DIENST BELEIDSCOÖRDINATIE Brussel, 5 november 2008 VSKO/DB/08.Arbeidsongeval stagiair
Verplichtingen van de school bij de opvolging van een arbeidsongeval van een onbezoldigde stagiair 1
Inleiding
Sedert 1 januari 2008 vallen ook onbezoldigde stagiairs onder het toepassingsgebied van de arbeidsongevallenwet 1 ) (AOW). Deze wijziging is ingegeven door een arrest van het Grondwettelijk Hof 2 ), waarin het Hof oordeelt dat de arbeidsongevallenwet de grondwettelijke beginselen van gelijkheid en nietdiscriminatie schendt, aangezien onbezoldigde stagiairs die getroffen worden door een beroepsziekte wel een schadeloosstelling genieten, terwijl dit niet geldt voor onbezoldigde stagiairs die het slachtoffer zijn van een arbeidsongeval. Voor de onbezoldigde stagiair houdt de wijziging enkele belangrijke verbeteringen in. Bij een arbeidsongeval kan hij voortaan onder meer aanspraak maken op een substantiële invaliditeitsrente en op een vergoeding voor de geneeskundige, heelkundige, farmaceutische en verplegingskosten en voor prothesen (na tussenkomst van het ziekenfonds). Stoffelijke, morele of esthetische schade wordt niet gedekt door de arbeidsongevallenverzekering. Ook voor de school brengt deze wijziging enkele belangrijke consequenties met zich mee. Een school wordt immers met twee soorten onbezoldigde stagiairs geconfronteerd: •
enerzijds zendt de school haar eigen leerlingen als onbezoldigd stagiair in het kader van het leerprogramma naar bedrijven en instellingen;
•
anderzijds ontvangt de school als stagegever studenten van lerarenopleidingen die als onbezoldigd stagiair in het kader van een preservicetraining beroepservaring komen opdoen, of, in bepaalde uitzonderlijke gevallen, studenten van een opleiding kinesitherapie, logopedie, boekhouding ...
Daarnaast zijn onbezoldigde stagiairs onderworpen aan de bepalingen van de wet welzijn werknemers 3 ) (WWW), de Codex 4 ) en het ARAB 5 ), aangezien stagiairs gelijkgesteld worden met werknemers 6 ). Daaruit vloeien voor een stagegever een aantal verplichtingen voort met betrekking tot de preventie en de opvolging van arbeidsongevallen.
1)
Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, Belgisch Staatsblad, 24 april 1971.
2)
Grondwettelijk Hof, 16 november 2004, nr. 186/2004, http://www.grondwettelijkhof.be > Nederlands > Hangende zaken & Rechtspraak > Arresten > 2004 > 2004-186.
3)
Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, Belgisch Staatsblad, 18 september 1996. U kunt een gecoördineerde versie van de WWW raadplegen op de website http://www.werk.belgie.be/WorkArea/showcontent.aspx?id=1896.
4)
De Codex is het geheel van besluiten die uitvoering geven aan de WWW. U kunt een gecoördineerde versie van de Codex raadplegen op de website http://www.werk.belgie.be/moduleDefault.aspx?id=1958.
5)
Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) bundelt de besluiten die dateren van vóór 1993. Deze worden gaandeweg naar de Codex overgeheveld. U kunt een gecoördineerde versie van de actuele besluiten van het ARAB raadplegen op de website http://www.werk.belgie.be/moduleDefault.aspx?id=1964.
6)
WWW, art. 2, § 1, 1°, d.
2 2008-11-05
In deze mededeling lichten we toe welke verplichtingen inzake de preventie en de opvolging van arbeidsongevallen van onbezoldigde stagiairs op de school rusten, zowel wat de naleving van de arbeidsongevallenwet als van de wet welzijn werknemers betreft. Met de term “stagegever” bedoelen we hierna het bedrijf, de instelling of de school die de onbezoldigde stagiair daadwerkelijk tewerkstelt, dit wil zeggen onder wiens gezag de stagiair zijn activiteiten verricht. Met de term “onbezoldigde stagiair” bedoelen we hierna zowel de onbezoldigde stagiair die door de school naar een bedrijf of een instelling uitgezonden wordt, als de onbezoldigde stagiair waarvoor de school zelf als stagegever optreedt.
2
De arbeidsongevallenwet toegepast op school
Vooreerst schetsen we de grote lijnen van de toepassing van de arbeidsongevallenwetgeving op school, met name voor het gesubsidieerd personeel (bestuurspersoneel, onderwijzend personeel, ondersteunend personeel, paramedisch personeel …), het niet-gesubsidieerd personeel (voornamelijk het MVDpersoneel 7 )), de onbezoldigde stagiairs en de leerlingen die praktijklessen volgen.
2.1
Arbeidsongevallen van personeelsleden
Voor de personeelsleden dekt de arbeidsongevallenverzekering zowel een arbeidsongeval op de arbeidsplaats als een arbeidsongeval op de arbeidsweg (dit is de weg naar of van het werk). 2.1.1
Arbeidsongevallen van gesubsidieerde personeelsleden
In gesubsidieerde onderwijsinrichtingen vallen de leden van het gesubsidieerd vast en tijdelijk personeel, wat arbeidsongevallen en beroepsziekten betreft, onder de regelgeving voor de overheidssector 8 ). De toepasselijke rondzendbrief 9 ) van het Ministerie van Onderwijs en Vorming schrijft voor wat de school te doen staat indien zich een arbeidsongeval voordoet. Ook het formulier waarmee u het arbeidsongeval dient aan te geven, vindt u op Edulex als bijlage 1 bij deze rondzendbrief. Deze regelgeving is eveneens van toepassing op personen die in het secundair onderwijs een inservicetraining vervullen in de vorm van een LIO-baan 10 ). Deze personen zijn immers aangesteld als tijdelijk personeelslid van de school en zijn onderworpen aan de bepalingen van het decreet rechtspositie van 27 maart 1991. De facto treden zij op als werknemers van het schoolbestuur. Ze mogen dus niet als stagiairs beschouwd worden. Op LIO-banen is onderhavige mededeling dan ook niet van toepassing. 2.1.2
Arbeidsongevallen van niet-gesubsidieerde personeelsleden
Niet-gesubsidieerde personeelsleden, zoals het MVD-personeel en andere contractuelen, zijn uitdrukkelijk van de toepassing van de wet van 1967 uitgesloten 11 ). Wat arbeidsongevallen betreft, vallen ze on-
7)
Meesters–, vak– en dienstpersoneel.
8)
Wet van 3 juli1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, Belgisch Staatsblad, 10 augustus 1967, art. 1, 6°.
9)
Rondzendbrief 13AC/IF/ONG.28.1 van 15 december 1999 betreffende de arbeidsongevallen. http://edulex.vlaanderen.be > Rubriek omzendbrieven > Personeel (niveauoverschrijdend) > Arbeidsongevallen > 13AC/IF/ONG.28.1 – Arbeidsongevallen.
10) 11)
Leraar in opleiding.
Koninklijk besluit van 24 januari 1969 betreffende de schadevergoeding ten gunste van de personeelsleden van de overheidssector, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk, Belgisch Staatsblad, 8 februari 1969, art. 2, 3°.
3 2008-11-05
der de arbeidsongevallenwet van 1971. Wat beroepsziekten betreft, vallen ze onder de gecoördineerde wetten van 1970 betreffende de preventie van beroepsziekten 12 ). Voor haar niet-gesubsidieerde personeelsleden moet de school dus een specifieke arbeidsongevallenverzekering afsluiten. Deze arbeidsongevallenverzekering kan betrekking hebben op arbeiders, op bedienden of op beide categorieën (zie verder, punt 3.3). Een arbeidsongeval van een niet-gesubsidieerd personeelslid moet de school aangeven bij haar arbeidsongevallenverzekeraar, niet bij de cel arbeidsongevallen van het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi). Het aangifteformulier dat hierbij gebruikt moet worden, moet overeenstemmen met het model dat door het Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO) beschikbaar gesteld wordt (zie punt 6).
2.2
Arbeidsongevallen van leerlingen
Uit de statistieken 13 ) van het Fonds voor Arbeidsongevallen blijkt dat in de leeftijdsgroep van de 15- tot 19-jarigen het aantal arbeidsongevallen per 1 000 werknemers twee- tot driemaal hoger ligt dan bij de andere leeftijdsgroepen. Uiteraard kan dit gemakkelijk verklaard worden door voor de hand liggende factoren zoals gebrek aan ervaring, onderschatting van risico’s, impulsief gedrag en neiging tot imponerend gedrag bij jongeren. Toch moet deze vaststelling scholen en stagegevers ertoe aanzetten er maximaal naar te streven om het aantal arbeidsongevallen bij jongeren terug te dringen. 2.2.1
Arbeidsongevallen van onbezoldigde stagiairs
Sedert 1 januari 2008 vallen ook onbezoldigde stagiairs onder het toepassingsgebied van de arbeidsongevallenwet 14 ). Er zijn evenwel enkele belangrijke modaliteiten van toepassing die afwijken van de algemene regelgeving. In punt 3 e.v. behandelen we dit uitvoerig. Deze regelgeving is eveneens van toepassing op studenten van een lerarenopleiding die een preservicetraining vervullen als stagiair in een onderwijsinstelling van het basisonderwijs of het secundair onderwijs, voor zover deze stage onbezoldigd is en voldoet aan de wettelijke definitie van stage (zie verder, punt 3.1). 2.2.2
Arbeidsongevallen van leerlingen tijdens de praktijklessen?
Op dezelfde wijze als stagiairs worden leerlingen van het secundair onderwijs die praktische vakken (PV), kunstvakken (KV) of beroepsgerichte vorming (BGV) volgen, voor de toepassing van de wet welzijn werknemers, de Codex en het ARAB gelijkgesteld met werknemers 15 ). Toch vallen ze, in tegenstelling tot de stagiairs, niet onder de toepassing van de arbeidsongevallenwet. Bij deze leerlingen is er dan ook geen sprake van arbeidsongevallen, maar enkel van schoolongevallen. Deze worden in de regel gedekt door de schoolpolis. Dat leerlingen die tijdens de praktijkles het slachtoffer worden van een ongeval dat in een bedrijfscontext als een arbeidsongeval gekwalificeerd zou worden, geen aanspraak kunnen maken op een arbeidsongevallenverzekering, moet als een belangrijke lacune in de wetgeving gezien worden. Het aantal dergelijke ongevallen is immers niet gering. Uit een extrapolatie van de gegevens van schoolongevallenverzekeraars blijkt dat het aantal ongevallen tijdens praktijklessen per schooldag op ongeveer 40 geraamd kan worden.
12)
Wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970, Belgisch Staatsblad, 27 augustus 1970.
13)
http://www.fao.fgov.be > Nederlands > Statistieken en studies > Statistische tabellen > Arbeidsongevallen 2005 – Arbeidsplaats > Thema 3: Persoonskenmerken van de slachtoffers van ongevallen overkomen op de arbeidsplaats in 2005 > 3.2.1 Leeftijd e.v.
14)
Koninklijk besluit van 13 juni 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot uitbreiding van het toepassingsgebied van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, Belgisch Staatsblad, 25 juni 2007, art. 2.
15)
WWW, art. 2, § 1, 1°, e.
4 2008-11-05
Volledigheidshalve herinneren we er aan dat ongevallen tijdens de lessen PV, KV of BGV wel onder het toepassingsgebied van de wet welzijn werknemers, de Codex en het ARAB vallen. Voor deze leerlingen moet de school dus wel de verplichtingen naleven die deze regelgeving oplegt met betrekking tot de preventie en de opvolging van arbeidsongevallen. Hierop gaan we in deze mededeling niet verder in.
3
Toepassing van de arbeidsongevallenwet op onbezoldigde stagiairs
3.1
Het begrip stagiair
Voor de omschrijving van het begrip stagiair geldt nog steeds de definitie van het koninklijk besluit 16 ) van 2004. Een stagiair wordt daar omschreven als “elke leerling of student die in het kader van een leerprogramma georganiseerd door een onderwijsinstelling, daadwerkelijk arbeid verricht bij een werkgever, in gelijkaardige omstandigheden als de werknemers in dienst van die werkgever, en dit met het oog op het opdoen van beroepservaring”. Deze omschrijving van het begrip stagiair is zowel van toepassing op de leerlingen die door de school naar bedrijven of instellingen gezonden worden om daar beroepservaring op te doen, als op de studenten van een universiteit, hogeschool of centrum voor volwassenenonderwijs (CVO) die in de basisschool of de secundaire school beroepservaring als leraar komen opdoen. Luisterstages, kijkstages, observatiestages, bedrijfsbezoeken, inleefdagen, sociaal-maatschappelijke training (BuSO, OV1) … vallen NIET onder de definitie van stage. Personen die dergelijke activiteiten uitvoeren, vallen niet onder de toepassing van de arbeidsongevallenwet, de wet welzijn werknemers, de Codex of het ARAB. Ten opzichte van de stagegever zijn zij dus derden.
3.2
Bijzondere modaliteiten met betrekking tot onbezoldigde stagiairs
De toepassing van de arbeidsongevallenwet op onbezoldigde stagiairs loopt niet helemaal gelijk met de toepassing ervan op “gewone” werknemers: •
Er is geen schadeloosstelling voor arbeidswegongevallen. Ongevallen op weg naar en van het werk (= de stageplaats) zijn uitgesloten van de arbeidsongevallenverzekering voor onbezoldigde stagiairs. Na een gebeurlijk ongeval op de arbeidsweg wordt aan een onbezoldigde stagiair dus geen schadeloosstelling uitgekeerd op basis van de arbeidsongevallenverzekering. In de regel vallen deze ongevallen wél onder het toepassingsgebeid van de algemene schoolverzekering, in uitbreiding van de verzekering op weg naar en van de school. De school doet er goed aan dit even checken.
•
Er is geen schadeloosstelling voor tijdelijke arbeidsongeschiktheid. Een onbezoldigde stagiair die na een arbeidsongeval enkel een tijdelijke arbeidsongeschiktheid ondervindt, kan geen aanspraak maken op een schadeloosstelling. Deze uitzondering is ingegeven door de overweging dat een onbezoldigde stagiair geen loon derft tijdens zijn tijdelijke arbeidsongeschiktheid en daar dus ook geen schadeloosstelling voor moet ontvangen.
•
De arbeidsongevallenverzekering betaalt het remgeld terug van de kosten voor geneeskundige verzorging van een onbezoldigde stagiair, terwijl de ziekteverzekering het gros van de geneeskundige kosten draagt.
•
In geval van blijvende arbeidsongeschiktheid of overlijden van de onbezoldigde stagiair wordt de schadeloosstelling berekend op basis van het gemiddeld loon van de meerderjarige werknemers in de categorie waartoe de getroffene bij zijn meerderjarigheid of bij de beëindiging van zijn studies behoord zou hebben.
16)
Koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs, Belgisch Staatsblad, 4 oktober 2004, art. 2, 1°.
5 2008-11-05
3.3
De eenheid van verzekeraar
De school dient het principe van de eenheid van verzekeraar na te leven: op dezelfde exploitatiezetel moeten alle werknemers (arbeiders en bedienden) inzake arbeidsongevallen bij dezelfde verzekeraar verzekerd zijn 17 ). Concreet betekent dit dat de school haar bestaande arbeidsongevallenverzekering voor het niet-gesubsidieerd personeel (MVD-personeel) uitbreidt tot de leerlingen-stagiairs. De school mag voor de stagiairs geen nieuwe arbeidsongevallenverzekering met een andere verzekeraar afsluiten. Het is niet uitgesloten dat een schoolbestuur voor verschillende vestigingsplaatsen verschillende arbeidsongevallenverzekeraars engageert, maar het lijkt logisch dat een schoolbestuur één arbeidsongevallenverzekering voor al haar vestigingsplaatsen afsluit. Een arbeidsongevallenverzekering kan afgesloten worden voor bedienden, voor arbeiders of voor arbeiders en bedienden. Indien de arbeidsongevallenverzekering voor haar niet-gesubsidieerd personeel uitsluitend op arbeiders betrekking zou hebben, dan zal de school deze moeten uitbreiden voor bedienden indien haar leerlingen bijvoorbeeld in een kantooromgeving stage zouden lopen.
3.4
De verschuldigde premie
Voorlopig blijken de verzekeraars vrij soepel om te gaan met de uitbreiding van de bestaande arbeidsongevallenverzekeringen tot onbezoldigde stagiairs. De belangrijkste verzekeraars bieden deze uitbreiding gedurende een overgangsperiode van één tot twee jaar gratis aan. De dienst verzekeringen van het Interdiocesaan centrum (IC) heeft deze dekking automatisch opgenomen met ingang van 1 januari 2008 voor de onderwijsinstellingen die reeds een wetspolis (arbeidsongevallen – veiligheidspolis – polis op forfaitaire basis) onderschreven hadden. De dekking wordt kosteloos toegekend voor de burgerlijke jaren 2008 en 2009. Onderwijsinstellingen die geen arbeidsongevallenpolis hebben, kunnen een dekking onderschrijven tegen een forfaitaire premie van € 52,65 (taksen en kosten inbegrepen). Wie meer inlichtingen wenst, kan terecht bij de dienst verzekeringen van het IC op het nummer 02 509 96 53.
4
De werkgevers van de onbezoldigde stagiair
De onbezoldigde stagiair heeft twee werkgevers. Naar gelang van de wettelijke context treedt ofwel het schoolbestuur, ofwel de stagegever op als werkgever van de onbezoldigde stagiair.
4.1
Het schoolbestuur als werkgever
Wat de toepassing van de arbeidsongevallenwet betreft, wordt steeds de school (i.c. de vzw-schoolbestuur) als werkgever beschouwd. Dit impliceert dat het schoolbestuur de volledige verantwoordelijkheid draagt voor het naleven van de verplichtingen die voortvloeien uit de arbeidsongevallenwet, en dus instaat voor: •
het opnemen van de onbezoldigde stagiair in de arbeidsongevallenverzekering,
•
het betalen van de arbeidsongevallenverzekeringspremie,
•
de aangifte van een arbeidsongeval aan de arbeidsongevallenverzekeraar 18 ).
Deze verplichtingen gelden voor de secundaire school die een leerling als stagiair naar een bedrijf of een instelling zendt. Deze verplichtingen gelden eveneens voor de universiteit, de hogeschool of het CVO die in het kader van de preservicetraining een student als onbezoldigde stagiair naar een basisschool of een secundaire school zendt. 17)
AOW, art. 49, 7e en 8e lid.
18)
AOW, art. 62.
6 2008-11-05
4.2
De stagegever als werkgever
Wat de toepassing van de wet welzijn werknemers, de Codex en het ARAB betreft, wordt steeds de stagegever als werkgever beschouwd. Dit impliceert dat de stagegever de volledige verantwoordelijkheid draagt voor het naleven van de verplichtingen inzake preventie en bescherming op het werk, en dus onder meer instaat voor: •
het maken van de risicoanalyse en het opstellen van de werkpostfiche 19 );
•
het ter beschikking stellen van werkkledij en persoonlijke beschermingsmiddelen;
•
het onderzoek van arbeidsongevallen en de uitvoering van de voorgestelde preventiemaatregelen;
•
het opstellen van een arbeidsongevallensteekkaart en de statistische verwerking van het arbeidsongeval;
•
de aangifte van een gebeurlijk ernstig arbeidsongeval en de indiening van een omstandig verslag aan de bevoegde ambtenaar van Algemene Directie voor Toezicht op het Welzijn op het Werk (AD TWW) van de Federale Overheidsdienst voor Werk, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO).
Deze verplichtingen gelden dus voor een bedrijf of een instelling waar een leerling van het secundair onderwijs stage loopt. Deze verplichtingen gelden eveneens voor een basisschool of een secundaire school die in het kader van de preservicetraining een student van een lerarenopleiding als onbezoldigde stagiair aanvaardt. Over de toepassing van de wet welzijn werknemers, de Codex en het ARAB vindt u in de rondzendbrief van het ministerie van onderwijs betreffende leerlingenstages 20 ) meer informatie onder punt 4.2 en in bijlage 1.
4.3
Overzicht van de verplichtingen van beide werkgevers
Dit leidt tot het volgende overzicht wat de verantwoordelijkheden betreft inzake het naleven van de verplichtingen van de arbeidsongevallenwet en de wet welzijn werknemers door de werkgevers: Verplichtingen van de AOW
Verplichtingen van de WWW
na te leven door
na te leven door
School
Stagegevend bedrijf of instelling
Universiteit, hogeschool of CVO
Stagegevende school
School zendt eigen leerling als onbezoldigd stagiair naar bedrijf of instelling School ontvangt student van universiteit, hogeschool of CVO als onbezoldigd stagiair (preservicetraining)
5
De administratieve opvolging van een arbeidsongeval van een onbezoldigde stagiair op de stageplaats
Wat de administratieve opvolging van een arbeidsongeval van een onbezoldigde stagiair op de stageplaats betreft, kunnen er zich enkele problemen stellen, aangezien deze verplichtingen zowel uit de wet welzijn werknemers als uit de arbeidsongevallenwet voortvloeien. Deze verplichtingen interfereren hier dus met elkaar. Bovendien verschilt de betekenis van het begrip “werkgever” op het aangifteformulier voor een arbeidsongeval naar gelang van de context. 19) 20)
We gaan niet in op enkele bijzondere aspecten met betrekking tot de stage in een zelfstandige eenmanszaak.
Rondzendbrief SO/2002/09 d.d. 16 september 2002 betreffende leerlingenstages in het voltijds secundair onderwijs. http://edulex.vlaanderen.be > via de rubrieken > coördinatie omzendbrieven > secundair onderwijs > instellingen en leerlingen > stages.
7 2008-11-05
Hieronder geven we de richtlijnen weer inzake de opvolging van een arbeidsongeval van een onbezoldigde stagiair zoals ze ons schriftelijk zijn bevestigd door de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid (AD HUA) 21 ) van de FOD WASO en door het Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO) 22 ).
5.1
De aangifte van het arbeidsongeval bij de arbeidsongevallenverzekeraar
Een arbeidsongeval van een onbezoldigde stagiair op de stageplaats wordt uitsluitend door de school aangegeven bij haar arbeidsongevallenverzekeraar. De stagegever geeft het arbeidsongeval van een onbezoldigde stagiair niet aan bij zijn arbeidsongevallenverzekeraar. Onder punt 6 vindt u een uitgebreide toelichting bij het invullen van het aangifteformulier. Volledigheidshalve herinneren we er aan dat een ongeval van een onbezoldigde stagiair op weg naar of van de stageplaats wettelijk niet als een arbeidsongeval beschouwd wordt (zie punt 3.2). Dergelijke ongevallen worden dus door de school aangegeven bij de verzekeraar waarmee ze de algemene schoolverzekering afgesloten heeft. Ook een ongeval van een leerling tijdens de praktische vakken (PV), de kunstvakken (KV) of de beroepsgerichte vorming (BGV) wordt wettelijk niet als een arbeidsongeval beschouwd (zie punt 2.2.2) en wordt door de school eveneens aangegeven bij de verzekeraar waarmee ze de algemene schoolverzekering afgesloten heeft.
5.2
Maatregelen te nemen bij elk arbeidsongeval
In overeenstemming met de bepalingen van het KB Beleid 23 ) stelt de stagegever een arbeidsongevallensteekkaart op voor elk ongeval van een onbezoldigde stagiair dat ten minste vier dagen arbeidsongeschiktheid heeft veroorzaakt. Voorts stuurt de stagegever een kopie van de arbeidsongevallensteekkaart naar zijn externe dienst (EDPBW), bewaart de arbeidsongevallensteekkaart gedurende ten minste tien jaar en houdt deze ter beschikking van de bevoegde ambtenaren. Er wordt geen arbeidsongevallensteekkaart gestuurd naar de externe dienst van de school. Wel kan de school een kopie van het aangifteformulier dat ze voor haar arbeidsongevallenverzekeraar opgesteld heeft, ter beschikking stellen van de stagegever. De stagegever kan vervolgens deze kopie onder bepaalde voorwaarden als arbeidsongevallensteekkaart gebruiken 24 ).
5.3
Onderzoek en verslaggeving bij een ernstig arbeidsongeval
De stagegever dient elk ernstig arbeidsongeval 25 ) van een onbezoldigde stagiair te laten onderzoeken door de bevoegde dienst en binnen tien dagen een omstandig verslag 26 ) te bezorgen aan de externe directie van de AD TWW 27 ). Dit omstandig verslag dient te voldoen aan bepaalde vereisten 28 ). De stagegever neemt bovendien bewarende maatregelen 29 ) om een onmiddellijke herhaling van het ernstige 21)
Brief d.d. 25 juni 2008 van de heer Christian Deneve, directeur-generaal AD HUA, kenmerk HUA/10907/N/ 682F/A.
22)
Brief d.d. 9 juli 2008 van de heer Bernard Renneson, diensthoofd gegevensbank en preventie, kenmerk 6P/737.
23)
Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, art. 28.
24)
KB Beleid, art. 28, tweede lid.
25)
Zoals gedefinieerd in KB Beleid, art. 26, § 4.
26)
WWW, art. 94ter, § 1.
27)
Een lijst van deze externe directies vindt u op http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=6550.
28)
KB Beleid, art. 26, § 2, tweede en derde lid.
29)
WWW, art. 94septies, § 2.
8 2008-11-05
arbeidsongeval te voorkomen. De school heeft op dit punt geen wettelijke verplichtingen. Wel kunnen de school en de stagegever, in het kader van de algemene zorgvuldigheidsplicht en een maatschappelijk verantwoord ondernemersschap, op vrijwillige basis samenwerken inzake het onderzoek en de verslaggeving van een ernstig arbeidsongeval van een onbezoldigde stagiair. De stagegever dient elk ernstig arbeidsongeval op te nemen in zijn maandverslag en in zijn statistieken. De school neemt het arbeidsongeval niet op in haar maandverslag of haar statistieken. De stagegever houdt bij de evaluatie van het dynamisch risicobeheersingssysteem rekening met het ernstig arbeidsongeval en gaat na welke aanpassingen aan het globaal preventieplan (GPP) vermeld moeten worden in het jaarlijks actieplan (JAP) met het oog op de preventie van dergelijke ongevallen 30 ). Het GPP en het JAP van de school hoeven niet aangepast te worden. Het ernstig arbeidsongeval kan besproken worden op het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) van de stagegever. Het CPBW brengt advies uit over de maatregelen die door de stagegever genomen zijn om dergelijke ongevallen in de toekomst te vermijden.
5.4
Onmiddellijke melding van een zeer ernstig arbeidsongeval
De stagegever dient elk zeer ernstig arbeidsongeval 31 ) van een onbezoldigde stagiair onmiddellijk te melden 32 ) aan de bevoegde ambtenaar (externe directie van de AD TWW) via een technologisch geschikt middel.
5.5
Mogelijke meningsverschillen tussen de school en de stagegever
Het is niet uitgesloten dat de school en de stagegever van mening verschillen over de aangifte van een arbeidsongeval van een onbezoldigd stagiair, in het bijzonder wat de kwalificatie van het arbeidsongeval als ernstig of als zeer ernstig betreft. Deze verplichting is erop gericht de herhaling van een dergelijk ongeval in de toekomst te voorkomen. Deze aangifte dient te gebeuren door de stagegever. Indien de stagegever deze verplichting niet nakomt, is uitsluitend de stagegever daarvoor strafrechtelijk verantwoordelijk. De school kan hiervoor niet verantwoordelijk gesteld worden. Toch kan de school vanuit de bekommernis voor de veiligheid van de stagiairs die ze aan de stagegever toevertrouwt, overwegen een klacht in te dienen bij de toezichthoudende ambtenaren (externe directie van de AD TWW), indien ze vaststelt dat de stagegever ondanks haar herhaald aandringen een onwrikbare houding blijft innemen. De school moet zich bij deze afweging laten leiden door haar bekommernis om over een voldoende aantal kwaliteitsvolle stageplaatsen te beschikken, die niet alleen goed scoren wat de aard van de activiteiten betreft, maar ook wat preventie en bescherming betreft. De ambtenaren kunnen ten aanzien van de stagegever diverse maatregelen nemen; indien nodig kunnen zij overgaan tot het opstellen van een proces-verbaal met het oog op strafrechtelijke vervolging.
6
Het invullen van het aangifteformulier voor arbeidsongevallen
Het formulier voor de aangifte van arbeidsongevallen vindt u op de website van het Fonds voor Arbeidsongevallen 33 ). De meest recente versie van dit formulier dateert van 1 januari 2008 en is herkenbaar aan de aanwezigheid van de items met betrekking tot de soort werkplek (item 29) en de persoonlijke beschermingsmiddelen (item 45). Op de vroegere versies van het formulier komen deze items niet voor.
30)
KB Beleid, art. 14, 4° en art. 11, 4°, b.
31)
Zoals gedefinieerd in KB Beleid, art. 27.
32)
WWW, art. 94nonies.
33)
Surf naar http://www.fao.fgov.be > Nederlands > Werkgever > Privésector > Ongevallenaangifte > (en) hoe (u het moet doen) > Modelformulier.
9 2008-11-05
Op dezelfde webpagina vindt u uitgebreide informatie over het invullen van het aangifteformulier, evenals verwijzingen naar tabellen met codes voor het invullen van sommige items. Gelet op de specifieke aard van de arbeidsongevallenverzekering voor onbezoldigde stagiairs, hoeven op het aangifteformulier enkel de items te worden ingevuld die van toepassing zijn. De andere items mogen leeg gelaten worden. Om die reden kunt u voor de aangifte van een arbeidsongeval van een onbezoldigde stagiair geen gebruik maken van de elektronische versie van het aangifteformulier. U moet de aangifte steeds aan de hand van een papieren versie indienen. Hieronder geven we aanvullende toelichting die betrekking heeft op de specifieke situatie van onbezoldigde stagiairs.
6.1
Rubriek Werkgever
Deze rubriek wordt volledig ingevuld door de school. Met onderneming wordt in items 1 en 4 de school bedoeld, niet de stagegever.
6.2
Rubriek Getroffene
Items 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 14 dienen ingevuld te worden door de school. Items 13, 15, 16, 17, 18, 19 en 20 hoeven niet ingevuld te worden.
6.3
Rubriek Ongeval
Deze rubriek wordt volledig ingevuld door de school, behalve item 29 dat niet van toepassing is en dus niet ingevuld hoeft te worden. Voor item 22 (“Datum van kennisgeving aan de werkgever”) moeten datum en uur ingevuld worden waarop de school in kennis gesteld werd van het arbeidsongeval. Waarschijnlijk is dit een later tijdstip dan het tijdstip waarop de stagegever op de hoogte gebracht werd. Voor item 25 (“Plaats van het ongeval”) wordt steeds het derde vakje (“op een andere plaats”) ingevuld. U vult dus ook het bijhorend adres in. De codes van de afwijkende gebeurtenissen (item 31) en van het betrokken voorwerp (item 32) vindt u in tabellen 3 en 4 op de website van het Fonds voor Arbeidsongevallen, op dezelfde webpagina als het aangifteformulier.
6.4
Rubriek Letsel
Deze rubriek wordt volledig ingevuld door de school. De codes voor de aard van het letsel (item 37) en de plaats van het letsel (item 38) vindt u in tabellen 5 en 6 op de website van het Fonds voor Arbeidsongevallen, op dezelfde webpagina als het aangifteformulier.
6.5
Rubriek Verzorging
Deze rubriek wordt volledig ingevuld door de school. Met werkgever wordt in item 39 de stagegever bedoeld.
10 2008-11-05
6.6
Rubriek Gevolgen
De school vult enkel item 42 in. Items 43 en 44 zijn niet van toepassing en hoeven niet ingevuld te worden.
6.7
Rubriek Preventie
Deze rubriek is niet van toepassing voor de school en hoeft niet ingevuld te worden.
6.8
Rubriek Vergoeding
De school kruist enkel bij item 49 het vakje “Onbezoldigde stagiair” aan en vult bij item 63 de gegevens van het ziekenfonds van de getroffene in. Alle andere items van deze rubriek zijn niet van toepassing en hoeven niet ingevuld te worden.
6.9
Handtekening
Het aangifteformulier wordt enkel ondertekend door de aangever (de school) en diens preventieadviseur. De stagegever ondertekent het formulier niet.
7
Schematisch overzicht
Als besluit geven we hieronder een schematisch overzicht van de belangrijkste aspecten inzake arbeidsongevallen voor de gesubsidieerde personeelsleden, de niet-gesubsidieerde personeelsleden en de onbezoldigde stagiairs.
Wettelijke context
Gesubsidieerde
Niet-gesubsidieerde
Onbezoldigde
personeelsleden
personeelsleden
stagiairs
Wet 3 juli 1967
Arbeidsongevallenwet
KB 13 juni 2007
(overheidssector)
10 april 1971
Arbeidsongevallenwet
Arbeidsongevallen
Wet 3 juli 1967
Arbeidsongevallenwet
op de arbeidsplaats
(overheidssector)
10 april 1971
Arbeidsongevallen
Wet 3 juli 1967
Arbeidsongevallenwet
op de arbeidsweg
(overheidssector)
10 april 1971
Werkgever
Niet van toepassing Schoolbestuur (AOW)
Schoolbestuur
Stagegever (WWW)
Arbeidsongevallen-
Departement
Eenzelfde arbeidsongevallenverzekeraar
verzekeraar
onderwijs
binnen eenzelfde vestigingsplaats
Aangifteformulier
Edulex
Arbeidsongevallenverzekeraar
Arbeidsongevallenverzekeraar
arbeidsongevallen
(enkel op papier)
(op papier of elektronisch)
(enkel op papier)