Verslag
Datum verslag
Project
Opgemaakt door
18 december 2009
1200569-000
Mieke Ketelaars
Datum bespreking
Aantal pagina's
17 november 2009
12
Vergadering
Lichteren Buitenhaven Ijmuiden kansen voor C2C Aanwezig
projecteam Lichteren Buitenhaven Ijmuiden
Kopie aan
Ptrojectteam + (-plus) Lichteren Buitenhaven Ijmuiden
1 Inleiding Het projectteam Lichteren Buitenhaven IJmuiden heeft de ambitie om de Buitenhaven zo duurzaam mogelijk te ontwerpen en te realiseren. Het project is nu in de planfase. Mogelijke duurzaamheidmaatregelen kunnen (nog) meegenomen worden in de uitvraag naar de markt. De ambities van het projectteam sluiten aan bij de ambities van Rijkswaterstaat; RWS wil in 2012 dé toonaangevende, publieksgerichte, duurzame uitvoeringsorganisatie te zijn In samenwerking met het WINN (het Water INNovatieprogramma van Rijkswaterstaat) en Deltares organiseert het projectteam drie (3) workshops om een duurzaam ingericht ontwerp van de Buitenhaven te realiseren. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het Cradle to Cradle (C2C) concept. Dinsdag 17 november 2009 vond in het Sluisleidingscentrum (SLC) in IJmuiden de eerste workshop “C2C en Lichteren Buitenhaven IJmuiden, kansen voor duurzaamheid in de planfase” plaats. Deze workshop was het eerste deel van een serie van drie C2C-workshops. Bij elk van de workshops wordt telkens ingezoomd op een of meerdere aspecten. Deel 1: “kansen voor duurzaamheid” vond plaats op 17 november jl., deel 2 “kansen voor het gebied” vindt plaats op 26 januari 2010 en deel 3 “kansen voor omgevingsvriendelijk lichteren” volgt als laatste. De aanpak van de workshop was als volgt. Door Mieke ketelaars van Deltares werd een toelichting gegeven op het begrip C2C. Daarna vond door de deelnemers een verkenning plaats op gebied van ecologie en de toepassing van het Rijke Dijken concept (o.l.v. Mindert de Vries), energie neutraal inrichten (Mattijs
Datum
Pagina
18 december 2009
2/12
Erberveld) en nuttige toepassing van de vrijkomende staalslakken en baggerspecie (Mieke Ketelaars). In dit verslag wordt allereerst ingegaan op het concept Cradle to Cradle en een korte omschrijving wordt gegeven van het betreffende gebied/project. Vervolgens worden de resultaten van workshop gepresenteerd. In een later stadium worden, op basis van deze verkenning, samen met het projectteam ambities vastgesteld en verwerkt in het programma van eisen. Door de eisen op hoofdlijnen te formuleren, wordt ruimte gehouden voor een innovatieve aanpak door de markt. In de bijlage zijn de op de workshop gegeven suggesties van de deelnemers weergegeven.
2 Wat is Cradle to Cradle? Om de doelstellingen van Rijkswaterstaat op gebied van duurzaamheid waar te maken is Rijkswaterstaat op zoek naar nieuwe methoden om hier invulling aan te geven. Cradle to Cradle (C2C) lijkt hier mogelijkheden voor te bieden. Door C2C al in de planfase toe te passen kan het “meest duurzame” en het “meest toekomst gerichte” ontwerp worden voorbereid. Cradle to Cradle staat voor het verhogen van kwaliteit en waarde. De methode om dit te bereiken is innovatie, herontwerpen van de huidige praktijk. Drie principes zijn leidend: gesloten kringloop, benut vernieuwbare energie en diversiteit (bio, cultuur en conceptueel) Gesloten kringlopen levert per definitie waarde op: er hoeven geen materialen te worden afgevoerd of aangevoerd. Geen overlast van transport en geen extra kosten door transport. Staalslakken en vrijkomende grond/bagger krijgen een tweede gebruik. Energieneutraal: onderzocht wordt op welke wijze dit bereikt kan worden en of energieneutraal bij deze pilot ook samen kan gaan met budgetneutraal. Toevoegen van biodiversiteit heeft zich bewezen bij de projecten Rijke Dijken. Het project Buitenhaven IJmuiden kan volop kansen bieden voor Rijke Dijken. De praktijk heeft geleerd dat eco-engineering oplossingen niet duurder zijn dan andere oplossingen. In de praktijk kan het zelfs in onderhoudskosten schelen! Kwaliteit en waarde Kringloop
Vernieuwbare energie
Diversiteit biodiversiteit cultureel conceptueel
Datum
Pagina
18 december 2009
3/12
3 De uitdaging Het baggerspeciedepot, de zogenoemde Averijhaven, wordt omgebouwd tot insteekhaven. In de planstudie project ”Lichteren Buitenhaven IJmuiden” wordt deze ombouw als voorkeursalternatief uitgewerkt. Het gaat hierbij om het gebied van het huidige baggerspeciedepot inclusief de kades van staalslakken (grondbezit Rijkswaterstaat en Corus). Dit depot moet worden teruggebracht tot een insteekhaven met een diepte van circa NAP -20 meter, met een lichterlocatie, zonder verdere (haven)voorzieningen. De kanten dienen afgewerkt te worden met een adequate oeverbescherming.
Figuur 1: Huidige lichter voorziening, met op de achtergrond de Averijhaven(toekomstige lichter voorziening)
Datum
Pagina
18 december 2009
4/12
4 De resultaten van de workshop 4.1
4.2 4.2.1
Inleiding De leden van het projectteam plus werden in 3 groepen verdeeld. Door elk van de groepen is onder leiding van facilitatoren verkend wat de kansen zijn voor resp. hergebruik aanwezige materialen, energieneutraal inrichten en natuurwaarde toevoegen. Het onderstaande is een verkorte weergave van de gedane suggesties. Materialen Hergebruik baggerspecie Het project ‘Lichteren Buitenhaven IJmuiden’ kenmerkt zich door het vrijkomen van zeer grote hoeveelheden baggerspecie en staalslakken. De vrijkomende baggerspecie is in onderstaande tabel gerangschikt naar herkomst, kwaliteit en kwantiteit.
Herkomst: Averijhaven
kwaliteit --
hoeveelheid ++
Nieuwe vaargeul -+ -+ B&O toekomst + + Tabel 1: Herkomst baggerspecie (-- slecht, -+ matig en +goed, resp. ++ veel, -+ gering , + gering) ) Uit bovenstaande tabel blijkt dat de kwaliteit en de hoeveelheden van de baggerspecie afkomstig uit Averijhaven, de nieuwe vaargeul en de onderhoudsbaggerspecie die in de toekomst vrij gaat komen nogal verschillend is. Vanuit C2C oogpunt is het het meest optimaal om de baggerspecie te gebruiken als bouwstof. Daarbij is de meest positieve oplossing baggerspecie, zonder toevoeging van bindmiddelen, laten rijpen tot bouwstof. Dit kan echter alleen voor schone of licht verontreinigde bagger, zoals de bagger die wordt verkregen bij toekomstig beheer en onderhoud. Averijhaven De hoeveelheid baggerspecie uit de Averijhaven die verwijderd moet worden bedraagt circa 1 miljoen m3. De kwaliteit van de specie: is zout en zeer sterk verontreinigd. In het verleden is asbesthoudende bagger en met chemische stoffen verontreinigde baggerspecie gestort. Vanwege de kwaliteit van deze bagger is de projectorganisatie voornemens om de gehele inhoud van de Averijhaven in het depot de Slufter te storten. Suggesties om de inhoud van het depot nader te onderzoeken en de baggerspecie te scheiden in een schone zandrijke fractie en een vervuilde fractie werden door de
Datum
Pagina
18 december 2009
5/12
aanwezigen als niet zinvol beschouwt. Immers de kwaliteit van alle baggerspecies is sterk vervuild (boven de interventiewaarde, > klasse 4). Daarnaast speelt de asbestproblematiek. In het verleden is met asbest verontreinigde baggerspecie in de Averijhaven gestort. Dit vermindert de mogelijkheden voor hergebruik aanzienlijk. Het beleid van VROM is erop gericht om asbest uit de keten te halen. Dit betekent dat de met asbest verontreinigde baggerspecie op geen enkele wijze mag worden hergebruikt. Niet gebonden en niet ongebonden. Het Besluit Bodemkwaliteit (Bbk) hanteert voor asbest een eis van 0 mgr.. kg/ds. M.a.w. het asbest moet uit de keten en de verontreinigde baggerspecie mag alleen elders gecontroleerd worden gestort. Kortom, tijdens de workshop hebben tal van technieken, waaronder immobilisatie, gebruik van geotubes, afdekken etc de revue gepasseerd. Vanwege het aanwezige asbest in de baggerspecie van de Averijhaven is de enige oplossing voor dit materiaal storten in het depot De Slufter. Nieuwe vaargeul De baggerspecie die vrijkomt bij het uitbaggeren van de nieuwe vaargeul zal naar verwachting van wisselende kwaliteit zijn. Voorstel is om de kwaliteit van de vrijkomende baggerspecie te onderzoeken en de verwerkingstechniek daar op af te stemmen. Onderhoudsbaggerspecie vaargeul Naar verwachting is de toekomstige onderhoud baggerspecie schoon. Vanuit C2C oogpunt is het wenselijk om deze (zonder toevoegingen) als grond/klei te gebruiken voor gebiedsinrichting.
4.2.2
C2C en hergebruik baggerspecie Cradle to Cradle streeft zowel het sluiten van kringlopen als energieneutraal werken na. Toepassing van het C2C concept voor de baggerspecie houdt in: de baggerspecie een nuttige en bijvoorkeur energieneutraal en hoogwaardig mogelijke bestemming geven waarbij het afzetgebied de gehele regio is. Vanuit C2C heeft het de voorkeur om schone baggerspecie te gebruiken voor gebiedsinrichting (bijvoorkeur ongebonden als klei/grond of als zand). Uiteraard kan aan de (schone en lichte verontreinigde) baggerspecie extra sterkte worden gegeven door het toevoegen van bindmiddelen. De verkregen immobilisatie producten kunnen eveneens in het aanpalende gebied worden toegepast. Ook toepassing in geotubes behoort tot de mogelijke oplossingen. Sterk vervuilde baggerspecie uit de vaargeul dient bijvoorkeur te worden gestort of gereinigd. Immobiliseren (koud of warm) is technisch mogelijk, maar vanuit kosten oogpunt minder aantrekkelijk. Vanuit C2C oogpunt zijn er kantekeningen te plaatsen bij het gebruik van immobilisaten. Positieve kanttekeningen als het gaat om laagwaardige stoffen of afvalproducten om te zetten in bouwstoffen en deze een nuttige toepassing te geven. Anderzijds zijn immobilisaten niet C2C als de bindmiddelen dienen om verontreinigingen vast te leggen (het is beter om verontreinigingen af te breken en ze te verwijderen uit de keten i.p.v. afvalstoffen te verdunnen; bij een tweede gebruik kunnen altijd nog verontreinigingen vrijkomen).
Datum
Pagina
18 december 2009
6/12
Ook is het vanuit C2C oogpunt van belang welke bindmiddelen gebruikt worden. Cementhoudende bindmiddelen zorgen voor uitputting van grondstoffen en C02 productie en zijn daarom niet wenselijk.
4.3
Staalslakken De huidige Averijhaven kenmerkt zich door de (zeer) hoge kades van staalslakken (+5m NAP). Daarnaast bestaat de Averijdam, de afscheiding tussen het Noordzeekanaal en de Averijhaven, eveneens uit Staalslakken. Een gedeelte van deze slakken (de dam tot –6 m. NAP) is afkomstig van Corus. Corus heeft de plicht om haar deel van de baggerspecie en staalslakken er weer uit te halen/mee te betalen aan de ontmanteling., De totale hoeveelheid staalslakken waar een oplossing voor gevonden dient te worden bedraagt circa 500.000 ton. Tijdens de workshop zijn de volgende oplossingen aangedragen: 1. Terug naar hoogovens voor afzet van de staalslakken in de markt 2. Opslag op het land; nuttige toepassing is wettelijk toegestaan, stort niet. 3. Hergebruik in RWS - werken 4. Blokken van maken om pier mee te verstevigen (in het verleden minder goede ervaringen mee opgedaan) 5. Bestorting van havenhoofden Optie 5 Bestorting van havenhoofden Gebruik van staalslakken bij de havenhoofden lijkt een zeer kansrijke optie. Bij de havenhoofden wordt extra stabiliteit gecreëerd doordat de staalslakken bij de teen van de pier worden gestort. Bij deze toepassing vervangen de staalslakken natuurlijke materialen zoals breuksteen. Bij de opsommingen van suggesties voor hergebruik baggerspecie en hergebruik staalslakken zijn de suggesties van de deelnemers weergegeven waarover binnen het projectteam consensus bestond. Het gehele overzicht van suggesties is opgenomen in de bijlage. Vanuit C2C oogpunt heeft het de voorkeur om met de stakeholders in de regio (en dus samen met het projectteam) te kijken wat de mogelijkheden zijn voor het gebruik van de staalslakken voor gebiedsinrichting. Tot slot nog een andere oplossing, welke op een later moment door Deltares is aangedragen, is het gebruik van staalslakken als bodembescherming voor de Lichterhaven.
4.4
Energie neutraal In haar duurzaamheidambities geeft Rijkswaterstaat aan dat zij een reductie van energiegebruik en productie van duurzame energie na streeft. De ambitie van RWS op gebied van energie is als volgt gedefinieerd: “In 2020 zijn de objecten van RWS zelfvoorzienend op het gebied van energie en levert RWS een substantiële bijdrage aan de rijksbrede ambitie van 20% duurzame energie.(Programmaplan RWS duurzaam) De deelnemers van de workshop werden uitgedaagd om oplossingen aan te dragen die bij kunnen dragen aan deze ambities. Een groot aantal oplossingen werd aangedragen die vervolgens te verdelen waren in 1. Energiebesparing bij aanleg en operationeel 2. Energiewinning in de haven en in het gebied
4.4.1
Datum
Pagina
18 december 2009
7/12
Energiebesparing bij aanleg en operationeel Energiebesparing bij aanleg kan vooral plaatsvinden door het beperken van transportafstanden voor het verslepen van materialen. Het ter plaatse hergebruiken van materialen en zo min mogelijk verslepen van materialen levert grote energiebesparing en een grote besparing op van de uitstoot van CO2. Uit een interne studie bij RWS blijkt dat in het productieproces van Rijkswaterstaat grondverzet de grootste bijdrage levert aan de CO2 uitstoot. Operationeel De wijze waarop de lichtervoorziening wordt ingericht is bepalend voor het toekomstige energieverbruik van deze overslagfaciliteit.. Om die reden is het van belang om vooraf na te gaan wat de mogelijkheden (en de energiewinst is van de volgende opties: a. Gebruik van walstroom (aanleggen/verzorgen van een netwerk), b. Vaste kraan op de wal (schepen aanpassen), c. Gebruik van sleepboten, d. Invaart schepen, e. Inrichting van de gebouwen, f. Benutten van energie uit windmolens g. Binnenschepen (CO2 reductie bij gebruikte brandstoffen)
4.4.2
Energiewinning in de haven en in het gebied In de aan te leggen haven kan energie worden gewonnen uit stroming. Op de kades van de aan te leggen haven kan energie gewonnen worden door windmolens en zonnecollectoren te plaatsen. Energiewinning in het gebied kan op verschillende manieren plaatsvinden. Door de deelnemers zijn de volgende suggesties gedaan voor winning van energie: 1. uit de spui energie uit de sluizen; 2. uit algen; 3. osmose centrale 4. uit sluishoogte verschil 5. uit de golven bij de pier; 6. uit de restwarmte van golven 7. en uit gebiedsstroming (krachten forteiland) Bij deze opsommingen van energie besparing en energiewinning zijn de suggesties van de deelnemers weergegeven waarover binnen het projectteam consensus bestond. Het gehele overzicht van suggesties is opgenomen in de bijlage.
4.5 4.5.1
Multifunctionaliteit natuur Multifunctionaliteit insteekhaven In het duurzaamheidplan 2012 van Rijkswaterstaat is de volgende ambitie opgenomen over multifunctionaliteit en ruimtelijke kwaliteit: Rijkswaterstaat wil de ruimtelijke kwaliteit van de infrastructuur verhogen en een positieve bijdrage leveren aan de omgeving en de maatschappij.
Datum
Pagina
18 december 2009
8/12
De Insteekhaven kan nieuwe kansen bieden voor natuur. Het ontwerp dient aan te sluiten bij de integrale visie op het Noordzeekanaal gebied. Speerpunten uit deze visie zijn: Duurzaamheid en bereikbaarheid Meer waarde uit het water Buiten gebaande paden Het Rijke Dijk concept waarbij natuurwaarde wordt toegevoegd/geïntegreerd in het ontwerp kan worden toegepast bij de inrichting van de nieuwe insteekhaven. Doel van het toepassen van het Rijke Dijken concept is om meer biodiversiteit, bio-productiviteit en meer recreatiewaarde te creëren. Voor het creëren van natuurwaarden kan bij de inrichting van de insteekhaven een onderscheid gemaakt worden in droog (boven de gem. Waterlijn, droog-nat en nat. In het droog-nat gebied kunnen extra plasbermen gecreëerd worden om de paaimogelijkheden van de vissen te bevorderen. Voor het gedeelte van de oever dat altijd nat blijft zijn de volgende suggesties gedaan om het gebied een meerwaarde te geven: 1. Toepassing rijke dijken concepten (rif, vooroever berm) 2. Golfremmende oevers, golfremmende eco-kades; 3. Hergebruik van staalslakken bij de inrichting van de insteekhaven. (let op ecologie); Naast extra natuurwaarde creëren biedt de insteekhaven ook diverse mogelijkheden voor recreatie. Deze recreatie zal, in verband met veiligheid, echter uitsluitend op de bovenzijde en de buitenzijde van de oevers en in het omringende gebied moeten plaatsvinden.
4.5.2
Multifunctionaliteit in het gebied In het gebied rondom de insteekhaven zijn tal van mogelijkheden voor functiecombinaties. Er lijken tal van kansen te lichten op recreatief, matuur en cultuurhistorisch gebied. In de workshop van 26 januari over gebiedsinrichting zal hierop verder worden ingegaan. Punt van aandacht bij deze workshop zal zijn hoe kan het vrijkomende zand /baggerspecie en de staalslakken worden gebruikt voor de herinrichting van het gebied.
Datum
Pagina
18 december 2009
9/12
5 Van workshops naar praktijk Uit de workshop van 17 november blijkt dat er tal van ambities op gebied van hergebruik materialen, energie, natuur en duurzaamheid zijn. Deze ambities zijn in hoofdstuk 4 weergegeven. Samen met ambities die voortkomen uit de workshop Gebiedsinrichting en Milieuvriendelijk werken worden de ambities gerangschikt naar C2C aspecten. Hieronder een samenvatting. Kwaliteit en waarde
Huidige kernfunctie: slipdepot Huidige kwaliteit waarde: • Ringdijk van 500.000 ton staalslakken (gedeeltelijk op eigendom Corus, dient gedeeltelijk op kosten van Corus te worden verwijderd.) • Met daarin 1.000.000 m2 vervuilde baggerspecie (RWS) • Afgegraven tot 16m –NAM • Uitzichtpunt op zee en industrie Toekomstige kernfunctie: averij/insteek haven Gewenste waarde en kwaliteit: Wens is om waarde gebied te verhogen tot een: Averij haven. Het depot moet
daarvoor worden teruggebracht tot een insteekhaven met een diepte van circa NAP -20 meter, met een lichterlocatie, zonder verdere (haven)voorzieningen. De kanten dienen afgewerkt te worden met een adequate oeverbescherming Kringloop
Uitwerking ambitie 1 Uitwerking ambitie 2 Uitwerking ambitie 3 Etc.
Vernieuwbare energie
Uitwerking ambitie 1 Uitwerking ambitie 2 Uitwerking ambitie 3
Diversiteit biodiversiteit cultureel conceptueel
Uitwerking ambitie 1 Uitwerking ambitie 2 Uitwerking ambitie 3
Uiteindelijk worden de duurzaamheidambities van het projectteam verder uitgewerkt en zo concreet mogelijk gemaakt. Vervolgens worden deze ambities vertaald in contracteisen zodat ook daadwerkelijk een duurzaam ingerichte en functionerende insteekhaven wordt verkregen.
Datum
Pagina
18 december 2009
10/12
BIJLAGE 1 Weergave Flap Overs workshop 17 november 2009.
Hergebruik materialen Baggerspecie uit: Averijhaven Vaargeul Bso toekomst
Kwaliteit baggerspecie --+ +
Averijhaven
Zandscheiding Water zuinig baggeren
Algemeen
Vervuild materiaal naar slufter Schoon voor inrichting gebied Preventie van aanwas baggerspecie
staalslakken
Grote vrijkomende gecontroleerd opbreken brokken Toepassen onder de water lijn Toepassen voor infrastructuur onder de wegen
Hoeveelheid ++ -+ +
nieuwe technieken Nader onderzoek
4 rood 2 rood 2 rood
Nader uitwerken
1 groen
onderzoek
1 groen
2 groen 3 groen
Energie behoefte / winning Aanleg
Beperken van de afstand Ter plaatse hergebruiken Verplaatsen materialen Kleine of grote transporten
operationeel
Walstroom (is er een netwerk) Vaste kraan op de wal (schepen aanpassen) Verlichting (hinder vogels) Sleepboten Invaart schepen Gebouwen Assemblage vb windmolens Binnenschepen CO2 reductie Meerdere kranen voor capaciteit vergroten
2groen 3groen 2groen
1rood 1 groen 4 rood
Datum
Pagina
18 december 2009
11/12
Energie winning haven
Energie uit stroming
1 groen
Wind energie (contact abb) zonnepanelen
Energie winning gebied
1 groen
Spui energie sluis
1 groen
Algen Osmose centrale Slis hoogte verschil Pier golven Restwarmte corus Gebiedstroming uitzoeken (krachten fort eiland) Golven van schepen
4 groen 1 groen 3 rood
Multifunctionaliteit natuur droog
Droog-nat nat
Rijke dijken vorm met fort
landschap EHS
Golf remmende stranden/ ecopier Hergebruik staalslakken (delta gebied) Hergebruik zand Denk grote gebied!
recreatie
recreatie
beheer
Beheer aanleg
Schone schepen geen antifouling
K: C: K: C:
plasdras, paai, ehs reyxxx weg parkeren rif vooroever berm ruimte
K: win-win Vraag: werkt het hoe? K: golf/xxxx/ ecologie Vraag: effect K: meer reliëf K:xxxx V: hoe? K: meer diversiteit C: intensieve recreatie Vraag: kosten
3 groen
3 groen 4 groen 2 rood 2 groen
4 rood
3 groen
Datum
Pagina
18 december 2009
12/12
Bijlage 2: Lijst deelnemers workshop 1 (datum 17 november 2009)
Naam
Organisatie
Yvonne de Keulenaar
RWS NH
Harm Slootweg
RWS NH
Peter Kuipers
RWS NH
Carol Lensing
RWS NH
Yvonne de Wit
RWS NH
Babette Lijten
RWS NH
Ed Nijman
RWS NH
Marco v. Wieringen
RWS NH
Tamara v.d. Horst
RWS NH
Ton van Breemen
Haven van Amsterdam
Marco Pluijm
Haven van Amsterdam
Renee van der Linden
Gemeente Velsen
Bart v.d. Bovenkamp Hans Lely
Milieudienst IJmond
Herman van Anker
Havenbedrijf
Mieke Ketelaars
Deltares
Mindert de Vries
Deltares
Mattijs Erberveld
RWS Waterdienst
RWS NH