Zorgplan
Christelijke basisschool De Spiegel
Inhoudsopgave Deel 1
De zorgvisie
Deel 2
De niveaus van zorg
Deel 3
2
Zorgniveau 0
3
Zorgniveau 1
4
Zorgniveau 2
5
Zorgniveau 3
6
Zorgniveau 4
7
De zorgstructuur 3.1
Leerlingvolgsysteem
8
3.2
Groepsbesprekingen
9
3.3
Leerlingbesprekingen
10
3.4
Consultatieoverleg
11
3.5
Remedial teaching
12
3.6
Dossiervorming
13
3.7
De overdracht van leerlingen naar een volgende groep
15
3.8
Taakverdeling ib-er - groepsleerkracht
16
Deel 4
De communicatie met ouders over de zorg
17
Deel 5
Schoolbeleid t.a.v. toelating en begeleiding van rugzakleerlingen
18
Deel 6
Bijlagen
20
1
Deel 1: De zorgvisie De uitgangspunten en de identiteit van ons onderwijs houden haast automatisch in dat wij speciale aandacht hebben voor het kind dat belemmeringen ondervindt in het leer- en ontwikkelingsproces. Er zal daarom al het mogelijke gedaan worden om kinderen die uitvallen maar ook meer begaafde kinderen op onze school verder te helpen. Voor alle kinderen is het goed te ervaren dat niet iedereen dezelfde capaciteiten heeft, maar evenzo goed wordt gerespecteerd om wie hij of zij is en niet om wat hij of zij presteert. Omgaan met heterogeniteit op school is een goede voorbereiding op omgaan met heterogeniteit in de samenleving. Met de verbreding van de zorg willen wij bereiken dat kinderen met leer- en/of gedragsproblemen en kinderen die meer dan gemiddeld begaafd zijn een begeleiding krijgen die zo goed mogelijk is gericht op hun specifieke behoeften.
2
Deel 2: De niveaus van zorg ZORGNIVEAU 0 Preventief werken - realiseren van "goed en breed onderwijs" voor alle kinderen
De leerkracht doet regelmatig observaties ten aanzien van het gedrag en de cognitieve en sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen in de groep. Naar aanleiding van deze reflectiemomenten plant de leerkracht voor het vervolg een aanbod waarmee rekening gehouden wordt met de ondersteuning- en instructiebehoeften van de kinderen.
Zorgniveau 0 Zorg op groepsniveau door de Beslismoment: wel of geen hulp / groepsleerkracht extra tijd in de groep, door de extra hulp en instructie geven eigen leerkracht extra gelegenheid tot oefenen geven extra pedagogische ondersteuning bieden
3
Naar aanleiding van de dagelijkse observaties en het werk van de kinderen. De leerkracht beslist dit zelfstandig.
ZORGNIVEAU 1 Zorg in de groep door de eigen leerkracht: "verbreed onderwijs" Omschrijving van zorgniveau 1 Zorgniveau 0 en zorgniveau 1 lopen in de praktijk door elkaar. Immers het reflecteren door de leerkracht zoals hierboven genoemd, komt heel dicht in de buurt van het signaleren a.d.h.v. observaties en methodegebonden toetsen ("vinger aan de pols"). Het verschil bestaat hierruit dat in fase 0 de zorg is gericht op alle leerlingen terwijl in fase 1 de aandacht is gericht op kinderen met een vertraagde of versnelde ontwikkeling. De hulp in de groep wordt ook bij zorgniveau 1 door de eigen leerkracht geboden. De leerkracht kan individuele hulp geven of hulp aan een groepje. Soms wordt besloten de hele groep extra (instructie- of oefen)tijd te geven. De meer dan gemiddeld begaafde kinderen krijgen waar nodig uitbreiding/verdiepingsstof In hun eigen groep en/of in de plusgroep. Soms wordt gekozen voor compacten in de leerstof waardoor al beheerste lessen niet of gedeeltelijk gemaakt hoeven worden. In de vrijgekomen tijd kunnen andere activiteiten gedaan worden. Met een bepaalde regelmaat brengt de leerling verslag uit en geeft de leerkracht feedback
Zorgniveau 1 Zorg op groepsniveau door de Beslismoment: wel of geen hulp groepsleerkracht nodig in de groep door de eigen leerkracht. klassenmanagement extra hulp en instructie geven extra gelegenheid tot oefening groepsplannen voorinstructie
4
- leerlingbespreking (leerkracht en intern begeleider)
ZORGNIVEAU 2 Werken met een handelingsplan: "verdiept onderwijs" Omschrijving van niveau 2: De leerkracht geeft aan dat de problemen hardnekkig zijn en dat extra instructie, oefening en/of ondersteuning onvoldoende helpen. Er zal een grondiger analyse van de problemen dienen te komen en naar aanleiding daarvan zal er méér hulp dienen te komen. Alle gegevens worden vastgelegd in een handelingsplan. De extra hulp kan binnen of buiten de groep gegeven worden, door de eigen leerkracht, een onderwijsassistent of een remedial teacher. De inzet van orthotheekmaterialen wordt nu van belang. De intern begeleider / de remedial teacher / de bouwcoördinator heeft goed inzicht in wat op school aanwezig is en hoe het materiaal gebruikt kan worden. Hiernaast willen we ook tegemoet komen aan de behoeften van de meer begaafde kinderen dit doen we d.m.v een plusklas buiten de eigen groep. Binnen onze schoolvereniging is gekozen voor het gebruik van het woord begaafde leerling. Onder “begaafd” verstaan wij hoge intellectuele capaciteiten gecombineerd met een grote mate van creativiteit, een groot doorzettingsvermogen en een grote exploratiedrang. Kenmerken van begaafde leerlingen zijn o.a. Een grote verbale vaardigheid, een sterk analytisch vermogen, vindingrijkheid bij het vinden van oplossingen, een goed geheugen, hoog leertempo en een grote algemene ontwikkeling. Het gaat hier om 2-5% van de leerlingen, (niet te verwarren met de “pientere leerling”). Zie bijlage protocol plusklas
Zorgniveau 2 Behalve 1: Beslismoment: wel of geen Handelingsplan binnen de klas, uit te voeren door interne ondersteuning op schoolniveau. de leerkracht en eventueel extra leerkracht/ onderwijsassistent. handelingsplan buiten de klas (RT)
5
leerlingbespreking leerkracht intern begeleider remedial teacher
ZORGNIVEAU 3 Inroepen van externe ondersteuning / eigen leerlijn of doubleren Omschrijving van zorgniveau 3 Tijdens de leerlingbespreking wordt besloten welke vorm van ondersteuning gewenst is: onderzoek of consultatie. Vaak is consultatie een adequaat middel om mee te starten. Een mogelijkheid is het inroepen van de hulp van de leerlingbegeleider. In een aantal gevallen zal besloten worden tot het volgen van een eigen leerlijn. Zie protocol 2e leerlijn. De inhoud van deze leerlijn en de consequenties voor wat betreft het te verwachten eindniveau moeten heel duidelijk met de ouders worden besproken en vastgelegd. ( ontwikkelingsperspectief) Ten slotte kan de school besluiten het kind een jaar te laten doubleren. Duidelijk moet zijn welk(e) programma / ondersteuning het kind het volgende jaar mag verwachten.
Zorgniveau 3 Externe ondersteuning Beslismoment: wel of geen aanvraag externe ondersteuning. schoolbegeleidingsdienst GGD zorgplatform uitvoeren van een handelingsplan n.a.v. de resultaten van het onderzoek (binnen en/of buiten de klas) eigen leerlijn doubleren
6
leerlingbespreking leerkrachten en intern begeleider overleg met de leerling begeleider en/of de GGD. bespreking binnen het bovenschoolse zorgplatform onderzoek / consultatie
ZORGNIVEAU 4 Verwijzing naar een speciale basisschool of een REC- school Voor het overgrote deel van de kinderen in het samenwerkingsverband is bovengenoemde zorg voldoende. Voor een aantal leerlingen is aanvullende zorg nodig. Zij krijgen te maken met zorgniveau 4.
Zorgniveau 4 Zorg van het Beslismoment: beschikking of samenwerkingsverband advies verwijzing naar de speciale basisschool ouders melden aan bij de PCL school vult een onderwijskundig rapport in toelating tot de speciale basisschool verwijzing naar een clusterschool
PCL. CVI
Schoolbeleid t.a.v. toelating en begeleiding van rugzakleerlingen De visie van het team is beschreven in deel 1 (De visie op zorg). Het stappenplan dat wordt afgelopen bij de aanmelding van kinderen met een handicap is beschreven het toelatingsprotocol rugzak leerlingen. Zie bladzijde 18 en 19.
7
Deel 3: De zorgstructuur . 3.1
Leerlingvolgsysteem Het leerlingvolgsysteem is een concreet hulpmiddel voor leerling- en schoolevaluatie. Het bestaat uit een samenhangend geheel van gestandaardiseerde toetsen (op gebied van lezen, rekenen en spellen), een registratiesysteem en aanwijzingen of gerichte hulp voor leerlingen met didactische problemen. Het leerlingvolgsysteem is bedoeld als aanvulling op de dagelijkse voortgangscontrole door de leerkracht van de leerlingen. Doorgaans twee keer per jaar kan per vakgebied vastgesteld worden: - of de leerlingen voldoende vooruitgang boeken - of de leerstof op het niveau van de leerling is afgestemd - welke leerlingen extra hulp nodig hebben - of er aanwijzingen zijn voor verbetering van het onderwijsgedrag Op school aanwezige toetsen en volglijsten Kleuters Ordenen Taal voor kleuters Sidi- protocol OVK Dyslexie protocol Screeningsinstrument beginnende geletterdheid (SBG) Taal/Lezen Drie-Minuten-Toets Toetsen Begrijpend Lezen AVI Woordenschat Dyslexieprotocol Screeningsinstrument beginnende geletterdheid (SBG) Spelling Schaal Vorderingen in Spellingvaardigheid, werkwoord spelling Rekenen Rekenen en Wiskunde TTR Studie vaardigheden Cito studievaardigheden Soc.-emo.ontw. Sociaal emotionele volglijst in Parnassys In oktober wordt in groep 8 de NIO afgenomen In groep 8 (februari) wordt bij de kinderen de CITO eindtoets afgenomen. Toetsmomenten: zie toetskalender Werkwijze: De ib-er draagt zorg voor toetsplanning en de benodigde toetsmaterialen. De groepsleerkrachten nemen de toetsen af, bespreken de resultaten in de groeps- en/of leerlingbespreking met de ib-er en registreren de resultaten in Parnassys.
8
3.2
Groepsbesprekingen a. Hoe functioneert de groep als groep op gebied van gedrag en sociaal emotionele ontwikkeling? b. Zijn er in deze groep opvallende hiaten in leervorderingen? Dient er een groepsplan (handelingsplan voor een groepje “gewone” leerlingen voor een bepaalde periode) opgesteld te worden? Zijn er onderdelen in het onderwijsprogramma die voor verbetering in aanmerking komen? Behalve bij de groepsbespreking komt tijdens elke huishoudelijke vergadering de “Kanjertraining”aan de orde. Werkwijze: Aan het begin van elk schooljaar worden twee data verspreid over het schooljaar gepland door de ib-er. Tijdens de groepsbespreking wordt elke groep door de eigen leerkracht ingebracht en toegelicht. De collega’s bieden ondersteuning in het oplossen van de hulpvragen. De groepsbespreking start met het bespreken van de notulen van de vorige groepsbespreking en met de evaluatie van de afspraken die toen gemaakt zijn. (zie Parnassys)
9
3.3
Leerlingbesprekingen a. b.
Welke problemen ondervindt de leerling in het onderwijsleerproces en/of de leerkracht in de begeleiding c.q. aanpak van deze leerling? Welke activiteiten zijn nodig om de problemen op te lossen c.q. te verminderen?
Werkwijze: Aan het begin van elk schooljaar worden zes data gepland. De leerlingbespreking start met het kort bespreken van de notities van de vorige leerlingbespreking en met de evaluatie van de afspraken die toen gemaakt zijn: oftewel nagegaan wordt of de destijds gemaakte afspraken nagekomen zijn en/of ze tot het gewenste resultaat hebben geleid. Tijdens de leerlingbespreking wordt de problematiek van de aangemelde leerling(en) met de leerkracht besproken en in kaart gebracht, uitmondend in afspraken over het vervolgtraject. Dit vervolgtraject kan het volgende omvatten: een individueel handelingsplan in de groep een individueel handelingsplan buiten de groep (r.t.) een groepsplan inschakelen van derden De gemaakte afspraken staan in ParnasSys. Vervolgens coördineert de ib-er de te nemen maatregelen met betrekking tot het vervolgtraject.
10
3.4
Consultatieoverleg
In overleg met ouders en team kan contact gezocht worden met een van de volgende personen/instellingen: -Leerlingbegeleider van de IJsselgroep -Collegiaal Consultant van het S.O -Schoolarts, logopedist, fysiotherapeut e.d. -Dimence -Andere instanties ( GGD, Maatschappelijk Werk, Stichting Chris) Kinderen die ondanks intensieve begeleiding moeite houden met de leerstof kunnen aangemeld worden bij de schoolbegeleidingsdienst de “IJsselgroep”. Een orthopedagoog kan in een consultatiegesprek advies geven of een leerling nader bekijken. Voordat een kind door de orthopedagoog onderzocht wordt, wordt hiervoor eerst toestemming gevraagd aan de ouders. Vaak vindt er een gesprek plaats tussen de orthopedagoog en de ouders. In dit gesprek kan behalve actie van de school ook actie van de ouders gevraagd worden. Mocht uit het onderzoek blijken dat een basisschool de leerling niet of nauwelijks kan opvangen dan kan geadviseerd worden het kind aan te melden bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg ( PCL).
11
3.5
Remedial teaching Doel van remedial teaching is het (weer) op gang brengen van gestagneerde onderwijsleerprocessen of sociaal-emotionele ontwikkeling bij zorgkinderen. Het gaat hier om het tijdelijk geven en bevorderen van orthopedagogische en orthodidactische hulp. De remedial teaching maakt deel uit van het totale systeem van leerlingenzorg. Afstemming tussen remedial teacher en groepsleerkracht, waar beide een aandeel leveren in de specifieke ondersteuning van de leerling, is daarbij een noodzakelijke voorwaarde. De school investeert de meeste r.t.tijd voor kinderen in de onderbouw ( voorschotbehandeling, woordenschat, lezen, rekenen, spelling). In overleg met leerkracht en ib-er wordt afgesproken welke kinderen in aanmerking komen voor r.t. De remedial teacher analyseert c.q. diagnosticeert de problemen van de leerling(en). In overleg met de ouders en de groepsleerkracht zal in een vastgestelde hoeveelheid tijd (veelal perioden van acht weken) gewerkt worden aan de specifieke vraagstelling van de leerling(en) op didactisch en/of pedagogisch gebied. De gemaakte afspraken en de datum waarop een evaluatiegesprek zal gaan plaats vinden worden in Parnassys vastgelegd. De activiteiten binnen de remedial teaching, gericht op een leerling en/of groepje leerlingen, worden vastgelegd in een handelingsplan, dat in nauwe samenwerking met de groepsleerkracht wordt opgesteld en uitgevoerd. Na afloop van de r.t periode wordt het handelingsplan geëvalueerd, eventueel bijgesteld of afgesloten. (Henny schrijft handelingsplannen voor de haar toegewezen leerlingen. De leerkracht maakt handelingsplannen voor de kinderen die gekoppeld zijn aan de rt kinderen. Gertruud maakt groepshandelingsplannen en brengt die onder in een sublesgroep. Voor rugzakleerlingen schrijft de rt-er de handelingsplannen. De leerkracht kopieert eventueel deze plannen voor kapstokkinderen.)
12
3.6
Dossiervorming Hierbij wordt gesproken over de volgende dossiers c.q. mappen: a. b. c. d. e.
Groepsdossier Parnassys Leerlingdossier Parnassys Groepsklassenmap Leerlingklassenmap Zorgmap
Inhoud van de diverse dossiers en mappen: a. Groepsdossier Parnassys Alle CITO toetsgegevens in de vorm van: - groepsprofielen - groepsoverzichten - andere overzichten
Handelingsplan van een groep Methodetoetsen Alle digitale gegevens van leerlingen en groepen
b. Leerlingdossier ( Parnassys, leerlingmap in de klas, hangmap dossierkast) Zakelijke gegevens c.q. aanmeldingsformulier van de school Alle individuele CITO toetsgegevens en methodetoetsgegevens Leerlingrapporten gekopieerd of gescand R.T. gegevens: - handelingsplannen - evaluaties Onderzoeksrapporten van en correspondentie met derden (bijv. IJsselgroep, SBO, PCL, particuliere onderzoeksbureaus) Verslagen van gesprekken met ouders c. Groepsklassenmap-rood Leerlingenlijst SOS formulieren Informatie voor de invallers (gewoontes en routines) “Zo zijn onze manieren” Schoolregels Lesrooster Weekplanning(inclusief bijzonderheden zoals R.T, Tutor- lezen, logopedie, fysio, e.d.) Absentielijst (evt. zie Parnassys) Huisbezoekrooster, roosters Ontruimingsplan d. Leerlingenmap-zwart Leerlingenlijsten Per leerling: Overdrachtsformulier, handelingsplan, evt. verslagen, 10 MG en huisbezoeken zie Parnassys.
13
e. Toetsmap blauw
Leerlingenlijsten Beoordelingen (tekenen, schrijven) Groepshandelingsplannen (zie Parnassys) Toetsuitslagen:
A. methodegebonden zie ook Parnassys 1. Rekenen 2. Taal 3. Spelling 4. Begrijpend Lezen 5. Zaakvakken
B. CITO (zie ook Parnassys).
14
3.7
De overdracht van leerlingen bij de overgang naar een volgende groep Voor elke leerling wordt een overdrachtsformulier ingevuld( zie bijlage). Dit formulier zit in de leerlingenmap. De school vindt naast een beschreven overdracht de “warme overdracht “ belangrijk. Directie en ib-ers roosteren drie dagen in om de leerkrachten in de gelegenheid te stellen relevante informatie over te dragen naar de leerkracht van het volgende jaar. Naast de cognitieve aspecten komen ook gedrag, sociaal emotionele ontwikkeling, thuissituatie aan de orde. De ib-er is tijdens deze gesprekken aanwezig.
15
3.8
Taakverdeling ib-er - groepsleerkracht
De groepsleerkrachten zijn de eerst verantwoordelijken voor de leerlingen. Zij werken dagelijks met de leerlingen en kunnen als eersten opvallende veranderingen bij de kinderen signaleren. Ouders kunnen bij problemen die zich voordoen bij hun kind bij de leerkracht terecht. Taken van de leerkracht: - afnemen en corrigeren van de toetsen. - uitvoeren van handelingsplannen in de groep. - vastleggen van gesprekken met ouders rond kinderen met handelingsplannen in de groep. - bijhouden dossiers.
Taken van de intern begeleider - aanleveren van de toetsen van het LVS. -contacten onderhouden met collega’s buiten de school, IJsselgroep, schoolarts, logopedist. - het incidenteel maken van verslagen van gesprekken voor ouders en leerkrachten. - netwerkbijeenkomsten volgen. - vakliteratuur bijhouden. - De ib-er binnen de school zorgt voor de organisatie van de groeps- en leerlingbesprekingen, het up-to-date houden van het leerlingvolgsysteem, het onderhouden van contacten met de begeleidingsdienst “De IJsselgroep” en het ondersteunen van collega’s bij zorgverbredingvraagstukken.
Taken van de remedial teacher - toetsen afnemen en evalueren. - handelingsplannen opstellen en uitvoeren buiten de groep. - overleggen met de leerkrachten. - zich verdiepen in nieuwe materialen w.o. computerprogramma’s. - het bijhouden van de orthotheek.
Zie ook niveaus van zorg
16
Deel 4: De communicatie met de ouders over de zorg Reguliere contactmomenten: Schoolinformatie-avonden. Vier keer per jaar is er een informatieavond. De eerste avond is een algemene-informatie-avond. Deze wordt gehouden in de maand september. We beschouwen deze avond als kennismakingsavond en geven tevens informatie over aanpak, didactische werkvormen, materialen en leerstofinhoud in iedere groep. De andere avonden zijn 10-minuten-gesprekken. Deze avonden zijn verdeeld over het schooljaar. Tijdens deze avonden bespreken leerkrachten het functioneren binnen de groep én de resultaten van het werk van de leerlingen met de ouders. De schriften liggen op deze informatie-avonden ter inzage voor de ouders / verzorgers klaar. Met de indeling van de gesprekken zullen we rekening houden met de inzage tijd. Ouderavonden. Eén keer per schooljaar wordt een ouderavond georganiseerd. Huisbezoeken. Elk gezin wordt vier keer in de basisschooltijd bezocht. Vanwege het geven, of in te winnen van doelgerichte informatie worden er soms nog huisbezoeken extra ingepland.
De ouders van zorgleerlingen dienen te worden beschouwd als partners die bij alle fasen van het zorgtraject betrokken horen te worden. Indien nodig neemt de leerkracht/ ib-er contact op met de ouders.
17
Deel 5:Schoolbeleid t.a.v. toelating en begeleiding van rugzakleerlingen PROTOCOL RUGZAKLEERLINGEN : Met ingang van het cursusjaar 2002/2003 hebben kinderen met een geïndiceerde handicap, op grond van het landelijk integratiebeleid, toegang tot de reguliere basisschool. Ouders hebben dus keuzevrijheid van onderwijs: school voor speciaal onderwijs of met een ‘rugzak’ naar een basisschool naar keuze. In de rugzak zitten middelen om het kind extra ondersteuning bij het leerproces te geven. Leerling Gebonden Financiering ( L.G.F.) De ondersteuning bestaat uit 3 componenten: 1. individuele hulp op school door een leerkracht, onderwijsassistent of remedial teacher. 2. een ambulant begeleider die de leerkracht, onderwijsassistent of remedial teacher coacht. 3. een bepaald bedrag aan geld te besteden aan materiaal nodig voor het kind. Om voor zo’n rugzak in aanmerking te komen, moeten ouders het kind aanmelden bij een Commissie Voor Indicatiestelling (C.V.I.). Op grond van landelijk vastgestelde normen bepaalt de commissie of het kind in aanmerking komt voor indicering. Daarbij zijn de ouders formeel verantwoordelijk voor aanleveren van gegevens, die nodig zijn voor indicatie. Ook wanneer het kind de basisschool al bezoekt kan het, als het voldoet aan de criteria, van deze regeling gebruik maken. In dat geval levert de school ook gegevens aan. Als de C.V.I. een positief besluit heeft genomen, kunnen de ouders hun kind bij ons op school aanmelden. Voor een leerling die al op onze school zit en LGF krijgt zoekt de school samen met de ouders naar de beste oplossing: Blijven met een rugzak of plaatsing op een school voor speciaal onderwijs. Als ouders van een kind met Leerling Gebonden Financiering contact zoeken met onze school, dan zal er in eerste instantie overleg zijn tussen ouders, directie en interne begeleider. Wij verwachten van de ouders alle informatie te krijgen die nodig is om een goed beeld te krijgen van de problemen van het kind. Niet alleen gegevens uit de thuissituatie maar ook verslagen van instanties die nodig zijn geweest om LGF te krijgen Met deze informatie zal het kind tijdens een teamvergadering worden besproken. Het besluit tot plaatsing van een kind met L.G.F. zal een teambesluit moeten zijn. Om een gedegen afweging te kunnen maken moet er worden gekeken naar een aantal aspecten, namelijk:
Het Kind. Kan de zorgkwaliteit van de school dusdanig op de behoeftes van het kind afgestemd worden, zodat het kind zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen De Leraar. Zijn alle leraren met ondersteuning van Interne Begeleiding ( I.B.) en eventuele externen voldoende toegerust om het kind goed te begeleiden ? De Groep.Is de samenstelling van de groep dusdanig dat de leerling geplaatst kan worden? De School. Biedt het schoolgebouw genoeg faciliteiten om het kind te herbergen? Externen. Is er eventuele ondersteuning om verzorging en begeleiding te realiseren?
18
Aan de hand van de genoemde aspecten zal er door het team een voorgenomen besluit worden geformuleerd. Dit voorgenomen besluit zal moeten worden voorgelegd aan bestuur, Medezeggenschapsraad (M.R.) en inspectie. Uiteindelijk zal het bestuur een definitief besluit moeten nemen conform de wet dat het bevoegd gezag leerlingen wel of niet toelaat. Het uiteindelijke besluit zal als advies aan de ouders gegeven worden. Dit kan zijn: Plaatsen Onder condities plaatsen Niet plaatsen Stappen die genomen worden bij de bij verschillende besluiten: A. Bij plaatsing: Gesprek met ouders Vastleggen van de tussen ouders en school gemaakte afspraken over de aanpak van de leerling Afspraken maken over de gang van zaken Informeren bestuur, MR en Inspectie B. Bij plaatsing onder condities: Gesprek met ouders Vastleggen van de tussen ouders en school gemaakte afspraken over de aanpak van de leerling. Afspraken maken over de gang van zaken Informeren bestuur, MR en Inspectie C. Bij negatief besluit plaatsing: Gesprek met ouders Motivering op schrift zetten Met ouders naar alternatieven zoeken Informeren bestuur, MR en eventueel Inspectie Afhandeling bij plaatsing of onder condities plaatsen: a. In overleg met de ouders en het R.E.C. ( Regionaal Expertise Centrum) opstellen van een handelingsplan. b. Handelingsplan laten ondertekenen door de ouders. c. Verdere afspraken maken over de gang van zaken. ( bijvoorbeeld met het R.E.C. voor wat betreft de ambulante begeleiding). d. Informeren van bestuur, M.R. en inspectie Blijkt dat het voor de school niet mogelijk is om het kind verantwoord op te vangen, dan moeten we de ouders, ook in het belang van het kind, teleurstellen. Het recht op keuzevrijheid betekent namelijk geen toegangsrecht in het reguliere onderwijs. De ouders kunnen bezwaar aantekenen bij de adviescommissie voor toelating en begeleiding. Mochten ouders overwegen hun kind met een rugzak op onze school te plaatsen, dan is het verstandig in een vroeg stadium contact op te nemen, omdat bovengenoemde procedure de nodige tijd kost.
19
Bijlagen:
1. Jaar actieplan 2. Intakeformulier kleuters 3. Beleid kleuterperiode 4. Beleid versnellen 5. Beleid doubleren 6. Ontwikkelingsperspectief 7. Protocol Tweede Leerweg 8. Protocol Plusklas 9. Levelwerk voor meerbegaafden 10. Protocol Dyslexie 11. Toetskalender 12. Toetsafspraken 13. Overdrachtsformulier groep 1 t/m 4 14. Overdrachtsformulier groep 5 t/m 8 15. Stroomdiagram 16. Protocol informatievoorziening gescheiden ouders .
20
JAAR ACTIE PLAN ZORG. Schooljaar: 2011-2012 Actiepunten: 1. Wekelijks overleg ib-ers; het op de hoogte houden van het reilen en zeilen op elkaars school 2. Het structureel gebruik van ontwikkelingsperspectieven voor de leerlingen met een rugzak en/of een tweede leerweg 3. Twee maal per jaar (januari en juni) samen met de directie een trendanalyse maken. 4. Oriëntatie op de vernieuwde herziene protocollen dyslexie 5. Zie jaaractieplan 2009-2010 betreffende de onderwerpen: voortgezet technisch lezen, taalpilot, wmk-kaart zorg en begeleiding. ( zie schoolplan) 6. Oriënteren op protocol dyscalculie. 7. Oriëntatie op nieuwe CITO toetsen, met name begrijpend lezen 9. Uitzetten/planning van groepsbezoeken in de tijd. 10 . Collegiale consultatie op leerkrachten niveau, onderwerp: klassenmanagement. 11. Scholing-congresbezoek etc.
21
Leerling gegevens
Naam: __________________________________ Geboortedatum:___________________________ Adres: __________________________________ Telefoon:________________________________ Datum:__________________________________
O jongen O meisje O Peuterspeelzaal bezocht 1e schooldag:___________
Algemene ontwikkelingsaspecten Bijzonderheden tijdens de zwangerschap/geboorte
Erfelijke bijzonderheden
Gezondheid (ziektes,ongevallen, specialist bezocht, handicap, medicijngebruik)
Oog- en/of oorproblemen
Slaapproblemen
Zindelijkheid
Voedingsallergieën en/of andere allergieën
Zijn er bijzonderheden met betrekking tot gezins- en/of familieomstandigheden? (éénoudergezin, fusiegezin, ziekten in de familie, overlijden binnen uw gezin)
De motorische ontwikkeling
22
De grofmotorische ontwikkeling ( bewegen in de babytijd, kruipen, leren lopen, steppen, fietsen, zichzelf aankleden)
De fijnmotorische ontwikkeling (oog-handcoördinatie, tekenen, kleuren, puzzelen, knoopjes vastmaken, gebruik van bestek)
Is er iets opvallends t.a.v. bewegen, onrust, beweeglijkheid? Is uw kind in behandeling geweest bij een kinderfysiotherapeut?
De spraak/taal ontwikkeling Verstaanbaarheid (Heeft uw kind altijd verstaanbaar gesproken? Praat uw kind graag, veel?)
Kan uw kind altijd goed onder woorden brengen wat hij of zij bedoelt?
Wordt er thuis een andere taal of dialect gesproken?
Is uw kind in behandeling geweest bij een logopedist? (graag toelichten)
Komen er in uw gezin of familie lees- en/of spellingsproblemen voor? Zo ja, bij wie?
23
De sociaal-emotionele ontwikkeling Kunt u iets vertellen over het karakter van uw kind? (opgewekt, teruggetrokken, koppig, driftig, eenkennig, vriendelijk, vrij …)
Omgang van uw kind binnen het gezin (ouders, broers, zussen)
Omgang van uw kind met andere kinderen en volwassenen
Kunt u iets vertellen over het spelen van uw kind (Spelvoorkeur, spelduur, spelconcentratie)
Overige bijzonderheden Kunt u iets vertellen over de buitenschoolse opvang van uw kind? (dagverblijf, andere soort opvang)
Maakt u bezwaar tegen het eventueel inwinnen van informatie over uw kind bij de peuterspeelzaal, logopedie, fysiotherapie?
Overige bijzonderheden die u als ouder belangrijk vindt voor het schoolgaan van uw kind.
24
Kleuterperiode Een leerling stroomt in principe door van groep 2 naar groep 3 als hij/zij voor 1 januari van het kalenderjaar van overgaan 6 jaar is, mits: - De leerling voldoet aan de gestelde doelen (OVK, CITO) - De leerling sociaal-emotioneel rijp is voor een overgang naar groep 3 Om bovenstaande criteria te toetsen gebruiken we de volgende instrumenten: - Ten aanzien van de leeftijd: de leerlingenadministratie. - Ten aanzien van de gestelde doelen: de observatielijsten en peilkaarten behorend bij het leerlingvolgsysteem en de CITO - Ten aanzien van de sociaal-emotionele ontwikkeling: de observatielijsten behorende bij het leerlingvolgsysteem. De school adviseert de ouders hun kind nog een jaar in groep 2 te houden als dit noodzakelijk wordt geacht en neemt de uiteindelijke beslissing tot verlenging.
25
Beleid/protocol versnellen Er kunnen zich situaties voordoen, waarin het overslaan van een jaargroep in het belang van de leerling moet worden overwogen. Het besluit om een leerling een groep over te laten slaan, is een besluit welke in overleg met ouders/verzorgers, groepsleerkracht, ib-er en directie moet worden genomen. De directie is hierin eindverantwoordelijk. Argumenten, die school aanleiding geven het overslaan van een jaargroep te overwegen: - Er is een aantoonbare cognitieve voorsprong van 10 maanden (DLE) of meer op de volgende onderdelen: a. lezen (DMT, AVI) b. rekenen/wiskunde (CITO) c. begrijpend lezen (CITO) - De leerling kan het versnellen sociaal-emotioneel aan, vast te stellen door: a. leerlingvolgsysteem (leerkracht) b. observaties door de leerkracht en/of ib-er Voordat wordt besloten om tot versnellen over te gaan worden de volgende stappen gezet: - De groepsleerkracht geeft aan bij ib en directie het overslaan van een groep door de leerling te overwegen. - De directie toetst in overleg met de ib-er het eventuele versnellen op bovengenoemde argumenten. - De groepsleerkracht bespreekt het eventuele versnellen met de ouders en geeft hierbij duidelijk aan wat de argumenten zijn. - De groepsleerkracht neemt in overleg met de ouders een besluit tot al dan niet versnellen. - Wanneer hier geen overeenstemming bereikt kan worden, wordt een vervolggesprek met de directie en ib-er gepland. In dit gesprek horen directie en ib-er de argumenten van ouders en leerkracht. - Binnen een termijn van een week maakt de directie zijn besluit kenbaar aan ouders en leerkracht
26
Beleid/protocol doubleren Over het algemeen gaan kinderen na de zomervakantie naar de volgende groep, maar in sommige gevallen is het raadzaam om een leerjaar over te doen Doubleren is in onze visie pas zinvol als we de verwachting hebben dat de doublure zal resulteren in een betere voortzetting van de ontwikkeling van een leerling. Vaak is dat het geval als er sprake is van een vertraagde ontwikkeling op bepaalde punten. Als er sprake is van een leerstoornis ligt het vaak veel lastiger. Met doubleren wordt de stoornis immers niet opgelost en zal nadrukkelijk een inschatting moeten worden gemaakt of ondanks het lage niveau voortzetting van het leerproces in een hogere groep toch niet een betere optie is. Ontwikkelingsperspectief is dus bij ons de norm en niet de absolute niveaubepaling. De beslissing om een kind te laten doubleren wordt genomen aan de hand van de volgende zaken: 1. Wat is het prestatieniveau van het kind en hoe staat dat in verhouding met de leeftijdsgenoten? 2. Hoe functioneert het kind op sociaal-emotioneel gebied? 3. Wat is de verwachting als het kind doubleert m.b.t. tot het prestatieniveau en de sociaal-emotionele component? 4. Welke gegevens hebben de ouders ingebracht? 5. Hoe is de groepssamenstelling voor het volgende schooljaar? Op grond van de antwoorden op bovenstaande vragen en op grond van de eigen teamdeskundigheid en kennis betreffende het kind wordt een definitief besluit door de school genomen. Het is een gegeven binnen het huidige onderwijs dat niet alle kinderen in staat zijn de gestelde onderwijsdoelen te halen. Voor de kinderen van wie dit niet verwacht mag worden, wordt dan ook een aangepast programma gemaakt en is een doublure voor deze groep kinderen niet aan de orde. Ontwikkelingsperspectief:
Naam leerling: Geboortedatum: Adres: Telefoonnummer: Leerkracht(en): Rt-er Intern begeleider: Vakgebied(en): Groep: Didactische leeftijd: Schoolloopbaan Looptijd: Schooljaar, periode: Datum tussenevaluatie 1 Datum tussenevaluatie 2 Data bespreking met ouders, kind, IB, AB
27
Reden ontwikkelingsperspectief Wisc 75 -80 / matig / cito E / OP E6 / PRO-BBL Vakgebied
Prognose LR%
Werkelijk LR%
Realisatie Prognose
Prognose Eind-DLE
prognose VO
Technisch lezen Spelling Begrijpend lezen Rekenen
Beginsituatie / observaties en toetsresultaten Observatiegegevens
Zie LOVS in ParnasSys, voortgangsgesprekken, begeleidingsplan ambulante dienstverlening , hulpplannen parnassys. Profiel:
Uitstroomprofiel, einddoelen en tussendoelen per vakgebied Vakgebied
Vorderingen / niveau
Tussen doelen Dle
Verwachte eindniveau
Rekenen
technisch lezen Begrijpend Lezen spelling
28
Ontwikkel prognose in Parnassys. LRV 80%
kindfactoren Beschermende factoren
Belemmerende factoren
Specifieke onderwijsbehoeften
.
schoolfactoren Beschermende factoren
Belemmerende factoren
Specifieke onderwijsbehoeften (naam) heeft iemand nodig die
29
(naam) heeft een school nodig die:
Tussenevaluatie (februari 2011 Observatiegegevens. Vakgebied
Toets Afnamedatum
Didactische leeftijd
DLE
Rekenen Technisch lezen
Begrijpend lezen spelling Extra factoren die tijdens het werken naar voren kwamen.
Resultaat; welke effecten heeft de begeleiding gehad Vakgebied
Beschrijving resultaten.
2010-2011
Handtekening ouders/verzorgers:
Datum:
Handtekening ib-er:
Datum: 30
Leerrendement, niveau waarde
Protocol individuele leerlijn / tweede leerweg Vooral binnen het leerstofjaarklassensysteem gebeurt het regelmatig dat leerlingen niet met het niveau van de groep meekunnen. Als blijkt dat handelingsplannen (vooral de D en E leerlingen) een structureel verschijnsel worden, kan gedacht worden aan een aparte leerlijn voor deze leerling. De leerling neemt hiermee over het algemeen afstand van het groepsprogramma en volgt zijn eigen lijn. Meestal gebeurt dat pas na groep 4. In bijzondere gevallen ( kinderen met een rugzak) zal dat al eerder voorkomen. Dit protocol zorgt ervoor dat deze leerlijnen aan een aantal randvoorwaarden voldoen en dat er kritisch bekeken wordt of het doel van een bepaalde leerlijn wel gehaald wordt of bijgesteld moet worden. Hiernaast worden er tussendoelen ( per schooljaar) en einddoelen (eind groep 8) voorspeld en gecheckt. (Ontwikkelingsperspectief).
Minimumdoelen en tweede leerweg. Het kan noodzakelijk zijn dat het kind naar minimumdoelen of een tweede leerweg gaat. In dat geval hanteren we de volgende procedure: 1. Het kind wordt besproken in de leerlingbespreking ( leerkracht + I.B.-er). a. Minimumdoelen: de basis van de basisstof; het kind blijft bij de groepsleerstof: In overleg met leerkracht / RT-er: kind gaat in grote lijnen met de groep mee; er vervallen voor dit kind minder relevante (delen van) lessen. In principe wordt dit per les bepaald door de leerkracht. Of: b. Tweede leerweg: Leerkracht vult de formulieren voor de tweede leerweg in: - Rekenen - Spelling - Taal - Lezen -Begrijpend Lezen 2. Er volgt een gesprek tussen de ouders, de leerkracht en de IB-er. Na handtekening voor akkoord van de ouders wordt a of b uitgevoerd door leerkracht, evt. met hulp van de RT-er. Afspraken/stappenplan naar de tweede leerweg: A. Uit de volgende items blijkt structureel dat het kind het niveau van de aangeboden leerstof niet aankan: -toetsen D/E niveau. B. Er wordt al geruime tijd met groepsplannen/handelingsplannen gewerkt. C. De ouders zijn op de hoogte van de zorg over de voortgang van het werk van hun kind. D. Melding in het zorgteam ( Janeska en Yvonne). Daar wordt bepaald of er een diepgaand onderzoek nodig is. E. Het schoolteam weet dat het dit kind met zijn speciale aanpak sociaal-emotioneel en didactisch gezien op kan vangen.
31
F. De speciale aanpak houdt bijvoorbeeld bij rekenen in, dat het kind een bepaalde periode teruggeplaatst wordt in de reguliere methode, evt. met minimumdoelen, of een samengesteld programma uit Maatwerk, computerprogramma’s, enz. G. Het kind is en wordt regelmatig in het zorgteam en in de groepsbespreking besproken. H. Met de ouders is het handelingsplan/ protocol individuele leerlijn goed doorgesproken en deze gaan schriftelijk akkoord. Voor zover van toepassing kennen de ouders de gevolgen van de tweede leerweg voor het VO: e leerweg I. Met het kind is besproken wat er gaat gebeuren. Ouders en leerkracht spreken van tevoren af hoe en wie. J. De groep van het kind wordt, in principe door de eigen leerkracht, op de hoogte gebracht van de tweede leerweg van hun klasgenoot.
32
Protocol individuele leerlijn Datum: ---------------------Schooljaar: Algemene gegevens: Naam: Geboortedatum: Leeftijd Groep: Leerkracht: De leerlijn betreft: Taal Rekenen Spelling Technisch lezen Begrijpend Lezen Voorwaarden / aandachtspunten checklist Gesprek met IB-er Evaluatie eerder geboden hulp Oudergesprek Overdracht Evaluatie Organisatie: Instructie / klassenmanagement Handtekening ouders / verzorgers: Handtekening leerkracht: Handtekening IB-er: Voorgeschiedenis: Problemen gesignaleerd sinds: Relevante verslagen/onderzoeken: Relevante verslagen van gesprekken, aantal: Onderzoek binnen de groep Didactisch onderzoek door IB-er Handelingsplan(nen), aantal: ___ SBD / PCL-onderzoek of anders: Logopedisch onderzoek Effect van handelingsplannen / leerlijn tot nu toe: Hoofddoelen voor dit schooljaar: Het verwachte eindresultaat aan het einde van de schoolloopbaan: Uitvoering en evaluatie: zie handelingsplan / inhoud leerlijn Ouders hebben inzicht gehad van handelingsplan / inhoud leerlijn Opmerking m.b.t. pedagogische aanpak: Overige opmerkingen / aandachtspunten bij overdracht:
33
Protocol plusklas PCO Dalfsen. 23-03-09
Doelstelling: Kijkend naar de visie van onze scholen staat o.a.omschreven dat kinderen………. - centraal staan - goede zorg krijgen - zich gekend en geaccepteerd voelen - zich op eigen niveau goed kunnen ontwikkelen - goede contacten hebben met elkaar en de leerkrachten - zich geborgen voelen in een warm en veilig leefklimaat De pientere leerling krijgt voldoende uitdaging op schoolniveau. We willen echter de excellente leerling die zorg op maat geven zodat hij/zij zich optimaal kan ontwikkelen samen met kinderen van hetzelfde niveau.
Definitie van hoogbegaafdheid. Binnen onze schoolvereniging is gekozen voor het gebruik van het woord begaafde leerling. Onder “begaafd” verstaan wij hoge intellectuele capaciteiten gecombineerd met een grote mate van creativiteit, een groot doorzettingsvermogen en een grote exploratiedrang. Kenmerken van begaafde leerlingen zijn o.a. een grote verbale vaardigheid, een sterk analytisch vermogen, vindingrijkheid bij het vinden van oplossingen, een goed geheugen, hoog leertempo en een grote algemene ontwikkeling. Het gaat hier om 2-5% van de leerlingen, (niet te verwarren met de “pientere leerling”).
Kenmerken van hoogbegaafdheid:
hoge intelligentie (IQ hoger dan 130)
vroege ontwikkeling / ontwikkelingsvoorsprong
uitblinken in meerdere gebieden
gemakkelijk kunnen leren
goed leggen van (causale) verbanden
makkelijk kunnen analyseren van problemen
34
maken van grote denksprongen
voorkeur voor abstractie
hoge mate van zelfstandigheid
brede of juist specifieke interesse/hoge motivatie/veel energie
creatief/origineel
perfectionistisch
apart gevoel voor humor
hoge mate van concentratie
Een kind hoeft niet al deze eigenschappen te hebben om hoogbegaafd genoemd te worden. En andersom geldt ook: als een kind één of meer van deze eigenschappen heeft, hoeft het niet hoogbegaafd te zijn.
Op school blijken hoogbegaafde leerlingen ook niet in ‘één soort’ voor te komen. Betts & Neihart beschrijven zes typen hoogbegaafde leerlingen: 1. de succesvolle leerling levert goede prestaties, is perfectionistisch, vermijdt risico en zoekt bevestiging van de leerkracht 2. de uitdagende leerling is creatief, komt op voor eigen opvattingen, is competitief, heeft grote stemmingswisselingen en is eerlijk en direct 3. de onderduikende leerling ontkent zijn/haar begaafdheid, vermijdt uitdaging, zoekt sociale acceptatie en wisselt in vriendschappen 4. de drop-out is creatief, neemt onregelmatig deel aan het onderwijs, zoekt buitenschoolse uitdaging, isoleert zichzelf, verstoort, presteert gemiddeld of onder gemiddeld en bekritiseert zichzelf en anderen 5. de leerling met leer- en/of gedragsproblemen werkt inconsistent, presteert gemiddeld of onder gemiddeld, verstoort en reageert af 6. de zelfstandige leerling heeft goede sociale vaardigheden, werkt zelfstandig, ontwikkelt eigen doelen, werkt zonder bevestiging, is creatief, komt op voor eigen opvattingen en neemt risico
35
Toelatingseisen: Om vast te stellen of een kind hoogbegaafd is, kunnen meerdere ingangen bekeken worden: 1. de schoolprestaties 2. creatief gedrag 3. beoordelingen door de ouders en door de school. Op school wordt het screenings/ signaleringsinstrument van Jan Kuiper, de sidi-sibellijst gebruikt. Het verdient de voorkeur naar al deze facetten te kijken. Medewerking van de ouders is verplicht, de deelname aan de Plusklas is niet vrijblijvend! Ouders tekenen een contract m.b.t. de begeleiding van hun kind.
Criteria De excellente leerling moet aan de volgende criteria voldoen: A+ scores op begrijpend lezen en rekenen van het Cito LVS 1 jaar ontwikkelingsvoorsprong in DLE (10 DLE`s) Zie bovenstaande punten 1 t/m 6 De leerling genoemd in punt1,2 en 6 worden toegelaten De leerling genoemd in punt 3,4 en 5 moet eerst besproken worden in de coördinatiegroep In bespreekgevallen wordt leerkracht van desbetreffende leerling gevraagd om argumenten toe te lichten Bij verschil van mening beslist de coördinatiegroep op democratische wijze.
Wat vindt het begaafde kind in de plusklas? Een intellectuele uitdaging op zijn of haar niveau. Gelijkgestemde leeftijdsgenootjes Ruimte voor creativiteit Steun bij de sociaal-emotionele ontwikkeling
Aanmelding Plusklas : De intake vindt op twee momenten in het schooljaar plaats: Alle scholen gebruiken het aanmeldingsformulier plusklas. Zie bijlage. * Eind mei tot 4 juni De samenstelling van de groepen moet dan bekend zijn i.v.m. de planning voor het nieuwe schooljaar. * Laatste twee weken van januari In deze periode wordt gekeken welke kinderen in de Plusklas blijven en welke kinderen er nieuw bijkomen. 36
De praktijk.
Wie
Vanaf groep 5 t/m groep 8. Het gaat om een middenbouwgroep 5, 6. En een bovenbouwgroep 7, 8. In totaal ruimte voor circa 16 kinderen.
Wanneer
Dinsdag voor de beide groepen..
Wat
*Ruime aandacht voor uitdagende projecten waar alleen of in een groepje aan gewerkt wordt. *Er zal ook ruim aandacht gegeven worden aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. *Daarnaast is er ook gerichte aandacht voor creatieve expressie door middel van tekenen, knutselen, toneel/drama. *Soms komt er ook een gastspreker, die vertelt over zijn of haar werkterrein. *Het komt ook een enkele keer voor dat er een uitstapje gemaakt wordt naar een museum, fabriek, atelier of instituut. *Er wordt gewerkt met een portfolio, hierin worden o.a. de individuele doelen geformuleerd.
Waar
Lokaliteit : Christelijke basisschool De Spiegel, Brethouwerstraat 4, te Dalfsen.
Hoe
Het vervoer wordt door de ouders geregeld. Zie oudercontract .
Begeleiding Bertus, Janeska en Yvonne geven ondersteuning aan de leerkracht van de plusklas. Voor 1 juni wordt overlegd over de leerlingen en de leerstof, administratie ( hulpplan). 2 weken na de start voortgangsgesprek met betrokkenen.
Evaluatie
Op leerlingniveau: Tijdens de portfoliogesprekken ( elke 6 weken of zo nodig eerder) wordt gereflecteerd en geëvalueerd op het proces en de te bereiken doelen. Hierna worden nieuwe doelen opgesteld. Op ouderniveau: Ouders worden door de leerkrachten tijdens de 10 minuten gesprekken geïnformeerd. Op schoolniveau: Tijdens de ib-netwerken 6 keer per jaar. Op bestuursniveau: Mei 2010.
37
Competentieprofiel voor de leerkracht plusklas. * hij/zij zorgt ervoor dat alle genoemde elementen zie blz. 3 evenwichtig aan bod komen * heeft affiniteit met hoogbegaafde leerlingen * kan samenwerken met de verschillende leerkrachten * kan werken met port folio * kan goede informatie verstrekken aan leerkracht en ouders * heeft kennis van de “hoogbegaafde leerling” en is bereid een cursus te volgen op het gebied van hoogbegaafdheid * kan de leerstof aanbieden op gewenst niveau
Coördinatiegroep. De coördinatiegroep bestaat uit de volgende mensen - de leerkracht van de plusgroep - twee intern begeleiders (Janeska Wennemars, Yvonne Boers) De coördinatiegroep staat onder supervisie van een van de directeuren PCO (Bertus Grotenhuis) Leerlingen worden bij deze groep aangemeld door de intern begeleiders van de school. De coördinatiegroep is verantwoordelijk voor de gang van zaken en aanspreekpunt voor leerkrachten en directies. De coördinatiegroep legt verantwoording af bij de bovenschoolse directeur. De implementatie en borging van de plusklas is een vast agendapunt op de vergaderingen van de intern begeleiders.
Afspraken: Algemeen directeur is verantwoordelijk voor personeel en financiën. Coördinatiegroep houdt supervisie. De resultaten worden bijgehouden via port folio en presentaties logboek. De leerkracht van de plusgroep moet plan van aanpak maken en dit evalueren.
38
AANMELDINGSFORMULIER PLUSKLAS School van herkomst: A. Baron van Dedem
0529433360
Dalfsen
De Regenboog
0572371374
Lemelerveld
De Spiegel
0529432341
Dalfsen
Ds. O.S. Cazemier
0529471574
Dalfsen
Sjaloom
0529431381
Dalfsen
Ichthus
0572331472
Lemele
Naam groepsleerkracht:
……………………………………………………………..
Achternaam leerling(e):
……………………………………………………………….
Roepnaam:
………………………………………………………….……
Geslacht:
jongen / meisje
Geboortedatum:
………………………………………………………….……
Nationaliteit:
………………………………………………………….……
Straat en huisnummer:
………………………………………………………….……
Postcode en woonplaats: ………………………………………………………….…… Telefoonnummer ouders: ……………………………………………………………….. Mobiele telefoon:
………………………………………………………………
Naam, adres en telefoon: (bij afwezigheid ouders)
………………………………………………………….……
Naam huisarts:
……………………………………………………………….
39
Bijzonderheden van het kind: (Denk aan gedragskenmerken, niveau, evt. afgenomen onderzoek dyslexie)
Kindkenmerken:
Datum van aanmelding:
Handtekening intern begeleider:
Als bijlage dient een uitdraai van ParnasSys meegestuurd te worden. LVS. niveau en DLE .
40
Plus+lessen ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------Ondergetekende, Naam leerling: Leerling van : Groep: wil deelnemen aan de serie pluslessen en gaat akkoord met de volgende voorwaarden: 1. De onder schooltijd gegeven lessen zijn een aanvulling op het normale lesprogramma van de basisschool, speciaal ontwikkeld voor de verder gevorderde leerling. 2. De school bepaalt, op basis van school-, toets- en eventuele onderzoeksresultaten, welke leerlingen aan een serie pluslessen kunnen deelnemen. 3. De serie pluslessen behoort gedurende de rest van het betreffende schooljaar tot het vaste lesprogramma voor de daaraan deelnemende leerlingen. 4. De leerling zal de serie lessen daarom tot het eind toe volgen. 5. De activiteiten en de ontwikkeling van de leerling worden .m.v. een portfolio zichtbaar gemaakt. 6. Als de plusles in een andere school wordt gegeven, zorgt de leerling ervoor daar tijdig aanwezig te zijn, binnen de daarvoor door de school beschikbaar gestelde tijd. 7. In principe gaat de leerling zelfstandig naar deze lesplaats, samen met de andere deelnemers van zijn / haar school. (Dit ter voorbereiding op de latere zelfstandige gang naar het vervolgonderwijs) Dit valt onder de verantwoordelijkheid van de ouders, die hiermee akkoord gaan, tenzij anders wordt overeengekomen. 8. De kosten van lesmateriaal en de docent(en) zijn voor rekening van het bestuur van de vereniging PCO tenzij anders overeengekomen.. 9. De school blijft eindverantwoordelijk voor deze onder schooltijd gegeven lessen. Ondertekening door de leerling: Als ouder / verzorger ga ik akkoord met het bovenstaande en zal ik stimuleren en erop toezien dat mijn kind op een serieuze manier met de pluslessen en alles wat daarbij hoort, zal omgaan. Periode: Naam ouder / verzorger: Handtekening: Datum: Dalfsen
41
Levelwerk voor meerbegaafde kinderen
Uitgangspunt van de methode Levelwerk is dat kinderen bij de groep blijven horen, maar daarnaast uitgedaagd worden. Begaafde kinderen hebben ook instructie nodig, het is de bedoeling dat ze zich inspannen. Ook moeten deze kinderen vaak leren, dat fouten maken bij het leerproces hoort. Een ander belangrijk leerpunt voor de kinderen is zelfregulatie, dwz dat ze nadenken over het leren en de stappen die je moet zetten om kennis te verwerven. Levelwerk is bedoeld voor: 1. De hoogbegaafde leerling leerlijn 5) 2. De begaafde leerling (maakt er meestal een selectie uit) 3. Voor kinderen met een voorsprong op 1 vakgebied (selectie) Levelwerk biedt: a. Verrijking voor taal/lezen en rekenen. (verplicht onderdeel) b. Allerlei: onderwerpen uit de belangstellingsfeer van de kinderen en oriëntatie op jezelf en de wereld c. Duidelijke opbouw en structuur d. Rijk aanbod van diverse leermiddelen.
Opbouw methode: Levelwerk kent 7 levels (te gebruiken vanaf groep 3) Een level bestaat uit 5 blokken (een blok duurt ongeveer 8 weken) Elk blok kent 3 cellen, nl taal/lezen, rekenen en allerlei Per week is heeft een leerling werk voor ongeveer 10 uur.
Op school zijn momenteel 3 kisten aangeschaft voor de groepen 4, 7 en 8. Het is de bedoeling dat de komende jaren ook voor de andere groepen de kist wordt aangeschaft.
42
Protocol dyslexie Zie ook het uitgebreide protocol
Dyslexiebeleid Het Protocol Leesproblemen en Dyslexie (Wentink en Verhoeven 2001) is voor leerkracht en de intern begeleider de rode draad in de zorg voor de dyslectische leerling. We spreken van risicoleerlingen als kinderen op de lees en/of spellingtoetsen D- of Escores halen . We spreken van dyslectische kinderen als kinderen E- scores halen op 3 opeenvolgende momenten op de DMT (of vergelijkbare toets) en op de SVS ondanks extra leertijd en begeleiding. Voor de zorg en de begeleiding van risico/dyslectische kinderen zijn voor de verschillende groepen de volgende afspraken gemaakt.
Groep1,2
De leerkrachten van groep 1,2 kennen de tussendoelen behorende bij de beginnende geletterdheid (mondelinge taalvaardigheid, woordenschat, fonemisch bewustzijn, geschreven taal en letterkennis) en besteden hier veel tijd aan. We gebruiken landelijk genormeerde toetsen en de signaleringslijst uit het Protocol Leesproblemen en Dyslexie om de taal ontwikkeling van onze leerlingen te volgen. Deze instrumenten zijn opgenomen in de toetskalender. De ‘risicokleuters’ (achterblijvende toetsresultaten, signalen van dyslexie) worden 3 à 4 keer per jaar besproken met de intern begeleider. We geven risicokleuters extra begeleiding in kleine groepjes en kunnen deze begeleiding enkele keren in de week organiseren. Voor risicokleuters zetten we preventief, dus in groep 2, al extra begeleiding in bij de ontwikkeling van de leesvoorwaarden. Ook bieden we gericht enkele letters aan. De extra begeleiding wordt door de leerkracht beschreven in een handelingsplan. We doen een zorgvuldige overdracht naar de volgende groep. Zorgleerlingen krijgen direct aan het begin van het nieuwe schooljaar een handelingsplan.
Groep 3
Als leesmethode gebruiken we Veilig Leren lezen. We behandelen alle kernen in groep 3. Voor spelling gebruiken we de methodiek van José Schraven. Zorgleerlingen krijgen direct aan het begin van het schooljaar extra begeleiding zoals verlengde instructie tijdens de leesles. We nemen alle signaleringstoetsen (herfst, winter, lente, zomersignalering) af behorende bij Veilig Leren Lezen en de toetsen van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. De resultaten van de toetsen worden besproken met de intern begeleider. Voor zwakke leerlingen wordt in overleg met de intern begeleider, zonodig ook met de schoolbegeleider, een plan van aanpak opgesteld. De instructie -en leestijd wordt uitgebreid met minimaal 3 keer 15 minuten per week. De leerkracht beschrijft de extra begeleiding in een handelingsplan. Eind groep 3 maken we bij risicoleerlingen een inschatting of er mogelijk sprake is van dyslexie. 43
Groep 4 t/m8
We gebruiken de methode”Lekker lezen” voor technisch lezen in de groepen 4 t/m 8. We geven deze groepen effectieve leesinstructie. Het vak ’technisch lezen’ staat ook in de andere groepen op het rooster.(stillezen, maatjes als tutor van een jongere leerling) We besteden voldoende tijd aan het lezen: groep 4 tm 6 ongeveer 3 uur per week. In de groepen daarna minimaal 1 uur per week We ondernemen leesactiviteiten om de leespromotie te vergroten (o.a. leesactiviteiten rond een kinderboekenschrijver, leesactiviteiten rondom een bepaald thema, bezoek bibliotheek ) We nemen minimaal 2 keer per jaar de methode- onafhankelijke toetsen AVI en de DMT en SVS af bij alle leerlingen. Deze toetsen zijn opgenomen in de toetskalender. De resultaten worden besproken met de ib-er. Bij risicoleerlingen doen de leerkracht of r.t-er zonodig aanvullend onderzoek. De prestaties van deze leerlingen worden meerdere keren per jaar gevolgd. De toetsresultaten en het effect van de interventies worden met de ib-er of met de schoolbegeleider besproken. Risicoleerlingen krijgen extra lees- en spellinginstructie en begeleide oefening, minimaal 3 keer 15 minuten per week. We beschrijven de interventies voor de risicolezers in een handelingsplan en gaan telkens de effecten van de hulp na. Bij risicoleerlingen maken we een inschatting of er sprake is van dyslexie. Als dit het geval is laten we dit nader onderzoeken. We doen een zorgvuldige overdracht naar de volgende groep. Hierbij komt o.a. aan bod: toetsgegevens, de extra begeleiding en de effecten daarvan, faciliteiten en dispensaties die geboden zijn, contact met ouders. We hebben aandacht voor de sociaal-emotionele gevolgen van dyslexie en proberen deze te voorkomen. Zorgleerlingen krijgen direct aan het begin van het nieuwe schooljaar een handelingsplan.
Compensatie en dispensatie bij lezen en spelling Lezen: Boeken die qua inhoud aansluiten bij de leeftijd en de interesse van de leerling, maar die qua technisch niveau vereenvoudigd zijn. Extra leestijd voor bijv. taal- of zaakvakteksten of deze teksten voorlezen. Teksten voorbereiden (preteaching of de tekst van te voren meegeven naar huis) Leesteksten worden bij toetsen zonodig uitvergroot. Geen tekst onvoorbereid hardop laten lezen. We maken gebruik van hulpmiddelen als de computer. Begrijpend leestoetsen en de Eindtoets bijv. op cd De school regelt software voor een daisyspeler. Spelling: De schrijftaak wordt verlicht. (minder opdrachten) Extra tijd bij werk waarbij veel geschreven moet worden. Gebruik van hulpmiddelen, zoals woordenboek, spellingkaart, tekstverwerker met spellingcontrole. Waar mogelijk mondelinge overhoringen bijv. bij topografie Dictees worden afgestemd op het spellingniveau van de leerling.
44
Contacten met ouders Ouders krijgen uiteraard z.s.m. Informatie over de lees-en/of spellingsproblemen van hun kind. We betrekken hen bij de begeleiding. In geval van dyslexie verstrekken we de ouders informatie over de kenmerken van dyslexie, de vooruitzichten en de daarbij samenhangende sociaal-emotionele problematiek. We geven ouders voorlichting over mogelijkheden bij de ziektekostenverzekeraar. We vragen de ouders samen met de school een actieve rol te spelen in de begeleiding van hun kind.(thuis lezen, voorlezen etc.) Hoe gaat de school om met het verkrijgen van een dyslexie verklaring? Hoe gaat de school om met de dyslexieverklaring? Voor ouders is het niet altijd duidelijk: a. wanneer er daadwerkelijk sprake is van dyslexie b. hoe er wordt gediagnosticeerd c. door wie er wordt gediagnosticeerd d. hoe de school de lees- en spellingsproblematiek aanpakt.
Vanuit de school wordt er pas over dyslexie gesproken als er volwaardige diagnostiek heeft plaatsgevonden en de externe onderzoeker de diagnose dyslexie heeft gesteld. Tot die tijd spreken we van leerlingen met kenmerken van dyslexie. De leerkracht of ib-er kan de diagnose dyslexie niet stellen, dus zolang die niet gesteld is spreken wij slechts over kenmerken van dyslexie of lees- en spellingsproblematiek. Een leerling, die aanpassing nodig heeft in de leerstof zal die ook krijgen. Een dyslexieverklaring heeft voor de school geen meerwaarde met betrekking tot de behandeling en ondersteuning van de leerling. Wanneer ouders een hulptraject hebben ingezet, zal de school beslissen of met het betreffende bureau kan worden samengewerkt. Dit ter beoordeling van de leerkracht en de intern begeleider. Het kan en mag niet zo zijn dat de groepsorganisatie op voorspraak van externen zal moeten wijzigen. Ouders dienen met de school te overleggen of hun zoon/dochter onder schooltijd een extern begeleidingstraject zal kunnen volgen. De school voelt zich niet verantwoordelijk voor het verkrijgen van een dyslexieverklaring. Indien de school handelingsverlegen is, kan handelingsgerichte diagnostiek aangevraagd worden bij – bijvoorbeeld – De IJsselgroep. De school staat op het standpunt dat het een ideale situatie zou zijn wanneer elke dyslectische leerling met een verklaring in groep 8 de school zou kunnen verlaten. Momenteel laten de financiële middelen die de school tot haar beschikking heeft dat niet toe. Wanneer ouders een dyslexieverklaring voor hun kind willen verkrijgen dan komt dit onderzoek voor rekening van de ouders.
45
Vergoeding van diagnostiek en behandeling van ernstige dyslexie bij kinderen in het primair onderwijs. Bron: Masterplan dyslexie”: “Vanaf 1 januari 2009 komen diagnostiek en behandeling van ernstige dyslexie in het basispakket van de ziektekostenverzekeringen. De vergoedingsregeling wordt stapsgewijs ingevoerd in de periode t/m 2013. De vergoede zorg in verband met ernstige dyslexie geldt in principe voor leerlingen van 7 jaar en ouder in het primair onderwijs. Stapsgewijze invoering betekent concreet dat ouders in 2009 aanspraak kunnen maken op vergoeding van de zorg wanneer deze zorg aanvangt voor de negende verjaardag van hun kind. Elk kalenderjaar wordt deze leeftijdsgrens met een jaar opgetrokken, totdat in 2013 de zorg wordt vergoed voor alle leerlingen in het primair onderwijs van 7 jaar en ouder. De vergoede zorg geldt voor leerlingen met ernstige, enkelvoudige dyslexie. Dat wil zeggen dat er bij deze leerlingen, naast dyslexie, geen sprake is van een of meer andere (leer)stoornissen (co-morbiditeit). Is dat wel het geval, dan hebben deze leerlingen uiteraard recht op goede zorg, maar niet op vergoede zorg in het kader van deze regeling. Als ouders aanspraak willen maken op vergoeding van diagnostiek en behandeling van ernstige dyslexie, moet de school het leerling-dossier leveren waarmee het vermoeden van (ernstige) dyslexie wordt onderbouwd”. Bij vermoeden van ernstige dyslexie kunnen ouders hun kind aanmelden voor diagnostiek en behandeling. We onderscheiden twee situaties die kunnen leiden tot aanvraag voor vergoeding van diagnostiek en behandeling: De ouders van een leerling nemen initiatief tot het aanvragen van vergoeding; De intern begeleider of dyslexiespecialist van de school zal met de ouders op basis van de gegevens van het leerlingvolgsysteem overleggen of het dossier voldoende aanleiding geeft tot onderzoek naar dyslexie. De school signaleert bij een leerling kenmerken van (ernstige) dyslexie en zal de ouders uitnodigen voor een gesprek waarin de mogelijkheid tot vergoeding voor diagnostiek en behandeling uit het basispakket zal worden besproken. De intern begeleider kan de ouders adviseren tot aanvraag over te gaan. In beide gevallen wijst de school ouders er op dat zij eerst bij hun verzekeringsmaatschappij navraag doen naar de polisvoorwaarden. Het is mogelijk dat de verzekeringsmaatschappij alleen bij door hen gecontracteerde onderzoekers / behandelaars tot vergoeding over gaat. Vergoeding voor diagnostiek door de ziektekostenverzekering wordt ongeacht de uitkomst (wel of geen dyslexieverklaring) ingezet, mits aan de voorwaarden voor het leerlingdossier is voldaan. Voor wat de behandeling betreft, komt alleen behandeling van ernstige, enkelvoudige dyslexie voor vergoeding in aanmerking
46
Afspraken m.b.t. cito toets afnames. - Kinderen met een dyslectisch profiel moeten voorgelezen worden, zeker TBL. - Toetsen worden niet door invallers afgenomen, tenzij het een langdurige periode betreft. ( dan overleg met een collega) - D, E leerlingen krijgen een hulpplan en/ of maak een groepsplan. Zorg voor verslaggeving en evaluatie. Bewaren van D/E toetsgegevens in hangmap of gescand. - 2x D, E op de toets dan overleggen over een evt. andere toets of terugtoetsen. - bij 2x A+ scores…. Doortoetsen. - toetsen worden verwerkt in ParnasSys - bij twijfel, raadpleeg een collega. - uitdraai toetsresultaten in postvakje ib-er Yvonne wel en Janeska niet. ( dle en niveau) - eindcito: aangepaste toets bestellen voor dyslectische kinderen en niveautoets + voor LWOO en kinderen met eigen leerwegen.
47
Overdrachtsformulier Groep: 1,1,2,2,3,3,4,4. Naam: _________________________ Leerkracht/datum----------------------------------------------------------------------------Leerkracht/datum-------------------------------------------------------------------------------------------Leerkracht/datum ---------------------------------------------------------------------Leerkracht/datum--------------------------------------------------------------------------__________________ Bijzonderheden algemeen (indien van toepassing) 1. Huiselijke omstandigheden: _________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ 2. Lichamelijke of geestelijke toestand: __________________________________________ (dieet, depressie, etc)
_______________________________________________________________________ 3. Komt er dyslexie of dyscalculie in de familie voor?___________________________ ______________________________________________________________ 4. Veel verzuim? Waarom_______________________________________________ _________________________________________________________________________. Zijn er afspraken met externe instanties______________________________________________________________ __________________________________________________________________________ 6. Afspraken met ouders__________________________________________________ __________________________________________________________________________ 7. Heeft het kind een handelingsplan? _____________________________________________________ __________________________________________________________________________ 8.. Heeft het kind een 2e leerweg? _________________________________________ ___________________________________________________________________ 9. Omgang met de andere leerlingen (pesten, gepest) __________________________ ___________________________________________________________________ 10.Andere opmerkingen___________________________________________________(gedrag, werkhouding, motivatie)
48
Overdrachtsformulier Groep: 5,5,6,6,7,7,8 Naam: _________________________ Leerkracht/datum----------------------------------------------------------------------------Leerkracht/datum-------------------------------------------------------------------------------------------Leerkracht/datum ---------------------------------------------------------------------Leerkracht/datum--------------------------------------------------------------------------___________________ Bijzonderheden algemeen (indien van toepassing) 1. Huiselijke omstandigheden: _________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ 2. Lichamelijke of geestelijke toestand: __________________________________________ (dieet, depressie, etc)
_______________________________________________________________________ 3. Komt er dyslexie of dyscalculie in de familie voor?___________________________ ______________________________________________________________ 4. Veel verzuim? Waarom_______________________________________________ _________________________________________________________________________ 5. Zijn er afspraken met externe instanties?____________________________________ (Logopedie/ fysiotherapie/oac/rugzak externe hulp)
______________________________________________________________ __________________________________________________________________________ 6. Afspraken met ouders__________________________________________________ __________________________________________________________________________ 7. Heeft het kind een handelingsplan? _____________________________________________________ __________________________________________________________________________ 8.. Heeft het kind een 2e leerweg? _________________________________________ ___________________________________________________________________ 9. Omgang met de andere leerlingen (pesten, gepest) __________________________ ___________________________________________________________________ 10.Andere opmerkingen___________________________________________________ (gedrag, werkhouding, motivatie)
49
Stroomdiagram Niveau 1: Klassenleerkracht, algemene zorg
Niveau 2: Extra zorg na interne leerlingbespreking en/of onderzoek door klassenleerkracht, IB-er (RT-er) (evt. orthopedagoog) Niveau 3: Speciale zorg op basis van handelingsplan na intern of extern onderzoek door, klassenleerkracht, IBer en RT-er, evt. contactpersoon/schoolverpleegkundige, orthopedagoog, leerplichtambtenaar
Niveau 4: Aanmelden bij PCL, REC, JGZ of Leerplichtambtenaar voor speciale zorg.
Zorgwekkend verzuim
Niveau 5: Externe speciale zorg voor leer- en ontwikkelingsproblemen
Leerplichtambtenaar Functie: probleemverheldering, doorverwijzing, indien nodig procesverbaal
Beoordeling PCL: Functie: Beoordeelt aanvragen voor plaatsing SBO
Beoordeling REC Functie: Beoordeelt aanvragen voor rugzakjes of plaatsing SO Cluster 1, 2, 3 of 4
Meervoudig probleem. Ouders onderkennen noodzaak hulp niet. Hulp stagneert. Vermoeden kindermishandeling inbrengen Jeugdhulpteam (JHT) Dalfsen of Ommen
Hulp op eigen school met ambulante begeleiding WSNS
Speciale zorg in de school met rugzakje en met ambulante begeleiding .
Of: Vrij toegankelijke hulpverlening door AMW of MEE of SGJ
Of: Andere basisschool
Of: Plaatsing SO (cluster 1, 2, 3 of 4)
Of: Geïndiceerde vrijwillige hulpverlening door BJzO of RIAGG
Of: Plaatsing SBO.
Of: Toeleiding Gedwongen hulpverlening door AMK en Raad voor de Kinderbescherming
Of: Aanvraag plaatsing in SO Cluster 1, 2, 3 of 4
Of: Procesverbaal naar Openbaar Ministerie 50
Woordenlijst afkortingen: IB’er RT’er Zorgteam
Orthopedagoog/psycholoog Contactpersonen JGZ 4-19 AMW AMK MEE SGJ BJzO Dimence
Leerplichtambtenaar PCL SBO BAO Rugzakje REC Indicatiecie. REC Ambulant begeleider REC SO Cluster 1 Cluster 2
Cluster 3
Cluster 4
Intern Begeleider van de basisschool Remedial Teacher Multi disciplinair team in de school bestaande uit IB’er, orthopedagoog, contactpersoon JGZ en op afroep klassenleerkracht en leerplichtconsulent IJsselgroep/Centraal Nederland/etc. Jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar Chantal Altena tel. 0613895859 Algemeen Maatschappelijk werk Meldpunt Kindermishandeling Instelling voor mensen met een beperking Stichting Gereformeerde Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg Overijssel Regionale instelling voor geestelijk gezondheidszorg. Toegang via huisarts of BJzO Lyann Ohms gemeente Dalfsen tel. 0529488329 Permanente Commissie Toelating SBO Speciaal Basisonderwijs Basisonderwijs Financiële ondersteuning voor basisschool i.v.m. opvang SO-leerling Regionaal Expertise Centrum Beslissing van REC over toelating tot SO of rugzakje Externe begeleiders voor rugzakleerlingen Speciaal Onderwijs Speciaal Onderwijs voor visueel gehandicapte leerlingen. Speciaal Onderwijs voor auditief en communicatief gehandicapte leerlingen. (bijv. Enkschool) Speciaal onderwijs voor verstandelijk gehandicapte kinderen, lichamelijk gehandicapte kinderen (incl. chronisch zieken) en meervoudig gehandicapte leerlingen. (Bijv. Boslust, Mytylschool, etc.) Speciaal onderwijs voor kinderen met ernstige ontwikkelingspsychopathologie. (Bijv. Ambelt)
Protocol informatievoorziening van gescheiden ouders Informatieplicht Ieder ouder heeft recht op informatie over zijn of haar kind. Er zijn echter wel verschillen. De ene ouder heeft meer recht op informatie dan de andere. Een enkeling heeft helemaal geen recht op informatie. Dit heeft te maken met de wettelijke hoedanigheid waarin de ouders verkeren. Voor ouders die met elkaar getrouwd zijn of samenwonen en die het gezag over hun kinderen hebben, is de situatie het gemakkelijkst. Ze krijgen steeds gezamenlijk alle informatie over hun kind. Voor ouders die gescheiden zijn, die niet meer bij elkaar wonen en die wel het gezag hebben ligt het niet anders. Ze hebben allebei recht op alle informatie over hun kind Ouders die geen gezag (meer) hebben over het kind hebben ook recht op informatie over hun kind. (artikel 1:377 C van het burgerlijk wetboek). De ouder zal daar echter wel zelf om moeten vragen. De school hoeft uit zichzelf geen informatie te geven aan deze ouders. Als het om de vader gaat, moet hij bovendien het kind hebben erkend, anders heeft hij helemaal geen recht op informatie over zijn kind. Het betreft alleen de belangrijke feiten en omstandigheden, dus informatie over schoolvorderingen en eventueel sociaal-pedagogische ontwikkelingen op school. En als het belang van het kind zich tegen informatieverstrekking verzet, dan hebben deze ouders geen recht op informatie. Dit kan het geval zijn indien een rechter of psycholoog heeft geoordeeld dat het geven van informatie aan een ouder het kind zal schaden. Artikel 1:377 C van het burgerlijk wetboek. Lid 1. De niet met gezag belaste ouder wordt desgevraagd door derden die beroepshalve beschikken over informatie inzake belangrijke feiten en omstandigheden die de persoon van het kind of diens verzorging en opvoeding betreffen, daarvan op de hoogte gesteld, tenzij die derde de informatie niet op gelijke wijze zou verschaffen aan degene die met het gezag over het kind is belast dan wel bij wie het kind zijn gewone verblijfplaats heeft, of het belang van het kind zich tegen het verschaffen van informatie verzet. Lid 2. Indien de informatie is geweigerd, kan de rechter op verzoek van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde ouder bepalen dat de informatie op de door hem aan te geven wijze moet worden verstrekt. De rechter wijst in ieder geval af, indien het belang van het kind zich tegen het verschaffen van informatie verzet. Voor wie Ouders die met elkaar zijn getrouwd voor vader en moeder geldt
Alle informatie X
Ouders die zijn gescheiden; voor vader en moeder geldt
X
Ouders die hun partnerschap hebben laten registreren
X
NB geen informatie geven die mogelijk gebruikt kan worden om voordeel ten koste van de andere ouder te behalen
1
Beperkte inform
Ouders die niet met elkaar zijn getrouwd, maar via goedkeuring van de rechtbank het gezamenlijk gezag uitoefenen
X
Ouder die niet met het gezag is belast
X artikel1:377c
In geval van samenwonen, vader heeft kind erkend, niet ingeschreven in gezagsregister; voor vader geldt
X artikel1:377c
In geval van samenwonen, vader heeft kind erkend en ingeschreven in gezagsregister; voor vader en moeder geldt
X
Stel heeft samengewoond, nu uit elkaar, kind is erkend, ingeschreven in gezagsregister; voor vader en moeder geldt
X NB geen informatie geven die mogelijk gebruikt kan worden om voordeel ten koste van de andere ouder te behalen
Stel heeft samengewoond, nu uit elkaar, kind is erkend, maar niet ingeschreven in gezagsregister voor vader geldt
X artikel1:377c
ouders beide uit ouderlijke macht gezet, kind is onder voogdij geplaatst; voor vader en moeder geldt
X artikel1:377c
Voogd
X
Rol van de school In het team moeten collega’s van elkaar weten dat er een scheiding speelt en wie daarin actie onderneemt. Dit om te voorkomen dat er allerlei doublures gaan optreden. Wie is er voor het kind de meest voor de hand liggende vertrouwenspersoon? Hij/zij is degene die de collega’s informeert, de centrale figuur die weet wat en wanneer gedaan is. Degene die het contact met de ouders onderhoudt, eventueel hulp inroept van de schoolpsycholoog of maatschappelijk werker. Welke informatie verstrekt de school aan beide gescheiden ouders: 1. de schoolgids 2. de kalender 3. het rapport (in tweevoud, een origineel en een kopie) 4. uitnodiging voor de ouderavond
De tien minuten gesprekken Voor deze gesprekken worden beide ouders uitgenodigd voor een gezamenlijk gesprek.
2