Verslag 3e bijeenkomst Wmo-wijkaanpak leefbaarheid en sociale cohesie 9 oktober 2007 te Utrecht
1
Welkom, toelichting programma en mededelingen Carla Kolner (DSP-groep) geeft aan dat – zoals eerder besproken – aan VWS extra subsidie is gevraagd om het project t/m 2008 te verlengen. Het zou jammer zijn als het programma te snel eindigt, zeker nu is gebleken dat gemeenten een (veel) langere opstartfase nodig hadden om daadwerkelijke projecten te lanceren. Er is subsidie aangevraagd voor verlenging van het monitoren van het project t/m 2008 met uitloop in 2009. De verlenging betekent concreet: • 20 Dagen extra per gemeente voor advies en monitoring (incl. rapportages en werk achter de schermen) • Hulp bij het in kaart brengen van de projectresultaten en een effectevaluatie • Het verwerken van al deze gegevens in een handreiking voor gemeenten • Ook is subsidie aangevraagd voor een bredere communicatie bestaande uit: • de website • 5 nieuwsbrieven • artikelen e.d. • extra ateliers en bijeenkomsten Er is gebleken dat meer gemeenten verregaande interesse hebben voor het project en graag goed geïnformeerd willen worden over de voortgang en uitkomsten. De communicatie moet dus uitgebreid worden naar een zogenaamde 2e ring van gemeenten. Hiervoor moeten de nieuwsbrieven en de website worden aangepast zodat de informatie ook daadwerkelijk geschikt is voor meerdere gemeenten en er optimaal geprofiteerd kan worden van deze pilot. Er wordt momenteel gewerkt aan drie producten: 1. Een handreiking voor gemeenten over het eerste prestatieveld: hierin worden de ervaringen en geleerde lessen tot nu in vertaald. 2. Een notitie over sociale cohesie door onderzoekers van DSP-groep. Hierbij is een zogenaamde 'frisdenkersgroep' betrokken van kopstukken in het land die verstand hebben van de materie. 3. Daarnaast wordt er gewerkt aan een artikel in TSS (Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken). In de handreiking over het eerste prestatieveld (doelgroep Wmo projectleiders en ambtenaren wijk en buurtbeheer) wordt achtereenvolgens ingegaan op: • leefbaarheid en sociale cohesie • de wijkaanpak nader beschouwd (sterkten en zwakten)
e
Verslag 3 bijeenkomst Wmo-wijkaanpak leefbaarheid en sociale cohesie, 9 oktober 2007 te Utrecht
1
• • •
Wmo en wijkaanpak kansen voor een sterk duo het proces en de inhoud: hand in hand in de wijk (praktijkvoorbeelden, invalshoeken en werkwijze) en als laatste de instrumenten en producten.
Het is wenselijk dat een aantal ‘ gemeenten’ meedenkt en leest bij de totstandkoming van de publicatie. • meelezen t.b.v. de handreiking willen: Frank Metsemakers (Eindhoven), Wytse Miedema (Amsterdam) en Monique Peltenburg (Delft). • stuk over sociale samenhang:Jet van der Meijden (Heeze) geeft zich op om mee te lezen.
2
Waar staan we nu en hoe gaan we verder? In groepjes van drie gemeenten wordt de stand van zaken van het proces besproken. Dit gebeurt aan de hand van huidige ervaring en de concept rapportage 'Uit de startblokken'. Hierna volgt een plenaire discussie. Stand van zaken Wat gaat goed? • Het mobiliseren van verschillende professionals wonen, zorg en welzijn (vaak is er veel bereidheid om in te stappen en mee doen. Het vasthouden van de aandacht van de professionals is wel een aandachtspunt de vaart moet er wel in blijven). • Het opstellen van een gezamenlijk plan met lokale professionals (soms met co-financiering). Hierdoor wordt vanuit verschillende invalshoeken naar de wijk gekeken. • Richting geven en regie voeren (is in enkele gemeente juist probleem terwijl in een andere gemeente hiervoor oplossing is gevonden). • Er is veel beweging en dynamiek, het proces staat 'op de rit'. • In sommige gemeente is een 'wijkenstrijd' ontstaan: wat is de meest leefbare wijk? • De analyse en vragen van 'onderaf' (bewoners) zijn duidelijk en komen bij verschillende gemeente overeen. • Het gaat niet altijd alleen om geld: zonder geld moet je creatief zijn! Ook kan veel gerealiseerd worden met bestaande budgetten van professionals. Wat gaat minder goed? • Anticiperen op komende ontwikkelingen. Soms loop je achter de feiten aan. • Het in beweging krijgen van mensen/bewoners (vooral in achterstandswijken zijn bewoners vaak sceptisch, klaagt men veel en leunt men achterover). • Het vasthouden van vrijwilligers is moeilijk (er wordt meer aandacht beseed aan het werven dan aan het vasthouden en dus begeleiden van vrijwilligers). • Het in beeld krijgen van kwetsbare groepen in een wijk (probleem van privacy belemmert verzamelen gegevens waar je iets mee kunt, veel info/onderzoek niet op wijkniveau beschikbaar). • Hoe maak je keuzes voor bepaalde projecten? Het veld is erg breed en selectie en keuzes maken is dus nodig. Maar wat zijn daarvoor de goede criteria? En hoe doe je dat? • Hoe bepaal je de schaalgrootte van een gebied? Vaak is het beter een paar kleine buurtjes te kiezen omdat de wijk toch nog te groot is om als een eenheid te zien. • Hoe krijg je resultaten en effecten in beeld? • Het continueringvraagstuk: hoe ga je verder na afloop van een project (hoe houd je de dynamiek vast en hoe voorkom je dat het allemaal ad hoc projecten zijn van een korte duur).
e
Verslag 3 bijeenkomst Wmo-wijkaanpak leefbaarheid en sociale cohesie, 9 oktober 2007 te Utrecht
2
Aandachtspunten • Richt je op kwetsbare mensen via buren en instellingen, maak bv. portretten van mensen door het doen van diepte-interviews. Hier kun je soms ook studenten bij inschakelen (zie Julianadorp samen met InHolland). • Keuzes maken kan op veel manieren. Maak proces helder en betrek onderzoek (wijkanalyse), professionals uit de wijk (frontline werkers) en burgers). • Alleen naar ideeën vragen werkt niet, je moet mensen keuzes geven en hen mee laten denken over de opties afgezet tegen beschikbaar geld, tijd etc. (kijk goed naar haalbaarheid) • Vrijwilligers moet je begroten. Ze zijn niet gratis. Vooral deskundigheidsbevordering voor vrijwilligers in zorg en welzijn kost geld, dit wordt vaak vergeten. • Successen beter uitventen en tegen het licht houden. • Mensen willen een persoonlijke benadering (geldt bij werven vrijwilligers) • Breng goede voorbeelden in kaart. • Zoek ambassadeurs (aanjagers) in de wijk die in staat zijn relevante contacten te leggen en mensen in beweging te krijgen. • Het Wmo-beeld is nog te vaag. Bewoners hebben niet veel met de Wmo, soms werkt het goed alleen maar te spreken over de wijk, leefbaarheid, prettig wonen etc. Rapportage 'Uit de starblokken' (wat herkent men, ontbreekt er iets, opmerkingen) • De rapportage is iets te veel gericht op de problematiek. Biedt nog te weinig concrete handvatten (dat wordt opdracht voor handreiking – red. Carla). • Er moet meer op de successen worden ingegaan. • Het lijkt alsof er naar iets 'nieuws' wordt gezocht, terwijl het daar niet om gaat. (In veel wijken wordt veel meer voortgeborduurd op een proces dat al langer gaande is.) • Meer op mensen gericht: dus wijkaanpak + sociaal + kwetsbare mensen? • Wel een goed leesbaar stuk (is algemene geluid). Extra ondersteuning voor gemeenten. • Een adviseur/onderzoeker moet dieper op de materie ingaan. Meer 'verhalen' boven tafel krijgen en optekenen (‘chroniqueur’ zijn) . Zo maak je de materie inzichtelijk. • Inzicht geven in het 'creëren' van toevalligheden om zo kansen te benutten. • Meer inzicht geven in methoden om toekomstgericht te werken. • Dus niet alleen reageren op bestaande problemen, maar ook anticiperen op toekomstige problemen. • Helpen bij het zichtbaar maken van resultaten op projectniveau (houd het wel eenvoudig). • Hulp bij het duurzaam maken (het borgen) van de projecten. • Hulp bij de procesevaluatie op projectniveau 'verwachtingsmanagement'. • Een adviseur moet inspirator, coach en bevrager zijn. Thema’s voor uitwisseling met andere gemeenten: • De verschillende fasen van wijkgericht werken in kaart brengen; die bepalen immers de uitgangssituatie en de keuzes die gemaakt worden. Bv. in een wijk waar wijkgericht werken al langer loopt en al ruimschoots aandacht is besteed aan de sociale pijler, is het waarschijnlijker dat kwetsbare groepen in beeld komen. Niet elke wijk is al zover. Soms moet eerst geïnvesteerd worden in het leggen van contacten en het opstellen van een sociale agenda. Gemeenten moeten zich dus vooraf bezinnen op de uitgangssituatie. • Aangeven dat het begin lastig is en meer tijd vergt dan vaak wordt ingeschat (dan kan men zich daarop instellen). • Inzicht geven in het proces. • Benadruk ook dat er twee bewegingen zijn die naast elkaar staan en elkaar kunnen versterken (vanuit de professionals en vanuit de bewoners); het gaat om het vinden van een goede balans tussen de leefwereld en de systeemwereld.
e
Verslag 3 bijeenkomst Wmo-wijkaanpak leefbaarheid en sociale cohesie, 9 oktober 2007 te Utrecht
3
• • •
3
Benadruk dat het niet om iets nieuws gaat, maar dat veel wat je doet past bij (kan worden ingeschoven bij) de Wmo-wijkaanpak. Geef aan dat het niet om de Wmo gaat maar om ‘meedoen’ en (bij wijze van spreken) om Dorpskr8. Naast bevorderen van zelfredzaamheid van burgers is er ook de noodzaak van het regelen van goede ondersteuning op lokaal niveau. Realiseer je dat burgerinitiatieven vaak door professionals worden bedacht en ook tijdens de uitvoering ondersteuning nodig hebben.
Ervaringen van mensen met beperkingen in de wijk: STIP (Bart Lammers) Het gaat hier om een onderzoek dat in drie steden wordt uitgevoerd: Amsterdam, Zwolle en Hilversum. Bart Lammers vertelt over de situatie in Hilversum. Inmiddels is op wijkniveau de drieslag 'fysiek+ sociaal + kwetsbaar' gemaakt. Vroeger werden mensen met een fysieke en/of geestelijke beperking weggestopt in de bossen, nu worden ze teruggeplaatst in de wijk (proces van vermaatschappelijking). Het onderzoek richt zich op de vraag: Hoe landen deze mensen in de (voornamelijk herstructurerings)wijken? De volgende thema’s komen hierbij aan bod: Keerzijde van de vrijheid Mensen wonen vaak gemengd beschermd, maar kunnen geen eigen keuze maken waar en met wie ze willen wonen. Ook ervaren veel mensen een enorme eenzaamheid. Bij plaatsing in een wijk moet je dus naar meer kijken dan alleen naar een passende woning. Neem ook de vorm en samenstelling van de bewoners mee in de plannen. Instellingszorg in de wijk Vaak zijn de werkateliers en sociale werkplaatsen ver buiten de wijk gesitueerd waardoor het beeld is: “het busje komt, en het busje gaat”. De mensen werken niet in de wijk zelf maar worden in de ochtend gehaald en aan het eind van de dag weer afgezet. Ze brengen dus niet veel tijd door in hun wijk. Zorg dus voor werk in de wijk (vb. rondbrengen wijkkrantje). Vervoer Het OV is in Hilversum omgezet van circulair naar radiaal. Dat is efficiënter, maar voor veel mensen minder prettig. Er rijden wel veel verschillende busjes rond met schoolvervoer, ouderenvervoer, gehandicaptenvervoer e.d. Het is een idee om dit vervoer te organiseren en daarbij gebruik te maken van mensen met een beperking. Zo help je deze mensen aan het werk. Bovendien is het ook een goede bron voor sociale contacten. Voorzieningen Gebruik voorzieningen in een wijk. In een buurthuis kunnen ook mensen met een beperking een soos houden. Denk aan een soort bedrijfsverzamelgebouw (Van Harte concept). Maak wijkwerkplaatsen in plaats van regionale werkplaatsen. Andere suggesties zijn: • werken met een wijkpool van vrijwilligers (match vraag aan aanbod) • peer-to-peer methode (mensen uit de wijk helpen mensen uit de wijk) • woonvouchers (korting op huur wordt toegepast als mensen diensten verrichten in de wijk) Buurtwerk = Maatwerk Houdt welkomstbijeenkomsten in de buurt waar verschillende bewoners kennis met elkaar kunnen maken. Denk aan huiskamerprojecten waarbij tijd is voor koffie, koek en ontmoeting zonder dwang en extra bezigheden.
e
Verslag 3 bijeenkomst Wmo-wijkaanpak leefbaarheid en sociale cohesie, 9 oktober 2007 te Utrecht
4
Realiseer je dat er nog een enorme kloof bestaat tussen de traditionele zorg en de wijkaanpak. Deze werelden raken elkaar nog nauwelijks, al zijn er wel positieve veranderingen. Het maken van een verbinding tussen de traditionele zorg en buurt en wijkzorg is een uitdaging. Gemeenten moeten nadenken over hoe draagvlak te creëren is. Ook relevant is de vraag: Wat is een wijk? Is het een buurt van een paar straten of neem je een sociaal netwerk als uitgangspunt. Voor veel mensen is de buurt niet het uitgangspunt maar het netwerk waar ze in zitten (is vaak buurtoverstijgend). Voor kwetsbare mensen is de buurt vaak wel van levensbelang.
4
Hoe mensen met beperkingen te betrekken. Methodieken en ervaringen van Trees van der Maat, gemeente Almere Trees van der Maat is werkzaam bij de gemeente Almere als projectmanager van de pilot Wmo. In deze pilot probeert de gemeente concreet invulling te geven aan daadwerkelijk vraaggestuurd werken, uitgaande van de krachten van mensen. Centraal daarbij staat een gebiedsgerichte aanpak, waarbij met alle partners in de wijk invulling wordt gegeven aan 'participatie' en '(re)integratie'. Vanuit haar werk voor het STIOM in Den Haag (een netwerk- en ontwikkelingsorganisatie in de achterstandswijken in Den Haag en gericht op de modernisering van wonen, welzijn en zorg) heeft Trees van der Maat veel ervaring opgedaan in het werkveld. Er is ingegaan op een aantal uitgangspunten en ontwikkelde instrumenten zoals: • Een Wmo/Awbz vragenlijst om een zorgvraagprofiel te maken (levert 5 vraagprofielen op). • Het loslaten van het doelgroepdenken via dat vraagprofiel. • Zoeken naar de vraag achter de vraag. • Tevens inzoomen op de talenten en krachten van mensen om iets voor de wijk/buurt of voor kwetsbare mensen te betekenen. • Het instellen van een persoonsvolgend (pvb) budget i.p.v. een pgb. • Het instellen van een virtueel 'zorgwarenhuis' waar mensen zorg kunnen inkopen via hun pvb. • Het aanbieden van verschillende arrangementen via dat warenhuis waarin combinaties van diensten en zorg mogelijk zijn afhankelijk van wat mensen nodig hebben). • Het werken met een integraal team (sociale dienst, welzijnswerk, Wmo-loket, corporaties), dat team is verbonden aan een integrale wijkaanpak (sociaal, fysiek en economisch). Door zo te werken kan de vraag naar zware zorg afnemen (is een hypothese). • Indicatie via professionals in plaats van het CIZ. Er ontstond een discussie over de toepasbaarheid van dit systeem en de vraag: Hoe verleid je mensen tot participatie?. Iedereen is benieuwd hoe het gaat werken en of vraag en aanbod op elkaar afgestemd kunnen worden. Voor alle gemeenten was met name het uitgaan van de kracht van mensen een inspirerend idee.
5
Afsluiting In de afsluitende discussie spraken de aanwezigen uit dat het een goede bijeenkomst was. De uitwisseling van ervaringen in de groepsdiscussies was heel nuttig, maar werd als te kort ervaren. In de volgende bijeenkomst wordt er 1,5 uur voor uitgetrokken. Het was voor veel gemeenten prettig te ervaren dat bijna iedereen tegen dezelfde dingen aanloopt.
e
Verslag 3 bijeenkomst Wmo-wijkaanpak leefbaarheid en sociale cohesie, 9 oktober 2007 te Utrecht
5
De sprekers waren interessant en nuttig. Er werden goede voorbeelden gegeven waar de 9 gemeenten iets aan hebben. Ook werd gezegd dat er genoeg inspiratie is opgedaan om weer verder te kunnen met het proces en de projecten. Met andere woorden: het inzoomen op de inhoud werd als positief ervaren. Ook de locatie vond men goed, behalve dat de zaal een slechte akoestiek heeft. De volgende Wmo-dag wordt gepland op dinsdag 4 maart 2008! Tot slot wordt iedereen uitgenodigd deel te nemen aan de internationale conferentie ‘Equal opportunities for all’ op 28 en 29 november 2007 in Den Haag. De conferentie wordt georganiseerd door de VNG en het EU-netwerk van grote steden, de CEMR. Naast Nederlandse sprekers als Wim Deetman, Ella Vogelaar, Ronald Bandell en Prins Constantijn is er een keur aan internationale sprekers (zie ook www.vngequal.eu). In de map die iedereen heeft uitgereikt gekregen, zit een aanvullende brief. Binnen dit tweedaagse congres organiseren het ministerie van VWS, Twynstra Gudde, MOVISIE en DSP-groep een parallelconferentie met als thema ‘Neighborhoods and Citizenship’. De ervaringen met de Wmo- wijkaanpak in de 9 gemeenten zullen op deze conferentie worden vertaald voor een breed publiek. Carla roept de mensen ook op om leden B&W en raad te laten deelnemen. DSP-groep heeft gratis kaarten, dus als opgaaf via DSP gaat dragen wij zorg voor de kosten. Een aanmeldingsformulier is opvraagbaar bij Linda Prast (
[email protected]).
e
Verslag 3 bijeenkomst Wmo-wijkaanpak leefbaarheid en sociale cohesie, 9 oktober 2007 te Utrecht
6