Versie 2015 - 03
Christelijke Basisschool “De Borgstee” Nesweg 19 9909 AV Spijk Telefoon: 0596-592006 1
CBS De Borgstee Een veilige leer – werk omgeving voor ieder kind! De Burcht is een christelijke dorpsschool met als doel kinderen verder te helpen in hun ontwikkeling door het geven van goed onderwijs. Wij geloven dat de Bijbel de grondslag moet zijn van ons onderwijs en onze opvoeding. In ons omgaan met elkaar willen we ons christen zijn laten zien: vriendelijkheid, respect, samenwerking, gelijke rechten, zorg voor de zwakken en solidariteit zijn belangrijk binnen onze school. Wij zijn een school die invulling geeft aan de naam. De Burcht is een school waar kinderen zich veilig en vertrouwd voelen en waar ze dagelijks met plezier naar toe gaan.
Wij bieden: Vriendelijk en enthousiast team Een team dat elk kind ziet als uniek en waardevol Kwalitatief goed onderwijs Aandacht en zorg voor het kind op elk niveau Moderne leermiddelen Computeronderwijs Een open school waar ouders, kinderen en team in harmonie samenwerken Projecten, vieringen, sport en spel Goede voorbereiding op het vervolgonderwijs
2
Schoolgids inhoud Voorwoord 1 De school 1.1 De stichting CPO Noordkwartier 1.2 Bestuur 1.3 De naam van de school 1.4 Schoolgrootte 1.5 Schooltijden van de Burcht 1.5.1 Pleinwacht 1.6 BHV 1.7 Sociaal Veiligheidsplan 1.7.1 Veiligheid in en om school 1.8 Anti Pestprotocol 2 Missie, uitgangspunten of prioriteiten 2.1 De grondslag van de school 2.2 Het klimaat van de school 2.3 Een school om te leren 2.4 Een sociale school 2.5 Een school waar kinderen leren medeverantwoordelijk te zijn 2.6 Een school die wil helpen 2.6.1 School sponsorplan 2.6.2 Kinderpostzegels 2.7 Rechten en plichten van ouders en verzorgers 2.8 Rechten en plichten van de school 3 Het onderwijs 3.1 De organisatie van de school 3.1.1 Schoolorganisatie 3.2 Groepssamenstelling 3.3 Onderwijstijd 3.4 Vak en vormingsgebieden 3.4.1 In de kleutergroepen 3.4.2 Godsdienstige Vorming 3.4.3 Sociaal Redzaamheid 3.4.4 Lezen 3.4.5 Taal 3.4.6 Schrijven 3.4.7 Rekenen 3.4.8 Aardrijkskunde 3.4.9 Geschiedenis 3.4.10 Natuuronderwijs 3.4.11 Techniek 3.4.12 Cultuureducatie 3.4.13 Verkeer 3.4.14 Expressie activiteiten 3.4.15 Muziek 3.4.16 Bewegingsonderwijs 3.4.17 Computeronderwijs 3.4.18 Engels 3.4.19 EHBO 3.4.20 Actief burgerschap en sociale integratie 3.5 Contacten met andere instellingen 3.5.1 Voorschoolse en Naschoolse opvang 3.5.2 De Jeugdgezondheidszorg op de basisschool 3.5.3 Centrum voor Jeugd en Gezin 3.5.4. Leerlingenhulp en behandeling onder schooltijd
3
3.5.5 Peuterspeelzaal 3.5.6 Inspectie 3.6 Bijzondere activiteiten 3.6.1 Stoetboom 3.6.2 Verjaardag juf of meester 3.6.3 Sint Maarten 3.6.4 Schoolfotograaf 3.6.5. Sinterklaas 3.6.6. Kerst 3.6.7 Pasen 3.6.8 Schoolreis 3.6.9 Kleuterfeestdag 3.6.10 Feestelijke ouderavond 3.6.11 Projectweek 3.6.12 Sportdag 3.6.13 Schoolvoetbal 3.6.14 Kinderboekenweek
4 De zorg voor kinderen 4.1 Nieuwe leerlingen 4.2 Het jonge kind 4.3 Leerlingvolgsysteem 4.3.1 Dagelijks werk 4.3.2 De sociaal emotionele ontwikkeling 4.3.3 Cito toetsen 4.3.4 De entreetoets voor groep 7 4.3.5 De Cito eindtoets 4.4 De verslaggeving 4.4.1 Leerling-dossier 4.4.2 Onderwijskundig rapport 4.4.3 Teambesprekingen over vorderingen van leerlingen 4.4.4 Oudergesprekken 4.4.5 Rapporten 4.5 Speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften en leerling-gebonden financiering 4.5.1 De procedure 4.5.2 De voorzieningen 4.5.3 De zorg voor kinderen 4.5.4 Passend Onderwijs 4.5.5 De Permanente Commissie Leerlingenzorg 4.5.6 Opname van kinderen met een handicap 4.5.7 Wat kunnen we doen voor gehandicapte kinderen 4.5.8 Waar onze grenzen liggen 4.5.9 De groepsleerkrachten 4.5.10 De interne leerlingbegeleiding 4.5.11 Zitten blijven 4.5.12 Verwijzing naar een school voor speciaal onderwijs 4.5.13 Groep overslaan 4.5.14 Speciale opvang van hoogbegaafden 4.5.15 Zorg voor langdurig zieken 4.5.16 Als een kind niet graag naar school gaat 4.5.17 Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling 4.6 De begeleiding naar het Voortgezet Onderwijs 4.6.1 De voorlichting aan ouders 4.6.2 De wijze van adviseren en de procedure 4.6.3 Afscheid groep 8 4.6.4 Huiswerk 4.6.5 Resultaten van het onderwijs
4
5 Zorg voor kwaliteit 5.1 Werken aan kwaliteitsverbetering 5.1.1 Kwaliteitsverbetering door goede methoden 5.1.2 Kwaliteitsverbetering dankzij aandacht voor sociaalemotionele ontwikkeling 5.1.3 Kwaliteitsverbetering dankzij goed personeel 5.1.4 Kwaliteitsverbetering door een leerlingvolgsysteem 5.1.5 Kwaliteitsverbetering dankzij een Schoolplan/Zorgplan 5.1.6 Beleidsvoornemens 6 Het personeel 6.1 De samenstelling van het team 6.2 Personeel (overig) 6.2.1 Wijze van vervanging 6.2.2 De begeleiding van stagiaires 6.2.3 Lio- stagiaire 6.2.4 Scholing van leerkrachten 7 De ouders 7.1 Leerplicht 7.1.1 Maatregelen preventie schoolverzuim 7.1.2 Schorsen en verwijderen van leerlingen 7.1.3 Regels in geval van schoolverzuim 7.2 Klachtenregeling 7.3 Contacten met ouders 7.3.1 Informatie avonden 7.3.2 Huisbezoek 7.3.3 Contactavonden 7.3.4 Inloop 7.3.5 Koffieuurtje 7.3.6 Nieuwsbrief 7.3.7 Rapport 7.3.8 Website 7.3.9 Oudergeledingen 7.4 Ouderbijdrage 7.5 Overige informatie 7.5.1 Op de fiets naar school 7.5.2 Verboden toegang 7.5.3 Fruit en drinken 7.5.4 Lunch 7.5.5 Verjaardag van een leerling 7.5.6 Schoeisel en kleding 7.5.7 Schoolverzekering 7.5.8 Beleid sponsoring 7.5.9 Bibliotheek 7.5.10 Beleid mobieltjes
5
Voorwoord “De Borgstee” : samen bouwen aan de toekomst! Met deze schoolgids willen we u zo goed mogelijk informeren over de organisatie van onze school en de inrichting van ons onderwijs. Deze schoolgids geeft mede aan waar onze school voor staat, welke uitgangspunten wij hanteren en hoe we proberen de kwaliteit te verbeteren, zodat ouders weten waar ze de school op mogen aanspreken. De basisschool is een belangrijk stukje van je leven. Voor de kinderen en voor u. Jarenlang dezelfde weg van huis naar school. In de loop van de jaren bezoekt een kind bijna 8000 uur de basisschool. Dat is een belangrijk deel van een kinderleven en daarom kies je een school met zorg. Scholen verschillen steeds meer, in hun manier van werken, in de sfeer en in wat kinderen leren. Scholen hebben verschillende kwaliteiten. Misschien zoekt u een school, omdat uw kind binnenkort 4 jaar wordt. Of moet uw kind veranderen van school, omdat u gaat verhuizen. Misschien zoekt u een school die beter bij uw kind past. Deze gids is geschreven om u te helpen bij de keuze van een school. Aan wie al kinderen op De Burcht heeft leggen wij verantwoording af over onze manier van werken en de behaalde resultaten. Aan de andere ouders leggen we uit wat ze mogen verwachten als hun kind een leerling van onze school wordt. We hopen dat u deze schoolgids met interesse zult lezen. U bent altijd welkom voor suggesties en/of voor een toelichting. Namens het schoolteam, Herman Mulder
6
1. De school 1.1 Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs, ‘Noordkwartier’ CBS De Borgstee is één van de dertien scholen van de Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs ‘Noordkwartier’ in de gemeente Delfzijl, Appingedam en Loppersum. De stichting stelt zich ten doel werkzaam te zijn tot instandhouding van de Protestants Christelijke scholen voor basisonderwijs in de gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum: - CBS Roemte te Loppersum - CBS De Citer te Appingedam - CBS Wicher Zitsema te Middelstum - CBS De Triangel te Appingedam - CBS De Crangeborg te Stedum - CBS De Meerpaal te Delfzijl - CBS De Blinke te Wagenborgen - CBS Farmsumerborg te Farmsum - CBS Wicher Zitsema te Middelstum - CBS De Vore te Delfzijl - CBS De Windroos te Delfzijl - CBS De Zaaier te Delfzijl
Vanuit CBS De Borgstee werken we samen met de andere scholen van de Stichting, zoals die hierboven zijn genoemd. Binnen deze dertien scholen vindt uitwisseling van kennis, ideeën en soms ook van personeel plaats. Er is een directeurenoverleg o.l.v. een bovenschools directeur, waarin de meerwaarde van gezamenlijkheid steeds wordt onderzocht en waar mogelijk wordt benut. De dagelijkse leiding van de Stichting Noordkwartier is in handen van de algemeen directeur/bestuurder, dhr. Geert Meijer, en adjunct algemeen directeur mevr. Wilma Drenth. Overdag zijn ze te bereiken op telefoonnummer: 0596- 632397. De stichting Noordkwartier heeft als grondslag de Bijbel. De Bijbel is het door God geïnspireerde Woord en is richtinggevend voor al het werk van de vereniging. Het doel van de stichting is: werkzaam te zijn tot oprichting en instandhouding van scholen voor Christelijk basisonderwijs te Appingedam, Delfzijl en Loppersum. In onderwijsjargon heten Christelijke scholen “bijzondere” scholen. Het bijzondere ligt voor een deel in het verleden waarbij het christelijk onderwijs is ontstaan vanuit de inzet van ouders. Natuurlijk moeten ook “bijzondere” scholen zich aan de regels en onderwijswetten houden. Aan elke school is een directeur verbonden. Deze is verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de school. Hierdoor kan gegarandeerd worden dat elke school haar eigen identiteit behoudt, haar eigen inkleuring mag geven aan het onderwijs, binnen de algemene kaders op stichtingsniveau. 1.2 Bestuur De stichting is door fusie ontstaan uit de verenigingen van de gemeenten Delfzijl/Appingedam en Loppersum. Vanaf 1 januari 2013 is de vereniging omgezet naar een stichting en wordt er nu gewerkt met een Raad van Toezicht (voormalig bestuur van de vereniging) en een College van Bestuur (voormalig bovenschools management), volgens de code goed bestuur. De Raad van Toezicht vergadert 10 x per jaar, waarvan 2 x met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). De stichting kent een Raad van Toezicht. De belangrijkste zaken waar zij zich mee bezig houden, zijn o.a. de taakverdeling tussen bestuur en directie en beleid t.a.v. personeel, financiën en onderwijs. Er is een College van Bestuur aangesteld, die diverse taken van het bestuur en de directies heeft overgenomen. De (adjunct) algemeen directeur en/of enkele directieleden zijn adviseur bij de bestuursvergaderingen.
7
Raad van Toezicht Klaas van der Wal Otto Albeda Annet Binnekamp Hijlko Feitsma
voorzitter lid lid lid
College van Bestuur Geert Meijer
Directeur bestuurder
Bovenschools management Geert Meijer Wilma Drenth
Directeur Adjunct algemeen directeur
GMR Kars Jan Huisman Karin van Dijk Janny Kooistra Leon van Dijk Deddy Cinjee Vacature Laura de Reus
Voorzitter, oudergeleding Oudergeleding Oudergeleding Personeelsgeleding Personeelsgeleding Personeelsgeleding Onafhankelijk secretaris
Vertrouwenspersoon van Noordkwartier: Mevrouw. N. Wiersma Omtadaweg 1 9915 TA ‘t Zandt 1.3 De naam van de school De C in de naam staat voor de christelijke identiteit. Een borg (ook: börg) is de Groningse variant van een burcht, oftewel een versterkt kasteel. Vroeger stonden er in Spijk en Bierum drie borgen. De borg Luinga stond in Bierum en de Ubbenaborg stond aan de Nesweg, evenals de school. De aanwezigheid van de borgen verbindt de omliggende dorpen. Een borg is een versterkte plaats of een toevluchtsoord. De school moet zo ook geborgenheid bieden en moet ook een veilige leer- en werk omgeving zijn voor de kinderen. Het Groningse woord “stee” betekent plaats en plek (van het Engelse stay). Het geeft een gevoel van “thuis” zijn en een plek waar je graag wilt zijn, mag zijn en kunt blijven. Kortom een plezierige plek. (bijvoorbeeld: Zai binnen op stee of ’t Olderliek stee). De naam Borgstee drukt dus een plezierige plek uit waar je je geborgen kunt voelen. Uitleg van het logo: De twee mensfiguren kunnen leerlingen, ouders en leerkrachten zijn. Ze strekken de handen naar elkaar uit wat betekent dat ze er voor elkaar zijn, aandacht hebben voor elkaar en voor de school. Tussen de twee figuren staat een toren opgebouwd uit drie gekleurde blokjes, rood, oranje en geel. De blokkentoren (speelgoed) zegt dat het hier gaat om een plek waar kinderen zijn nl. een school. De toren staat verder voor de toren van Borg Luinga en voor het torentje van Spijk. Het gele driehoekje verwijst naar de vlag van Spijk en heeft te maken met de betekenis van Spijk nl. “puntig”. Binnen dit logo verwijst het dus naar de plek waar de school staat: Spijk. De golvende lijnen zijn terug te vinden in o.a. het wapen van Bierum en Spijk, omdat ze beiden vroeger aan zee lagen.
CBS De Borgstee: SAMEN BOUWEN AAN DE TOEKOMST.
8
1.4 Schoolgrootte De school wordt bezocht door ongeveer 162 leerlingen ( per 1 oktober 2015) verdeeld over 8 groepen. Op De Borgstee wordt indien noodzakelijk lesgegeven in combinatiegroepen van maximaal twee groepen. De school heeft een parttime directeur. De directeur werkt drie en een halve dag op school. Er werken 15 vaste onderwijskrachten op de Borgstee. De onderwijskrachten werken in volledig of parttime dienstverband. Het streven is dat er maximaal 3 onderwijskrachten voor een homogene groep of voor een combinatiegroep staan. 1.5 Schooltijden De Borgstee werkt met een continurooster. Dat wil zeggen dat alle leerlingen overblijven op school. De schooltijden zien er als volgt uit: Op maandag t/m donderdag van 8.25 – 14.15 uur Vrijdag van 8.25 – 12.15 uur Groepen 1 en 2 zijn op vrijdag vrij. 1.5.1 Pleinwacht ’s Ochtends is er vanaf 8:15 uur pleinwacht. In de pauze en tussen de middag is er pleinwacht. Het is niet toegestaan dat kinderen eerder naar school komen, maar verwacht wordt dat ze komen op het tijdstip dat de pleinwacht op het plein is. 1.6 BHV (Bedrijfshulpverlening) Een ongelukje op school. Als uw kind op school een ongelukje mocht krijgen, dan doen wij het volgende: Is het niet ernstig, dan behandelen wij het kind zelf. Drie leerkrachten hebben het diploma Bedrijfshulpverlening. Is het ernstiger, dan doen wij het noodzakelijkste. Wij zoeken contact met een arts en bellen u dan onmiddellijk op. U of wij gaan met uw kind naar de dokter of zo nodig, naar het ziekenhuis. 1.7 Sociaal Veiligheidsplan Een veilig klimaat op school zou iets vanzelfsprekends moeten zijn, helaas is dat niet iets wat vanzelfsprekend is. Wij willen een veilige school zijn. Mocht er onverhoopt toch wat gebeuren, dan is het handig om een plan van aanpak te hebben. Op onze school hebben we een Sociaal Veiligheidsplan. Het plan bestaat uit een vrij uitgebreide verzameling van protocollen, regelingen, afspraken, informatie en draaiboeken, die betrekking hebben op het relationele functioneren van personen (kinderen, leerkrachten, ouders en anderen) in en rond de school. Wij voeren een actief beleid op het gebied van de sociale veiligheid van leerlingen en personeel Onze school doet aan preventie. Onze school wil incidenten adequaat aanpakken. 1.7.1 Veiligheid in en rond de school Op de school is een ontruimingsplan aanwezig. Dit plan is uitgewerkt om de veiligheid van kinderen en leerkrachten te vergroten, in het bijzonder als er brand uitbreekt. In elk lokaal hangt een ontruimingsplan op een duidelijk zichtbare plaats. In overleg met de brandweer zijn in het schoolgebouw diverse voorzieningen aangebracht om bij een alarmsignaal het schoolgebouw snel te kunnen ontruimen. Als er brand uitbreekt, is het belangrijk dat de kinderen weten waar ze naar toe moeten. Pas als iedereen buiten en afgemeld is, mogen de kinderen naar huis; niet eerder! Dit omdat we er zeker van moeten zijn dat er niemand is achtergebleven. We hopen dat dit alles zal bijdragen tot een grotere veiligheid voor iedereen. In de derde of vierde week na het begin van het schooljaar is er een aangekondigde ontruimingsoefening. Er zal ook een onaangekondigde oefening plaats vinden voor de zomervakantie. Het document ‘Sociaal veiligheidsplan Noordkwartier’ voorziet in alle zaken rondom veiligheid. Het document is op te vragen en in te zien bij de directeur.
9
1.8 Anti pestprotocol Wij willen de leerlingen een veilig pedagogisch klimaat bieden. Het is daarbij belangrijk om een duidelijk en helder beleid te hebben, waar alle betrokkenen op terug kunnen vallen in geval van pestgedrag. In het pestprotocol is beschreven op welke manier we het pestgedrag in voorkomende gevallen benaderen. Het biedt alle betrokkenen duidelijkheid over de impact, de ernst en de aanpak van dit ongewenste gedrag. De ouders en leerlingen worden over de inhoud van het anti pestprotocol geïnformeerd. Het protocol kunt u nalezen op de website.
10
2. Waar de school voor staat Missie, uitgangspunten of prioriteiten 2.1 De Grondslag van de school Onze school wil stimuleren dat de kinderen een bewust op het Evangelie gebaseerde levenshouding ontwikkelen. Wij geloven dat de Bijbel de grondslag moet zijn van ons onderwijs en onze opvoeding. “De Borgstee” is een Christelijke school. Dat betekent niet, dat de school niet open staat voor alle kinderen. Iedereen die zich thuis voelt bij deze manier van leven en werken is welkom. Onze Christelijke signatuur is zichtbaar in de volgende onderdelen: - In de eerste plaats in het feit dat we de Bijbel als grondslag nemen, omdat het Gods Woord is, waarin Hij Zichzelf en Zijn doel met de mens aan ons bekend maakt en waarin getuigd wordt van Zijn Zoon, Jezus Christus. In ons omgaan met elkaar willen we graag een stukje van ons christenzijn proberen te laten zien. Gelijke rechten, verdraagzaamheid, respect, samenwerking, zorg voor de zwakken en solidariteit zijn belangrijk binnen onze school. - In de tweede plaats is onze signatuur zichtbaar in de dagopeningen. Er worden verhalen verteld uit de Bijbel en uit onze godsdienstmethode Trefwoord, de kinderen zingen Bijbelse liedjes en de dag wordt geopend en afgesloten met gebed. Het doel van de Bijbelse verhalen is om kinderen vertrouwd te laten raken met de Bijbel en kennis op te doen over de Bijbel. We proberen elke dag weer de woorden van Jezus (uit de Bijbel) te vertalen naar de tijd van nu en in de praktijk waar te maken, overigens in de overtuiging dat dit een moeilijke opdracht is. - In de derde plaats in onze vieringen. Verhalen en vieringen werken als cement, dat mensen samenbindt. 2.2. Het klimaat van de school “De Borgstee” is een veilige leer – werk omgeving voor ieder kind! Dit houdt in dat we er voor willen zorgen, dat “De Borgstee” een plaats is, waar kinderen iedere dag ervaren: het gevoel dat ze er mogen zijn, belangrijk zijn. We willen dat de kinderen zich veilig en prettig voelen. 2.3 Een school om te leren Onze school wil uitvoering geven aan de kerndoelen van het onderwijs. We willen dat kinderen zich goed kunnen ontwikkelen en dat ze veel leren. We leggen de nadruk op de basisvaardigheden (rekenen, taal en vooral lezen) zonder de overige vakgebieden te vergeten. We accepteren dat kinderen heel verschillend zijn en houden daarmee rekening bij ons onderwijs. We willen uit elk kind halen wat er in zit. 2.4. Een sociale school Wij willen kinderen leren op een goede manier met elkaar om te gaan. Daarom vertellen we de kinderen dat er regels gelden in en om de school. Orde en regelmaat zorgen er voor dat er ruimte is voor elk kind. We streven er naar meer energie in het belonen dan in het straffen te stoppen. Wij willen kinderen niet alleen onderricht geven in de schoolvakken, maar ook leren samen te werken en verantwoordelijkheid te dragen. Onze school wil een omgeving zijn waar kinderen zich kunnen ontwikkelen in een houding van zelfvertrouwen, zelfkennis en positief gedrag. Via het programma “KiVa” en “Leefstijl” werken we hier gericht aan. (zie ook verderop in deze gids 3.3.3) 2.5 Een school waar kinderen leren medeverantwoordelijk zijn Kinderen leren medeverantwoordelijk te zijn voor een positieve veilig leer en werkomgeving. Na de zomervakantie start een leerling in een nieuwe leergroep met een nieuwe leerkracht(en). We gebruiken de eerste weken om met elkaar als nieuwe groep kennis te maken en elkaar beter te leren kennen. We gaan met elkaar als groep afspraken maken. De leerlingen worden gestimuleerd tot het zelf nadenken over deze afspraken. De gemaakte afspraken worden opgeschreven en deze gelden voor de hele groep. Tussentijds worden de afspraken geëvalueerd, bijgesteld of er worden nog afspraken toegevoegd. We willen leerlingen bewust maken, dat hun houding belangrijk is voor de sfeer in de groep en op school. We maken tijdens dit proces gebruik van de methodiek uit de methode KiVa en Leefstijl. Dit is een methode ter bevordering van de sociaal-emotionele ontwikkeling.
11
Schoolregels: Om het overzichtelijk te houden hanteren wij op school als basis vijf schoolregels. Die kunnen zo nodig in de klas verder worden uitgewerkt. Deze vijf regels luiden als volgt: 1. Hoe gaan we om met elkaar? Voor groot en klein zullen we aardig zijn. 2. Hoe gaan we om met onze schoolspullen en die van een ander? We zullen goed voor onze spullen zorgen, dan zijn ze weer te gebruiken voor morgen. 3. Hoe bewegen we ons binnen en buiten de school? De school is van binnen een wandelgebied en buiten hoeft dat lekker niet. 4. Hoe houden we onze klas netjes? Alle rommel direct opruimen, dat mag je geen dag verzuimen. 5. Hoe gedragen we ons in de klas? Respect, begrip, een luisterend oor, daar gaan we met z`n allen voor. samen spelen, samen sporten, samen werken, samen opruimen. SAMEN LUKT ALLES BETER Aan het begin van het schooljaar worden de regels ingeoefend en het pestprotocol uitgelegd. De leerlingen ondertekenen een omgangsprotocol. 2.6 Een school die wil helpen 2.6.1 School Projectplan: We willen als school midden in de samenleving staan en wanneer dat nodig is ook inzamelingen organiseren voor projecten, landelijke en regionale acties e.d. 2.6.2 Kinderpostzegels: Met de groepen 7 en 8 doen we één keer in de twee jaar mee aan de kinderpostzegelactie. Met de obs Fiepko Coolman hebben we de afspraak gemaakt, dat wij het ene jaar en dat zij het andere jaar mee doen aan de kinderpostzegelactie. 2.7 Rechten en plichten van ouders en verzorgers Het is fijn te weten op welke rechten u als ouder(s)/verzorger(s) kunt terugvallen en aan welke plichten u als ouder(s)/verzorger(s) (of leerling) moet voldoen op school. Het gaat hierbij om de volgende zaken:
Leerplicht Wanneer en hoe lang moet uw kind naar school? Informatierecht De school moet u informatie verschaffen over de ontwikkeling van uw kind. Inspraak en medezeggenschap In de (G)MR en/of de ondersteuningsplanraad kunt u meebeslissen over verschillende zaken binnen school of samenwerkingsverband. Instemmingsrecht Het recht van ouders om in te stemmen met het onderwijsaanbod van de school. Niet eens met de school Mogelijkheden om klachten te bespreken en in te dienen.
Leerplicht De leerplicht begint bij een kind van 5 jaar en eindigt in het jaar waarin de jongere tenminste 12 volledige schooljaren heeft genoten, of aan het eind van het jaar waarin de jongere de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt. Als uw kind dan nog geen havo-, vwo- of mbo-2-diploma heeft, moet het doorleren tot het 18 jaar is. Dit heet kwalificatieplicht. Als ouder bent u verplicht ervoor te zorgen dat uw kind op een school staat ingeschreven en dat uw kind deze school bezoekt. Deze verplichting geldt zolang uw kind leerplichtig en minderjarig is. Wanneer uw kind twaalf jaar is, is hij wel zelf verantwoordelijk voor het geregeld bezoeken van de school.
12
Als uw kind langer dan drie dagen van school wegblijft, moet de school dit melden bij de leerplichtambtenaar. Deze gaat dan kijken waarom uw kind niet naar school gaat. De leerplichtwet onderscheidt drie soorten schoolverzuim: absoluut verzuim (uw kind staat niet ingeschreven bij een school) relatief verzuim (spijbelen) luxe verzuim (zonder toestemming van school buiten de schoolvakanties op vakantie gaan) Als uw kind geen geldige reden heeft, dan overtreedt hij de leerplichtwet. De rechter kan beslissen om u of uw kind een straf te geven, met als doel ervoor te zorgen dat hij weer naar school gaat. Wanneer uw kind niet in staat is om onderwijs te volgen vanwege lichamelijke of psychische ongeschiktheid dan kunt u een beroep doen op vrijstelling van inschrijving. Daarvoor heeft u een recente verklaring nodig van een door de leerplichtambtenaar aangewezen arts of psycholoog. Als een leerling wegblijft van school moet de school dit via het digitaal verzuimloket van DUO melden aan de leerplichtambtenaar. Informatierecht U heeft recht op informatie over de schoolprestaties van uw kind. De school is verplicht u informatie te verschaffen over de ontwikkeling van uw kind. Dit kan in een oudergesprek. Ook kunt u zelf contact met school opnemen. Als de school u geen informatie wil verstrekken - om wat voor reden dan ook - kunt u contact opnemen met de directie of het bestuur van de school. Inspraak en medezeggenschap De verantwoordelijkheid voor het beleid van de school is in handen van het schoolbestuur. Dit beleid is meestal van invloed op de leerlingen, het personeel en de ouders. Leerlingen, ouders en personeel kunnen invloed op het beleid uitoefenen door middel van de medezeggenschapsraad (MR) die iedere school verplicht moet hebben. Dit is vastgelegd in de Wet medezeggenschap op scholen (Wms). In het basisonderwijs bestaat een MR uit ouders en personeelsleden. In het voortgezet onderwijs uit ouders, personeelsleden en leerlingen. Wie lid mag worden van de MR wordt bepaald door verkiezingen. Het medezeggenschapsreglement kan worden opgevraagd bij de directeur. Belangrijke beslissingen moet het bestuur voorleggen aan de MR, voor advies (adviesrecht, bijvoorbeeld over het ondersteuningsprofiel van de school) of instemming (instemmingsrecht, bijvoorbeeld bij de hoogte van de ouderbijdrage). Ouders en leerlingen hebben nog een speciaal instemmingsrecht: over schoolgids, onderwijstijd en buitenschoolse activiteiten. Als de MR het niet eens is met het bevoegd gezag van de school als het gaat om het nemen van een beslissing, dan kan de MR naar een geschillencommissie gaan. Een GMR heeft medezeggenschap in het beleid op bovenschools niveau, dus allerhande zaken die álle scholen aangaan (de MR richt zich op het beleid op schoolniveau). De GMR heeft instemmingsen adviesbevoegdheid op een groot aantal beleidsonderdelen. Bijvoorbeeld instemmingsrecht over onderwijskundige doelstellingen of het meerjarenbeleidsplan, adviesbevoegdheden over bijvoorbeeld de hoofdlijnen van het financiële beleid, huisvesting en onderhoud. De GMR bestaat uit een personeelsgeleding en een oudergeleding. In het voortgezet onderwijs bestaat de oudergeleding uit ouders en leerlingen. Instemmingsrecht Instemmingsrecht is de verantwoordelijkheid en het recht van ouders om wel of niet in te stemmen met het aanbod van de school voor wat betreft de kwaliteit van het onderwijs en het ondersteuningsaanbod en de plaats waar het kind onderwijs krijgt. Twee vormen van instemmingsrecht gaan bij de invoering van passend onderwijs veranderen ten opzichte van de huidige situatie:
13
In de huidige situatie hebben ouders instemmingsrecht over de plaatsing op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Nu is het zo dat als ouders zich niet met de plaatsing op een school voor (v)so kunnen verenigen, deze plaatsing niet gerealiseerd kan worden. Dat instemmingsrecht vervalt bij de invoering van passend onderwijs. Dan gaat de school namelijk bepalen of een leerling al dan niet op een school voor (v)so wordt geplaatst. Ouders die het
daar niet mee eens zijn kunnen in overleg treden met het bestuur van de school. Als dat niet tot een oplossing leidt, kunnen ouders via de rechter de beslissing van de school aanvechten. In de huidige situatie hebben ouders instemmingsrecht bij de toewijzing van extra onderwijsondersteuning aan hun kind. Dergelijke extra ondersteuning wordt nu beschreven in een handelingsplan, waar ouders hun handtekening onder moeten zetten. Bij de inwerkingtreding van passend onderwijs verdwijnt het handelingsplan en komt het ontwikkelingsperspectief ervoor in de plaats. De minister heeft aangegeven dat het ontwikkelingsperspectief iets is waarbij de professionaliteit van de school leidend is en waarbij geen toestemming van de ouders nodig is. U heeft dus geen instemmingsrecht over het ontwikkelingsperspectief. Wel moet de school over het ontwikkelingsperspectief een op overeenstemming gericht overleg met de ouders voeren. Niet eens met de school Bent u het niet eens met de school wanneer het over uw kind gaat, dan heeft u verschillende mogelijkheden. U vindt bijvoorbeeld dat de school zich niet voldoende aan de zorgplicht houdt: de school waar u uw kind heeft aangemeld wil uw kind niet plaatsen, de school wil uw kind verwijderen of u bent het niet eens met de ondersteuning die uw kind krijgt. Als u ontevreden bent over een situatie op school, dan heeft u het recht om hier een klacht over in te dienen. In hoofdstuk 7.3 staat een beschrijving van de klachtenregeling. Probeer een klacht te voorkomen door met school in gesprek te gaan; eerst met de degene die het meest direct betrokken is, meestal de leerkracht, daarna eventueel met de leidinggevende. Door te praten kan er worden geprobeerd om te zoeken naar een oplossing, waardoor het wellicht niet nodig is een klacht in te dienen. Veel dreigende conflicten komen voort uit verkeerde communicatie of onbegrip. Wacht niet te lang met het signaleren van een probleem; hoe eerder u aan de bel trekt hoe beter het is. Geef duidelijk aan wat het probleem is en probeer niet te veel in detail te treden. Bedenk alvast mogelijke oplossingen, dat kan het gesprek de goede kant op duwen. Soms kunnen emoties hoog oplopen. Als dat het geval is kunt u vragen of een onafhankelijk persoon bij het gesprek aanwezig kan zijn. Een schriftelijk verslag van ieder gesprek, ondertekend door beide partijen, kan ervoor zorgen dat niemand vergeet wat is afgesproken. Als uw klacht over een gevoelige zaak gaat kunt u contact opnemen met de vertrouwenspersoon van de school. Deze staat vermeld in de schoolgids. Als u er in een gesprek met school niet uitkomt, kunt u een formele klacht indienen. In hoofdstuk 7.3 staat hoe en waar u een klacht kunt indienen en welke procedures en termijnen er gelden. De school is verplicht om een klachtencommissie te hebben of om bij een externe klachtencommissie aangesloten te zijn. De school is wettelijk verplicht om te zorgen dat aan de behandeling van de klacht niet iemand deelneemt op wie de klacht gericht is. Ook moet u als ouder in staat worden gesteld uw klacht (mondeling) toe te lichten. Daarnaast moet met de gegevens vertrouwelijk worden omgegaan. Als u een klacht heeft ingediend bij de klachtencommissie van de school, dan zal de klacht in behandeling worden genomen. U krijgt de gelegenheid uw klacht mondeling of schriftelijk toe te lichten. De tegenpartij krijgt deze kans ook. Daarna gaat de klachtencommissie de klacht uitzoeken. Heeft de klachtencommissie een oordeel geformuleerd dan deelt zij deze mee aan de klager, de persoon die is aangeklaagd en aan het bevoegd gezag van de school. Binnen vier weken moet het bevoegd gezag van de school vervolgens schriftelijk aan u meedelen of hij het eens is met het oordeel van de klachtencommissie, en zo ja of hij maatregelen neemt en welke dat zijn. Na afhandeling wordt de klacht en het oordeel doorgestuurd naar de MR van de school. In de notulen van de MR kunt u lezen wat er besproken is over de klacht. De leden van de MR zijn verplicht tot geheimhouding, uw klacht wordt niet naar buiten gebracht.
2.8 Rechten en plichten van de school Regelmatig blijkt dat ouders soms niet zo goed weten wat de rechten en plichten zijn van de school van hun kind. Het is prettig om te weten wat u van de school kunt verwachten.
14
Schoolplan Hoe garandeert de school de kwaliteit van het onderwijs?
Schoolgids Wat moet er minimaal in de schoolgids staan? Leerlingdossier Wie mogen het leerlingdossier inzien? Handelingsplan Wanneer moet de school een handelingsplan maken? Weigering door school Mag een school uw kind weigeren? Schorsing en verwijdering Wat zijn uw rechten als de school uw kind wil schorsen of verwijderen? Op zoek naar een andere school Wat zijn de plichten van de school als u op zoek moet naar een andere school?
Schoolplan Elke school voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs moet elke vier jaar een schoolplan opstellen. In het schoolplan leest u hoe de school de kwaliteit van het onderwijs garandeert. Aan bod komen het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en de interne kwaliteitszorg. Het schoolplan is ook een document waarin de school verantwoording aflegt aan de Inspectie van het Onderwijs over het schoolbeleid. De ouders en de medezeggenschapsraad moeten het schoolplan goedkeuren. Pas daarna keurt het schoolbestuur het plan goed. Schoolgids Elke basisschool is verplicht om elk jaar een nieuwe schoolgids op te stellen en aan de ouders van de leerlingen op hun school kenbaar te maken.(website) In de schoolgids moet minstens de volgende informatie staan: de doelen van het onderwijs de met het onderwijsleerproces bereikte resultaten de wijze waarop de zorg aan het kind wordt vormgegeven de wijze waarop aan de zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en leerlingen met een rugzakje wordt vormgegeven de wijze waarop de verplichte onderwijstijd wordt benut informatie over de ouderbijdrage de rechten en plichten van de ouders, leerlingen en het bevoegd gezag informatie over de klachtenregeling de gronden voor vrijstelling van onderwijs de manier waarop de school omgaat met bijdragen die niet afkomstig zijn uit de ouderbijdragen, of bijdragen die de school toekomt door de wet het beleid met betrekking tot de veiligheid op school hoe de tussen-, voor- en naschoolse opvang wordt geregeld Leerlingdossier Iedere school houdt een leerlingdossier bij over de vorderingen van uw kind. Op grond van de Wet primair onderwijs moet de school u informeren over de vorderingen van uw kind. U heeft het recht om het leerlingdossier in te zien. De school is verplicht om de informatie na een bepaalde termijn te vernietigen. In het dossier worden verschillende gegevens bewaard, zoals administratieve gegevens, adres- en betalingsgegevens, en eventuele absentie. Het belangrijkste gedeelte van het leerlingdossier is het onderwijskundig rapport. Hier wordt inzicht gegeven in de resultaten van een leerling, zijn houding en eventuele aandachtspunten. Verder wordt het basisschooladvies opgenomen, en kan er een psychologisch rapport aanwezig zijn. Het leerlingdossier is strikt vertrouwelijk. Naast u en uw kind mogen alleen de schoolleiding en het onderwijspersoneel dat bij uw kind betrokken is het dossier inzien. In enkele gevallen mogen ook derden het dossier inzien: bij de plaatsing van uw kind op het speciaal onderwijs bij de overgang naar een andere school
15
Handelingsplan Wanneer uw kind op het speciaal onderwijs zit, wordt er over de begeleiding van uw kind een handelingsplan opgesteld. In het handelingsplan staat in elk geval: het niveau van uw kind de onderwijsdoelen die de school voor uw kind wil bereiken welke maatregelen de school neemt om die doelen te bereiken welke externe deskundigen de school inschakelt welke eventuele speciale voorzieningen door de school worden getroffen de manier waarop de school de vorderingen van uw kind volgt en registreert hoe het geld van de rugzak wordt besteed op welke manier en hoe vaak er overleg is tussen de school en u wie het initiatief neemt voor dit overleg hoe u op de hoogte blijft van de vorderingen van uw kind De school stelt het handelingsplan in overleg met u op. Dat gebeurt elk schooljaar. Als ouder stemt u in met het handelingsplan door het te ondertekenen. De school moet het plan ieder jaar met u evalueren. In het nieuwe stelsel passend onderwijs komt de verplichting om een handelingsplan op te stellen te vervallen. Wel wordt er voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Weigering door school Een school mag een kind niet zomaar weigeren. De school moet aantonen dat ze naar de individuele leerling heeft gekeken, en echt geprobeerd heeft om de aanpassingen te realiseren die voor het kind nodig zijn. Hiermee wordt voorkomen dat kinderen geweigerd worden op basis van bijvoorbeeld stereotiepe denkbeelden over bepaalde beperkingen. De school waar het kind is aangemeld is er verantwoordelijk voor om een passende plek te regelen. Dus als het kind geweigerd wordt op een school, dan moet die school er wel voor zorgen dat er ergens anders een geschikte plek is. De school moet dit doen in overleg met de ouders. Schorsing en verwijdering Voordat de school uw kind kan verwijderen moet de school: u in de gelegenheid stellen te worden gehoord in overleg treden met de Onderwijsinspectie. Tevens wordt de leerplichtambtenaar op de hoogte gesteld. Tijdens dit overleg kan uw kind worden geschorst een andere school vinden waar uw kind terecht kan na de verwijdering. De school heeft hier 8 weken de tijd voor, en moet zich aantoonbaar inspannen om een andere school te vinden. Voor het basisonderwijs geldt dat als het niet lukt binnen 8 weken een andere school te vinden, dan mag de school de leerling alsnog definitief verwijderen. Het besluit uw kind te verwijderen moet schriftelijk met opgave van redenen en bezwaarmogelijkheid aan u bekend worden gemaakt. U kunt binnen zes weken nadat het besluit is genomen bezwaar aantekenen bij het bevoegd gezag van de school. De school moet u nogmaals horen; u kunt uw bezwaar toelichten en de rapporten en adviezen bekijken die zijn opgesteld. Tijdens de bezwaarprocedure kan uw kind worden geschorst. Binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift beslist de school opnieuw over de verwijdering. Wanneer de basisschool besluit uw bezwaar af te wijzen, moet de school de Onderwijsinspectie berichten over het definitieve besluit tot verwijdering. Vanaf dit moment is uw kind verwijderd van de basisschool en staat niet langer ingeschreven. Op zoek naar een andere school Na de inwerkingtreding van de Wet passend onderwijs op 1 augustus 2014 heeft de school zorgplicht voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte. Als uw kind geen goed onderwijs (meer) kan krijgen op een school, betekent dit dat deze school zelf verplicht is om een andere passende plek voor uw kind te zoeken. De school moet dit doen in overleg met de ouders. U kunt natuurlijk ook zelf op zoek gaan naar een andere school. Als u een andere school heeft gevonden voor uw kind, kunt u het beste eerst een inschrijfformulier aanvragen en uw kind inschrijven. Pas als uw kind is geaccepteerd op de nieuwe school gaat u een gesprek aan met de school. Zorg dat u weet wat er in het leerlingdossier staat. Het onderwijskundig
16
rapport is een onderdeel van het leerlingdossier. Alleen het onderwijskundig rapport mag zonder uw toestemming door de oude school worden doorgestuurd naar de nieuwe school.
17
3. Het onderwijs 3.1 De organisatie van de school 3.1.1 Schoolorganisatie: Op onze school werken we via het zogenaamde leerstofjaarklassensysteem. Dit houdt in, dat kinderen een jaar lang in dezelfde groep met elkaar aan dezelfde leerstof werken. Kinderen die wat meer kunnen, krijgen extra werk aangeboden nl. verdiepingsstof. Kinderen, die het moeilijk hebben, proberen we zo lang mogelijk bij de groep te houden. Mocht het ook na individuele hulp nog niet lukken, dan bestaat de mogelijkheid dat kinderen voor een vak op een lager niveau gaan werken. Het “blijven zitten” van leerlingen proberen we te beperken. Soms is het voor een kind echter beter een jaar over te doen om daarna met meer zelfvertrouwen aan de leerstof te kunnen werken. Zeker wanneer we van mening zijn dat het kind over meer mogelijkheden beschikt dan er op dat moment uitkomt. Dit komt sporadisch voor en beperkt zich meestal tot kinderen in de groepen 1,2, 3 of 4. De bedoeling van “zitten blijven” is dat het kind daarna de basisschool gewoon kan afmaken. Mocht het absoluut niet lukken met een kind, dan bestaat de mogelijkheid te verwijzen naar een Speciale School voor Basisonderwijs. Hieraan gaat uitgebreid overleg met de ouders en onderwijsbegeleiders vooraf. Het kind wordt van tevoren getest. De kinderen op onze school werken soms alleen aan een taak, maar af en toe ook samen in een groepje. We stimuleren de zelfstandigheid van kinderen. Dit hangt van het vak af en de opdracht. We noemen dit zelfstandige verwerking na b.v. instructie. Daarnaast hebben we een leerlijn ontwikkeld voor zelfstandig werken. De kinderen zijn op bepaalde momenten bezig met een zelfstandig werkopdracht. We stimuleren en begeleiden de leerlingen in het organiseren van hun leerprocessen. Op De Borgstee willen we adaptief onderwijs geven, onderwijs dat past bij uw kind. Daarbij willen we nadrukkelijk rekening houden met verschillen tussen kinderen. Eén van de manieren om dit in praktijk te brengen is het werken met dag- en weektaken. Deze taken worden omschreven in de taakbrief. 3.2 Groepssamenstelling De school wordt bezocht door ongeveer 162 leerlingen ( per 1 oktober 2015) verdeeld over 8 klassen. Op de Borgstee wordt lesgegeven in homogene groepen. Er werken 15 vaste onderwijskrachten op de Borgstee. De onderwijskrachten werken in parttime dienstverband. Er staan maximaal 3 onderwijskrachten voor een homogene groep of voor een combinatiegroep. Goed overleg en een goede overdracht heeft op de Borgstee een hoge prioriteit. Groepsverdeling 2013-2014: Zie hiervoor de jaarlijkse bijlage bij de schoolgids. 3.3 Onderwijstijd In de wet staat vermeld dat de kinderen in de groepen 1 t/m 4 in elk geval 3520 uren les krijgen verdeeld over vier jaar. Ook staat vermeld dat de kinderen van de groepen 5 t/m 8 per jaar in elk geval 1000 uren les krijgen. Uren die worden gebruikt voor bijzondere gebeurtenissen of vergadermiddagen van het team (margemiddagen) zijn afkomstig uit extra uren.
Voorbeeld: In een schooljaar zijn er, met aftrek van de vakantie-uren, 1010 lesuren beschikbaar. Er moeten in elk geval 1000 lesuren zijn en dus kunnen er 10 uren worden gebruikt voor vergadermiddagen, waarop de kinderen vrij zijn. De leertijd voor de basisvaardigheden voor de groepen 3 t/m 8 is als volgt verdeeld per week: groep Taal/lezen lezen schrijven rekenen ontwikkelingsgericht onderwijs 3 7¾ 2¼ 4¾ 4 11 ½ ¾ 5¼ 5 13 1 5 6 13 1 5 7 12 ½ 5¼ 8 12 ½ 5¼
18
In de groepen 1 en 2 worden alle onderdelen meestal in themavorm aangeboden vanuit het ontwikkelingsgericht onderwijs. Het activiteitenaanbod voor de groepen 1 en 2, als ook voor de groepen 3 en 4 zijn door ons vastgelegd, zodat de activiteiten een verantwoorde opbouw hebben. Dit activiteitenaanbod bestaat uit de volgende gebieden: spelactiviteiten; constructieve, ontwikkelings- en beeldende activiteiten; gespreksactiviteiten; lees- en schrijfactiviteiten; reken- en wiskunde activiteiten. In groep 3 zijn taal en lezen het eerste half jaar één geheel. Het voortgezet lezen omvat naast technisch lezen, begrijpend en studerend lezen, voordrachtslezen en stillezen.
3.4 Vak en vormingsgebieden 3.4.1 In de kleutergroepen: Kleuters leren al doende, tijdens hun spel. Wij spelen daarop in door te zorgen dat er veel materiaal is waarvan kleuters kunnen leren. We praten veel met kinderen over allerlei onderwerpen, zodat ze veel woorden leren en goed leren spreken. We stimuleren de kinderen om hun gedachten/ideeën te verwoorden. Het is belangrijk dat een kind zich goed uit kan drukken. In de onderbouw wordt veel aandacht besteed aan de woordenschatontwikkeling. Een grote woordenschat is positief voor het latere taal- en leesonderwijs. Voor kleuters is het belangrijk dat zij zich kunnen uiten in verschillende bewegings- en expressieactiviteiten. We sluiten hier aan bij hun motorische, emotionele en sociale ontwikkeling en proberen deze op een positieve wijze te stimuleren. Manier van werken: Elke schooldag begint in de kring en de kinderen keren na elke activiteit terug in de kring. De meeste vakken komen in samenhang aan de orde aan de hand van een thema. Thema’s variëren. We spelen in op wat onze leerlingen boeit en wat hen verder kan brengen. Wat is voor de leerlingen betekenisvol. Een juf gaat trouwen, we kiezen als thema “trouwen”. Er wordt een trouwkapelletje gemaakt met bruidskleding. De uitnodigingen moeten worden gemaakt. Een feesttaart wordt gemaakt. Wiskundige oriëntatie, taal, voorbereidend schrijven, samenspel enz. Alle vormingsgebieden worden geïntegreerd in een thema. Tijdens het speel/werkmoment, kunnen de kinderen kiezen uit een ruime keuze aan activiteiten. Al deze activiteiten zijn grotendeels ingedeeld in hoeken of werkplekken. Er is een timmertafel, wenshoek, huishoek, bouwhoek, watertafel, zandtafel, knutselhoek, themahoek, luister/leeshoek, poppenkasthoek, knex plek, legoplek, constructieplek, muziekplek, computerhoek, verfbord, krijtbord, spelletjesplek, een werkplek………………… Wie speelt in de huishoek is bezig met taalontwikkeling. Wie speelt met bijvoorbeeld een lotto leert ook getallen en kleuren. Wie op een vel papier de golven van de zee tekent, is bezig met voorbereidend schrijven. De ontwikkeling van uw kind in de kleutergroepen wordt nauwkeurig gevolgd middels de methodiek: Onderbouwd. We vinden het belangrijk dat een kind lang genoeg in een kleutergroep zit. Succesvol groep 3 doorlopen lukt pas als een kind hieraan toe is. 3.4.2 Godsdienstige Vorming: De Borgstee is een christelijke school die openstaat voor iedereen die zich thuis voelt bij onze manier van leven en werken. De identiteit van onze school vindt z’n oorsprong in het geloof in God en in de Bijbel. Jezus Christus is onze inspiratiebron. Elke schooldag wordt geopend en geëindigd met een lied en/of gebed. Enkele malen per week wordt er een Bijbelverhaal verteld. We gebruiken de methode “Trefwoord”. Dagelijks brengen we onderwerpen ter sprake die het wereldbeeld van het kind vormen. Daarbij klinken een aantal uitgangspunten door: mensen verdienen waardering, mensen zijn geboren om in vrijheid te leven, alle mensen even belangrijk, mensen mogen op God steunen. 3.4.3 Sociaal Redzaamheid: Onze wens is,dat alle leerlingen van onze school zich ontwikkelen tot sociaal vaardige, betrokken en zelfstandige personen.
19
We zijn tot de conclusie gekomen dat er voor het realiseren van deze wens een duidelijke methodiek door de hele school moet worden gevolgd. We hebben daarom als team een “KiVa” en “Leefstijl” training gevolgd, omdat de methode Leefstijl het meest aan onze wens tegemoet kwam. Een kind dat sociaal-emotioneel in balans is kan beter presteren. Wat is Leefstijl? Leefstijl heeft in Nederland bekendheid gekregen als programma van sociaal-emotionele vaardigheden voor o.a. het basisonderwijs. Het omvat een scala van vaardigheden zoals kennismaken, luisteren, communiceren, zelfvertrouwen, gevoelens uiten, assertiviteit en weerbaarheid, conflicten oplossen, omgaan met groepsdruk, risico’s inschatten en doelen stellen. Zie www.leefstijl.nl Wat doet onze school met Leefstijl? We starten op de eerste schooldag We hebben besloten om in alle groepen 1x in de week 30 minuten van de onderwijstijd te steken in het lesgeven uit deze methode. We passen de methodiek van Leefstijl toe in allerlei opvoedsituaties. U krijgt in de weekbrief informatie over het maandthema. We werken goed samen met de ouders/verzorgers van leerlingen die problemen ervaren. Bij sociale redzaamheid leren kinderen om op een goede manier om te gaan met anderen en met zichzelf. Wat voor Leefstijl ontwikkelt mijn kind? De lessen uit Leefstijl zijn bedoeld om: kinderen bewust te maken van hun gedrag te leren zichzelf en anderen te respecteren het vermogen te ontwikkelen om zich in te leven in anderen vaardigheden te ontwikkelen om met elkaar om te gaan, beter naar elkaar te luisteren, ruzies voorkomen en deze waar nodig op een juiste wijze op te lossen zelfstandig en gezond gedrag aan te moedigen.
Wat is KiVa? Uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen blijkt dat op KiVa-scholen pesten met meer dan de helft afneemt. KiVa is een lerend project: in de komende jaren zal KiVa nauw blijven samenwerken met de Rijksuniversiteit Groningen om te zorgen dat KiVa nog beter wordt in het terugdringen van pesten en bevorderen van een positieve sfeer. KiVa zal dit doen door de inzet van wetenschappelijk onderzochte effectieve werkwijzen. KiVa gelooft in de kracht van de groep. Pesten is een groepsproces. De pester heeft een belangrijke rol, maar alleen komt hij nergens. Er zijn naast de pesters en slachtoffers, ook meelopers, aanmoedigers, verdedigers en buitenstaanders. Pesten los je daarom op in de groep. Er worden geen leerlingen uit de groep gelicht, omdat er vanuit wordt gegaan dat iedereen in de groep een bepaalde rol heeft. KiVa geeft leerkrachten en onderwijs ondersteunend personeel kennis en vaardigheden om positieve groepsvorming te stimuleren. De sleutel voor het aanpakken van pesten ligt vaak bij omstanders die er niet direct bij betrokken zijn. KiVa gaat daarbij vooral uit van het voorkomen van pesten (preventie). Het preventieve gedeelte van KiVa bestaat uit onder meer tien thema’s met diverse lessen, een computerspel voor leerlingen, training voor leerkrachten en monitoring van de leerlingen. Als pesten of andere groepsproblemen zich toch voordoen, is er een curatieve aanpak (groepsgesprekken, steungroepaanpak en/of herstelaanpak) met een duidelijk stappenplan om het op te lossen. KiVa is vanaf 2012 in Nederland onderzocht in de bovenbouw van het regulier basisonderwijs. Inmiddels is KiVa een schoolbreed programma voor het regulier basisonderwijs. Dat betekent dat wij materiaal hebben voor de groepen 1 t/m 8. Daarnaast staan wij ook open voor deelname aan KiVa door (V)SO-scholen, voor meer informatie hierover neem contact met ons op. Unieke kenmerken van KiVa zijn: wetenschappelijk onderzocht
20
op KiVa scholen neemt pesten met meer dan de helft af gebruiksvriendelijk materiaal voor leerlingen, leerkrachten en ouders schoolbreed aanbod periodieke metingen om pesten, groepsproblemen en sociaal-emotionele ontwikkeling te volgen verhoogt welzijn, motivatie en schoolprestaties van alle leerlingen aanspreken van de groep: alle leerlingen leren om pesten en groepsproblemen op te lossentraining, bijscholing en begeleiding voor leerkrachten continue doorontwikkeling.
Basisvaardigheden (lezen, schrijven, taal en rekenen) 3.4.4 Lezen: In groep 1 en groep 2 wordt ook al veel gedaan aan het voorbereiden van het leren lezen. Prentenboeken worden bekeken, voorgelezen en besproken zodat de inhoud betekenisvol voor de kinderen wordt. Kinderen schrijven in hun spel briefjes, hun naam, maken kaartjes, hun eigen boek etc. Letters en hun klanken, in versjes nemen al een plaats in hun leven. We maken in de kleutergroepen gebruik van de methode Onderbouwd. De methode Schatkist is de voorloper op de methode Veilig Leren Lezen, welke in groep 3 wordt gebruikt voor het aanvankelijk leesonderwijs. In groep 3 starten we dus met de methode Veilig Leren Lezen. Bij het ene kind gaat dit leren lezen sneller dan bij het andere kind. De methodiek richt zich op de verschillen tussen leerlingen. Iedereen leert lezen. In de hogere leerjaren komt de nadruk steeds meer op het begrijpend en later ook op het studerend lezen te liggen. We gebruiken in groep 4 t/m 8 een speciale methodiek om de ontwikkeling van het technisch lezen te bevorderen. Ons streven is, dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep 5 minmaal AVI E5 lezen. Kinderen kunnen met AVI niveau E5 goed lezen en dit komt hun woordenschat zeker ten goede. In groep 4 t/m 8 wordt voor begrijpend lezen gebruikt gemaakt van de methode: Nieuwsbegrip XL. Een goede leesvaardigheid ontwikkelen is een belangrijk speerpunt in onze school!! 3.4.5 Taal: Het taalonderwijs is veelomvattend. De woordenschat wordt uitgebreid, er is aandacht voor het verwoorden van ideeën, spelling en luisteren naar anderen. We leren kinderen hun gedachten onder woorden te brengen en op papier te zetten. We leren kinderen verhalen schrijven, werkstukken maken, spreekbeurten/presentaties te houden. Taal in beeld is onze taalmethode. 3.4.6 Schrijven: We willen kinderen graag netjes leren schrijven, maar vooral willen we ze een vlot en goed leesbaar handschrift aanleren. In groep 3 wordt eerst met een speciaal grijs potlood geschreven. Halverwege groep 3 krijgen de kinderen een Stabilo pen uitgereikt en leren we de kinderen daarmee te schrijven. Deze pen is speciaal ontwikkeld voor beginnende schrijvers. Later in hun schoolloopbaan krijgen kinderen een vulpen. Schrijfonderwijs wordt t/m groep 8 gegeven. Het handschrift is een creatief expressiemiddel en een belangrijk visueel communicatiemiddel. 3.4.7 Rekenen: Op onze school gebruiken we voor het vak rekenen en wiskunde, de methode ‘De wereld in getallen”. Deze methode komt zeer goed uit allerlei onderzoeken. Kinderen leren op onze school rekenen door het oplossen van praktische probleempjes die ze in het dagelijks leven tegenkomen. Kinderen leren ook grafieken en tabellen op te stellen, vaak aan de hand van gegevens die ze verzameld hebben. De tafels worden geleerd en gedurende de gehele schoolperiode blijft dit een belangrijk aspect voor het vlot herkennen en oplossen van vraagstellingen. 3.4.8 Aardrijkskunde: Vanaf groep 5 wordt het vak aardrijkskunde gegeven. We zorgen ervoor dat kinderen Nederland, Europa en de werelddelen leren kennen en hoe de mensen er leven. Naarmate de kinderen ouder worden krijgen ze steeds vaker de opdracht thuis de plaatsen op een kaartje te leren of over een onderwerp informatie op te zoeken en er iets over te schrijven. 3.4.9 Geschiedenis: Vanaf groep 5 wordt het vak geschiedenis gegeven. Bij het vak geschiedenis staat de geschiedenis van ons land centraal. Bij de methode zit ook software. Leerlingen kunnen daar meer informatie vinden, opdrachten maken etc. We streven er naar de onderwerpen die behandeld worden naar de leefomgeving van kinderen te halen. Bijvoorbeeld: De plek van klooster Feldwerd tussen Holwierde/Bierum, dit klooster heeft in de buurt gestaan en er zijn nu nog naamsverwijzingen te vinden. Bijvoorbeeld: Een gebouw dat onder architectuur (b.v. Amsterdamse Stijl) is gebouwd. Hun algemene ontwikkeling wordt zo gestimuleerd en het geleerde wordt betekenisvol.
21
3.4.10 Natuuronderwijs: Het vak Natuuronderwijs wordt gegeven vanaf groep 5. In groep 1 t/m 4 wordt aardrijkskunde en geschiedenis niet als afzonderlijk vak gegeven. Er worden in deze groepen onderwerpen behandeld die voor jonge kinderen interessant zijn en een wereldoriënterend karakter hebben. We maken als school ook gebruik van het programma aanbod van de schooltelevisie. 3.4.11 Techniek: De leerlingen in groep 1 zijn al bezig met techniek. Constructie materiaal als knex, lego, etc. lenen zich daar goed voor. Techniek is soms ook geïmplementeerd in een thema. Specifiek lessen techniek zijn geïntegreerd in onze methode voor Natuuronderwijs en komen aan de orde met de techniektorens. 3.4.12 Cultuureducatie: We vinden dat ieder kind de kans moet krijgen om met kunst en cultuur vertrouwd te raken. Aandacht voor creativiteit en beleving zorgt voor een rijke leeromgeving. Cultuur maakt het leven rijker en kinderen leren meer van de samenleving. Elk jaar wordt er een bezoek gebracht aan het theater. Dit bezoek wordt voorbereid in de groep. We organiseren op school projecten, doen mee aan feesten. Cultuureducatie wordt geïntegreerd in de overige vakgebieden. Elk jaar wordt er een museum bezocht. We hebben voor onze school een cultuureducatieplan ontwikkeld. Op onze school is een cultuurcoördinator. 3.4.13 Verkeer: Groep 1 t/m 8 krijgen wekelijks verkeerslessen. De kinderen leren hoe ze zich als goede verkeersdeelnemers moeten gedragen. In groep 7 doen de kinderen theoretisch en praktisch verkeersexamen. 3.4.14 Expressie activiteiten: De creatieve vakken brengen evenwicht in het lesprogramma, niet alleen het leren heeft de nadruk, ook de creatieve vorming. We zien deze vakken niet als louter ontspannend. We geven teken- en handvaardigheidles. Via het IVAK krijgen we elk jaar ondersteuning voor een bepaald onderdeel bijv. drukkunst en poëzie of architectuur. Het IVAK is een centrum voor Kunst en Cultuur in Noord-Oost Groningen. Voor meer informatie zie www.IVAK.net 3.4.15 Muziek: We vinden dat muziekonderwijs er op gericht moet zijn dat leerlingen plezier, kennis, inzicht (en vooral) vaardigheden (verwerven) krijgen om muziek te beoefenen, te beluisteren, op muziek te bewegen. 3.4.16 Bewegingsonderwijs: Door groep 1 en 2 wordt er elke dag ongeveer 2 uur binnen en buiten gespeeld. Hiervoor hebben we buiten een speelplaats en deze is bestemd voor de kleuters. Ze kunnen kiezen uit buiten speelmateriaal om mee te spelen b.v. stuurkarren, driewielers, trekkarren enz. Op de speelplaats bevindt zich ook een grote zandbak en een klimtoestel. De kleuters hebben een eigen speellokaal waar ze spellessen en lessen bewegingsonderwijs ontvangen. De groepen 3 t/m 8 en indien mogelijk groep 2, gaan naar de sportzaal voor de gymles. De sportzaal bevindt zich aan de Willem de Merodelaan. Gymkleding: Groep 1 en 2:
gymschoentjes die op school kunnen blijven in een tas met een naam erop.
Groep 3 t/m 8:
shirt met korte broek, turnpakje of een joggingpak met gymschoenen. De kinderen mogen geen kleding aan, die ze later weer in de klas dragen. Gymschoenen het liefst voorzien van naam.
Tijdens de gymdagen mogen de kinderen niet naar school komen op skeelers of rolschaatsen. Dit is namelijk heel lastig als de kinderen met de hele groep naar het gymlokaal gaan. 3.4.17 Computeronderwijs: In elke klas staan computers en laptops voor de leerlingen. We vinden het belangrijk dat kinderen leren omgaan met de computer. Tijdens de les gebruiken we veel educatieve programma’s. U kunt denken aan software wat bij de gebruikte methode hoort. We maken ook veel gebruik van Ambrasoft. De kinderen zitten dagelijks allemaal een bepaald moment van de dag achter de computer. De oudere kinderen leren ook het begin van tekstverwerking, Internet en Emailen. Op onze school hebben we een ICT coördinator. De vereniging Noordkwartier waar onze
22
school deel van uit maakt, heeft een contract gesloten met Qlict. Dit houdt in dat onze school alle computers een onderdeel zijn van het schoolnetwerk. In iedere klas is een internetverbinding en op de server bevindt zich educatieve software waarmee de leerlingen aan de slag kunnen. In alle groepen wordt gewerkt met een digitaal schoolbord. 3.4.18 Engels: In groep 7 en 8 wordt Engels gegeven. We maken gebruik van een methode. De kinderen leren m.b.v. luisteroefeningen, liedjes, korte verhalen, stripverhalen allerlei Engelse woorden. De kinderen kunnen eenvoudige gesprekjes voeren over allerlei dagelijkse onderwerpen. 3.4.19 EHBO: In groep 8 krijgen de kinderen EHBO les door een docente van de Jeugd EHBO. 3.4.20 Actief burgerschap en sociale integratie Visie van onze school. Bij ons op school draait alles om de leerlingen, om de kwaliteit van hun leven bij ons op school en de vorming van een stevig fundament voor hun latere sociaal en maatschappelijk leven. Zo werken wij: - aan de brede vorming van kinderen, groeiend in handelingsgericht werken; - zorgen wij voor een schoolklimaat waarin opvoeding en onderwijs samengaan; - stellen wij respect en vertrouwen in elkaar centraal en werken we aan het vergroten van de veiligheid. Vanuit deze visie mogen de kinderen in een veilige omgeving verschillend zijn, kritisch zijn en leren ze op een plezierige, verdraagzame manier met elkaar om te gaan en voor elkaar iets te betekenen. Het gaat om ervaringen in de school waarbij de leerlingen kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen opdoen die hen in staat stellen om deel uit te maken van de gemeenschap en het vermogen en de wil om actief mede vorm te geven aan die gemeenschap. Vanuit deze gemeenschap maken de kinderen kennis met andere gemeenschappen (wijk en stad) en leren daarin te participeren. Gedurende hun schooltijd wordt de (leef)wereld van de kinderen steeds groter. In feite is burgerschap en sociale integratie geen nieuwe taak. Onze school geeft daar al lange tijd en op allerlei manieren vorm aan. Het vormt een integraal deel van onze pedagogische opdracht, van de sociale- en levensbeschouwelijke vorming. We gebruiken hiervoor o.a. Leefstijl, Kind op Maandag, Nieuwsbegrip en de methodes voor wereld oriënterende vakken. Middels een opbouw vanuit de kleuterbouw geven wij planmatig vulling aan onze visie. Doelen: Onderwijs draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen, het zorgt voor overdracht van maatschappelijke en culturele verworvenheden en het rust kinderen toe voor deelname / meedoen in de samenleving. De volgende (kern)doelen hebben betrekking op burgerschap en sociale integratie: De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger (36) De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen (37) De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen (38) De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen (34) De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument (35) Daarnaast zijn de volgende doelen bij ons op school van belang welke eveneens betrekking hebben op burgerschap en sociale integratie: - reflectie op eigen handelen - uitdrukken van eigen gedachten en gevoelens - respectvol luisteren en kritiseren van anderen - ontwikkelen van zelfvertrouwen - respectvol en verantwoordelijk omgaan met elkaar en zorg voor en waardering van de leefomgeving. De inhoudelijke uitwerking is te vinden in het beleidsstuk: “Actief Burgerschap en sociale integratie”.
23
3.5 Contacten met andere instellingen 3.5.1 Voorschoolse en Naschoolse opvang : Op school zijn brochures te verkrijgen met informatie over Voorschoolse en Naschoolse opvang. Onze school valt onder de Stichting Noordkwartier. De Stichting Noordkwartier heeft een convenant gesloten met Kids2b. De hoofdvestiging van Kids2be Wilhelminalaan 41 9781 CT Bedum. Het telefoonnummer van Kids2be is 050-3010122. Verdere informatie zie www.kids2b.nl Wilt u zelf gastouder worden, dan kunt u contact op nemen met Kids2b. Kinderopvang Tjarietstee is een instelling voor professionele kinderopvang op een unieke locatie: de boerderij. De boerderij ligt parallel aan de doorgaande weg Spijk/Roodeschool en tussen de wegen N33 en N46 (Eemshavenweg). De naam Tjarietstee verwijst naar het natuurlijk watertje dat nabij de boerderij ligt.
Wij vinden het belangrijk kinderen opvang te bieden in een gezellige, ongedwongen sfeer met persoonlijke aandacht. De kinderen kunnen hun energie kwijt in de omheinde buitenspeelruimte en mogen onder begeleiding de dieren verzorgen en aaien. Ook kunnen ze ontdekken wat er allemaal kan groeien in de moestuin. Voor de dagopvang is er binnen,naast de woonkeuken, een groepsruimte voor de baby, een groepsruimte voor de dreumes en een groepsruimte voor de peuters. Voor de buitenschoolse opvang hebben we beneden een groepsruimte en boven een speelzolder en een knutselruimte. Wij hopen dat u via onze site de nodige informatie krijgt over kinderopvang Tjarietstee. Mocht u na het bekijken van onze site nog vragen hebben, dan kunt u vrijblijvend contact met ons opnemen. Graag tot ziens Kinderopvang Tjarietstee · Kolholsterweg 7 · 9983 NS Roodeschool · Tel. 0596 516 793 ·
[email protected] 3.5.2.De jeugdgezondheidszorg op de basisschool In de provincie Groningen wordt de jeugdgezondheidszorg voor kinderen van 0-18 jaar uitgevoerd door GGD Groningen. Tot de leeftijd van 4 jaar gaan ouders met hun kinderen daarvoor naar het consultatiebureau. Vanaf het vierde jaar komt u de medewerkers van de Jeugdgezondheidszorg tegen op de basisschool. In dit artikel leest u wat de Jeugdgezondheidszorg doet tijdens de basisschoolperiode. Onderzoek van gehoor, gezichtsvermogen, lengte en gewicht In groep 2 komt de doktersassistent van de GGD op school voor een onderzoek van het gehoor- en gezichtsvermogen. De kinderen worden dan ook gemeten en gewogen. Uw kind hoeft daarbij alleen de schoenen uit te doen. Ouders worden bij dit onderzoek niet uitgenodigd. Wilt u er toch bij aanwezig zijn? Dan kunt u dit vantevoren aangeven bij het Afsprakenbureau van GGD Groningen, telefoon 050 367 4990. De kinderen worden opnieuw gemeten en gewogen in groep 7. Alleen de schoenen gaan uit. Bij dit onderzoek zijn ouders niet aanwezig. Groep 7 krijgt dan ook een voorlichting over voeding en bewegen. De onderzoeken vinden alleen plaats als u als ouder hiervoor toestemming geeft. Als tijdens één van de onderzoeken blijkt dat iets niet (helemaal) goed is, krijgt u hiervan bericht. Samen met u wordt overlegd wat er moet gebeuren.
24
Vragenlijst groep 2 Als voorbereiding op het onderzoek in groep 2 krijgen ouders een vragenlijst over de gezondheid en het welzijn van hun kind. Alle gegevens die u invult, worden vertrouwelijk behandeld. Op de vragenlijst kunt u ook aangeven of u een gesprek wilt met een verpleegkundige of arts van de GGD. De doktersassistent neemt de vragenlijsten door en noteert de gegevens in een Digitaal Dossier. Hebt u in de vragenlijst aangegeven dat er bijzonderheden zijn op het gebied van stem, spraak en/of taal? Dan bekijkt de logopedist, de verpleegkundige of arts van de GGD samen met u of er verder onderzoek nodig is. Vragenlijst groep 7 Ook in groep 7 krijgen ouders een vragenlijst. De doktersassistent neemt de vragenlijsten door en noteert de gegevens in het Digitaal Dossier. Op de vragenlijst kunt u aangeven of u een gesprek wilt met een verpleegkundige of arts van de GGD. De gegevens die u invult worden vertrouwelijk behandeld. Signaleringslijst Alle leerkrachten krijgen een signaleringslijst. Op deze lijst kunnen ze bijzonderheden over kinderen in hun groep aangeven. Een medewerker van de GGD bekijkt dan welke aanpak nodig is. Dat kan bijvoorbeeld een onderzoek zijn, maar ook een gesprek met u als ouders. Vaccinaties Alle 9-jarige kinderen ontvangen een uitnodiging van de GGD voor de vaccinaties DTP en BMR. Ze worden gevaccineerd om te voorkomen dat ze besmettelijke ziektes als bof, mazelen of rode hond krijgen. Alle 12-jarige meisjes ontvangen ook nog 2 keer een uitnodiging voor de HPV-vaccinatie. Deze vaccinatie is bedoeld om hen te beschermen tegen baarmoederhalskanker. Aandacht voor gezondheid op school De GGD kan scholen adviseren bij het vormgeven van gezonddheidsonderwerpen op school. Bijvoorbeeld rond voeding en bewegen, pesten of relaties en seksualiteit. Er is daarbij aandacht voor het onderwerp in de groep, maar ook voor het maken van regels en afspraken, het betrekken van ouders en het signaleren van problemen. Vragen, twijfels De meeste ouders hebben wel eens vragen of twijfels over de groei en ontwikkeling van hun kind. Bijvoorbeeld: Mijn kind is veel kleiner dan klasgenootjes. Is dat normaal? Ik vind het lastig om grenzen te stellen voor mijn kind. Hoe kan ik dat verbeteren? Mijn kind kan moeilijk meekomen met sport. Kan ik daar wat aan doen? Eet mijn kind wel goed? Met al deze vragen kunt u terecht bij de Jeugdgezondheidszorg van GGD Groningen. Het maakt daarbij niet uit in welke groep uw kind zit. De verpleegkundige houdt regelmatig spreekuur op school of het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Op school is bekend waar en wanneer dit spreekuur is. U kunt ook bellen naar de Telefonische Advisering/CJG van de GGD, telefoon: 050 367 4991 (op werkdagen van 8.00 - 20.00 uur). Informatie over gezondheid en opvoeding Ook op de website van GGD Groningen vindt u veel informatie over gezondheid en opvoeding. Bijvoorbeeld over zindelijkheid, de seksuele ontwikkeling, pesten of ruzies tussen kinderen. Kijk hiervoor op www.ggd.groningen.nl/jeugd-opvoeding 3.5.3. Centrum jeugd en gezin (CJG) Sinds vorig jaar bestaat het Centrum voor Jeugd en Gezin voor Appingedam, Loppersum en Delfzijl. Hier kunt u alle vragen stellen over de opvoeding van uw zoon en dochter. Opvoeden kan een lastige taak zijn; ieder kind is uniek en heeft een andere aanpak nodig. Het is geen schande als u af en toe even niet meer weet hoe u de grenzen moet stellen, hoe u uw kind kunt helpen als het verdrietig of onzeker is of hem/haar kunt helpen een gezonder eetpatroon te ontwikkelen. U kunt bij vragen gerust een contact opnemen met het Centrum voor Jeugd en Gezin. Dat kan telefonisch: 0596-548200, per mail via www.cjgdal.nl, of door langs te komen op het spreekuur. (de spreekuren staan vermeld op de website van het CJG.
25
3.5.4 Leerlingenhulp en behandeling onder schooltijd Het kan zijn dat u als ouder/verzorger zelf stappen onderneemt, omdat u zich zorgen maakt over uw kind en graag wilt dat er een (aanvullend) onderzoek (of behandeling) plaatsvindt, of dat u gebruik wilt maken van externe deskundigen. Om te zorgen dat deze extra hulp goed georganiseerd wordt, is binnen CPO Noordkwartier de notitie “Hulp en/of behandeling door externen onder schooltijd” opgesteld. De school geeft in principe vrij voor logopedie, fysiotherapie, orthodontie of dyslexie. Wij dienen echter altijd de noodzaak van dit geoorloofd verzuim te kunnen beargumenteren en moeten hierbij in overweging nemen in hoeverre de afwezigheid van de leerling invloed heeft op de uitvoering van het reguliere onderwijsprogramma. Bovenstaande geldt ook als de extra ondersteuning (bijvoorbeeld dyslexie behandeling) onder schooltijd in de school plaatsvindt (het kind neemt dan immers geen deel aan het onderwijsaanbod in de klas). Ter verduidelijking geven we hier het voorbeeld van een kind met dyslexie. Aangezien dyslexie een stevige belemmering voor het leren kan vormen, heeft het onderwijs een groot belang bij de dyslexiebehandeling. Het kind mist schooltijd maar krijgt individuele specialistische zorg waardoor het onderwijsrendement groter kan worden. Bij jonge kinderen (7-9 jaar) is dyslexiebehandeling na schooltijd door vermoeidheid bovendien vaak minder effectief. Vrij geven is niet verplicht Daar staat tegenover dat de school er moeite mee kan hebben als de afwezigheid door de behandeling te veel oploopt of bijvoorbeeld altijd bepaalde activiteiten doorkruist. De school is niet verplicht om kinderen tijdens schooltijd vrijaf te geven. De verantwoordelijkheid voor het verzuim ligt zowel bij de ouders als bij de school. Goed overleg tussen ouders en school zijn hierbij belangrijk. Afspraken vastgelegd in notitie De notitie ‘Hulp en/of behandeling door externen onder schooltijd’ beschrijft alle afspraken die de school in voorkomende gevallen met ouder(s)/verzorger(s) maakt. Deze notitie kunt u opvragen bij de directie van de school. Uiteindelijk beslist de directeur voor elke aanvraag afzonderlijk of de school wel of geen medewerking verleent. De directeur maakt hierbij een afweging tussen het belang voor de leerling en de organisatorische en eventueel taakverzwarende elementen voor de school en haar medewerkers. De notitie voorziet in een overeenkomst met externen en een verklaring van vrijwaring betreffende externe hulp onder schooltijd. 3.5.5 Peuterspeelzaal: Er wordt 2x per jaar een overleg gehouden met de peuterspeelzaal, de interne begeleiders en de leerkrachten van groep 1 en 2 van verschillende basisscholen uit de omgeving. De kinderen die de peuterspeelzaal bezoeken, zijn de toekomstige leerlingen van de basisschool. De bedoeling van dit overleg is om de doorgaande lijn zoveel mogelijk te waarborgen. Mochten de ouders toestemming hebben gegeven aan de peuterspeelzaalleidster, dan stuurt zij de ingevulde ontwikkelingslijsten van het kind door naar de basisschool waar het kind is aangemeld. 3.5.6 Inspectie: De kerntaak van de inspectie is, dat zij de kwaliteit van het onderwijs moet beoordelen en bevorderen en dat zij moet rapporteren over de ontwikkeling van het onderwijs. Van belang is vooral, dat de inspectie elke school regelmatig op de kwaliteit en op de naleving van de geldende eisen van deugdelijkheid beoordeelt en dat oordeel openbaar maakt. In het Toezichtskader Primair Onderwijs typeert de inspectie een goede school als volgt: “Een goede school is een school die goed onderwijs verzorgt en het leren begeleidt, zodat door alle leerlingen optimale resultaten worden gerealiseerd. Een goede school bewaakt en verbetert zo nodig de kwaliteit van het onderwijs; bovendien faciliteren beleid en organisatie in voldoende mate de kwaliteit van het onderwijs.” 3.6 Bijzondere activiteiten 3.6.1 Stoetboom Alle kinderen van groep 3 ontvangen op hun eerste schooldag in groep 3 een stoetboom. De kinderen krijgen een verhaal van vroeger te horen over een grote boom die op de zolder van de school groeit. Aan de grote boom groeien takken met lekkere broodjes. De takken waaien er soms af. De kinderen van groep 8 brengen de takken vol lekkere broodjes naar de kinderen van groep 3. De kinderen van groep 3 krijgen deze tak, omdat ze nu leren lezen en schrijven. De boodschap is, dat ze goed moeten eten. Want als je goed en gezond eet, kun je ook goed je best doen. Je voelt je dan lekker! De stoetboom door de school geschonken. Een tegemoetkoming in de kosten is € 5,- door de ouders. De bakker zoekt geschikte takken en bakt de broodjes om de takken heen. Dit is voor de bakker een
26
tijdsintensieve klus. De bakker versiert de tak met broodjes en daarnaast ook nog met allerlei lekkers. De kinderen van groep 3 genieten als ze hun stoetboom krijgen. De uitreiking van de stoetboom vindt plaats op de eerste schooldag om 14:30 uur. Op het plein van de school komen alle groep 3 kinderen met hun stoetboom te staan. Iedereen is natuurlijk van harte uitgenodigd om de kinderen van groep 3 te bewonderen. Over de bestelling wordt u vroegtijdig op de hoogte gebracht. 3.6.2 Verjaardag juf of meester De juf of meester viert zijn of haar verjaardag met de klas. Er wordt een gezellige dag van gemaakt. 3.6.3 Sint Maarten We maken met de hele school voor Sint Maarten een lampion. Door de school hangen allerlei lampions in vele soorten en maten. Sint Maarten is een fantastisch kinderfeest en de kinderen verheugen zich er altijd op. 3.6.4 Schoolfotograaf Eén keer in de twee jaar komt de schoolfotograaf op school om foto’s te maken van alle kinderen en de groepen. Ook broers en zussen komen gezamenlijk op de foto. De kinderen krijgen de foto’s mee naar huis. Wilt u de foto’s houden, dan betaalt u de foto’s. Wilt u ze niet houden: dan moeten de foto’s mee terug naar school. 3.6.5 Sinterklaas Op 5 december wordt er per groep het Sinterklaasfeest gevierd. De invulling hangt af van wat de leerkracht heeft georganiseerd. Groep 1 en 2 vieren het feest in het speellokaal, de andere groepen in het eigen lokaal. De jongere kinderen uit groep 1 t/m 4 krijgen persoonlijk een cadeautje van de Sint. De oudere kinderen kopen voor een klein bedrag een cadeautje voor een medeleerling. De surprises worden een week voor het feest ingeleverd voor een tentoonstelling in de school. De groepsleerkracht regelt dit met de leerlingen en communiceert dit naar de ouders. 3.6.6 Kerst Elk jaar vieren we met elkaar het kerstfeest. Het ene jaar doen we dat met alle kinderen op vrijdagmorgen voor de kerstvakantie op school. Het andere jaar vieren we het kerstfeest in de kerk. Dit is vaak op een donderdagavond in de laatste week voor de kerstvakantie. Het derde jaar verzorgen we een kerstrondgang door het dorp. Alle ouders en belangstellenden zijn uitgenodigd om met ons het kerstfeest te vieren. 3.6.7 Pasen De donderdag voor Goede Vrijdag vieren we met alle kinderen van de school het paasfeest. Alle groepen leveren een bijdrage aan deze viering. We vieren dit feest met alle kinderen in het speellokaal. De Ouderraad van onze school verzorgt na de viering een heerlijke paasmaaltijd. Alle kinderen gaan gezellig met hun medeleerlingen in hun eigen klas eten. De tafels zijn gezellig gedekt met lekkere broodjes en beleg. 3.6.8 Schoolreis Elk jaar organiseren wij voor groep 3 t/m 8 een schoolreis. Meestal gaat groep 3 t/m 5 samen op stap en groep 6 t/m 8. De bestemming is elk jaar weer een verrassing. Groep 7/8 gaat één keer in de twee jaar met elkaar op schoolkamp. Aan uw kinderen wordt ruim van te voren een brief meegegeven met alle informatie. De kinderen zijn tijdens de schoolreis via de school verzekerd. 3.6.9 Kleuterfeestdag De kinderen in de kleutergroepen hebben ook met elkaar een gezellig feestdag. Deze dag wordt vaak eind mei of begin juni gehouden. Er worden spelletjes gedaan, er wordt lekker gegeten en op versierde wagens rijden de kleuters door het dorp. Het feest heeft meestal een thema “Plukfeest” (n.a.v. Pluk van de Petteflet) of “Indianenfeest”. 3.6.10 Projectweek Op onze school organiseren we één keer in de twee jaar een grote projectweek. Er wordt een projectthema gekozen. De afgelopen jaren hebben we de volgende thema’s behandeld Kunst, De geschiedenis van Spijk en Architectuur, Spijk en zijn cultureel erfgoed. We organiseren een open avond voor alle ouders en belangstellenden. De Ouderraad is ook actief betrokken.
27
3.6.11 Sportdag De leerlingen van groep 3 t/m 8 hebben in het voorjaar een sportdag. De groepen 3 t/m 5 houden hun sportdag ’s morgens op het schoolplein of op het grote grasveld bij de speeltuin in Spijk. De kinderen worden ingedeeld in groepjes. Onder begeleiding van een ouder/verzorger worden allerlei sportieve spelletjes gedaan. Groep 6 t/m 8 gaan naar de voetbalvelden in Spijk. Samen met obs Fiepko Coolman organiseren wij deze sportdag voor alle kinderen van groep 6 t/m 8. 3.6.12 Schoolvoetbal Elk jaar kan de bovenbouw een voetbalteam samenstellen. In Delfzijl wordt een voetbaltoernooi gehouden. De leerkracht van de bovenbouw coördineert deze activiteit 3.6.13 Kinderboekenweek Elk jaar besteden wij aandacht aan de kinderboekenweek. We maken rond het thema een gezamenlijk schoolproject.
28
4 De zorg voor de kinderen 4.1 Nieuwe leerlingen Alle kinderen in de leeftijden van 4 t/m 12 jaar zijn welkom op onze school. Belangstellende ouders kunnen een afspraak maken met de directeur. Met belangstellende ouders heeft de directeur een gesprek, gevolgd door een rondleiding. Er is gelegenheid om rond te kijken, vragen te stellen en te praten over de uitgangspunten van de school. Daarna wordt een inschrijfformulier meegegeven. Als dit inschrijfformulier wordt ingevuld en ondertekend, dan is de inschrijving definitief. (De school mag een kind “onder voorwaarden” inschrijven als men vermoedt dat het kind bepaalde stoornissen heeft. In dat geval mag de school het kind “proefplaatsen” en een zorgtraject opstarten. Ouders van het kind worden op de hoogte gesteld over wat exact het traject zal zijn en ondertekenen de gestelde voorwaarden die gesteld worden aan het traject. Een voorlopige inschrijving betekent “juridisch inschrijven”, echter bij de aanvang is vastgelegd onder welke condities het kind is ingeschreven. Indien ouders bij aanmelding bewust informatie achterhouden, waardoor achteraf blijkt dat er sprake is van onterechte inschrijving, dan is er juridisch gezien sprake van bedrog of dwaling van de kant van de ouders. De school kan dan het traject tot verwijzing gaan starten.)
4.2 Het jonge kind Inschrijven kleuters Het BMT van Marenland en Noordkwartier heeft in april 2014 de volgende (herbevestigde) afspraak gemaakt over de inschrijving / toelating van kleuters in een basisschool. Kids2b is hierover door ons geïnformeerd. Onderstaande werkwijze geldt voor ALLE scholen van Marenland en Noordkwartier. 1. Elke (bijna) 4 jarige heeft de mogelijkheid om 10 dagdelen de basisschool te bezoeken en te wennen aan de overgang, alvorens zij 4 jaar worden. 2. 3 jarigen, jarig tussen einde van de zomervakantie en 1 oktober mogen starten aan het begin van het schooljaar, zodat er weinig verstoring is aan het begin van het schooljaar, in de nieuwe groep. Het is geen wet maar een mogelijkheid en vaak passend bij de eigen schoolsituatie. 3. Kinderen mogen naar school als zij 3 jaar en 10 maanden zijn. Over het algemeen gaan kinderen in Noordkwartier en Marenland naar school op de dag dat zij 4 jaar worden. Er zijn uitzonderingen, deze worden soms op sociale gronden toegepast. 4. In principe is er over elke peuter die naar de basisschool gaat een schriftelijk of mondeling overleg tussen de peuterspeelzaal leidster en de onderbouw van de basisschool. Vaak wordt hier ook meegenomen wanneer de nieuwe leerling gaat starten en wat met name goed is voor het kind. Als uw kind bijna 4 jaar is, mag het 10 dagdelen bij ons op school komen om te wennen in de kleutergroep. Eén van de groepsleerkrachten maakt hiervoor een afspraak met u. Voordat uw kind 10 dagdelen komt wennen, wordt u uitgenodigd om van te voren met uw kind kennis te maken met de juf op school. We geven dan informatie over onze kleutergroep en u kunt uw vragen gerust stellen. We maken meteen een afspraak over de vijf dagdelen waarop uw kind komt wennen. Wij vinden het voor het kind heel plezierig als er een stoeltje voor hem/haar klaar staat in de kring, wanneer het kind op school komt. Als uw kind 4 jaar is, mag het de hele week naar school. In groep 1 ligt de nadruk in het eerste halfjaar op het wennen aan het naar school gaan. Er is veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. Leren gebeurt vooral door het spelen met de andere kinderen. Dit gaat door in groep 2 tot in groep 3, maar hier heeft de leerkracht een meer sturende rol. Wij spelen daarop in door te zorgen dat er veel materiaal is waarvan kleuters leren. Wij praten en werken veel met kinderen over allerlei onderwerpen en thema’s zodat ze veel woorden leren en goed leren spreken. Dat is belangrijk als voorbereiding voor het latere taal- en leesonderwijs. Daarbij maken we gebruik van eigentijdse werkvormen zoals “maatjeskletsen”, een “binnen-buitenkring”, werken met een woordspin enzovoort. Herhaling van de geleerde woorden is hierbij heel belangrijk omdat kinderen tijd nodig hebben om zich nieuwe woorden eigen te maken. Voor kleuters is het belangrijk dat zij zich kunnen uiten in verschillende bewegings- en expressieactiviteiten. Wij sluiten hier aan bij hun motorische, emotionele en sociale ontwikkeling en proberen deze op een positieve wijze te stimuleren. De kleuters werken en spelen aan tafels, in hoeken zoals het woonhuis, de computerhoek, de ABChoek, de 1-2-3-hoek, de leeshoek, de timmerhoek, enz. Elke schooldag begint in de kring en hier keren de kinderen ook steeds weer terug. Veel kinderen zitten tweeënhalf tot drie jaar in de kleutergroepen. Het is afhankelijk van hun geboortedatum en hun aanleg. We vinden het belangrijk
29
dat uw kind alle tijd heeft zich goed te ontwikkelen zodat hij of zij een sterke basis heeft om succesvol groep 3 te doorlopen. Dit lukt pas als een kind daar echt aan toe is. We zien daarom een kind liever wat langer in groep 1 of 2, dan dat het jarenlang “op de tenen de school doorloopt”. Uitdaging is er voor de kleuters zeker. Wanneer we merken dat uw kind eerder toe is aan het werken met letters of hoeveelheden, zullen we met u in overleg gaan. Extra uitdaging of zelfs een soort van “eigen leerlijn” is in de kleutergroepen zeker mogelijk. Zo kan het voorkomen dat uw kind al aan de slag gaat met de eerste lessen van “Veilig Leren Lezen”. Ook met alle andere kinderen in groep 2 werken we vanaf mei met de basis van onze methode “aanvankelijk lezen”. Dit doen we ter voorbereiding op groep 3, zodat uw kind snel gewend is aan het werken in boekjes en schriften. Ter voorbereiding op het rekenonderwijs werken we vooral handelend en bewegend. De kinderen leren vooral omgaan met getallen en hoeveelheden door actief bezig te zijn. De aanpak in de kleutergroepen verschilt in veel opzichten van die in andere groepen. Ook de inrichting van de lokalen en de manier van werken is anders. De meeste vakken komen in samenhang aan de orde aan de hand van thema’s (feesten, seizoenen etc.) De diverse leer- en vormingsgebieden komen in de kleutergroepen in een opklimmend niveau aan de orde. Toch zullen de kinderen in groep 3 veel herkennen van wat ze in de kleuterperiode hebben geleerd. Werkvormen, zoals ook boven genoemd, en afspraken zijn in beide groepen zoveel mogelijk gelijk. De leerkrachten van De Borgstee houden u op de hoogte van alle gebeurtenissen en vorderingen van uw kind. Wij vinden het voor de ontwikkeling van uw kind belangrijk om goed en regelmatig contact met u te houden en stellen vragen van u zeker op prijs. 4.3 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school (leerlingvolgsysteem) 4.3.1 Dagelijks werk De vorderingen van de leerlingen worden op verschillende wijzen bijgehouden. Een belangrijk middel is observeren. De leerkrachten kijken hoe de kinderen hun opdrachten vervullen, met anderen omgaan enz. Wanneer de kinderen in schriften, in werkboekjes of op losse bladen werken wordt dit vrijwel altijd door de leerkracht of de leerlingen zelf gecorrigeerd. Meestal door de leerkracht en soms gezamenlijk met de gehele groep. Naarmate de kinderen ouder worden, wordt hun werk af en toe becijferd of beoordeeld. Deze cijfers tellen mee voor de beoordeling op het rapport. 4.3.2 De sociaal emotionele ontwikkeling: Zoals u eerder in deze gids hebt kunnen lezen is onze wens, dat alle leerlingen van onze school zich ontwikkelen tot sociaal vaardige, betrokken en zelfstandige personen. Onze school vindt het belangrijk dat de leerlingen worden gevolgd in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. We gebruiken de methodiek van KiVa en Leefstijl. De sociaal- emotionele ontwikkeling van uw kind wordt gevolgd met het instrument ZIEN. Dit wordt twee maal per jaar ingevuld door de leerkracht en vanaf groep 5 ook twee maal per jaar door de leerling. Als we ons zorgen maken over de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind dan wordt dit tijdens de zorgvergaderingen besproken en besproken met de interne begeleider van onze school. Wij zullen u ook informeren over onze bevindingen en met u in gesprek gaan. We stellen soms een handelingsplan op voor de leerling. Een handelingsplan is een plan van aanpak. We beschrijven daarin wat het probleem is en hoe we dit probleem willen oplossen of willen terugdringen. 4.3.3 Cito toetsen: Door de gehele school werken we met de landelijk vastgestelde Cito-toetsen van het Leerling Onderwijs Volg Systeem. De Cito-toetsen leveren aanvullende gegevens over de leerlingen. Het voordeel van dit systeem is, dat er systematisch en doelgericht gewerkt wordt. Bij de kleuters worden de toetsen Rekenen en Taal voor kleuters afgenomen. In de andere groepen worden de Drie-minuten-leestoets, Rekenen, Spelling en Begrijpend Lezen, afgenomen. De toetsen worden afgenomen in januari/februari en in mei/juni. 4.3.4 De entreetoets voor groep 7: De kinderen in groep 7 doen in de periode april- mei mee aan de Entreetoets van Cito. Deze toets gaat specifiek in op bepaalde zaken en bestaat uit veel taken die
30
gespreid over een aantal weken worden afgenomen. De uitslag geeft een goed beeld van de vaardigheden van een kind, maar ook welke vaardigheden het kind nog niet beheerst. In groep 8 kan daar op worden ingespeeld en wordt het kind daarin verder begeleid. Het resultaat geeft ook een indicatie voor het niveau van het Voortgezet onderwijs. 4.3.5 De Cito eindtoets: In groep 8 doen de kinderen mee aan de landelijke Cito eindtoets. Deze toets ondersteunt (en niet meer dan dat) de schoolkeuze. 4.4 De verslaggeving van gegevens over leerlingen door de groepsleerkracht 4.4.1 Leerling-dossier Van alle leerlingen worden de resultaten en andere gegevens bijgehouden in Parnassys, een leerlingvolgsysteem en administratie-systeem in één. Ook worden de gegevens over het gezin, de leerlingbesprekingen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen, toets- en rapportgegevens van de verschillende jaren hierin opgenomen. De interne begeleider beheert de mappen van de zorgkinderen. 4.4.2 Onderwijskundig rapport: Wanneer een leerling onze school verlaat (zowel aan het einde van groep 8 als eerder) krijgt de ontvangende school een onderwijskundig rapport. Daarin staan de vorderingen en overige bijzonderheden van de leerlingen beschreven. De ouders krijgen een kopie van dit rapport. 4.4.3 Teambespreking over vorderingen van de leerlingen Een paar keer per jaar bespreken de leerkrachten met elkaar de groepsresultaten van alle kinderen. We praten wat langer over kinderen met zwakke of zeer goede resultaten en wat voor plannen we moeten maken om de resultaten te verbeteren. Daarnaast bespreekt de IB-er 4x per jaar alle leerlingen n.a.v. o.a. de Cito toetsen met de groepsleerkrachten. De IB-er bespreekt de resultaten met de directeur. Ook proberen we veel aandacht te besteden aan het pesten op school. Er wordt - indien nodig gesproken met kinderen die pestgedrag vertonen en zij die het slachtoffer hiervan zijn. Via een gerichte aanpak proberen we dit pestgedrag zoveel mogelijk te beperken. Hierbij nemen we ook contact op met de ouders. Dit staat beschreven in het pestprotocol. (zie website) 4.4.4 Oudergesprekken De wijze waarop het welbevinden en de leervorderingen van de kinderen besproken wordt met ouders gebeurt als volgt: Er vindt in het schooljaar drie maal een tien-minuten-gesprek plaats met de groepsleerkracht. De gesprekken staan gepland in de maanden november, februari en juni. Aan het begin van elk schooljaar ontvangt u alle data die belangrijk zijn om te weten. Als het nodig is, worden ouders tussentijds benaderd voor een gesprek. Als ouders zelf behoefte hebben aan overleg zijn ze altijd welkom. 4.4.5. Rapporten Groep 1 t/m 8 krijgt twee keer per jaar een rapport mee naar huis. De startgroep krijgt een rapport afhankelijk van de instroomdatum. Cijfers: We geven de leerlingen niet hoger dan het cijfer 9 en we geven de leerlingen niet lager dan het cijfer 4. Mocht het gemiddelde basisschoolprogramma voor uw kind te moeilijk zijn en er is in overleg met u besloten om uw kind een aangepast programma of een aangepast programma voor een bepaald vak te bieden, dan zal het cijfer ook aangepast zijn. Wij zullen uw kind dan niet onvoldoendes geven, omdat het op een aangepast programma werkt en dit om een aangepaste waardering vraagt. 4.5 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften en leerling-gebonden financiering 4.5.1 De procedure Tijdens de lessen worden diverse zaken gesignaleerd. Als daartoe aanleiding is, wordt er contact opgenomen met de ouders. Hierbij gaat het bijv. om veranderingen in het gedrag van het kind. Maar ook andere dingen die opvallen kunnen noodzakelijk worden geacht om op korte termijn door te spreken met de ouders. Soms volstaat een gesprekje na schooltijd, soms is een huisbezoek nodig. Vanzelfsprekend kunnen ook ouders initiatief nemen tot een gesprek met de leerkracht om over hun kind te praten als er iets bijzonders is.
31
Regelmatig is het team, samen met directie en IB-er (intern begeleider) in overleg over kinderen met problemen of kinderen die de leerstof te gemakkelijk vinden. Dit kan tijdens een zorgvergadering, waarin de overige leerkrachten adviezen kunnen geven aan de leerkracht die een kind inbrengt, maar ook in de teamvergadering onder agendapunt IB/RT (interne begeleiding/remedial teaching). We doen dit alles, omdat we vinden dat de zorg voor leerlingen een zaak is die niet alleen de eigen leerkracht aangaat, maar iets waar we samen de verantwoordelijkheid voor dragen. We willen graag zorg dragen voor een doorgaande lijn voor elk kind, passend bij onze manier van lesgeven. Aan de hand van de adviezen en eventueel nader onderzoek kan de leerkracht een handelingsplan opstellen om het kind te helpen. Een handelingsplan wordt geschreven voor een periode van 8 tot 10 weken. De Burcht heeft hiervoor 4 zorgperiodes in een schooljaar. De IB-er kan hierbij helpen. De ouders worden vanzelfsprekend op de hoogte gebracht van de extra zorg die aan hun kind gegeven wordt. Als het plan niet voldoende werkt, dan kan hulp van buitenaf worden ingeschakeld. De IB-er pleegt overleg met de orthopedagoog van Noordkwartier. De orthopedagoog geeft adviezen, maar kan ook voorstellen om nader onderzoek te doen naar de oorzaak van de problemen. Uiteraard volgt hierna een gesprek met de ouders en wordt een plan opgesteld om het desbetreffende kind verder te begeleiden (zie ook 6.1). Als een bepaalde ontwikkeling moeizaam blijft gaan kunnen we vervolgens nog advies vragen aan de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg). Hiervoor vullen ouders en school elk een deel van een Onderwijskundig Rapport in. De PCL adviseert de school inzake o.a. ambulante begeleiding, overplaatsing naar een andere basisschool of verwijzing naar de School voor Speciaal Basisonderwijs (zie ook 6.3). 4.5.2 De voorzieningen Op onze school wordt er zoveel mogelijk gestreefd om kinderen in de groep te begeleiden. De interne begeleider en de groepsleerkracht hebben daarover overleg met elkaar. Soms werken kinderen op een voor het kind aangepast programma. 4.5.3 De zorg voor kinderen: Om de zorg binnen de school goed te organiseren is er een intern begeleider aangesteld. Daar kunnen de leerkrachten en ouders terecht met hun vragen over kinderen die in de groep problemen ondervinden ten aanzien van gedrag en het verwerven en verwerken van kennis en vaardigheden. De leerkracht en de intern begeleider kunnen daarbij ondersteuning krijgen vanuit de stichting Noordkwartier. Twee keer per jaar bespreken de intern begeleider en de orthopedagoog van de Stichting de leerlingen waarbij externe hulp gewenst is. Uiteraard wordt u van tevoren hiervan op de hoogte gesteld en vindt er een terugkoppeling plaats naar u als ouders. Tijdens deze gesprekken worden de eerste aanzetten voor groeps- of individuele handelingsplannen besproken. Omdat op voorhand niet altijd bekend is om welke kinderen het gaat, willen we uw toestemming vragen om zonder vooroverleg met u deze eerste stap te zetten. Wordt er voor uw kind een plan opgesteld (al dan niet met andere kinderen samen), dan wordt u hier uiteraard van op de hoogte gebracht.
4.5.4 Passend Onderwijs Op 1 augustus 2014 wordt de wet Passend Onderwijs van kracht. Kernpunten uit deze nieuwe wet zijn dat: Reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen samenwerken; Scholen zorgplicht hebben (de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld dient te zorgen voor een passende plek indien er sprake is van zeer specifieke onderwijsbehoeften van een kind); Scholen en gemeenten / jeugdhulpverlening werken samen aan de integrale ondersteuning aan leerlingen vanuit onderwijs en zorg; Er minder regelgeving vanuit Den Haag komt, maar dat er meer in de eigen regio kunnen regelen. Samenwerkingsverband en subregio De school van uw kind maakt deel uit van het schoolbestuur Noordkwartier. Alle schoolbesturen van de provincie Groningen plus gemeente Noordenveld zijn verenigd in het Samenwerkingsverband (SWV) 20.01. Dit samenwerkingsverband is opgedeeld in vier subregio’s. De scholen van Noordkwartier vallen onder de subregio Noord. De besturen in iedere subregio werken
32
nauw samen met de andere schoolbesturen uit de regio om optimale ondersteuning aan ieder kind te kunnen bieden en expertise met elkaar te delen. Onderwijs, passend bij iedere leerling Alle scholen binnen het SWV 20.01 hebben met elkaar vastgesteld welke ondersteuning er tenminste op alle locaties geleverd wordt, de zogenaamde basisondersteuning. Daarnaast hebben alle scholen vastgesteld welke extra ondersteuning zij kunnen bieden aan leerlingen. De basis- en schoolspecifieke ondersteuning hebben scholen beschreven in hun schoolondersteuningsprofiel. U kunt dit profiel opvragen bij uw huidige school of de school van uw keuze. Is de school handelingsverlegen, met andere woorden kan de school niet voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van uw kind, dan wordt er allereerst binnen het bestuur of in de subregio gezocht naar een externe deskundige die samen met de school andere mogelijkheden voor ondersteuning in kaart brengt. Nader onderzoek kan ook één van de adviezen zijn. In dit traject wordt er te allen tijde nauw samengewerkt met de ouders. Mochten extra interventies onvoldoende resultaat opleveren waardoor de leerling op die school niet langer begeleid kan worden, dan dient de school een andere, beter passende plek te zoeken. Dat kan ook het speciaal onderwijs zijn. Speciaal (basis)onderwijs Voor een plaatsing in het speciaal onderwijs (*) moet de school, samen met u als ouders / verzorgers, een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen bij de Commissie van Advies van het samenwerkingsverband. Meer informatie over het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring vindt u op de website van het samenwerkingsverband of via de school. (*) Voor blinde/slechtziende en dove/slechthorende kinderen geldt dat zij zich voor een plek in het speciaal onderwijs dienen te vervoegen bij resp. Visio en Kentalis. Zij hebben een eigen Commissie van Onderzoek die bepaalt of de leerling toelaatbaar is. Meer informatie voor ouders Voor u als ouders geldt dat de scholen de belangrijkste informatiebron zijn als het gaat om Passend Onderwijs en extra ondersteuning aan uw kind. De school heeft dagelijks contact met de leerling en vervult daarmee in de ogen van het samenwerkingsverband een belangrijke rol in de adequate informatievoorziening aan ouders. Het samenwerkingsverband 20.01 heeft een eigen website: http://www.passendonderwijsgroningen.nl/SWV-PO20-01/ Op deze website vinden ouders / verzorgers een apart tabblad met meer informatie over het ondersteuningsplan en de ondersteuningsprofielen van de verschillende scholen. Op www.passendonderwijs.nl (website van ministerie OCW) en op www.passendonderwijsenouders.nl kunnen ouders / verzorgers meer informatie vinden over de samenwerkingsverbanden e over Passend Onderwijs. Daarnaast is er het Steunpunt Passend Onderwijs, onderdeel van informatiepunt 5010. Hier kunnen ouders / verzorgers terecht met alle vragen over extra ondersteuning binnen het onderwijs. Het Steunpunt Passend Onderwijs is telefonisch bereikbaar via 5010: (0800) 5010 (vaste telefoon, gratis) of (0900) 5010 123 (€ 0,45 per gesprek + kosten mobiel), of via internet: www.5010.nl Tot slot heeft iedere school een eigen intern begeleider (ib’er). Deze onderwijsmedewerker is in staat verdere vragen van u te beantwoorden over de uitvoer van Passend Onderwijs op de school. U bent van harte welkom contact op te nemen. 4.5.5 De Commissie van onderzoek: Mocht dit alles niet tot resultaat leiden en dreigt het kind daardoor zich niet verder te kunnen ontwikkelen bij ons, dan kunnen wij, in overleg met de ouders, het kind aanmelden bij de Commissie van onderzoek van ons samenwerkingsverband. Wij vullen dan een onderwijskundig rapport in en sturen dat, voorzien van een handtekening van de ouders, naar de CvO. De ouders ontvangen een afschrift van dit onderwijskundig rapport. De CvO beoordeelt aan de hand van het onderwijskundig rapport of het kind toelaatbaar is voor de speciale basisschool en neemt daarover vervolgens een besluit.
33
4.5.6 Opnemen van kinderen met een handicap: De bevordering van de emancipatie en integratie van mensen met een handicap vormt een belangrijke doelstelling in het beleid van de Rijksoverheid. Ook in het onderwijs is er behoefte aan emancipatie en integratie van gehandicapte kinderen. Van oudsher is het onderwijs aan gehandicapte kinderen georganiseerd in speciale scholen. Steeds meer ouders wensen echter dat hun gehandicapte kind zoveel mogelijk in een normale omgeving opgroeit en in het verlengde daarvan ook in de woonomgeving naar een gewone school voor basisonderwijs kan gaan. Om dit mogelijk te maken heeft de overheid een speciale regeling ontworpen, de “leerling bevonden financiering” (het rugzakje). In deze rugzak zitten middelen (in de vorm van tijd en geld) waarmee het mogelijk wordt dat de leerling onderwijs kan volgen op een gewone basisschool. We willen in onze school ruimte en aandacht bieden aan ieder kind. Dat houdt in dat we in principe bereid zijn om kinderen met een handicap op te nemen. Het streven naar integratie van kinderen met een handicap in de maatschappij willen we hiermee onderschrijven en ook binnen onze school voor zover mogelijk gestalte geven. Integratie heeft een duidelijke eigenwaarde voor het kind met een handicap, maar heeft ook een vormende waarde voor de overige kinderen. 4.5.7 Wat we kunnen doen voor gehandicapte kinderen: In ons streven naar adaptief onderwijs willen we zoveel mogelijk zorg op maat bieden. Onze zorg wordt gekenmerkt door hulpverlening en preventie: dat betekent tijdige signalering van problemen door de leerkracht, gevolgd door een adequate reactie in de vorm van extra zorg, zowel in als buiten de klas. Voor een kind met een handicap willen we in samenwerking met begeleiding van het Speciaal Basis Onderwijs een onderwijsaanbod ontwikkelen dat aansluit op de mogelijkheden van deze leerlingen. We vinden de kennis, informatie en betrokkenheid van de ouders heel belangrijk, omdat zij hun kind goed kennen. 4.5.8 Waar onze grenzen liggen: 1. Verstoring van rust en veiligheid: indien een leerling een handicap heeft die ernstige gedragsproblemen met zich meebrengt, leidend tot een verstoring van de rust en veiligheid in de groep, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs aan de hele groep en aan het kind met een handicap te bieden. 2. Indien een leerling een handicap heeft die een zodanige verzorging of behandeling vraagt, dat daardoor zowel de zorg en behandeling voor de betreffende leerling als het onderwijs aan de betreffende leerling onvoldoende tot zijn recht kan komen, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs aan het betreffende kind met een handicap te bieden. 3. Verstoring van het leerproces voor de andere kinderen: indien het onderwijs aan de leerling met een handicap een zodanig beslag legt op de tijd en aandacht van de leerkracht dat daardoor de tijd en aandacht voor de overige leerlingen onvoldoende of in het geheel niet kan worden geboden, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs te bieden aan de (zorg) leerlingen in de groep. 4.5.9 De groepsleerkrachten: Van de groepsleerkrachten verwachten we voor de speciale zorg van kinderen: het op tijd opsporen van problemen; indien nodig op huisbezoek gaan; proberen een oplossing voor het probleem te vinden; opstellen van een plan om de leerling te helpen; samen met de leerling een hulpprogramma uitvoeren; de toetsen van het leerlingvolgsysteem afnemen; leerlingenvorderingen bijhouden: overleg met ouders 4.5.10 De interne leerlingbegeleiding: Op onze school is een interne begeleider. Zij zorgt ervoor dat kinderen, die extra aandacht nodig hebben, die ook krijgen van de juiste persoon en op de goede tijd. Zij heeft ook contact met de ouders en met collega’s van het speciaal onderwijs. Ook zorgt zij ervoor dat de toetsen op tijd worden afgenomen.
34
De Interne Begeleider heeft als taak het opzetten en coördineren van de leerlingenzorg in de school. De ene kant van haar werk is een managementtaak: het bewaken van procedures, de kwaliteitszorg rond zorgverbreding en het nemen van initiatieven. De andere kant is een ondersteunende taak: het begeleiden van leerkrachten bij het hele zorgproces in de groepen Andere taken van de IB-er zijn: - zorg dragen voor groeidossiers; - afnemen van bijzondere toetsen; - interpreteren van toetsuitslagen en hulp organiseren voor opvallende leerlingen - contact met ouders hebben; - bijhouden van het leerlingvolgsysteem; - bespreken van handelings- en hulpplannen met de leerkrachten - mede voorbereiden van de leerling bespreking; - bijhouden van de orthotheek; - contact onderhouden met het speciaal onderwijs en de zorginstanties buiten de school 4.5.11 Zitten blijven: Hoewel we het belangrijk vinden dat de ontwikkeling van de kinderen zonder onderbreking doorgaat, kan het voor een kind van belang zijn dat het een groep overdoet. We doen dit alleen maar als we denken dat dit in het belang is van de leerling. Dit is verstandig als kinderen wel de mogelijkheden hebben, maar die op een bepaald moment nog niet weten te vertalen in de vereiste leerprestaties. De overheid wil het aantal verwijzingen naar het Speciaal Basis Onderwijs sterk terug dringen. Basisscholen krijgen meer mogelijkheden om kinderen met leerproblemen op te vangen. Op onze school worden niet vaak kinderen verwezen naar het S.B.O onderwijs. Dit komt, omdat we er naar streven om het kind in de groep te houden en te begeleiden. We ontwikkelen een voor het kind aangepast programma. 4.5.12 Verwijzing naar een school voor speciaal onderwijs: Mocht het toch noodzakelijk zijn kinderen door te verwijzen, dan spelen ouders in deze procedure een belangrijke rol. Bij iedere stap wordt met hen overlegd en om hun toestemming gevraagd. De eventuele aanmelding voor een kind op een speciale school gebeurt door de ouders. 4.5.13 Groep overslaan: Hier gaan we op school terughoudend mee om. Het moet wel heel duidelijk zijn, dat de leerling er niet alleen voor wat betreft de leerstof aan toe is, maar dat de leerling het sociaal/emotioneel ook aan kan. 4.5.14 Speciale opvang van hoogbegaafden: Als er uit het werk en uit diverse toetsen blijkt dat een leerling uitsteekt boven de aangeboden leerstof, dan krijgt deze leerling de aandacht die hij/zij nodig heeft, in de vorm van begeleiding en extra leerstof. Leerlingen die aan de gestelde criteria voldoen krijgen tweewekelijks extra ondersteuning in de plusklas. Mocht dit niet toereikend zijn dan is overplaatsing naar de afdeling hoogbegaafden van de Zaaier te Delfzijl eventueel ook een optie. 4.5.15 Zorg voor langdurige zieken : Op onze school komt het soms voor dat een leerling de school niet kan bezoeken i.v.m. een langdurige ziekte. Het is dan van belang dat het onderwijsproces zo goed mogelijk doorloopt. Minstens zo belangrijk is dat het zieke kind het gevoel krijgt er nog ‘bij’ te horen. Dat kan door bezoek van klasgenoten en leraren, maar ook door video- opnamen, telefonische contacten, e- mails eventueel met behulp van een webcam. Het spreekt vanzelf, dat brieven, kaartjes en tekeningen een belangrijke rol spelen in het onderhouden van de contacten tussen de school en het zieke kind. Per situatie wordt bekeken wat de mogelijkheden zijn. Dit hangt af van de medische behandeling en de draagkracht van kind, ouders en de school. De school kan deze activiteiten alleen verrichten in goed overleg met de ouders. De procedure die wij binnen onze school volgen, ziet er als volgt uit:
35
Als duidelijk is, dat een leerling langer dan 1 week ziek (thuis of in een ziekenhuis) is, neemt de groepsleerkracht contact op met de ouders om de situatie door te spreken.
De groepsleerkracht(en) en de interne begeleider nemen in overleg met de directie en de ouders van het zieke kind het besluit of er externe hulp nodig is. De school ontwikkelt een plan en overlegt dat met de ouders. De school gaat aan het werk met het plan en tijdens de uitvoering vindt regelmatig overleg plaats met de ouders. Contact opnemen met de ziekenhuisconsulent.
4.5.16 Als het kind niet graag naar school gaat: Als uw kind niet graag naar school gaat, willen we graag met u praten en met uw kind om er achter te komen wat de reden daarvan is. Misschien kunnen wij op school maatregelen treffen om er iets aan te veranderen. Graag naar school gaan is de basis van al het leren. U kunt altijd bij de juf of meester van uw kind terecht. 4.5.17 Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling: Op 1 juni 2011 is de wet Verplichte Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling in werking getreden. Hierbij is de plicht opgelegd om een meldcode te hanteren voor huiselijk geweld en kindermishandeling, waaronder seksueel geweld, vrouwelijk genitale verminking en eergerelateerd geweld. De verplichting geldt voor organisaties en zelfstandige beroepsuitoefenaars in de gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning in de omgang met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. De meldcode dient tevens als toetssteen voor de school en de individuele medewerker. Binnen onze school volgen wij bij een vermoeden van huiselijk geweld en kindermishandeling een vast protocol. Dit protocol is bij de directie op te vragen en/of is via de website te downloaden.
4.6 De begeleiding van de overgang van kinderen naar het Voortgezet Onderwijs 4.6.1 De voorlichting aan ouders ten behoeve van de schoolkeuze van leerlingen: In november worden de ouders van de leerlingen van groep 8 uitgenodigd voor een door het Voortgezet Onderwijs georganiseerde informatieavond in de Molenberg. Tijdens deze avond wordt informatie gegeven over de schoolkeuze: -de scholen in ons gebied en hun verschillende brugklassen; -de procedure bij de schoolkeuze; -de aanmelding Deze informatieavond wordt centraal voor alle ouders van kinderen uit groep 8 in de regio gehouden. Eind november worden alle ouders van groep 8 uitgenodigd voor een gesprek met de groepsleerkracht. Tijdens dit gesprek wordt er een voorlopig schooladvies gegeven. In januari en februari kunnen de kinderen met hun ouders naar de open dagen van de scholen voor Voortgezet Onderwijs in onze regio. Op websites en in de krant b.v. de Eemsbode kunt u ook de advertenties van de scholen lezen. De leerkracht van groep 8 vermeldt in de nieuwsbrief ook de data en tijden van de open dagen van de diverse scholen. Op school worden op een centrale plek diverse affiches op gehangen. We spreken af en toe met de kinderen over de verschillende brugklassen. Op de basisschool zitten alle kinderen in een klas. In het Voortgezet Onderwijs gaat iedereen naar een brugklas dat past bij de mogelijkheden van het kind. Iedereen die de basisschool verlaat, gaat een andere weg op. We spreken over de mogelijkheden van de verschillende opleidingen, waar je in geïnteresseerd moet zijn, hoelang de opleidingen duren enz. In februari maken de kinderen van groep 8 de Cito-eindtoets. Wanneer het resultaat hiervan bekend is, wordt dit in maart met de ouders besproken. De ouders worden uitgenodigd voor een gesprek waarin het definitieve schooladvies wordt besproken. Dit gesprek duurt 20 minuten. De ouders mogen bij dit gesprek ook hun kind, dat zit in groep 8 meenemen. De groepsleerkracht spreekt met de ouders en eventueel het kind over het definitieve advies, de wens van de ouders en de wens van het kind en ook de gewenste school voor Voortgezet Onderwijs. De groepsleerkracht heeft ook een onderwijskundig rapport van het kind gemaakt. Dit onderwijskundig rapport wordt met de ouders doorgenomen. Voor 1 april moeten de ouders het aanmeldingsformulier ingevuld hebben. De groepsleerkracht stuurt de aanmeldingsformulieren en onderwijskundige rapporten naar de desbetreffende school. Vanaf dat moment loopt het contact omtrent de aanmelding via de nieuwe school en de ouders.
36
Kinderen met een LWOO of Praktijk verwijzing moeten al voor 1 februari worden aangemeld. Het stappenplan van deze kinderen ziet er anders uit. 4.6.2 De wijze van adviseren en de procedure die wordt gevolgd: Na groep 8 gaan kinderen naar het Voortgezet Onderwijs. Ze hebben de keuze uit vele scholen. We proberen hen en hun ouders bij deze keuze te helpen. Er wordt rekening gehouden met hetgeen het kind in de afgelopen jaren heeft gepresteerd. Het leerlingvolgsysteem is hiervoor een geschikt middel. Werkhouding, zelfredzaamheid, interesse enz. allerlei factoren worden bekeken. 4.6.3 Afscheid leerlingen groep 8: De schoolloopbaan van de leerlingen van groep 8 wordt afgesloten met een heus gala met de leerkrachten. De ouderraad probeert dit jaarlijks te bekostigen. Bij een heel speciaal afscheid hoort een deftig feest. 4.6.4 Huiswerk: In de hoogste groepen krijgen de kinderen regelmatig (maximaal 15 minuten per dag) huiswerk om vast te wennen aan het thuis werken aan een taak. Dit kunnen biologie, geschiedenis, aardrijkskunde, reken of taalopdrachten zijn of de opdracht om een werkstuk(je) te maken. De kinderen worden hierbij begeleid en moeten het huiswerk zelfstandig kunnen maken. Het is fijn dat u als ouder uw kind stimuleert om het huiswerk te maken en zodoende belangstelling toont voor het (huis)werk van uw kind. In de middengroepen krijgen de kinderen soms dicteewoorden mee om thuis te leren. Vanaf groep 6 moeten de kinderen af en toe thuis (en op school) aardrijkskunde leren. Vanaf groep 4 moeten de tafels ook thuis geoefend worden. In de nieuwsbrief vermelden de groepsleerkrachten elke week wat er wordt behandeld in de komende week, zodat u altijd op de hoogte bent. Voor de andere zaakvakken zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde worden er repetities opgegeven. Kinderen moeten de stof thuis nog eens bestuderen. 4.6.5 Resultaten van het onderwijs In de tabellen vindt u een overzicht van de opbrengsten van ons onderwijs. Het gaat hier om de uitstroomgegevens groep 8 en de tussenresultaten. (gegevens van de Burcht)
Resultaten eindtoets School Periode Weergave
De Burcht (08AS) Uitslag CITO Eindtoets t.o.v. inspectienorm 2011 / 2012
2012 / 2013
2013 / 2014
Aantal deelnemende leerlingen
7
17
6
Aantal leerlingen in leerjaar 8
8
17
6
Aantal leerlingen op school
104
118
115
Aantal ongewogen leerlingen
99
115
112
Percentage gewogen leerlingen
5%
3%
3%
Inspectienorm bij Eindtoetsgemiddelde
Ongewogen
Ongewogen
Ongewogen
Bovengrens inspectie
538,5
538,8
538,8
Landelijk gemiddelde
536,5
536,8
536,8
Ondergrens inspectie
534,5
534,8
534,8
CITO EINDTOETS
528,7
530,4
540,5
op of boven bovengrens (goed) op of boven landelijk gemiddelde (voldoende) !
op of boven de ondergrens (voldoende) onder de ondergrens (onvoldoende)
Opmerkingen bij de resultaten van de eindtoets: Na twee jaar de resultaten van de eindtoets onder de ondergrens en daarmee onvoldoende, in 2013 – 2014 zelfs boven de bovengrens en daarmee een goed resultaat. De verbetering is tot stand gebracht
37
door meer te sturen op de resultaten, het werken met een “herstelprogramma” en de leerlingen meer te betrekken bij het eigen leerproces en de eigen doelen.
Uitstroomaantallen naar (S)VO School
De Burcht (08AS)
Weergave
Aantal leerlingen per advies VO 2009 / 2010
2010 / 2011
VWO
3
HAVO
4
VMBO GL t/m VMBO TL
VMBO TL
2011 / 2012
2012 / 2013
2013 / 2014
2014 / 2015
Totaal
4
3
1
1
12
2
3
2
6
17
3
3
7
1
4
1
VMBO TL, met LWOO
VMBO BL
1
1
1
2
5
2
VMBO BL, met LWOO
5
5
VMBO BL t/m VMBO KL
1
1
VMBO GL
VMBO KL
18
5
1
1
4
7
5
Praktijkonderwijs
19
18
8
2
18
1
1
18
6
13
82
Opmerkingen bij de uitstroom naar het voortgezet onderwijs: Met de verbetering van de opbrengsten is er ook een groei te zien van het aantal leerlingen dat naar het VMBO-tl gaat of hoger. Gezien de leerlingpopulatie (opleiding ouders) presteren de leerlingen steeds meer boven verwachting. De resultaten in het voortgezet onderwijs sluiten aan bij het gegeven advies.
Tussenresultaten School Periode weergave
De Burcht (08AS) 2013 / 2014 - 2014 / 2015 Gemiddelde vaardigheidsscore t.o.v. inspectienorm, inspectienorm en aantal leerlingen Periode
Versie
2013 / 2014
Percentage gewogen leerlingen
CITO BEGRIJPEND LEZEN Totaal
38
2014 / 2015
3%
5 - II
LOVS
M5
3%
Gem.
Norm
n=
Gem.
Norm
n=
33,6
25
15
24,3
25
21
Totaal
6 - II
LOVS
M6
31,3
32
12
32,9
32
18/17
Totaal
7 - II
LOVS
M7
48,9
45
13
46,4
45
12
Totaal
8 - II
LOVS
M8
66,7
55
13
Gem.
Norm
n=
Gem.
Norm
n=
Totaal
3 - II
LOVS
M3
30,2
21
13
21,8
21
24/23
Totaal
3 - III
LOVS
E3
46,5
33
13
Totaal
4 - II
LOVS
M4
60,2
48
21
60,0
48
13
Totaal
4 - III
LOVS
E4
75,2
56
21
Totaal
5 - II
LOVS
M5
73,2
66
15
78,4
66
21
Totaal
5 - III
LOVS
E5
82,2
71
15
Gem.
Norm
n=
Gem.
Norm
n=
Totaal
4 - II
LOVS
M4
59,7
50
21
62,4
50
13
Totaal
4 - III
LOVS
E4
74,0
61
21
Totaal
5 - II
LOVS
M5
82,4
71
15
75,0
71
21
Totaal
5 - III
LOVS
E5
85,4
78
15
Totaal
6 - II
LOVS
M5-M6
85,3*
84
12
96,2
84
18/17
Totaal
6 - III
LOVS
E5-E6
91,8*
89
12
Totaal
7 - II
LOVS
M7
101,7
98
13
106,1
98
11/12
Totaal
7 - III
LOVS
E7
107,2
102
13
Totaal
8 - II
LOVS
M8
115,0
110
13
CITO DRIE-MINUTEN-TOETS
CITO REKENEN-WISKUNDE
25% boven inspectienorm boven inspectienorm op inspectienorm onder inspectienorm *
Leerling(en) adaptief getoetst
Opmerkingen bij de tussenresultaten: Uileg bij de tabel: Cito drie minuten toets (DMT) is een toets voor technisch lezen Periode: bijv. 5 – II is groep 5 toetsen van januari; 6 – III is groep 6 juni Versie: bijv. LOVS M5 is leerling ontwikkelings volg systeem midden (januari) 5 Gem.: betreft de gemiddelde score van de groep Norm: is de landelijke inspectienorm-score N=: het aantal leerlingen dat de toets heeft gemaakt 2014-2015 Alleen het begrijpend lezen van groep 5 valt onder de norm. Om dit te verbeteren wordt er gewerkt met handelings- of groepsplannen. Alle andere onderdelen zijn voldoende tot goed.
39
5 Zorg voor kwaliteit 5.1 Werken aan kwaliteitsverbetering Kwaliteitszorg is de basis van waaruit het onderwijs op onze school vorm gegeven wordt. In dit hoofdstuk beschrijven we op welke wijze wij onze kwaliteit verbeteren, bewaken en waarborgen. Bij kwaliteit gaat om vragen als “Wat willen we?”, Waarom willen we dat?”, “Hoe willen we dat nou bereiken?” of “Hoe houden we het bereikte niveau vast?” 5.1.1 Kwaliteitsverbetering door goede methoden: Wij zijn van mening dat voor het bieden van kwalitatief goed onderwijs gebruik moet worden gemaakt van goede methoden. Op onze school wordt lesgegeven met moderne methoden die passen bij onze visie op onderwijs. We kiezen met zorg een nieuwe methode uit. Ziet het materiaal er aantrekkelijk uit? Beantwoorden deze methoden aan de nieuwste opvattingen over het leerproces? Is er voldoende leerstof voor kinderen die extra oefenstof nodig hebben of extra moeilijk werk aankunnen? Zijn er voldoende mogelijkheden om het zelfstandig werken te bevorderen? Voldoen de methoden aan de kerndoelen die de overheid ons stelt? Past de methode bij de visie en missie van de school? Allemaal vragen waarop we goed letten bij de aanschaf van nieuwe middelen. 5.1.2 Kwaliteitsverbetering dankzij aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling: Niet alleen leerprestaties zijn van belang. De school heeft ook een belangrijke taak in de totale ontwikkeling van het kind als persoon. Het is van groot belang dat kinderen zich binnen de school veilig en geborgen voelen. Vanuit een veilige geborgenheid kunnen kinderen zich het beste ontwikkelen. De sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind is een heel belangrijk aspect binnen de leerlingenzorg. Een kind dat lekker in zijn vel zit, kan optimaal functioneren. Bij de sociaal-emotionele ontwikkeling zijn o.a. de volgende aspecten van belang: speelt/werkt het kind samen met andere kinderen, neemt het initiatieven tot spelen/werken. Hoe is het contact met andere leerlingen en/of de leerkracht, heeft het voldoende zelfvertrouwen, is het voldoende betrokken bij de gebeurtenissen in de klas, kan het gericht werken en aan het werk blijven? Kortom: hoe zit het kind in zijn/haar vel? Aan de ontwikkeling op sociaal-emotioneel vlak van het kind dragen we op De Burcht bij door: - dagelijkse positieve omgang met de kinderen; - het hanteren van en toezien op de gemaakte regels en afspraken; - het bieden van structuur en veiligheid; - gesprekken met ouders over het kind en met het kind; - het volgen van de methodiek Leefstijl en het naleven van deze methodiek; - ouders informeren over het nieuwe thema Leefstijl in het sociaal-emotionele ontwikkelingsproces. De verantwoording/uitleg van het nieuwe thema wordt bij de wekelijkse nieuwsbrief gedaan. Om de sociaal-emotionele ontwikkeling goed te kunnen volgen wordt een sociaal-emotioneel leerlingvolgsysteem gehanteerd. Opvallende signalen worden besproken met de interne begeleider in de leerlingenbespreking. Naar aanleiding van deze besprekingen stellen we zoals u eerder hebt kunnen lezen in deze gids, groepshandelingsplannen of individuele handelingsplannen op om de ontwikkeling van de leerling bij te sturen. 5.1.3 Kwaliteitsverbetering dankzij goed personeel: Nog belangrijker dan de methoden die een school gebruikt, zijn de mensen die er werken. Aan hen heeft u uw kind toevertrouwd. Zij zorgen ervoor dat de materialen en lesboeken zinvol gebruikt worden. De leden van ons team werken niet op eigen houtje, maar besteden tijd aan samenwerking, overleg en na- of bijscholing. Er zijn teamvergaderingen en de nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs worden gevolgd door bijvoorbeeld teamcursussen en individuele cursussen. 5.1.4 Kwaliteitsverbetering door een leerlingvolgsysteem: Een manier om ook de kwaliteit van het onderwijs te bewaken en te verhogen is het werken met verschillende soorten toetsen. Toetsen geven ons inzicht in de prestaties van de kinderen. Ze leren ons hoe we klassikaal en individueel met de kinderen verder moeten. Bovendien geven ze een totaalbeeld van een klas of van de hele school. Bij sommige toetsen wordt bij de verwerking van de gegevens gebruik gemaakt van de computer. De basis van ons toetssysteem wordt geleverd door CITO, maar er wordt ook gebruik gemaakt van andere, voor ons waardevolle toetsen. De toetsen die bij de methoden horen. De CITO – toetsen die wij gebruiken, worden afgenomen bij een grote groep leerlingen verspreid over het hele land. Daardoor is het mogelijk de vorderingen van uw kind te vergelijken met leeftijdsgenoten in ons land. Als het resultaat van de toetsen niet zo is als wij verwachten, betekent dat misschien wel dat we
40
consequenties moeten trekken uit onze manier van lesgeven of dat we onderdelen van het onderwijsprogramma moeten verbeteren. Het leerlingvolgsysteem biedt ons een overzicht van leerlingen die extra hulp nodig hebben. Niet alleen op leergebied maar ook in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. 5.1.5 Kwaliteitsverbetering dankzij een schoolplan/zorgplan: Het beleid en de plannen staan opgesomd in de actieplannen (jaarplan) dat steeds voorafgaand aan een nieuw schooljaar wordt besproken in het team en de medezeggenschapsraad. De jaarlijkse actieplannen kunt u bij de directie inzien. Het betreft onderwijskundig beleid, personeelsbeleid, strategisch-, financieel-, materieel-, en relationeel beleid. Het schoolplan is een wettelijke verantwoording aan de overheid (inspectie) van alles wat er op school gebeurt. Het schoolplan is een planningsdocument voor de ontwikkeling van de school. Waar wil men als school naar toe? Het schoolplan zorgt voor versterking van de gelijkgerichtheid en aanscherping van de visie. Hoe denken de leerkrachten van deze school over onderwijs en omgaan met kinderen? Het schoolplan zorgt voor vergroting van de deskundigheid. Het schoolplan is een kwaliteitsdocument voor explicitering van beleid; hiermee bedoelen we dat wat van zelfsprekend is, expliciet wordt gemaakt. Het gevolg daarvan is dat de dagelijkse gang van zaken meer gebaseerd wordt op bewuste keuzen en minder op toevallige gewoonten en rituelen. Het schoolplan is samen met deze schoolgids een verantwoording aan de ouders. De Medezeggenschapsraad van De Borgstee heeft inspraak m.b.t. de inhoud. Het schoolplan staat op de website.
5.1.6 Beleidsvoornemens zie schooljaarplan Op de website van de school is het meest actuele schooljaarplan te vinden.
41
6 Het personeel 6.1 De samenstelling van het team: Zie de jaarlijkse bijlage bij de schoolgids. 6.2 Personeel (overig) 6.2.1 Wijze van vervanging bij ziekte, studieverlof en scholing: Veel leerkrachten werken twee, drie of vier dagen. Leerkrachten mogen ook ADV opnemen. Soms zijn personeelsleden afwezig voor studie of bijscholing. Soms hebben personeelsleden voor één of meer dagdelen een andere taak op school. We proberen het zo te regelen dat er zo weinig mogelijk verschillende mensen voor een groep komen, maar dit is niet altijd mogelijk. We streven er naar om hooguit 2 leerkrachten voor een groep te hebben. Vervangers vinden bij ziekte is een probleem. Wanneer we geen vervanger kunnen vinden, proberen we het intern op te lossen. Een parttimer die een extra dag kan komen werken of klassen samenvoegen. Als dit alles niet lukt, kan het besluit genomen worden dat de leerlingen een dag vrij krijgen. De ouders worden daar over geïnformeerd. Mochten ouders in zo’n bijzonder geval geen opvang voor hun kinderen kunnen regelen, dan vangen wij deze kinderen op in een groep. 6.2.2 De begeleiding van stagiaires: Elk jaar komen er een aantal stagiaires van de Stenden te Groningen op onze school om praktijkervaring op te doen. Ze geven af en toe ook lessen, soms helpen ze groepjes kinderen en naarmate ze verder met hun studie zijn kunnen ze zelfstandiger werken. De eindverantwoordelijkheid blijft echter altijd bij de groepsleerkracht. Vierdejaarsstudenten komen soms langere tijd op onze school werken als Leerkracht in Opleiding (Lio-er). Een LIO-er is een leerkracht die zelfstandig lesgeeft aan een groep gedurende 3 dagen in de week. Er komen ook stagiaires van de opleiding Sociaal Pedagogisch Werk (SPW) om stage te lopen in verband met hun opleiding tot onderwijsassistent of klassenassistent. 6.2.3 Lio-stagiaire: Een Lio stagiaire is een leerkracht in opleiding die zijn of haar laatste stage doet. Daarna is hij of zij volledig bevoegd om zelfstandig les te geven Hij/Zij zal 2½ dag een groep zelfstandig begeleiden. Deze laatste stage periode duurt ongeveer 6 maanden. De Lio stagiaire wordt gecoacht door de groepsleerkracht van de desbetreffende groep. De groepsleerkracht heeft nog steeds de verantwoording voor de groep. 6.2.4 Scholing van leerkrachten: Elk jaar volgen de leerkrachten nascholingscursussen. Dit kan op velerlei gebied zijn. Wat elk jaar terugkomt is de ééndaagse bijscholing voor de Bedrijfshulpverleners. Als team volgen we elk jaar een teamcursus. Deze cursus heeft vaak te maken met nieuwe ontwikkelingen binnen de school
42
7. De ouders 7.1 Leerplicht Kinderen die in Nederland wonen, of hier lang verblijven, zijn leerplichtig. Er zijn enkele uitzonderingen. Hiervoor kunnen ouders een vrijstelling aanvragen bij de schooldirecteur. In de regel moet een kind naar school uiterlijk op de eerste dag van de nieuwe maand na zijn of haar vijfde verjaardag. Zo'n 99 procent begint al op vierjarige leeftijd. De volledige leerplicht duurt tot en met het schooljaar waarin de jongere zestien jaar wordt (een schooljaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli). Daarna geldt de kwalificatieplicht. De kwalificatieplicht geldt voor jongeren die nog geen 18 jaar zijn en nog geen startkwalificatie, een diploma van een havo-, vwo- of mbo2-opleiding, hebben behaald. Van spijbelende leerlingen doet de school een melding bij de gemeente. Dit is de school verplicht om te doen. De leerplichtambtenaar van de gemeente houdt toezicht op het verzuim. 7.1.1 Maatregelen preventie schoolverzuim: Het verzuim van het volgen van onderwijs door kinderen vormt een bijzonder aandachtspunt binnen de school. Het beleid dat de school daarin voert is, dat we in de eerste plaats een terughoudend zijn als het gaat om toestemming verlenen voor vrij van school. Daarnaast voeren we een zeer strikte administratie van de afwezigheid van onze leerlingen. Dagelijks wordt er aan het begin van de ochtendlessen en aan het begin van de middaglessen, in alle groepen geïnventariseerd welke kinderen afwezig zijn. De groepsleerkracht of directeur gaat bij afwezigheid, wanneer het kind niet officieel is afgemeld, contact opnemen met de ouders/verzorgers om de reden tot verzuim of de verblijfplaats van het kind te achterhalen. Eenmaal per maand verzamelen we de verzuimformulieren bij de groepsleraren en wordt dit verwerkt in een schooloverzicht. Zowel bij de interne leerling besprekingen als bij de oudercontact avonden betrekken we het eventuele verzuim in het overleg. Ongeoorloofd schoolverzuim wordt gemeld bij de leerplicht ambtenaar. 7.1.2 Schorsen en verwijderen van leerlingen: Het kan voorkomen dat een leerling door ontoelaatbaar gedrag tijdelijk niet in de groep is te handhaven. Zonder dan meteen naar een zwaar middel als schorsing of verwijdering te grijpen is het mogelijk het kind een zgn. “time- out” te geven. In overleg met de directeur van de school kan hij of zij dan tijdelijk in een ander ruimte (b.v. in de kamer van de directeur of conciërge) te werk worden gesteld. Als deze mogelijkheid ontbreekt kan de betreffende leerling bij hoge uitzondering en na overleg met de ouders, voor de rest van het dagdeel naar huis worden gestuurd. Als een “time-out” niet werkt, kan de school in zeer bijzondere gevallen overgaan tot het schorsen en verwijderen van leerlingen. Het gaat hier niet om het in noodgevallen naar huis sturen van groepen, maar van individuele leerlingen, die naar het oordeel van de school tijdelijk of blijvend niet in de groep kunnen worden gehandhaafd. Hiervoor is beleid vastgesteld op Stichtingsniveau. Het schorsen en verwijderen van leerlingen kan alleen in overleg met de algemeen directeur nadat aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen (artikelen 40 en 63 van de Wet op het primair onderwijs) is voldaan. Schorsing is aan de orde wanneer bij ernstig wangedrag van een leerling en/of ouder onmiddellijk moet worden opgetreden. Het is een tijdelijke maatregel voor één dagdeel tot hoogstens enkele dagen, bedoeld om de gemoederen van betrokkenen te kalmeren en om tijd te creëren voor het zoeken naar een oplossing. Schorsing vindt in principe plaats na overleg met de alg. directeur, de leerling, de ouder(s) en de groepsleraar. Het besluit tot schorsing, de reden, de aanvang en de tijdsduur en eventuele bijkomende maatregelen wordt door het bestuur schriftelijk aan de ouders medegedeeld. Het bestuur stelt de onderwijsinspectie en de leerplichtambtenaar van de schorsing op de hoogte en biedt de ouders de gelegenheid tot bezwaar, eventueel gevolgd door beroep. De school dient er voor te zorgen dat de leerling hierdoor geen achterstand oploopt, bijvoorbeeld door huiswerk mee te geven. De meest ingrijpende maatregel is het verwijderen van een leerling. Voordat wordt besloten tot verwijdering hoort het bestuur de betrokken groepsleraar en de ouders. Definitieve verwijdering kan pas plaatsvinden als een andere school bereid is gevonden om de leerling toe
43
te laten. Indien daar (aantoonbaar) gedurende acht weken zonder succes naar is gezocht, kan alsnog tot verwijdering worden overgegaan. Het bestuur dient dit besluit schriftelijk te motiveren onder vermelding van de mogelijkheid tot bezwaar. De ouders kunnen binnen zes weken tegen dit besluit bezwaar maken, waarop het bestuur binnen vier weken beslist. Voordat dit besluit wordt genomen dienen de ouders te worden gehoord. 7.1.3 Regels in geval van schoolverzuim: De gemeente Delfzijl heeft strenge regels vastgesteld met betrekking tot schoolverzuim. Vanaf vijfjarige leeftijd geldt de leerplicht. We mogen leerlingen buiten de vakanties niet zomaar meer vrij geven voor een wintersportvakantie, weekendjes Center Parcs e.d. Mocht er toch een reden zijn om voor uw kinderen vrij te vragen, dan is het goed dit met de directeur te overleggen. De school is verplicht om ongeoorloofde afwezigheid door te geven aan de leerplichtambtenaar. Indien uw kind verhinderd is op school te komen door b.v. ziekte dan ontvangen we graag voor schooltijd een berichtje. U kunt ons bellen tussen 8:00 - 8:30 uur. U kunt ook een briefje meegeven aan een broer(tje) of zus(je). Mocht een leerling niet zijn afgemeld, dan moet de groepsleerkracht of directeur actie ondernemen. Hij of zij zal dan u telefonisch proberen te bereiken. Wij willen zorg dragen voor onze leerlingen en als zij niet op school verschijnen terwijl dat wel de bedoeling is, dan worden we ongerust. We willen zeker weten of onze leerling zich in goede omstandigheden bevindt. Ook van leerlingen die nog niet leerplichtig zijn willen we graag een bericht van verhindering. Arts- en tandartsbezoek kan niet altijd buiten schooltijd plaatsvinden. Toch leert de ervaring dat artsen na wat aandringen wel en plaatsje vrij kunnen maken buiten de schooluren. Misschien wilt u het ook proberen? 7.2 Klachtenregeling Iedere school is verplicht een klachtenregeling te hebben. Soms komen klachten via de ouderraad bij de leerkrachten terecht. Dat is op zich niet zo raar, want de ouderraad is het meest laagdrempelige orgaan binnen de school. Maar voor het indienen van een klacht is de weg via de ouderraad niet de juiste. Hebt u een klacht dan vinden we het heel fijn dat u eerst bij de leerkracht van de klas die het betreft langs gaat. Komt u er samen niet uit, dan kunt u een afspraak maken met Herman Mulder, de directeur. Wilt u daarna alsnog een officiële klacht indienen, dan kan die ingediend worden bij dhr. B. de Vries, Ubbenasingel 1, 9909 TC Spijk. Hij zorgt ervoor dat de klacht terecht komt bij de vertrouwenspersoon van de vereniging: mevr. N. Wiersma, Omtadaweg 1, 9915 TA ’t Zandt. Voor de afhandeling van klachten, beroepen en geschillen in het bijzonder onderwijs kunnen mensen voortaan terecht bij één loket nl. Stichting Geschillen Commissies Bijzonder Onderwijs (GCBO). Op de website www.gcbo.nl kunt u terecht voor informatie over de GCBO, de (klachten)procedures, de samenstelling van de commissies, de wet- en regelgeving en de jurisprudentie. Als u vragen hebt staan de secretarissen van de commissies u graag te woord. Ze zijn te bereiken via één telefoonnummer, postadres en e-mailadres: Stichting GCBO, Postbus 82324, 2508 EH Den Haag. Tel. 070-3861697, e-mail:
[email protected] . 7.3 Contacten met ouders Wij vinden het op onze school belangrijk dat de ouders van onze leerlingen actief betrokken zijn bij het reilen en zeilen op onze school. We proberen de betrokkenheid van de ouders bij de school te vergroten. Uit onderzoek is gebleken, dat het schoolsucces van kinderen mede wordt bepaald door de betrokkenheid van de ouders. Wilt u betrokken zijn: informeer wat uw kind op school gedaan heeft, stimuleer uw kind, bezoek de rapportbesprekingen, de open huis – avonden en de ouderavonden waar uw kind aan meewerkt en toon interesse voor het meegebrachte werk. De oudere kinderen krijgen huiswerk; zeker in het begin hebben ze een stimulans nodig om er vroegtijdig mee te beginnen. In de wekelijkse nieuwsbrief wordt deze informatie ook vermeld. Het is fijn als ouders af en toe beschikbaar zijn bij speciale activiteiten, zoals begeleiding bij excursies, en sportactiviteiten. Onze school heeft een actieve Ouderraad en Medezeggenschapsraad. 7.3.1 Informatieavonden: Aan het begin van het schooljaar wordt voor alle groepen een informatieavond gehouden, waarbij u kennis kunt maken met de (nieuwe) leerkracht van uw zoon/dochter en wij u kunnen informeren over het reilen en zeilen in de groep. Wij geven de informatie in twee ronden, met daar tussendoor een korte pauze waarin u ook elkaar kunt ontmoeten.
44
7.3.2 Huisbezoek: Een huisbezoek houdt in dat één van de groepsleerkrachten met u graag een afspraak wil maken voor een huisbezoek na schooltijd. Wij doen standaard een huisbezoek in groep 1. Alle nieuwe gezinnen worden door een leerkracht bezocht. De bedoeling van het huisbezoek is, dat de groepsleerkracht de leefomgeving van het kind kan zien. Wij als groepsleerkrachten vinden het plezierig om de ouders van de kinderen beter te leren kennen. Een huisbezoek duurt ongeveer 3 kwartier. We zullen niet met onverwachte informatie of vragen komen. We snappen dat zoiets niet prettig is met spelende kinderen om je heen. Een enkele keer is het wenselijk een afspraak voor ’s avonds te maken. 7.3.3 Contactavonden: Drie keer per jaar worden de ouders in de gelegenheid gesteld het werk van de kinderen met de leerkracht te bespreken. De gesprekken duren gemiddeld 10 minuten en u wordt hiervoor vroegtijdig uitgenodigd. U bent altijd welkom om een afspraak te maken met één van de leerkrachten als u graag iets wil bespreken. 7.3.4 Inloop: Het team van de Burcht vindt het informeren van ouders heel belangrijk. Binnen het team hebben we gesproken over mogelijkheden om ouders nog meer te betrekken bij het werk van hun kinderen. Naar aanleiding daarvan is in het team afgesproken om extra momenten tussen de spreekavonden te organiseren dat ouders samen met hun kind het gemaakte werk kunnen bekijken. We noemen dit in het vervolg “inloop”. We hopen dat veel ouders er in de toekomst gebruik van gaan maken. De afspraken voor de inloop zijn als volgt: 1. De inloop vindt drie keer per jaar plaats voor de groepen 3 t/m 8 van 08.10 uur en 08.25 uur We houden ons aan de eindtijd omdat we om 08.25 uur moeten beginnen met de les. 2. De dag voor de inloop leggen de leerlingen het gemaakte werk op hun eigen tafel. 3. Tijdens de inloop laten de leerlingen het gemaakte werk zien aan hun ouders. De leerkrachten zijn op dat moment niet beschikbaar voor gesprekken. Zij hebben pleinwacht, bereiden voor of overleggen met collega’s. Wanneer er aanleiding is om met de leerkracht te praten kunt u altijd een afspraak maken. 4. Leerlingen waarvan geen ouders komen blijven buiten totdat de bel gaat. 5. De inloop wordt aangekondigd in de weekinfo. We hopen met het invoeren van de inloop de contacten tussen school en ouders te optimaliseren. Zijn er vanuit de ouders nog meer ideeën dan horen wij en/of de medezeggenschapsraad dat graag. De inloopochtenden zijn op woensdag 24 september en dinsdag 16 december 2014 en op donderdag 7.3.5 Koffieuurtje Het “koffie-uurtje is een informeel overlegmoment voor ouders die dat prettig vinden en in de gelegenheid zijn om op dit tijdstip langs te komen. Het is één van de mogelijkheden om met elkaar te praten over de school in het algemeen. Het gesprek gaat niet over individuele leerlingen en leerkrachten. Ouders van groep 1 t/m 4 worden hierbij uitgenodigd voor het eerste “koffie-uurtje met de directeur”. U bent welkom op woensdag 10 september vanaf 08.30 uur. Ouders die belangstelling hebben graag aanmelden via het e-mailadres
[email protected], of rechtstreeks bij meester Herman. 7.3.6 Nieuwsbrief: Elke week verschijnt er per mail een nieuwsbrief/nieuwsbericht met nieuws van de school. Hiermee willen we u wekelijks informeren over wat er op school en in de verschillende klassen gebeurt. We willen zo ook voorkomen dat kinderen een paar keer per week een brief(je) mee krijgen om dit per ongeluk in hun jas of tas te laten zitten. 7.3.7 Rapport: de leerlingen krijgen twee keer per jaar een rapport mee. In de startgroep krijgen de leerlingen pas een rapport als ze wat langer op school zijn. 7.3.8 Website: www.cbsdeborgstee.nl U kunt daar veel informatie vinden over onze school en allerlei activiteiten waar we mee bezig zijn.
45
7.3.9 Oudergeledingen: Er zijn drie organen waarin ouders georganiseerd zijn. Het zijn: 1. De ouderraad: ouders van de ouderraad helpen en organiseren mee op school met alle feestelijke en andere bijzondere activiteiten. 2. De medezeggenschapsraad: De MR heeft instemmings- of adviesrecht bij veel besluiten van de school. Maar ook initiatiefrecht. De MR bespreekt onder meer: de schoolgids, het schoolplan, en de inzet van meesters en juffen. Namens de school hebben 4 leden zitting in de MR. Er zijn twee leden vanuit de ouders en twee leden vanuit het lerarenteam. 3. Gemeenschappelijke MR: Vertegenwoordiging van alle 13 scholen samen vormen een GMR, die vooral de algemene directie van onze stichting moet controleren. Voor de namen van de betreffende leden zie de jaarlijkse bijlage bij de schoolgids 7.4 Ouderbijdrage: Onze school kent GEEN ouderbijdrage. De Ouderraad organiseert een aantal keren in het jaar een ophaaldienst voor oud papier. Aan het begin van het schooljaar gaat er een opgave lijst naar alle ouders. We hopen op een grote aanmelding van ouders. Bij voldoende deelname hoeft een ouder vaak maar 1x per schooljaar mee te werken aan de oud papier ophaal dienst. De data van de oud papier ophaaldienst staan in “Terptips”. Terptips is het dorpskrantje van Spijk. Van de opbrengst van de actie worden allerlei onkosten betaald waarvoor de school geen vergoeding van het ministerie ontvangt. We betalen hiervan het Kerstfeest, de Paasmaaltijd, het Sinterklaasfeest en de presentjes voor groep 1 t/m 4, deelname bij sportwedstrijden, het busvervoer van de schoolreis, tegemoetkoming kosten schoolkamp groep 7/8, buiten speelmaterialen zoals ballen, springtouwen, hoepels, basketbal etc. op het plein, het afscheidsfeest van groep 8. 7.5 Overige informatie 7.5.1 Op de fiets naar school: Onze school bezit een fietsenhok en fietsenrekken. Helaas, is dit hok niet groot genoeg om alle fietsen van de kinderen te stallen. De regel is dat leerlingen met de fiets naar school mogen. We willen een vriendelijk verzoek doen, gezien de beperkte ruimte om de fiets te stallen, om op de fiets te komen als dat echt wenselijk is. De school draagt geen verantwoording voor beschadigingen of voor het wegraken van fietsen. Komen leerlingen op de fiets naar school, dan moeten deze bij het schoolpad afstappen. Met de fiets aan de hand moeten ze naar het fietsenhok lopen. We hebben deze regel afgesproken om zoveel mogelijk ongelukken te voorkomen. 7.5.2. Verboden toegang: Bij de ingang van de Ripperdaweg en aan het hek bij de Nesweg zijn borden met de boodschap “verboden toegang” geplaatst. Deze borden gelden voor de periode wanneer de school gesloten is. In het fietsenhok hangt een bord met de volgende tekst:”Rijwielen plaatsen op eigen risico”. De risico’s met een eventuele juridische nasleep bij ongevallen maakt dat de school genoodzaakt is deze borden te plaatsen. Beschadigingen of vernieling van fietsen onder of na schooltijd, worden niet door de schoolverzekering gedekt. We moeten deze voorzorgsmaatregel dus treffen. Schade aan een fiets moet dus feitelijk worden verrekend tussen slachtoffer en dader(s). Het team en de pleinwacht ziet er op toe dat beschadigingen etc. worden voorkomen, maar uitsluiten kunnen we dit helaas niet. 7.5.3 Fruit en drinken: Elke morgen wordt na de pauze tijdens het voorlezen, tijd ingeruimd om fruit te eten en/of iets te drinken. Uw kind kan fruit of drinken meenemen. We vinden het belangrijk dat onze leerlingen gezonde voeding krijgen. Wilt u erop toezien dat uw kind niet te veel eten en drinken mee neemt want het is een “tussendoortje” en geen maaltijd. 7.5.4 De lunch i.v.m. continurooster: Om het lunchen in goede banen te leiden, hebben we de volgende afspraken gemaakt per bouw. De broodtrommel Wat geeft u uw kind mee als het overblijft op school? Een goed lunchpakket zorgt voor de nodige vitamines en mineralen en biedt voldoende afwisseling. U kunt daarbij letten op de volgende punten: - Geef net zoveel eten en drinken mee als het kind thuis eet. - Als dranken zijn halfvolle melk en magere yoghurtdrank heel geschikt. - Geef ook fruit mee, zoals een appel, mandarijn, druiven. - Denk ook eens aan rauwkost, zoals kerstomaatjes, worteltjes en komkommer.
46
-
In een stevige, goed sluitende broodtrommel blijft het brood langer lekker. Een blaadje sla, tomaat of komkommer erbij doet het brood minder uitdrogen en is ook nog eens gezond. Voor meer gezonde lunchtips kunt u terecht op de website van het Voedingscentrum, www.voedingscentrum.nl. Start schooldag De lunch en het hapje voor in de ochtendpauze worden apart meegenomen naar school. Alle leerlingen leggen hun broodtrommel en hun beker voorzien van naam voor de lunch in de bakken bij de deur van het lokaal. Deze bakken gaan in de koelkast en worden er vlak voor de lunch weer uitgehaald. Afspraak: Lunch en fruithapje gescheiden in de tas. Alleen lunch gaat in het blauwe krat.
Groep 1/2 (de onderbouw) In de onderbouw spelen de kinderen ’s morgens en ’s middags dagelijks buiten. Na de lunch is er pleinwacht en kunnen de groepsleerkrachten even pauze houden. Voor de lunchpauze - De kinderen nemen brood (met gezond beleg) mee naar school; - De lunch van het kind zit verpakt in een broodtrommeltje en een drinkbeker. Deze zijn voorzien van de naam van het kind; - De kinderen krijgen dezelfde hoeveelheid eten mee naar school, als ze thuis gewend zijn te eten; - De kinderen laten snoepgoed thuis; - De kinderen nemen drinken zoals: melk, water, drinkyoghurt etc. mee naar school. - Koolzuurhoudende drankjes nemen de kinderen niet mee naar school; - Bij slecht weer blijven de kinderen in de klas bij de groepsleerkracht, die de kinderen op dat moment een alternatief programma biedt. Tijdens de lunchpauze - De leerkracht bidt met de kinderen en iedereen wenst elkaar ‘eet smakelijk’; - De kinderen eten aan tafel; - We stimuleren kinderen hun lunch op te eten. Brood wat niet wordt opgegeten gooien we niet weg, maar gaat weer mee naar huis.
Einde van de lunchpauze - Na het eten worden de tafels schoongemaakt; - Na de lunchpauze is er tijd voor ontspanning en mogen de kinderen spelen en kiezen van het kiesbord. Groep 3 t/m 8 (de midden- en bovenbouw) De kinderen van de midden- en bovenbouw spelen dagelijks buiten, van 10.15 uur – tot 10.30 uur. Groep 3 t/m 5 van 12.15 uur tot 12.30 uur de groepen 6 t/m 8 van 12.30 uur tot 12.45 uur. Alle tijden onder toezicht van leerkrachten. Na het buitenspelen ’s ochtends eten de kinderen fruit en voor of na het buiten spelen aan het einde van de ochtend eten de kinderen hun lunch. Voor de lunchpauze - De kinderen nemen brood (met gezond beleg) mee naar school; - De lunch van het kind zit verpakt in een broodtrommeltje en een drinkbeker. Deze zijn voorzien van de naam van het kind; - De kinderen krijgen dezelfde hoeveelheid eten mee naar school, als ze thuis gewend zijn te eten; - De kinderen laten snoepgoed thuis; - De kinderen nemen drinken zoals: melk, water, drinkyoghurt etc mee naar school. Koolzuurhoudende drankjes nemen de kinderen niet mee naar school; Tijdens de lunchpauze - De leerkracht bidt met de kinderen en iedereen wenst elkaar ‘eet smakelijk’; - Tijdens het eten/drinken is er rust in de groep; - De kinderen zitten aan hun eigen tafel;
47
-
De kinderen wachten tot iedereen klaar is met eten en drinken; We stimuleren kinderen hun lunch op te eten. Brood wat niet wordt opgegeten gooien we niet weg, maar gaat weer mee naar huis; Bij slecht weer blijven de kinderen in de klas bij de groepsleerkracht, die de kinderen op dat moment een alternatief programma biedt.
Einde van de lunchpauze - Na het eten worden tafels schoon gemaakt; - Na de lunchpauze klinkt om 12.30 uur of 12.45 uur de bel en gaan de kinderen weer aan het werk. Middelen Bij slecht weer blijven de kinderen binnen en mogen zij vrij spelen. In elke groep is een aantal gezelschapsspelletjes aanwezig, maar dit assortiment breiden wij graag uit. Mocht u thuis in het bezit zijn van leuke gezelschapsspelletjes die nog in goede staat verkeren… wij kunnen ze goed gebruiken. Medicatie bij kinderen Er zijn kinderen die tussen de middag medicijnen nodig hebben. Als dit het geval is worden hierover met ouders van het kind afspraken gemaakt. Per kind wordt o.a. besproken en vastgelegd wie waarvoor bevoegd en verantwoordelijk is (medicijnprotocol). Verantwoordelijkheid van de ouders De school heeft een actuele lijst met telefoonnummers van de ouders. Ouders zijn verantwoordelijk voor het meegeven van een gezonde lunch en drinken zonder prik. Ouders worden gebeld als een leerling zijn lunch niet mee heeft en kunnen de lunch dan alsnog verzorgen. Ouders zijn ook verantwoordelijk voor het doorgeven van diëten, medicijngebruik en wijzigingen daarin. Pauze van de leerkracht De groepsleerkracht is tot 14.15 uur aaneengesloten bij zijn/haar groep. Wij zetten teamleden zonder groep (IB en schoolleiding) ook in voor de pleinwacht, zodat groepsleerkrachten gedurende een dag een pauze hebben. Na schooltijd heeft het gehele schoolteam verplicht pauze. Wij komen dan samen in de personeelskamer. Om die reden is het schoolteam van 14.30 uur tot 14.45 uur niet bereikbaar per telefoon of voor afspraken. Na 14.45 uur bent u weer van harte welkom. Evaluatie Tijdens de eerste weken wordt er goed bekeken hoe het nieuwe rooster loopt en waar eventuele knelpunten liggen. Indien nodig worden aanpassingen gedaan. U kunt als ouder met vragen of opmerkingen ook altijd terecht bij de groepsleerkracht van uw kind of de schoolleiding. U wordt als ouders via de Nieuwsbrief geïnformeerd over de voortgang. Ook wordt het continurooster in juni geëvalueerd onder de kinderen, ouders en de leerkrachten. Hoe deze evaluatie precies plaatsvindt, wordt nog bepaald. Doel van deze evaluatie is het vinden van verbeterpunten. 7.5.5 Verjaardag: Voor een kind is een verjaardag een grote en blijde gebeurtenis. Wij besteden aan zo’n grote en blije gebeurtenis zeker aandacht. In iedere groep zijn afspraken gemaakt hoe een verjaardag wordt gevierd. De leerling mag in de kring vertellen, de leerling mag iets laten zien. Rond de klok van 10 uur wordt er voor de leerling gezongen en wordt hem/haar geluk gewenst. De leerling mag een grote kaart uitzoeken. De groepsleerkracht maakt van deze kaart, een speciale verjaardagskaart. De jarige mag de groep trakteren. De jarige mag ook 2 vrienden/vriendinnen mee vragen om naar de overige leerkrachten te gaan. Alle groepsleerkrachten zetten hun naam en wens voor de jarige op de kaart en plakken een stickertje. De jarige mag de groepsleerkrachten trakteren. Wilt u zelf de traktatie komen brengen voor uw kind, spreek dan eventueel met de groepsleerkracht een tijd af. De groepsleerkracht past zijn/haar programma daar even op aan. 7.5.6 Schoeisel en kleding: De kinderen mogen niet met laarzen in het lokaal. Ze mogen natuurlijk wel sloffen meenemen. Wilt u zo vriendelijk zijn om in de laarzen, jassen, tassen en gymspullen de naam van uw kind te vermelden. Soms blijft er iets liggen en sommige leerlingen weten niet precies wat ze bezitten.
48
7.5.7 Schoolverzekering: Het schoolbestuur heeft als extra service voor de ouders een ongevallenverzekering voor ieder kind afgesloten. Voor leden uit de Ouderraad en de MR en alle mensen die wel eens op school helpen, is ook een verzekering afgesloten om de gevolgen van aansprakelijkheid te dekken. Hiervan is uitgesloten alle schades die u als bestuurder van een auto veroorzaakt. Hiervoor hebt u een W.A. en een inzittende verzekering. De schade die u als passagier aan een vervoermiddel, of bij het in -en uitstappen veroorzaakt valt daar wel onder. De verzekering geldt gedurende de schoolactiviteiten, maar ook de tijd die nodig is voor het komen en gaan naar de genoemde activiteiten. Over het algemeen wordt hier een uur voor gerekend. De schoolongevallenverzekering is een aanvullende verzekering. Er moet dus gedacht worden aan extra geneeskundige en tandheelkundige kosten die niet worden vergoed door uw privé verzekering. Het melden van een schade kan bij de directeur van onze school. 7.5.8 Beleid sponsoring Ons beleid t.a.v. sponsoring is positief. Ondersteuning via het bedrijfsleven is van harte welkom mits hier geen verplichtingen naar ouders en leerlingen tegenover staan en het geen directe invloed heeft op het onderwijsleerproces. Het bestuur van de vereniging heeft beleid t.a.v. sponsoring vastgesteld. Dit beleid is conform het convenant gesloten tussen het Ministerie van Onderwijs en o.a. de Besturenraad. De school wordt momenteel niet gesponsord. 7.5.9 Bibliotheek Om kinderen te stimuleren in het lezen van boeken is er een schoolabonnement bij de openbare bibliotheek. Het verdient aanbeveling dat u zelf ook uw kind stimuleert boeken te halen in de bibliotheek. Het adres van de bibliotheek is: Ubbenasingel 3 in Spijk. De kinderen gaan regelmatig in schoolverband naar de openbare bibliotheek. Ze krijgen informatie of kunnen met een schrijver of schrijfster van gedachten wisselen. Ook worden er jaarlijks door het personeel van de bibliotheek feestelijke middagen georganiseerd. Bij de hoofdingang van onze school hangen regelmatig affiches van de bibliotheek, waarop staat aangekondigd wat voor activiteit er wordt georganiseerd in de bibliotheek. 7.5.10 Beleid mobiele telefoon Wij staan op het standpunt dat kinderen onder schooltijd geen mobiele telefoon nodig hebben. Mochten zij er toch één mee naar school nemen, dan kunnen zij die voor schooltijd inleveren bij de leerkracht die ze bewaart. Om 12.00 uur en om 15.15 uur krijgen de kinderen hun mobiele telefoon terug. Als het om een of andere reden nodig is dat uw zoon/dochter zijn/haar mobiele telefoon standby heeft, verwachten wij dat u dit van tevoren mondeling of schriftelijk aan ons meldt. Het verspreiden van foto’s en geluidsopnamen zonder toestemming van de betrokkene is strafbaar. Indien wij hiermee te maken krijgen zullen wij hiervan aangifte doen bij de politie. Bij overtreding van de regels voor het gebruik van mobiele telefoons wordt de leerling de eerste keer gewaarschuwd. Bij herhaling worden pedagogische strafregels geschreven. Blijft de leerling de regels overtreden dan wordt de mobiele telefoon (tijdelijk) in beslag genomen en wordt deze aan het eind van de dag weer aan de leerling teruggegeven. Bij misbruik worden de ouders geïnformeerd. Namens het team De directeur
49