Urgenda visie 2050
Voor veel mensen is duurzaamheid allang geen vaag begrip meer, maar een wenkend perspectief. Een realiteit die we in Nederland in pakweg veertig jaar kunnen bereiken. Duizenden mensen werken daar nu al aan en zijn actief op het gebied van onder andere duurzame energie, voeding, kleding, energieleverende bouw, zilte landbouw of elektrisch vervoer. Urgenda denkt dat we meer snelheid kunnen bereiken als we al deze initiatieven voorzien van een gezamenlijk perspectief , waardoor we ongeveer dezelfde kant op bewegen. Geen blauwdruk van hoe het moet, maar laten zien hoe het kán. Stap voor stap, met volle kracht vooruit.
Nederland duurzaam in 2050 De noodzaak om te verduurzamen is groter dan ooit: Nederland staat voor een enorme fysieke en sociale opgave. Er is een grote druk op de beschikbare ruimte, met hardnekkige problemen zoals luchtverontreiniging, verkeersopstoppingen, wateroverlast en verrommeling. Alsof dit al niet genoeg is, zijn er over ongeveer twintig jaar ook nog eens een miljoen meer mensen, meer huizen, de helft meer auto’s en drie keer zoveel vliegtuigen. Bovendien komt de komende jaren het wassende water aan alle kanten op ons af en leidt het veranderende klimaat tot meer droogte en hitte. Grondstoffen zoals olie raken op en de landbouwopbrengsten lopen terug door schaarste aan fosfor. Ook in sociaal opzicht verandert Nederland ingrijpend. In 2037 is één op de twee Nederlanders ouder dan 50 jaar, bestaat een kwart van de bevolking uit 65-plussers en een derde uit ‘nieuwe Nederlanders’. De behoefte aan zorg neemt explosief toe en legt een enorme druk op de sociale zekerheid en de verzorgingsstaat. Urgenda gaat – samen met heel veel andere partijen – de uitdaging aan om te laten zien hoe het anders kan. We willen laten zien hoe we de komende jaren op een aantrekkelijke manier met elkaar ons land duurzaam kunnen bewonen, rekening houdend met het veranderende klimaat, de sociale opgaven en met respect voor ecosystemen. Hiervoor zijn
2
grondige herzieningen nodig van onze maatschappelijke stelsels, van de energievoorziening, de watervoorziening, de voedselvoorziening, de gezondheidszorg, sociale zekerheid, verkeer en vervoer en de ruimtelijke ordening. Deze transities vinden niet van de ene op de andere dag plaats. Als we klein beginnen bij de koplopers, de kansrijke projecten opschalen en daar steeds meer snelheid in bereiken, zijn we op weg naar een doorbraak. Een transitie laat zich immers niet plannen. Je kunt wel proberen hem te beïnvloeden. Dit vraagt om nieuwe rollen en werkwijzen, nieuwe sturingsvormen tussen markt en maatschappij in en een steeds actiever wordende groep burgers en bedrijven. Urgenda wil graag faciliteren dat actieve burgers, maatschappelijke organisaties, overheden en bedrijven elkaar vinden. Over de visie in dit boekje willen we dan ook met hen in gesprek. Samen kunnen we het beeld van een duurzaam Nederland verder inkleuren en activiteiten ontwikkelen om dit beeld dichterbij te brengen. 2050 is ver weg. Daarom hebben we de visie voor de lange termijn ook vertaald in doelen voor de middellange termijn. Het is immers zaak nú aan praktische resultaten te werken. Als bijlage bij dit boekje hebben we ons actieprogramma gevoegd. Om een duurzaam Nederland te bereiken is ieders inbreng noodzakelijk. Doet u mee?
In een circulaire economie vormt afval grondstof voor nieuwe producten.
Achter brede energie opwekkende dijken vindt zilte landbouw plaats, erin ondergrondse vormen van vervoer.
3
Reusachtige windmolenparken op zee zijn een icoon en exportproduct van dezelfde allure als de Deltawerken en vormen de hoekstenen van natuurgebieden waar niet gevist mag worden.
We maken een transitie door van een verspillende economie die gebaseerd is op fossiele brandstoffen, naar een circulaire economie, gebaseerd op duurzame energie en groene grondstoffen.
Nieuwe economie: waar verdienen wij ons geld mee? Circulair In onze nieuwe, groene economie produceren en consumeren wij goederen, materialen en energie op een schone, eerlijke en veilige manier. Schoon betekent dat we geen gebruik maken van fossiele brandstoffen (olie, kolen en gas) maar alleen van schone energie, zoals zonne- en windenergie, aardwarmte en bepaalde soorten biobrandstof. Nederland heeft een CO2-vrije energievoorziening die robuust, betrouwbaar, leveringszeker en betaalbaar is. Voor de kust staan 25 grote windparken met elk 200 windmolens van 10 MW. Grote zonne-energieparken in de Sahara met een nieuw energienetwerk zullen op Europees niveau een deel van de grootschalige energiebehoefte gaan leveren, naast windparken op de Noordzee. De economie is circulair omdat afval de grondstof vormt voor nieuwe producten: elk onderdeel van elk product is opnieuw bruikbaar of biologisch afbreekbaar. Op deze manier produceren we nauwelijks nog afval. In 2050 is de economie ook biobased, wat wil zeggen dat we geen aardolie meer gebruiken, maar ‘groene grondstoffen’ op basis van planten en restproducten. De chemische industrie is daarmee volledig vergroend.
4
In Nederland is een nieuwe maak- en kennisindustrie ontstaan rondom duurzaamheid met als speerpunten: klimaatadaptief ontwikkelen, deltatechnologie, drijvend bouwen, groene chemie en duurzame kennis. Groene diensten zijn er in vele soorten en maten, spelen een belangrijke rol in de nieuwe economie én dragen bij aan de mondiale welvaart. Rondom deze nieuwe maakindustrie zijn op grote schaal combinaties van leren, werken en ondernemen ontstaan, waar leerlingen onderwijs krijgen in alle aspecten van duurzaamheid en die tegelijk in de praktijk brengen. In 2050 werken we langer door, betaald en onbetaald. Arbeidsrelaties zijn flexibel geworden. Bruto Nationaal Welzijn Het economische en fiscale systeem is zó ingericht dat je een eerlijke prijs betaalt voor het onttrekken van de natuurlijke ‘kapitaalvoorraden’, zoals grondstoffen, aan de aarde. Schaarse grondstoffen worden duurder. In de aanloop naar een compleet nieuwe inrichting van de economie heeft belasting op vervuilende producten en diensten, de uitstoot van broeikasgassen en andere controleerbare bronnen een belangrijke rol gespeeld. Het Bruto Nationaal Product heeft plaatsgemaakt voor het Bruto Nationaal Welzijn. Bedrijven en
In 2050 kennen we nieuwe beroepen als daktuinman en stadsboer.
5
andere organisaties zijn niet langer gericht op onbeperkte groei en winst, maar op begrensde, kwalitatieve groei. In 2050 besteden we een flink deel (25%) van ons inkomen aan zorg. Ook aan voedsel (20%), wonen en mobiliteit (40%) besteden we meer geld dan nu. Energiefabriekjes Alle huizen en kantoren zijn in 2050 kleine energiefabriekjes geworden, voor zichzelf en voor de nabije omgeving. Alle oppervlakten worden benut voor verschillende doeleinden en leveren geld op, van energieopwekking (zonnepanelen op gebouwen, boten, dijken, etc.) tot het afvangen van fijnstof (daken en gevels met planten die daarvoor zorgen). De ondergrond wordt ook veel beter benut, bijvoorbeeld voor parkeren, vervoer en opslag en levert ook energie. Veel daken worden gebruikt als ontwikkelingsgebied, voor onder meer landbouw of recreatie. Hierdoor zijn nieuwe beroepen ontstaan als daktuinman of waterbuschauffeur. We exporteren veel kennis over wonen, werken en bouwen op en rond het water. Drijvende steden en wijken, wegen en parken zijn een Nederlandse vinding en zijn overal ter wereld terug te zien. Brede dijken waarop je kunt wonen en werken zijn normaal geworden.
6
Coöperaties Ook organiseren mensen sommige aspecten van het leven in de vorm van kleinere verbanden, zoals gemeenschappen en coöperaties. Hierbinnen zijn buurtbewoners actief met lokale energie-opwekking, voedsel verbouwen of het gezamenlijk regelen van de zorg voor de oude dag. ‘Samenredzaamheid’ is hierbij een belangrijk begrip. Professionale zorg door zogenaamde maatschappelijke zorgondernemingen vult informele zorg vanuit buurt en familie aan. Ook zijn er op buurtniveau veel gezamenlijke diensten zoals wasserijen, catering, accu-omruilpunten, apparaatverhuur in de wijk en is er een levendige lokale ruileconomie.
Leerpark Dordrecht In Dordrecht werken gemeente, scholen, bedrijven en woningcorporaties samen in een duurzame en innovatieve leer-werkomgeving: het Leerpark Dordrecht. Het hart van de wijk wordt gevormd door het Da Vinci College, een ROC-MBO school met 9000 leerlingen. Doordat woningen, leerwerkbedrijven, een brandweerkazerne, detailhandel, sportgebouwen, etc. ook een plek in deze wijk krijgen, leren leerlingen in de praktijk zorg aan huis te verlenen, werkervaring op te doen bij bedrijven, etc. Op het terrein komt ook de Duurzaamheidsfabriek: een gebouw waarin startende ondernemers, groene investeerders en jong technisch talent elkaar kunnen ontmoeten. Hier worden duurzame producten en productiemethoden uitgeprobeerd en ontwikkeld en wordt o.a. de nieuwe generatie duurzame lassers, machinebouwers en installateurs opgeleid voor de nieuwe, groene maakindustrie. Dergelijke combinaties van wonen-werken-leren ontstaan ook op universitair gebied. Urgenda heeft Leerpark Dordrecht als icoonproject omarmd.
Doelstellingen 2020 Onze energie komt voor 40% van duurzame bronnen (wind, zon, aardwarmte en 2e en 3e generatie biomassa). Er staan 1000 offshore windmolens voor de kust van de Randstad. n Er zijn nieuwe beroepen zoals daktuinman, mobiliteitsmakelaar en waterbuschauffeur. n Grote zorginstellingen maken steeds vaker plaats voor kleinschalige zorg. n
Onze chemische industrie is in 2050 volledig biobased
We maken een transitie door van energieverslindende woningen en gebouwen naar energieleverende en groene woningen en gebouwen.
Hoe wonen wij? Energieleverend In de gebouwde omgeving wekken woningen, kantoren en kleine fabrieken hun eigen duurzame energie op, waarmee deze gebouwen worden verwarmd, gekoeld en voorzien van elektriciteit voor apparaten en elektrische vervoersmiddelen. Dankzij een grootschalig offensief is de woningvoorraad sinds 2020 voor het grootste deel al energieneutraal. We halen onze energie uit de zon, de wind, de aarde (geothermie) en restwarmte. In 2050 zijn alle straten, dorpen en steden in Nederland volledig energieneutraal en in veel gevallen energieleverend. Er zijn vervangers voor cement en beton die in de productie nauwelijks CO2-uitstoot veroorzaken. In 2050 gebruiken we in de bouw alleen hernieuwbare of gerecyclede grondstoffen. Ook worden gebouwen zodanig gebouwd dat ze iedere 10 jaar een nieuwe functie kunnen krijgen en er anders uit kunnen zien, zonder verlies aan bouwmaterialen en zonder (sloop)afval. Rond gebouwen zijn waterkringlopen en hergebruikmogelijkheden voor afval en andere restproducten, waardoor er geen riool meer nodig is.
8
Groen We wonen steeds vaker in en nabij het groen. Steden zijn, onder andere door veelvuldige toepassingen van daktuinen, groener geworden. Woningen, kantoren, gebouwen en buitenruimten zijn schoon en groen en dragen bij aan de gezondheid en het welzijn van mensen. Mensen voelen zich thuis en verbonden met de omgeving waarin ze wonen, werken en leven. In delen van Nederland woont men meer op en rond het water, variërend van drijvende huizen tot drijvende steden. Daarentegen kiezen sommige mensen er ook voor om op hoger gelegen gebieden te gaan wonen. Stukken van Nederland zijn dunbevolkt geworden, maar zeer interessant voor toerisme door een nieuwe, ruige natuur en mooie landschappen.
Doelstellingen 2020 n Alle nieuwbouwhuizen worden duurzaam gebouwd en energieleverend; alle oudbouw is energieneutraal. n Het eerste voorbeeld van drijvend wonen is gerealiseerd: de drijvende stad in Rotterdam (zie p. 15). n Er zijn 1000 klimaatneutrale straten.
Wonen in het landschap.
Een nieuw aangezicht van Amsterdam?
De Wijk van Morgen Op het Avantis Science European and Business Park in Heerlen/ Aachen bouwt Hogeschool Zuyd de ‘Wijk van Morgen’. De woningen moeten een voorbeeld zijn van duurzaam bouwen en toepasbaar zijn in de reguliere bouw. De ambitie is om energieneutraal te zijn, alleen hernieuwbare dan wel gerecyclede materialen te gebruiken, vervoer zonder fossiele brandstoffen mogelijk te maken en met de bouw de lucht en het water niet onnodig te vervuilen. Ook wil de ‘Wijk van Morgen’ een voorbeeldfunctie vervullen op het gebied van het combineren van wonen & werken, wonen & zorg en wonen & mobiliteit. Door deze unieke samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, leren studenten in de praktijk. Op zijn beurt kan Hogeschool Zuyd een impuls geven aan duurzame innovaties en bedrijvigheid in de regio en versterking van de wijken in omringende steden. De woningen moeten in 2011 gereed zijn. Kijk op www.dewijkvanmorgen.nl
9
We maken een transitie door van individueel vervoer aangedreven door fossiele brandstoffen, naar hybride en flexibele vormen van personenvervoer. Voertuigen worden grotendeels aangedreven door elektriciteit. Vrachtvervoer en ander grootschalig vervoer beweegt ook op waterstof en vindt meer dan nu over water plaats.
Hoe verplaatsen wij ons? Dienst Mobiliteit is een dienst geworden, die op maat wordt geleverd door mobiliteitsmakelaars. Mensen kunnen mobiliteit huren of inkopen: je geeft aan wat je wilt (snelheid, comfort (‘met croissantje’), service, goedkoop, met wie je wilt reizen, etc.) en de mobiliteitsmakelaar geeft je een scala aan mogelijkheden en prijzen van deur tot deur en regelt je vervoer via een reismenu op maat. Een reismenu kan per individu of groep of bedrijf worden samengesteld. De makelaar regelt alles en daar betaal je voor. Veel mensen hebben geen eigen auto, wegenbelasting en andere kosten meer, dus dat is geen enkel probleem. Een auto is niet langer een statussymbool. In 2050 is de samenleving veel flexibeler geworden. Het werken van 9 tot 5 is niet langer de standaard; mensen werken vaker op plekken en tijden dat het hen uitkomt en wanneer zij dit kunnen combineren met andere bezigheden in hun leven. Werknemers die fysiek aanwezig moeten zijn op hun werkplek zoals verplegers, onderwijzers, fabrieksarbeiders, etc. reizen op verschillende manieren, zonder files naar hun werk. Anderen werken vaker thuis en communiceren via allerlei moderne media op grote afstand van elkaar, waarbij ze elkaar zien en zelfs voelen. Op bepaalde tijden zijn er fysieke ontmoetingen in werkcafé’s en ontmoetingslounges. Metamorfosemobielen Er zijn vele nieuwe vormen van vervoer en het onderscheid tussen collectief en individueel vervoer is verdwenen. 10
Mensen beschikken over kleine elektrische voertuigen, de zogenaamde metamorfosemobielen: kleine, zelfsturende voertuigen voor 1 á 2 personen die uitbreidbaar zijn tot mobielen voor 8-12 mensen. Metamorfosemobielen zijn aan- en afkoppelbaar, ook met andere soortgelijke voertuigen. Ze kunnen niet botsen en vormen treintjes op de weg. Je kunt ze huren, leasen, kopen of delen met anderen. Zo kun je grote en kleinere groepen snel vervoeren. In de drukbevolkte gebieden rijdt een geavanceerd lightrail-systeem, voor lange en korte afstand, met een hoge dichtheid en regelmatige diensten. Viegtuigen gebruiken geen fossiele brandstoffen meer, maar vliegen met behulp van accu’s of op algen. Zo is ook het vliegverkeer klimaatvriendelijker geworden.
In de stad verplaatsen we ons vooral elektrisch.
Doelstellingen 2020 Er rijden 1 miljoen elektrische voertuigen in Nederland. Er is grootschalige opwekking van windenergie op zee en een slim netwerk, waardoor auto’s fungeren als opslagplaats voor windenergie en genoeg overhouden voor eigen gebruik. n De rest van het wagenpark rijdt op groen gas en 2e en 3e generatie vloeibare biobrandstoffen. Waterstof wordt steeds meer toegepast voor bus- en vrachtvervoer en is met de bijbehorende infrastructuur nog in ontwikkeling. n 50% van de mensen heeft een mobiliteitspas en reist zo duurzaam mogelijk. n n
De Utrechtse baan bij Den Haag in 2050: we verplaatsen ons met Lightrail, superbussen en metamorfosemobielen, de stad is vergroend en levert energie.
11
We maken een transitie door van dierlijke naar plantaardige eiwitten en van intensieve naar kleinschalige (duurzame) landbouw in combinatie met natuurbeheer.
Waar halen we ons voedsel vandaan? Bewust In 2050 zijn mensen zich, mede door goed onderwijs, bewuster van het effect van voeding. Enerzijds op hun gezondheid, anderzijds op het milieu en op dieren en mensen die bij de productie betrokken zijn. We letten beter op wat we eten en daardoor is een aantal welvaartsziekten afgenomen. Ook ons menu is veranderd. We eten nog maar weinig (rood) vlees en de meerderheid is vegetariër. Er wordt meer (duurzaam gekweekte) vis gegeten en onze eiwitten komen vaker uit plantaardige bronnen. Algen zijn, naast bron van duurzame energie, een belangrijk voedingsmiddel geworden. Nederland is koploper in de ontwikkeling en productie van nieuwe duurzame eiwitpoducten. Ook is kwalitatief goed voedsel meer waard geworden: we besteden er ruim 20% van ons inkomen aan. We eten meer voedsel uit de regio. Voedingsmiddelen die nog wel van ver komen worden goed betaald, zodat lokale boeren er een eerlijk inkomen aan hebben en duurzaam kunnen telen zonder chemische bestrijdingsmiddelen, slechte arbeidsomstandigheden of kinderarbeid. We hebben nog bijna net zoveel landbouwareaal als vroeger, maar met veel minder boeren. Boeren zijn meer dan nu natuurbeheerders geworden. Dit heeft gezorgd voor een nieuwe dynamiek op het platteland en nieuwe groene werkgelegenheid. Zilte landbouw heeft een volwaardige
12
plaats verworven in de Nederlandse landbouw: 10% van het landbouwareaal wordt hiervoor gebruikt. Gewassen als zilte zeekool, zeekraal en zilte broccoli hebben een plek gekregen in ons menu. Uiteraard blijven we een deel van ons voedsel importeren. Granen en bonen komen vooral uit de ons omringende landen zoals Engeland, Duitsland en Frankrijk en zijn onderdeel van Noord-Westeuropese kringlopen. In en rond de steden is stadslandbouw ontstaan: sommige mensen telen hun eigen voedsel in gezamenlijke moestuinen en kassen, ook op daken van gebouwen. Duurzaam geteelde groenten, fruit en bloemen zijn nog steeds belangrijke Nederlandse exportproducten en dragen daarmee bij aan de mondiale welvaart en voedselzekerheid.
In de nieuwe McBio kun je, naast biologisch fastfood, ook ‘slow’, gezond en lekker eten..
Zilte zeekool Op Texel experimenteert men, net als in Zeeland, met de (ecologische) teelt van zilte gewassen. De teelt van zilte zeekool is daarvan een voorbeeld. Maar men experimenteert ook met kleinschalige verduurzamingstechnieken – drogen, vriesdrogen – om zilte gewassen, zoals zeekraal, zeeaster en zeekool, gebruiksklaar te maken als kruid of smaakversterker in de keuken. De Vrije Universiteit van Amsterdam, de Universiteit van Wageningen en de Provincie Noord-Holland zijn ook nauw betrokken bij deze projecten. Kijk op www.zeekool.nl.
Doelstellingen 2020 Drie dagen per week vervangen we vlees; we eten meer duurzaam gekweekte vis en meer plantaardig voedsel. n In alle sportkantines, bedrijfskantines en openbare gebouwen wordt duurzaam gegeten. n Een derde van het voedselaanbod in de supermarkten is duurzaam. n
In 2050 wordt 10% van ons landbouwareaal gebruikt voor zilte landbouw.
13
Urgenda is een actie-organisatie voor innovatie en duurzaamheid. Onze missie is: Nederland samen sneller duurzaam maken. Dat doen we vanuit een groot gevoel van urgentie, aan de hand van een concrete agenda.
Over Urgenda Deze lange termijn visie kan richting geven aan de vele duurzaamheidsinitiatieven die er al zijn. Ons actieprogramma, met concrete doelen per jaar van nu tot 2050, willen we samen met veel partijen realiseren. Het Urgenda platform, bestaande uit bekende en onbekende koplopers uit bedrijfsleven, overheid, maatschappelijke organisaties, de wetenschap en groepen ondernemende burgers is daarin met ons actief. Ook helpt Urgenda waar mogelijk bestaande duurzame initiatieven te versnellen door barrières te slechten (juridisch, mentaal, financieel, organisatorisch) en goede projecten op te schalen. Met allerlei partners starten we activiteiten om duurzame ontwikkelingen te versnellen. In iedere regio zoeken we de koplopers en proberen deze te verbinden in regionale Urgenda-netwerken samen met onze lokale ‘regiospinner’. Met dat doel touren we door alle regio’s van Nederland en zijn we initiatiefnemer van de Dag van de Duurzaamheid. Daarnaast willen we laten zien wat duurzaamheid concreet inhoudt. Daarom steunen wij grote zichtbare icoonprojecten die tot de verbeelding spreken, zoals Duurzaam Texel, elektrisch vervoer, een drijvende stad en een duurzaam Leerpark. In regionale Urgenda-projecten laten we zien hoe je bijvoorbeeld een stationsgebied duurzaam kunt ontwikkelen,
14
of hoe de regio Schiphol eruit zou kunnen zien in 2030. Dit zijn vaak integrale duurzame gebiedsontwikkelingen. Urgenda wil van Nederland een proeftuin maken, waarin innovatie en duurzaamheid gelijk op kunnen gaan. Duurzaamheid kan mooi, spannend, rendabel en uitdagend zijn! Startend vanuit duizenden koplopers overal in Nederland, willen we graag anderen inspireren om ook actief te worden. Hun verhalen spreken anderen tot de verbeelding. Urgenda wil een netwerk zijn waar duurzame denkers en doeners zich thuisvoelen. Samen laten we zien: er bestaat al een grote duurzaamheidsbeweging en die kan nog veel groter worden!
Zou dit het wonen van de toekomst worden?
Drijvende stad De stadshavens in Rotterdam vormen een gebied van 1600 hectare, waar ruimte vrijkomt voor het ontwikkelen van nieuwe woon-werk-recreatie gebieden. Rotterdam maakte samen met Urgenda een plan met duurzaamheid als leidend principe. Onderdeel hiervan is een duurzame drijvende stad, waarbij we de omslag in het denken maken van water als vijand naar water als metgezel. De duurzame drijvende stad moet in 2020 realiteit zijn. Vooruitlopend op deze drijvende stad is vanaf het voorjaar van 2010 reeds het eerste drijvende tentoonstellingspaviljoen geopend, bestaande uit drie drijvende halve bollen. Urgenda, die de drijvende stad als een van haar icoonprojecten koos, ziet toe op de duurzaamheidsaspecten zoals de gebruikte materialen, de flexibiliteit en de inrichting. Het paviljoen zal in hoge mate in zijn eigen energiebehoefte voorzien en zijn eigen toiletwater zuiveren.
Vele duizenden mensen steunen Urgenda, waaronder leden van ons platform zoals Jan Rotmans (oprichter en voorzitter Stichting Urgenda, hoogleraar transities naar duurzaamheid EUR), Peter Bakker (CEO TNT), Pier Vellinga (bestuur Urgenda, hoogleraar klimaatverandering WUR en VU), Coen van Oostrom (CEO OVG), Natasja van den Berg (praktisch idealisme), Wubbo Ockels (TU Delft), Beau van Erven Dorens, Jaap Dirkmaat (Vereniging Nederlands Cultuurlandschap), Jeroen de Haas (CEO Eneco), Annemarie Rakhorst (CEO Search BV), Ingrid Zeegers (Philips), Helga van Leur (RTL).
Voorbeeld van drijvend wonen en vervoer.
15
Colofon Dit is een uitgave van: Stichting Urgenda Keizersgracht 253 1016 EB Amsterdam Tel. 020 - 33 00 566
Tekst: Stichting Urgenda Beeld: KuiperCompagnons, Rotterdam Vormgeving: i am, Annemarike Pieterse Productie: Ecodrukkers, Nieuwkoop Gedrukt op Reviva Print, 100% recycled papier.
Meer informatie: Kijk op www.urgenda.nl of mail naar
[email protected] © Januari 2010
Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt door: