Verslag 4e bijeenkomst Wmo-wijkaanpak leefbaarheid en sociale cohesie 4 maart 2008 te Utrecht
1
Welkom, toelichting programma en mededelingen De dag wordt geopend door Paul van Soomeren, de dagvoorzitter. • Lopik is helaas afwezig. • De handreiking voor de Wmo-wijkaanpak is net uit in een oplage van 1500! Iedereen krijgt een exemplaar mee. • Het Ministerie van VWS stuurt iedere gemeente een aantal exemplaren. In ieder geval naar de projectleiders Wmo en de wijk- gebiedsmanagers. De hoofdthema’s van het programma zijn: • Inhoud hoe benut ik het scharnierpunt tussen Wmo en wijkaanpak om enerzijds kwetsbare mensen sterker te maken en anderzijds de wijk meer toegankelijk te maken voor deze mensen. • Proces: Hoe betrek ik burgers in mijn wijk en hoe leg ik de koppeling van burgers in de richting van de professionals in de wijk? • Evaluatie: Hoe baken ik de inhoud (en verwachte resultaten) voor het eerste prestatieveld af, op welke elementen monitor ik het proces en hoe stel ik (prestatie-)indicatoren vast voor het proces en afzonderlijke projecten, zodat ik kan evalueren?
2
Twee parallelsessies 1. Scharnierpunt Wmo en wijkaanpak Willem Stam uit Delft heeft met een aantal gemeenten gedachten uitgewisseld over de vraag hoe je het scharnierpunt tussen de wijkaanpak en de Wmo beter kan benutten voor kwetsbare bewoners in de wijk. Hij lichtte zijn vraag toe aan de hand van de casus in Julianadorp. De volgende aspecten werden genoemd: • Er was urgentie vanuit de gemeente. Er is meer aandacht voor het sociale aspect door de vermaatschappelijking van de zorg. • Twee uur woonbegeleiding voor een kwetsbare bewoner is niet genoeg. De zorg heeft de omgeving nodig om de taken uit te kunnen voeren. De zorg is dat niet gewend en daardoor vaak een slechte partner voor de samenwerkende partijen. • Wat betreft het onderwijs moet er iets gebeuren. Studenten worden niet opgeleid voor waar de wijk om vraag: namelijk een integrale aanpak, daar is geen opleiding voor. • Hoe voorkom je een projectencaroussel. Het uitvoeren projecten om het uitvoeren van projecten. Je moet ervoor waken dat de projecten die op stapel staan een samenhang hebben. • Kwetsbare mensen hebben vaak geen structurele dagindeling, dat is jammer.
e
Verslag 4 bijeenkomst Wmo-wijkaanpak leefbaarheid en sociale cohesie, 4 maart 2008 te Utrecht
1
Conclusie: het is een systeemwereld met een eigen dynamiek en verkokering. Je moet structureren, vastleggen en implementeren en aansluiten bij de leefwereld van de bewoners. 2. Buurtaanpak Arnhem Hans Oosterbaan is door de gemeente Arnhem tijdelijk ingehuurd om samen met het opbouwwerk bewoners meer bij de wijk (leefbaarheid en sociale samenhang) te betrekken. Onder het motto ‘Geitenkamp voor Elkaar’ is een buurtaanpak uitgevoerd. Hij heeft samen met Ruth en Anneke een presentatie gegeven en is in discussie met andere gemeenten gegaan over de do’s en dont's van deze aanpak. • Vanuit de basis beginnen: mensen + energie + wensen. • Als je wat wil bereiken moet je er wat voor doen, het gaat niet vanzelf. • Je moet leuke manieren bedenken om verschillende groepen mensen (kinderen, jongeren, ouderen) te betrekken bij activiteiten in de wijk. Elke (leeftijds- of etnische) groep vraagt weer om een andere aanpak. • In de Geitenkamp heeft dit geleid tot het benoemen van veel leuke en praktisch uitvoerbare wensen (144 kaartjes ingediend waarban 115 bruikbaar). De nadruk lag nog op fysieke maatregelen (verkeer, schoon & heel) maar ook waren er voorstellen gericht op ontmoeting en samen dingen doen (verhalenboekje, buurtfeest etc). • De vraag is wat het Wmo gehalte is van deze aanpak. Die is groot, de sociale samenhang wordt groter. • Een andere vraag is wel hoe je tot verdieping komt. Je bereikt nu vooral de vitale burgers en niet de kwetsbare. Maar er ligt straks wel een infrastructuur die je kan uitbouwen naar minder vitale bewoners in de wijk. • Van belang is ook de verbinding tussen burgers en professionals en andere instellingen in de wijk (denk ook aan vrijwilligersorganisaties). in Arnhem wordt die verbinding gelegd door het oprichten van een wijkregiegroep, waarin de belangrijkste lokale partners wonen, zorg, welzijn zitten. • Is de aanpak geborgd in het gemeentelijk beleid met een structureel budget? Nog niet, het is een pilot maar het zou goed zijn als deze buurtaanpak jaarlijks zou terugkeren. Conclusie: je moet vertrekken vanuit de agenda van de bewoner anders lukt het niet!
3
Open podium Open ruimte voor gemeenten om vragen in de groep te gooien. De groep denk o.l.v. de voorzitter actief mee over de vraag en mogelijke oplossingsrichtingen. 1. Delft Het probleem is een terugkerend fenomeen: Wat kan je doen aan de passieve betrokkenheid van professionele ketenpartners. Hoe hou je mensen betrokken en actief? Het lijkt erop alsof de professionals alleen komen kijken wat er ‘te halen valt’ en niets willen ‘geven’. Er is een WCT (Wijk coördinatieteam) waar alle professionals in zitten. Met name de zorginstellingen haken af (AMW en JGZ). Waar komt dit door en wat is er aan te doen? De groep komt met de volgende vragen en oplossingen: • Het kan te maken hebben met het ‘recht op het probleem’. • Is het doel van de bijeenkomsten wel duidelijk? • Is er een gedeelde visie zodat ieders meerwaarde geborgd is? • De sleutel is: eigen verantwoordelijkheid geven die aansluit op de core-business van de professional. • Mensen moeten er belang bij hebben. Goed om dit vooraf te inventariseren.
e
Verslag 4 bijeenkomst Wmo-wijkaanpak leefbaarheid en sociale cohesie, 4 maart 2008 te Utrecht
2
• Je in plaats van het houden van een Poolse landdag naar het model van een ‘rijdende trein’, maar wel met een machinist en een spoorboekje. M.a.w. je moet mensen meenemen in de bestaande dynamiek. • De terughoudendheid kan ook aan de projectfase liggen. In de uitvoerende fase is de betrokkenheid meestal anders dan in de opstartfase. • Is er met leidinggevenden van de professionals afspraken gemaakt over hun in het proces? • Je moet als gemeente energie blijven steken in het committent! Dit kan o.a. door de groep een bepaalde status te geven en beslissingsbevoegdheid ( in plaats van vrijblijvend meepraten). • Een convenant kan helpen indien het een resultaat is van goed overleg en draagvlak bij betrokken partijen en het geen doel op zichzelf wordt. 2. IJburg In IJburg is 70% van woningen koop en 30% huur. Er zijn spanningen in de blokken tussen kopers en huurders. Bovendien hebben veel nieuwe sociale huurders problemen: schulden, opvoeden e.d. De begeleiding van deze mensen is weggevallen. Ze beginnen opnieuw in IJburg, maar ze worden niet overgedragen aan de hulpverleningsinstantie. Vaak aanvaarden ze ook geen hulp. Hoe krijg je inzicht in problemen van bewoners? Hoe hou je het werkbaar in de wijk? De groep komt met de volgende vragen en oplossingen: Hoe is de samenwerking met de corporaties? Is er een screening i.s.m. de corporaties Is er een woonconsulent die i.s.m. de politie de problemen aanpakt? Er moet een aanpak komen waardoor je ‘snel achter de voordeur’ bij mensen komt en hulp kan bieden. • Kijk met andere stadsdelen naar een vorm van begeleiding naar de woning in de nieuwe wijk. • Ga ook met de kopers (de eigenaren van 70% van de woningen) in gesprek over mogelijke oplossingen.
• • • •
4
Stand van zaken onderzoek Wmo-wijkaanpak (proces en effect) Maaike Dautzenberg geeft ligt de plannen toe wat betreft de evaluatie van dit traject. De evaluatie van concrete projecten vindt plaats in de tweede helft van 2008 en eerste helft van 2009. Aan de hand van een presentatie en concrete voorbeelden wordt stilgestaan bij het afbakenen van de inhoud van het Wmo-wijktraject en het vaststellen ven monitoren van eenvoudige prestatieindicatoren van Wmo-wijkprojecten. (de presentatie is bijgevoegd). Er wordt een aantal projecten uitgekozen om te evalueren. Er worden drie maximumvarianten gedaan: Gemeenten krijgen dan advies en hulp bij het opstellen van een Plan van Aanpak. DSPgroep voert het evaluatieonderzoek van het project uit aan de hand van interviews, enquêtes en bronnenonderzoek. Hiernaast is er ruimte voor vijf minimumvarianten: Hierbij volgt advies van het onderzoeksteam, hulp bij het opstellen van het Plan van Aanpak. De gemeenten voeren de evaluatie vervolgens zelf uit. DSP-groep biedt hulp bij de interpretatie van de evaluatie. Voor beide varianten geldt dat DSP-groep de volgende zaken verwacht: • toegang tot informatiebronnen • tijd en medewerking verlenen aan de onderzoekers • gegevens beschikbaar stellen • contactpersonen leveren
e
Verslag 4 bijeenkomst Wmo-wijkaanpak leefbaarheid en sociale cohesie, 4 maart 2008 te Utrecht
3
Gemeenten die projecten hebben die geschikt zijn voor de maximumvariant: • IJburg • Enschede • Arnhem • Delft (wijfelt nog) Gemeente die projecten hebben die geschikt zijn voor de minimumvariant: • Arnhem • Delft • Eindhoven • Dronten • Den Helder • Heeze-Leende • Enschede
Stand van zaken producten Wmo-wijktraject 1. Website www.dsp-groep.nl/wmo De nieuwe Wmo-website gaat per 18 maart de lucht in. De site wordt op dit moment gevuld en ook op het moment dat de site live gaat, staat nog niet alles er op. Oproep aan alle gemeenten om informatie via de adviseur naar DSP-groep te mailen zodat het op de site geplaatst kan worden. Denk hierbij aan wijkplannen, foto’s, verslagen van bijeenkomsten etc. De site volgt de opbouw van de handreiking en is bedoeld voor alle deelnemende gemeenten als bron van informatie. Maar ook andere gemeenten kunnen de site raadplegen voor het opzetten van een eigen Wmo-wijkaanpak. Ook de professionals van de ketenpartners kunnen de site raadplegen. Via www.invoeringwmo.nl komt er een link naar deze site. Kortom: kom met documenten en deel je kennis! 2. Overige producten • In het voorjaar van 2008 wordt 2008 wordt het boekje ‘de 10 misvattingen over sociale samenhang’ gepubliceerd, geschreven door onderzoekers van DSP-groep. • Ook in het voorjaar van 2008 komt er een boekje uit over ‘kansen voor gebiedsgericht ontwikkelen’ (beide documenten zijn inhoudelijke aanvullingen op de handreiking Wmowijkaanpak). • In mei wordt een LPB-dag georganiseerd met als thema Wmo-wijkaanpak voor tweede ring gemeenten • Op 24 of 25 juni wordt een grootschalig debat georganiseerd over sociale samenhang. Waarschijnlijk zal Robert Putnam komen spreken, naast de minister (Ella Vogelaar) of de staatssecretaris (Jet Bussemaker). Hiernaast spreken er andere deskundigen op het gebied van sociale samenhang. • In 2009 volgt de evaluatie van Wmo-wijkbeleid Een aantal mensen geeft zich al op voor meelezen, nl: Willem Stam (gebiedsgericht ontwikkelen), Anette Oude Vrielink en Sjef Spigt. Indien meer mensen over de bovenstaande onderwerpen willen meedenken/meelezen, s.v.p. zo spoedig mogelijk aan Carla laten weten!
5
Afsluiting In de afsluitende discussie spraken de aanwezigen uit dat het een goede interessante bijeenkomst. Vanuit Eindhoven kwam de vraag wat de samenhang is van de Wmo-wijkaanpak met de andere 26 Wmo pilotgemeenten. DSP-groep komt hier in de volgende bijeenkomst op terug. Het is
e
Verslag 4 bijeenkomst Wmo-wijkaanpak leefbaarheid en sociale cohesie, 4 maart 2008 te Utrecht
4
interessant om na te gaan of de gemeenten iets van elkaar kunnen leren e/o samenwerken. De volgende Wmo-wijkaanpakdag is weer in Utrecht op 7 oktober 2008 Een van de onderwerpen zal zijn: de betrokkenheid van instanties. Andere onderwerpen graag melden bij Carla. Als bijlagen bij dit verslag worden de presentaties van Hans Oosterbaan en Maaike Dautzenberg meegestuurd.
e
Verslag 4 bijeenkomst Wmo-wijkaanpak leefbaarheid en sociale cohesie, 4 maart 2008 te Utrecht
5