VermogensParapluFonds

VermogensParapluFonds

ProsPectus


ProsPectus

VermogensParapluFonds Inhoudsopgave 1.

Belangrijke informatie

4

2.

Algemene informatie

6

3.

Inleiding

8

4.

Kenmerken van VermogensParapluFonds

9

5.

Beleggingsbeleid

12

6.

Risicofactoren

14

7.

Uitgifte en inkoop deelnemingsrechten in het Fonds

15

8.

Kosten en vergoedingen

16

9.

Uitkeringsbeleid en waarderingsgrondslagen

18

10. Fiscale aspecten VermogensParapluFonds

20

11. Overige informatie

22

12. Assurance-rapport

24

13. Fondsvoorwaarden VermogensParapluFonds

25

14. Statuten beheerder

37

15. Statuten juridisch eigenaar

43

Supplementen

48

Prospectus juli 2015

3

VermogensParapluFonds 1. Belangrijke informatie Aan deelnemingsrechten in VermogensParapluFonds zijn financiële kansen, maar ook financiële risico's verbonden. De (potentiële) beleggers van VermogensParapluFonds dienen kennis te nemen van de volledige inhoud van dit prospectus en van alle bij dit prospectus behorende supplementen, alvorens een beleggingsbeslissing te nemen ten aanzien van deelnemingsrechten in VermogensParapluFonds. Dit prospectus en de bij dit prospectus behorende supplementen zijn geen aanbod tot het verkrijgen van deelnemingsrechten of andere financiële instrumenten en zijn geen uitnodiging tot het doen van een dergelijk aanbod, maar zijn slechts een omschrijving van het aanbod van deelnemingsrechten van verschillende series en klassen en bevat de gegevens die voor (potentiële) beleggers noodzakelijk zijn om zich hierover een verantwoord oordeel te kunnen vormen. De afgifte en verspreiding van dit prospectus en de bij dit prospectus behorende supplementen, alsmede het aanbieden, verkopen en leveren van deelnemingsrechten kunnen in jurisdicties buiten Nederland onderworpen zijn aan (wettelijke) beperkingen. Personen die in het bezit komen van dit prospectus en de bij dit prospectus behorende supplementen, worden verzocht zich op de hoogte te stellen van die beperkingen en zich daaraan te houden. Dit prospectus en de bij dit prospectus behorende supplementen, zijn eveneens geen aanbod tot het verkrijgen van deelnemingsrechten of andere financiële instrumenten en zijn geen uitnodiging tot het doen van een dergelijk aanbod, of een verzoek om in te schrijven op enig deelnemingsrecht in enige jurisdictie waar dit volgens de aldaar toepasselijke regelgeving niet geoorloofd is. VermogensParapluFonds is niet aansprakelijk voor schending van dergelijke regelgeving door een ander, ongeacht of deze een mogelijke belegger is of niet. Iedere eindbelegger (uiteindelijke belanghebbende) kan slechts deelnemen, direct of indirect, in

VermogensParapluFonds nadat VermogensParaplu Beheer B.V. zijn/haar identiteit heeft vastgesteld en deze identiteit heeft geverifieerd op een manier zoals bepaald door VermogensParaplu Beheer B.V. Deelnemingsrechten in VermogensParapluFonds mogen niet aangeboden, verkocht of geleverd worden aan 1) natuurlijke personen woonachtig in de Verenigde Staten, ongeacht of deze personen rekeninghouder of uiteindelijke belanghebbende zijn en/of 2) overige natuurlijke personen of rechtspersonen waarvan het inkomen en/of de inkomsten, ongeacht de herkomst, onder de inkomstenbelasting van de Verenigde Staten valt en/of personen die vallen onder de definitie van 'US persons' als bedoeld in Regulation S of the US Securities Act of 1933 en/of de US Commodity Exchange Act, beide zoals gewijzigd van tijd tot tijd. Ten aanzien van alle in dit prospectus en de bij dit prospectus behorende supplementen opgenomen verwijzingen naar (verwachte) rendementen geldt dat de waarde van een deelnemingsrecht van elke serie en klasse kan fluctueren en dat in het verleden behaalde resultaten geen garantie bieden voor de toekomst. Ten aanzien van toekomstgerichte verklaringen geldt dat deze naar hun aard risico's en onzekerheden inhouden aangezien ze betrekking hebben op gebeurtenissen en afhankelijk zijn van omstandigheden die zich in de toekomst al dan niet zullen voordoen. Met uitzondering van VermogensParaplu Beheer BV is niemand gemachtigd informatie te verschaffen of verklaringen af te leggen die niet in dit prospectus en de bij dit prospectus behorende supplementen zijn opgenomen. Indien zodanige informatie is verschaft of zodanige verklaringen zijn afgelegd, dient op dergelijke informatie of dergelijke verklaringen niet te worden vertrouwd als zijnde verstrekt of afgelegd door VermogensParaplu Beheer BV. De afgifte van dit prospectus en de bij dit prospectus behorende


4


supplementen houden onder geen enkele omstandigheid in dat de in dit prospectus en de bij dit prospectus behorende supplementen vermelde informatie ook op een later tijdstip dan de datum hiervan nog juist is. VermogensParaplu Beheer BV zal de gegevens in dit prospectus en de bij dit prospectus behorende supplementen actualiseren zodra daartoe aanleiding bestaat. Uitsluitend VermogensParaplu Beheer BV is verantwoordelijk voor dit prospectus en de bij dit prospectus behorende supplementen. De (potentiële) beleggers van VermogensParapluFonds worden geadviseerd hun eigen fiscaal en financieel adviseur te raadplegen voor advies over de fiscale respectievelijk financiële aspecten van het houden van deelnemingsrechten in VermogensParapluFonds. Op dit prospectus en de bij dit prospectus behorende supplementen is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.


5

VermogensParapluFonds 2. Algemene informatie Beheerder

VermogensParaplu Beheer BV Amstelplein 1, Rembrandt Tower 30e verdieping Postbus 94368 1090 GJ Amsterdam tel: 020 4222252 fax: 020 4222262 www.vplu.nl

VermogensParaplu Beheer BV is beheerder van een beleggingsinstelling in de zin van de Wet op het financieel toezicht (Wft) en voert het beheer over VermogensParapluFonds. De vennootschap heeft een directie bestaande uit drie personen.

Portefeuillemanager

Wordt per subfonds geselecteerd

De portefeuillemanager voert het door de Beheerder vastgestelde beleggingsbeleid uit binnen een daartoe nauw omkaderd mandaat.

Manager selectie en monitoring

UBS Bank (Netherlands) BV Amstelplein 1, Rembrandt Tower 30e verdieping Postbus 94368 1090 GJ Amsterdam

Verzorgt op basis van het vastgestelde beleggingsbeleid de selectie en monitoring van de portefeuillemanagers.

Juridisch eigenaar

Trustee VermogensParaplu BV Amstelplein 1, Rembrandt Tower 30e verdieping Postbus 94368 1090 GJ Amsterdam

Alle activa van VermogensParapluFonds worden op naam van de Juridisch Eigenaar aangehouden, voorzover het betreft financiële instrumenten die in custody kunnen worden gehouden worden deze aangehouden bij de bewaarder of de door de bewaarder aangestelde subcustodian.

Administrateur

UBS Fund Services Luxembourg SA 33 A Avenue J.-F. Kennedy L-1855 Luxembourg (Lëtzebuerg) LUXEMBOURG

Verzorgt de financiële- en beleggingsadministratie VermogensParapluFonds en haar subfondsen en berekent de netto vermogenswaarde per subfonds en per deelfonds. Treedt tevens op als Transfer Agent (afwikkeling en administratieve verwerking van toe- en uittredingen).


6


Depotbank bewaarder en Betaalkantoor

UBS (Luxembourg) SA 33 A Avenue J.-F. Kennedy L-1855 Luxembourg (Lëtzebuerg) LUXEMBOURG

Bank en de bewaarder in de zin van de Wft van VermogensParapluFonds en haar subfondsen. Naast bewaarneming van de activa heeft de bewaarder specifieke toezichtstaken ten aanzien van het beheer van het VermogensParaplufonds.

Accountant VermogensParapluFonds

Ernst & Young Accountants LLP Antonio Vivaldistraat 150 Postbus 7883 1008 AB Amsterdam

Heeft het prospectus van VermogensParapluFonds getoetst aan de toepasselijke bepalingen van bijlage I van het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen en controleert de jaarrekening van VermogensParapluFonds en haar subfondsen.

Accountant Beheerder

Ernst & Young Accountants LLP Antonio Vivaldistraat 150 Postbus 7883 1008 AB Amsterdam

Controleert de jaarrekening van de Beheerder.

Juridisch adviseur

De Brauw Blackstone Westbroek NV Claude Debussylaan 80 1082 MD Amsterdam

Staat op verzoek de Beheerder bij met juridisch advies.

Fiscaal adviseur

KPMG Meijburg & Co Laan van Langerhuize 9 1186 DS Amstelveen

Beoordeelt de fiscale aspecten van VermogensParapluFonds en haar subfondsen en staat op verzoek de Beheerder bij met fiscaal advies.


7

VermogensParapluFonds 3. Inleiding VermogensParapluFonds ("het Fonds") is op initiatief van UBS Bank (Netherlands) BV opgericht op 27 februari 2002. Het Fonds is opgezet als een fonds voor gemene rekening en heeft een zogenaamde paraplustructuur waardoor het Fonds is onderverdeeld in subfondsen. (Voor een beschrijving van de structuur verwijzen we naar: 4. Kenmerken van het Fonds, structuur). Doelstelling van het Fonds is om ten behoeve van een selecte groep beleggers met het Fonds een infrastructuur te bieden waarmee deze beleggers op een eenduidige, efficiënte en transparante wijze hun beleggingsportefeuille kunnen invullen. Een belegger kan binnen het Fonds beleggen in strategieën (subfondsen) die stuk voor stuk beheerd worden door (inter)nationale toonaangevende gespecialiseerde vermogensbeheer instellingen ("portefeuillemanagers"). Voor ieder subfonds wordt een nauw omkaderd beleggingsmandaat opgesteld, passend binnen de formulering van het beleggingsbeleid, dat recht doet aan de specifieke toegevoegde waarde van de portefeuillemanager. Door deel te nemen in een combinatie van subfondsen, kan een beleggingsportefeuille worden samengesteld die volledig is afgestemd op het profiel en de doelstellingen van de individuele belegger. De flexibiliteit van het Fonds maakt het daarnaast mogelijk de portefeuille op ieder moment efficiënt aan te passen aan (gewijzigde) omstandigheden. De gekozen structuur biedt de belegger een (kosten)efficiënte en effectieve toegang tot de internationale gerenommeerde portefeuillemanagers, die anders niet of tegen minder aantrekkelijke voorwaarden toegankelijk zijn. De structuur van het Fonds staat toe dat nieuwe subfondsen snel en efficiënt kunnen worden toegevoegd.


8

VermogensParapluFonds 4. Kenmerken van VermogensParapluFonds structuur Het Fonds is opgezet als een fonds voor gemene rekening en heeft een zogenaamde paraplustructuur. Dit betekent dat de deelnemingsrechten zijn onderverdeeld in verschillende series. Elke serie wordt aangeduid als een afzonderlijk subfonds (een “subfonds”). Een bepaald deel van het vermogen van het Fonds wordt aan een subfonds toegerekend. Hiertoe wordt per subfonds een aparte administratie gevoerd. De houders van deelnemingsrechten van het desbetreffende subfonds zijn economisch gerechtigd tot het vermogen zoals dat uit de administratie van het Fonds met betrekking tot het desbetreffende subfonds blijkt. Het in elk subfonds te storten of daaraan toe te rekenen gedeelte van het vermogen van het Fonds wordt overeenkomstig een specifiek beleggingsbeleid belegd. Ieder subfonds heeft een eigen beleggingsbeleid en koersvorming zoals beschreven in het supplement van het betreffende subfonds. Alle aan een subfonds toe te rekenen opbrengsten en kosten worden in de voor het subfonds te voeren administratie separaat verantwoord. Zowel de positieve als de negatieve waardeveranderingen in de beleggingsportefeuille van een subfonds komen ten gunste respectievelijk ten laste van de beleggers in het desbetreffende subfonds. Dit komt tot uitdrukking in de intrinsieke waarde van een deelnemingsrecht van het desbetreffende subfonds. Deze waarde per deelnemingsrecht wordt berekend door de waarde van het vermogen van het desbetreffende subfonds te delen door het aantal deelnemingsrechten van de desbetreffende serie die op dat moment zijn geplaatst. (zie ook onder: vaststelling intrinsieke waarde en waarderingsgrondslagen). Een subfonds kan in meerdere klassen deelnemingsrechten worden onderverdeeld. Ingeval een subfonds in meerdere klassen deelnemingsrechten is onderverdeeld, wordt het vermogen van een subfonds dat kan worden toegerekend aan de betreffende klasse deelnemingsrechten in dit pros-

pectus aangeduid als "deelfonds". Deze deelfondsen worden aangeduid met een letter. Ingeval een subfonds is onderverdeeld in meerdere deelfondsen dan geldt het navolgende. Een bepaald deel van het vermogen van het subfonds wordt aan een deelfonds toegerekend. Hiertoe wordt per deelfonds een aparte administratie gevoerd. De houders van deelnemingsrechten van het desbetreffende deelfonds zijn economisch gerechtigd tot het vermogen zoals dat uit de administratie van het Fonds met betrekking tot het desbetreffende deelfonds blijkt. Het in elk deelfonds te storten of daaraan toe te rekenen gedeelte van het vermogen van het subfonds wordt overeenkomstig het beleggingsbeleid van het desbetreffende subfonds belegd. De deelfondsen met betrekking tot hetzelfde subfonds hebben derhalve hetzelfde beleggingsbeleid maar kunnen een andere koersvorming en een andere kostenstructuur hebben, zoals beschreven in het supplement van het betreffende subfonds. Alle aan een deelfonds toe te rekenen opbrengsten en kosten worden in de voor het deelfonds te voeren administratie separaat verantwoord. Zowel de positieve als de negatieve waardeveranderingen in de beleggingsportefeuille van een deelfonds komen ten gunste respectievelijk ten laste van de beleggers in het desbetreffende deelfonds. Dit komt tot uitdrukking in de intrinsieke waarde van een deelnemingsrecht van het desbetreffende deelfonds. Deze waarde per deelnemingsrecht wordt berekend door de waarde van het vermogen van het desbetreffende deelfonds te delen door het aantal deelnemingsrechten van de desbetreffende klasse die op dat moment zijn geplaatst. Ieder subfonds heeft een ongedeeld vermogen. Dit betekent dat een eventueel negatief vermogenssaldo van een deelfonds gevolgen kan hebben voor de andere deelfondsen binnen hetzelfde subfonds. Met name geldt dit bij het doen van uitkeringen alsmede in geval van opheffing en vereffening van een deelfonds, waarbij een eventueel negatief ver-


9


mogenssaldo wordt omgeslagen over de andere deelfondsen. Voor een meer gedetailleerde uiteenzetting per subfonds wordt verwezen naar de supplementen bij dit prospectus waarin specifieke informatie wordt verstrekt over elk subfonds waarvan deelnemingsrechten zijn geplaatst. Hierin is tevens opgenomen of een subfonds is onderverdeeld in meerdere deelfondsen. Een nieuw subfonds kan worden aangeboden nadat, twee weken voorafgaand aan het aanbod, mededeling hiervan is gedaan aan de AFM. Beheerder VermogensParapluBeheer BV ('VPB' of 'Beheerder') treedt op als beheerder van het Fonds. VPB is een dochter van UBS Bank (Netherlands) BV, onderdeel van UBS AG gevestigd te Zwitserland. VPB is gevestigd te Amsterdam en ingeschreven in het handelsregister onder nummer 34160170. De Beheerder beschikt over een vergunning van de Stichting Autoriteit Financiële Markten ("AFM") zoals bedoeld in artikel 2:65 sub a van de Wet op het financieel toezicht (Wft). De Beheerder stelt het beleggingsbeleid per subfonds vast, selecteert de portefeuillemanagers die het beleggingsbeleid voor het subfonds uitvoeren, verricht het risicomanagement en de administratie van het Fonds, haar subfondsen en deelfondsen. Het is niet uitgesloten dat de Beheerder in de toekomst beheeractiviteiten zal gaan uitvoeren voor andere beleggingsinstellingen. De directie van de Beheerder wordt gevormd door: De heer drs. Pieter E. de Gelder RBA, de heer drs. Sybren K. de Vries (beiden tevens directielid van UBS Bank (Netherlands) BV) en de heer drs. Richard E. Vos (werkzaam als hoofd Business Management bij UBS Bank (Netherlands) BV) De leden van de directie van de Beheerder zijn conform artikel 4:9 en 4:10 van de Wft getoetst op geschiktheid en betrouwbaarheid door de AFM.

Ter dekking van mogelijke beroepsaansprakelijkheidsrisico’s die voortvloeien uit de werkzaamheden die de Beheerder mag verrichten beschikt de Beheerder, via UBS groep over afdoende kapitaal en aanvullende verzekeringen. Juridisch eigenaar Het Fonds beschikt zelf niet over rechtspersoonlijkheid. De bezittingen van het fonds worden daarom op naam van de juridisch eigenaar, Trustee VermogensParaplu BV, aangehouden. Voorzover het betreft financiële instrumenten die in custody kunnen worden gehouden worden deze aangehouden bij de bewaarder of de door de bewaarder aangestelde sub-custodian. De juridisch eigenaar is een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Nederlands recht met als enig doel het bewaren van activa en het administreren van goederen waarin door het Fonds wordt belegd. Bewaarder De Beheerder heeft een overeenkomst van bewaring afgesloten met de UBS (Luxembourg) S.A. als bewaarder. De bewaarder is een kredietinstelling naar Luxemburgs recht en staat alszodanig onder toezicht van de Commission de Surveillance du Secteur Financier (CSSF). De belangrijkste taak van de bewaarder is het bewaren van de activa van het Fonds. Activa kunnen worden onderscheiden in enerzijds financiële instrumenten die in bewaarneming kunnen worden genomen en anderzijds overige activa waarvoor een register moet worden bijgehouden. Verder heeft de bewaarder een aantal controlerende taken. Zo dient de bewaarder ervoor te zorgen dat bij de toe- en uittreding van deelnemers de verkoop, uitgifte, inkoop, terugbetaling en intrekking van rechten van deelneming of aandelen in de beleggingsinstelling in overeenstemming is met de Wft en het reglement of de statuten van de beleggingsinstelling, en dat de opbrengsten van de beleggingsinstelling, zoals rente of dividend, in overeenstemming met de wetgeving en met het


10


reglement of de statuten van de beleggingsinstelling worden aangewend. De bewaarder dient verder de kasstromen van de beleggingsinstelling te controleren. In de overeenkomst inzake bewaring is een beding opgenomen op grond waarvan de beleggingsinstelling rechtstreeks een beroep kan doen op de bepalingen die in de overeenkomst zijn opgenomen ingevolge de in artikel 21, twaalfde, dertiende, veertiende, vijftiende en zeventiende lid, van de richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen gestelde eisen. Informatieverstrekking De tekst van de statuten van de Beheerder is opgenomen in hoofdstuk 11. De volledige tekst van de statuten, de jaarrekening en jaarverslagen alsmede een afschrift van de hierboven genoemde vergunning zijn beschikbaar ten kantore van de Beheerder en op haar website, www.vplu.nl. Aan een ieder zullen op verzoek kosteloos de gegevens omtrent de Beheerder, het Fonds en de Bewaarder die in het handelsregister zijn opgenomen, of een afschrift van de vergunning van de Beheerder worden verstrekt. Op de website van de Beheerder is tevens informatie te vinden over het Fonds waaronder het jaarverslag, een afschrift van de vergunning, de essentiele beleggersinformatie, de actuele intrinsieke waarden, een maandelijks overzicht van de beleggingen en het aantal uitstaande rechten van deelneming. Voor beleggers in het Fonds is een maandelijks overzicht van de samenstelling en waarde van de beleggingen, de intrinsieke waarde per deelnemingsrecht en het totaal aantal uitstaande rechten van deelneming tegen kostprijs opvraagbaar ten kantore van de Beheerder. Inlenen en uitbesteding De Beheerder kan bij ieder subfonds één of meerdere portefeuillemanagers aanstellen en hen een gespecificeerd mandaat verstrekken om uitvoering te geven aan het beleggingsbeleid. De portefeuillemanagers worden geselecteerd uit gespecialiseer-

de en gerenommeerde binnen- dan wel buitenlandse instellingen met een gedegen reputatie en toegevoegde waarde in hun beleggingen aanpak. De werkzaamheden van de portefeuillemanagers worden continu getoetst volgens een vastgelegd proces waarbij de resultaten, de organisatie, de beleggingsaanpak en de samenstelling van het team belangrijke aandachtspunten vormen. Voor het selecteren en monitoren van portefeuillemanagers en portefeuilleconstructie en monitoring van de fund of funds bestaan overeenkomsten tussen de Beheerder en UBS Bank (Netherlands) BV. In deze overeenkomsten zijn onder meer voorschriften ten aanzien van onderlinge informatieverschaffing, de (formele) opzegtermijn, de vergoeding en waarborgen ten aanzien van de continuïteit opgenomen. In de overeenkomsten met portefeuillemanagers, zijn onder meer voorschriften ten aanzien van onderlinge informatieverschaffing, de (formele) opzegtermijn, de vergoeding en de beleggingsrichtlijnen ten aanzien van het verstrekte mandaat opgenomen. De portefeuillemanagers kunnen in sommige gevallen de mogelijkheid hebben om hun taken uit te besteden aan derden, in voorkomende gevallen aan entiteiten die binnen eenzelfde groep in een holdingstrcutuur werkzaam zijn. Deze overeenkomsten worden tegen in de markt gebruikelijke voorwaarden uitgevoerd. De overeenkomsten kunnen door Beheerder, indien in het belang van de beleggers in het Fonds, te allen tijde worden beëindigd waarbij waarborgen zijn opgenomen ten aanzien van de continuïteit. Voor het verzorgen van de financiëleen beleggingsadministratie van het Fonds bestaan overeenkomsten tussen de Beheerder en UBS Fund Services Luxembourg S.A. UBS Fund Services Luxembourg S.A. verzorgt deze administratie en berekent de netto vermogenswaarde per subfonds en per deelfonds. UBS Fund Services Luxembourg S.A. treedt tevens op als transfer agent.


11

VermogensParapluFonds 5. Beleggingsbeleid Per subfonds wordt in een supplement het specifiek gevolgde beleggingsbeleid toegelicht. Het algemene, voor ieder subfonds geldende beleggingsbeleid wordt hieronder uiteengezet. Indien van het algemene beleggingsbeleid wordt afgeweken, is dat vermeld in het supplement. Duurzaamheidsbeleid Per subfonds zal, waar dit naar oordeel van de Beheerder mogelijk en passend is, bij de invulling van de beleggingsportefeuille rekening worden gehouden met (criteria in de geest van) de 10 Principles van de United Nations Global Compact ("UN Global Compact"). Het UN Global Compact vraagt bedrijven binnen hun invloedssfeer een aantal kernwaarden vast te stellen en te ondersteunen op het gebied van mensenrechten, arbeidsnormen, milieu en anticorruptie: Mensenrechten 1. Bedrijven dienen de internationaal uitgevaardigde mensenrechten te eerbiedigen 2. Bedrijven dienen zich er steeds van te vergewissen dat zij niet medeplichtig worden aan schending van de mensenrechten Arbeidsrechten 3. Bedrijven dienen de vrijheid van vakvereniging en de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandelingen te handhaven 4. Bedrijven dienen iedere vorm van verplichte en gedwongen arbeid uit te bannen 5. Bedrijven dienen zich in te zetten voor de daadwerkelijke afschaffing van kinderarbeid 6. Bedrijven dienen discriminatie in arbeid en beroep te bestrijden Milieu 7. Bedrijven dienen milieu problemen preventief aan te pakken 8. Bedrijven dienen initiatieven te ondernemen om een groter milieubesef te bevorderen 9. Bedrijven dienen de ontwikkeling en de ver-

spreiding van milieuvriendelijke technologieën te stimuleren Anticorruptie 10. Bedrijven dienen elke vorm van corruptie tegen te gaan, inclusief afpersing en omkoping. In het jaarverslag zal worden aangegeven bij welk subfonds deze 10 Principles vastgesteld door UN Global Compact, worden toegepast. Verbruikleen van financiële instrumenten (securities lending) Binnen de subfondsen wordt in beginsel geen gebruik gemaakt van verbruikleen van financiële instrumenten (het tegen een vooraf afgesproken vergoeding uitlenen van financiële instrumenten, waarvoor van de lener onderpand wordt gevraagd). Waar dit wel tot de mogelijkheden behoort, zal dit in het betreffende supplement worden toegelicht credit ratings De kredietkwaliteit van de vastrentende beleggingen wordt bepaald aan de hand van ratings afgegeven door Moody's, Standard & Poors en Fitch. In het geval van ongelijke ratings wordt de volgende methodiek gehanteerd: a) indien er drie ratings door de bovengenoemde rating leveranciers zijn afgegeven dan geldt de middelste rating; b) indien er twee ratings zijn afgegeven dan is de laagste van toepassing; c) indien er slechts één rating is afgegeven dan zal deze van toepassing zijn. Valutabeleid Er kan worden belegd in financiële instrumenten genoteerd in uiteenlopende valuta’s. Hierbij kan een valutarisico ontstaan afhankelijk van de valuta waarin de intrinsieke waarde wordt berekend. Dit risico wordt in beginsel niet afgedekt, tenzij naar oordeel van de Beheerder omstandigheden op de valutamarkt hier aanleiding toe geven.


12


Afgeleide instrumenten/derivaten Ten behoeve van duration management en efficiënt portefeuillebeheer mag gebruik gemaakt worden van (rente)derivaten. Bij het eventueel afdekken van valutarisico zal gebruik worden van gemaakt van valutatermijn contracten. Liquiditeiten Voor het beheer van eventuele liquiditeiten kan gebruik gemaakt worden van instrumenten als commercial paper en kortlopend overheidspapier. Binnen de subfondsen kan een (kortstondige) cash positie worden aangehouden van maximaal 5% van het vermogen van het subfonds. De Beheerder en de Bewaarder kunnen gezamenlijk besluiten een grotere positie toe te staan als zij dit uit oogpunt van het portefeuillebeheer noodzakelijk achten (bijvoorbeeld in geval van grote toeof uittredingen van beleggers). Leningen Er kunnen geen leningen worden aangegaan ter financiering van de beleggingen, met uitzondering van kortlopende leningen (maximaal 1 maand) tot maximaal 5% van het fondsvermogen en enkel in het kader van efficiënt portefeuillebeheer. Beleggen in andere beleggingsinstellingen en gelieerde partijen Behoudens wettelijke beperkingen kan worden belegd in beleggingsinstellingen van gelieerde partijen en andere beleggingsinstellingen, alsmede in financiële instrumenten die (mede) zijn uitgegeven door gelieerde partijen. Indien hiervan sprake is, worden de transacties tegen marktconforme condities uitgevoerd.


13

VermogensParapluFonds 6. Risicofactoren De Beheerder is van mening dat de volgende risicofactoren relevant zijn voor het beleggen in het Fonds. Deze risicofactoren kunnen in meerdere of mindere mate de waarde en het rendement van de deelnemingsrechten negatief beïnvloeden. Het rendement van beleggingen kan fluctueren. Het is mogelijk dat beleggers minder terugkrijgen dan zij hebben ingelegd. Voorafgaand aan de beslissing om te beleggen in het Fonds dienen potentiële beleggers naast de risicofactoren ook de overige informatie in dit prospectus zorgvuldig in hun overweging mee te nemen. Hieronder volgt een opsomming van algemene risicofactoren verbonden aan het beleggen in het Fonds. Deze opsomming is echter niet limitatief. Het is derhalve mogelijk dat er zich omstandigheden zullen voordoen die hier niet zijn beschreven. Voorts zijn de risicofactoren van beleggen in een specifiek subfonds of afwijkingen van onderstaande risicofactoren voor een specifiek subfonds in het betreffende supplement vermeld. • Er bestaat een risico dat de markt als geheel of een bepaalde beleggingscategorie daalt, waardoor de prijs en de waarde van de beleggingen daalt; • Er bestaat een risico dat een uitgevende instelling of een tegenpartij in gebreke blijft; • Er bestaat een risico dat een positie niet tijdig tegen een redelijke prijs kan worden geliquideerd; • Bij het beleggen in specifieke beleggingscategorieën is de waardeontwikkeling van de portefeuille in grote mate afhankelijk van de marktontwikkelingen in deze categorie; • Bij beleggingen in andere valuta dan de euro bestaat het risico dat deze valuta in waarde dalen of stijgen waardoor uw beleggingen minder resp. meer waard worden;

• Beleggingen zijn aan het algemene risico van inflatie onderhevig; • Financiële en fiscale wet- en regelgeving is aan verandering onderhevig. Financiële en fiscale voordelen die bestonden ten tijde van toetreding kunnen nadelig wijzigen; • Deelnemingsrechten zijn niet aan derden overdraagbaar en kunnen alleen aan het Fonds worden terug verkocht op dagen dat een intrinsieke waarde wordt berekend overeenkomstig het bepaalde in de Fondsvoorwaarden; • De Beheerder kan uitgifte of inkoop van deelnemingsrechten opschorten indien sprake is van een van de in artikel 9.2 van de Fondsvoorwaarden vermelde omstandigheden. • De bewaarneming (ook wel custody) van de activa van het Fonds geschiedt door financiële instellingen met een gedegen reputatie die onder adequaat toezicht staan. Het risico van verlies van in bewaring gegeven beleggingen als gevolg van insolvabiliteit, nalatigheid of frauduleuze handelingen bij deze instellingen is aanwezig; • De levering en ontvangst van financiële instrumenten vindt alleen plaats tegen gelijktijdige betaling. Indien een tegenpartij geen financiële instrumenten kan leveren of niet voldoende geld heeft om de financiële instrumenten in ontvangst te nemen, blijft hierdoor het risico voor het Fonds beperkt tot koersrisico;


14

VermogensParapluFonds 7. Uitgifte en inkoop van deelnemingsrechten in het Fonds Deelnemers in het Fonds worden op gelijke wijze, conform de voorwaarden opgenomen in dit prospectus van het Fonds behandeld. De Beheerder staat geen transacties in deelnemingsrechten van het Fonds toe die de belangen van (andere) deelnemers zouden kunnen schaden; bijvoorbeeld “market timing” of “late trading". De Beheerder en de Bewaarder zijn te allen tijde bevoegd om dergelijke (voorgenomen) transacties in deelnemingsrechten te weigeren en zijn verder gerechtigd om alle benodigde stappen te ondernemen om (andere) participanten te beschermen tegen dergelijke praktijken. uitgifte Uitgifte van deelnemingsrechten is in principe iedere werkdag mogelijk door een schriftelijk verzoek daartoe in te dienen bij de Beheerder. De Beheerder kan bepalen dat uitgifte niet mogelijk is indien sprake is van één van de in artikel 9.2 van de Fondsvoorwaarden vermelde omstandigheden op grond waarvan de Beheerder de waarde van een subfonds respectievelijk dan wel deelfonds en de waarde van een deelnemingsrecht niet kan vaststellen. Indien een verzoek tot uitgifte op een werkdag voor 16:00 uur bij de Beheerder wordt ingediend worden de deelnemingsrechten uitgegeven tegen de intrinsieke waarde die op de eerstvolgende werkdag door de Beheerder bekend wordt gemaakt. Indien dagelijkse toetreding niet mogelijk is wordt dit vermeld in het desbetreffende supplement. Uitgifte van deelnemingsrechten heeft plaats door de Beheerder namens de juridisch eigenaar. De Beheerder kan toestaan om de inbreng niet in geld maar in financiële instrumenten te voldoen. De inbreng dient te worden voldaan uiterlijk drie (3) werkdagen nadat de intrinsieke waarde waartegen wordt uitgegeven, is vastgesteld. De bevoegdheid tot het toelaten van nieuwe beleggers alsmede het tijdstip van uitgifte berust bij de Beheerder, onverminderd het bepaalde in artikel 10.3 van de fondsvoorwaarden.

Inkoop Inkoop van deelnemingsrechten is in principe iedere werkdag mogelijk door een schriftelijk verzoek daartoe in te dienen bij de Beheerder. De Beheerder kan bepalen dat inkoop niet mogelijk is indien sprake is van één van de in artikel 9.2 van de Fondsvoorwaarden vermelde omstandigheden op grond waarvan de Beheerder de waarde van een subfonds respectievelijk deelfonds en de waarde van een deelnemingsrecht niet kan vaststellen. Indien een verzoek tot inkoop op een werkdag voor 16:00 uur bij de Beheerder wordt ingediend worden de deelnemingsrechten ingekocht tegen de intrinsieke waarde die op de eerstvolgende werkdag door de Beheerder bekend wordt gemaakt. Betaling in verband met een inkoop van deelnemingsrechten vindt plaats binnen vijf (5) werkdagen na de dag van de inkoop. De Beheerder kan in overleg met de belegger bepalen om de uittreding niet in geld maar in financiële instrumenten te voldoen. Indien dagelijks inkopen niet mogelijk is dan wordt dit vermeld in het desbetreffende supplement. De Beheerder ziet erop toe dat per subfonds voldoende waarborgen aanwezig zijn opdat, behoudens wettelijke bepalingen en de gevallen zoals beschreven in artikel 9.2 van de fondsvoorwaarden, aan de verplichting tot inkoop en terugbetaling kan worden voldaan. overdracht Deelnemingsrechten kunnen slechts aan het Fonds worden overgedragen in het kader van inkoop van deelnemingsrechten. Overdracht van deelnemingsrechten aan derden is niet mogelijk.


15

VermogensParapluFonds 8. Kosten en vergoedingen toerekening kosten In beginsel worden de hierna genoemde kosten en vergoedingen ten laste van de subfondsen gebracht. Indien een subfonds is onderverdeeld in meerdere deelfondsen, dan is de Beheerder bevoegd de betreffende kosten en vergoedingen ten laste te brengen van een of meerdere deelfondsen. Alsdan is de wijze van toerekening opgenomen in het supplement van het desbetreffende subfonds. oprichtingskosten De oprichtingskosten van een nieuw subfonds worden rechtstreeks ten laste van het betreffende subfonds gebracht. servicevergoeding Door de Beheerder wordt een servicevergoeding in rekening gebracht bij de subfondsen. De servicevergoeding wordt gespecificeerd in het betreffende supplement. De servicevergoeding kan per deelfonds verschillen. Uit de servicevergoeding worden de kosten van administratie, bewaarloon, selectie en monitoring van portefeuillemanagers, portefeuilleconstructie en monitoring van de fund of funds, risicomanagement, bankkosten, verslaglegging, accountant, en (juridisch) advies, alsmede het uitgevoerde toezicht door de Bewaarder en de AFM krachtens de Wet op het financieel toezicht bekostigd. De Beheerder kan afspraken maken met fondsbeheerders en portefeuillemanagers over kortingen op de managementvergoedingen, zogenaamde retourprovisies. De retourprovisies komen toe aan het subfonds. Per supplement staat aangegeven of sprake is van retourprovisie. Meer informatie over beleggingsinstellingen waarin wordt belegd, is opgenomen in het jaarverslag van het Fonds. Managementvergoeding Door de externe portefeuillemanagers wordt rechtstreeks een managementvergoeding in rekening gebracht bij de subfondsen.

op –en afslagpercentage In beginsel worden deelnemingsrechten uitgegeven en ingekocht tegen intrinsieke waarde. De Beheerder kan indien zij dat in het belang van het fonds acht, een percentage van maximaal 0,25% van de intrinsieke waarde als op- of afslag vaststellen. Dit tarief geldt zowel indien het Fonds rechten van deelneming moet inkopen als uitgeven. De Beheerder kan, mede gelet op het belang van de beleggers, dit percentage onder meer aanpassen indien het lange termijn gemiddelde van de kosten van toe- en uittredingen als gevolg van marktomstandigheden is gewijzigd of indien naar de mening van de Beheerder bijzondere marktomstandigheden daartoe aanleiding geven. De actuele open afslagpercentages worden gepubliceerd op de website van de Beheerder. Directievergoeding Ter dekking van kosten samenhangend met de organisatorische verplichtingen uit hoofde van wet- en regelgeving brengt de Beheerder een directievergoeding in rekening bij elk subfonds. De directievergoeding kan per deelfonds verschillen. De directievergoeding wordt gespecificeerd in het betreffende supplement. overige kosten De overige kosten komen ten laste van de subfondsen, waaronder kosten samenhangend met de aan- en verkopen van beleggingen zoals broker en bankkosten en kosten samenhangend met het beleid ten aanzien van stemrechten en – gedrag. Voorts worden kosten verband houdende met bijvoorbeeld liquidatie of herstructurering als gevolg van wijzigende wet- of regelgeving, alsmede kosten verband houdende met, naar oordeel van Beheerder, bijzondere omstandigheden, naar evenredigheid van de intrinsieke waarde van de subfondsen gedragen door de subfondsen gezamenlijk. Deze kosten betreffen de kosten in rekening gebracht door derden zoals de AFM, notaris, accountant, juridisch en


16


fiscaal adviseurs, alsmede de Bewaarder. De Beheerder zal geen kosten berekenen bij oprichting of liquidatie van een subfonds. Indien door het Fonds transacties met gelieerde partijen worden gedaan zal dit tegen marktconforme tarieven en voorwaarden plaatsvinden. Kosten indirecte beleggingen Indien een subfonds in deelnemingsrechten van andere beleggingsinstellingen kan beleggen, wordt dit toegelicht in het desbetreffende supplement. De kosten van deze beleggingsinstellingen variëren in hoogte en zijn verwerkt in de kostenratio’s van het betreffende subfonds welke worden gepubliceerd in het jaarverslag. Voor zover omzetbelasting (BTW) verschuldigd is over bovengenoemde kosten en vergoedingen komt deze BTW ten laste van het betreffende subfonds. Naast de hierboven vermelde kosten van het Fonds kunnen beleggers te maken hebben met andere kosten verbonden aan deelname in het Fonds. Deze kosten betreffen veelal de kosten van aankoop, verkoop en bewaren van de deelnemingsrechten in de betreffende sub- dan wel deelfondsen en zijn afhankelijk van de tarieven van de financiële instelling waar de transactie plaatsvindt, respectievelijk waar de rekening waarop de deelnemingsrechten worden geadministreerd, wordt aangehouden.


17

VermogensParapluFonds 9. Uitkeringsbeleid en waarderingsgrondslagen uitkeringen Alle inkomsten uit beleggingen, zoals rente en dividend, zullen worden herbelegd. Het Fonds doet geen uitkeringen. In die gevallen waarin hiervan wordt afgeweken voor een subfonds is dit vermeld in het in het desbetreffende supplement. Vaststelling intrinsieke waarde en waarderingsgrondslagen De Beheerder is verantwoordelijk voor de vaststelling van de intrinsieke waarde van deelnemingsrechten. Tenzij het desbetreffende supplement anders bepaalt, stelt de Beheerder iedere werkdag de waarde vast van een subfonds dan wel indien een subfonds is onderverdeeld in deelfondsen, de waarde van een deelfonds. De Beheerder kan bepalen dat de intrinsieke waarde niet kan worden vastgesteld indien sprake is van één van de in artikel 9.2 van de fondsvoorwaarden vermelde omstandigheden. De intrinsieke waarde van een deelnemingsrecht wordt berekend door de waarde van het vermogen van het desbetreffende subfonds te delen door het aantal deelnemingsrechten van de desbetreffende serie die op dat moment zijn geplaatst tenzij een subfonds is onderverdeeld in deelfondsen, dan wordt de intrinsieke waarde van een deelnemingsrecht berekend door de waarde van het vermogen van het desbetreffende deelfonds te delen door het aantal deelnemingsrechten van de desbetreffende serie en klasse die op dat moment zijn geplaatst. De intrinsieke waarde van een deelnemingsrecht is iedere werkdag na 16:00u opvraagbaar ten kantore van de Beheerder en zal tevens worden gepubliceerd op de website van de Beheerder. Het aan een subfonds toe te rekenen vermogen alsmede de opbrengsten en kosten worden in de voor het subfonds te voeren administratie separaat verantwoord. Indien een subfonds is onderverdeeld in meerdere deelfondsen dan wordt

voor ieder deelfonds in plaats van voor het subfonds een dergelijke separate administratie gevoerd. Ten behoeve van de management-, service- en directievergoeding en de eventueel te ontvangen rebate zal per waarderingsdatum (dat wil zeggen in principe dagelijks) een voorziening op de balans worden opgenomen. Overige kosten worden geboekt op het moment dat zij worden gefactureerd. De waardevaststelling geschiedt op basis van slotkoersen. Indien wordt belegd in niet op een gereglementeerde markt genoteerde financiële instrumenten zal de waarde met de meeste zorgvuldigheid worden vastgesteld conform daartoe internationaal geldende standaards en naar goed koopmansgebruik. Financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen marktwaarde, liquide middelen en deposito’s tegen nominale waarde. Indien in deelnemingsrechten van beleggingsinstellingen wordt belegd zijn de kosten van die beleggingsinstellingen verwerkt in de intrinsieke waarde van de betreffende beleggingsinstelling. Niet in euro’s gewaardeerde activa en passiva worden tegen de betreffende valutakoers op balans- of waarderingsdatum omgerekend. Niet in euro’s luidende baten en lasten worden omgerekend tegen de koers op transactiedatum. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de door de Europese Centrale Bank gepubliceerde valutakoersen. Gerealiseerde koersverschillen en niet gerealiseerde koersverschillen worden verwerkt in de winst- en verliesrekening. Ongerealiseerde koersverschillen betreffen de in het boekjaar opgetreden koersverschillen. De gerealiseerde koersverschillen omvatten het nog niet in de winst en verliesrekening verantwoorde gedeelte van het verschil tussen de aankoopprijs en verkoopprijs. Aankoopkosten van beleggingen worden verwerkt als onderdeel van de verkrijgingsprijs en worden als gevolg van de waardering op marktwaarde verwerkt in de winst- en verliesre-


18


kening. De verkoopkosten van de beleggingen worden in mindering gebracht op de verkoopopbrengst en als onderdeel van de gerealiseerde waardeverandering eveneens in de winst- en verliesrekening verwerkt. De bepaling van de intrinsieke waarde kan door de Beheerder worden opgeschort indien zich bijzondere omstandigheden voordoen zoals beschreven in artikel 9.2 van de fondsvoorwaarden. Indien door Beheerder wordt geconstateerd dat de intrinsieke waarde niet correct is vastgesteld, geldt de volgende procedure: (a) Als de correctie van de intrinsieke waarde groter is dan 0,5% van de intrinsieke waarde voor correctie zullen alle transacties die tegen de onjuiste waarde zijn uitgevoerd worden gestorneerd en worden uitgevoerd tegen de gecorrigeerde intrinsieke waarde; (b) Als de correctie van de intrinsieke waarde kleiner is dan 0,5% van de intrinsieke waarde voor correctie zal de Beheerder van geval tot geval een beslissing betreffende de correctie nemen.


19

VermogensParapluFonds 10. Fiscale Aspecten van het Fonds Hieronder wordt in hoofdlijnen weergegeven wat de fiscale aspecten zijn van het beleggen via het Fonds, uitgaande van de huidige Nederlandse fiscale wetgeving en jurisprudentie. Het overzicht vormt geen advies over een specifieke persoonlijke situatie. Beleggers in het Fonds wordt daarom aangeraden om ten aanzien van de voor hen van belang zijnde fiscale aspecten hun belastingadviseur te raadplegen. Fiscale positie van het Fonds Het Fonds is niet belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Omdat het fonds voor fiscale doeleinden als transparant wordt beschouwd, worden de beleggingen en de beleggingsresultaten per activum rechtstreeks toegerekend aan de beleggers in het fonds. Fiscale positie van de beleggers in het Fonds Particuliere beleggers In Nederland woonachtige particuliere beleggers die: • hun deelnemingsrechten in het Fonds niet tot een ondernemingsvermogen (behoeven te) rekenen; • geen zogenoemd aanmerkelijk belang in de onderliggende beleggingen bezitten; en • geen zogenoemd "resultaat uit overige werkzaamheden" met betrekking tot hun deelname in het Fonds genieten, zullen het saldo van de activa en passiva welke door de deelnemingsrechten worden vertegenwoordigd dienen op te nemen in de rendementsgrondslag van box III. Het saldo van de activa en passiva is gelijk aan de omvang van de vordering die door de belegger op de Bewaarder gehouden wordt. Ongeacht het werkelijk behaalde rendement worden inkomsten uit sparen en beleggen (box III) forfaitair gesteld op 4% van de waarde van het netto belegd vermogen (bezittingen minus schulden, voor zover niet in aanmerking genomen in box I of II en voorzover niet uitgezonderd in box III). Hierbij wordt uitgegaan van de waarde van het vermogen per 1 januari van

het desbetreffende jaar. Er geldt een heffingsvrij vermogen van in beginsel € 21.139 (2014) per belastingplichtige. Het forfaitaire rendement wordt belast met 30% inkomstenbelasting, zodat de effectieve belastingdruk 1,2% van het netto belegd vermogen bedraagt. Ondernemers Voor in Nederland gevestigde vennootschapsbelastingplichtige of inkomstenbelastingplichtige ondernemers die de deelnemingsrechten in het Fonds tot hun ondernemersvermogen rekenen, geldt dat de resultaten geboekt op de activa en passiva die behoren tot een subfonds waarin de betreffende belegger deelneemt, onderdeel vormen van de belastbare winst naar rato van het belang dat de belegger houdt in het desbetreffende subfonds. Een uitgifte van deelnemingsrechten in een subfonds door het Fonds zal tot gevolg hebben dat de zittende beleggers in het betreffende subfonds, vanuit fiscale optiek, een deel van hun belang in de door het subfonds gehouden activa en passiva vervreemden. De zittende beleggers dienen dan af te rekenen voor de inkomstenbelasting (box I) respectievelijk vennootschapsbelasting over het verschil tussen de waarde in het economische verkeer van de door het subfonds gehouden activa en passiva en de fiscale boekwaarde die daar door de beleggers aan is toegerekend, naar rato van het belang dat zij geacht worden te hebben vervreemd. In de praktijk kan dit ertoe leiden dat ondernemers hun belang in de door het subfonds gehouden activa fiscaal waarderen tegen de waarde in het economische verkeer. Een belastingadviseur zal van geval tot geval moeten beoordelen welke waarderingsmethode voor de betreffende belegger vanuit juridisch en fiscaalrechtelijk perspectief het meest wenselijk is. Indien een belegger deelnemingsrechten laat inkopen, zal de belegger geacht worden zijn belang in de door het subfonds gehouden activa te vervreemden. Per activum zal de belegger dienen af te rekenen over het verschil tussen de waarde in het econo-


20


misch verkeer en de fiscale boekwaarde van de activa die hij geacht wordt vervreemd te hebben. Dividendbelasting De beleggers in het Fonds kunnen de Nederlandse dividendbelasting die is ingehouden op dividenden van de onderliggende beleggingen in beginsel verrekenen met de inkomstenbelasting respectievelijk vennootschapsbelasting, dan wel terugvragen. Buitenlandse bronbelasting zal veelal, op basis van een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting, gereduceerd kunnen worden. Afhankelijk van welk belastingverdrag van toepassing is kan de resterende bronbelasting verrekend worden met de in Nederland verschuldigde vennootschapsbelasting dan wel inkomstenbelasting.


21

VermogensParapluFonds 11. Overige Informatie Een voorstel tot wijziging van de voorwaarden wordt bekend gemaakt op de website van de Beheerder alwaar het voorstel wordt toegelicht. Wijzigingen van de voorwaarden waardoor rechten of zekerheden van de beleggers worden verminderd of lasten aan hen worden opgelegd, of waarbij het beleggingsbeleid wordt gewijzigd, worden eerst van kracht één maand na bekendmaking van het voorstel tot wijziging. Gedurende deze periode kunnen beleggers hun deelnemingsrechten onder de gebruikelijke voorwaarden laten inkopen door het Fonds. De wijziging zal op gelijke wijze als het voorstel bekend worden gemaakt, voor zover deze wijziging afwijkt van het voorstel. Van een verzoek aan de toezichthouder ingevolge artikel 1:104, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op het financieel toezicht tot intrekking van de vergunning zal conform wettelijke bepalingen mededeling worden gedaan in een landelijk verspreid Nederlands dagblad of aan het adres van iedere deelnemer alsmede op de website van de Beheerder. Van ieder deelfonds in het Fonds is tevens de essentiële beleggersinformatie beschikbaar. Hierin is onder meer informatie opgenomen met betrekking tot de kosten en de risico’s. De essentiële beleggersinformatie van de deelfondsen is beschikbaar via www.vplu.nl of opvraagbaar bij de Beheerder en worden u kosteloos toegestuurd. Beleggers kunnen klachten met betrekking tot het Fonds schriftelijk indienen bij de Beheerder. De Beheerder is aangesloten bij de Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD). Zie ook www.kifid.nl

Verslaglegging Het boekjaar van het Fonds is gelijk aan het kalenderjaar. Het jaarverslag, waarin de jaarrekening is opgenomen, zal worden opgesteld binnen vier maanden na het einde van het boekjaar. Jaarlijks binnen negen weken na afloop van de eerste helft van het boekjaar maakt de Beheerder de halfjaarcijfers op. Het jaarverslag en de halfjaarcijfers zijn kosteloos verkrijgbaar ten kantore van de Beheerder en zullen tevens worden gepubliceerd op de website van de Beheerder. De jaarrekeningen van het Fonds over de afgelopen drie (3) boekjaren worden geacht onderdeel uit te maken van dit prospectus. In de jaarrekeningen is informatie opgenomen over de ontwikkeling van het vermogen, de baten en lasten. Ten aanzien van de in dit prospectus opgenomen gegevens verklaart de Beheerder van het Fonds dat, voor zover de gegevens redelijkerwijs bekend hadden kunnen zijn, deze in overeenstemming zijn met de werkelijkheid en dat geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van dit prospectus zou wijzigen. Voorts verklaart de Beheerder dat VPB als beheerder, het Fonds en de Bewaarder voldoen aan de bij of krachtens de Wft gestelde regels en dat dit prospectus voldoet aan de bij of krachtens het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen gestelde regels. Vergadering Binnen vijf maanden na afloop van een boekjaar wordt de jaarlijkse vergadering van houders van deelnemingsrechten gehouden. De oproeping tot de vergadering geschiedt niet later dan op de vijftiende werkdag voor die van de vergadering door de Beheerder rechtstreeks aan beleggers of door publicatie in een landelijk verspreid dagblad. Vergaderingen van houders van deelnemingsrechten in een subfonds worden gehouden zo vaak als de Beheerder dat nodig acht.


22


Beleid ten aanzien van de uitoefening van stemrechten en stemgedrag Door de subfondsen wordt belegd in ondernemingen. De subfondsen hebben over het algemeen als doel waardevermeerdering op lange termijn. Hiertoe wordt de uitvoering van het beleggingsbeleid uitbesteed aan gespecialiseerde externe portefeuillemanagers, binnen een daartoe nauw omkaderd mandaat. Per subfonds wordt door de Beheerder beoordeeld of uitvoering van het stembeleid onderdeel van het mandaat dient te zijn. Overwegingen hierbij zijn het te verwachten resultaat van uitoefening van stemrechten (kosten/baten) en de relevantie ten aanzien van het doel van het subfonds (bijvoorbeeld maatschappelijk verantwoord beleggen). Voor het overige behoudt de Beheerder zich het recht toe stemrechten uit te (laten) oefenen op het moment dat zij dat in het belang acht van de beleggers in het desbetreffende subfonds. De Beheerder, VermogensParaplu Beheer BV Amsterdam


23

VermogensParapluFonds 12. Assurance-rapport Aan: De beheerder van VermogensParapluFonds Assurance-rapport (ex artikel 115x lid 1 sub e Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft) Opdracht en verantwoordelijkheden Wij hebben de assurance-opdracht aangaande de inhoud van het prospectus VermogensParapluFonds uitgevoerd. In dit kader hebben wij onderzocht of het prospectus d.d. 9 juli 2015 van Vermogens-ParapluFonds te Amsterdam ten minste de ingevolge artikel 115x lid 1 a tot en met 1 e van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft voorgeschreven gegevens bevat. Deze assuranceopdracht is met betrekking tot artikel 115x lid 1 a tot en met 1 e gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. Tenzij het tegendeel uitdrukkelijk in het prospectus is vermeld, is op de in het prospectus opgenomen gegevens geen accountantscontrole toegepast. De verantwoordelijkheden zijn als volgt verdeeld: - de beheerder van de entiteit is verantwoordelijk voor de opstelling van het prospectus dat ten minste de ingevolge de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens bevat; - het is onze verantwoordelijkheid een mededeling te verstrekken zoals bedoeld in artikel 115x lid 1 e van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft.

Wij hebben getoetst of het prospectus de ingevolge artikel 115x lid 1 a tot en met 1 e van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft voorgeschreven gegevens bevat. De wet vereist niet van de accountant dat deze additionele werkzaamheden verricht met betrekking tot artikel 115x lid 1 c. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen onderzoeksinformatie voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie. Oordeel Naar ons oordeel bevat het prospectus ten minste de ingevolge artikel 115x lid 1 a, b, d en e van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft voorgeschreven gegevens. Met betrekking tot 115x lid 1 c van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft melden wij dat het prospectus voor zover ons bekend de informatie bevat zoals vereist. Amsterdam, 9 juli 2015

Ernst & Young Accountants LLP

w.g. R.J. Bleijs RA

Werkzaamheden Ons onderzoek is verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder Standaard 3000 ‘Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie’. Dienovereenkomstig hebben wij de door ons in de gegeven omstandigheden noodzakelijk geachte werkzaamheden verricht om een oordeel te kunnen geven.


24

VermogensParapluFonds 13. Fondsvoorwaarden VermogensParapluFonds Begripsomschrijving. Artikel 1. 1.1. De volgende begrippen hebben in deze overeenkomst de hierna omschreven betekenis, tenzij uitdrukkelijk anders blijkt: accountant: de in artikel 15, lid 5 bedoelde registeraccountant of andere deskundige als bedoeld in artikel 2:393, lid 1 Burgerlijk Wetboek, aan wie de opdracht is gegeven het jaarverslag te onderzoeken; beheerder: degene die belast is met het beheer van het fonds; deelfonds: ieder administratief afgescheiden gedeelte van het vermogen van een subfonds bewaarder: de bewaarder als bedoeld in artikel 1:1 Wft welke van tijd tot tijd is aangesteld door de beheerder deelnemingsrechten: deelnemingsrechten in een subfonds of een deelfonds, al naar gelang de context; fonds: het vermogen waarin ter collectieve belegging gevraagde of verkregen financiële instrumenten, gelden of andere goederen zijn of worden opgenomen teneinde de houders van deelnemingsrechten in de opbrengst daarvan te doen delen; houders van een deelnemingsrecht: houders van deelnemingsrechten in een subfonds of een deelfonds, al naar gelang de context; inkoop: verkrijging van deelnemingsrechten door de juridisch eigenaar ten titel van koop; jaarverslag: het in artikel 15, lid 2 omschreven jaarverslag; juridisch eigenaar: Trustee VermogensParaplu B.V.

prospectus: het prospectus van VermogensParapluFonds, zoals van tijd tot tijd gewijzigd of aangevuld door een of meer supplementen; register van houders van deelnemingsrechten: het in artikel 8, lid 4 omschreven register; subfonds: ieder administratief afgescheiden gedeelte van het vermogen van het Fonds waarvoor een separaat beleggingsbeleid wordt gevoerd en waarin specifiek voor dat gedeelte ter collectieve belegging gevraagde of verkregen gelden of andere goederen zijn of worden opgenomen teneinde de houders van deelnemingsrechten in de opbrengst van de beleggingen te doen delen onder specifiek voor dat gedeelte geldende fondsvoorwaarden; supplement: ieder supplement bij het prospectus; waarde van een deelnemingsrecht: de waarde van een subfonds gedeeld door het aantal uitstaande deelnemingsrechten in het desbetreffende subfonds, of indien een subfonds is verdeeld in meerder deelfondsen, de waarde van een deelfonds gedeeld door het aantal uitstaande deelnemingsrechten in het desbetreffende deelfonds; waarde van een deelfonds: dat gedeelte van de waarde van een subfonds waartoe te houders van deelnemingsrechten in een bepaald deelfonds gerechtigd zijn minus de kosten en alle eventuele andere vermogensrechtelijke verplichtingen die aan deelfonds kunnen worden toegerekend; waarde van een subfonds: de waarde van het vermogen van een subfonds, waaronder in ieder geval begrepen de som van de waarde van de


25


tot het subfonds behorende goederen verminderd met de tot het subfonds behorende verplichtingen, waaronder begrepen eventuele belastingen en - naar tijdsevenredigheid - de kosten zoals beschreven in het prospectus die ten laste van het subfonds komen, uitgedrukt in euro; wet- en regelgeving: de op de beheerder en het fonds van toepassing zijnde wet- en regelgeving; werkdag: een dag met uitzondering van zaterdag en zondag waarop banken in Nederland in het algemeen open zijn voor het publiek; 1.2. Tenzij uitdrukkelijk anders blijkt, heeft een begrip dat in lid 1 is omschreven in het meervoud, met dienovereenkomstige aanpassing van de vermelde beschrijving, in het enkelvoud de betekenis als in lid 1 is omschreven. Tenzij uitdrukkelijk anders blijkt, heeft een begrip dat in lid 1 is omschreven in het enkelvoud, met dienovereenkomstige aanpassing van de vermelde omschrijving, in het meervoud de betekenis als in lid 1 is omschreven. Naam. Duur. Artikel 2. 2.1. Het fonds draagt de naam: VermogensParapluFonds en is een fonds voor gemene rekening. 2.2. Het fonds is gevormd voor onbepaalde tijd. Aard. Doel. Artikel 3. 3.1. Het fonds is geen rechtspersoon, maar betreft een vermogen waarin ter collectieve belegging gevraagde of verkregen gelden of andere goederen zijn of worden opgenomen, teneinde de houders van deelnemingsrechten in de opbrengst te doen delen.

3.2.

Het beheer van het fonds en het houden van de juridische eigendom dan wel de juridische gerechtigdheid tot de goederen van het fonds geschieden onder de in deze overeenkomst neergelegde fondsvoorwaarden. Deze fondsvoorwaarden zijn van toepassing op de rechtsverhouding tussen de beheerder, de juridisch eigenaar en een houder van deelnemingsrechten en creëren geen overeenkomst tussen de houders van deelnemingsrechten onderling en beogen niet (anderszins) een samenwerking tussen de houders van deelnemingsrechten. 3.3. Het fonds, deze fondsvoorwaarden en hetgeen ter uitvoering hiervan geschiedt, vormen geen maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap. 3.4. De verplichting voor de houders van deelnemingsrechten om een tegenprestatie te betalen voor een toe te kennen deelnemingsrecht is een verbintenis jegens de beheerder en de juridisch eigenaar. Deze verbintenis is geen inbreng of een verbintenis tot het doen van een inbreng. 3.5. Het fonds is onderverdeeld in een of meerdere subfondsen. De beheerder kan bepalen dat een subfonds is onderverdeeld in meerdere deelfondsen. 3.6. Goederen die tot een subfonds behoren worden collectief belegd, teneinde de houders van deelnemingsrechten in het desbetreffende subfonds de opbrengst van de beleggingen te doen delen. Eigendom en gerechtigdheid. Artikel 4. 4.1. De juridisch eigenaar is eigenaar van dan wel gerechtigd tot alle goederen die tot het fonds behoren. 4.2. Alle goederen die deel uitmaken of deel gaan uitmaken van het fonds zijn, respectievelijk worden ten titel van beheer


26


verkregen door de juridisch eigenaar ten behoeve van de houders van deelnemingsrechten. 4.3. Verplichtingen die deel uitmaken of deel gaan uitmaken van het fonds zijn respectievelijk worden aangegaan op naam van de juridisch eigenaar, waarbij uitdrukkelijk wordt vermeld dat de juridisch eigenaar optreedt in zijn hoedanigheid van juridisch eigenaar van het fonds. De juridisch eigenaar kan de houders van deelnemingsrechten niet vertegenwoordigen. 4.4. De juridisch eigenaar is jegens de houders van deelnemingsrechten slechts aansprakelijk voor door hen geleden schade, voor zover de schade het gevolg is van verwijtbare niet-nakoming of gebrekkige nakoming van zijn verplichtingen. Dit geldt ook wanneer de juridisch eigenaar de bij hem in beheer gegeven goederen geheel of ten dele aan een derde heeft toevertrouwd. 4.5. Een eventuele vergoeding voor de juridisch eigenaar komt ten laste van de beheerder. 4.6. De juridisch eigenaar is jegens de houders van deelnemingsrechten slechts aansprakelijk voor de door hen geleden schade, voor zover de schade het gevolg is van verwijtbare niet-nakoming of verwijtbare gebrekkige nakoming van zijn verplichtingen. Beheer en beleggingen; Bewaarder. Artikel 5. 5.1. De beheerder is belast met het beheer van het fonds, waaronder mede is begrepen het beleggen van de goederen die behoren tot het fonds, het aangaan van verplichtingen ten laste van het fonds en het verrichten van alle overige handelingen ten behoeve van het fonds, alles met inachtneming van het bepaalde in artikel 3, lid 2, artikel 4, leden 1 tot en met 3 en hetgeen overigens in deze voorwaarden

5.2.

5.3.

5.4.

5.5.

is bepaald. De juridisch eigenaar verstrekt hierbij aan de beheerder volmacht met het recht van substitutie voor het verrichten van alle handelingen, zoals nader omschreven in deze fondsvoorwaarden, zoals van tijd tot tijd gewijzigd. De beheerder mag een ander volmacht verlenen om de in dit lid bedoelde handelingen in naam van de juridisch eigenaar te verrichten. De beheerder mag niet een ander als gevolmachtigde in zijn plaats stellen. De beheerder treedt bij het beheren uitsluitend op in het belang van de houders van deelnemingsrechten. De beheerder is jegens de houders van deelnemingsrechten slechts aansprakelijk voor de door hen geleden schade, voor zover de schade het gevolg is van opzet of grove schuld van de beheerder. De beheerder heeft recht op een vergoeding ten laste van het desbetreffende subfonds dan wel het desbetreffende deelfonds, al naar gelang de context, zoals omschreven in het desbetreffende supplement. De beheerder kan een vermogensbeheerder aanstellen. De kosten hiervan komen ten laste van het desbetreffende subfonds dan wel het desbetreffende deelfonds, al naar gelang de context, zoals omschreven in het desbetreffende supplement. De beheerder kan aan de vermogensbeheerder volmacht geven om binnen de grenzen die in lid 1 zijn omschreven en door de beheerder opgestelde doelstellingen en richtlijnen op dagelijkse basis uitvoering te geven aan een of meer taken van de beheerder. De beheerder is jegens de houders van deelnemingsrechten slechts aansprakelijk voor de door hen geleden schade ten gevolge van het door de beheerder gevoerde beheer van het Fonds uit hoofde van dit artikel 5, voor zover de


27


schade het gevolg is van opzet of grove schuld van de beheerder. 5.6. De beheerder en de juridisch eigenaar zullen een overeenkomst met de bewaarder aangaan als bedoeld in artikel 4:37f van de Wet op het financieel toezicht. De vergoeding en de kosten van de bewaarder komen ten laste van het fonds. 5.7. De niet belegde goederen die behoren tot het fonds zullen worden aangehouden in overeenstemming met wet- en regelgeving. Het fonds. Subfondsen. Deelfondsen. Artikel 6. 6.1. Het fonds is onderverdeeld in een of meer subfondsen. 6.2. Een subfonds wordt gevormd door stortingen ter verkrijging van deelnemingsrechten, door opbrengsten van goederen die behoren tot het subfonds, door vorming en toeneming van de schulden en door vorming, toeneming en toepassing van eventuele voorzieningen en reserveringen. 6.3. Ten laste van een subfonds kunnen geldleningen worden aangegaan overeenkomstig het in het prospectus bepaalde. 6.4. Voor elk subfonds wordt een aparte administratie gevoerd, zodat onder meer alle aan een subfonds toe te rekenen opbrengsten en kosten per subfonds worden verantwoord. 6.5. De beheerder kan bepalen dat een subfonds wordt onderverdeeld in meerdere deelfondsen. Voor elk deelfonds wordt een aparte administratie gevoerd, zodat onder meer alle aan een deelfonds toe te rekenen opbrengsten en kosten per deelfonds kunnen worden verantwoord. 6.6. De beheerder kan de onderverdeling in deelfondsen te allen tijde geheel of gedeeltelijk opheffen.

Rechten en verplichtingen van houders van deelnemingsrechten. Artikel 7. 7.1. Een belegger is economisch gerechtigd tot het vermogen dat is toe te rekenen aan de door hem gehouden deelnemingsrechten in een subfonds in verhouding tot het totaal aantal deelnemingsrechten dat in het desbetreffende subfonds is uitgegeven. Indien een subfonds is verdeeld in meerdere deelfondsen is een belegger economisch gerechtigd tot het vermogen dat is toe te rekenen aan de door hem gehouden deelnemingsrechten in een deelfonds in verhouding tot het totaal aantal deelnemingsrechten dat in het betreffende deelfonds is uitgegeven. Onverminderd lid 2 komen, in de verhouding bedoeld in de vorige zin, alle voor- en nadelen, die economisch aan een subfonds of een deelfonds, al naar gelang de context, zijn verbonden, ten gunste respectievelijk ten laste van de houders van deelnemingsrechten die deelnemingsrechten houden in het desbetreffende subfonds of het desbetreffende deelfonds. 7.2. Houders van deelnemingsrechten zijn niet aansprakelijk voor de verplichtingen van de beheerder en de juridisch eigenaar en dragen niet verder in de verliezen van een subfonds of een deelfonds, al naar gelang de context, dan tot het bedrag dat in het subfonds of het deelfonds is of moet worden ingebracht als tegenprestatie voor de deelnemingsrechten in het desbetreffende subfonds of het desbetreffende deelfonds die door een houder van deelnemingsrechten worden gehouden. Deelnemingsrechten. Artikel 8. 8.1. Deelnemingsrechten hebben een zodani-


28


8.2.

8.3.

8.4.

ge aanduiding dat zij steeds van elkaar kunnen worden onderscheiden. Deelnemingsrechten in een subfonds worden aangeduid met de naam van het desbetreffende subfonds. Indien een subfonds is verdeeld in meerdere deelfondsen worden deelnemingsrechten in een deelfonds aangeduid met de naam van het subfonds gevolgd door een letter. Elke serie deelnemingsrechten vertegenwoordigt de gerechtigdheid tot een deel van het vermogen van een bepaald subfonds of een bepaald deelfonds zoals omschreven in het prospectus en het desbetreffende supplement. De deelnemingsrechten luiden op naam. Deelnemingsrechtbewijzen worden niet uitgegeven. De beheerder kan binnen een bepaald subfonds, deelnemingsrechten in een bepaald deelfonds omzetten in deelnemingsrechten in een ander deelfonds. Het in elk subfonds te storten of daaraan toe te rekenen gedeelte van het Fonds wordt afzonderlijk belegd in de specifieke beleggingsportefeuille van het desbetreffende subfonds. De beheerder houdt een register, waarin de namen en adressen van houders van de deelnemingsrechten zijn opgenomen, onder vermelding van de aanduidingen van hun deelnemingsrechten, de datum van verkrijging van de deelnemingsrechten en het bedrag dat in het fonds is ingebracht als tegenprestatie voor een deelnemingsrecht. Het aantal door een houder van deelnemingsrechten gehouden deelnemingsrechten wordt berekend tot op maximaal vier decimalen. In het register wordt tevens vermeld de wijze waarop een houder van deelnemingsrechten betalingen wenst te ontvangen. Een houder van deelnemingsrechten zal iedere wijziging

in de hiervoor bedoelde gegevens onmiddellijk aan de beheerder opgeven. 8.5. Het register wordt regelmatig bijgehouden. Iedere wijziging daarin wordt getekend door de beheerder. 8.6. Iedere houder van deelnemingsrechten ontvangt terstond na de inschrijving of een wijziging daarin een door de beheerder getekend, niet verhandelbaar uittreksel uit het register van houders van deelnemingsrechten, voor zover het zijn deelnemingsrecht(s) betreft. 8.7. Het register is ten kantore van de beheerder ter inzage van iedere houder van deelnemingsrechten, doch uitsluitend voor zover het zijn eigen inschrijving betreft. 8.8. De beheerder kan de uit dit artikel voor haar voortvloeiende verplichtingen delegeren aan een door de beheerder aan te wijzen derde. Artikel 4.5 is van overeenkomstige toepassing. Vaststelling van de waarde van elk van de subfondsen en/of elk van de deelfondsen. Artikel 9. 9.1. Tenzij het desbetreffende supplement anders bepaalt, stelt de beheerder iedere werkdag de intrinsieke waarde van de verschillende deelnemingsrechten vast en publiceert hij deze waarden op zijn website. 9.2. In afwijking van lid 1 kan de beheerder in de navolgende gevallen de intrinsieke waarde van de verschillende deelnemingsrechten niet vaststellen: a. indien de effectenbeurs van NYSE Euronext by Euronext Amsterdam of een andere effectenbeurs waaraan financiële instrumenten zijn genoteerd die behoren tot het desbetreffende subfonds, zijn gesloten tijdens andere dan gebruikelijke dagen of wanneer de transacties op deze beurzen zijn opgeschort of aan niet gebruikelijke beper-


29


9.3.

kingen zijn onderworpen en de beheerder, naar zijn oordeel, geen juiste taxatie van de koers van de beursgenoteerde financiële instrumenten kan geven; b. indien de middelen van communicatie of berekeningsfaciliteiten die normaal worden gebruikt voor de bepaling van de waarde van het subfonds, anders dan door verwijtbaar handelen of nalaten van de beheerder, niet meer functioneren of indien om enige andere reden de waarde van een belegging die behoort tot het subfonds niet met de door de beheerder gewenste snelheid of nauwkeurigheid kan worden bepaald; c. indien de technische middelen van het fonds om rechten van deelneming in te kopen of uitgeven door een technische storing tijdelijk niet beschikbaar zijn; d. indien factoren die onder andere verband houden met de politieke, economische, militaire of monetaire situatie waarover de beheerder geen zeggenschap heeft, de beheerder verhinderen de waarde van het subfonds te bepalen; e. indien het fonds aan de hoeveelheid verzoeken tot inkoop/uitgifte van rechten van deelneming feitelijk niet onmiddellijk kan voldoen; f. indien op een dag niet gehandeld kan worden in 50% of meer van de financiële instrumenten waarin het desbetreffende subfonds belegt; g. indien de fiscale status van het fonds in gevaar komt. De beheerder zal de intrinsieke waarde van bepaalde deelnemingsrechten niet vaststellen indien een besluit tot opheffing van het desbetreffende subfonds of deelfonds, al naar gelang de context, of een besluit tot ontbinding van het fonds

is genomen. De waarde van de vermogensbestanddelen van de subfondsen wordt vastgesteld met inachtneming van de waarderingsmethoden die zijn vermeld in het prospectus en het supplement. Uitgifte van deelnemingsrechten. Artikel 10. 10.1. Uitgifte van deelnemingsrechten heeft plaats door de beheerder namens de juridisch eigenaar. Uitgifte van deelnemingsrechten is dagelijks mogelijk tenzij in het supplement van het betreffende subfonds anders bepaald is. 10.2. De tegenprestatie voor een toe te kennen deelnemingsrecht is gelijk aan de waarde van een deelnemingsrecht, eventueel vermeerderd met een door de beheerder vast te stellen opslag. De beheerder stelt de verdere fondsvoorwaarden van toekenning vast, waaronder mede begrepen de vorm van de tegenprestatie. 10.3. In de in artikel 9, lid 2 vermelde omstandigheden kan de beheerder de toekenning van deelnemingsrechten opschorten. Overdracht en bezwaring van deelnemingsrechten. Gemeenschap. Artikel 11. 11.1. Levering van deelnemingsrechten aan anderen dan de juridisch eigenaar is niet mogelijk. Deelnemingsrechten kunnen slechts aan de juridisch eigenaar worden overgedragen overeenkomstig artikel 12. (Inkoop van deelnemingsrechten). 11.2. Een deelnemingsrecht kan niet worden bezwaard, met de uitzondering dat op een deelnemingsrecht pandrecht kan worden gevestigd ten behoeve van de beheerder en haar groepsmaatschappijen (als bedoeld in artikel 2:24b Burgerlijk Wetboek), met dien verstande dat het deelnemingsrecht vervalt indien de pandhouder tot uitwinning overgaat. 9.4.


30


Uitwinning vindt plaats zodra de pandhouder aan de pandgever de mededeling heeft verzonden dat de pandgever in verzuim is met de voldoening van hetgeen waarvoor het pand tot waarborg dient en hij tot uitwinning overgaat. 11.3. Bij verval van een deelnemingsrecht ontstaat een vordering gelijk aan de vordering die zou zijn ontstaan indien het deelnemingsrecht overeenkomstig artikel 12 zou zijn ingekocht op grond van een verzoek tot inkoop dat op het tijdstip van het verval is gedaan. 11.4. De beperking deelnemingsrechten over te dragen en te bezwaren en de beperking van uitwinning door een pandhouder hebben goederenrechtelijke werking. 11.5. Indien deelnemingsrechten tot een gemeenschap behoren kunnen de gezamenlijke gerechtigden zich slechts door een schriftelijk door hen daartoe aangewezen persoon tegenover de beheerder, de juridisch eigenaar en de andere houders van deelnemingsrechten doen vertegenwoordigen. Inkoop van deelnemingsrechten. Artikel 12. 12.1. De beheerder zal namens de juridisch eigenaar zal op verzoek van een houder van deelnemingsrechten, deelnemingsrechten inkopen. Inkoop is mogelijk per iedere werkdag, tenzij het supplement van een subfonds anders bepaalt. Inkoop van deelnemingsrechten in een bepaald subfonds of een bepaald deelfonds, al naar gelang de context, vindt niet plaats gedurende de periode dat op grond van artikel 9, lid 2 de waarde van het desbetreffende subfonds niet wordt vastgesteld. Na opheffing van het desbetreffende subfonds of deelfonds, al naar gelang de context, en na ontbinding van het fonds vindt geen inkoop van deelnemingsrechten meer plaats.

12.2.

De koopprijs voor een door de juridisch eigenaar te verkrijgen deelnemingsrecht is gelijk aan de waarde van het deelnemingsrecht eventueel verminderd met een door de beheerder vast te stellen afslag. Van de koopprijs wordt de desbetreffende houder van deelnemingsrechten zo spoedig mogelijk mededeling gedaan. 12.3. De beheerder zal de koopprijs voor de verkregen deelnemingsrechten binnen vijf werkdagen aan de houder van deelnemingsrechten voldoen. Voldoening van de koopprijs vindt plaats op de in het register van houders van deelnemingsrechten vermelde wijze. Oproepingen van houders van deelnemingsrechten. Artikel 13. Oproepingen van houders van deelnemingsrechten geschieden bij brief aan de in het register van houders van deelnemingsrechten vermelde adressen of door middel van een advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad, alsmede op de website van de beheerder. Als datum van een oproeping per brief geldt de datum van verzending door de beheerder. Informatieverstrekking. Artikel 14. 14.1. De beheerder zal maandelijks een overzicht opstellen waarin ten minste de volgende gegevens zijn opgenomen: a. de waarde van het subfonds of een deelfonds, al naar gelang de context, waartoe een houder van deelnemingsrechten gerechtigd is; b. het aantal uitstaande deelnemingsrechten in een subfonds of een deelfonds, al naar gelang de context, waarvan een houder van deelnemingsrechten deelnemingsrechten houdt; c. de waarde van een deelnemingsrecht binnen een subfonds of deelfonds, al


31


naar gelang de context, waarvan een houder van deelnemingsrechten deelnemingsrechten houdt; en d. de totale waarde en de samenstelling van de beleggingen die deel uitmaken van het subfonds waartoe een houder van deelnemingsrechten gerechtigd is. De beheerder publiceert dit overzicht op de website van de beheerder en legt dit overzicht ten kantore van de beheerder ter inzage voor de houders van deelnemingsrechten. 14.2. De beheerder zal op verzoek van een houder van deelnemingsrechten aan hem opgave doen van de voor zijn belastingaangiften relevante gegevens. 14.3. Van een verzoek tot intrekking van de vergunning uit hoofde van de Wet op het financieel toezicht wordt aan de houders van deelnemingsrechten mededeling gedaan. Boekjaar. Verslaglegging. Artikel 15. 15.1. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 15.2. De beheerder maakt jaarlijks binnen vier maanden na afloop van het boekjaar een jaarrekening, een jaarverslag en de overige gegevens als bedoeld in de artikel 361, eerste lid, 391, eerste lid, onderscheidenlijk 392, eerste lid, onderdelen a tot en met h, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek openbaar. In de toelichting worden ten minste opgenomen een overzicht van het verloop gedurende het boekjaar van de waarde van elk van de subfondsen, van de beleggingen en de samenstelling van de beleggingen per subfonds per het einde van het boekjaar. 15.3. Jaarlijks binnen negen weken na afloop van de eerste helft van het boekjaar maakt de beheerder halfjaarcijfers openbaar. De beheerder neemt de relevante financiële gegevens met betrekking tot

15.4.

15.5.

15.6.

de subfondsen op in halfjaarcijfers. Het jaarverslag en de halfjaarcijfers worden ondertekend door de beheerder. Ontbreken een of meer handtekeningen, dan wordt daarvan onder opgave van de reden melding gemaakt. Het jaarverslag en de halfjaarcijfers worden op de website van de beheerder gepubliceerd, liggen ter inzage voor de houders van deelnemingsrechten ten kantore van de beheerder en zijn aldaar kosteloos verkrijgbaar. De beheerder zal een registeraccountant of een andere deskundige, als bedoeld in artikel 2:393, lid 1 Burgerlijk Wetboek opdracht geven om het jaarverslag te onderzoeken. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de beheerder en geeft de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring weer. De beheerder kan opdrachten verstrekken aan de accountant of aan een andere registeraccountant of daarmee door de wet gelijkgestelde deskundige.

Winst. Artikel 16. 16.1. Alle winst wordt herbelegd door het desbetreffende subfonds of deelfonds, al naar gelang de context, tenzij het supplement anders bepaalt. 16.2. Alle deelnemingsrechten in een bepaald subfonds of deelfonds, al naar gelang de context, die op het moment van vaststelling van het jaarverslag uitstaan bij houders van deelnemingsrechten delen gelijkelijk in de winst van het desbetreffende subfonds of deelfonds, al naar gelang de context, over het desbetreffende boekjaar, tenzij het desbetreffende supplement anders bepaalt. 16.3. De beheerder kan, mits het desbetreffende supplement zulks toelaat ten laste van een subfonds tussentijdse uitkeringen doen.


32


16.4.

Uitkeringen van de winst zijn opeisbaar vier weken na vaststelling van het jaarverslag, tenzij de vergadering van houders van deelnemingsrechten op voorstel van de beheerder een andere datum bepaalt. 16.5. De betaalbaarstelling van uitkeringen aan houders van deelnemingsrechten, de samenstelling van de uitkeringen en de wijze van betaalbaarstelling worden aan de houders van deelnemingsrechten medegedeeld. Vergadering van houders van deelnemingsrechten. Artikel 17. 17.1. Binnen vijf maanden na afloop van een boekjaar wordt de jaarlijkse vergadering van houders van deelnemingsrechten gehouden. 17.2. De agenda voor deze vergadering bevat in ieder geval de volgende onderwerpen: a. verslag van de beheerder over de gang van zaken in het afgelopen boekjaar; b. het verlenen van decharge aan de beheerder voor de vervulling van haar taak over het afgelopen boekjaar; en c. de vaststelling van het jaarverslag. In de jaarlijkse vergadering wordt voorts voorzien in eventuele vacatures en wordt behandeld hetgeen met inachtneming van de leden 4 en 5 op de agenda is geplaatst. 17.3. De bestuurders van de beheerder en de juridisch eigenaar worden uitgenodigd vergaderingen van houders van deelnemingsrechten bij te wonen en hebben het recht in de vergadering het woord te voeren. De accountant kan door de beheerder tot het bijwonen van de vergadering van houders van deelnemingsrechten worden uitgenodigd. 17.4. De oproeping tot de vergadering van houders van deelnemingsrechten en de

17.5.

17.6.

17.7.

17.8.

vaststelling van de agenda voor de vergadering geschieden door de beheerder. De oproeping geschiedt niet later dan op de vijftiende dag voor die van de vergadering. Een of meer houders van deelnemingsrechten die alleen of tezamen ten minste twintig procent (20%) van het totale aantal deelnemingsrechten houden kunnen van de beheerder verlangen, dat onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd, mits het schriftelijk verzoek daartoe uiterlijk acht dagen voor de vergadering, door de beheerder is ontvangen. De beheerder geeft van deze onderwerpen kennis aan degenen, aan wie de oproeping is gedaan, uiterlijk vijf dagen voor de vergadering. De vergaderingen worden gehouden in Nederland op een door de beheerder te bepalen plaats. Indien de voorschriften omtrent de oproeping en de plaats van de vergadering niet in acht zijn genomen, kunnen niettemin geldige besluiten worden genomen, mits alle houders van deelnemingsrechten ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn en mits bij eenstemmigheid. Het jaarverslag wordt gelijktijdig met de oproeping van de vergadering in een landelijk verspreid dagblad gepubliceerd op de website van de beheerder en voor de houders van deelnemingsrechten ter inzage gelegd ten kantore van de beheerder en kunnen door hen bij de beheerder worden opgevraagd. De verklaring van de accountant zal aan het jaarverslag worden toegevoegd. Binnen acht dagen na vaststelling van een jaarverslag wordt daarvan door de beheerder aan alle houders van deelnemingsrechten mededeling gedaan. Indien een jaarverslag gewijzigd is vastgesteld vermeldt deze mededeling tevens dat het


33


jaarverslag tezamen met de daarop betrekking hebbende verklaring van de accountant ten kantore van de beheerder voor de houders van deelnemingsrechten ter inzage ligt en op de website van de beheerder is gepubliceerd. 17.9. Indien de beheerder dit in het belang van de houders van deelnemingsrechten gewenst acht, zal de beheerder een buitengewone vergadering van houders van deelnemingsrechten bijeenroepen. Bovendien zal de beheerder een buitengewone vergadering van houders van deelnemingsrechten bijeenroepen, zodra een of meer houders van deelnemingsrechten die alleen of tezamen ten minste twintig procent (20%) van het totale aantal deelnemingsrechten houden dit onder mededeling van de te behandelen onderwerpen aan de beheerder schriftelijk verzoeken. 17.10. De vergaderingen van houders van deelnemingsrechten worden geleid door een bestuurder van de beheerder. Indien meerdere bestuurders van de beheerder aanwezig zijn, zullen deze bestuurders een van hen aanwijzen als voorzitter van de vergadering. Is geen van de bestuurders van de beheerder aanwezig, dan benoemt de vergadering zelf haar voorzitter. De voorzitter van de vergadering wijst een secretaris aan. De voorzitter kan ook derden toestaan om de vergadering of een gedeelte daarvan bij te wonen en er het woord te voeren. 17.11. Een houder van deelnemingsrechten kan zich ter vergadering, mits bij schriftelijke volmacht, doen vertegenwoordigen. 17.12. Tenzij deze fondsvoorwaarden anders bepalen, worden alle besluiten van de vergadering van houders van deelnemingsrechten genomen met volstrekte meerderheid van de stemmen verbonden aan alle ter vergadering vertegenwoor-

digde deelnemingsrechten, waarbij aan elk deelnemingsrecht één stem toekomt. Blanco stemmen en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. Bij staking van stemmen heeft de voorzitter van de vergadering een beslissende stem. 17.13. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze van stemming. 17.14. De beheerder kan een vergadering van houders van deelnemingsrechten van een bepaald subfonds of deelfonds bijeenroepen. Op een dergelijke vergadering is dit artikel en artikel 18 van overeenkomstige toepassing. Verslaglegging. Artikel 18. Tenzij van het in de vergadering van houders van deelnemingsrechten verhandelde een notarieel proces-verbaal wordt opgemaakt, worden daarvan door de secretaris van die vergadering notulen gehouden. Notulen worden vastgesteld en ten blijke daarvan getekend door de voorzitter en de secretaris van de desbetreffende vergadering dan wel vastgesteld door een volgende vergadering van houders van deelnemingsrechten; in het laatste geval worden zij ten blijke van vaststelling door de voorzitter en de secretaris van die volgende vergadering ondertekend. Defungeren van de beheerder. Artikel 19. De beheerder zal als zodanig defungeren: a. op het tijdstip van ontbinding van de beheerder; b. door vrijwillig defungeren; c. doordat zijn faillissement onherroepelijk wordt, hij op enigerlei wijze het vrije beheer over zijn vermogen verliest, daaronder begrepen aan hem verleende surséance van betaling. Vervanging van de beheerder. Artikel 20. 20.1. Indien de beheerder haar functie als beheerder op grond van het in artikel 19


34


bepaalde wil of moet beëindigen, zal binnen vier weken nadat dit is gebleken een vergadering van houders van deelnemingsrechten worden gehouden ter benoeming van een opvolgend beheerder. Van de vervanging wordt aan alle houders van deelnemingsrechten mededeling gedaan. 20.2. Indien niet binnen tien weken nadat is gebleken dat de beheerder haar functie wil of moet beëindigen een opvolgende beheerder is benoemd, is het fonds ontbonden en wordt het vereffend overeenkomstig artikel 22, tenzij de vergadering van houders van deelnemingsrechten besluit tot verlenging van de bedoelde termijn. Toepasselijkheid en wijziging voorwaarden. Artikel 21. 21.1. Door het verkrijgen van een deelnemingsrecht onderwerpt een houder van deelnemingsrechten zich aan de bepalingen van deze fondsvoorwaarden. Deze fondsvoorwaarden worden op de website van de beheerder gepubliceerd en zijn kosteloos opvraagbaar ten antore van de beheerder. 21.2. Deze fondsvoorwaarden, het prospectus en het supplement kunnen door de beheerder worden gewijzigd. 21.3. Een voorstel tot wijziging van de voorwaarden wordt bekend gemaakt op de website van de Beheerder alwaar het voorstel wordt toegelicht. 21.4. Voor zover een wijziging van deze fondsvoorwaarden als bedoeld in lid 3 afwijkt van het voorstel, wordt de wijziging bekend gemaakt op de website van de beheerder. 21.5. Voor zover door een wijziging als bedoeld in lid 3 rechten of zekerheden van houders van deelnemingsrechten worden verminderd, lasten aan hen worden opgelegd of het beleggingsbeleid

wordt gewijzigd, wordt een wijziging eerst van kracht op de eerste werkdag nadat één maand is verstreken na bekendmaking van de wijziging op de wijze als bedoeld in lid 3. Binnen deze periode kan een houder van deelnemingsrechten op zijn verzoek onder de ongewijzigde fondsvoorwaarden uittreden. 21.6. De beheerder doet aan de houders van deelnemingsrechten mededeling van de tekst van de vastgestelde wijziging en licht de wijziging toe op de website. Opheffing van een subfonds. Opheffing van een deelfonds. Ontbinding. Artikel 22. 22.1. Onverminderd artikel 20, lid 2, wordt een subfonds of een deelfonds opgeheven of het fonds ontbonden bij besluit van de beheerder. Van een dergelijk besluit wordt mededeling gedaan aan de desbetreffende houders van deelnemingsrechten. 22.2. In geval van opheffing van een subfonds of een deelfonds of ontbinding van het fonds geschiedt de vereffening van het subfonds, het deelfonds of het fonds door de beheerder. Deze fondsvoorwaarden blijven tijdens de vereffening voor zover mogelijk van kracht. 22.3. Bij vereffening wordt het liquidatiesaldo aan de houders van deelnemingsrechten die gerechtigd zijn tot de desbetreffende subfonds of deelfonds, al naar gelang de context, uitgekeerd in de verhouding van het aantal deelnemingsrechten dat door een dergelijke houder van deelnemingsrechten wordt gehouden, waardoor de deelnemingsrechten vervallen. Eerst na het afleggen van de in lid 5 bedoelde rekening en verantwoording kan tot uitkering aan houders van deelnemingsrechten worden overgegaan. 22.4. De beheerder maakt een rekening en ver-


35


antwoording op die vergezeld gaat van een verklaring van de accountant. Goedkeuring van de rekening en verantwoording door de vergadering van houders van deelnemingsrechten en voorzover het betreft de opheffing en vereffening van een subfonds of een deelfonds, goedkeuring door de vergadering van houders van deelnemingsrechten van het desbetreffende subfonds of deelfonds, strekt, voor zover die vergadering niet een voorbehoud maakt, tot decharge van de beheerder. Toepasselijk recht. Arbitrage. Artikel 23. 23.1. De rechtsbetrekkingen tussen de beheerder, de juridisch eigenaar en een houder van deelnemingsrechten, zijn uitsluitend onderworpen aan Nederlands recht. 23.2. Alle geschillen, geschillen over het bestaan en de geldigheid daaronder begrepen, die ontstaan in verband met deze fondsvoorwaarden, zullen worden beslecht door arbitrage overeenkomstig het Reglement van het Nederlands Arbitrage Instituut. Daarbij geldt: a. het scheidsgerecht zal bestaan uit drie arbiters; b. de plaats van arbitrage zal Amsterdam zijn; c. het geding zal worden gevoerd in de Nederlandse taal; d. het scheidsgerecht zal beslissen naar de regels van het recht; e. het Nederlands Arbitrage Instituut mag het arbitraal vonnis niet laten publiceren.


36

VermogensParapluFonds 14. Statuten beheerder Naam. Zetel. Artikel 1. De vennootschap draagt de naam: VermogensParaplu Beheer B.V. Zij is gevestigd te Amsterdam. Doel. Artikel 2. De vennootschap heeft ten doel: a. het beheren en controleren van geldstromen ("cash management"), het verrichten van valutatransacties en andere financiële transacties; b. het beheren en managen van beleggingen van fondsen; c. het optreden als beheerder van beleggingsfondsen en als bestuurder van beleggingsmaatschappijen; d. het selecteren van externe portefeuille managers; e. het verlenen van diensten en andere ondersteuning aan groepsmaatschappijen alsook aan derden; e. het verkrijgen, beheren, exploiteren, bezwaren en vervreemden van bedrijfsmiddelen en van vermogenswaarden in het algemeen; f. het lenen en ter leen verstrekken van gelden; g. het beleggen en beheren van vermogen, al dan niet ten behoeve van derden; h. het deelnemen in, het voeren van beheer over en het financieren van andere vennootschappen en ondernemingen, van welke aard ook, en voorts het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de meest ruime zin van het woord. Kapitaal en aandelen. Artikel 3. 3.1. Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt negentigduizend

euro (EUR 90.000, ). Het is verdeeld in negenhonderd (900) aandelen van honderd euro (EUR 100) elk. 3.2. De aandelen luiden op naam en zijn doorlopend genummerd van 1 af. 3.3. Er worden geen aandeelbewijzen uitgegeven. De vennootschap mag leningen met het oog op het nemen of verkrijgen van aandelen in haar kapitaal verstrekken tot ten hoogste het bedrag van haar uitkeerbare reserves. Een besluit van de directie tot het verstrekken van een lening, bedoeld in de vorige zin, behoeft goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders, hierna ook te noemen: de "algemene vergadering". De vennootschap houdt een niet uitkeerbare reserve aan tot het uitstaande bedrag van de in dit lid genoemde leningen. Uitgifte van aandelen. Artikel 4. 4.1. De algemene vergadering besluit tot uitgifte van aandelen; de algemene vergadering stelt de koers en de verdere voorwaarden van uitgifte vast. 4.2. Uitgifte van aandelen geschiedt nimmer beneden pari. 4.3. Uitgifte van aandelen geschiedt bij notariële akte met inachtneming van het bepaalde in artikel 2:196 Burgerlijk Wetboek. 4.4. Bij uitgifte van aandelen alsook bij het verlenen van rechten tot het nemen van aandelen heeft een aandeelhouder geen voorkeursrecht. 4.5. De vennootschap is niet bevoegd haar medewerking te verlenen aan de uitgifte van certificaten van aandelen. Storting op aandelen. Artikel 5. 5.1. Aandelen worden slechts tegen volstorting uitgegeven.


37


5.2.

Storting moet in geld geschieden, voor zover niet een andere inbreng is overeengekomen. 5.3. Storting in geld kan in vreemd geld geschieden, indien de vennootschap daarin toestemt. Verkrijging en vervreemding van eigen aandelen. Artikel 6. 6.1. De directie kan met machtiging van de algemene vergadering de vennootschap een zodanig aantal volgestorte aandelen in haar eigen kapitaal onder bezwarende titel doen verkrijgen, dat het nominale bedrag van de te verkrijgen en van de reeds door de vennootschap en haar dochtermaatschappijen tezamen gehouden aandelen in haar kapitaal niet meer dan de helft van het geplaatste kapitaal bedraagt en onverminderd het daaromtrent overigens in de wet bepaalde. 6.2. Ten aanzien van vervreemding door de vennootschap van door haar verkregen aandelen in haar eigen kapitaal is artikel 4, lid 1 van overeenkomstige toepassing. Een besluit tot vervreemding van zodanige aandelen omvat de goedkeuring, als bedoeld in artikel 2:195, lid 3 Burgerlijk Wetboek. Aandeelhoudersregister. Artikel 7. 7.1. De directie houdt een aandeelhoudersregister overeenkomstig de daartoe door de wet gestelde eisen. 7.2. De directie legt het register ten kantore van de vennootschap ter inzage van de aandeelhouders. Oproepingen en mededelingen. Artikel 8. 8.1. Oproepingen aan aandeelhouders geschieden bij al dan niet aangetekende brief, verzonden aan de adressen vermeld in het aandeelhoudersregister. 8.2. Mededelingen aan de directie geschie-

den bij al dan niet aangetekende brief, verzonden aan het kantoor van de vennootschap of aan de adressen van alle directeuren. Wijze van levering van aandelen. Artikel 9 De levering van aandelen geschiedt bij notariële akte met inachtneming van het bepaalde in artikel 2:196 Burgerlijk Wetboek. Blokkeringsregeling. Artikel 10. 10.1. Overdracht van aandelen in de vennootschap, daaronder niet begrepen vervreemding door de vennootschap van door haar verkregen aandelen in haar eigen kapitaal, kan slechts geschieden met inachtneming van de leden 2 tot en met 7 van dit artikel. 10.2. De aandeelhouder die een of meer aandelen wil overdragen, behoeft daartoe de goedkeuring van de algemene vergadering. 10.3. De overdracht moet plaats vinden binnen drie maanden nadat de goedkeuring is verleend of wordt geacht te zijn verleend. 10.4. De goedkeuring wordt geacht te zijn verleend, indien de algemene vergadering niet gelijktijdig met de weigering van de goedkeuring aan de verzoeker opgaaf doet van een of meer gegadigden, die bereid zijn al de aandelen, waarop het verzoek om goedkeuring betrekking heeft, tegen contante betaling te kopen, tegen de prijs, vastgesteld op de wijze als omschreven in lid 5; de vennootschap zelf kan slechts met goedkeuring van de verzoeker als gegadigde worden aangewezen. De goedkeuring wordt eveneens geacht te zijn verleend, indien de algemene vergadering niet binnen zes weken na het verzoek om goedkeuring op dat verzoek heeft beslist.


38


10.5.

De verzoeker en de door hem aanvaarde gegadigden zullen in onderling overleg de in lid 4 bedoelde prijs vaststellen. Bij gebreke van overeenstemming geschiedt de vaststelling van de prijs door een onafhankelijke deskundige, aan te wijzen door de directie en de verzoeker in onderling overleg. 10.6. Indien de directie en de verzoeker omtrent de aanwijzing van de onafhankelijke deskundige geen overeenstemming bereiken, geschiedt die aanwijzing door de Voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, in welker gebied de vennootschap haar hoofdvestiging heeft. 10.7. Zodra de prijs van de aandelen door de onafhankelijke deskundige is vastgesteld, is de verzoeker gedurende een maand na de prijsvaststelling vrij te beslissen, of hij zijn aandelen aan de aangewezen gegadigden zal overdragen. Bestuur. Artikel 11. 11.1. De vennootschap wordt bestuurd door een directie, bestaande uit een of meer directeuren. De algemene vergadering bepaalt het aantal directeuren. Een rechtspersoon kan tot directeur worden benoemd. 11.2. Directeuren worden benoemd door de algemene vergadering. De algemene vergadering kan hen te allen tijde schorsen en ontslaan. 11.3. De algemene vergadering stelt de arbeidsvoorwaarden van de directeuren vast. 11.4. Ingeval van belet of ontstentenis van een of meer directeuren zijn de overblijvende directeuren of is de enig overblijvende directeur tijdelijk met het bestuur belast. Ingeval van belet of ontstentenis van alle directeuren of de enige directeur is de

persoon, die de algemene vergadering daartoe heeft aangewezen casu quo zal aanwijzen, tijdelijk met het bestuur belast. Ingeval van ontstentenis neemt de in de vorige zin bedoelde persoon zo spoedig mogelijk de nodige maatregelen teneinde een definitieve voorziening te doen treffen. Besluitvorming van de directie. Artikel 12. 12.1. De directie kan, met inachtneming van deze statuten, een reglement opstellen, waarin aangelegenheden, haar intern betreffende, worden geregeld. Voorts kunnen de directeuren, al dan niet bij reglement, hun werkzaamheden onderling verdelen. 12.2. De directie vergadert, zo dikwijls een directeur het verlangt. Zij besluit bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen beslist de algemene vergadering. 12.3. De directie kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits dit schriftelijk, telegrafisch, per telex of per telecopier geschiedt en alle directeuren zich voor het desbetreffende voorstel uitspreken. 12.4. De directie zal zich gedragen naar de door de algemene vergadering gegeven aanwijzingen betreffende de algemene lijnen van het te voeren financiële, sociale, economische en het personeelsbeleid. 12.5. De directie behoeft de goedkeuring van de algemene vergadering voor duidelijk in een daartoe strekkend besluit van de algemene vergadering omschreven besluiten. Vertegenwoordiging. Procuratiehouders. Artikel 13. 13.1. De directie is bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen. Indien er meer dan één directeur in functie is, kan de


39


vennootschap ook worden vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende directeuren. 13.2. Indien een directeur in privé een overeenkomst met de vennootschap sluit of in privé enigerlei procedure tegen de vennootschap voert, kan de vennootschap, met inachtneming van het in het eerste lid bepaalde, ter zake worden vertegenwoordigd, hetzij door de directie casu quo de overige directeuren, tenzij de algemene vergadering daartoe een persoon aanwijst of de wet op andere wijze in de aanwijzing voorziet. Zodanige persoon kan ook zijn de directeur, te wiens aanzien het strijdig belang bestaat. Indien een directeur op een andere wijze dan in de voorlaatste zin omschreven een belang heeft, dat strijdig is met dat van de vennootschap, is hij, evenals de directie casu quo de overige directeuren, met inachtneming van het in het eerste lid bepaalde, bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen. 13.3. De directie kan aan een of meer personen, al dan niet in dienst van de vennootschap, procuratie of anderszins doorlopende vertegenwoordigingsbevoegdheid verlenen. Tevens kan de directie aan personen als in de vorige zin bedoeld, alsook aan andere personen mits in dienst van de vennootschap, zodanige titel toekennen, als zij zal verkiezen. Algemene vergaderingen. Artikel 14. 14.1. De jaarlijkse algemene vergadering wordt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar gehouden. 14.2. De agenda voor deze vergadering bevat in ieder geval de vaststelling van de jaarrekening en de bepaling van de winstbestemming, tenzij de termijn voor het opmaken van de jaarrekening is verlengd.

14.3.

14.4.

14.5.

14.6.

14.7.

14.8.

In die algemene vergadering wordt de persoon, bedoeld in artikel 11, lid 4, aangewezen en wordt voorts behandeld, hetgeen met inachtneming van de leden 5 en 6 van dit artikel, verder op de agenda is geplaatst. Een algemene vergadering wordt bijeengeroepen zo dikwijls de directie of een aandeelhouder het wenselijk acht. De algemene vergaderingen worden gehouden in de gemeente waar de vennootschap haar statutaire zetel heeft. In een elders gehouden algemene vergadering kunnen slechts geldige besluiten worden genomen, indien het gehele geplaatste kapitaal is vertegenwoordigd. Aandeelhouders worden tot de algemene vergadering opgeroepen door de directie, door een directeur of door een aandeelhouder. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen steeds vermeld. De oproeping geschiedt niet later dan op de vijftiende dag voor die van de vergadering. Was die termijn korter of heeft de oproeping niet plaats gehad, dan kunnen geen wettige besluiten worden genomen, tenzij het besluit met algemene stemmen wordt genomen in een vergadering, waarin het gehele geplaatste kapitaal vertegenwoordigd is. Ten aanzien van onderwerpen die niet in de oproepingsbrief of in een aanvullende oproepingsbrief met inachtneming van de voor oproeping gestelde termijn zijn aangekondigd, vindt het bepaalde in de vorige zin overeenkomstige toepassing. De algemene vergadering benoemt zelf haar voorzitter. De voorzitter wijst de secretaris aan. Van het ter vergadering verhandelde worden notulen gehouden.


40


Stemrecht van aandeelhouders. Artikel 15. 15.1. Elk aandeel geeft recht op het uitbrengen van een stem. Aan vruchtgebruikers en pandhouders van aandelen kan niet het aan die aandelen verbonden stemrecht worden toegekend. 15.2. Aandeelhouders kunnen zich ter vergadering door een schriftelijk gevolmachtigde doen vertegenwoordigen. 15.3. Besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. 15.4. Aandeelhouders kunnen alle besluiten, die zij in vergadering kunnen nemen, buiten vergadering nemen, mits de directeuren in de gelegenheid zijn gesteld over het voorstel advies uit te brengen. Een zodanig besluit is slechts geldig, indien alle stemgerechtigde aandeelhouders schriftelijk, telegrafisch, per telex of per telecopier ten gunste van het desbetreffende voorstel stem hebben uitgebracht. Degenen die buiten vergadering een besluit hebben genomen, doen van het aldus genomen besluit onverwijld mededeling aan de directie. Boekjaar. Jaarrekening. Artikel 16. 16.1. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 16.2. Jaarlijks binnen vijf maanden na afloop van elk boekjaar - behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste zes maanden door de algemene vergadering op grond van bijzondere omstandigheden - maakt de directie een jaarrekening op en legt zij deze voor de aandeelhouders ter inzage ten kantore van de vennootschap. De jaarrekening gaat vergezeld van de verklaring van de accountant, bedoeld in artikel 17, zo de daar bedoelde opdracht

is verstrekt, van het jaarverslag, tenzij artikel 2:403 Burgerlijk Wetboek, voor de vennootschap geldt, en van de in artikel 2:392, lid 1 Burgerlijk Wetboek, bedoelde overige gegevens, voor zover het in dat lid bepaalde op de vennootschap van toepassing is. De jaarrekening wordt ondertekend door alle directeuren. Indien de ondertekening van een of meer van hen ontbreekt, dan wordt daarvan onder opgaaf van de reden melding gemaakt. 16.3. Vaststelling van de jaarrekening door de algemene vergadering strekt, tenzij die vergadering een voorbehoud maakt, de directie tot decharge voor haar bestuur over het afgelopen boekjaar, onverminderd het in de wet bepaalde. Accountant. Artikel 17. De vennootschap kan aan een accountant, als bedoeld in artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek, de opdracht verlenen om de door de directie opgemaakte jaarrekening te onderzoeken overeenkomstig het bepaalde in lid 3 van dat artikel, met dien verstande dat de vennootschap daartoe gehouden is indien de wet dat verlangt. Indien de wet niet verlangt dat de in de vorige zin bedoelde opdracht wordt verleend, kan de vennootschap een opdracht tot onderzoek van de opgemaakte jaarrekening ook aan een andere deskundige verlenen; zodanige deskundige wordt hierna ook aangeduid als accountant. Tot het verlenen van de opdracht is de algemene vergadering bevoegd. Gaat deze daartoe niet over, dan is de directie bevoegd. De aan de accountant verleende opdracht kan te allen tijde worden ingetrokken door de algemene vergadering of door de directie, indien deze de opdracht heeft verleend. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de directie en geeft de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring weer.


41


Winst en verlies. Artikel 18. 18.1. Uitkering van winst ingevolge het in dit artikel bepaalde geschiedt na vaststelling van de jaarrekening waaruit blijkt dat zij geoorloofd is. 18.2. De winst staat ter vrije beschikking van de algemene vergadering. 18.3. De vennootschap kan aan de aandeelhouders en andere gerechtigden tot de voor uitkering vatbare winst slechts uitkeringen doen voor zover haar eigen vermogen groter is dan het bedrag van het geplaatste kapitaal vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden. 18.4. Ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves mag een tekort slechts worden gedelgd voor zover de wet dat toestaat. 18.5. Bij de berekening van de verdeling van een voor uitkering op aandelen bestemd bedrag tellen de aandelen die de vennootschap houdt in haar eigen kapitaal niet mee. Winstuitkering. Artikel 19. 19.1. Dividenden zijn opeisbaar vier weken na vaststelling, tenzij de algemene vergadering daartoe op voorstel van de directie een andere datum bepaalt. 19.2. De algemene vergadering kan besluiten, dat dividenden geheel of gedeeltelijk in een andere vorm dan in contanten zullen worden uitgekeerd. 19.3. Onverminderd het bepaalde in artikel 18, lid 3, kan de algemene vergadering besluiten tot gehele of gedeeltelijke uitkering van reserves. 19.4. Onverminderd het bepaalde in artikel 18, lid 3, wordt, indien de algemene vergadering op voorstel van de directie dat bepaalt, een tussentijdse uitkering gedaan.

Vereffening. Artikel 20. 20.1. Indien de vennootschap wordt ontbonden ingevolge een besluit van de algemene vergadering, geschiedt de vereffening door de directie, indien en voor zover de algemene vergadering niet anders bepaalt. 20.2. Nadat de rechtspersoon heeft opgehouden te bestaan blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vennootschap gedurende zeven jaar berusten onder degene die daartoe door de vereffenaars is aangewezen. Overgangsbepaling. Artikel 21. Het eerste boekjaar eindigt op eenendertig december tweeduizendeen. Dit artikel verliest zijn werking na verloop van het eerste boekjaar.


42

VermogensParapluFonds 15. Statuten juridisch eigenaar Definities 1.1. In deze statuten wordt verstaan onder: • orgaan: de directie of de algemene vergadering; • algemene vergadering: het orgaan dat gevormd wordt door aandeelhouders; • algemene vergadering van aandeelhouders: bijeenkomst van aandeelhouders; • directeur(en): de bestuurder(s) in de zin van de wet; • directie: het orgaan gevormd door de directeur(en). 2. Naam en zetel 2.1. De vennootschap draagt de naam: Trustee VermogensParaplu B.V. 2.2. De vennootschap heeft haar zetel te Amsterdam. 3. Doel 3.1. De vennootschap heeft ten doel het houden van de juridische eigendom van de activa van een of meer beleggingsfondsen als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, alsmede het bewaren en administreren van deze activa. 4. Kapitaal 4.1. Het maatschappelijk kapitaal bedraagt negentigduizend euro (€ 90.000,--) en is verdeeld in negenduizend (9.000) aandelen van nominaal tien euro (€ 10,--). 4.2. Uitgifte van aandelen, waaronder begrepen het verlenen van rechten tot het nemen van aandelen, geschiedt krachtens een besluit van de algemene vergadering dat tevens de koers en de verdere voorwaarden van uitgifte bevat. Op een dergelijk besluit en de uitvoering daarvan is het in de wet bepaalde van toepassing. 4.3. De vennootschap kan bij uitgifte van aandelen geen eigen aandelen nemen. 4.4. De vennootschap mag volgestorte eigen aandelen slechts verkrijgen om niet of met inachtneming van het bepaalde in de wet.

5. Aandelen. Aandeelhoudersregister 5.1. De aandelen luiden op naam en zijn doorlopend genummerd van 1 af. 5.2. Door de vennootschap worden geen aandeelbewijzen afgegeven. 5.3. De vennootschap verleent geen medewerking aan uitgifte van certificaten van aandelen van de vennootschap. 5.4. Op aandelen kan vruchtgebruik en pandrecht worden gevestigd. Aan de vruchtgebruiker en pandhouder van aandelen kan het stemrecht niet worden toegekend, tenzij het stemrecht toekomt aan een vruchtgebruiker op grond van artikel 2:197 lid 3 laatste volzin van het Burgerlijk Wetboek. 5.5. De directie houdt een register waarin de namen en adressen van alle houders van aandelen zijn opgenomen met vermelding van de datum waarop zij de aandelen hebben verkregen, de datum van de erkenning of betekening, alsmede van het op ieder aandeel gestorte bedrag. Daarin worden tevens opgenomen de namen en adressen van hen die een recht van vruchtgebruik of pandrecht op aandelen hebben, met vermelding van de datum waarop zij het recht hebben verkregen alsmede de datum van erkenning of betekening. 5.6. Iedere aandeelhouder, vruchtgebruiker of pandhouder is verplicht er voor te zorgen dat zijn adres bij de vennootschap bekend is. 5.7. Het register wordt regelmatig bijgehouden overeenkomstig de bepalingen van de wet. 5.8. Alle aantekeningen in en afschriften of uittreksels uit het aandeelhoudersregister zullen worden ondertekend door een directeur. 6. Blokkeringsregeling 6.1. Elke overdracht van aandelen kan slechts geschieden met goedkeuring van


43


de algemene vergadering. Goedkeuring van het daartoe strekkende verzoek wordt geacht te zijn verleend: indien niet binnen drie maanden na ontvangst van dat verzoek een beslissing ter kennis van de verzoeker is gebracht, of indien de algemene vergadering niet gelijktijdig met de weigering opgave doet van één of meer personen die bereid en in staat zijn alle aandelen waarop het verzoek betrekking heeft, tegen contante betaling te kopen. 6.3. Wordt de goedkeuring verleend of wordt deze geacht te zijn verleend, dan kan de door de verzoeker voorgenomen overdracht vrijelijk geschieden gedurende een termijn van drie maanden na ontvangst van een bericht van goedkeuring, van een bericht dat als een goedkeuring moet worden aangemerkt of na het verstrijken van de in lid 2.a genoemde termijn. 6.4. De vennootschap mag slechts met instemming van de verzoeker gegadigde zijn. 6.5. Indien een of meer der partijen dit wenst, zal de prijs, waarvoor de door de verzoeker aanvaarde gegadigde(n) de aandelen kan (kunnen) overnemen, worden vastgesteld door een onafhankelijke deskundige, aan te wijzen door de Kantonrechter binnen wiens ressort de vennootschap haar zetel heeft. 6.6. De verzoeker blijft bevoegd zich terug te trekken tot één maand, nadat hem de door de deskundige vastgestelde prijs is medegedeeld. 6.7. Het in dit artikel bepaalde geldt niet indien de houder krachtens het bepaalde in de wet tot levering van zijn aandelen aan een eerdere houder verplicht is. 7. Levering van aandelen 7.1. Voor de uitgifte en levering van een aandeel of de levering of afstanddoening 6.2.

van een beperkt recht daarop is vereist een daartoe bestemde ten overstaan van een in Nederland gevestigde notaris verleden akte, waarbij de betrokkenen partij zijn. 7.2. De levering van een aandeel of de levering of afstanddoening van een beperkt recht daarop overeenkomstig het in lid 1 bepaalde werkt mede van rechtswege tegenover de vennootschap. Behoudens in het geval dat de vennootschap zelf bij de rechtshandeling partij is, kunnen de aan het aandeel verbonden rechten eerst worden uitgeoefend nadat zij de rechtshandeling heeft erkend of de akte aan haar is betekend overeenkomstig het daaromtrent bepaalde in de wet. 8. Directie 8.1. De vennootschap heeft een directie. Het aantal directeuren wordt door de algemene vergadering vastgesteld. 8.2. Directeuren worden benoemd door de algemene vergadering. 8.3. Directeuren kunnen te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst of ontslagen. Een schorsing kan, ook na één of meermalen te zijn verlengd, in totaal niet langer duren dan drie maanden. 8.4. De bezoldiging en verdere arbeidsvoorwaarden worden, voor iedere directeur afzonderlijk, bepaald door de algemene vergadering. 8.5. De directie besluit bij volstrekte meerderheid van het in totaal door alle directeuren uit te brengen aantal stemmen. 8.6. In de vergaderingen van de directie brengt iedere directeur één stem uit. 8.7. Iedere directeur kan zich in de directievergaderingen uitsluitend door een mededirecteur doen vertegenwoordigen. Die vertegenwoordiging dient te geschieden krachtens een schriftelijke volmacht.


44


8.8.

De directie kan ook buiten vergadering besluiten, indien alle directeuren zijn geraadpleegd en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming heeft verklaard. 8.9. Aan de voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering zijn onderworpen alle besluiten van de directie omtrent zodanige rechtshandelingen als door de algemene vergadering duidelijk omschreven en schriftelijk ter kennis van de directie zijn gebracht. Het ontbreken van de goedkeuring zoals bedoeld in dit lid tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de directie of de directeuren niet aan. 9. Belet of ontstentenis 9.1. In geval van belet of ontstentenis van één of meer directeuren berust het bestuur van de vennootschap bij de overblijvende directeuren dan wel de enig overgebleven directeur. In geval van belet of ontstentenis van alle directeuren of van de enige directeur, berust het bestuur van de vennootschap tijdelijk bij een door de algemene vergadering - al dan niet uit zijn midden - daartoe aangewezen persoon. 10. Vertegenwoordiging 10.1. De directie vertegenwoordigt de vennootschap, voorzover uit de wet niet anders voortvloeit. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt uitsluitend toe aan: • hetzij de directie; • hetzij iedere directeur. 10.2. Ingeval de vennootschap een tegenstrijdig belang heeft met een of meer directeuren in privé, in kwaliteit of anderszins, wordt de vennootschap vertegenwoordigd op de wijze als bepaald in lid 1. Ook de desbetreffende directeur(en) is/zijn bevoegd tot vertegenwoordiging van de vennootschap.

11. Boekjaar, jaarrekening, jaarverslag 11.1. Het boekjaar van de vennootschap is gelijk aan het kalenderjaar. 11.2. Binnen vijf maanden na afloop van elk boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering met ten hoogste zes maanden op grond van bijzondere omstandigheden, wordt door de directie de jaarrekening (bestaande uit de balans en de winst- en verliesrekening met toelichting) opgemaakt. De jaarrekening wordt ondertekend door alle directeuren. Ontbreekt de ondertekening van één of meer van hen dan wordt daarvan onder opgaaf van reden melding gemaakt. Tenzij artikel 2:403 van het Burgerlijk Wetboek voor de vennootschap geldt, maakt de directie binnen voornoemde termijn een jaarverslag op. 11.3. Indien en voorzover het dienaangaande in de wet bepaalde op de vennootschap van toepassing is, zal door de algemene vergadering opdracht worden verleend aan een deskundige of organisatie van deskundigen als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek teneinde de door de directie ontworpen jaarrekening alsmede - indien opgemaakt - het jaarverslag te onderzoeken en daarover verslag uit te brengen en een verklaring af te leggen. 11.4. De jaarrekening wordt vastgesteld door de algemene vergadering. 11.5. De vennootschap is verplicht tot openbaarmaking bij het handelsregister indien en voorzover de wet dit vereist. 12. Winstbestemming 12.1. De vennootschap kan aan de aandeelhouders en andere gerechtigden tot de voor uitkering vatbare winst slechts uitkeringen doen voorzover het eigen vermogen van de vennootschap groter is


45


12.2.

12.3.

12.4.

12.5.

13. 13.1.

13.2.

dan het bedrag van het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal van de vennootschap, vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden. De winst blijkende uit de door de algemene vergadering vastgestelde winst- en verliesrekening staat ter beschikking van de algemene vergadering. De vennootschap mag tussentijds slechts (winst-)uitkeringen doen, indien aan het vereiste van lid 1 is voldaan en na voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering. Op door de vennootschap gehouden aandelen in haar kapitaal of certificaten daarvan vindt geen uitkering ten behoeve van de vennootschap plaats. De vordering tot uitkering verjaart door een tijdsverloop van vijf jaren te rekenen vanaf de dag van betaalbaarstelling. Vergaderingen van aandeelhouders Jaarlijks, binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt de jaarlijkse vergadering van aandeelhouders gehouden, waarin onder meer - tenzij de termijn als bedoeld in artikel 11 lid 2 van deze statuten overeenkomstig het aldaar bepaalde is verlengd -, aan de orde wordt gesteld: • de behandeling van het jaarverslag; • de vaststelling van de jaarrekening; • het verlenen van decharge aan de directeuren voor het door hen in het afgelopen boekjaar gevoerde bestuur; • het verlenen van een opdracht aan een deskundige als bedoeld in artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek, voorzover wettelijk vereist; • de taal waarin het eerstvolgende jaarverslag en de posten van de eerstvolgende jaarrekening worden gesteld en de geldeenheid. Een onderwerp, waarvan de behande-

ling schriftelijk is verzocht door één of meer houders van aandelen die alleen of gezamenlijk ten minste één procent (1%) van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen, wordt opgenomen in de oproeping of op dezelfde wijze aangekondigd indien de vennootschap het verzoek niet later dan op de dertigste dag voor die van de vergadering heeft ontvangen en mits geen zwaarwichtig belang van de vennootschap zich daartegen verzet. 13.3. De algemene vergadering van aandeelhouders wordt gehouden in de gemeente waar de vennootschap haar zetel heeft. 13.4. De besluiten in de algemene vergadering van aandeelhouders worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen. Blanco stemmen gelden als niet uitgebracht. 13.5. In een algemene vergadering van aandeelhouders, waarin het gehele geplaatste kapitaal vertegenwoordigd is, kunnen, mits met algemene stemmen, rechtsgeldige besluiten worden genomen ook al zijn de voorschriften met betrekking tot het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen. 14. Besluitvorming buiten vergadering 14.1. Besluitvorming door aandeelhouders kan op andere wijze dan in een vergadering van aandeelhouders plaatsvinden doordat alle aandeelhouders zich schriftelijk (waaronder begrepen per telegram, telex en telefax) vóór het voorstel hebben verklaard, en mits de directeur(en) de gelegenheid heeft (hebben) gehad raadgevende stem uit te brengen. 15. Fusie, splitsing, statutenwijziging, ontbinding 15.1. De algemene vergadering kan besluiten tot fusie, splitsing, wijziging van de statuten en tot ontbinding van de vennootschap.


46


15.2.

15.3.

15.4. 15.5.

15.6.

Degenen, die een oproeping tot een algemene vergadering van aandeelhouders hebben gedaan, waarin een voorstel tot het nemen van een besluit tot statutenwijziging aan de orde zal worden gesteld, moeten tegelijkertijd met de oproeping een afschrift van het voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, ten kantore van de vennootschap neerleggen ter inzage van aandeelhouders tot de afloop van de vergadering. De aandeelhouders moeten in de gelegenheid worden gesteld van de dag van de nederlegging tot die van de algemene vergadering van aandeelhouders een afschrift van het voorstel, zoals in de vorige zin bedoeld, te verkrijgen. Deze afschriften worden kosteloos verstrekt. Ingeval tot ontbinding van de vennootschap is besloten, geschiedt de vereffening door de directie tenzij de rechter een andere vereffenaar of andere vereffenaars benoemt. Bij het besluit tot ontbinding zal tevens de beloning worden bepaald door de vereffenaar of de vereffenaars gezamenlijk te genieten. Tijdens de vereffening blijven de statuten zoveel mogelijk van kracht. Het overschot na vereffening wordt aan aandeelhouders en andere rechthebbenden in verhouding tot ieders recht uitgekeerd. Na afloop van de vereffening zullen de boeken en bescheiden van de ontbonden vennootschap gedurende zeven jaren blijven berusten onder de persoon, daartoe door de algemene vergadering te benoemen.


47

VermogensParapluFonds Supplementen B. Acadian European Managed Volatility Doel Het doel van de strategie is het realiseren van waardevermeerdering op lange termijn. Als referentiepunt geldt de MSCI Europa Index. Waarin wordt belegd? Met deze strategie wordt hoofdzakelijk belegd in (certificaten van) aandelen van ondernemingen die genoteerd zijn aan de Europese aandelenbeurzen. Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van de strategie is gericht op het selecteren van aandelen en het samenstellen van een portefeuille die gekenmerkt wordt door een lagere volatiliteit en marktgevoeligheid dan de marktkapitalisatie-gewogen MSCI Europa Index. De strategie tracht door het actief innemen van posities ten opzichte van de MSCI Europa Index waarde toe te voegen. De strategie heeft hiervoor onder meer de volgende bevoegdheden: • Het overwegen en onderwegen van aandelenposities • Het overwegen en onderwegen van sectoren • Het overwegen en onderwegen van landen • Het (beperkt) beleggen in aandelen die niet in de referentie index zijn vertegenwoordigd

service vergoeding tot 25,000,000 Acadian European Managed Volatility Pool Acadian European Managed Volatility Strategy

over het meerdere tot 75,000,000

Portefeuillemanager Als portefeuillemanager treedt op Acadian Asset Management, gevestigd te Boston, Verenigde Staten. Acadian staat onder toezicht van de Securities and Exchange Commission (SEC), de financiële toezichthouder in de Verenigde Staten. specifieke risicoinformatie Naast de algemeen toepasselijke risico's zoals opgenomen in hoofdstuk 6 zijn op dit subfonds de volgende risico's specifiek van toepassing: - Bij beleggingen in aandelen deelt de belegger mee in zowel het succes als de risico's van de betreffende ondernemingen. Een belegger in aandelen loopt risico op koersfluctuaties veroorzaakt door (wijzigingen in) de verwachtingen omtrent economische groei, de groei in specifieke marktsectoren en de groei van specifieke ondernemingen. - Het risico van de belegging wordt beïnvloed door de regio waarop de belegging gericht is. In regio's met minder ontwikkelde financiële markten of minder stabiele overheden kan het risico groter zijn. Kosten In onderstaande tabel staan de kosten voor het subfonds voor niet professionele (Pool) en het subfonds voor professionele beleggers (Strategy) weergegeven. (bedragen in EUR) Portefeuille Directie management vergoeding vergoeding over het over het deelover het subfonds meerdere fonds vermogen vermogen Totaal Maximaal

0.60%

0.50%

0.40%

0.10%

0.35%

0.50%

0.35%

0.25%

0.03%

0.35%


48

VermogensParapluFonds Supplementen M. Emerging Markets Equity Doel Het doel van de strategie is het realiseren van waardevermeerdering op lange termijn. Als referentiepunt geldt de MSCI Opkomende Markten Index. Waarin wordt belegd? Er wordt (in)direct belegd in (certificaten van) aandelen die genoteerd zijn aan beurzen van Opkomende Markten. Dit geschiedt middels specifieke mandaten aan strategiemanagers, of door te beleggen in deelnemingsrechten van beleggingsinstellingen, die worden beheerd door gespecialiseerde strategiemanagers. Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid is dynamisch. Dit betekent dat het aantal gespecialiseerde strategiemanagers kan variëren, de focus kan veranderen, maar ook de (mate van) flexibiliteit zal wisselen. De portefeuillemanager kan op deze wijze inspelen op de ontwikkelingen in de beleggingenomgeving. Bij het construeren van de uiteindelijke samenstelling van de portefeuille zal de portefeuillemanager een zorgvuldige analyse maken van verschillende strategieën en gespecialiseerde strategiemanagers voordat een strategie in aanmerking kan komen voor opname in de portefeuille. De uiteindelijke weging van de strategieën is afhankelijk van onder meer de verwachte risico's, de toegevoegde waarde ten opzichte van de andere strategieën en de specifieke kenmerken van de strategie. De strategieën in de portefeuille worden doorlopend geanalyseerd en kunnen, indien daar aanleiding voor is, op korte termijn worden vervangen.

Door het actief alloceren over gespecialiseerde strategiemanagers, met een verschillende focus, wordt geanticipeerd op wisselende marktomstandigheden. De combinatie van strategieën is gericht op een overall stabiele portefeuille. Op basis van fundamentele kennis van deze regio’s worden aandelen geselecteerd door de desbetreffende strategiemanagers. De strategie tracht door het actief innemen van posities ten opzichte van de MSCI Opkomende Markten Index waarde toe te voegen. De strategie heeft hiervoor onder meer de volgende bevoegdheden: • Het overwegen en onderwegen van aandelenposities • Het overwegen en onderwegen van sectoren • Het overwegen en onderwegen van landen • Het (beperkt) beleggen in aandelen die niet in de referentie index zijn vertegenwoordigd Portefeuillemanager Als portefeuillemanager treedt op VermogensParaplu Beheer B.V. Bij het beheer wordt gebruik gemaakt van de selectie, research en portefeuilleconstructie methodieken van UBS Bank (Netherlands) BV.


49

VermogensParapluFonds Supplementen

specifieke risicoinformatie Bij het beleggen in andere beleggingsinstellingen zijn de specifieke risico's van de onderliggende beleggingen (zie de andere risico informatie in het prospectus) onverkort van toepassing. Tevens is de kwaliteit van het beleggingsproces van de betreffende beheerder en van de operationele processen rond het beheer en administratie van invloed op de waardeontwikkeling van de betreffende beleggingsinstellingen. Verder zijn op dit subfonds de volgende risico's specifiek van toepassing: - Bij beleggingen in aandelen deelt de belegger mee in zowel het succes als de risico's van de betreffende ondernemingen. Een belegger in aandelen loopt risico op koersfluctuaties veroor-

Emerging Markets Equity Pool Emerging Markets Equity Strategy

zaakt door (wijzigingen in) de verwachtingen omtrent economische groei, de groei in specifieke marktsectoren en de groei van specifieke ondernemingen. - Het risico van de belegging wordt beïnvloed door de regio waarop de belegging gericht is. In regio's met minder ontwikkelde financiële markten of minder stabiele overheden kan het risico groter zijn. Kosten In onderstaande tabel staan de kosten voor het subfonds voor niet professionele (Pool) en het subfonds voor professionele beleggers (Strategy) weergegeven. (bedragen in EUR)

Directie vergoeding over het deelfonds vermogen Totaal

Portefeuille management vergoeding over het subfonds vermogen Maximaal

0.30%

0.10%

0.00%

0.15%

0.03%

0.00%

service vergoeding tot 25,000,000


over het meerdere

0.50%

0.40%

0.30%

0.20%


50

VermogensParapluFonds Supplementen I1. F&C European Small Cap Doel Het doel van de strategie is het realiseren van waardevermeerdering op lange termijn. Als referentiepunt geldt de MSCI Europa Index. Waarin wordt belegd? Met deze strategie wordt hoofdzakelijk belegd in (certificaten van) aandelen van ondernemingen die genoteerd zijn aan de Europese aandelenbeurzen. Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van de strategie is gericht op het selecteren van aandelen en het samenstellen van een portefeuille die bestaat uit kleine en middelgrote beursgenoteerde ondernemingen. De strategie tracht door het actief innemen van posities ten opzichte van de MSCI Europa Index waarde toe te voegen. De strategie heeft hiervoor onder meer de volgende bevoegdheden: • Het overwegen en onderwegen van aandelenposities • Het overwegen en onderwegen van sectoren • Het overwegen en onderwegen van landen • Het (beperkt) beleggen in aandelen die niet in de referentie index zijn vertegenwoordigd Portefeuillemanager Als portefeuillemanager treedt op F&C Management Limited. F&C Management Limited

F&C European SmallCap Pool F&C European SmallCap Strategy

is onderdeel van F&C Group, volledig eigendom van BMO Global Asset Management (Europe) Limited, een 100% dochteronderneming van Bank of Montreal. F&C staat onder toezicht van de Financial Conduct Authority (FCA), de financiële toezichthouder in het Verenigd Koninkrijk. specifieke risicoinformatie Naast de algemeen toepasselijke risico's zoals opgenomen in hoofdstuk 6 zijn op dit subfonds de volgende risico's specifiek van toepassing: - Bij beleggingen in aandelen deelt de belegger mee in zowel het succes als de risico's van de betreffende ondernemingen. Een belegger in aandelen loopt risico op koersfluctuaties veroorzaakt door (wijzigingen in) de verwachtingen omtrent economische groei, de groei in specifieke marktsectoren en de groei van specifieke ondernemingen. - Het risico van de belegging wordt beïnvloed door de regio waarop de belegging gericht is. In regio's met minder ontwikkelde financiële markten of minder stabiele overheden kan het risico groter zijn. Kosten In onderstaande tabel staan de kosten voor het subfonds voor niet professionele (Pool) en het subfonds voor professionele beleggers (Strategy) weergegeven. (bedragen in EUR)





over het meerdere

0.70%

0.60%

0.50%

0.10%

0.65%

0.60%

0.40%

0.30%

0.03%

0.65%


51

VermogensParapluFonds Supplementen N1. RAM Euro Fixed Income Tot 30 januari 2015 was de naam van dit subfonds 'N1. RAM Government'. Zoals vanaf 24 december 2014 op de website www.vplu.nl aangekondigd, is per 30 januari 2015 tevens het beleggingsbeleid gewijzigd. De tekst van het gewijzigde supplement luidt als volgt: Doel Het doel van de strategie is het realiseren van waardevermeerdering op lange termijn. Als referentiepunt geldt de Barclays Capital Euro Government Bond Index. Waarin wordt belegd? Met deze strategie wordt hoofdzakelijk belegd in obligaties en geldmarktinstrumenten. Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van de strategie is gericht op het selecteren van obligaties en het samenstellen van een portefeuille die blootstelling geeft aan de renteniveaus van landen en de kredietwaardigheid van uitgevende instellingen. Er wordt gespreid belegd over verschillende categorieën vastrentende waarden en debiteuren zoals supranationale instellingen, centrale overheden, lokale overheden, agentschappen, in pandbrieven en inflation linked bonds. De minimale kredietkwaliteit van de beleggingen is BBB-. Het valutarisico van eventuele niet in euro gedenomineerde instrumenten kan worden afgedekt naar de euro. De strategie tracht door het actief innemen van posities ten opzichte van de Barclays Capital Euro Government Bond Index waarde toe te voegen. De strategie heeft hiervoor onder meer de volgende bevoegdheden:

· Het (beperkt) beleggen in obligaties die niet in de referentie index zijn vertegenwoordigd Een verlaging (verhoging) van de kredietwaardigheid van landen of leningen kan aanleiding zijn tot verwijdering (toevoeging) van dit land / deze lening uit (aan) het belegbaar universum. Portefeuillemanager Als portefeuillemanager treedt op Robeco Institutional Asset Management B.V., gevestigd te Rotterdam, Nederland. Robeco staat onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). specifieke risicoinformatie Naast de algemeen toepasselijke risico's zoals opgenomen in hoofdstuk 6 zijn op dit subfonds de volgende risico's specifiek van toepassing: - Onzekerheid over de ontwikkeling van de rente leidt ertoe dat een belegger in vastrentende beleggingen het risico loopt dat de waarde van de belegging daalt indien de rente stijgt. De gevoeligheid van vastrentende waarden voor rentefluctuaties hangt vooral af van de resterende periode tot de vervaldatum van de vastrentende waarden en van de hoogte van de rente. - Er bestaat een risico op een daling van de waarde van vastrentende beleggingen vanwege een negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de onderliggende overheden, instellingen of ondernemingen. De kredietwaardigheid wordt beïnvloed door (een marktinschatting van) de kans op tijdige rentebetaling en aflossing door de debiteuren.

· Het overwegen en onderwegen van obligatieposities · Het overwegen en onderwegen van sectoren · Het overwegen en onderwegen van de rentegevoeligheid (duration)


52


Kosten In onderstaande tabellen staan de kosten voor het subfonds voor niet-professionele (Pool) en het subfonds voor professionele beleggers (Strategy) weergegeven (bedragen in EUR).

Kostentabel geldend vanaf 1 april 2015

RAM Government Pool RAM Government Strategy



0.10%

0.10%

0.20%

0.10%

0.03%

0.20%





over het meerdere

0.10%

0.10%

0.10%

0.10%

Kostentabel geldend vóór 1 april 2015

RAM Government Pool RAM Government Strategy



over het meerdere

0.21%

0.21%

0.21%

0.10%

0.20%

0.21%

0.21%

0.21%

0.03%

0.20%


53

VermogensParapluFonds Supplementen P1. BM NA Fundamental Equity Het fonds is niet meer actief, er zijn en worden geen deelnemingsrechten meer uitgegeven. Doel Het doel van de strategie is het realiseren van waardevermeerdering op lange termijn. Als referentiepunt geldt de MSCI Noord-Amerika Index. Waarin wordt belegd? Met deze strategie wordt hoofdzakelijk belegd in (certificaten van) aandelen van ondernemingen die genoteerd zijn aan de Canadese of Amerikaanse aandelenbeurzen. Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van de strategie is gericht op het selecteren van aandelen en het samenstellen van een portefeuille die is samengesteld op basis van de fundamentele ondernemingskenmerken boekwaarde, omzetgroei, kasstromen en dividenden. De strategie tracht door het actief innemen van posities ten opzichte van de MSCI NoordAmerika Index waarde toe te voegen. De strategie heeft hiervoor onder meer de volgende bevoegdheden: • Het overwegen en onderwegen van aandelenposities • Het overwegen en onderwegen van sectoren • Het overwegen en onderwegen van landen • Het (beperkt) beleggen in aandelen die niet in de referentie index zijn vertegenwoordigd

BM NA Fundamental Equity Pool BM NA Fundamental Equity Strategy

Portefeuillemanager Als portefeuillemanager treedt op Batterymarch Financial Management Inc., gevestigd te Boston, Verenigde Staten. Batterymarch staat onder toezicht van de Securities and Exchange Commission (SEC), de financiële toezichthouder in de Verenigde Staten. specifieke risicoinformatie Naast de algemeen toepasselijke risico's zoals opgenomen in hoofdstuk 6 zijn op dit subfonds de volgende risico's specifiek van toepassing: - Bij beleggingen in aandelen deelt de belegger mee in zowel het succes als de risico's van de betreffende ondernemingen. Een belegger in aandelen loopt risico op koersfluctuaties veroorzaakt door (wijzigingen in) de verwachtingen omtrent economische groei, de groei in specifieke marktsectoren en de groei van specifieke ondernemingen. - Het risico van de belegging wordt beïnvloed door de regio waarop de belegging gericht is. In regio's met minder ontwikkelde financiële markten of minder stabiele overheden kan het risico groter zijn. Kosten In onderstaande tabel staan de kosten voor het subfonds voor niet professionele (Pool) en het subfonds voor professionele beleggers (Strategy) weergegeven. (bedragen in EUR) Portefeuille Directie management vergoeding vergoeding over het over het deelover het subfonds meerdere fonds vermogen vermogen Totaal Maximaal



0.60%

0.50%

0.40%

0.10%

0.85%

0.50%

0.35%

0.25%

0.03%

0.85%


54

VermogensParapluFonds Supplementen R1. LSV NA Managed Volatility Doel Het doel van de strategie is het realiseren van waardevermeerdering op lange termijn. Als referentiepunt geldt de MSCI Noord-Amerika Index. Waarin wordt belegd? Met deze strategie wordt hoofdzakelijk belegd in (certificaten van) aandelen van ondernemingen die genoteerd zijn aan de Canadese of Amerikaanse aandelenbeurzen.

Portefeuillemanager Als portefeuillemanager treedt op LSV Asset Management, gevestigd te Chicago, Verenigde Staten. LSV staat onder toezicht van de Securities and Exchange Commission (SEC), de financiële toezichthouder in de Verenigde Staten.

De strategie tracht door het actief innemen van posities ten opzichte van de MSCI NoordAmerika Index waarde toe te voegen. De strategie heeft hiervoor onder meer de volgende bevoegdheden:

specifieke risicoinformatie Naast de algemeen toepasselijke risico's zoals opgenomen in hoofdstuk 6 zijn op dit subfonds de volgende risico's specifiek van toepassing: - Bij beleggingen in aandelen deelt de belegger mee in zowel het succes als de risico's van de betreffende ondernemingen. Een belegger in aandelen loopt risico op koersfluctuaties veroorzaakt door (wijzigingen in) de verwachtingen omtrent economische groei, de groei in specifieke marktsectoren en de groei van specifieke ondernemingen. - Het risico van de belegging wordt beïnvloed door de regio waarop de belegging gericht is. In regio's met minder ontwikkelde financiële markten of minder stabiele overheden kan het risico groter zijn.

• Het overwegen en onderwegen van aandelenposities • Het overwegen en onderwegen van sectoren • Het overwegen en onderwegen van landen • Het (beperkt) beleggen in aandelen die niet in de referentie index zijn vertegenwoordigd

Kosten In onderstaande tabel staan de kosten voor het subfonds voor niet professionele (Pool) en het subfonds voor professionele beleggers (Strategy) weergegeven. (bedragen in EUR)

Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van de strategie is gericht op het selecteren van aandelen en het samenstellen van een portefeuille die gekenmerkt wordt door een lagere volatiliteit en marktgevoeligheid dan de marktkapitalisatie-gewogen MSCI North America Index.

LSV NA Managed Volatility Pool LSV NA Managed Volatility Strategy





over het meerdere

0.70%

0.60%

0.50%

0.10%

0.40%

0.60%

0.40%

0.30%

0.03%

0.40%


55

VermogensParapluFonds Supplementen T1. Acadian Pacific Equity Doel Het doel van de strategie is het realiseren van waardevermeerdering op lange termijn. Als referentiepunt geldt de MSCI Pacific voor ontwikkelde landen. Waarin wordt belegd? Met deze strategie wordt hoofdzakelijk belegd in (certificaten van) aandelen van ondernemingen die genoteerd zijn aan aandelenbeurzen in het Pacifisch gebied. Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van de strategie is dynamisch en combineert aandelen die gekenmerkt worden door een lagere volatiliteit en marktgevoeligheid dan de index met aandelen die een relatief lage portefeuillewaardering kennen ten opzichte van de referentie index. Het valutarisico ten opzichte van de euro kan geheel of gedeeltelijk worden afgedekt. De strategie tracht door het actief innemen van posities ten opzichte van de MSCI Pacific Index waarde toe te voegen. De strategie heeft hiervoor onder meer de volgende bevoegdheden: • Het overwegen en onderwegen van aandelenposities • Het overwegen en onderwegen van sectoren • Het overwegen en onderwegen van landen • Het (beperkt) beleggen in aandelen die niet in de referentie index zijn vertegenwoordigd • Het geheel of gedeeltelijk afdekken van het valutarisico ten opzichte van de euro

service vergoeding tot 25,000,000 Acadian Pacific Equity Pool 0.80% Acadian Pacific Equity Strategy 0.60%

Portefeuillemanager Als portefeuillemanager treedt op Acadian Asset Management Limited, gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk. Acadian staat onder toezicht van Financial Conduct Authority (FCA), de financiële toezichthouder in het Verenigd Koninkrijk. specifieke risicoinformatie Naast de algemeen toepasselijke risico's zoals opgenomen in hoofdstuk 6 zijn op dit subfonds de volgende risico's specifiek van toepassing: • Bij beleggingen in aandelen deelt de belegger mee in zowel het succes als de risico's van de betreffende ondernemingen. Een belegger in aandelen loopt risico op koersfluctuaties veroorzaakt door (wijzigingen in) de verwachtingen omtrent economische groei, de groei in specifieke marktsectoren en de groei van specifieke ondernemingen. • Het risico van de belegging wordt beïnvloed door de regio waarop de belegging gericht is. In regio's met minder ontwikkelde financiële markten of minder stabiele overheden kan het risico groter zijn. Kosten In onderstaande tabel staan de kosten voor het subfonds voor niet professionele (Pool) en het subfonds voor professionele beleggers (Strategy) weergegeven. (bedragen in EUR)



0.60%

0.10%

0.50%

0.30%

0.03%

0.50%


over het meerdere

0.70% 0.40%


56

VermogensParapluFonds Supplementen U1. DFA EM Value SmallCap Het fonds is niet meer actief, er zijn en worden geen deelnemingsrechten meer uitgegeven. Doel Het doel van de strategie is het realiseren van waardevermeerdering op lange termijn. Als referentiepunt geldt de MSCI Opkomende Markten Index. Waarin wordt belegd? Er wordt (in)direct belegd in (certificaten van) aandelen die genoteerd zijn aan beurzen van Opkomende Markten. Dit geschiedt middels specifieke mandaten aan strategiemanagers, of door te beleggen in deelnemingsrechten van beleggingsinstellingen, die worden beheerd door gespecialiseerde strategiemanagers. Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid is dynamisch. Dit betekent dat het aantal gespecialiseerde strategiemanagers kan variëren, de focus kan veranderen, maar ook de (mate van) flexibiliteit zal wisselen. De portefeuillemanager kan op deze wijze inspelen op de ontwikkelingen in de beleggingenomgeving. Bij het construeren van de uiteindelijke samenstelling van de portefeuille zal de portefeuillemanager een zorgvuldige analyse maken van verschillende strategieën en gespecialiseerde strategiemanagers voordat een strategie in aanmerking kan komen voor opname in de portefeuille. De uiteindelijke weging van de strategieën is afhankelijk van onder meer de verwachte risico's, de toegevoegde waarde ten opzichte van de andere strategieën en de specifieke kenmerken van de strategie. De strategieën in de portefeuille worden doorlopend geanalyseerd en kunnen, indien daar aanleiding voor is, op korte termijn worden vervangen. Door het actief alloceren over gespecialiseerde strategiemanagers, met een verschillende focus, wordt geanticipeerd op wisselende marktomstandigheden. De combinatie van strategieën is gericht op een portefeuille samengesteld uit waarde aandelen. Op basis van de boekwaarde ten opzichte van de marktwaarde van de onderneming worden aandelen geselecteerd door de

desbetreffende strategiemanagers. De strategie tracht door het actief innemen van posities ten opzichte van de MSCI Opkomende Markten Index waarde toe te voegen. De strategie heeft hiervoor onder meer de volgende bevoegdheden: • Het overwegen en onderwegen van aandelenposities • Het overwegen en onderwegen van sectoren • Het overwegen en onderwegen van landen • Het (beperkt) beleggen in aandelen die niet in de referentie index zijn vertegenwoordigd Portefeuillemanager Als portefeuillemanager treedt op VermogensParaplu Beheer B.V. Bij het beheer wordt gebruik gemaakt van de selectie, research en portefeuilleconstructie methodieken van UBS Bank (Netherlands) BV. specifieke risicoinformatie Bij het beleggen in andere beleggingsinstellingen zijn de specifieke risico's van de onderliggende beleggingen (zie de andere risico informatie in het prospectus) onverkort van toepassing. Tevens is de kwaliteit van het beleggingsproces van de betreffende beheerder en van de operationele processen rond het beheer en administratie van invloed op de waardeontwikkeling van de betreffende beleggingsinstellingen. Verder zijn op dit subfonds de volgende risico's specifiek van toepassing: - Bij beleggingen in aandelen deelt de belegger mee in zowel het succes als de risico's van de betreffende ondernemingen. Een belegger in aandelen loopt risico op koersfluctuaties veroorzaakt door (wijzigingen in) de verwachtingen omtrent economische groei, de groei in specifieke marktsectoren en de groei van specifieke ondernemingen. - Het risico van de belegging wordt beïnvloed door de regio waarop de belegging gericht is. In regio's met minder ontwikkelde financiële mark-


57


ten of minder stabiele overheden kan het risico groter zijn. Kosten In onderstaande tabel staan de kosten voor het subfonds voor niet professionele (Pool) en het subfonds voor professionele beleggers (Strategy) weergegeven. (bedragen in EUR)

DFA EM Value SmallCap Pool DFA EM Value SmallCap Strategy



0.60%

0.10%

0.00%

0.30%

0.03%

0.00%



over het meerdere

0.80%

0.70%

0.60%

0.40%


58

VermogensParapluFonds Supplementen V1. Emerging Core Fundamental Het fonds is niet meer actief, er zijn en worden geen deelnemingsrechten meer uitgegeven. Doel Het doel van de strategie is het realiseren van waardevermeerdering op lange termijn. Als referentiepunt geldt de MSCI Opkomende Markten Index. Waarin wordt belegd? Er wordt (in)direct belegd in (certificaten van) aandelen die genoteerd zijn aan beurzen van Opkomende Markten. Dit geschiedt middels specifieke mandaten aan strategiemanagers, of door te beleggen in deelnemingsrechten van beleggingsinstellingen, die worden beheerd door gespecialiseerde strategiemanagers. Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid is dynamisch. Dit betekent dat het aantal gespecialiseerde strategiemanagers kan variëren, de focus kan veranderen, maar ook de (mate van) flexibiliteit zal wisselen. De portefeuillemanager kan op deze wijze inspelen op de ontwikkelingen in de beleggingenomgeving. Bij het construeren van de uiteindelijke samenstelling van de portefeuille zal de portefeuillemanager een zorgvuldige analyse maken van verschillende strategieën en gespecialiseerde strategiemanagers voordat een strategie in aanmerking kan komen voor opname in de portefeuille. De uiteindelijke weging van de strategieën is afhankelijk van onder meer de verwachte risico's, de toegevoegde waarde ten opzichte van de andere strategieën en de specifieke kenmerken van de strategie. De strategieën in de portefeuille worden doorlopend geanalyseerd en kunnen, indien daar aanleiding voor is, op korte termijn worden vervangen. Door het actief alloceren over gespecialiseerde strategiemanagers, met een verschillende focus, wordt geanticipeerd op wisselende marktomstandigheden. De combinatie van strategieën is gericht op een portefeuille samengesteld uit aandelen die groeipotentieel hebben en tegelijkertijd

ondergewaardeerd zijn. De desbetreffende strategiemanagers selecteren onderneming op basis van onder meer de kwaliteit van het management en de mate waarin een onderneming in staat is om vrije kasstromen te genereren. Daarnaast moet een onderneming beschikken over een gezonde balans en een sterke concurrentiepositie. Portefeuillemanager Als portefeuillemanager treedt op VermogensParaplu Beheer B.V. Bij het beheer wordt gebruik gemaakt van de selectie, research en portefeuilleconstructie methodieken van UBS Bank (Netherlands) BV. specifieke risicoinformatie Bij het beleggen in andere beleggingsinstellingen zijn de specifieke risico's van de onderliggende beleggingen (zie de andere risico informatie in het prospectus) onverkort van toepassing. Tevens is de kwaliteit van het beleggingsproces van de betreffende beheerder en van de operationele processen rond het beheer en administratie van invloed op de waardeontwikkeling van de betreffende beleggingsinstellingen. Verder zijn op dit subfonds de volgende risico's specifiek van toepassing: - Bij beleggingen in aandelen deelt de belegger mee in zowel het succes als de risico's van de betreffende ondernemingen. Een belegger in aandelen loopt risico op koersfluctuaties veroorzaakt door (wijzigingen in) de verwachtingen omtrent economische groei, de groei in specifieke marktsectoren en de groei van specifieke ondernemingen. - Het risico van de belegging wordt beïnvloed door de regio waarop de belegging gericht is. In regio's met minder ontwikkelde financiële markten of minder stabiele overheden kan het risico groter zijn.


59



Emerging Core Fundamental Pool Emerging Core Fundamental Strategy





over het meerdere

0.80%

0.70%

0.60%

0.10%

0.00%

0.60%

0.40%

0.30%

0.03%

0.00%


60

VermogensParapluFonds Supplementen W1. Western AM International Government Doel Het doel van de strategie is het realiseren van waardevermeerdering op lange termijn. Als referentiepunt geldt de BarCap Multiverse Index. Waarin wordt belegd? Met deze strategie wordt hoofdzakelijk belegd in obligaties en geldmarktinstrumenten uitgegeven door overheden. Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van de strategie is gericht op het samenstellen van een portefeuille die blootstelling geeft aan uiteenlopende renteniveaus, kredietwaardigheden en valuta. Er wordt gespreid belegd in obligaties genoteerd in lokale valuta met een focus op high grade kredietkwaliteit (AA- rating en hoger). Daarnaast mag in beperkte mate belegd worden in leningen van investment grade kwaliteit (BBB- rating en hoger). Obligaties uitgegeven door overheden van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, landen binnen de Eurozone en Japan worden buiten het universum gehouden. De portefeuillemanager tracht door het actief innemen van posities ten opzichte van de BarCap Multiverse Index waarde toe te voegen. De portefeuillemanager heeft hiervoor onder meer de volgende bevoegdheden: • Het overwegen en onderwegen van obligatieposities • Het overwegen en onderwegen van de rentegevoeligheid (duration) • Het (beperkt) beleggen in obligaties die niet in de referentie index zijn vertegenwoordigd

Portefeuillemanager Als portefeuillemanager treedt op Western Asset Management Company Limited, gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk. Western Asset staat onder toezicht van de Financial Conduct Authority (FCA), de toezichthouder van het Verenigd Koninkrijk. specifieke risicoinformatie Naast de algemeen toepasselijke risico's zoals opgenomen in hoofdstuk 6 zijn op dit subfonds de volgende risico's specifiek van toepassing: - Onzekerheid over de ontwikkeling van de rente leidt ertoe dat een belegger in vastrentende beleggingen het risico loopt dat de waarde van de belegging daalt indien de rente stijgt. De gevoeligheid van vastrentende waarden voor rentefluctuaties hangt vooral af van de resterende periode tot de vervaldatum van de vastrentende waarden en van de hoogte van de rente. - Er bestaat een risico op een daling van de waarde van vastrentende beleggingen vanwege een negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de onderliggende overheden, instellingen of ondernemingen. De kredietwaardigheid wordt beïnvloed door (een marktinschatting van) de kans op tijdige rentebetaling en aflossing door de debiteuren.

Een verlaging (verhoging) van de kredietwaardigheid van landen kan aanleiding zijn tot verwijdering (toevoeging) van deze landen uit (aan) het belegbaar universum.


61



Western AM International Pool Western AM International Strategy





over het meerdere

0.45%

0.35%

0.30%

0.10%

0.30%

0.40%

0.30%

0.25%

0.03%

0.30%


62

VermogensParapluFonds Supplementen X1. Aberdeen High Grade Low Duration Het fonds is niet meer actief, er zijn en worden geen deelnemingsrechten meer uitgegeven. Doel Het doel van de strategie is het realiseren van waardevermeerdering op lange termijn. Als referentiepunt geldt de Barclays Capital Euro Government Bond Index. Waarin wordt belegd? Met deze strategie wordt hoofdzakelijk belegd in Euro gedenomineerde obligaties en geldmarktinstrumenten. Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van de strategie is gericht op het selecteren van obligaties en het samenstellen van een portefeuille die blootstelling geeft aan de renteniveaus van landen en de kredietwaardigheid van uitgevende instellingen. Er wordt gespreid belegd over verschillende categorieën vastrentende waarden en debiteuren zoals supranationale instellingen, agentschappen, (lokale) overheden, pandbrieven en inflation linked bonds. De minimale kredietkwaliteit van de beleggingen is AA-. De strategie tracht door het actief innemen van posities ten opzichte van de Barclays Capital Euro Government Bond Index waarde toe te voegen. De strategie heeft hiervoor onder meer de volgende bevoegdheden: • Het overwegen en onderwegen van obligatieposities • Het overwegen en onderwegen van sectoren • Het overwegen en onderwegen van de rentegevoeligheid (duration) • Het (beperkt) beleggen in obligaties die niet in de referentie index zijn vertegenwoordigd

De beoogde duration van de strategie ligt met 3 jaar duidelijk onder de duration van de brede (AAA) staatsobligaties index. Indien omstandigheden op de kapitaalmarkten hiertoe aanleiding geven kan de duration significant afwijken van de beoogde doelstelling. Portefeuillemanager Als portefeuillemanager treedt op Aberdeen Asset Management, gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk. Aberdeen staat onder toezicht van de Financial Conduct Authority (FCA), de toezichthouder van het Verenigd Koninkrijk. specifieke risicoinformatie Naast de algemeen toepasselijke risico's zoals opgenomen in hoofdstuk 6 zijn op dit subfonds de volgende risico's specifiek van toepassing: - Onzekerheid over de ontwikkeling van de rente leidt ertoe dat een belegger in vastrentende beleggingen het risico loopt dat de waarde van de belegging daalt indien de rente stijgt. De gevoeligheid van vastrentende waarden voor rentefluctuaties hangt vooral af van de resterende periode tot de vervaldatum van de vastrentende waarden en van de hoogte van de rente. - Er bestaat een risico op een daling van de waarde van vastrentende beleggingen vanwege een negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de onderliggende overheden, instellingen of ondernemingen. De kredietwaardigheid wordt beïnvloed door (een marktinschatting van) de kans op tijdige rentebetaling en aflossing door de debiteuren.

Een verlaging (verhoging) van de kredietwaardigheid van landen of leningen kan aanleiding zijn tot verwijdering (toevoeging) van dit land / deze lening uit (aan) het belegbaar universum.


63



service vergoeding tot 25,000,000 Aberdeen High Grade Low Duration Pool Aberdeen High Grade Low Duration Strategy



0.30%

0.10%

0.20%

0.25%

0.03%

0.20%


over het meerdere

0.45%

0.35%

0.40%

0.30%


64

VermogensParapluFonds Supplementen Z1. Pimco Bond Opportunites Doel Het doel van de strategie is het realiseren van waardevermeerdering op lange termijn. Als referentiepunt geldt de BarCap Multiverse Index. Waarin wordt belegd? Met deze strategie wordt hoofdzakelijk belegd in obligaties en geldmarktinstrumenten. Daarnaast kan belegd worden in (liquide) derivaten (waaronder futures, forwards en swaps). Deze derivaten kunnen gebruikt worden voor efficiënt portefeuillebeheer of als onderdeel van de beleggingsstrategie. Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van de strategie is gericht op het selecteren van obligaties en het samenstellen van een portefeuille die blootstelling geeft aan de renteniveaus en de kredietwaardigheid van uitgevende instellingen. Er wordt gespreid belegd in internationale obligaties binnen het spectrum van kredietkwaliteit AAA tot CCC, waarbij de focus ligt op staatsobligaties. De strategie tracht door het actief innemen van posities ten opzichte van de BarCap Multiverse Index waarde toe te voegen. De strategie heeft hiervoor onder meer de volgende bevoegdheden:

Portefeuillemanager Als portefeuillemanager treedt op PIMCO Europe Ltd, gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk. Pimco staat onder toezicht van de Financial Conduct Authority (FCA), de toezichthouder van het Verenigd Koninkrijk. specifieke risicoinformatie Naast de algemeen toepasselijke risico's zoals opgenomen in hoofdstuk 6 zijn op dit subfonds de volgende risico's specifiek van toepassing: - Onzekerheid over de ontwikkeling van de rente leidt ertoe dat een belegger in vastrentende beleggingen het risico loopt dat de waarde van de belegging daalt indien de rente stijgt. De gevoeligheid van vastrentende waarden voor rentefluctuaties hangt vooral af van de resterende periode tot de vervaldatum van de vastrentende waarden en van de hoogte van de rente. - Er bestaat een risico op een daling van de waarde van vastrentende beleggingen vanwege een negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de onderliggende overheden, instellingen of ondernemingen. De kredietwaardigheid wordt beïnvloed door (een marktinschatting van) de kans op tijdige rentebetaling en aflossing door de debiteuren.

• Het overwegen en onderwegen van obligatieposities • Het overwegen en onderwegen van sectoren • Het overwegen en onderwegen van de rentegevoeligheid (duration) • Het (beperkt) beleggen in obligaties die niet in de benchmark zijn vertegenwoordigd • Het innemen van actieve valutaposities Een verlaging (verhoging) van de kredietwaardigheid van landen, ondernemingen of leningen kan aanleiding zijn tot verwijdering (toevoeging) van deze lening uit (aan) het belegbaar universum.


65



service vergoeding tot 25,000,000 Pimco Bond Oppurtunities Pool Pimco Bond Oppurtunities Strategy



0.30%

0.10%

0.45%

0.25%

0.03%

0.45%


over het meerdere

0.45%

0.35%

0.40%

0.30%


66

VermogensParapluFonds Supplementen B2. Rente & Valuta Doel Het doel van de strategie is het realiseren van waardevermeerdering op lange termijn. Als referentiepunt geldt de BarCap Multiverse Index. Waarin wordt belegd? Er wordt hoofdzakelijk belegd in verschillende categorieën vastrentende waarden. Dit geschiedt middels specifieke mandaten aan strategiemanagers, of door te beleggen in deelnemingsrechten van beleggingsinstellingen, die worden beheerd door gespecialiseerde strategiemanagers. Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid is dynamisch. Dit betekent dat het aantal gespecialiseerde strategiemanagers kan variëren, de focus kan veranderen, maar ook de (mate van) flexibiliteit zal wisselen. De portefeuillemanager kan op deze wijze inspelen op de ontwikkelingen in de beleggingenomgeving. Bij het construeren van de uiteindelijke samenstelling van de portefeuille zal de beheerder een zorgvuldige analyse maken van verschillende strategieën en gespecialiseerde strategiemanagers voordat een strategie in aanmerking kan komen voor opname in de portefeuille. De uiteindelijke weging van de strategieën is afhankelijk van onder meer de verwachte risico's, de toegevoegde waarde ten opzichte van de andere strategieën en de specifieke kenmerken van de strategie. De strategieën in de portefeuille worden doorlopend geanalyseerd en kunnen, indien daar aanleiding voor is, op korte termijn worden vervangen. Door het actief alloceren over gespecialiseerde strategiemanagers (met een verschillende focus) wordt geanticipeerd op wisselende marktomstandigheden. De combinatie van strategieën is gericht op het construeren van een portefeuille die enerzijds in beperkte mate samenhangt met de (wereldwijde) aandelenmarkten en anderzijds aanvullend is op strategieën beleggend in vastrentende waarden uitgegeven door overheden of

staatsgerelateerde leningen noterend in euro. De strategiemanagers beleggen in een combinatie van vastrentende waarden- en valutastrategieën op basis van ontwikkelingen die zich voordoen op de obligatie- en valutamarkten. Er kan worden belegd in een groot aantal verschillende landen, debiteuren en looptijden binnen het spectrum van kredietkwaliteit AAA tot CCC. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om te beleggen in lokale valuta van landen met een opkomend karakter. Dit kan door middel van derivaten alsmede door te beleggen in obligaties noterend in de desbetreffende lokale valuta. Portefeuillemanager Als portefeuillemanager treedt op VermogensParaplu Beheer B.V. Bij het beheer wordt gebruik gemaakt van de selectie, research en portefeuilleconstructie methodieken van UBS Bank (Netherlands) BV. specifieke risicoinformatie Naast de algemeen toepasselijke risico's zoals opgenomen in hoofdstuk 6 zijn op dit subfonds de volgende risico's specifiek van toepassing: - Onzekerheid over de ontwikkeling van de rente leidt ertoe dat een belegger in vastrentende beleggingen het risico loopt dat de waarde van de belegging daalt indien de rente stijgt. De gevoeligheid van vastrentende waarden voor rentefluctuaties hangt vooral af van de resterende periode tot de vervaldatum van de vastrentende waarden en van de hoogte van de rente. - Er bestaat een risico op een daling van de waarde van vastrentende beleggingen vanwege een negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de onderliggende overheden, instellingen of ondernemingen. De kredietwaardigheid wordt beïnvloed door (een marktinschatting van) de kans op tijdige rentebetaling en aflossing door de debiteuren.


67



Rente & Valuta Pool Rente & Valuta Strategy

service vergoeding tot 25,000,000 0.55%

over het meerdere tot 75,000,000 0.45%

0.35%

0.25%

0.35%

Directie vergoeding over het deelfonds vermogen Totaal 0.10%

Portefeuille management vergoeding over het subfonds vermogen Maximaal 0.00%

0.20%

0.03%

0.00%

over het meerdere


68

VermogensParapluFonds Supplementen E2. IPM European Fundamental Het fonds is niet meer actief, er zijn en worden geen deelnemingsrechten meer uitgegeven. Doel Het doel van de strategie is het realiseren van waardevermeerdering op lange termijn. Als referentiepunt geldt de MSCI Europa Index. Waarin wordt belegd? Met deze strategie wordt hoofdzakelijk belegd in (certificaten van) aandelen van ondernemingen die genoteerd zijn aan de Europese aandelenbeurzen. Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van de strategie is gericht op het selecteren van aandelen en het samenstellen van een portefeuille die aantrekkelijk is op het gebied van de fundamentele ondernemingskenmerken boekwaarde, omzetgroei, kasstromen en dividenden. De strategie tracht door het actief innemen van posities ten opzichte van de MSCI Europa Index waarde toe te voegen. De strategie heeft hiervoor onder meer de volgende bevoegdheden: • Het overwegen en onderwegen van aandelenposities • Het overwegen en onderwegen van sectoren • Het overwegen en onderwegen van landen • Het (beperkt) beleggen in aandelen die niet in de referentie index zijn vertegenwoordigd

Portefeuillemanager Als portefeuillemanager treedt op IPM Informed Portfolio Management AB (IPM), gevestigd te Stockholm, Zweden. IPM staat onder toezicht van de Swedish Financial Supervisory Authority Finansinspectionen, de financiële toezichthouder in Zweden. specifieke risicoinformatie Naast de algemeen toepasselijke risico's zoals opgenomen in hoofdstuk 6 zijn op dit subfonds de volgende risico's specifiek van toepassing: - Bij beleggingen in aandelen deelt de belegger mee in zowel het succes als de risico's van de betreffende ondernemingen. Een belegger in aandelen loopt risico op koersfluctuaties veroorzaakt door (wijzigingen in) de verwachtingen omtrent economische groei, de groei in specifieke marktsectoren en de groei van specifieke ondernemingen. - Het risico van de belegging wordt beïnvloed door de regio waarop de belegging gericht is. In regio's met minder ontwikkelde financiële markten of minder stabiele overheden kan het risico groter zijn.


69



IPM European Fundamental Pool IPM European Fundamental Strategy



0.40%

0.10%

0.40%

0.25%

0.03%

0.40%



over het meerdere

0.60%

0.50%

0.50%

0.35%


70

VermogensParapluFonds Supplementen F2. Schroders Global Corporate Bond Doel Het doel van de strategie is het realiseren van waardevermeerdering op lange termijn. Als referentiepunt geldt de Barclays Global Aggregate Corporate Index.

Een verlaging (verhoging) van de kredietwaardigheid van ondernemingen of leningen kan aanleiding zijn tot verwijdering (toevoeging) van deze onderneming / deze lening uit (aan) het belegbaar universum.

Waarin wordt belegd? Met deze strategie wordt hoofdzakelijk belegd in bedrijfsobligaties en geldmarktinstrumenten wereldwijd.

Portefeuillemanager Als portefeuillemanager treedt op Schroders Investment Management Limited, gevestigd te London, Verenigd Koninkrijk. Schroders staat onder toezicht van de Financial Conduct Authority (FCA), de toezichthouder van het Verenigd Koninkrijk.

Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van de strategie is gericht op het selecteren van obligaties en het samenstellen van een portefeuille die blootstelling geeft aan de renteniveaus van ondernemingen en de kredietwaardigheid van uitgevende instellingen. Er wordt gespreid belegd in bedrijfsobligaties, van hoge kwaliteit (Investment Grade) wereldwijd. Er is tevens beperkte ruimte om te beleggen in leningen met een lagere kredietwaardigheid. De strategie kan zowel in euro gedenomineerde instrumenten beleggen als in instrumenten die noteren in vreemde valuta. De strategie tracht door het actief innemen van posities ten opzichte van de Barclays Global Aggregate Corporate Index waarde toe te voegen. De strategie heeft hiervoor onder meer de volgende bevoegdheden: • Het overwegen en onderwegen van obligatieposities • Het overwegen en onderwegen van sectoren • Het overwegen en onderwegen van regio's • Het overwegen en onderwegen van de rentegevoeligheid (duration) • Het (beperkt) beleggen in obligaties die niet in de referentie index zijn vertegenwoordigd

specifieke risicoinformatie Naast de algemeen toepasselijke risico's zoals opgenomen in hoofdstuk 6 zijn op dit subfonds de volgende risico's specifiek van toepassing: - Onzekerheid over de ontwikkeling van de rente leidt ertoe dat een belegger in vastrentende beleggingen het risico loopt dat de waarde van de belegging daalt indien de rente stijgt. De gevoeligheid van vastrentende waarden voor rentefluctuaties hangt vooral af van de resterende periode tot de vervaldatum van de vastrentende waarden en van de hoogte van de rente. - Er bestaat een risico op een daling van de waarde van vastrentende beleggingen vanwege een negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de onderliggende overheden, instellingen of ondernemingen. De kredietwaardigheid wordt beïnvloed door (een marktinschatting van) de kans op tijdige rentebetaling en aflossing door de debiteuren.


71



service vergoeding tot 25,000,000 Schroders Global Corporate Bond Pool Schroders Global Corporate Bond Strategy



0,25%

0,10%

0,30%

0,20%

0,03%

0,30%


over het meerdere

0,25%

0,25%

0,20%

0,20%


72

VermogensParapluFonds Supplementen I2. LSV NA Managed Vol (II) Doel Het doel van de strategie is het realiseren van waardevermeerdering op lange termijn. Als referentiepunt geldt de MSCI Noord-Amerika Index. Waarin wordt belegd? Met deze strategie wordt hoofdzakelijk belegd in (certificaten van) aandelen van ondernemingen die genoteerd zijn aan de Canadese of Amerikaanse aandelenbeurzen. Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van de strategie is gericht op het selecteren van aandelen en het samenstellen van een portefeuille die gekenmerkt wordt door een lagere volatiliteit en marktgevoeligheid dan de marktkapitalisatie-gewogen MSCI North America Index. De strategie tracht door het actief innemen van posities ten opzichte van de MSCI NoordAmerika Index waarde toe te voegen. De strategie heeft hiervoor onder meer de volgende bevoegdheden: • Het overwegen en onderwegen van aandelenposities • Het overwegen en onderwegen van sectoren • Het overwegen en onderwegen van landen • Het (beperkt) beleggen in aandelen die niet in de referentie index zijn vertegenwoordigd Portefeuillemanager Als portefeuillemanager treedt op LSV Asset Management, gevestigd te Chicago, Verenigde

LSV NA Managed Vol (II) Pool LSV NA Managed Vol (II) Strategy

Staten. LSV staat onder toezicht van de Securities and Exchange Commission (SEC), de financiële toezichthouder in de Verenigde Staten. overig Dit subfonds is opgezet voor beleggers die geen aanspraak kunnen maken op toepassing van het verdrag ter voorkoming van dubbele belasting tussen Nederland en de Verenigde Staten van Amerika en/of Canada. specifieke risicoinformatie Naast de algemeen toepasselijke risico's zoals opgenomen in hoofdstuk 6 zijn op dit subfonds de volgende risico's specifiek van toepassing: • Bij beleggingen in aandelen deelt de belegger mee in zowel het succes als de risico's van de betreffende ondernemingen. Een belegger in aandelen loopt risico op koersfluctuaties veroorzaakt door (wijzigingen in) de verwachtingen omtrent economische groei, de groei in specifieke marktsectoren en de groei van specifieke ondernemingen. • Het risico van de belegging wordt beïnvloed door de regio waarop de belegging gericht is. In regio's met minder ontwikkelde financiële markten of minder stabiele overheden kan het risico groter zijn. Kosten In onderstaande tabel staan de kosten voor het subfonds voor niet professionele (Pool) en het subfonds voor professionele beleggers (Strategy) weergegeven. (bedragen in EUR) Portefeuille Directie management vergoeding vergoeding over het over het deelover het subfonds meerdere fonds vermogen vermogen Totaal Maximaal



0.70%

0.60%

0.50%

0.10%

0.40%

0.60%

0.40%

0.30%

0.03%

0.40%


73

VermogensParapluFonds Supplementen K2. AllianceBernstein Global Corporate Bond Doel Het doel van de strategie is het realiseren van waardevermeerdering op lange termijn. Als referentiepunt geldt de Barclays Global Aggregate Corporate Index.

Een verlaging (verhoging) van de kredietwaardigheid van ondernemingen of leningen kan aanleiding zijn tot verwijdering (toevoeging) van deze onderneming / deze lening uit (aan) het belegbaar universum.

Waarin wordt belegd? Met deze strategie wordt hoofdzakelijk belegd in bedrijfsobligaties en geldmarktinstrumenten wereldwijd.

Portefeuillemanager Als portefeuillemanager treedt op AllianceBernstein Limited, gevestigd te London, Verenigd Koninkrijk. AllianceBernstein staat onder toezicht van de Financial Conduct Authority (FCA), de toezichthouder van het Verenigd Koninkrijk.

Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van de strategie is gericht op het selecteren van obligaties en het samenstellen van een portefeuille die blootstelling geeft aan de renteniveaus van ondernemingen en de kredietwaardigheid van uitgevende instellingen. Er wordt wereldwijd gespreid belegd in bedrijfsobligaties van Investment Grade kwaliteit. Er is tevens beperkte ruimte om te beleggen in leningen met een lagere kredietwaardigheid. De strategie kan zowel in euro gedenomineerde instrumenten beleggen, als in instrumenten die noteren in vreemde valuta. De strategie tracht door het actief innemen van posities ten opzichte van de Barclays Global Aggregate Corporate Index waarde toe te voegen. De portefeuille zal afwijken van de referentie index op het gebied van rentegevoeligheid en kredietwaardigheid. Daartoe heeft de manager onder meer de volgende bevoegdheden: • Het overwegen en onderwegen van obligatieposities • Het overwegen en onderwegen van sectoren • Het overwegen en onderwegen van regio's • Het overwegen en onderwegen van de rentegevoeligheid (duration) • Het (beperkt) beleggen in obligaties die niet in de referentie index zijn vertegenwoordigd

specifieke risicoinformatie Naast de algemeen toepasselijke risico's zoals opgenomen in hoofdstuk 6 zijn op dit subfonds de volgende risico's specifiek van toepassing: - Onzekerheid over de ontwikkeling van de rente leidt ertoe dat een belegger in vastrentende beleggingen het risico loopt dat de waarde van de belegging daalt indien de rente stijgt. De gevoeligheid van vastrentende waarden voor rentefluctuaties hangt vooral af van de resterende periode tot de vervaldatum van de vastrentende waarden en van de hoogte van de rente. - Er bestaat een risico op een daling van de waarde van vastrentende beleggingen vanwege een negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de onderliggende overheden, instellingen of ondernemingen. De kredietwaardigheid wordt beïnvloed door (een marktinschatting van) de kans op tijdige rentebetaling en aflossing door de debiteuren.


74



service vergoeding tot 25,000,000 AllianceBernstein Global Corporate Bond Pool AllianceBernstein Global Corporate Bond Strategy




over het meerdere

0.25%

0.25%

0.25%

0.10%

0.25%

0.20%

0.20%

0.20%

0.03%

0.25%


75

VermogensParapluFonds Supplementen L2. Harris NA Concentrated Equity Doel Het doel van de strategie is het realiseren van waardevermeerdering op lange termijn. Als referentiepunt geldt de MSCI Noord-Amerika Index. Waarin wordt belegd? Met deze strategie wordt hoofdzakelijk belegd in (certificaten van) aandelen van ondernemingen die genoteerd zijn aan Noord-Amerikaanse aandelenbeurzen met een marktkapitalisatie van minimaal $ 5 miljard ten tijde van aankoop. Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van de strategie is gericht op het samenstellen van een portefeuille met hoge convictie (relatief klein aantal beleggingen waardoor de portefeuille een beperkte overlap met de benchmark zal hebben) op basis van een fundamenteel, bottom up aandelenselectie proces. De portefeuillemanager tracht die aandelen te selecteren die naar zijn overtuiging ondergewaardeerd zijn. De manager zoekt tevens naar bedrijven die op termijn waarde toevoegen en waarvan het management denkt en handelt als eigenaren. De strategie tracht door het actief innemen van posities ten opzichte van de MSCI NoordAmerika Index waarde toe te voegen. De strategie heeft hiervoor onder meer de volgende bevoegdheden: • Het overwegen en onderwegen van aandelenposities • Het overwegen en onderwegen van sectoren • Het overwegen en onderwegen van landen • Het (beperkt) beleggen in aandelen die niet in de referentie index zijn vertegenwoordigd Binnen het subfonds kan een cash positie worden aangehouden van maximaal 8% van het vermogen van het subfonds.

Associates L.P., gevestigd te Chicago, Verenigde Staten. Harris is opgenomen als Investment Adviser in het register van de Securities and Exchange Commission (SEC), de financiële toezichthouder in de Verenigde Staten. Specifieke risicoinformatie Naast de algemeen toepasselijke risico's zoals opgenomen in hoofdstuk 6 zijn op dit subfonds de volgende risico's specifiek van toepassing: • Bij beleggingen in aandelen deelt de belegger mee in zowel het succes als de risico's van de betreffende ondernemingen. Een belegger in aandelen loopt risico op koersfluctuaties veroorzaakt door (wijzigingen in) de verwachtingen omtrent economische groei, de groei in specifieke marktsectoren en de groei van specifieke ondernemingen. • Het beleggen in waarde aandelen geeft het risico dat de marktwaarde op termijn niet de door de manager ingeschatte intrinsieke waarde zal behalen. Dit kan wanneer deze intrinsieke waarde niet tot uitdrukking komt in de waardering op de kapitaalmarkt of wanneer de intrinsieke waarde door de manager onjuist is ingeschat. In tijden dat waarde aandelen door de markt als minder aantrekkelijk worden beschouwd, zullen deze naar verwachting achterblijven bij groei aandelen. • De strategie bestaat uit een relatief beperkt aantal aandelen (circa 40). Individuele aandelen kunnen hierdoor een relatief grotere impact hebben op het rendement van de portefeuille in vergelijking met een portefeuille die uit een groot aantal aandelen bestaat. Dit kan leiden tot een hogere volatiliteit. • De sectorverdeling van de portefeuille kan aanzienlijk afwijken van de brede markt. Veranderingen binnen of tussen sectoren kunnen daarom een significante impact hebben op het rendement van het fonds.

Portefeuillemanager Als portefeuillemanager treedt op Harris


76


Kosten In onderstaande tabel staan de kosten voor het subfonds voor niet professionele beleggers (Pool) weergegeven. (bedragen in EUR)

Harris NA Concentrated Equity Pool



over het meerdere

0.60%

0.50%

0.40%

Directie vergoeding over het subfonds vermogen Totaal


0.10%

0.45%

Harris NA Concentrated Equity Strategy: deze aandelenklasse wordt momenteel niet uitgegeven.


77

VermogensParapluFonds Supplementen M2. RAM Emerging Conservative Doel Het doel van de strategie is het realiseren van waardevermeerdering op lange termijn. Als referentiepunt geldt de MSCI Opkomende Markten Index. Waarin wordt belegd? Met deze strategie wordt hoofdzakelijk belegd in (certificaten van) aandelen van ondernemingen met hun hoofdkantoor in één van de opkomende markten of ondernemingen die het meerendeel van hun omzet behalen in deze landen. Daarnaast kan belegd worden in (liquide) derivaten (waaronder futures, forwards en swaps) en Exchange Traded Funds (ETF's). Deze derivaten en ETF's kunnen gebruikt worden voor efficiënt portefeuillebeheer . Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van de strategie is gericht op het selecteren van aandelen en het samenstellen van een portefeuille die gekenmerkt wordt door een lagere volatiliteit en marktgevoeligheid dan de marktkapitalisatie-gewogen MSCI Opkomende Markten Index.

Portefeuillemanager Als portefeuillemanager treedt op Robeco Institutional Asset Management B.V. vanuit Rotterdam. Robeco staat onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), de financiële toezichthouder in Nederland. Specifieke risicoinformatie Naast de algemeen toepasselijke risico's zoals opgenomen in hoofdstuk 6 zijn op dit subfonds de volgende risico's specifiek van toepassing: - Bij beleggingen in aandelen deelt de belegger mee in zowel het succes als de risico's van de betreffende ondernemingen. Een belegger in aandelen loopt risico op koersfluctuaties veroorzaakt door (wijzigingen in) de verwachtingen omtrent economische groei, de groei in specifieke marktsectoren en de groei van specifieke ondernemingen. - Het risico van de belegging wordt beïnvloed door de regio waarop de belegging gericht is. In regio's met minder ontwikkelde financiële markten of minder stabiele overheden kan het risico groter zijn.

De strategie tracht door het actief innemen van posities ten opzichte van de MSCI Opkomende Markten Index waarde toe te voegen. De strategie heeft hiervoor onder meer de volgende bevoegdheden: • Het overwegen en onderwegen van aandelenposities • Het overwegen en onderwegen van sectoren • Het overwegen en onderwegen van landen • Het beleggen in aandelen die niet in de referentie index zijn vertegenwoordigd


78


Kosten

RAM Emerging Conservative Pool



over het meerdere

0.40%

0.25%

0.15%

Directie vergoeding over het subfonds vermogen Totaal


0.10%

0.50%


79

VermogensParapluFonds Supplementen N2. JPMorgan Emerging Markets Equity Doel Het doel van de strategie is het realiseren van waardevermeerdering op lange termijn. Als referentiepunt geldt de MSCI Opkomende Markten Index. Waarin wordt belegd? Met deze strategie wordt hoofdzakelijk belegd in (certificaten van) aandelen van ondernemingen gevestigd in opkomende markten of waarvan een groot deel van de activiteiten plaats vindt in deze landen. Daarnaast behoudt de strategie ook de mogelijkheid om te beleggen in andere instrumenten, waaronder liquide derivaten, exchange traded funds (ETF’s) en participation notes (P-notes). Beleggingsbeleid De strategie streeft er naar te beleggen in aantrekkelijk gewaardeerde landen en aandelen binnen opkomende markten, met een voorkeur voor kwaliteitsondernemingen. Door middel van een gecombineerd top-down en bottom-up beleggingsproces wordt een geconcentreerde, waarde georiënteerde portefeuille met hoge convictie gerealiseerd. De strategie tracht door het actief innemen van posities ten opzichte MSCI Opkomende Markten Index waarde toe te voegen. Om dit de realiseren heeft de strategie onder meer de volgende bevoegdheden: • Het overwegen en onderwegen van aandelen posities • Het overwegen en onderwegen van sectoren • Het overwegen en onderwegen van landen • Beleggen in aandelen die niet zijn opgenomen in de benchmark

Portefeuillemanager Als portefeuille manager treedt op JPMorgan Asset Management (UK) Limited, Londen, Verenigd Koninkrijk. JPMorgan Asset Management (UK) Limited staat onder toezicht van de Financial Conduct Authority (FCA), de financiële toezichthouder in het Verenigd Koninkrijk. Specifieke risicoinformatie Naast de algemeen toepasselijke risico’s zoals opgenomen in hoofdstuk 6 zijn op dit subfonds de volgende risico's specifiek van toepassing: • Bij beleggingen in aandelen deelt de belegger mee in zowel het succes als de risico's van de betreffende ondernemingen. Een belegger in aandelen loopt risico op koersfluctuaties veroorzaakt door (wijzigingen in) de verwachtingen omtrent economische groei, de groei in specifieke marktsectoren en de groei van specifieke ondernemingen. • Het risico van de belegging wordt beïnvloed door de regio waarop de belegging gericht is. In regio's met minder ontwikkelde financiële markten of minder stabiele overheden kan het risico groter zijn.


80



JPMorgan Emerging Markets Equity Pool



over het meerdere

0.40%

0.25%

0.15%



0.10%

0.70%

JPMorgan Emerging Markets Equity Strategy: deze aandelenklasse wordt momenteel niet uitgegeven.


81

VermogensParapluFonds

Recommend Documents