over een prachtig buitengebied met een groot aantal historische boerderijen. Voor hun inkopen kwamen de boeren met hun koetsjes naar het dorp. De eigenaar van dit café had ook een kruidenierswinkel. De vrouwen gingen naar de winkel, de mannen naar het café, de paarden naar de stalling, die nog steeds zichtbaar is. Na 1950 verdwenen paarden uit het straatbeeld. Het werkpaard had afgedaan en werd vervangen door het "luxe paard", waardoor in het buitengebied een nieuwe paardencultuur ontstond. Haaksbergen kent een aantal bloeiende maneges.
Hongarije (regi Nagyobb Kivagas)
27a. Paard en wagen in Nagykörös: Er zijn weinig landen waar het paard zo'n belangrijke rol heeft gespeeld als in Hongarije. De eerste veroveraars, de Hunnen, waren vaardige ruiters, die dankzij hun rijkunst grote gebieden veroverden. Ook hier is het paard als trekpaard bijna verdwenen, maar in het buitengebied verschijnen steeds meer toeristische paardenboerderijen waar dressuur en rijcultuur weer opbloeien
31
Wolterink Buurse
29. Erve Wolterink aan de Broekheurnerweg 15: In het kerkdorp Buurse staat deze prachtige boerderij van het dwarshuistype. Op de mooie gevelsteen staat het jaartal 1730 en de namen van de stichters. De boerderij was in 1773 nog voorzien van een eigen brouwketel en tapperij.
28a. Het Szalay herenhuis: In het buitengebied zijn weinig monumentale boerderijen. De rijke grootgrondbezitters hadden hun woonhuis in de veilige stad. Dit monumentale pand draagt een duidelijk classiscistisch karakter door de vier dorische zuilen en het tympaan. Het gebouw heeft daardoor een voornaam uiterlijk; geen wonder dat het ooit als casino gebruikt werd. Tegenwoordig is het een jongerensoos.
uil!
il! l ' lili: l» Herenhuis Nagykörös
32
llllllilllliliiliUUUl :HH t;- w?,..
Resumé: Als we de ontwikkelingen in de architectuur van Hongarije en Nederland, en speciaal de plaatsen Nagykörös en Haaksbergen bezien en met elkaar vergelijken, dan komen we tot de conclusie, dat deze ontwikkelingen per tijdsperiode zeer verschillend zijn geweest, maar ook overeenkomsten kennen. Deze verschillen en overeenkomsten kunnen grotendeels verklaard worden uit de politieke en maat-schappelijke ontwikkelingen, die Hongarije enerzijds en Nederland anderzijds in de loop der eeuwen hebben doorgemaakt. Uiteraard speelt ook de aard van de bevolking een duidelijke rol. Zo beleefde Nederland al zeer vroeg een classicistische periode in de architectuur. Bekende voorbeelden daarvan zijn het Paleis op de Dam te Amsterdam, tussen 1648 en 1665 gebouwd naar een ontwerp van Jacob van Campen (De technische uitvoering was echter in handen van Daniël Stalpaert), en het Maurits-huis te 's-Gravenhage, tussen 1633 en 1644 gebouwd door Jacob van Campen en Pieter Post. In die tijd was er sprake van een grote welvaart en wereldwijde importantie. Bepalend waren daarbij het einde van de 80-jarige Oorlog, de ontwikkelingen op het gebied van de handel (het ontstaan van WIC en VOC) en het verkrijgen van de koloniën. Er was sprake van een "Gouden eeuw". Het belang van de natie werd door de bouw van grootse gebouwen onderstreept! Het neoclassicisme deed in Nederland opgang in de 18e eeuw. Een bekend voorbeeld uit die tijd is het Paviljoen Welgelegen (het huidige provinciehuis) te Haarlem, gebouwd tussen 1786 en 1789. Ook diverse rechtbanken zijn in neoclassicistische stijl opgetrokken zoals bijvoorbeeld de rechtbanken van Leeuwarden (1851) en Zwolle (gebouwd tussen 1838 en 1841). Deze gebouwen moesten de importantie van hun gebruikers uitstralen. In Hongarije werden er veel belangrijke gebouwen in een neoclassicistische stijl opgericht in een tijd van nationale opleving. Met deze bouwstijl werd aangegeven, dat het land soeverein kon zijn. De gebouwen dienden importantie en prestige uit te stralen. Het Nationaal Museum in Boedapest (1802) en de opera in Boedapest (1884) werden gebouwd met de onafhankelijkheid in het achterhoofd.
Kenden in Hongarije belangrijke gebouwen veel pleisterwerk in "Habsburgs geel" en werd er veel met natuursteen gebouwd, in Nederland werd doorgaans de voorkeur gegeven aan bakstenen gebouwen met speklagen. Een en ander houdt mede verband met de mate waarin de betreffende bouwmaterialen voor-handen waren en de prijs daarvan: In Nederland zijn de bakstenen relatief goedkoop en ruim voorhanden, in Hongarije is datzelfde het geval met natuursteen. Voorts kan worden geconstateerd, dat de architectuur in Nederland veel minder uitbundig is dan in Hongarije. Belangrijke bouwwerken zijn in Hongarije doorgaans meer prestigegericht dan in Nederland het geval is. Voorts heeft de Jugendstil in Nederland veel minder sporen nagelaten dan in Hongarije. Een en ander kan deels worden verklaard door het feit, dat de betreffende periode in Nederland korter is geweest dan in Hongarije, maar gesteld kan worden, dat de Nederlanders (vanwege hun calvinistische achtergrond?) soberder bouwden dan de Hongaren. Waar de Nederlanders strakke gebouwen oprichtten, kenden de Hongaarse gebouwen vele versieringen. Eerst na de Tweede Wereldoorlog wordt er in Hongarije onder het communistische regime uiterst sober gebouwd en ontstaan er de zogenaamde woonkazernes. In de communistische periode zijn er in Hongarije vele boerderijen gesloopt en is er veel landelijke bouwkunst verdwenen. Ook in Nederland wordt er direct na de Tweede Wereldoorlog functioneler en sober gebouwd, mede door de schaarste aan bouwmaterialen en de grote woningnood. Ook in Nederland worden er dan woonoorden ontwikkeld, zoals de Bijlmer bij Amsterdam. Helaas is er in Nederland steeds veel gesloopt (Nederland staat bovenaan waar het gaat om het slopen van gebouwen), terwijl in Hongarije veel meer oude gebouwen in stand zijn gehouden. Doorgaans verklaart men dit uit een verschil in mentaliteit (in Nederland is men alleen geïnteresseerd in de handel en "het korte gewin") en de mate van welvaart (naarmate een land welvarender is, wordt er meer gesloopt). Armoede leidt dus kennelijk tot beter en langduriger (her)gebruik van gebouwen en het instandhouden daarvan. "Haaksbergen op de kaart" zal met een lezing worden vervolgd en wei op donderdagavond 5 november a.s.
• 7p .r C
JL
NAGYKÖRÖS
>w
//
i?
tenyn.
Kalmarr-hegy-dülö
fift v