ZOMER 2014
VERNIEUWING MAAR OOK: EEN WATERVEILIG NEDERLAND, MOBILITEIT IN 2050, SPOOKFILES EN MEER
INHOUDSOPGAVE
06 ‘Wir sind nicht Fahrradverrückt!’ 13 Keuze Schiphol verdubbelt aantal elektrische taxi’s in Nederland 20 Best Value Procurement laat de markt de oplossingen ontwikkelen HWBP professionaliseert waterwereld 36 De passie van Harm-Jan 42 Piushaven in het licht 48 Goed assetmanagement vergt veel meer dan kennis van de inhoud 56 LTSA Oost biedt integrale kijk op spoorvraagstuk in Oost-Nederland 62 Van spookfiles naar zelfsturende auto’s 68 Nieuwe dorphuis Zwanenburg: de gebruikers hebben het laatste woord 2
3
Vernieuwing Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg. Dat kan soms heel goed zijn. Vaak levert verandering nog meer op. Het nieuwe is spannend en leidt tot nieuwe inzichten. Wij geloven in de kracht van vooruitgang en verandering. Steeds proberen wij samen met onze opdrachtgevers en partners te zoeken naar verbetering. Hoe kunnen we het nog beter doen? Hoe maken we Nederland nog mooier? Hoe zorgen we ervoor dat onze opdrachtgevers nog beter geholpen zijn? Dit is een voortdurende zoektocht naar verbetering en vernieuwing. Met een kleine verandering van onze uitstraling laten we nog beter zien waar we voor staan.
Een mooie zomer, Pepijn
Pepijn van Wijmen
[email protected] 4
5
‘Wir sind nicht Fahrradverrückt!’
Nederlanders weten alles van fietsen. Van de fiets zelf, maar ook van fietsinfra, fietsparkeren en fietsen als onderdeel van de mobiliteitsketen. Daarmee hebben we een waardevol exportproduct in handen. APPM ging er al mee naar Finland, Duitsland, Engeland en Zweden. Ons uitgangspunt: de fiets is geen doel op zich, maar een middel, een onderdeel van een duurzame mobiliteitsketen. De Dutch Cycling Embassy (DCE) is een publiek-privaat samenwerkingsverband dat de Nederlandse fietskennis voor het buitenland ontsluit. Sinds de zomer van 2013 is APPM partner van de DCE. Bij de DCE kwam een Fins verzoek binnen om Nederlandse specialisten te laten meedenken over acht nieuwe fietsroutes die de gemeente Helsinki door de stad wil aanleggen. Meerdere partijen dienden een voorstel in, de Finnen vonden dat van APPM en Goudappel Coffeng het meest tot de verbeelding sprekend.
VOLWAARDIGE PLEK In Helsinki wordt enthousiast gewerkt aan de aanleg van meer fietspaden. Tijdens de driedaagse workshop in Helsinki brachten we samen met onze Finse gastheren de opgaven en dieperliggende wensen op een interactieve manier in kaart. Het OV in Helsinki is goed ontwikkeld en domineert 6
samen met de auto de mobiliteitsdiscussie. Voor fietsers en voetgangers is slechts een piepklein beetje ruimte over. Letterlijk en figuurlijk. Fietsen in Helsinki is niet aantrekkelijk en in sommige situaties gevaarlijk. Om van de fiets een volwaardig en aantrekkelijk alternatief te maken, moet de fietser ook een volwaardige plek op de weg krijgen. We stelden verder dat de fiets geen doel op zich is, maar een middel, een onderdeel van een duurzame mobiliteitsketen. Hierdoor werd het de Finnen duidelijk dat winst te behalen is met een integrale mobiliteitsvisie voor de stad.
SOFTERE KANT In onze fietsvisie onderscheiden we hardware (fietsinfra, ontwerp, bebording, enz.), software (gedrag, cultuur, veiligheid) en orgware (visie op mobiliteit, de juiste personen met elkaar verbinden, financiering enzovoort). 7
Tour door Helsinki met de Finse delegatie
Bij onze Oosterburen is een waterscheiding tussen fietsfanatici en automobilisten
8
Nederlands consulaat in Helsinki
Ofschoon we naar Helsinki kwamen om ons te buigen over de hardware, bleek dat we juist nieuwe inzichten konden brengen ten aanzien van de ‘softere kant’ van fietsen. Vanuit onze ervaring in Nederland hebben we de Finnen daarom ook meegenomen in het planningsproces, participatie, communicatie, gedragsbeïnvloeding en organisatie. Fietsen moet niet alleen fysiek mogelijk zijn, maar ook aantrekkelijk, prettig en veilig. In maart dit jaar gingen we naar Berlijn. In aansluiting op de beurs Velo Berlin, een grote Berlijnse fietsbeurs gericht op de consumentenmarkt,
DUTCH CYCLING TOUR organiseerde APPM in samenwerking met de DCE de Dutch Cycling Tour. Tijdens deze fietstocht, bedoeld voor medewerkers van de gemeente, beleidsmakers en politici, ondervonden de deelnemers hoe het is om door de eigen stad te fietsen. We reden naar een aantal locaties, waar we workshops verzorgden over de thema’s voertuig, mens,
omgeving en faciliteiten. Het ochtendprogramma was bedoeld om informatie over de huidige situatie op te halen. ’s Middags diepten we op de Nederlandse ambassade verder uit waar Berlijn op in kan zetten om zich aantrekkelijker te maken voor de fietser. Conclusie was dat de echte fanatiekelingen ook in Berlijn wel fietsen, maar dat fietsen hier meer gemeengoed moet worden en een volwaardig onderdeel van het gehele verkeer. 9
ELKAAR BEGRIJPEN
Alastair McMahon en Andy Patterson, sprekers op de conferentie van Cycle City Leeds 10
Ook in Duitsland stelden we duidelijk: Wir sind nicht Fahrradverrückt! We redeneren niet puur vanuit de fietser. Bij onze Oosterburen is een waterscheiding tussen fietsfanatici en automobilisten. Beide soorten weggebruikers hebben weinig begrip voor elkaar, waardoor ze zich maar moeilijk kunnen verplaatsen in elkaar en elkaars kwetsbaarheden. Dat komt het draagvlak voor de fiets niet ten goede. Ons voorstel was om niet vanuit tegenstellingen te denken. Het doel is niet dat we
allemaal fietsen van A naar B, maar dat we ons duurzaam verplaatsen van A naar B. Verder: richt je niet op de fanatieke fietsers alleen, maar werk juist ook aan communicatie over de fiets voor een breed publiek en een visie over duurzame mobiliteit voor politici en bestuurders in het bijzonder.
Erik Tetteroo -
[email protected] Birgit Couwenberg -
[email protected] 11
Keuze Schiphol verdubbelt aantal elektrische taxi’s in Nederland Meer dan honderd elektrische taxi’s gaan het vervoer van en naar Schiphol verzorgen. Dat is het spectaculaire resultaat van de voorgenomen gunning van de nieuwe taxiconcessie op de luchthaven. Hiermee is het aantal elektrische taxi’s in Nederland in één klap meer dan verdubbeld. Dat is van grote betekenis. Voor de luchthaven, de regio, de taxibranche en natuurlijk voor de luchtkwaliteit. 12
13
Het resultaat van de aanbesteding overtrof ieders verwachting Met het elektrificeren van taxivervoer is veel milieuwinst te behalen, zo concludeerden het Formule E-team en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl ). Er was dan ook een landelijke subsidieregeling in het leven geroepen om initiatieven van dien aard te ondersteunen, ‘Maar deze subisidie werd nauwelijks benut’.
Kansrijke projecten Decisio, onderzoeks- en adviesbureau op het gebied van economische vraagstukken, en APPM werden gevraagd op zoek te gaan n aar kansrijke projecten die resulteren in meer elektrische taxi’s op straat.’ In een drie maanden durende tour langs onder andere opdrachtgevers en taxibedrijven stelden we een lijst op met een twaalftal kansrijke projecten. Samen met MRA Elektrisch, RVO en het Formule E-team kwamen 14
we tot de conclusie dat Schiphol de plek zou moeten zijn om met elektrische taxi’s te gaan rijden. Tesla S
Kwaliteitseisen Schiphol stond op dat moment aan de vooravond van de aanbesteding van haar nieuwe taxiconcessie. Vanuit ons enthousiasme en geloof in de mogelijkheden van elektrisch vervoer hebben we de luchthaven bijgestaan. In nauwe samenwerking verkenden we de haalbaarheid. Is de kwaliteit van de elektrische taxi bijvoorbeeld wel zodanig dat hij voldoet aan de eisen die reizigers stellen? Denk dan aan comfort, ruimte voor bagage en bereik. En zouden er wel voldoende taxiondernemers inschrijven op een ‘zero-emissie’-uitvraag? Schiphol toonde ambitie en besloot in de tender een zero-emissie criterium op te nemen. Wij adviseerden over het emissiedeel in deze tender.
Verwachtingen overtroffen De taxibedrijven konden met drie duurzaamheidsklassen inschrijven: van Euro IV-voertuigen (hoogste EU-emissiestandaard voor voertuigen) tot zero emissie, waarbij taxibedrijven die het schoonste zouden rijden de meeste punten konden verdienen. Het resultaat van de aanbesteding overtrof ieders verwachting. De gedachte was dat de ondernemers zouden komen met een wagenpark dat voor 20 tot 30% elektrisch zou zijn. De score viel veel hoger uit en inschrijvers boden zelfs volledig
elektrisch vervoer aan. De winnaars van de voorlopige gunning, het is nog niet definitief en er kan nog bezwaar worden gemaakt, zijn Zorgvervoercentrale Nederland B.V. (ZCN), Willemsen-de Koning B.V. en Bergisch, Boekhoff & Frissen B.V. (BBF). De concessie start deze zomer. De vervoerders zetten gezamenlijk ruim 100 Tesla’s Model S in om het taxivervoer op de luchthaven te verzorgen. De Tesla S is een fraai vormgegeven, comfortabele elektrische auto, met een bereik van 500 kilometer. 15
Voor de luchthaven is dit een mooie kans om te laten zien dat ze echt werk maakt van innovatie en duurzaamheid
Uitstraling In heel Nederland rijden circa 50 elektrische taxi’s, nu komen er plotseling meer dan 100 bij. Het Schiphol-project is daarmee het predicaat ‘pilot’ ruimschoots ontstegen. Voor de luchthaven is
dit een mooie kans om te laten zien dat ze echt werk maakt van innovatie en duurzaamheid. De hele regio profiteert mee van deze uitstraling, want is het niet een bijzondere ervaring voor een buitenlandse bezoeker aan de Randstad om met een geruisloos zoevende elektrische bolide naar zijn bestemming gereden te worden? Ook opent dit succes andere taxibedrijven de ogen. Schiphol is in taxi-land de kip met de gouden eieren, maar dat er een sluitende business case mogelijk is voor 100% elektrisch vervoer had niemand van tevoren durven dromen.
En voor ons? Natuurlijk hebben we dit niet in ons eentje gedaan. Maar we zijn er trots op dat we een belangrijke, strategische bijdrage hebben kunnen leveren aan emissieloos taxivervoer van en naar de luchthaven.
Harm-Jan Idema -
[email protected] Kees van Ommeren -
[email protected] 16
17
Duurzaam De elektrische auto is al bekend in het straatbeeld. Wij verwachten dat de elektrische taxi ook snel aan terrein wint. 18
19
BVP
Best Value Procurement laat de markt de oplossingen ontwikkelen Emiel Stal
BVP wint veel aan populariteit. Rijkswaterstaat paste de methode als eerste toe bij het inkopen van ingenieursdiensten, maar inmiddels hanteren opdrachtgevers hem ook steeds vaker voor Design & Construct-contracten. Onder de provincies is Noord-Holland de koploper. De provincie gebruikte BVP onlangs voor het D&C-contract voor de reconstructie en nieuwbouw van de 42 kilometer lange N23 Westfrisiaweg. APPM vervulde de rol van inkoopmanager bij de aanbesteding.
Opdrachtgevers willen graag maximaal profiteren van de in de markt aanwezige kennis en kunde. Maar lukt dat met de huidige aanbestedingsvormen? Stelt de opdrachtgever wel de goede vragen? En leiden de huidige methodieken niet per definitie tot suboptimale kwaliteit? Bij Best Value Procurement (BVP) is de marktpartij de expert, hij bepaalt de oplossing. Niet de opdrachtgever; die zet alleen een vraagstuk neer.
4 Fasen De procedure kent vier fasen. Na de voorbereidingsfase, waarin onder meer de projectdoelstellingen worden geformuleerd, volgt de inschrijvings- en beoordelingsfase. Partijen leveren 3 documenten aan van maximaal 2 A4’s: de prestatieonderbouwing, het risicodossier en het kansendossier. Deze documenten vormen de EMVI-criteria,
20
samen met de interviews met sleutelfiguren en de prijs. Op basis van deze fase wordt de ‘beoogd opdrachtnemer’ geselecteerd. Deze moest in fase 3 aantonen hoe hij zijn beloften uit fase 2 gaat waarmaken. Verder wordt de uitvoering voorbereid. Verloopt dit alles naar wens, dan kan de opdracht definitief worden gegund.
Kernfilosofie De kernfilosofie van BVP is dat de opdrachtnemer de expert is, hij bepaalt de oplossingen. Bij de Westfrisiaweg kregen de inschrijvers slechts mee dat er minimale omgevingshinder en minimale verkeershinder mocht optreden, en dat de weg op 30 september 2017 weer open moest zijn. De kwaliteit weegt bij de beoordeling zwaar, in het geval van de Westfrisiaweg voor maar liefst 70%.
21
“wij-wij-denken in plaats van wij-zij-denken
22
“
Emiel Stal
23
Onteigeningsprocedures Een groot risico bij de Westfrisiaweg is de tijd die benodigd is voor het verwerven van gronden. Hiervoor is een onteigeningsprocedure opgestart. Tegen het onteigeningsvonnis kan een eigenaar echter nog cassatie aantekenen. Het risico op vertraging vanwege cassatie ligt in de basis bij de opdrachtgever. In de pre-awardfase is bepaald hoeveel vertraging op welke percelen de opdrachtnemer nog op zal vangen. Pas als de vertraging langer duurt, mag dat tot vertraging van de eindmijlpaal leiden.
Meetbare prestaties Een derde belangrijk principe: de opdrachtnemer moet zijn aangeboden extra kwaliteit of meerwaarde vertalen in meetbare prestaties. Normaal krijg je mooie dikke plannen. Die zijn echter niet SMART, zodat de opdrachtgever moeilijk kan toetsen of ze worden nageleefd. Ook is vaak onduidelijk wat de marktpartij nu precies heeft aangeboden. De opdrachtnemer moet bijdragen aan het beheersen van de risico’s van de opdrachtgever. Dit vereist van beide partijen transparantie en accountability (aanspreekbaar zijn) en leidt tot ‘wij-wij-denken’ in plaats van ‘wij-zij’-denken’. Gezamenlijk ga je kijken welke risico’s er zijn en 24
hoe die kunnen worden beheerst. De opdrachtnemer geeft aan welke maatregelen hij gaat treffen, wat hij nog kan doen als het risico zich voordoet en vooral ook wat niet. Zo wordt vooraf klip en klaar welke contractuele consequenties er zijn als bepaalde risico’s optreden.
“
De opdrachtnemer is de expert, hij bepaalt de oplossingen
“
Risico’s
Heijmans gaat de reconstructie van de Westfrisiaweg uitvoeren. Ten aanzien van zowel verkeershinder, omgevingshinder als de planning werd aanmerkelijk meer aangeboden dan we durfden hopen. Bijvoorbeeld: nauwelijks wegafsluitingen, hoge, meetbare omgevingstevredenheid en maanden eerdere openstelling, kortom: meetbare prestaties.
Enthousiasme De aanbieders waren te spreken over de betrouwbaarheid en zorgvuldigheid van de procedure. Positief waren ze ook over het feit dat de prijs minder dominant was en ze dus een reële boterham konden verdienen. Opdrachtgever provincie Noord-Holland is eveneens enthousiast en blij met de resultaten.
Transparantie en vertrouwen BVP is een opmaat naar een andere manier van samenwerken, waarin het projectdoel centraal staat en plaats is voor ieders belangen. Er ontstaat een samenwerking die gebaseerd is op transparantie en wederzijds vertrouwen. De verwachting is dat dit ook gedurende de uitvoering zo zal blijven. Emiel Stal
[email protected] 25
HWBP
PROFESSIONALISEERT WATERWERELD
Het Hoogwater Beschermingsprogramma 2 (HWBP 2) is met zijn budget van € 3,5 miljard en keiharde deadline van 2017 een ongekende opgave voor waterschappen en Rijkswaterstaat. Ingrid Klokke van het Programmabureau van RWS: ‘De grootste uitdaging is om de opgaven in coproductie met de waterschappen tot een goed einde te brengen, met oog voor ieders verantwoordelijkheden, rollen en belangen.’ Het HWBP is gestart in 2007 en zit nu in zijn laatste drie jaar. Dat beloven tropenjaren te worden, omdat de grootste klussen nog geklaard moeten worden. Ter illustratie: op dit moment is 70% van de projecten afgerond, maar slechts 30% van het budget gespendeerd.
Fotobron RWS
Subsidieloket
26
Het geld voor het HWBP is ondergebracht bij het Programmabureau van Rijkswaterstaat (RWS), de uitvoering ligt bij de waterschappen. De rolverdeling en samenwerking is de afgelopen jaren verschoven. ‘Aanvankelijk waren we een soort subsidieloket,’ vertelt Ingrid Klokke. ‘De waterschappen verzonnen de technische oplossingen en voerden die uit, wij verstrekten het geld en kwamen bij oplevering kijken of
het goed was. Maar het was lang niet altijd goed.’
Andere omgeving Dat lag deels aan de verschillende belangen, volgens Klokke. Het Programmabureau bewaakt geld, tijd en kwaliteit van de dijkversterkingen, met als ‘omgeving’ de minister en de Tweede Kamer die de minister voortdurend op haar vingers kijkt. De waterschappen daarentegen zijn politieke organisaties. Ze hebben een heel andere omgeving, bestaande uit hun kiezers: de mensen die wonen en werken in de directe nabijheid van de dijkversterkingsprojecten. En voor waterschappen betekent kwaliteit óók dat ze hun projecten zodanig willen vormgeven dat ze voor de omgeving van toegevoegde waarde zijn.
27
Bart Budding en Ingrid Klokke
“
Dat is de wereld van nu: je kunt niet meer alles op eigen kracht doen
28
“
Ingrid Klokke
Het Programmabureau koos ervoor om dichter tegen de waterschappen aan te kruipen. ‘Dat was wennen, niet in de laatste plaats voor RWS zelf.’ aldus Klokke. ‘Het is niet alleen een papieren opgave, je moet ook op een andere manier met elkaar samenwerken. Wij hadden geen ervaring met gedelegeerd opdrachtgeverschap. Daarnaast was bij de waterschappen ook een professionaliseringsslag nodig. Ik denk dan met name aan
Fotobron RWS
Professionaliseringsslag
29
Waterschappen De nieuwe dijk maakt onderdeel uit van de dijkverbetering die het waterschap uitvoert tussen Hagestein en Opheusden.
Fotobron Waterschappen.nl
de introductie van het IPM-model, met een integrale aansturing van de projecten en goed risicomanagement. Voor deze opgaven hebben we types als Bart Budding nodig. Een schaap met vijf poten met genoeg sensitiviteit en empathie om de belangen van alle partijen aan te voelen en bij elkaar te brengen.’
30
Samenwerking versterken APPM’er Bart Budding werkt als projectbegeleider voor het Programmabureau en is de linking pin tussen RWS en de waterschappen: ‘Het is niet zo dat de ene partij slim is en de andere dom. Samen
moeten we naar een systeemgerichte programmabeheersing en beide kanten hebben daar wat te leren. Voor de samenwerking geldt: hoe kunnen we elkaar versterken? Als ik bij de waterschappen kom, zijn de projectleiders soms bevreesd dat ik op hun stoel wil zitten. Daar is geen sprake van: ik heb een bovenliggend belang, namelijk dat van een beheerste programmauitvoering.‘ Klokke: ‘En daarbij kunnen waterschappen hun eigen kennis en ervaring inbrengen. Dat is de wereld van nu: je kunt niet meer alles op eigen kracht doen. Ook wij niet, we hebben elkaar nodig.’ 31
Voorinvestering
Fotobron Waterschappen.nl
Opmerking daarbij is dat de bestuurlijke samenwerking beter kan. Budding: ‘Bij projecten waar zoveel partijen betrokken zijn, doe je er goed aan vooraf duidelijke bestuurlijke kaders vast te stellen die de niveaus daaronder houvast bieden.’ Klokke: ‘Je bent anders te vaak brandjes aan het blussen. Richt daarom naast een ambtelijke projectgroep ook een bestuurlijke in, waarheen eventueel geëscaleerd kan worden. Dat is een voorinvestering, maar die verdien je dubbel en dwars terug.’
“
Trots
Ik ben trots op het eindresultaat en dat wij een schakeltje mochten zijn in een groot geheel
32
“
Ingrid Klokke
Ook de samenwerking met de markt is veranderd. Klokke: ‘Rijkswaterstaat is normaliter de aanbestedende dienst. Nu zijn de waterschappen dat. Die waren gewend vooral met RAW-bestekken te werken. Inmiddels heeft bij de waterschappen ook op dat gebied een enorme evolutie plaatsgevonden.
Het was vijf jaar geleden not done als ik met een modern E&C-contract aankwam. Ik vind het bijzonder om te zien dat die wereld enorm aan het veranderen is. We zijn allemaal aan het professionaliseren en trekken steeds meer samen op. Dat is mede dankzij een programma als het HWBP, dan moet je wel samenwerken. Ik was laatst op de boulevard van Scheveningen, waar de herinrichting een grote integrale opgave was, met waterschap, provincie, gemeente en private partijen. Als ik daar loop ben ik trots op het eindresultaat en dat wij een schakeltje mochten zijn in een groot geheel.’
Bart Budding -
[email protected] Ingrid Klokke -
[email protected] 33
In 2007 is het tweede Hoogwater Beschermingsprogramma gestart. De Rijksoverheid en waterschappen werken intensief samen om de afgekeurde waterkeringen te versterken. Het gaat daarbij om bijna 370 kilometer aan dijken. 34
Fotobron RWS
Dijkverbetering
35
DE PASSIE VAN HARM-JAN
Je zou Harm-Jan Idema (27) het prototype van de ondernemende APPM’er kunnen noemen. Rode draad in zijn leven is zijn behoefte aan voortuitgang, zijn wil om beweging te creëren en iets concreets neer te zetten. ‘Als je afwacht, gebeurt er niets. Ik ga liever onderuit als ik iets probeer dan dat ik niets doe en in mijn comfortzone blijf.’ Entrepreneurschap zit Harm-Jan letterlijk en figuurlijk in het bloed. Opa had een eigen winkel, Idema’s Warenhuis in Nieuw-Weerdinge; pa is mede-eigenaar van een architectenbureau. Misschien dat er daarom voor hem meer dan 24 uur in een etmaal zit. Hij is verzot op schaatsen en actief wielrenner en golfer. Namens APPM zit hij in het bestuur van DOET, de branchevereniging voor elektrisch vervoer. Ook is hij actief voor Young The Hague, een club professionals die in Den Haag wonen of werken. En daarnaast is hij ook nog eens voorzitter van de Vereniging voor Professioneel Schaatsen. Wordt hij daar nou niet moe van? ‘Nee hoor, ik heb een hoog energieniveau.’
36
37
“Als je afwacht
gebeurt er niets Ik ga liever onderuit als ik iets probeer dan dat ik niets doe en in m’n comfortzone blijf
38
“
Harm-Jan Idema
39
Vrijheid Na zijn studie aan de Universiteit Twente, waar hij civiele techniek studeerde, is APPM zijn eerste werkgever. Dat was vier jaar geleden. ‘Wat me aantrok was de vrijheid, dat viel me meteen op. Zelf creëren, de bal ligt bij jou. De verantwoordelijkheden die daarbij horen. En vooral de mogelijkheid om jezelf te ontwikkelen en richting aan je carrière te geven.’
Pionieren Zijn eerste opdrachten waren een project over spoorse doorsnijdingen in Gouda, de verbreding van de A12 en spitsmijden in Noord-Brabant. Sinds twee jaar legt hij zich toe op elektrisch vervoer. ‘Een boeiende wereld. Een nieuwe wereld, niet gesetteld. Er wordt veel gepionierd, met onze expertise op dit gebied kunnen we veel toevoegde waarde bieden. Bovendien lag er op dit nieuwe werkveld ruimte, waardoor ik de kans kreeg om snel te groeien. Ik ben niet zozeer idealist, al ben ik er wel van overtuigd dat een nieuwe ontwikkeling zoals elektrisch vervoer bijdraagt aan de kwaliteit van Nederland. En ik geloof ook dat het bijdraagt aan een prettige leefomgeving, innovatie en groei.’
Nieuwe uitdagingen Rode draad in zijn leven is zijn 40
Mont Ventoux
behoefte aan voortuitgang, zijn wil om beweging te creëren en iets concreets neer te zetten. ‘Ik vind het prachtig als je aan het begin van een project wel je doel kent maar nog niet de weg erheen. Het is als het beklimmen van de Mont Ventoux met de fiets, wat ik vorig jaar voor het eerst heb gedaan. Je weet dat je naar de top wilt, maar hoe je daar komt, weet je bij de start nog niet. Achter elke bocht wacht een nieuwe uitdaging.’
Eigen verantwoordelijkheid Je zou Harm-Jan een pragmatisch idealist kunnen noemen. Als hij naar zijn toekomst kijkt, ziet hij twee mogelijke richtingen. ‘Ik wil toegevoegde waarde leveren. Of door te ondernemen en te creëren, of in een politiek-bestuurlijke functie. Je kunt wel langs de kant staan en van alles roepen, maar als je het ergens niet mee eens bent, moet je ook je schouders eronder durven
zetten. Ik ben er voorstander van dat je als individu zelf verantwoordelijkheid neemt voor wat je doet en leuk vindt. Als je afwacht, gebeurt er niets. Ik ga liever onderuit als ik iets probeer dan dat ik niets doe en in mijn comfortzone blijf. Als je erop uit trekt, doe je nieuwe ervaringen op en leer je nieuwe mensen kennen. Dat geeft veel energie en vergroot je wereld. Dan zit je zelf in de driver seat.’ 41
Fotobron RWS
PIUSHAVEN IN HET LICHT
42
43
Piushaven in het (kunst)licht gezet In Tilburg transformeert de voormalige industriële Piushaven in een spannend woon-, werk- en recreatiegebied. De gemeente heeft APPM gevraagd om een plan op te stellen voor de toepassing van lichtkunst en de haalbaarheid daarvan te onderzoeken. Suzanne van Brandwijk van APPM begeleidde het project vanaf ideevorming tot realisatie. Dat moest wel voor de harde (subsidie)deadline van 1 januari 2014 gebeuren!
bedenken waaruit een Lichtplan zou moeten bestaan en op welke locaties je iets zou kunnen toevoegen. Uitdaging was om een goede balans te vinden tussen de vele variabelen, zoals de eisen en wensen van de omgeving, de politieke ambities, de technische (on) mogelijkheden en de kosten. Dankzij de betrokkenheid van alle partijen zijn we daar uitgekomen. Bovendien ontstond door het intensieve proces enthousiasme en betrokkenheid.’
Een heerlijk project vond Suzanne het. ‘Vanwege het prachtige resultaat, maar ook vanwege de uitdaging die er lag. Niemand geloofde dat het nog zou lukken om in 2013 een Lichtplan op te stellen, en al helemaal niet dat we in dat jaar nog de eerste onderdelen zouden realiseren!’
Lichtfeest
Balans vinden Suzanne ging aan tafel zitten met lichtkunstenaars, lichtarchitecten, bedrijven gespecialiseerd in licht, technici en deskundigen van de gemeente. Maar ook bewoners, ondernemers, schippers en andere betrokkenen werden erbij gehaald. ‘We hebben letterlijk samen zitten 44
In het najaar van 2013 zijn vijf deelprojecten van het Lichtplan gerealiseerd: de aanlichting van verschillende bomen, een interactief lichtspel op een brug, dynamisch regelbare openbare verlichting en lichtprojecties op twee ‘pocketpleintjes’ in de Piushaven. Het vijfde project was het Piushaven Lichtfeest op 13 december waarop de lichttoepassingen werden gelanceerd, samen met vormen van lichtkunst die alleen op die avond werden getoond. De komende jaren worden de overige onderdelen van het lichtplan gerealiseerd, mits daar voldoende middelen voor worden gevonden. 45
Piushaven Beelden van de verlichting van het historische bomenlaantje bij speeltuin De Holle Boom en van de projectieverlichting op het stadspleintje bij nieuwbouwlocatie De Werf. De projecties kunnen worden geprogrammeerd. 46
47
Goed assetmanagement vergt veel meer dan kennis van de inhoud Tijdig meenemen van de beheer- en onderhoudsorganisatie is voor elk project van groot belang. Dan ben je penny foolish, pound wise, om het bekende spreekwoord maar eens om te draaien. Voor de projecten Noord/ Zuidlijn en Zuidasdok vertegenwoordigt APPM de belangen van de Dienst Metro, die na oplevering verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud van de railinfra en de stations. 48
49
Huidige situatie met metro, trein en snelweg bij Amsterdam Zuid
Wat is de ‘onderhoudbaarheid’ van het areaal? De projectorganisaties leveren het metro- en tramareaal op aan de afdeling Eigendom & Beheer van de Dienst Metro (DM), de dienst binnen de gemeente Amsterdam die verantwoordelijk is voor de aanleg en het beheer van het railgebonden OV in de hoofdstad. De DM is daarmee de ‘klant’ van de projectorganisaties. In het Programma van Eisen zijn de specificaties vast50
gelegd. Functionele eisen: bijvoorbeeld welke prestaties moeten de assets leveren, wat is de levensduur, wat is de ‘onderhoudbaarheid’ van het areaal? Maar ook proceseisen ten aanzien van onder meer de overdracht van documentatie en de wijze waarop het project wordt gerealiseerd, zoals afspraken over de tijdelijke buitengebruikstelling van het spoor.
Alle zeilen bijzetten Als toekomstig beheerder toetsen wij – in samenwerking met operationeel beheerder GVB – of de producten voldoen. De kern van assetmanagement is om op
basis van de gestelde organisatorische doelstellingen betreffende functionaliteit, beschikbaarheid, betrouwbaarheid, duurzaamheid, kosten en risico’s te komen tot de laagste life cycle costs. Het is het meest productief als je als asset-owner je wensen zo vroeg mogelijk in het ontwerpproces inbrengt; dat weten we zo langzamerhand allemaal. Dan kunnen de specificaties van de beheerorganisatie in de ontwerpfase worden meegenomen en hoef je niet achteraf het ontwerp te repareren. Toch zien we het in de praktijk nog onvoldoende gebeuren. Eerlijk gezegd, zo verwonderlijk is dat niet.
Projectorganisaties zijn tijdelijk en moeten vaak alle zeilen bijzetten om het project binnen de kaders van geld, tijd en kwaliteit te realiseren. Het integreren van de wensen van de beheerders wordt vaak als tijdrovend en kostenverhogend gezien. Niet zelden ziet de projectmanager de assetmanager in eerste instantie als een bedreiging, als iemand die alles wil aanpassen. Dit terwijl het betrekken van de toekomstige eigenaar/beheerder juist kan leiden tot heldere kaders voor het project. Dit draagt bij aan een duidelijke scope waarvoor budget en planningsproces eenvoudig vast te stellen zijn. 51
Laat zien dat aanpassingen niet alleen wat kosten maar ook wat opleveren
Voortschrijdend inzicht Daarnaast is het ook voor assetmanagers razend moeilijk zo niet ondoenlijk om alle eisen vooraf scherp te krijgen. En als je al een aantal zaken scherp hebt, dan is er nog zoiets als voortschrijdend inzicht. Bijvoorbeeld omdat de beheerder gedurende de realisatie van het project tot nieuwe inzichten komt doordat de techniek zich verder ontwikkelt of wet- en regelgeving wijzigen. Zo is bijvoorbeeld op initiatief van de assetmanager alsnog besloten om voorzieningen voor reclame mee te nemen voor de Noord/Zuidlijn.
Meedenken Wat kun je als assetmanager dan wel doen? We denken primair dat je vanuit de door de eigenaar/ beheerder gewenste eindfunctionaliteit moet meedenken met de projectorganisatie. Ons streven is aanpassingen door te voeren 52
binnen de kaders van het contract, zónder financiële consequenties. Dat kan vaak door zaken slimmer te organiseren en proactief te denken. Bijvoorbeeld door een ander type wissel te kiezen, die tegen gelijke investeringskosten voordelen in de beheerfase oplevert. Laat ook zien dat je aanpassingen niet per se wat kosten maar ook wat kunnen opleveren.
Kwetsbare opstelling Een goede relatie met de projectorganisatie is van het grootste belang. Zorg voor transparantie en openheid. Weet wie de sleutelfiguren zijn. Daarvoor is inzicht in het gehele realisatieproces onontbeerlijk, want dan weet je wie waarvoor verantwoordelijk is. Nodig alle relevante partijen van begin af aan uit, bijvoorbeeld om na te denken over de bouwfasering of over hinder op het metrospoor. Breng de verschillende belangen in kaart en
Nelleke Beerman
zorg ervoor dat die geborgd worden en gedurende het gehele proces geborgd blijven. Dan ontstaat bij alle partijen een intrinsieke motivatie en dan ontstaat samenwerking. Durf je ook als assetmanager kwetsbaar op te stellen; wees benaderbaar en communicatief.
Investeren in relaties Het integreren van beheer en onderhoud is een kwestie van techniek, maar het is ook een ‘mindset’, een cultuuromslag. Zowel voor
(toekomstige) beheerders als voor projectorganisaties. We merken dat het bij de Dienst Metro en de projectorganisaties Noord/Zuidlijn en Zuidasdok begint te werken. Het begint allemaal met het investeren in de relaties, waardoor er vertrouwen ontstaat; een goede assetmanager kijkt verder dan de inhoud. Nelleke Beerman
[email protected] Saar Bijman
[email protected] 53
Zuidas Impressie van Zuidasdok met ondergrondse A10 en vernieuwd openbaar vervoer knooppunt. 54
55
LTSA Oost biedt integrale kijk op spoorvraagstuk in Oost-Nederland 56
Eind maart presenteerde het Rijk zijn Lange Termijn Spooragenda (LTSA), binnenkort komen de provincies Gelderland en Overijssel, de stadsregio Arnhem Nijmegen en de regio Twente met een regionale versie. Eigenwijs? Nee, de LTSA-O sluit aan op de landelijke visie en biedt een integrale kijk op verbetering van de regionale netwerken, de reizigerskwaliteit en de samenwerking tussen de aanbestedende overheden. APPM en Goudappel Coffeng begeleidden de totstandkoming van de LTSA-O en adviseerden bij de invulling ervan. 57
Mobiliteit als middel
‘Wat echter ontbrak was samenhang en richting’ 58
Initiator van de LTSA-O is Marieke Kassenberg, OV-strateeg bij de provincie Gelderland. ‘Toen ik anderhalf jaar geleden bij de provincie kwam werken, zag ik dat er ongelooflijk veel ambities waren. Wat echter ontbrak was samenhang en richting.’
De hogere doelstelling van de spooragenda is prettig wonen en werken in de regio, aldus de vervoerstrateeg. ‘We willen niet zo nodig meer treintjes laten rijden. Wat we wel willen is onze stedelijke netwerken versterken en het landelijk gebied vitaal houden. Het verbeteren van de mobiliteit is een middel daartoe, en de trein is weer een vorm van mobiliteit.’
Spannende sessies APPM organiseerde voor het ontwikkelen van de LTSA-O van
november 2013 tot maart 2014 vijf sessies en één ‘meedenkatelier’. In de sessies waren naast de regionale overheden alle spoorpartijen vertegenwoordigd. De regionale vervoerders Arriva, Connexxion, Syntus en Veolia, maar óók NS en ProRail. Kassenberg: ‘Spannend was het soms wel. Het spoor is een gevoelig dossier. Maar die brede vertegenwoordiging maakte het proces op zich al heel waardevol. Normaliter treffen we elkaar alleen als er iets mis is. Nu zaten we met z’n allen heel open aan tafel. Dat heeft tot meer begrip geleid.’ 59
‘Er kwamen verrassend veel concrete ideeën naar voren’ waren ook ondernemers vertegenwoordigd, met name grote bedrijven als Tennet en Akzo Nobel, die geïnteresseerd zijn in de bereikbaarheid per spoor voor hun medewerkers. Er kwamen verrassend veel ideeën uit naar voren die we in onze spooragenda hebben gebruikt.’
Netwerkvisie
Operationeel en strategisch Een andere duidelijke pre van de brede samenwerking was volgens haar de combinatie tussen verschillende denkwijzen en benaderingen: operationeel en strategisch denken, praktisch en theoretisch. Zo werd bijvoorbeeld duidelijk dat als je een deel van het net gaat 60
elektrificeren, er gevolgen optreden voor de exploitatie. Of dat de vergezichten van de overheid prachtig zijn, maar dat er ook wel degelijk mogelijkheden liggen om op de korte termijn met kleine stapjes winst te boeken. De opbrengst van het meedenkatelier noemt ze opmerkelijk. ‘Daarin
In de LTSA-O zijn eerst de uitgangspunten geïnventariseerd en de ambities gegroepeerd. Vervolgens werd een netwerkvisie ontvouwen. Daarvoor zijn op basis van de ruimtelijk-economische structuur van de regio knooppunten gedefinieerd. Tussen die knooppunten moeten verbindingen lopen van een bepaald schaalniveau (internationaal, interregionaal en regionaal) en een bijbehorende kwaliteit (frequentie en reistijd). De netwerkvisie laat duidelijk zien waar en op welke manier verbindingen verbeterd kunnen worden. Daarbij zijn ook de knooppunten meegenomen die niet aan het spoor liggen, en waarvoor busverbindingen worden voorgesteld.
Organisatie en sturing Ook brengt de LTSA-O de condities in beeld: welke kwaliteiten verlangen de reizigers en waar kunnen we die nog verbeteren? En hoe zit het met organisatie en sturing: kunnen de vijf spoorvervoerders in de regio hun treindiensten nog beter op elkaar afstemmen? De LTSA-O sluit af met een uitvoeringsagenda, die aangeeft waar de prioriteiten voor de komende jaren liggen en hoe daarmee aan de slag kan worden gegaan. ‘Het is een dynamische agenda,’ aldus Kassenberg. ‘We kijken tot 2040 maar de maatregelen gelden voor dit moment. De agenda moet je voortdurend updaten. Zodra je oude opgaven opgelost hebt, dienen zich weer nieuwe aan.’ Terugblikkend stelt ze: ‘Het was een mooi proces met een goed resultaat. Hier ligt een agenda die we samen hebben bepaald en waarmee we nog lang vooruit kunnen.’ Marieke Kassenberg -
[email protected] Anne Diepenbroek -
[email protected] Bas Scholten -
[email protected] Marcel Touset -
[email protected] 61
SPOOKFILES
Fotobron RWS
U kent het verschijnsel. Op de snelweg ziet u zo’n 100 meter verderop remlichten opflikkeren. In een reflex stapt ook u op de rem en mindert stevig vaart. Uw achterliggers nemen uw rijgedrag over en brengen hun auto ook tot (bijna) stilstand. Als u even later verder rijdt, zijn er nergens ongelukken of wegwerkzaamheden te ontwaren. Zie hier de ‘spookfile’.
62
63
‘In Nederland bestaat 22% van de files uit spookfiles’ Een spookfile wordt veroorzaakt door een ‘koploper’ die eigenlijk zonder reden te veel vaart mindert, bijvoorbeeld omdat hij of zij op zoek is naar de juiste afslag of de verkeerssituatie onoverzichtelijk vindt. Zo ontstaat wat onderzoekers een ‘schokgolf’ noemen. Het verkeer schuift als een harmonica in en uit elkaar: rijden-stilstaan, rijden-stilstaan.
Oplossing In Nederland wordt 71% van de files veroorzaakt door capaciteitsproblemen, 7% door incidenten en maar liefst 22% door spookfiles. De provincie Noord-Brabant zoekt samen met marktpartijen op de A58 van Tilburg naar Eindhoven naar een oplossing voor dit probleem. Hierbij is gekozen voor een innovatief aanbestedingsmodel: een Pre-Commercial Procurement.
Nieuwe rolverdeling Pierre van Veggel, procesmanager 64
van APPM, begeleidt de gesprekken met de marktpartijen. Van Veggel: ‘Het is een intensief traject waarin markt én overheid in korte tijd samen veel leren. In het licht van de terugtredende overheid maken we afspraken over de nieuwe rolverdeling tussen publiek en privaat. Daarnaast ontwikkelen we nieuwe technische specificaties en standaarden die nodig zijn om in de nabije toekomst de introductie van de zelfsturende auto mogelijk te maken.’
Razendsnelle vertaling Er zijn 7 consortia die op 3 verschillende percelen aan deeloplossing en werken. Uiteindelijk werken ze samen naar één totaaloplossing toe. Dat is een systeem dat beginnende files voorspelt en detecteert, deze informatie razendsnel vertaalt in een persoonlijk rijadvies en dat van auto naar auto doorgeeft. Een systeem dat zowel technisch als organisatorisch enorm complex is. 65
Minder verkeersdoden
‘De zelfrijdende auto gaat er sowieso komen, de vraag is alleen wanneer’
Bram Hendrix, beleidsadviseur van de provincie Noord-Brabant: ‘Het mooie is dat je in dit project in het klein tegen vraagstukken aanloopt die je ook in het groot moet oplossen. Bijvoorbeeld: de detectielussen in het wegdek registreren de rijsnelheid. Die informatie moet real-time beschikbaar worden gesteld aan private partijen. Maar hoe kun je de informatie aftappen? Hoe kun je die real-time vertalen naar een persoonlijk rijadvies dat zowel in de backoffice als in iemands voertuig zichtbaar is? Hoe kun je routeplanners van verschillende leveranciers met elkaar laten communiceren? Je moet natuurlijk voorkomen dat rijadviezen tegenstrijdig zijn. De vraag is ook hoe je het verdienmodel kunt inrichten. De serviceproviders zullen zich willen onderscheiden om klanten te trekken, maar hoe moeten ze dat doen? Je kunt door een rustiger rijgedrag op jaarbasis vele verkeersdoden voorkomen. Maar leggen serviceproviders de nadruk op veiligheid of rijcomfort? En misschien wil de overheid een advies wel kunnen overrulen.’
Dilemma’s scherp krijgen Dit project maakt het vraagstuk van de terugtredende overheid tastbaar. Pierre van Veggel:
66
‘Wegbeheerders hebben nu het monopolie over verkeersmanagement maar willen dat meer aan de markt overlaten. Ze willen echter wel het maatschappelijk belang bewaken. Dat roept de vraag op wie eigenaar is van welke data. Je zult je moeten afvragen welke data voor iedereen toegankelijk moeten zijn, bijvoorbeeld vanwege de verkeersveiligheid. En welke data mogen dan verkocht worden door de marktpartijen? Door een project als dit krijgen we deze en andere dilemma’s scherp.’
Exportproduct De pilot Spookfiles is een initiatief van het platform Beter Benutten. Daarnaast past het in een grensoverschrijdend project waarin Nederland, Duitsland en Oostenrijk zoeken naar nieuwe technologieën om de doorstroming op de snelwegen te verbeteren. Kortom: belangstelling genoeg. Ook van de markt, want voor de 11 plaatsen in het project kwamen 28 inschrijvingen binnen. Hendrix: ‘De zelfrijdende auto gaat er sowieso komen, de vraag is alleen wanneer. Met een project als dit willen we die ontwikkeling versnellen. En we maken een product dat we wereldwijd kunnen exporteren.’ Bram Hendrix -
[email protected] Pierre van Veggel -
[email protected] 67
ONTWERP
Nieuwe dorpshuis Zwanenburg: de gebruikers hebben het laatste woord Erik Tetteroo
Het nieuwe dorpshuis van Zwanenburg gaat onderdak bieden aan een ontmoetingscentrum, bibliotheek en sporthal. De planvorming verliep aanvankelijk moeizaam. Ontwerpen voor het stedenbouwkundig kader leden schipbreuk door een gebrek aan draagvlak. De gemeente Haarlemmermeer wilde daarom bij het nieuwe ontwerp gebruikers en omwonenden maximaal betrekken. APPM ontwierp een proces waarin gebruikers het laatste woord kregen en de professionaliteit en haalbaarheid stevig geborgd werden. 68 Architect Jan Klomp van Heren 5 en APPM’er Erik Tetteroo
69
‘De betrokkenheid van de inwoners is groot. Daar ben ik trots op!’ Erik Tetteroo
70
Voor de begeleiding van het ontwerpproces richtten we drie groepen in: één met gebruikers, één met omwonenden (voor de openbare ruimte) en één met ambtelijk deskundigen. Zij stelden gezamenlijk een functioneel en technisch programma van eisen op, waarbij de professionals met name naar de technische specificaties, duurzaamheidseisen en het budget keken. Erik Tetteroo, die namens APPM het proces ontwierp en begeleidde: ‘Een plan dat meer dan 5% boven budget zou zijn, zou sowieso afvallen. We wilden voorkomen dat er een mooi maar
onbetaalbaar ontwerp naar buiten zou komen. Dat leidt alleen maar tot teleurstellingen.’
PUBLIEKSENQUETE Vijf architectenbureaus werden geselecteerd om op basis van het programma van eisen het dorpshuis en de openbare ruimte te ontwerpen. Voor de openbare ruimte mochten ze een landschapsarchitect inschakelen. Van de vijf ontwerpen scoorden er twee duidelijk beter dan de rest. Die gingen door naar de finale: de publieksenquête. Tetteroo: ‘We
wilden zoveel mogelijk bewoners verleiden mee te doen. We hebben daarom vooraf afgesproken dat de enquête pas vanaf 250 deelnemers zou meetellen. Bij 250 deelnemers voor 25%, bij 500 voor 50% en bij 750 deelnemers voor 75%. Bij 1000 deelnemers of meer zou de publieksenquête volledig bepalend zijn. Betrokkenen vreesden dat we geen 250 stemmen zouden binnenhalen. Ik wilde dat risico graag nemen. Uiteindelijk brachten maarliefst 1080 mensen hun stem uit. De betrokkenheid van de inwoners bleek overweldigend. En daar ben ik trots op!’ 71
ZORGVULDIG EN TRANSPARANT Heren 5 architecten kwam overtuigend als winnaar uit de bus. Wat vond Jan Klomp van Heren 5 van het proces? ‘Het was zorgvuldig en transparant. Een externe calculator rekende de kosten van de vijf inzendingen door. Dat vind ik correct, dan ga je geen appels met peren vergelijken. Alle partijen kregen de beoordeling van de selectiecommissie op een spreadsheet te zien. Er zijn dan ook geen bezwaren tegen de uitslag gemaakt.’
PARTICIPATIEMAATSCHAPPIJ Volgens Klomp wordt nauwe samenwerking met gebruikers steeds normaler. ‘We leven in een participatiemaatschappij.’ Een programma van eisen noemt hij geen dichtgetimmerd controlemiddel maar een startdocument. ‘Het is vaak het resultaat van compromissen. Na opstelling ervan gaan we zo snel mogelijk met de gebruikers aan tafel om een verdiepingsslag te maken. Wat ik wel bijzonder vond, was dat in Zwanenburg het publiek het laatste woord had. Dat heb ik niet eerder meegemaakt.’ 72
BEGRIJPELIJKE TAAL En wat hij geleerd heeft? ‘Voorafgaand aan de publieksenquête was er een zeer druk bezochte informatieavond. We hebben ons best gedaan geen architectentaal te presenteren en onze ideeën voor iedereen begrijpelijk te maken. Het is ook eigenlijk absurd dat je een onderscheid maakt tussen twee verschillende talen. Je zou je altijd zo in de gebruiker moeten verplaatsen.’
Jan Klomp
[email protected] Erik Tetteroo
[email protected] 73
Nederland mooier maken
74
Marksingel 2c 4811 NV Breda 076 5210639
Redactie: Anne Verschraagen en Pepijn van Wijmen Tekst: Vincent Westzaan Vormgeving: Hope & Glory Alles uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of overgenomen onder voorwaarde van bronvermelding.
APPM werkt aan een mooier Nederland. We streven naar een leefbare, bereikbare, klimaatbestendige, waterrijke en duurzame samenleving.
Spicalaan 8 2132 JG Hoofddorp 023 5621630
Colofon
appm.nl
[email protected]
Röntgenlaan 19c 2719 DX Zoetermeer 079 3600044 75
BOUW MEE AAN EEN BETERE TOEKOMST!
Wereldwijd wonen anderhalf miljoen mensen in een Habitat huis. Elke 13 minuten helpen we weer een gezin aan een dak boven hun hoofd. Helpt u mee?
76