Verordening tot wijziging van de Verordening maatregelen en handhaving Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2012, tot wijziging van de Verordening langdurigheidstoeslag Wet Werk en Bijstand Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2011 en tot wijziging van de Verordening toeslagen en verlagingen Wet Werk en Bijstand Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2012 Het algemeen bestuur van de Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden; gelet op artikel 8 van de gemeenschappelijke regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2010 in samenhang met artikel 8, eerste lid, onderdeel b, c en d van de Wet werk en bijstand en artikel 35, eerste lid, onderdeel b en artikel 20 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 35, eerste lid, onderdeel b en artikel 20 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2010 van 26 september 2013; besluit: vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Verordening maatregelen en handhaving Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2012, tot wijziging van de Verordening langdurigheidstoeslag Wet Werk en Bijstand Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2011 en tot wijziging van de Verordening toeslagen en verlagingen Wet Werk en Bijstand Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2012 (is Verzamelverordening RSD en KB AV 2013) ,
Artikel I Wijziging van de verordening maatregelen en handhaving Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2012 De Verordening maatregelen en handhaving Regionale Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2012 wordt als volgt gewijzigd:
Sociale
Dienst
en
Kredietbank
A. Artikel 2. Het opleggen van een maatregel wordt als volgt gewijzigd: In het tweede lid wordt na ‘WWB’ ingevoegd ‘dan wel artikel 13, eerste lid Ioaw dan wel artikel 13, eerst lid Ioaz’ Niet formele toelichting op de wijziging. Deze invoeging was met de laatste wijziging van de verordening niet opgenomen, maar is wel van toepassing.
1
B. Artikel 9. Indeling in categorieën wordt als volgt gewijzigd: 1.
In het tweede lid, onderdeel g wordt ‘college’ vervangen door ‘dagelijks bestuur’
2.
Wordt een vijfde lid toegevoegd dat komt te luiden: 5. Als er sprake is van een uitkering ingevolge de Ioaw onderscheidenlijk een uitkering ingevolge de Ioaz leidt het niet voeren van verweer door de belanghebbende tegen of het instemmen van de belanghebbende met een beëindiging van de dienstbetrekking door of op verzoek van de werkgever niet tot het opleggen van een maatregel op grond van het vierde lid, onderdeel b.
Niet formele toelichting op deze wijziging. Het vijfde lid stond in de oorspronkelijke verordening. Met de laatste wijziging van de verordening (vastgesteld op 15-11-2012) is het vijfde lid weggelaten. Dit was niet juist. Het vijfde lid is nog steeds van toepassing. De toelichting op de Verordening maatregelen en handhaving Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2012 wordt als volgt gewijzigd C. In de ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING vervalt bij de toelichting op Artikel 2. Het opleggen van een maatregel de tekst ‘3. De inlichtingenplicht (artikel 17 WWB, eerste lid). Op een uitkeringsgerechtigde rust de verplichting van het Dagelijks Bestuur op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op bijstand. ‘4’ Wordt vernummerd naar ‘3’. Niet formele toelichting op deze wijziging. Dit valt niet (meer) onder deze Verordening maatregelen en handhaving maar onder het boete- en terugvorderingsregime als gevolg van de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving (artikel 18a WWB). In de formele verordening was dit wel gewijzigd, maar in de toelichting niet. D. In de ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING wordt bij artikel 2. Het opleggen van een maatregel onder het kopje Verplichtingen m.b.t. jongeren tot 27 jaar na de eerste alinea ingevoegd: ‘In verband met eenduidigheid, een verordening op hoofdlijnen, eenvoud en uitvoerbaarheid is niet gekozen voor een zwaarder maatregelenregime voor jongeren tot 27 jaar’. Niet formele toelichting op de wijziging. Deze invoeging was met de laatste wijziging van de verordening weggevallen, maar is wel van toepassing. E. Artikel 6. Afzien van het opleggen van een maatregel wordt als volgt gewijzigd: In de toelichting op het Eerste lid, onder deel b vervalt de tekst ‘Voor gedragingen die een schending van de informatieplicht inhouden en als gevolg waarvan ten onrechte inkomensvoorziening is verleend of een te hoog bedrag aan inkomensvoorziening is verleend, geldt in de verordening een verjaringstermijn van vijf jaar. Een termijn van vijf jaar ligt voor de hand gelet op de ernst van de gedraging (fraude) en gelet op het feit dat de RSD EN KB AV vaak tijd nodig zal hebben om de omvang van de fraude (het benadelingsbedrag) vast te stellen’. Niet formele toelichting op deze wijziging. Dit valt niet (meer) onder deze Verordening maatregelen en handhaving maar onder het boete- en terugvorderingsregime als gevolg van de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving (artikel 18a WWB). In de formele verordening was dit wel gewijzigd, maar in de toelichting niet.
2
F. In de ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING van Artikel 7. Ingangsdatum en tijdvak in de toelichting op het vierde lid: 1. 2.
Wordt na de tekst ‘Dit is in de onderscheiden wetten geregeld’ ingevoegd. ‘Zie hiervoor verder de toelichting op artikel 10, derde lid. Vervalt de tekst: ‘De RSD EN KB AV mag zelf bepalen wanneer die herbeoordeling plaatsvindt, als dat maar gebeurt binnen drie maanden nadat het besluit is genomen. Bij zo'n herbeoordeling hoeft niet opnieuw een besluit te worden genomen, waarbij alle relevante feiten en omstandigheden opnieuw tegen het licht worden gehouden. Een marginale beoordeling volstaat: het Dagelijks Bestuur moet beoordelen of het redelijk is dat de opgelegde maatregel wordt gecontinueerd. Daarbij kan worden gekeken naar de omstandigheden waarin betrokkene verkeert, maar bijvoorbeeld ook of de betreffende persoon nu wel aan zijn verplichtingen voldoet’
Niet formele toelichting op deze wijziging. Dit is nu nader uitgewerkt in de toelichting op artikel 10, derde lid. G. In de ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING wordt bij Artikel 9. Indeling in categorieën na de toelichting op het vierde lid toegevoegd: Vijfde lid. Met betrekking tot de IOAW en IOAZ wordt met toepassing van artikel 20, vierde lid, van de IOAW en de IOAZ geregeld dat louter het niet voeren van verweer door de belanghebbende tegen of het instemmen van de belanghebbende met een beëindiging van de dienstbetrekking door of op verzoek van de werkgever niet leidt niet tot het opleggen van een maatregel. Er is in dat geval geen sprake van verwijtbaarheid. Dit neemt niet weg dat een maatregel wordt opgelegd indien de dienstbetrekking om dringende redenen en dus door eigen toedoen wordt beëindigd of op verzoek van de belanghebbende wordt beëindigd zonder dat aan de voortzetting ervan zodanige bezwaren waren verbonden, dat deze voortzetting redelijkerwijs niet van hem zou kunnen worden gevergd. Niet formele toelichting op deze wijziging. Het vijfde lid stond in de oorspronkelijke verordening. Met de laatste wijziging van de verordening (vastgesteld op 15-11-2012) is het vijfde lid weggelaten. Dit was niet juist. Het vijfde lid is nog steeds van toepassing. H. In de ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING wordt bij Artikel 10. De hoogte en duur van de maatregel de toelichting op het derde lid vervangen door: Derde lid. Op basis van het tweede lid kan een recidivemaatregel slechts één keer worden toegepast. Indien belanghebbende na een tweede verwijtbare gedraging wederom verwijtbaar gedrag van dezelfde of een hogere categorie vertoont, zal de hoogte en de duur van de maatregel individueel moeten worden vastgesteld, waarbij gekeken zal moeten worden naar de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de individuele omstandigheden van de betrokkene. Als de duur van de maatregel langer is dan 3 maanden moet met toepassing van artikel 18, derde lid WWB telkens na 3 maanden een herbeoordeling van het besluit plaats hebben. Bij die herbeoordeling hoeft niet opnieuw een besluit te worden genomen, maar de herbeoordeling is wel gebaseerd op nader onderzoek en een motivatie, waarbij de volgende afwegingen gelden: o Geven op het moment van heroverweging de omstandigheden, mogelijkheden en middelen alsmede het gedrag van de belanghebbende aanleiding om de maatregel te herzien; o Blijft er in dat kader evenredigheid bestaan tussen het verwijtbare karakter van de gedraging en de hoogte van de op te leggen maatregel.
3
Niet formele toelichting op deze wijziging. Dit is een meer handzame uitwerking ten behoeve van de uitvoering
Artikel II Wijziging van de Verordening langdurigheidstoeslag Wet Werk en Bijstand Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2011 De toelichting op de Verordening langdurigheidstoeslag Wet Werk en Bijstand Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2011 wordt als volgt gewijzigd: A. In de artikelgewijze toelichting op de Verordening langdurigheidstoeslag Wet Werk en Bijstand Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2011 wordt de tekst van de toelichting op het tweede lid van Artikel 2 - Recht op langdurigheidstoeslag vervangen door: ‘In het tweede lid wordt bepaald dat de langdurigheidstoeslag wordt toegekend vanaf de dag waarop het recht is ontstaan, te rekenen vanaf de dag waarop de belanghebbende zijn aanvraag voor een langdurigheidstoeslag heeft ingediend. Dit is bij wijziging van artikel 36 WWB door middel van Artikel XXII van de ‘Verzamelwet SZW 2013 geregeld ’. Hierbij wordt dan aangesloten bij het beleid inzake de datum van ingang van een uitkering dan wel voorziening ingevolge de algemene bijstand en de bijzondere bijstand, alsmede de Ioaw en de Ioaz. Het verlenen van een langdurigheidstoeslag met terugwerkende kracht is in verband hiermede niet mogelijk. Hierbij is van belang dat het niet meer met terugwerkende kracht verlenen van een langdurigheidstoeslag volgt uit de wet. Artikel 44, eerste lid WWB bepaalt dat indien het recht op bijstand is vastgesteld, de bijstand toegekend wordt vanaf de dag waarop dit recht is ontstaan, voor zover deze dag niet ligt vóór de dag waarop de belanghebbende zich heeft gemeld om bijstand aan te vragen. Artikel 5, onderdeel a WWB bepaalt dat bijstand algemene- en bijzondere bijstand is en artikel 5, onderdeel d WWB bepaalt dat onder bijzondere bijstand ook de langdurigheidstoeslag valt. In feite is daarmee de ingangsdatum van de algemene bijstand, de bijzondere bijstand waaronder dus de langdurigheidstoeslag afgestemd en deze vormen van bijstand worden, behoudens zeer bijzondere omstandigheden, niet met terugwerkende kracht verleend.’ Niet formele toelichting op deze wijziging. Voorheen kon in beginsel een langdurigheidstoeslag met terugwerkende kracht over soms lange perioden verleend worden. Als gevolg van voornoemde wijziging van artikel 36 WWB door de ‘Verzamelwet SZW 2013’wordt nu wettelijk aangesloten bij het beleid inzake de datum van toekenning van bijstand c.s. In de verordening was dit al buitenwettelijk als zodanig geregeld en de RSD AV verleende geen langdurigheidstoeslag met terugwerkende kracht. Artikel 2, tweede lid van de verordening hoeft derhalve niet gewijzigd worden. De gewijzigde toelichting op het tweede lid is voor de uitvoering meer verklarend.
Artikel III Wijziging van de Verordening toeslagen en verlagingen Wet Werk en Bijstand Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2012. De Verordening toeslagen en verlagingen Wet Werk en Bijstand Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2012 wordt als volgt gewijzigd. A. Artikel 3 – Toeslagen alleenstaande en alleenstaande ouder wordt als volgt gewijzigd: In het tweede lid wordt ‘WWB’ vervangen door ‘wet’
4
B. Artikel 9 – Aantonen alleenstaande of alleenstaande ouder wordt als volgt gewijzigd: Na ‘artikel 53a, derde lid’ wordt ingevoegd ‘van de wet’ De toelichting op de Verordening toeslagen en verlagingen Wet Werk en Bijstand Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2012 wordt als volgt gewijzigd: C. In de ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING op Artikel 4 – Verlaging gehuwden wordt na de toelichting op het derde lid ingevoegd: ‘Algemeen. De “Wet Huisbezoeken’ wijzigde artikel 53a van de wet en dit regelt de rechtsgevolgen van het weigeren van een huisbezoek ter verificatie. Wanneer iemand een huisbezoek ter verificatie van de verstrekte inlichtingen weigert en niet op andere wijze zijn leefsituatie aantoont zijn de gevolgen: Indien de gehuwde/samenwonende klant niet aantoont dat hij feitelijk woont op het opgegeven adres.
Indien de gehuwde/samenwonende klant niet aantoont dat hij zijn kosten niet met een ander kan delen
De uitkering wordt bij schriftelijke mededeling opgeschort met het verzoek binnen de gestelde termijn alsnog op andere wijze aan te tonen aldaar feitelijk te verblijven. Indien betrokkene dit nalaat wordt het recht ingetrokken vanaf datum opschorting. Opschorting vindt niet plaats als daarvoor dringende reden aanwezig zijn. (artikel 53a, vierde en vijfde lid WWB). De norm voor gehuwden wordt met toepassing van artikel 26 WWB en van artikel 4 van deze verordening verlaagd. (artikel 53a, zesde lid WWB).
Niet formele toelichting op deze wijziging. Dit is een verduidelijking ten behoeve van de uitvoering. B. In de ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING op Artikel 9 – Aantonen alleenstaande of alleenstaande ouder wordt na de laatste alinea ingevoegd De ‘Wet Huisbezoeken’ wijzigde artikel 53a van de wet en dit regelt de rechtsgevolgen van het weigeren van een huisbezoek ter verificatie. Wanneer iemand een huisbezoek ter verificatie van de verstrekte inlichtingen weigert en niet op andere wijze zijn leefsituatie aantoont zijn de gevolgen: Indien de klant niet aantoont dat hij alleenstaande is
Indien de klant niet aantoont dat hij een alleenstaande ouder is.
Indien de klant (alleenstaande, alleenstaande ouder) niet aantoont dat hij feitelijk woont op het opgegeven adres.
Artikel 53a, derde lid, onderdeel a en c WWB. De uitkering wordt vastgesteld op 50 % van de gehuwdennorm, zonder verdere toeslag, zoals bedoeld in de ‘Toeslagenverordening WWB RSD en KB AV 2012’ (artikel 25 en artikel 30, tweede lid WWB zijn niet van toepassing). Artikel 53a, derde lid, onderdeel a en c WWB. De uitkering wordt vastgesteld op 50 % van de gehuwdennorm, zonder verdere toeslag, zoals bedoeld in de ‘Toeslagenverordening WWB RSD en KB AV 2012’. (artikel 25 en artikel 30, tweede lid WWB zijn niet van toepassing). De uitkering wordt bij schriftelijke mededeling opgeschort met het verzoek binnen de gestelde termijn alsnog op andere wijze aan te tonen aldaar feitelijk te verblijven. Indien betrokkene dit nalaat wordt het recht ingetrokken vanaf datum opschorting. Opschorting vindt niet plaats als daarvoor dringende reden aanwezig zijn. (artikel 53a, vierde en vijfde lid WWB).
5
Indien de klant (alleenstaande, alleenstaande ouder) niet aantoont dat hij zijn kosten niet met een ander kan delen
Artikel 53a, zesde lid WWB. De alleenstaande en de alleenstaande ouder hebben geen recht op een toeslag (artikel 25 en artikel 30, tweede lid WWB zijn niet van toepassing).
Niet formele toelichting op deze wijziging. Dit is een verduidelijking ten behoeve van de uitvoering.
Artikel IV In werking treden Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na de dag waarop bekendmaking heeft plaats gehad en werkt terug tot en met 1 januari 2013.
Artikel V Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verzamelverordening RSD en KB AV 2013’.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden te Gorinchem op 14 november 2013. De secretaris,
De voorzitter,
Mevr. mr. E.B. van Velthuijsen,
A.P. Faro,
6