Vermogensbeheerder Services
Voorwaardenboekje
1
INHOUDSOPGAVE
I
BEP ALINGEN CLIËNTOVE REENKOMST ............................. 3
II
VOORW AARDEN EFFECTEN DIENSTVERLENING VI A EEN BELEGGINGSONDERNEMING ............................................ 7
III
VOORW AARDEN VOOR BEW ARING VAN EFFECTEN ......... 17
IV
REGLEMENT EFFECTENBE VOORSCHOTTING ................... 21
V
EUROPESE STANDAARDIN FORMATIE VOOR EFFECTENKREDIET ......................................................... 24
VI
VOORW AARDEN BETAALFACILITEIT ............................... 29
VII
VOORW AARDEN TOEG ANG PORTEFEUILLE……..............46
VIII
ALGEMENE BANKVOORW AARDEN ................................... 46
IX
KENMERKEN EN RISICO’ S V AN FINANCIËLE INSTRUMENTEN ............................................................... 58
2
I
BEPALINGEN CLIËNTOVEREENKOMST
Deze bepalingen maken onderdeel uit van de tussen de Cliënt, SNS Bank N.V. (de ‘’Bank’’), SNS Securities N.V. (‘’SNS Securities’’) en de Beleggingsonderneming gesloten cliëntovereenkomst (de “Overeenkomst”). In geval van strijdigheid met het bepaalde in de Voorwaarden Effectendienstverlening via een Beleggingsonderneming en/of de Algemene Bankvoorwaarden geldt het bepaalde in de onderhavige bepalingen.
1.
Rekeningen Cliënt
1.1
De Cliënt zal bij de Bank één of meer geldrekeningen (de “Geldrekening”) en effectenrekeningen (de “Effectenrekening”) openen, respectievelijk aanhouden. De Geldrekening en de Effectenrekening worden hierna gezamenlijk aangeduid als: de “Rekening”. De Beleggingsonderneming zal er zorg voor dragen dat geen vermenging plaatsvindt van zijn eigen vermogen en het vermogen van de Cliënt en dat gelden en/of effecten van de Cliënt niet voor eigen rekening van de Beleggingsonderneming worden gebruikt. De Bank en SNS Global Custody B.V. zullen waarborgen dat er een strikte scheiding bestaat tussen hun vermogen en de door de Cliënt aan hen in bewaring gegeven effecten. (Zie artikel 20 en 21 van de Voorwaarden voor Effectendienstverlening via een Beleggingsonderneming en de internetsite van SNS Securities: www.snssecurities.nl). De afwikkeling van, voor rekening en risico van de Cliënt verrichte effectentransacties, zal via de Rekening plaatsvinden. SNS Securities ziet er (mede namens de Bank) op toe dat creditering of debitering van de Effectenrekening tegen gelijktijdige debitering of creditering van de Geldrekening plaatsvindt.
1.2
1.3 1.4
2.
Identificatie
SNS Securities, de Bank en de Beleggingsonderneming zijn onafhankelijk van elkaar verplicht om de identiteit van de Cliënt vast te stellen op de door de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme voorgeschreven wijze. Zij kunnen daarover onderling een taakverdeling afspreken.
3.
Informatieverstrekking
3.1
De dienstverlening door SNS Securities en de Bank is beperkt tot: - uitvoering van de orders en instructies die de Beleggingsonderneming van de Cliënt ontvangt en vervolgens doorgeeft aan SNS Securities; of - indien sprake is vermogensbeheer door de Beleggingsonderneming: uitvoering van de door de Beleggingsonderneming namens de Cliënt aan SNS Securities gegeven orders en instructies. SNS Securities zal er zorg voor dragen dat de Cliënt afschriften ontvangt van de Geldrekening en de Effectenrekening (al dan niet op elektronische wijze). S N S Securities zal van iedere transactie op de Rekening een transactienota verstrekken aan de Cliënt (al dan niet op elektronische wijze), tenzij er sprake is van vermogensbeheer en de Cliënt er voor heeft gekozen om geen transactienota’s te ontvangen maar een periodiek overzicht van alle gedane transacties (te verstrekken door de
3.2
3
3.3
3.4
3.5
Beleggingsonderneming). Cliënt geeft hierbij (al dan niet alvast bij voorbaat) uitdrukkelijke toestemming voor de elektronische verstrekking van afschriften, nota’s en andere overzichten. Cliënt verklaart zich bewust te zijn van de risico’s van elektronische informatieverstrekking. Gedurende de wettelijke bewaartermijn wordt Cliënt desgevraagd een kopie van het afschrift, nota en/of overzicht verstrekt. De Beleggingsonderneming is verantwoordelijk voor de ingevolge de Wft vereiste periodieke informatieverschaffing aan de Cliënt. In geval van vermogensbeheer kan de Cliënt kiezen voor kwartaalrapportages in plaats van halfjaarlijkse rapportages. In geval van vermogensbeheer zal de Beleggingsonderneming de met de Cliënt afgesproken vergelijkingsmaatstaf in de rapportages vermelden (of op een andere wijze mededelen). SNS Securities zal na afloop van elk jaar aan de Cliënt en de Beleggingsonderneming een financiële jaaropgaaf (inclusief een vermogensoverzicht) ter beschikking stellen (al dan niet op elektronische wijze) dat voldoet aan de bij of krachtens de Wft gestelde eisen. SNS Securities zal de Beleggingsonderneming informeren over alle door haar aan de Cliënt verstrekte gegevens met betrekking tot de Rekening, door middel van het verstrekken van (kopieën van) afschriften en overzichten, via elektronische weg of anderszins.
4.
Cliëntencontact
4.1
Het op- of doorgeven van orders aan SNS Securities voor het aan- en/of verkopen van effecten voor rekening van de Cliënt geschiedt door de Beleggingsonderneming. Indien een opdracht tot een handeling als bedoeld in de vorige zin rechtstreeks door Cliënt aan SNS Securities wordt gegeven zal SNS Securities deze opdracht niet uitvoeren en de Cliënt verzoeken opdrachten door te geven via de Beleggingsonderneming. SNS Securities zal zich onthouden van het geven van beleggingsadviezen aan Cliënt ter zake van het zich op de Rekening bevindende vermogen. De Cliënt zal uitsluitend via de Beleggingsonderneming met SNS Securities communiceren, tenzij SNS Securities met de Cliënt in contact treedt zoals voorzien in deze bepalingen. SNS Securities en de Bank (vertegenwoordigd door SNS Securities) treden niet rechtstreeks in contact met de Cliënt anders dan over de administratie van het vermogen van de Cliënt, de Rekening en, indien de Cliënt en de Bank een overeenkomst Effectenkrediet zijn aangegaan, over die kredietverlening aan de Cliënt, behalve voor zover anders bepaald in artikel 6 en 7 van deze bepalingen.
4.2 4.3
4.4
5.
De Geldrekening: betalingsopdrachten
5.1
Tenzij anders overeengekomen zal de Beleggingsonderneming geen betalingsopdrachten op- of doorgeven ten laste van de Geldrekening anders dan: (i) ter zake van door SNS Securities uit te voeren transacties; (ii) de door de Cliënt aan de Beleggingsonderneming voor diens diensten verschuldigde vergoeding; (iii) overboekingen naar een door de Cliënt opgegeven en ten name van de Cliënt gestelde vaste tegenrekening; De Geldrekening dient primair gebruikt te worden in het kader van effectentransacties. Overboekingen zijn mogelijk naar een door de Cliënt bij de Bank of een derde bank aangehouden tegenrekening tenzij de Cliënt een Overeenkomst betaalfaciliteit is aangegaan.
5.2
4
5.3
Beleggingsonderneming en de Cliënt kunnen alleen betalingsopdrachten verstrekken aan SNS Securities (die daarbij de Bank vertegenwoordigt), op de door SNS Securities aan te geven wijze.
6.
Marginberichten in geval van transacties in opties en/of andere derivaten, margintekorten
6.1
SNS Securities zal (als vertegenwoordiger van de Bank) marginberichten en/of andere informatie over posities van de Cliënt in opties en/of andere derivaten zowel aan de Cliënt als aan de Beleggingsonderneming doen toekomen. De hoogte van de marginverplichtingen wordt bepaald door SNS Securities (als vertegenwoordiger van de Bank). Indien er een margintekort ontstaat ontvangen de Cliënt en de Beleggingsonderneming daarover gelijktijdig bericht van SNS Securities (als vertegenwoordiger van de Bank), met de instructie om dit margintekort onverwijld en in ieder geval binnen 5 werkdagen, op te heffen. SNS Securities zal hierover in eerste instantie contact opnemen met de Beleggingsonderneming. Indien dit margintekort niet tijdig is opgeheven zal SNS Securities (namens de Bank) voor opheffing van het tekort zorg dragen door op de vijfde werkdag na het ontstaan van het tekort posities (opties en/of futures) te sluiten en/of effecten te verkopen. Dit gebeurt in samenspraak met de Beleggingsonderneming.
6.2
7.
Dekkingstekorten en/of limietoverschrijdingen
7.1
7.2
Indien en zodra er, volgens de daarvoor door SNS Securities gehanteerde maatstaven, een dekkingstekort ontstaat en/of de bevoorschottingslimiet wordt overschreden zal SNS Securities de Beleggingsonderneming en de Cliënt daarvan gelijktijdig op de hoogte stellen, met de instructie om dit dekkingstekort en/of die limietoverschrijding onverwijld en in ieder geval binnen 5 werkdagen ten genoegen van SNS Securities (namens de Bank) ongedaan te maken. Indien het dekkingstekort / de limietoverschrijding niet tijdig ongedaan is gemaakt geldt het daarover bepaalde in het Reglement Effectenbevoorschotting of de Overeenkomst Effectenkrediet. Indien direct ten gevolge van uitvoering van een door de Beleggingsonderneming aan SNS Securities op- of doorgegeven order een dekkingstekort en/of limietoverschrijding als bedoeld in artikel 7.1 ontstaat, is de Beleggingsonderneming ten opzichte van de Bank volledig aansprakelijk voor de voldoening van de uit die opdracht voortvloeiende verplichtingen. Deze aansprakelijkheid eindigt indien en zodra: (a) er geen dekkingstekort en/of limietoverschrijding meer bestaat; of (b) de Beleggingsonderneming de betreffende transactie van de Cliënt overneemt tegen betaling aan de Cliënt op zijn Geldrekening van het transactiebedrag (inclusief door de Cliënt aan de voor die transactie betaalde provisie).
8.
Uitsluiting aansprakelijkheid SNS Securities en Bank, vrijwaring
8.1
Indien enige op- of doorgegeven transactie of enige andere handeling van de Beleggingsonderneming, die voor rekening en risico van de Cliënt is verricht, in strijd is met een door de Cliënt aan de Beleggingsonderneming gegeven opdracht, danwel is verricht zonder opdracht of in strijd met het tussen de Beleggingsonderneming en de Cliënt overeengekomen beleggingsbeleid, dan zijn de Bank en SNS Securities daarvoor niet aansprakelijk. De Cliënt zal eventuele klachten ter zake alleen aan de
5
8.2
8.3
Beleggingsonderneming voorleggen en eventuele daarop volgende procedures alleen tegen de Beleggingsonderneming instellen. De Bank en SNS Securities zijn niet aansprakelijk voor het door de Beleggingsonderneming gevoerde beleggingsbeleid en/of de door de Beleggingsonderneming namens de Cliënt aan de SNS Securities op- of doorgegeven orders. De Beleggingsonderneming vrijwaart de Bank en SNS Securities voor alle aanspraken van de Cliënt uit dien hoofde. De Cliënt en de Beleggingsonderneming kunnen zich jegens de Bank en SNS Securities nooit beroepen op enige beperking, enig gebrek of enige bevoegdheidsoverschrijding, die hun onderlinge rechtsverhouding betreft.
9.
Einde Overeenkomst
9.1
Iedere partij bij de Overeenkomst is gerechtigd deze schriftelijk aan de andere partijen zonder opgaaf van redenen op te zeggen, met inachtneming van een opzegtermijn van dertig dagen. De Overeenkomst kan met onmiddellijke ingang schriftelijk worden opgezegd als: a een andere partij bij de Overeenkomst niet aan zijn verplichtingen voldoet; b een partij (als deze een natuurlijk persoon is) onder bewind of curatele wordt gesteld of overlijdt; c een partij in faillissement of surséance van betaling geraakt; d de Beleggingsonderneming haar vergunning verliest. Bij beëindiging van de Overeenkomst zullen lopende transacties zoveel mogelijk met inachtneming van de toepasselijke bepalingen en voorwaarden worden afgewikkeld. In geval van beëindiging van de Overeenkomst blijven de Geldrekening en de Effectenrekening en eventuele andere rekeningen die de Cliënt bij de Bank aanhoudt voortbestaan, waarbij zowel de Bank als SNS Securities het recht hebben om de relatie met de Cliënt te beëindigen.
9.2
9.3
6
II
VOORWAARDEN EFFECTENDIENSTVERLENING VIA EEN BELEGGINGSONDERNEMING
Deze voorwaarden gelden tussen de Cliënt, de Beleggingsonderneming, SNS Securities N.V. en SNS Bank N.V.
Artikel 1. Definities In deze voorwaarden voor Effectendienstverlening via een Beleggingsonderneming wordt verstaan onder: Bank: SNS Bank N.V., statutair gevestigd te Utrecht. Beleggingsonderneming: de adviseur, vermogensbeheerder of commissionair waarmee de Bank, SNS Securities en de Cliënt een Cliëntovereenkomst hebben gesloten, die beleggingsdiensten verleent aan de Cliënt en namens de Cliënt orders op- of doorgeeft aan SNS Securities. Bewaarnemer: de Bank en/of SNS Global Custody BV. Cliënt: de (rechts)persoon of -personen voor wiens rekening en risico een Beleggingsonderneming (op basis van een Cliëntovereenkomst) orders in effecten op- of doorgeeft aan SNS Securities. Cliëntovereenkomst: de tussen de Cliënt, een Beleggingsonderneming, de Bank en SNS Securities gesloten Cliëntovereenkomst. Effecten: financiële instrumenten als bedoeld in artikel 1:1 Wet op het financieel toezicht (waaronder aandelen, opties en obligaties). Effectendienstverlening: het door SNS Securities op basis van de Cliëntovereenkomst uitvoeren van orders die de Beleggingsonderneming namens de Cliënt opgeeft. Effectenrekening: een door de Cliënt bij de Bank aangehouden rekening voor het bewaren en administreren van Effecten van de Cliënt. Geldrekening: een door de Cliënt bij de Bank aangehouden rekening voor (onder meer) het debiteren en crediteren van gelden van de Cliënt in verband met voor zijn rekening en risico uitgevoerde en/of afgewikkelde transacties in Effecten. Handelsplaats: plaats van uitvoering zoals bedoeld in artikel 1:1 Wet op het financieel toezicht. Voorwaarden: deze Voorwaarden voor Effectendienstverlening via een Beleggingsonderneming. SNS Securities: SNS Securities N.V., statutair gevestigd te Amsterdam.
Artikel 2. Toepasselijkheid 2.1 De Voorwaarden zijn van toepassing op de (rechts-)verhouding tussen SNS Securities, de Bank en de Cliënt. 2.2 De (rechts-)verhouding tussen SNS Securities, de Bank en de Cliënt zal verder worden beheerst door de inhoud van de Cliëntovereenkomst, eventueel in aanvulling daarop gesloten overeenkomsten en de van toepassing zijnde reglementen.
7
Artikel 3. Wijziging voorwaarden 3.1 SNS Securities en de Bank behouden zich het recht voor deze Voorwaarden te wijzigen. Onder wijzigingen worden ook aanvullingen verstaan. Wijzigingen worden jegens de Cliënt bindend vier weken nadat SNS Securities de Cliënt daarvan schriftelijk of langs elektronische weg kennis heeft gegeven. SNS Securities vermeldt daarbij waar de tekst van de gewijzigde Voorwaarden verkrijgbaar is. 3.2 Indien de Cliënt niet akkoord gaat met de wijziging(en) dient de Cliënt dit binnen drie weken na de kennisgeving, zoals bedoeld in het eerste lid, schriftelijk mede te delen aan SNS Securities. SNS Securities zal gerechtigd zijn om de Effectendienstverlening na ontvangst van deze mededeling met onmiddellijke ingang te beëindigen.
Artikel 4. Cliëntclassificatie 4.1 De Cliënt wordt ingedeeld in de categorie van niet-professionele beleggers. Deze indeling geldt voor alle door SNS Securities en/of de Bank verleende beleggingsdiensten en nevendiensten, ongeacht de soort Effecten waarin de Cliënt transacties wenst te verrichten. 4.2 SNS Securities en/of de Bank kan/kunnen medewerking verlenen aan een verzoek van de Cliënt om als een professionele belegger te worden aangemerkt, maar is daartoe niet verplicht.
Artikel 5. Effectendienstverlening 5.1 De Effectendienstverlening van SNS Securities aan de Cliënt zal zich beperken tot het uitvoeren van door de Beleggingsonderneming namens de Cliënt op- of doorgegeven orders. 5.2 SNS Securities en/of de Bank is/zijn niet gehouden de Cliënt in kennis te stellen van al dan niet openbare dan wel van derden afkomstige informatie met betrekking tot de door de Cliënt aangehouden Effecten, tenzij daartoe een wettelijke verplichting bestaat.
Artikel 6. Risico’s verbonden aan beleggen 6.1 SNS Securities verstrekt aan de Cliënt bij het aangaan van de relatie een beschrijving van de kenmerken en risico’s van financiële instrumenten (zie hoofdstuk 8 van dit Voorwaardenboekje). 6.2 Voor omschrijvingen van alle kenmerken en risico’s van specifieke financiële instrumenten wordt ook verwezen naar het prospectus, de Financiële Bijsluiter of de Essentiële Beleggersinformatie van het betreffende financiële instrument. Deze informatie is te downloaden van de website van uitgevende instelling. Prospectussen zijn ook te vinden op de website van de Stichting Autoriteit Financiële Markten (www.afm.nl). 6.3 Door het ondertekenen van een Cliëntovereenkomst geeft de Cliënt uitdrukkelijk te kennen: I. adequaat door de Beleggingsonderneming te zijn ingelicht over de risico’s en gevolgen verbonden aan het beleggen in Effecten; II. de in artikel 8.2 bedoelde beschrijving te hebben gelezen en begrepen; III. zich volledig bewust te zijn van de risico’s en gevolgen verbonden aan het beleggen in Effecten; en IV. deze risico’s en gevolgen te aanvaarden.
Artikel 7. Aansprakelijkheid 7.1 SNS Securities verricht alle handelingen, in het bijzonder de uitvoering van effectenorders en daarmee samenhangende afwikkeling, voor rekening en risico van de Cliënt. Dit geldt ook indien SNS Securities hierbij op eigen naam contracteert met derde partijen. 7.2 SNS Securities en/of de Bank zal niet aansprakelijk zijn voor directe en indirecte schade als gevolg van een waardedaling of waardestijging van Effecten, door de Cliënt geleden verliezen, gederfde winst, schade of welk nadeel dan ook, behalve indien en voor zover (rechtens) vast komt te staan dat deze schade het directe gevolg is van opzet of grove schuld van SNS Securities respectievelijk de Bank bij het verrichten van de Effectendienstverlening.
8
Artikel 8. Koersopgaven 8.1 SNS Securities is niet verplicht koersopgaven te verstrekken aan de Cliënt. 8.2 SNS Securities is niet aansprakelijk jegens de Cliënt of derden voor schade, direct dan wel indirect, geleden als gevolg van of samenhangend met door SNS Securities verstrekte koersopgaven of koersinformatie.
Artikel 9. Regelgeving en gebruiken De Cliënt onderwerpt zich en is gebonden aan de op de Effectendienstverlening van toepassing zijnde wet- en regelgeving, waaronder de Wet op het financieel toezicht, alsmede de reglementen van NYSE Euronext, Euroclear Nederland en Euroclear NIEC, alsmede aan alle andere reglementen, voorschriften en gebruiken, die ten tijde waarop en ter plaatse waar die handelingen worden verricht van toepassing zijn.
Artikel 10. Beleggerscompensatie- en depositogarantiestelsel 10.1 De Effectendienstverlening van SNS Securities en de Bank valt onder de reikwijdte van het beleggerscompensatiestelsel, zoals geregeld in de Wet op het financieel toezicht en nader uitgewerkt in het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft. Op de website www.snsbank.nl treft u hier meer informatie over. Deze informatie is tevens in schriftelijke vorm verkrijgbaar. 10.2 Daarnaast valt de dienstverlening van de Bank ten aanzien van door de Cliënt bij de Bank aangehouden creditgelden onder de reikwijdte van het depositogarantiestelsel, zoals geregeld in de Wet op het financieel toezicht en nader uitgewerkt in het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft. De Bank stelt op haar website www.snsbank.nl informatie over dit stelsel ter beschikking. Deze informatie is tevens in schriftelijke vorm verkrijgbaar bij SNS Securities.
Artikel 11. Belangenconflicten 11.1 SNS Bankhanteert een beleid met betrekking tot belangenconflicten dat onder meer van toepassing is op de relatie tussen SNS Securities, de Bank en de Cliënt. Dat beleid kan van tijd tot tijd geactualiseerd worden. Een samenvatting van de meest actuele versie van het beleid is te raadplegen op www.snssecurities.nl. Deze informatie is tevens in schriftelijke vorm verkrijgbaar bij SNS Securities. 11.2 In het bedrijf van SNS Securities en de Bank bestaan zogenaamde Chinese Walls ter voorkoming van onder meer de verspreiding van koersgevoelige of andere vertrouwelijke marktinformatie. SNS Securities en de Bank zijn ongeacht de reikwijdte van wettelijke voorschriften terzake, niet gehouden koersgevoelige of andere vertrouwelijke marktinformatie welke mogelijkerwijs bij hen bekend is, bekend te maken of anderszins te gebruiken bij de dienstverlening aan de Cliënt.
Artikel 12. Instructies en mededelingen 12.1 De Beleggingsonderneming kan SNS Securities schriftelijk, telefonisch of elektronisch instructies geven, waaronder het op- of doorgeven van orders in Effecten voor rekening en risico van de Cliënt, indien en voor zover het de Beleggingsonderneming in zijn relatie tot SNS Securities is toegestaan van het betreffende communicatiemiddel gebruik te maken. 12.2 SNS Securities is bevoegd maar niet verplicht om telefonisch door de Beleggingsonderneming gegeven instructies en telefoongesprekken met de Beleggingsonderneming en de Cliënt op een geluidsdrager vast te leggen. SNS Securities is behoudens eventuele wettelijke verplichtingen niet verplicht om aldus vastgelegde gesprekken te bewaren en/of te archiveren dan wel aan de Cliënt of de Beleggingsonderneming ter beschikking te stellen in welke vorm dan ook. 12.3 SNS Securities is bevoegd een door de Beleggingsonderneming namens de Cliënt op- of doorgegeven order niet uit te voeren indien de Beleggingsonderneming deze op een niet overeengekomen wijze heeft verstrekt, de order niet voldoet aan de door SNS Securities gestelde voorwaarden dan wel indien de order voor SNS Securities niet duidelijk is of 9
innerlijk tegenstrijdig is. SNS Securities is in deze gevallen niet aansprakelijk voor het niet (tijdig) uitvoeren van de order.
Artikel 13. Voldoende saldo voor uitvoering De Cliënt draagt er zorg voor dat er altijd voldoende saldo op zijn Geldrekening en zijn Effectenrekening aanwezig is voor de voldoening van al hetgeen de Cliënt uit hoofde van de Effectendienstverlening aan SNS Securities en/of de Bank verschuldigd is of zal zijn. Onder saldo wordt ook begrepen de kredietruimte die de Cliënt heeft uit hoofde van de overeenkomst Effectenkrediet .
Artikel 14. Aan SNS Securities verleende volmacht De Cliënt verleent hierbij aan SNS Securities onherroepelijk volmacht om zijn Geldrekening zijn Effectenrekening te belasten voor alle vergoedingen en kosten uit hoofde van Effectendienstverlening en eventuele andere geldende overeenkomsten of voorwaarden andere daarmee verband houdende handelingen, waaronder begrepen de aan de Bank en Bewaarnemer verschuldigde kosten en vergoedingen.
en de en de
Artikel 15. Effectenrekening op naam van meerdere Cliënten 15.1 Indien de Effectenrekening op naam van meerdere Cliënten wordt aangehouden zijn alle Cliënten zowel tezamen als ieder afzonderlijk bevoegd - tenzij schriftelijk anders met SNS Securities en/of de Bank is overeengekomen om in het kader van de Effectendienstverlening beheers- en beschikkingshandelingen te verrichten en om aan SNS Securities instructies te geven, zulks onder de volgende bepalingen: I. na het overlijden van een Cliënt blijft (blijven) de andere betrokken Cliënt(en) (gezamenlijk alsmede ieder afzonderlijk) bevoegd om beheers- en beschikkingshandelingen te verrichten en om instructies te geven; II. na het overlijden van een Cliënt hebben diens erfgenamen gezamenlijk dezelfde rechten (en verplichtingen) als de overleden Cliënt; III. na schriftelijke mededeling van een Cliënt aan SNS Securities dat hij niet meer wenst dat door iedere Cliënt afzonderlijk beheers- en beschikkingshandelingen verricht worden, kunnen slechts alle betrokken Cliënten gezamenlijk beheers- en beschikkingshandelingen verrichten; IV. de erkenning door een Cliënt van een door SNS Securities verstrekte opgave van de tegoeden op de Effectenrekening is voor alle betrokken Cliënten bindend; V. iedere Cliënt is tegenover SNS Securities en/of de Bank hoofdelijk en voor het geheel aansprakelijk, voor al hetgeen SNS Securities en/of de Bank te vorderen mocht hebben uit hoofde van, of in verband met de Cliëntovereenkomst; VI. opheffing van een Effectenrekening op naam van meerdere Cliënten kan slechts geschieden met instemming van alle betrokken Cliënten; VII. opgaven en wijzigingen van de ‘vaste gegevens’ van een Cliënt kunnen slechts geschieden door de betrokken Cliënt. 15.2 Iedere Cliënt stemt ermee in, dat een mededeling van SNS Securities aan één der Cliënten beschouwd dient te worden als een mededeling aan iedere Cliënt. Iedere Cliënt is bevoegd namens de andere Cliënten mededelingen aan SNS Securities te doen.
Artikel 16. Orderuitvoering 16.1 Het orderuitvoeringsbeleid van SNS Securities is te raadplegen op www.snssecurities.nl. SNS Securities zal bij het uitvoeren van orders met betrekking tot Effecten, alsmede bij het plaatsen en doorgeven van orders bij derden, handelen in overeenstemming met dat orderuitvoeringsbeleid. 16.2 De Cliënt wordt geacht bij het geven van opdrachten aan de Beleggingsonderneming toestemming aan SNS Securities te geven voor orderuitvoering en orderdoorgifte conform het orderuitvoeringsbeleid, zoals dat van tijd tot tijd zal worden geactualiseerd op 10
16.3
16.4
16.5
16.6
16.7
www.snssecurities.nl. Deze toestemming omvat mede het gebruikmaken van mogelijkheden door SNS Securities om een order buiten een gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit om uit te voeren (OTC), voor zover dit overeenstemt met het orderuitvoeringsbeleid van SNS Securities. De Beleggingsonderneming en de Cliënt worden geacht, voordat de Beleggingsonderneming of de Cliënt een beleggingsbeslissing neemt, zich voldoende op de hoogte te stellen van wijzigingen in het orderuitvoeringsbeleid. SNS Securities stuurt op aanvraag de meest geactualiseerde versie van het orderuitvoeringsbeleid naar de Cliënt en de Beleggingsonderneming toe. Indien de Beleggingsonderneming of indirect de Cliënt een specifieke instructie geeft met betrekking tot orderuitvoering die afwijkt van het orderuitvoeringsbeleid van SNS Securities, kan dat betekenen dat niet het best mogelijke resultaat wordt behaald in termen van prijs, kosten, snelheid of waarschijnlijkheid van de uitvoering. SNS Securities is bevoegd, maar niet verplicht, een specifieke instructie te weigeren zonder dat zij daarbij de reden van deze weigering hoeft te vermelden. SNS Securities neemt bij de uitvoering van effectenorders de regels en gebruiken van de betreffende Handelsplaats in acht. SNS Securities en/of de Bank zijn niet aansprakelijk jegens de Cliënt voor enige schade die de Cliënt lijdt als gevolg van deze regels en gebruiken. SNS Securities is bevoegd orders van Cliënten samen te voegen met die van andere Cliënten, in welk geval orders niet direct aan de Handelsplaats ter uitvoering worden aangeboden. SNS Securities is alleen bevoegd van deze bevoegdheid gebruik te maken indien het onwaarschijnlijk is dat de samenvoeging van orders nadelig uitvalt voor de betrokken Cliënten. Het kan evenwel niet worden uitgesloten dat samenvoeging van orders in een specifiek geval in het nadeel van de Cliënt is. SNS Securities en/of de Bank zijn niet aansprakelijk voor enige schade die daaruit voortvloeit. Toewijzing van orders vindt plaats naar rato van de omvang van de oorspronkelijke orders. Indien de Cliënt via de Beleggingsonderneming een limietorder op- of doorgeeft die, op grond van de omvang of andere omstandigheden, niet direct kan worden uitgevoerd, wordt de Cliënt geacht SNS Securities te instrueren het bestaan en de kenmerken van de order niet aan derden kenbaar te maken.
Artikel 17. Bijzondere omstandigheden Onverminderd het bepaalde in de Voorwaarden, zijn SNS Securities en/of de Bank in geval van bijzondere omstandigheden (waaronder het uitvallen van ordersystemen) niet aansprakelijk jegens de Cliënt voor eventuele schade die voortvloeit uit het niet (tijdig) of niet volledig uitvoeren van opdrachten, behoudens grove schuld of opzet van SNS Securities.
Artikel 18. Administratie SNS Securities en de Bank houden voor eigen rekening een administratie bij die voldoet aan de daaraan bij of krachtens de Wet op het financieel toezicht gestelde eisen en voorschriften.
Artikel 19. Administratieve voorschriften 19.1
19.2
Alle beheers- en beschikkingshandelingen met betrekking tot (tegoeden op) de Effectenrekening zijn onderworpen aan door SNS Securities vast te stellen administratieve voorschriften en procedures. Bij gebreke van tijdige ontvangst van volledige instructies van de Beleggingsonderneming of indirect de Cliënt is SNS Securities bevoegd doch niet verplicht om voor rekening en risico van de Cliënt beheers- en beschikkingshandelingen te verrichten en daarbij keuzes te maken die naar haar oordeel het meest dienstig kunnen zijn aan het belang van een gemiddelde Cliënt.
11
Artikel 20. Bewaring van Effecten, hoofdelijke aansprakelijkheid Bank voor de Bewaarnemer 20.1
20.2
Op de bewaring van Effecten die deel uitmaken van een door de Bank gehouden verzameldepot als bedoeld in de Wet Giraal Effectenverkeer, zijn de bepalingen van die wet alsmede het bepaalde in het volgende artikellid van toepassing. Voor zover die Effecten aan uitloting onderhevig zijn, zal SNS Securities ervoor zorgdragen dat telkens bij uitloting aan iedere Cliënt afzonderlijk een met diens gerechtigheid overeenkomend bedrag aan voor aflossing aangewezen Effecten wordt toebedeeld. De bewaring in Nederland van alle overige Effecten en van zich in het buitenland bevindende aan toonder en niet-aan toonder Effecten geschiedt door SNS Global Custody BV. Op de bewaring van deze Effecten zijn van toepassing de ‘Bepalingen SNS Global Custody BV’, die bij SNS Securities ter inzage liggen en op verzoek van de Cliënt kosteloos worden toegezonden. De Bank is jegens de Cliënt hoofdelijk aansprakelijk voor alle verplichtingen van de Bewaarnemer.
Artikel 21. Inschakeling van derden en bewaring van Effecten door derden 21.1
21.2
21.3
21.4
De Bank en de Bewaarnemer zijn bevoegd in het kader van de Effectendienstverlening gebruik te maken van derden voor onder meer het in bewaring geven van Effecten aan derden en het verkrijgen van rechten ten aanzien van de Effecten door tussenkomst van derden. De Bank zal in beginsel zorg dragen voor de keuze van derden en zij zal alleen aansprakelijk zijn voor tekortkomingen van derden indien zij bij de keuze van die derde niet de nodige zorgvuldigheid in acht heeft genomen. De Bank wordt geacht in elk geval voldoende zorgvuldigheid in acht te hebben genomen, indien het betreffende effect uitsluitend door één daartoe bevoegde derde kan worden bewaard. De Bank is in dat geval niet verplicht tot het maken van een selectie. De Cliënt is zich bewust van de mogelijkheid dat in geval van niet-nakoming of faillissement van een derde partij, Cliënt niet (al) zijn Effecten of gelden zal kunnen terugkrijgen, en dat dit risico zich met name kan manifesteren in landen waar het financieel toezicht niet waarborgt dat de Effecten of gelden van de Cliënt zijn afgescheiden van de Effecten of gelden van derden. Indien de Bank en de Bewaarnemer Effecten in bewaring hebben gegeven bij een derde partij, kan deze derde partij de Effecten van de Cliënt aanhouden via een omnibusaccount waar Effecten van meerdere cliënten van de Bank worden bewaard. Met een omnibusaccount wordt hier verstaan een verzamelrekening die wordt aangehouden bij een derde partij op naam van de Bewaarnemer. De Cliënt is zich bewust van de mogelijkheid dat in geval van niet-nakoming of faillissement van een derde partij, of indien er tekorten ontstaan op een dergelijke omnibusaccount, hij niet (al) zijn Effecten zal kunnen terugkrijgen.
Artikel 22. Uitlevering Effecten Voor zover Effecten uitleverbaar zijn, zal SNS Securities zich op verzoek van de Cliënt inspannen om de Bewaarnemer of de (andere) bewaarder van Effecten zo mogelijk uitvoering te (laten) geven aan een verzoek tot uitlevering. De Bank en de Bewaarnemer zijn gerechtigd Effecten die zich naar hun oordeel redelijkerwijs niet lenen voor open bewaring uit de administratie te verwijderen.
Artikel 23. Controle coupons SNS Securities is niet gehouden om de door Cliënt ter verzilvering aangeboden coupons van Effecten die niet bij de Bank of de Bewaarnemer in bewaring zijn gegeven op uitloting te controleren, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
Artikel 24. Verwijderen van Effecten 24.1
Indien de Effectenrekening bepaalde Effecten of vorderingen bevat met een zodanig geringe totale waarde dat gezien de transactiekosten geen positieve verkoopopbrengst 12
24.2
24.3
kan worden behaald, is de Bank gerechtigd deze Effecten van de Effectenrekening te verwijderen en in een verzameldepot onder te brengen. De Cliënt houdt aanspraak op enige waarde van de Effecten die nadien nog kan ontstaan. Indien het administreren of bewaren van bepaalde Effecten voor de Bank zodanige directe of indirecte kosten of risico’s met zich meebrengt, dat naar het oordeel van de Bank redelijkerwijs niet van haar gevergd kan worden deze Effecten langer aan te houden, is de Bank bevoegd de Effecten te verkopen namens de Cliënt en de opbrengst ervan bij te schrijven op de geldrekening van de Cliënt. De Bank zal van haar bevoegdheden zoals bedoeld in 24.1 en 24.2 geen gebruik maken voordat de Cliënt gedurende een naar het oordeel van de Bank redelijke termijn in de gelegenheid is gesteld de Effecten te verkopen of over te boeken naar een andere bank. Deze termijn bedraagt minimaal twee weken.
Artikel 25. Creditering onder voorbehoud Creditering van de Geldrekening van de Cliënt geschiedt te allen tijde onder het voorbehoud dat de Bank tijdig en behoorlijk in het bezit komt van de tegenwaarde van de betreffende Effectentransactie. Bij gebreke daarvan, is SNS Securities (namens de Bank) bevoegd om de creditering zonder nadere aankondiging ongedaan te maken.
Artikel 26. Royement Indien zich een wijziging voordoet in een Effect, zoals een split-up, een afstempeling, een aanvang van de handel ex-lotingskans of ex-dividend gaan van een fonds, worden lopende orders van de Cliënt door SNS Securities of door een gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit onder omstandigheden geroyeerd.
Artikel 27. Effectenkrediet Indien dit tussen partijen schriftelijk is overeengekomen en onder de daarbij gestelde voorwaarden, kan de Bank aan de Cliënt krediet verstrekken op basis van een pandrecht gevestigd op de bij Bewaarnemer in bewaring gegeven Effecten.
Artikel 28. Verpanding 28.1
28.2
28.3
Tot meerdere zekerheid voor al hetgeen de Bank, uit welke hoofde dan ook, al dan niet opeisbaar of onder voorwaarde van de Cliënt te vorderen heeft of mocht krijgen, verpandt de Cliënt – voor zover mogelijk - hierbij (en zal de Cliënt op eerste verzoek van SNS Securities, als vertegenwoordiger van de Bank, tot verpanding overgaan) aan de Bank: a al zijn huidige en toekomstige aandelen in de verzameldepots als bedoeld in de Wet Giraal Effectenverkeer waartoe de Cliënt als deelgenoot gerechtigd is of mocht worden; b alle aan de Bewaarnemer in bewaring gegeven en in de toekomst in bewaring te geven Effecten – voor zover deze door Bewaarnemer ten behoeve van de Cliënt geïndividualiseerd zijn of zullen worden - alsmede alle huidige dan wel toekomstige rechten tot uitlevering van Effecten die voortvloeien uit de bewaargeving ten name van de Cliënt jegens Bewaarnemer, voor zover dit Effecten betreft die niet ten behoeve van de Cliënt zijn geïndividualiseerd; c al zijn huidige en toekomstige vorderingen uit welke hoofde dan ook jegens de Bank. Het in het vorige artikellid bedoelde pandrecht omvat mede een recht van pand op alle ter zake de verpande Effecten, rechten en vorderingen te ontvangen vergoedingen. Het pandrecht zal telkens tot stand komen op het moment waarop de Bank dan wel de Bewaarnemer de te verpanden goederen onder zich krijgt respectievelijk het moment waarop de rechten ontstaan. Onverminderd het voorafgaande is de Cliënt verplicht om op eerste verzoek van SNS Securities (als vertegenwoordiger van de Bank) al datgene te doen en daarvoor medewerking te verlenen teneinde het in dit artikel bedoelde pandrecht te vestigen en 13
verleent daartoe hierbij een onvoorwaardelijk en onherroepelijke volmacht aan SNS Securities om alle handelingen te verrichten die noodzakelijk dan wel wenselijk zijn met het oog op het vestigen van de in dit artikel bedoelde pandrecht(en).
Artikel 29. Herverpanding De Bank is bevoegd de Effecten en (andere) vermogensrechten die aan haar zijn verpand te herverpanden tot zekerheid van een schuld van de Bank jegens derden, mits deze schuld het door de Bank van de Cliënt (al dan niet opeisbaar) te vorderen bedrag niet overschrijdt, de herverpanding slechts geschiedt tot een zodanige omvang als de Bank nodig heeft als zekerheid voor hetgeen zij op het moment van herverpanding van de Cliënt (al dan niet opeisbaar) te vorderen heeft of kan krijgen en de herverpande Effecten onmiddellijk na aflossing van de schuld door de Bank, geen onderwerp van die herverpanding zijn.
Artikel 30. Tenietgaan van Effecten Indien Effecten tenietgaan of op andere wijze uit de macht van de Bank of de Bewaarnemer raken door een oorzaak die niet aan de Bank en/of de Bewaarnemer kan worden toegerekend, is de Bank noch de Bewaarnemer tot niet meer verplicht dan het treffen van recherchemaatregelen ten aanzien van die Effecten dan wel die Effecten te doen vervangen door duplicaten. In geval van vervanging door duplicaten, dient de Cliënt aan (nadere) door SNS Securities (als vertegenwoordiger van de Bank) te stellen voorwaarden te voldoen waaronder in ieder geval afgifte van een door SNS Securities op te stellen vrijwaringsverklaring.
Artikel 31. Verklaring van Erfrecht Na het overlijden van een Cliënt kan SNS Securities verlangen dat degene(n) die wenst te beschikken over de Effectenrekening en/of Geldrekening op naam van de overleden Cliënt aangehouden tegoeden, een verklaring van erfrecht overlegt. SNS Securities en de Bank zijn niet gehouden inlichtingen te verstrekken over handelingen met betrekking tot tegoeden op de Effectenrekening die voor de datum van overlijden van de Cliënt zijn verricht.
Artikel 32. Faillissement, beslag 32.1
32.2
32.3
De Cliënt is verplicht SNS Securities terstond schriftelijk in te lichten omtrent (iedere aanvraag tot) diens faillissement, indiening van een verzoek tot verlening van (voorlopige) surséance van betaling alsmede de verlening zelf, dan wel (een aanvraag tot) wettelijke schuldsanering, onderbewindstelling of ondercuratelestelling. Gedurende faillissement, (voorlopige) surséance van betaling, wettelijke schuldsanering, onderbewindstelling of ondercuratelestelling van de Cliënt, zal SNS Securities uitsluitend instructies of mededelingen accepteren van de curator van de Cliënt dan wel van de Cliënt voor zover de bewindvoerder zijn medewerking heeft verleend. Bij (derden) beslaglegging onder de Bewaarnemer ten laste van de Cliënt zullen geen beschikkingshandelingen met betrekking tot de desbetreffende tegoeden op de Effectenrekening kunnen worden verricht. In geval van Vermogensbeheer dient de Cliënt zich te realiseren dat beheer van de op de Effectenrekening aangehouden Effecten niet mogelijk is en dat daardoor schade voor de Cliënt kan ontstaan. SNS Securities en/of de Bank is niet aansprakelijk voor deze schade en is niet gehouden om in het kader van haar dienstverlening rekening te houden met de mogelijkheid van een eventueel beslag.
Artikel 33. Privacy en cliëntgegevens 33.1
33.2
SNS Securities is ingevolge wet- en regelgeving, waaronder de reglementen van NYSE Euronext en de Wet op het financieel toezicht, verplicht ter medewerking aan de handhaving en controle op de naleving van deze regels gegevens te verstrekken uit de door SNS Securities gehouden persoonsregistratie(s). SNS Securities behoeft geen toestemming van de Cliënt voor de verstrekking van gegevens aan derden indien een al dan niet in het buitenland gevestigde (toezichthoudende) autoriteit dit dwingend voorschrijft. 14
33.3
32.4
De bij aanvraag of wijziging van een financiële dienst verstrekte persoonsgegevens worden door SNS Securities, respectievelijk een rechtspersoon die behoort tot de groep van vennootschappen waarvan SNS Securities deel uitmaakt, verwerkt ten behoeve van het aangaan en beheren van de daaruit voortvloeiende relaties, met inbegrip van de voorkoming en bestrijding van fraude en het uitvoeren van activiteiten gericht op de vergroting van het Cliëntenbestand. De Cliënt verplicht zich om wijzigingen in zijn staatsburgerschap, adres, of statutaire vestigingsgegevens binnen vier weken na ingang van de wijziging schriftelijk aan SNS Securities mede te delen.
Artikel 34. Vergoedingen tussen marktpartijen In het kader van de door SNS Securities verrichte Effectendienstverlening kan het voorkomen dat SNS Securities vergoedingen of provisies betaalt aan dan wel ontvangt van derden, of nietgeldelijke voordelen behaalt. De Cliënt zal geen aanspraak kunnen maken op de door SNS Securities ontvangen vergoedingen van derden. SNS Securities publiceert een samenvatting van kenmerken van de toepasselijke regelingen op de website www.snssecurities.nl. Hierin wordt ook aangegeven waar nadere details opvraagbaar zijn. Op aanvraag zal SNS Securities deze samenvatting ook schriftelijk verstrekken.
Artikel 35. Klachten Indien de Cliënt ontevreden is over de dienstverlening door SNS Securities of de Bank kan de Cliënt een klacht bij SNS Securities indienen. SNS Securities zal de klacht in behandeling nemen, administreren en tijdig behandelen.
Artikel 36. Communicatie De communicatie tussen de Cliënt en SNS Securities (al dan niet namens de Bank), waaronder mede begrepen correspondentie langs schriftelijke of elektronische weg, zal in de Nederlandse taal plaatsvinden, tenzij anders overeengekomen.
Artikel 37. Toepasselijk recht en forum 37.1 37.2
37.3
Op de relatie tussen SNS Securities, de Bank en de Cliënt is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. Geschillen tussen de Cliënt en SNS Securities of de Bank worden aanhangig gemaakt bij de daartoe bevoegde Nederlandse rechter, tenzij wetgeving of internationale verdragen dwingend anders voorschrijven. In afwijking van artikel 37.2 is de Cliënt, indien zij als eisende partij optreedt, bevoegd om, met inachtneming van het geldende reglement, geschillen aanhangig te maken bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD).
Artikel 38. Duur en beëindiging 38.1
38.2 38.3
38.4
De rechtsverhouding ter zake van de Effectendienstverlening (hierna: de relatie) van SNS Securities aan Cliënt is aangegaan voor onbepaalde tijd, tenzij partijen uitdrukkelijk en schriftelijk anders zijn overeengekomen. Zowel de Cliënt als SNS Securities is gerechtigd de relatie met onmiddellijke ingang op te zeggen door middel van een schriftelijk bericht aan de wederpartij. De relatie eindigt onmiddellijk zonder dat enige opzegging vereist is, indien de Cliënt: I als rechtspersoon failliet wordt verklaard dan wel (voorlopige) surséance van betaling aanvraagt; II als rechtspersoon ophoudt te bestaan; III als natuurlijk persoon overlijdt. Behoudens voor zover door SNS Securities en Cliënt schriftelijk anders is overeengekomen: I worden transacties in Effecten die op de datum van beëindiging van de relatie nog niet zijn afgewikkeld, door SNS Securities zoveel mogelijk afgewikkeld en; 15
II
blijft gedurende deze afwikkeling ieder der partijen gebonden aan de tussen partijen gesloten Cliëntovereenkomst (en), alsmede aan Voorwaarden.
deze
16
III
VOORWAARDEN VOOR BEWARING VAN EFFECTEN
Bepalingen SNS Global Custody BV 1
SNS Bank NV (hierna te noemen de ‘Bank’), en SNS Global Custody BV, (hierna te noemen: ‘SNSGC’), dragen er zorg voor dat a Alle effecten niet opgenomen in een verzameldepot als bedoeld in de Wge, zoals deze van tijd tot tijd zal luiden, die de Bank in eigen naam onder zich heeft of onder zich zal krijgen ten behoeve van een klant teneinde deze voor een klant in bewaring te houden, door de Bank namens die Klant en op diens naam in bewaring zullen worden gegeven aan SNSGC en door SNSGC voor de klant in bewaring zullen worden genomen. b Alle door de Bank uit hoofde van de relatie tussen de klant en de Bank voor een klant gehouden Rechten (als hierna omschreven) uitsluitend worden gehouden door SNSGC en door SNSGC ten behoeve van de betreffende klant worden uitgeoefend, een en ander voor zover zulks ten aanzien van het betreffende Recht redelijkerwijs mogelijk is. Onder ‘Rechten’ wordt verstaan alle door SNSGC als zodanig aanvaarde rechten die door de Bank en/of SNSGC op eigen naam gehouden worden ten behoeve van klanten ten aanzien van (I) effecten aan toonder die zich in het buitenland bevinden en ii) niet-aan toonder luidende effecten. Onder ‘effecten’ worden verstaan aandelen, obligaties, en alle overige door SNSGC als zodanig aanvaarde goederen.
2
De bepalingen 3 en 4 zijn uitsluitend van toepassing op de door SNSGC voor de klant in bewaring genomen effecten. De bepalingen 5 tot en met 7 zijn uitsluitend van toepassing op de door SNSGC gehouden Rechten.
3
Hoewel – behoudens in die gevallen waarin de effecten zouden zijn geïndividualiseerd – de juridische eigendom der effecten bij bewaarnemer berust, is het de bewaarnemer niet toegestaan enig aan de eigendom der effecten verbonden recht uit te oefenen, behoudens de rechten van de eigenaar voortvloeiend uit onvrijwillig bezitsverlies.
4.1
De bewaarnemer is gehouden de nummers der effecten te allen tijde te individualiseren, met dien verstande dat zij I Van premie-obligaties en van andere effecten waarbij aan speciale nummers speciale rechten verbonden zijn de nummers te allen tijde voor iedere klant afzonderlijk moet individualiseren. II Van effecten – niet onder (I) vallende – welke aan uitloting onderhevig zijn, tijdig voor het tijdstip waarop een uitloting plaatsvindt, de nummers of delen van nummers en/of andere kenmerken die bij loting van belang zijn, voor iedere klant afzonderlijk moet individualiseren. III De onder (I) en (II) bedoelde nummers, delen van nummers en/ of kenmerken aan de klant moet verantwoorden.
4.2
De bewaarnemer heeft echter, wanneer hem dat in het belang van een klant raadzaam voorkomt, de bevoegdheid ook andere effecten dan die hierboven onder (I) en (II) genoemd voor een klant te individualiseren door vastlegging van de nummers en deze individualisering wederom op te heffen.
17
5
SNSGC zal met betrekking tot de door haar ten behoeve van de klant gehouden Rechten uitsluitend jegens de klant verplichtingen hebben. De klant is bij uitsluiting bevoegd aan de Bank opdrachten met betrekking tot de voor hem gehouden Rechten te verstrekken, welke de Bank namens klant aan SNSGC zal verstrekken. Het is SNSGC niet toegestaan de Rechten uit te oefenen, anders dan overeenkomstig de instructies van de klant en het in deze bepalingen bepaalde.
6
SNSGC zal voorzover het zulks nodig acht in verband met de werkzaamheden ten behoeve van klanten, gebruik maken van derden, waarbij onder meer sprake zal kunnen zijn van het in bewaring geven van effecten aan derden en het verkrijgen van rechten ten aanzien van effecten via derden. De Bank draagt zorg voor selectie van die derden. De Bank is niet aansprakelijk voor tekortkomingen van die derden indien zij aantoont dat zij bij de keuze van die derden de nodige zorgvuldigheid in acht heeft genomen. Indien de Bank niet aansprakelijk is voor tekortkomingen van die derden, dan zal zij, indien de klant schade heeft geleden, in ieder geval al het redelijke doen om de klant behulpzaam te zijn bij het ongedaan maken van zijn schade. SNSGC zal nimmer aansprakelijk zijn voor tekortkomingen van bedoelde derden, behoudens indien aan SNSGC zelf opzet of grove schuld te verwijten valt.
7
De Bank en SNSGC zullen niet verplicht zijn de nummers van de door SNSGC gehouden Rechten of de daarmee corresponderende effecten te registreren, zij het dat met betrekking tot Rechten ten aanzien van effecten waarbij bijzondere rechten verbonden zijn aan bepaalde nummers, de betreffende nummers apart voor de klant zullen worden geadministreerd, en dat voorzover de Rechten of de daartegenover staande effecten onderhevig zijn aan uitloting, de Bank en SNSGC ervoor zorg zullen dragen dat, telkens bij uitloting, een bedrag wordt toegewezen aan de klant, dat overeenkomt met de gerechtigheid van de klant tot voor aflossing aangewezen Rechten of daartegenover staande effecten.
8
De voor- en nadelen welke voortvloeien uit of verband houden met de eigendom c.q. het eigenaarschap van de in bewaring gegeven effecten en gehouden Rechten komen voor rekening en risico van de klant, zodat de SNSGC ter zake van deze effecten of Rechten geen enkel economisch of commercieel risico loopt.
9
De Bank is belast met de werkzaamheden die het beheer der aan SNSGC in bewaring gegeven effecten en door SNSGC gehouden Rechten met zich brengt, waaronder het innen van rente en dividenden, het realiseren van claimrechten, het verkrijgen van nieuwe coupon of dividendbladen, het verrichten van conversiehandelingen, het deponeren van aandelen voor aandeelhoudersvergaderingen alsmede met het uitvoeren van verkoopopdrachten en het (doen) geven van instructies aan correspondenten met betrekking tot dergelijke werkzaamheden. Voorzover mogelijk zal SNSGC de Bank steeds in staat stellen deze werkzaamheden zo nodig namens SNSGC te verrichten, waaronder wordt begrepen het waar noodzakelijk ter beschikking stellen van de effecten dan wel onderdelen daarvan aan de Bank. Behoudens in het geval van opzet of grove schuld van SNSGC en/of de Bank berust terzake van deze werkzaamheden geen aansprakelijkheid bij SNSGC en/of de Bank.
10.1
SNSGC is verplicht met betrekking tot elke soort effecten en Rechten er te allen tijde zorg voor te dragen dat de door haar gehouden effecten en Rechten van die soort naar hun inhoud en waar toepasselijk hoeveelheid overeenstemmen met de daartegenover staande rechten (tot uitlevering) van klanten jegens SNSGC. Indien door een oorzaak welke niet aan de opzet of grove schuld van de Bank en/of SNSGC kan worden toegerekend, (I) de door SNSGC gehouden Rechten van enige fondssoort te eniger tijd tekort schieten ten opzichte van de daartegenover staande
10.2
18
10.3
10.4
10.5
rechten van klanten jegens SNSGC ten aanzien van genoemde fondssoort, dan wel (II) de door SNSGC bewaarde effecten van een fondssoort, welke niet door vastlegging van de nummers als eigendom van bepaalde klanten zijn aangemerkt, teniet gaan of op andere wijze uit de macht van SNSGC dan wel de Bank geraken, zal het tekort door SNSGC worden omgeslagen over de klanten die rechten ten aanzien van een betreffende fondssoort kunnen doen gelden jegens SNSGC aan het einde van de werkdag in Nederland voorafgaand aan de dag waarop het verschil door de Bank in Nederland wordt vastgesteld en wel in verhouding tot de omvang van de rechten van die klanten ten aanzien van de betreffende fondssoort op dat moment. In geval een tekort wordt omgeslagen is SNSGC niet aansprakelijk jegens klanten dan wel tot enige schadevergoeding gehouden. SNSGC en/of de Bank zijn in het geval als bedoeld in het voorgaande lid tot niet meer verplicht dan het nemen van maatregelen teneinde te trachten de oorzaak van het verschil voor zover mogelijk weg te nemen en het treffen van maatregelen om de uit de macht van SNSGC geraakte effecten te doen vervangen door duplicaten dan wel recherchemaatregelen te dien aanzien. Met name zijn SNSGC en/of de Bank niet verplicht effecten of Rechten te verwerven ter opheffng van het verschil. De kosten gemaakt met de in dit artikellid bedoelde maatregelen kunnen op dezelfde voet als in de vorige alinea voor het tekort bepaald is worden omgeslagen. De in de tweede alinea bedoelde omslag van het tekort zal geheel of gedeeltelijk ongedaan gemaakt worden naarmate dat tekort ten gevolge van door SNSGC dan wel de Bank genomen maatregelen afneemt. Zodra SNSGC ontdekt dat er een tekort is ontstaan of kan ontstaan heeft zij het recht uitvoering van opdrachten met betrekking tot de effecten of Rechten van de betreffende fondssoort te weigeren, totdat vastgesteld is dat geen tekort ontstaat of omslag van het tekort heeft plaatsgevonden. SNSGC zal in een dergelijk geval met de meeste spoed handelen en indien er sprake is van een omslag daarover terstond aan klanten die daarbij betrokken zijn mededeling doen.
11
Voor de door de klant aan de Bank en SNSGC voor hun werkzaamheden verschuldigde bedragen zal de Bank de in haar boeken gevoerde rekening van de klant debiteren.
12
De Bank garandeert jegens de klant de richtige nakoming van alle verplichtingen van SNSGC jegens de klant.
13
Wijzigingen en aanvullingen van deze bepalingen, mits door de Bank en SNSGC tezamen aangebracht, zullen ook voor de klant bindend zijn één maand nadat daarvan door publicatie in tenminste twee veel gelezen Nederlandse dagbladen en één veel gelezen buitenlands financieel dagblad mededeling is gedaan. Het bepaalde in artikel 12 is echter niet voor wijziging vatbaar.
14
Indien en voor zover op grond van haar onredelijk bezwarende karakter of op grond van redelijkheid en billijkheid op enige hier opgenomen bepaling geen beroep kan worden gedaan, komt deze de werking toe van een als een geldig aan te merken bepaling, waarvan de strekking in zodanige mate aan de eerste bepaling beantwoordt, dat aangenomen moet worden dat deze bepaling zou zijn opgenomen, indien van de eerste wegens haar ongeldigheid was afgezien.
15
Op deze bepalingen en de door deze bepalingen beheerste werkzaamheden van de Bank en SNSGC is Nederlands recht van toepassing. Geschillen met betrekking tot deze bepalingen en bedoelde werkzaamheden zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Utrecht. In afwijking van het in de voorgaande zin bepaalde is de klant, indien hij als eisende partij optreedt, bevoegd om binnen de grenzen van de desbetreffende
19
reglementen van de Geschillencommissie Bankzaken en de Klachtencommissie DSI geschillen bij die commissies aanhangig te maken.
20
IV
REGLEMENT EFFECTENBE VOORSCHOTTING ZAKELIJK
In dit reglement effectenbevoorschotting (het “Reglement”) zijn de voorwaarden en condities opgenomen waarop SNS Bank NV (de “Bank”) bereid is krediet aan de Cliënt te verstrekken met als onderpand de bij de Bank in bewaring gegeven effecten. Dit reglement geldt uitsluitend voor een zakelijke cliënt. SNS Securities N.V. (“SNS Securities”) vertegenwoordigt de Bank bij de uitvoering van het Reglement. Indien de Cliënt gebruik wenst te maken van de in het Reglement geboden kredietfaciliteit is de Beleggingsonderneming gemachtigd om de Cliënt ter zake te vertegenwoordigen.
1.
Begripsomschrijving, afbakening en definities
Alle in dit Reglement gebruikte definities hebben dezelfde betekenis als de definities opgenomen in de Voorwaarden Effectendienstverlening via een Beleggingsonderneming (de “Voorwaarden Effectendienstverlening”). Dit Reglement is een overeenkomst strekkende tot kredietverlening en verpanding van effecten tussen de Bank, SNS Securities en de Cliënt en is mede een nadere uitwerking van de in de Voorwaarden Effectendienstverlening opgenomen bepaling over kredietverlening op basis van de effectenportefeuille als onderpand. De Voorwaarden Effectendienstverlening zijn op dit Reglement van toepassing. In geval van strijdigheid tussen de Voorwaarden Effectendienstverlening en dit Reglement geldt het bepaalde in dit Reglement. Verder worden de navolgende definities en begrippen gebruikt: Bevoorschotting: Het verlenen van een krediet door de Bank aan de Cliënt, op onder meer de uitdrukkelijke voorwaarde dat de Effectenportefeuille aan de Bank wordt verpand. Bevoorschottingswaarde: De (maximale) hoogte van het bedrag waarvoor de Bank bereid is krediet te verstrekken. Deze hoogte is afhankelijk van de waardes die de Bank aan de Fondsen toekent op basis van de voor de verschillende Fondsen vastgestelde Trekkingspercentages. Effectenbeurs: Een van overheidswege erkende effectenbeurs. Effectenportefeuille: Alle bij de Bank op naam van de Cliënt in bewaring gegeven effecten. Eurozone: Die landen binnen de Europese Unie die de euro als nationale munteenheid erkend hebben. Fonds: Alle effecten, behorend tot een specifieke categorie, dat wil zeggen effecten waaraan gelijke rechten zijn verbonden en die zijn uitgegeven door eenzelfde instelling.
21
Spreidingspercentage: Het maximale aandeel (uitgedrukt in een percentage) dat een enkel Fonds mag uitmaken van de totale portefeuille van de Cliënt. Dit spreidingspercentage wordt berekend over de totale Bevoorschottingswaarde. Trekkingspercentage: Het percentage van de actuele waarde van een Fonds dat deel uitmaakt van de Effectenportefeuille, dat in aanmerking komt voor Bevoorschotting.
2.
Krediet, rente
2.1
De Bank is bereid om de Cliënt tot wederopzegging krediet te verstrekken op basis van verpanding van diens Effectenportefeuille. Het door de Bank aan de Cliënt te verstrekken krediet zal nimmer meer bedragen dan de Bevoorschottingswaarde. Dit krediet is een kredietfaciliteit waarvan de hoogte dagelijks kan variëren. Over eventuele debetstanden zal de Bank de door haar voor Bevoorschotting gehanteerde debetrente in rekening brengen aan de Cliënt.
2.2 2.3 2.4
3.
Verpanding Effectenportefeuille
3.1
Tot zekerheid voor de voldoening door de Cliënt aan al haar verplichtingen, uit welke hoofde dan ook, jegens de Bank, in het bijzonder voor de terugbetaling van het verstrekte krediet, verpandt de Cliënt haar Effectenportefeuille hierbij aan de Bank, die deze verpanding hierbij aanvaardt. Het pandrecht op de Effectenportefeuille zal tot stand komen op de wijze zoals bepaald in de Voorwaarden Effectendienstverlening.
3.2
4.
Berekening Bevoorschottingswaarde
4.1
De Bank berekent de Bevoorschottingswaarde aan de hand van de Trekkingspercentages en het Spreidingspercentage, genoemd in respectievelijk artikel 5 en artikel 6. De in het vorige artikellid bedoelde percentages worden toegepast op de beurswaarde van de Effectenportefeuille. De beurswaarde wordt dagelijks vastgesteld aan de hand van de slotkoers van de vorige dag. Indien de Effectenportefeuille niet de in artikel 6 lid 2 vereiste spreiding heeft, kan de Bank een lagere Bevoorschottingswaarde toekennen.
4.2
4.3
5.
Trekkingspercentages
5.1
De Trekkingspercentages ter berekening van de Bevoorschottingswaarde luiden als volgt: voor aandelen en/of participaties in beleggingsfondsen genoteerd aan een Effectenbeurs binnen de Eurozone bedraagt het trekkingspercentage 60% (zestig procent) van de beurswaarde; 22
voor in euro’s luidende obligaties genoteerd aan een Effectenbeurs binnen de Eurozone bedraagt het Trekkingspercentage 80% (tachtig procent) van de beurswaarde; voor aandelen en obligaties genoteerd op een voor SNS Securities aanvaardbare buitenlandse beurs buiten de Eurozone en voor niet in euro’s luidende obligaties genoteerd aan een Effectenbeurs binnen de Eurozone bedragen de Trekkingspercentages 50% (vijftig procent) van de beurswaarde; voor alle deelnemingsrechten in beleggingsinstellingen (zogenaamde huisfondsen) gelieerd aan en garantieproducten, uitgegeven door SNS REAAL NV of één van haar dochtermaatschappijen, genoteerd aan een Effectenbeurs binnen de Eurozone, bedragen de trekkingspercentages 70% (zeventig procent). Warrants, opties en andere financiële producten komen niet in aanmerking voor bevoorschotting. SNS Securities is gerechtigd om zonder opgave van redenen op ieder moment van het bovenstaande af te wijken danwel bepaalde effecten niet in aanmerking te nemen voor Bevoorschotting. Voor het berekenen van de Bevoorschottingswaarde worden in aandelen converteerbare obligatieleningen beschouwd als aandelen. Marginverplichtingen worden in mindering gebracht op de Bevoorschottingswaarde. Een eventueel ten laste van de Cliënt in de boeken van de Bank voorkomend obligo uit hoofde van door de Bank gestelde garanties, of uit enig andere hoofde ook, zal in mindering komen op de Bevoorschottingswaarde.
5.2
5.3 5.4 5.5
6.
Voorwaarden spreiding en Spreidingspercentage
6.1
De Cliënt (vertegenwoordigd door de Beleggingsonderneming) draagt zorg voor een evenwichtige opbouw van de Effectenportefeuille. Om in aanmerking te komen voor de maximale Bevoorschottingswaarde is de Cliënt (vertegenwoordigd door de Beleggingsonderneming) gehouden een zodanige spreiding binnen de Effectenportefeuille aan te brengen dat de beurswaarde van één (1) Fonds niet meer dan 25% (vijfentwintig procent) van de totale beurswaarde van de Effectenportefeuille bedraagt.
6.2
7.
Wijziging Trekkingspercentages en Spreidingspercentage
7.1
SNS Securities behoudt zich te allen tijde het recht voor om wijziging(en) aan te brengen in de vermelde Trekkingspercentages en het Spreidingspercentage. Indien SNS Securities het Trekkingspercentage en/of het Spreidingspercentage voor een bepaalde categorie van Fondsen wijzigt, dan stelt SNS Securities de Cliënt en de Beleggingsonderneming hiervan gelijktijdig schriftelijk in kennis. Indien de wijziging tot gevolg heeft dat het verstrekte krediet aan de Cliënt de Bevoorschottingswaarde overschrijdt, zal SNS Securities de Cliënt en de Beleggingsonderneming hiervan gelijktijdig schriftelijk in kennis stellen. In dat geval is het bepaalde in artikel 7 van de Bepalingen Cliëntovereenkomst (opgenomen in hoofdstuk 1 van het Voorwaardenboekje SNS Securities) van toepassing.
7.2
7.3
8.
Verplichting van de Cliënt Bevoorschottingswaarde
tot
zorgen
voor
voldoende
8.1
Het aan de Cliënt te verstrekken krediet zal nimmer de Bevoorschottingswaarde mogen overschrijden. 23
8.2
8.3
9.
Indien het aan de Cliënt verstrekte krediet, door welke omstandigheid dan ook de Bevoorschottingswaarde overschrijdt geldt het bepaalde in artikel 7 van de Bepalingen Cliëntovereenkomst (opgenomen in hoofdstuk 1 van het Voorwaardenboekje SNS Securities). De Cliënt verklaart het krediet niet mede aan te wenden tot het behalen van rentevoordelen c.q. tot het plegen van rentearbitrage door middel van transacties welke niet geacht kunnen worden te behoren tot het normale beheer van het vermogen van de Cliënt.
Opeisbaarheid
Het door de Cliënt uit hoofde van het krediet verschuldigde debetsaldo is terstond en zonder opzegging, ingebrekestelling, of andere formaliteit opeisbaar: a) wanneer de Cliënt zijn verplichtingen uit deze overeenkomst of enige andere overeenkomst met de Bank of SNS Securities toerekenbaar niet nakomt; b) bij overlijden van de Cliënt of wanneer de Cliënt onder curatele of bewind wordt gesteld; c) indien de Cliënt zodanige voorbereidingen treft dat de verwachting gerechtigd is dat de Cliënt Nederland spoedig zal verlaten; d) indien de Cliënt enig bedrag ter zake van het verstrekte krediet niet, niet tijdig of niet behoorlijk voldoet; e) het faillissement van de Cliënt wordt aangevraagd, de Cliënt een eigen aangifte tot faillietverklaring doet, de Cliënt failliet wordt verklaard, een akkoord buiten faillissement aanbiedt of (voorlopige) surséance van betaling aanvraagt; f) wanneer op een aanzienlijk deel van het vermogen van de Cliënt conservatoir dan wel executoriaal beslag wordt gelegd of daarop anderszins verhaal wordt gezocht; g) indien de Cliënt binnen de door SNS Securities ten behoeve van de Bank gestelde termijn van maximaal vijf werkdagen geen gevolg geeft aan het verzoek van SNS Securities tot het stellen van zekerheden, vervangen of aanvullen van onderpand, margin of welke zekerheid ten behoeve van het verstrekte krediet dan ook; h) bij beëindiging van de tussen de Bank, SNS Securities en de Cliënt gesloten Cliëntovereenkomst.
24
V
EUROPESE STANDAARDINFORMATIE VOOR EFFECTENKREDIET
Deze Europese standaardinformatie voor Effectenkrediet is van toepassing op natuurlijke personen.
1.
Identiteit en contactgegevens kredietgever/kredietbemiddelaar
Kredietgever Adres Telefoonnummer E-mailadres Webadres
2.
van
de
SNS Bank N.V. Postbus 8000, 3503 RA Utrecht 020-5508500
[email protected] www.snssecurities.nl
Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van het krediet
Effectenkrediet Dit is een doorlopend krediet waarbij u rood mag staan op uw Geldrekening. Dit geldt alleen voor de Geldrekening waarvoor u een Overeenkomst Effectenkrediet heeft afgesloten. Uw effecten gelden als onderpand voor het Effectenkrediet. Bij het aanbieden van Effectenkrediet verleent SNS Securities de diensten in naam van SNS Bank. Het totale kredietbedrag De kredietlimiet is het bedrag dat u maximaal mag lenen. Omdat de hoogte van de kredietlimiet afhankelijk is van de waarde, spreiding en samenstelling van uw effectenportefeuille kan dit bedrag continu veranderen. De kredietlimiet kent een maximum van EUR 10.000.000. De dekkingspercentages, luiden als volgt: Voor aandelen en/of deelnemingsrechten in beleggingsinstellingen genoteerd aan een effectenbeurs binnen de eurozone bedraagt het dekkingspercentage 60% (zestig procent) van de beurswaarde. Voor in euro’s luidende obligaties genoteerd aan een effectenbeurs binnen de eurozone bedraagt het dekkingspercentage 80% (tachtig procent) van de beurswaarde. Voor aandelen en obligaties genoteerd op een voor SNS Bank aanvaardbare buitenlandse beurs buiten de eurozone en voor niet in euro’s luidende obligaties genoteerd aan een effectenbeurs binnen de eurozone bedragen de dekkingspercentages 50% (vijftig procent) van de beurswaarde. Voor alle deelnemingsrechten in beleggingsinstellingen (zogenaamde huisfondsen) gelieerd aan en garantieproducten, uitgegeven door SNS REAAL N.V. of één van haar dochtermaatschappijen, genoteerd aan een effectenbeurs binnen de eurozone, bedragen de dekkingspercentages 70% (zeventig procent). Om in aanmerking te komen voor de maximale kredietlimiet bent u gehouden om een zodanigespreiding in de effectenportefeuille aan te brengen dat de beurswaarde van één categorie van effecten (1) niet meer dan 25% van de totale beurswaarde van de effectenportefeuille bedraagt.
1 Alle effecten, behorende tot een specifieke categorie, dat wil zeggen effecten waaraan gelijke rechten zijn verbonden en die zijn uitgegeven door eenzelfde instelling. 25
De voorwaarden voor kredietopneming U neemt Effectenkrediet op wanneer u financiële instrumenten koopt en daardoor (dus vanwege de aankoop) rood komt te staan op uw Geldrekening. Termijnen en, in voorkomend geval, de volgorde waarin de termijnen worden toegerekend Als u rood staat op uw Geldrekening, betaalt u debetrente. Deze rente betaalt u per kwartaal achteraf en wordt in het begin van het nieuwe kwartaal van uw rekening afgeschreven. Houdt u er rekening mee dat hierdoor uw bestedingsruimte afneemt. U hoeft het Effectenkrediet niet af te lossen tijdens de looptijd. Gevraagde zekerheden Uw effecten gelden als onderpand voor het Effectenkrediet.
3.
Kosten van het krediet
De debetrentevoet Over het opgenomen Effectenkrediet betaalt u een variabele rente. Deze rente wordt debetrentevoet genoemd en bestaat uit de SNS Liquiditeitenrente plus een vaste opslag van 2,5% over het gehele uitstaande saldo. De actuele hoogte van de SNS Liquiditeitenrente kunt u terugvinden op www.snssecurities.nl. Ook het opslagpercentage kan wijzigen. In dat geval ontvangt u hierover vooraf bericht.
Voorbeeldberekeningen totale kosten van het Effectenkrediet. Totale Effectieve rente op Rentelasten per Rentelasten per Totale kredietbedrag in jaarbasis maand in EUR jaar in EUR kredietbedrag in EUR EUR na 1 jaar 50.000 7% 292 3.500 53.500 100.000 7% 583 7.000 107.000 200.000 7% 1.167 14.000 214.000 300.000 7% 1.750 21.000 321.000 Aan bovenstaande berekeningen kunt u geen rechten verbinden en deze zijn bedoeld om een indicatie te geven van de kosten van het product. a. Totale kredietbedrag in EUR De voorbeeldberekeningen zijn gebaseerd op de aanname dat u een gefixeerde kredietlimiet heeft. In werkelijkheid wordt uw kredietlimiet voor het Effectenkrediet vastgesteld aan de hand van de waarde, spreiding en samenstelling van uw effectenportefeuille en is dus variabel. b. Effectieve rente op jaarbasis De effectieve rente op jaarbasis is een prijsaanduiding voor het Effectenkrediet. Hierin komen alle kosten van het Effectenkrediet tot uitdrukking. De gehanteerde effectieve rente is 7% op jaarbasis [= 1,75% per kwartaal] zoals deze geldt per 1 augustus 2012. Voor de actuele rentetarieven kunt u terecht op de website van SNS Securities. c. Rentelasten per maand in EUR De maandlasten van het Effectenkrediet zijn in deze tabel gebaseerd op een kwartaalrente van 1,75 % van de totale omvang van het Effectenkrediet. In werkelijkheid wordt de debetrente per kwartaal van de Geldrekening afgeschreven, rekening houdend met 360 kalenderdagen per jaar en de actuele rentedagen per maand.
26
d. Rentelasten per jaar in EUR De rentelasten per jaar zijn ongeacht de hoogte van het krediet op dit moment 7,00% [= effectieve rente]. e. Het totale kredietbedrag na één jaar in EUR De totale prijs na één jaar is bepaald aan de hand van het verkregen krediet inclusief de rentelasten. Zolang de bestedingsruimte op uw effectenportefeuille dit toestaat zal de opgelopen rente onderdeel gaan uitmaken van de totale kredietsom. Het aanhouden van een of meer rekeningen is vereist voor de boeking van zowel betalingen als kredietopnames. U heeft een Effectenrekening nodig die is gekoppeld aan een Geldrekening. Kosten in het geval van betalingsachterstand Wanbetaling kan ernstige gevolgen voor u hebben (bijvoorbeeld gedwongen verkoop) en kredietverkrijging bemoeilijken. Als u meer heeft geleend dan de op dat moment geldende kredietlimiet, dan staat u ongeoorloofd rood. Het tekort moet u dan binnen 5 werkdagen aanvullen. Doet u dat niet, dan verkopen wij (een gedeelte van) uw portefeuille totdat het tekort is opgeheven. Houdt u rekening met een koersverlies als wij posities moeten sluiten en/of uw effecten moeten verkopen. Heeft u na verkoop van uw portefeuille nog een restschuld dan zijn de eventuele incassokosten voor het innen van deze restschuld voor uw rekening. Deze incassokosten zijn afhankelijk van diverse factoren, zoals de hoogte van het openstaande bedrag, de hoogte van de wettelijke rente, de kosten van de eventueel ingeschakelde deurwaarder enzovoorts.
4.
Overige juridische aspecten die van belang zijn
Beëindiging van de kredietovereenkomst U kunt de Overeenkomst Effectenkrediet per direct schriftelijk beëindigen op het moment dat er geen debetstand is of verplichtingen uit hoofde van financiële instrumenten. Indien u de Overeenkomst Effectenkrediet beëindigt terwijl het Effectenkrediet nog niet is terugbetaald, wordt het Effectenkrediet direct opeisbaar en heeft SNS Bank het recht om (een gedeelte van) uw portefeuille te verkopen om met de opbrengst daarvan het Effectenkrediet af te lossen. Herroepingsrecht Nee, U heeft niet het recht om de kredietovereenkomst te herroepen. Vervroegde aflossing U kunt het Effectenkrediet altijd aflossen, zonder dat u daarvoor een boete moet betalen. Raadpleging van een gegevensbank Voordat u in aanmerking komt voor Effectenkrediet toetsen wij uw kredietwaardigheid bij Bureau Krediet Registratie (BKR). De kredietgever dient u onverwijld en zonder kosten in kennis te stellen van het resultaat van een raadpleging van een gegevensbestand, indien een kredietaanvraag op basis van een dergelijke raadpleging is verworpen. Het voorgaande is niet van toepassing indien het verstrekken van dergelijke informatie op grond van communautaire wetgeving verboden is of indruist tegen de doelstellingen van de openbare orde of de openbare veiligheid.
27
De periode gedurende welke de kredietgever door de precontractuele informatie is gebonden. Deze Europese standaardinformatie voor Effectenkrediet is geldig totdat SNS Bank kiest voor een andere referentierente dan de SNS Liquiditeitenrente en/of de opslag wijzigt. Kijk voor de actuele rentepercentages op www.snssecurities.nl. Definities In deze Europese standaardinformatie voor Effectenkrediet wordt bij het gebruik van hoofdletters voor bepaalde begrippen voor de betekenis verwezen naar de definities zoals opgenomen in de Algemene Voorwaarden Effectendienstverlening SNS Bank.
5.
Aanvullende gegevens in geval van de verkoop op afstand van financiële diensten
a) betreffende de kredietgever Registratie SNS Bank N.V. is gevestigd te Utrecht en staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Midden-Nederland onder nummer 16062338. De toezichthoudende autoriteit SNS Bank is geregistreerd bij de Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in het deelregister Kredietinstellingen en financiële instellingen. Ook staat SNS Bank onder het toezicht van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Neem voor informatie over het toezicht op de SNS Bank contact op met DNB (www.dnb.nl), de AFM (www.afm.nl) of de NMa (www.nmanet.nl). b) betreffende de kredietovereenkomst Het Burgerlijk Wetboek (BW) en de Wet op het Financieel Toezicht (Wft) worden door de kredietgever gebruikt als grondslag voor de totstandbrenging van betrekkingen met u voorafgaand aan het sluiten van de kredietovereenkomst. Op het afsluiten en uitvoeren van dit contract is het Nederlands recht van toepassing. Voor geschillen kunt u gebruikmaken van de klachtenprocedure. Of kunt u terecht bij de bevoegde rechter in Utrecht. U ontvangt de voorwaarden, het contract en alle overige communicatie over dit krediet in het Nederlands. c) betreffende beroepsprocedures Heeft u een klacht? We horen graag uw mening. Ook als u een keer minder tevreden bent. Uw klacht wordt in behandeling genomen door SNS Securities. SNS Securities werkt volgens een interne klachtenprocedure en is aangesloten bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (zie www.kifid.nl). SNS Bank is aangesloten bij de Geschillencommissie BKR (zie www.bkr.nl). In het uiterste geval kan de bevoegde rechter in Utrecht worden ingeschakeld.
28
VI 1.
VOORWAARDEN BETAALFACILITEIT
Definities
In deze Voorwaarden wordt verstaan onder: Accountmanager Persoon in dienst van SNS Securities, die is aangewezen als contactpersoon en/of adviseur van de Rekeninghouder. Bank SNS Bank N.V., statutair gevestigd in Utrecht. Begunstigde De (beoogde) ontvanger van geldmiddelen van een bepaalde betalingstransactie. Betaalfaciliteit De door de Bank aan de Klant geboden mogelijkheid om een Betaalopdracht te geven. Betaalopdracht(en) Door de Klant aan de Bank gegeven opdracht om ten laste van de Geldrekening een betalingstransactie in de vorm van een geldovermaking uit te voeren, anders dan ten behoeve van een transactie in financiële instrumenten. Geldrekening Een rekening die wordt aangehouden ten behoeve van de beleggingsdienstverlening van SNS Securities en ten laste waarvan tevens Betaalopdrachten kunnen worden gegeven. Gevolmachtigde De perso(o)n(en) (waaronder de Zelfstandige Vermogensbeheerder) die door de Rekeninghouder wordt gevolmachtigd om namens hem (hen) onder andere Betaalopdrachten te geven. Klant De Rekeninghouder en/of de Gevolmachtigde. Overeenkomst Overeenkomst (en toepasselijke algemene voorwaarden) tussen de Rekeninghouder, Bank, SNS Securities en eventueel de Zelfstandige Vermogensbeheerder voor het openen en het gebruik van een Geldrekening en een effectenrekening. Overeenkomst Betaalfaciliteit Overeenkomst tussen de Rekeninghouder en de Bank, op grond waarvan de Rekeninghouder gebruik kan maken van de Betaalfaciliteit en die een aanvulling is op de Overeenkomst. Rekeninghouder De persoon die bij de Bank een Geldrekening aanhoudt. Onder persoon wordt in het kader van de Geldrekening verstaan: a. Een natuurlijke persoon (consument). b. Een natuurlijke persoon handelend in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf (bijvoorbeeld een ‘eenmanszaak’). 29
c.
d.
Een rechtspersoon (bijvoorbeeld een naamloze vennootschap, een besloten vennootschap, een vereniging of een stichting, of een andere entiteit met eigen (rechts)persoonlijkheid) in deze vertegenwoordigd door haar (statutaire of op een andere manier tot vertegenwoordiging bevoegde) bestuurder(s). Een personenassociatie (bijvoorbeeld een vennootschap onder firma, een maatschap, een commanditaire vennootschap of een andere openbare (personen-) vennootschap met of zonder rechtspersoonlijkheid) met inbegrip van en vertegenwoordigd door haar beherende of besturende venno(o)t(en).
SNS Securities SNS Securities N.V., statutair gevestigd in Amsterdam Tariefwijzer Betaalfaciliteit Een overzicht van de door de Bank gehanteerde kosten, tarieven, limieten, contactgegevens en overige informatie, die (onder meer) op (het openen van en) het gebruik van de Geldrekening en de Betaalfaciliteit en de daarmee verband houdende faciliteiten en diensten van toepassing zijn. De tariefwijzer wordt aan de Klant verstrekt bij het aangaan van de Overeenkomst Betaalfaciliteit. Voorwaarden Deze Voorwaarden Betaalfaciliteit zoals die van tijd tot tijd zullen luiden. Werkdag De dag waarop de Bank alle werkzaamheden kan uitvoeren die nodig zijn om een betalingstransactie volledig uit te voeren. Of een dag als Werkdag geldt, is afhankelijk van het soort betalingstransactie dat wordt uitgevoerd. Zaterdag en zondag, als ook de door de Bank vast te stellen feestdagen, gelden - tenzij anders aangegeven - niet als Werkdag. Een overzicht van de precieze werkdagen en openingstijden voor betalingsverkeer is te vinden op snsbank.nl. Zelfstandige Vermogensbeheerder De beleggingsonderneming (conform de definitie in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht), anders dan SNS Securities, die een overeenkomst heeft met de Rekeninghouder inzake beleggingsdienstverlening en daarnaast een volmacht heeft om namens de Rekeninghouder een Betaalopdracht te geven.
2.
Algemeen
2.1 De Geldrekening is primair bestemd om gebruikt te worden als rekening in het kader van transacties in financiële instrumenten, zoals voor de aan- en verkoop van financiële instrumenten. De Geldrekening is voorzien van een uniek rekeningnummer waarbij de vorderingen en schulden die de Rekeninghouder en de Bank op elkaar hebben als gevolg van het gebruik van de Geldrekening en de transacties die via de Geldrekening lopen, worden geadministreerd en in rekening-courant met elkaar worden verrekend. 2.2 Uit hoofde van de Overeenkomst Betaalfaciliteit heeft de Klant de mogelijkheid om gebruik te maken van de Betaalfaciliteit. Dit houdt in dat aan de Klant de mogelijkheid wordt geboden om in beperkte mate betalingstransacties in de vorm van een geldovermaking ten laste van de Geldrekening te laten uit voeren, op de wijze zoals bepaald in Hoofdstuk 2 van deze Voorwaarden. Dit brengt echter niet mee dat de Geldrekening een reguliere betaalrekening is. De aanvullende dienstverlening uit hoofde van de Overeenkomst Betaalfaciliteit is strikt beperkt tot de Betaalfaciliteit.
30
2.3 Gebruikmaking van de Betaalfaciliteit voor betalingstransacties in euro is kosteloos. Voor deze betalingstransacties en betalingsopdrachten in andere valuta brengt de Bank kosten in rekening, zoals omschreven in de Tariefwijzer Betaalfaciliteit. 2.4 Het is Rekeninghouder niet toegestaan om debet te staan op de Geldrekening. Indien de uitvoering van een Betaalopdracht zou leiden tot een ongeoorloofde debetstand behoudt de Bank zich het recht voor om de uitvoering van de Betaalopdracht te weigeren, een en ander in overeenstemming met het bepaalde in artikel 14 van deze Voorwaarden. Indien de Geldrekening een ongeoorloofde debetstand vertoont brengt de Bank debetrente in rekening, op de wijze zoals omschreven in artikel 9 van deze Voorwaarden. 2.5 Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Bank is het de Rekeninghouder niet toegestaan de rechten die hij aan de Overeenkomst Betaalfaciliteit ontleent aan een ander over te dragen.
3.
Tenaamstelling Geldrekening / Gezamenlijke Geldrekening (‘en/of geldrekening’)
3.1 De Geldrekening staat op naam van de Rekeninghouder, tenzij anders is overeengekomen. 3.2 De Geldrekening wordt op het adres gesteld zoals dat door de Rekeninghouder bij het aangaan van de Overeenkomst is opgegeven. Tenzij anders overeengekomen, kan de Bank al haar berichtgeving ter zake van de Geldrekening, waaronder rekeningafschriften, correspondentie/mededelingen, nota’s en overige berichten aan dit adres van de Rekeninghouder sturen, gelijk de Rekeninghouder (met inbegrip van haar bestuurders, vennoten of haar rechtsgeldig bevoegde vertegenwoordigers anderszins, zowel gezamenlijk als afzonderlijk) bij bezorging van dergelijke berichtgeving van de Bank op dit adres geacht wordt van deze berichtgeving kennis te hebben genomen. De Rekeninghouder is verplicht de door de Bank verstrekte (rekening)informatie direct na ontvangst op juistheid te controleren. 3.3 Alleen natuurlijke personen (consumenten) mogen gezamenlijk met een of meer anderen een Geldrekening aanhouden. Anderen mogen dat niet. Als de Geldrekening op naam staat van twee of meer Rekeninghouders die een natuurlijke persoon (consument) zijn (een zogenaamde ‘en/of rekening’), geldt het volgende 1. De Bank hoeft maar aan één van de Rekeninghouders informatie te geven, mededelingen te doen en kan met één van de Rekeninghouders (rechts)handelingen verrichten in verband met het gebruik van, en het beschikken en het beheer over de Geldrekening en de daaraan verbonden faciliteiten. Dit geldt ook voor het doorvoeren van wijzigingen daarin. De Rekeninghouders moeten elkaar hierover direct informeren. Alle Rekeninghouders zijn gebonden aan de informatie en mededelingen die de Bank aan één van de Rekeninghouders geeft en de (rechts)handelingen die de Bank met één van de Rekeninghouders voor het gebruik van, en beheer over de Geldrekening doet. 2. Iedere Rekeninghouder kan zelfstandig de Geldrekening gebruiken en over het saldo beschikken. Ook kan iedere Rekeninghouder afzonderlijk andere (rechts)handelingen voor het gebruik van en het beheer over de Geldrekening en de daaraan verbonden faciliteiten verrichten, ook richting de Bank. De rechtsgevolgen daarvan zijn bindend voor alle Rekeninghouders van de Geldrekening, ongeacht of de mederekeninghouder(s) daar niet van op de hoogte wa(s)(ren) of daar (achteraf) wel of niet bezwaar tegen hebben. Op de Bank rust geen verplichting om dit bij de (mede)rekeninghouder(s) te controleren.
31
3. Voor zover de wet verlangt dat voor handelingen, zoals bedoeld in de voorgaande bepalingen (artikel 3 lid 3 sub 1 en sub 2) de afzonderlijke (mede-)Rekeninghouders van de Geldrekening elkaar volmacht daarvoor moeten geven, verlenen zij elkaar een dergelijke volmacht. De Rekeninghouders geven elkaar deze volmacht door het aangaan van de Overeenkomst Betaalfaciliteit met de Bank. Dit laat onverlet dat de Bank altijd het recht heeft om in bepaalde gevallen of bij bepaalde handelingen de gezamenlijke medewerking van alle Rekeninghouders van de Geldrekening te verlangen. De Bank bepaalt bij welke handelingen of in welke gevallen dit geldt. 4. De Rekeninghouders zijn hoofdelijke schuldenaren van alles dat de Bank, uit welke hoofde ook, volgens haar administratie, met betrekking tot de Geldrekening te vorderen heeft of krijgt. Dit betekent dat iedere Rekeninghouder afzonderlijk bijvoorbeeld een ongeoorloofde debetstand op de Geldrekening moet opheffen. Ook als de andere Rekeninghouder(s) die heeft (hebben) veroorzaakt. 5. De Bank is bevoegd een vordering op een van de Rekeninghouders te verrekenen met het saldo op de gezamenlijke Geldrekening. Verder is de Bank bevoegd een vordering, die verband houdt met deze Geldrekening, te verrekenen met de tegoeden en/of waarden, die iedere Rekeninghouder afzonderlijk bij de Bank mocht hebben. 6. De Rekeninghouders verbinden zich zowel gezamenlijk als ieder afzonderlijk om de Bank te vrijwaren tegen alle aanspraken, die tegen haar worden ingesteld, door wie dan ook, met betrekking tot de Geldrekening als gevolg van het handelen door (een van) de Rekeninghouders. 7. Na het overlijden van een Rekeninghouder blijft (blijven) de andere betrokken Rekeninghouder(s) (gezamenlijk alsmede ieder afzonderlijk) bevoegd om beheers- en beschikkingshandelingen te verrichten en om instructies te geven. Na het overlijden van een Rekeninghouder hebben diens erfgenamen gezamenlijk dezelfde rechten (en verplichtingen) als de overleden Rekeninghouder. 8. De Rekeninghouders doen afstand van de rechten die zij kunnen ontlenen aan artikel 6:9 Burgerlijk Wetboek. Dit houdt onder meer in dat kwijtschelding van een schuld, of ontslag uit de Overeenkomst door de Bank aan een van de Rekeninghouders gegeven, de andere Rekeninghouder(en) niet ontslaa(t)(n) van zijn(hun) verplichtingen als hoofdelijk schuldenaar tegenover de Bank. 3.4 Als de Rekeninghouder geen natuurlijk persoon (consument) is, dient hij bij het aangaan van de Overeenkomst Betaalfaciliteit opgave te doen van de perso(o)n(en) die bevoegd (is)(zijn) de Rekeninghouder te vertegenwoordigen en namens deze rechtshandelingen te verrichten. De Rekeninghouder dient hiertoe de (bewijs)stukken aan de Bank ter hand te stellen, die de Bank nodig acht om de juistheid hiervan te kunnen controleren en om de identiteit van de Rekeninghouder en - indien van toepassing - van de personen, die namens de Rekeninghouder tot vertegenwoordiging bevoegd zijn en/of van de personen, die als uiteindelijke belanghebbende van de Rekeninghouder kunnen worden beschouwd, vast te stellen. De Bank geeft de Rekeninghouder aan welke informatie zij voor het aangaan van de Overeenkomst van de Rekeninghouder verlangt. 3.5 Als de Rekeninghouder een rechtspersoon of een personenassociatie (bijvoorbeeld een vennootschap onder firma, een maatschap, een commanditaire vennootschap of een andere openbare vennootschap met of zonder rechtspersoonlijkheid) is dan geldt - tenzij schriftelijk anders met de Bank is overeengekomen - het volgende:
32
1. De Bank kan met iedere namens de Rekeninghouder vertegenwoordigingsbevoegde persoon, waaronder één van haar bestuurders of één van haar (beherend) vennoten, afzonderlijk (rechts) handelingen verrichten in verband met het gebruik van en het beschikken en het beheer over de Geldrekening en de daaraan verbonden faciliteiten. Dit geldt ook daar waar het gaat om het doorvoeren van wijzigingen daarin. De Rekeninghouder is gebonden aan de (rechts) handelingen die de Bank met één van de namens de Rekeninghouder vertegenwoordigingsbevoegden voor het gebruik van en beheer over de Geldrekening verricht. Indien de Rekeninghouder een personenassociatie betreft, geldt aanvullend dat iedere daaraan verbonden (beherend) vennoot of maat persoonlijk en hoofdelijk tegenover de Bank gebonden is aan (rechts)handelingen, die de Bank met één van die vennoten of maten namens de Rekeninghouder verricht. 2. Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, kan iedere namens de Rekeninghouder vertegenwoordigingsbevoegde persoon zelfstandig de Geldrekening gebruiken en over het saldo beschikken. Ook kan iedere vertegenwoordigingsbevoegde afzonderlijk andere (rechts)handelingen voor het gebruik van en het beheer over de Geldrekening en de daaraan verbonden faciliteiten verrichten, ook richting de Bank. De rechtsgevolgen daarvan zijn bindend voor de Rekeninghouder, ongeacht of de overige vertegenwoordigingsbevoegde(n) daar niet van op de hoogte waren of daar (achteraf) wel of niet bezwaar tegen mochten hebben. Op de Bank rust geen verplichting om dit bij de overige vertegenwoordigingsbevoegden te controleren. Indien de Rekeninghouder een personenassociatie is, geldt aanvullend dat iedere daaraan verbonden (beherend) vennoot of maat persoonlijk en hoofdelijk tegenover de Bank gebonden is aan (rechts)handelingen, die één van die vennoten of maten namens de Rekeninghouder met de Bank verricht. 3. Voor zover de wet verlangt dat voor handelingen, zoals bedoeld in voorgaande bepalingen (artikel 3 lid 5 sub 1 en sub 2) de afzonderlijke namens de Rekeninghouder vertegenwoordigingsbevoegde personen elkaar volmacht daarvoor moeten geven, verlenen zij elkaar een dergelijke volmacht. De vertegenwoordigingsbevoegden van de Rekeninghouder geven elkaar deze volmacht door het aangaan van de Overeenkomst Betaalfaciliteit met de Bank. Dit laat onverlet dat de Bank altijd het recht heeft om in bepaalde gevallen of bij bepaalde handelingen de gezamenlijke medewerking van alle vertegenwoordigingsbevoegden van de Rekeninghouder te verlangen. De Bank bepaalt bij welke handelingen of in welke gevallen dit zal gelden. 4. Indien de Rekeninghouder een personenassociatie betreft, geldt verder dat: a) Iedere daaraan verbonden (beherend) vennoot of maat hoofdelijke schuldenaren is van alles dat de Bank, uit welken hoofde ook, volgens haar administratie, ter zake van de Geldrekening te vorderen heeft of krijgt. b) De Bank bevoegd is een tegoed op de Geldrekening te verrekenen met wat de Bank van iedere (beherend) vennoot of maat afzonderlijk te vorderen heeft of krijgt. c) De Bank bevoegd is een vordering, die verband houdt met deze Geldrekening, te verrekenen met de tegoeden, die iedere (beherend) vennoot of maat afzonderlijk (al dan niet in persoon) bij de Bank heeft of krijgt. d) De vennoten of maten van de Rekeninghouder afstand doen van de rechten die zij kunnen ontlenen aan artikel 6:9 Burgerlijk Wetboek. Dit houdt onder meer in, dat kwijtschelding van een schuld, of ontslag uit de Overeenkomst door de Bank aan een van de vennoten of maten verleend, de Rekeninghouder en de andere vennoten of maten niet bevrijdt van hun verplichtingen als hoofdelijk schuldenaar tegenover de Bank.
33
5. De namens de Rekeninghouder vertegenwoordigingsbevoegde personen verbinden zich zowel gezamenlijk als ieder afzonderlijk, om de Bank te vrijwaren tegen alle aanspraken, die tegen haar worden ingesteld, door wie dan ook, met betrekking tot de Geldrekening als gevolg van het handelen door (een van) deze vertegenwoordigingsbevoegden. 3.6 Indien zich gedurende de looptijd van de Overeenkomst een wijziging of intrekking voordoet in de vertegenwoordigingsbevoegdheid namens de Rekeninghouder (met inbegrip van een wijziging met betrekking tot vennoten, maten of anderszins deelnemende of vertegenwoordigingsbevoegde personen in geval van personenassociatie), dan is de Rekeninghouder verplicht dit schriftelijk aan de Bank mede te delen. Indien en zolang dit niet heeft plaatsgevonden, kan die wijziging of intrekking niet aan de Bank worden tegengeworpen en is de Bank niet aansprakelijk voor de gevolgen daarvan, ongeacht of die wijziging of intrekking al in de openbare registers was ingeschreven. Als de vertegenwoordigingsbevoegde een (betaal)opdracht geeft, vlak voor of nadat de Rekeninghouder de Bank van de wijziging of intrekking van die vertegenwoordigingsbevoegdheid heeft bericht, mag de Bank die opdracht nog uitvoeren indien zij dit in alle redelijkheid niet meer kan voorkomen. Indien de wijziging het toetreden van een persoon als vertegenwoordigingsbevoegde (of uiteindelijk belanghebbende) van de Rekeninghouder betreft, is het bepaalde in lid 4 van dit artikel van toepassing. Zolang identificatie en verificatie van deze persoon en zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid niet op door de Bank bepaalde wijze heeft plaatsgevonden, hoeft de Bank handelingen door of opdrachten van deze persoon (namens de Rekeninghouder) niet uit te voeren.
4.
Volmacht
4.1 De Rekeninghouder kan één of meerdere personen als zijn Gevolmachtigde(n) aanwijzen om hem tegenover de Bank te vertegenwoordigen met betrekking tot het geven van een Betaalopdracht. Zodanige volmachten moeten op een door de Bank beschikbaar gesteld formulier of een door haar akkoord bevonden formulier verstrekt worden. De Bank kan voorwaarden stellen aan de volmacht en het gebruik daarvan. De Bank is niet verplicht om een volmacht op de Geldrekening toe te staan. 4.2 Indien sprake is van beleggingsdienstverlening aan Rekeninghouder door een Zelfstandige Vermogensbeheerder kan Rekeninghouder geen andere personen dan deze Zelfstandige Vermogensbeheerder als Gevolmachtigde op de Geldrekening aanwijzen. Door ondertekening van de Overeenkomst Betaalfaciliteit verleent de Rekeninghouder een volmacht aan de Zelfstandige Vermogensbeheerder met betrekking tot de Betaalfaciliteit. De Rekeninghouder kan niet rechtstreeks een Betaalopdracht aan de Bank geven; dit kan alleen via zijn Zelfstandige Vermogensbeheerder, handelend als Gevolmachtigde van de Rekeninghouder. 4.3 De voorwaarden, aanwijzingen en voorschriften van de Bank, zoals die voor de Rekeninghouder gelden, gelden ook voor de Gevolmachtigde. De Rekeninghouder moet er zelf voor zorgen dat de Gevolmachtigde hier kennis van neemt en zich hieraan houdt. Dit geldt ook voor wijzigingen daarvan. 4.4 De Rekeninghouder is en blijft zelf volledig verantwoordelijk en aansprakelijk (ook richting de Bank) voor handelingen die de Gevolmachtigde(n) op grond van de volmacht doet(n). Hieronder zijn tevens begrepen de verplichtingen die uit een handeling voortvloeien als bedoeld in deze Voorwaarden. 4.5 De volmacht is strikt persoonlijk en kan niet door de Gevolmachtigde aan derden worden overgedragen.
34
4.6 De Rekeninghouder kan de volmacht intrekken. De Rekeninghouder moet dit schriftelijk aan de Bank meedelen, door middel van een brief of fax, gericht aan de Accountmanager. Indien en zolang de Bank hierover geen bericht van de Rekeninghouder heeft ontvangen, kan de beëindiging van de volmacht niet aan de Bank worden tegengeworpen en is de Bank niet aansprakelijk voor de gevolgen daarvan. Als de gevolmachtigde een opdracht geeft, vlak voor of nadat de Rekeninghouder de Bank van de intrekking van de volmacht heeft bericht, mag de Bank die opdracht nog uitvoeren indien zij dit in alle redelijkheid niet meer kan voorkomen. 4.7 De volmacht vervalt indien de Rekeninghouder (en bij een gezamenlijke Geldrekening: één van de Rekeninghouders) of de Gevolmachtigde overlijdt, failliet wordt verklaard, onder bewind wordt gesteld of op hem/haar de wettelijke schuldsanering van toepassing wordt verklaard of hem/haar (voorlopige) surseance van betaling wordt verleend of - indien de Rekeninghouder of de Gevolmachtigde een rechtspersoon is - in geval van ontbinding of verlies van de rechtspersoonlijkheid. Het vervallen van de volmacht om een van deze redenen kan niet aan de Bank worden tegengeworpen, indien en zolang zij hier niet van op de hoogte is gebracht. Dit moet worden gedaan door de Rekeninghouder, of – indien dit voor de Rekeninghouder zelf niet meer mogelijk is - degene, die hier namens de Rekeninghouder toe bevoegd is.
5.
Valuta/wisselkoers
5.1 Tenzij de Bank en de Klant dit anders overeenkomen, staan de bedragen op de Geldrekening aangegeven in euro. Ook vinden de betalingstransacties plaats in euro. 5.2 Indien de Klant een bedrag betaalt of ontvangt in een andere valuta dan euro, rekent de Bank dit bedrag om in Euro en wordt dit bedrag in euro op de Geldrekening af- of bijgeschreven. Voor het omwisselen hanteert de Bank wisselkoersen. Deze wisselkoersen kunnen per betaaldienst en per valuta verschillen en worden door de Bank vastgesteld. 5.3 Het bepaalde in lid 2 geldt alleen voor gangbare valuta, zoals de Bank die hanteert. Om welke valuta dit gaat, staat vermeld op snsbank.nl. Andere valuta dan voormelde valuta hoeft de Bank niet te accepteren en Betaalopdrachten in die valuta hoeft de Bank niet uit te voeren, net zo min als de Bank die valuta niet hoeft te wisselen en niet op de Geldrekening hoeft bij te schrijven. 5.4 Als grondslag voor de wisselkoersen hanteert de Bank (referentie)wisselkoersen. De (referentie)wisselkoersen zijn gebaseerd op data van Reuters. Hierbij kan de Bank opslagen gebruiken. Deze opslagen kunnen per betaaldienst en per valutasoort verschillen. 5.5 De door de Bank gehanteerde wisselkoersen worden op de wijze zoals in lid 3 in principe twee maal per Werkdag vastgesteld en op snsbank.nl gepubliceerd. De Bank kan de wisselkoersen wijzigen. Deze wijzigingen gelden onmiddellijk en zonder nadere aankondiging en worden op www.snsbank.nl gepubliceerd. 5.6 De Bank berekent kosten voor het omwisselen. Deze kosten kunnen per betaaldienst en per valutasoort verschillen. Deze kosten staan vermeld in de tariefwijzer. De Bank kan deze kosten wijzigen, op de wijze zoals bepaald in artikel 24 van deze Voorwaarden.
6.
Saldo
6.1 De Rekeninghouder moet er steeds voor zorgen dat er voldoende saldo op de Geldrekening staat om gebruik te kunnen maken van de Betaalfaciliteit en om de eventuele kosten van het gebruik te kunnen betalen. De Bank kan deze kosten altijd afschrijven, ook als op de 35
Geldrekening onvoldoende saldo staat en daardoor een ongeoorloofde debetstand op de Geldrekening ontstaat. 6.2 Als er sprake is van een ongeoorloofde debetstand, dan is de Rekeninghouder het bedrag van deze ongeoorloofde debetstand direct aan de Bank verschuldigd zonder dat de Bank de Rekeninghouder daarvoor hoeft aan te manen en in gebreke hoeft te stellen. Dit betekent dat de Rekeninghouder het verschuldigde bedrag direct moet betalen, zonder dat de Bank daar eerst om hoeft te vragen. 6.3 Over de dagen dat sprake is van een ongeoorloofde debetstand op de Geldrekening is de Rekeninghouder aan de Bank rente verschuldigd, ‘debetrentevoet’ genaamd (zie ook artikel 9 van deze Voorwaarden). Als de Bank kosten maakt om het verschuldigde bedrag te innen, dan moet de Rekeninghouder deze kosten aan de Bank terugbetalen. 6.4 In geval van een ongeoorloofde debetstand mag de Bank het gebruik van de Geldrekening en de daaraan verbonden Betaalfaciliteit opschorten of (tijdelijk of permanent) beperken.
7.
Rekeningafschrift
7.1 Tenzij anders overeengekomen geeft de Bank de Rekeninghouder schriftelijke informatie over (het verloop van) de Geldrekening. De Bank stuurt één keer per maand per post een papieren rekeningafschrift op tenzij hierover met de Rekeninghouder afwijkende afspraken zijn gemaakt. 7.2 De Rekeninghouder en Bank kunnen overeenkomen dat vaker dan één keer per maand rekeningafschriften worden verstrekt. In dat geval kan de Bank hiervoor kosten rekenen, zoals vermeld in de tariefwijzer.
8.
Creditrente
8.1 De Bank vergoedt de Rekeninghouder per kwartaal creditrente over de dagen dat de Geldrekening positief staat (‘tegoed’). De hoogte van het creditrentepercentage staat vermeld in de Overeenkomst, dan wel in de Overeenkomst Betaalfaciliteit. 8.2 De Bank berekent het daadwerkelijke bedrag aan creditrente volgens de zogenaamde “gestaffelde rentemethodiek”. Dit betekent dat de Bank dagelijks de creditrente berekent over het tegoed van die dag op de Geldrekening. Het totaal van deze dagrentes wordt één keer per kalenderkwartaal op de Geldrekening bijgeschreven. Dit gebeurt enkele dagen na afloop van dat kwartaal. 8.3 Bij opzegging van de Geldrekening keert de Bank over het tegoed creditrente uit tot de datum van opheffing van de Geldrekening. 8.4 De Bank bepaalt zelf de hoogte van dit creditrentepercentage en kan dit eenzijdig wijzigen. In afwijking van artikel 24 van deze Voorwaarden geldt dat deze wijziging ingaat zodra de Rekeninghouder van deze wijziging kennis heeft kunnen nemen. Dit geldt ook voor de manier van rente berekenen uit lid 2 van dit artikel.
36
9.
Debetrente
9.1 Over de bedragen en de dagen dat er sprake is van een ongeoorloofde debetstand, is de Rekeninghouder een rentevergoeding aan de Bank verschuldigd, debetrentevoet genaamd. De Bank bepaalt de hoogte van deze debetrentevoet. De hoogte van de debetrentevoet is gelijk aan die voor effectenkrediet (indien van toepassing en tenzij anders overeengekomen) en staat in de Overeenkomst, dan wel in de Overeenkomst Betaalfaciliteit. 9.2 De Bank berekent het daadwerkelijk bedrag aan debetrente volgens de zogenaamde “gestaffelde rentemethodiek”. Dit betekent dat de Bank dagelijks het rentebedrag berekent over het saldo van die dag op de Geldrekening. Het totaal van deze dagrentes wordt één keer per kwartaal afgeschreven van de Geldrekening. Dit gebeurt enkele dagen na afloop van dat kwartaal. 9.3 Bij opheffing van de Geldrekening berekent de Bank de dagrentes tot de datum van opheffing. Dit rentebedrag wordt op de datum van opheffing bij- of afgeschreven van de Geldrekening. Wanneer dit een ongeoorloofde debetstand tot gevolg heeft, moet de Rekeninghouder het bedrag van de ongeoorloofde debetstand aanvullen voordat tot daadwerkelijke opheffing van de Geldrekening wordt overgegaan. 9.4 In afwijking van artikel 24 van deze Voorwaarden heeft De Bank heeft te allen tijde het recht om de debetrentevoet met onmiddellijke ingang te wijzigen.
10.
Kosten
10.1 De Bank heeft het recht de Rekeninghouder kosten in rekening te brengen voor haar dienstverlening. Deze kosten staan vermeld in de tariefwijzer.
11.
Ontvangen van bedragen op de Geldrekening
11.1 Overgeboekte bedragen die voor de Rekeninghouder zijn bestemd, worden op de Geldrekening bijgeschreven als het geld en de voor de bijschrijving noodzakelijke informatie door de Bank is ontvangen. Het bijschrijven vindt plaats op Werkdagen en tijdens de uren dat de Bank voor deze verwerking open is. Op www.snsbank.nl staat om welke dagen en uren het gaat. Bedragen die daarbuiten worden ontvangen, worden op de eerstvolgende Werkdag door de Bank verwerkt. 11.2 De Bank kan kosten in rekening brengen voor het overmaken en het bijschrijven van bedragen op de Geldrekening. Deze kosten staan vermeld in de tariefwijzer. 11.3 De Bank mag de kosten voor overmaken en bijschrijven van geld op de Geldrekening op het ontvangen bedrag inhouden, voordat het bedrag op de Geldrekening wordt bijgeschreven. De Bank informeert de Rekeninghouder dan over het bedrag dat is ontvangen en de kosten die daarop in mindering zijn gebracht.
12.
Instemmen met Betaalopdrachten (algemeen)
12.1 De Klant kan op verschillende manieren beschikken over het saldo op de Geldrekening. De Klant kan onder meer betalingstransacties uitvoeren ten laste van de Geldrekening, door middel van het geven van een Betaalopdracht.
37
12.2 Als de Klant instemt met een Betaalopdracht op de wijze zoals in deze Voorwaarden beschreven, dan is de betalingstransactie door de Klant toegestaan. 12.3 De Bank is niet verplicht het saldo op de Geldrekening of een deel daarvan contant uit te keren. 12.4 De Bank kan kosten in rekening brengen voor het toestaan van betalingstransacties door de Klant. De kosten staan in de Tariefwijzer Betaalfaciliteit.
13.
Wijze van verstrekken en verwerking Betaalopdrachten
13.1 De Klant geeft aan zijn Accountmanager telefonisch de Betaalopdracht door, met vermelding van de benodigde gegevens zoals (i) de unieke identificator en de naam van de Begunstigde, (ii) het te betalen bedrag en (iii) een omschrijving. Wat is de unieke identificator? Bij de binnenlandse betalingen is dit het IBAN-nummer van de Begunstigde. Bij overboekingen naar het buitenland maar binnen de landen van de Europese Economische Ruimte (EER)plus Zwitserland en Monaco dient de klant tot uiterlijk eind 2016 het IBAN-nummer van de rekening van de begunstigde en het BIC-nummer van de bank van de begunstigde te vermelden. Deze gegevens dient de Klant zelf bij de Begunstigde op te vragen. Vanaf eind 2016 hoeft de Klant het BIC-nummer niet meer te vermelden, maar zal de Bank dit zelf toevoegen. Bij overboekingen naar een land buiten de Europese Economische Ruimte (EER) plus Zwitserland en Monaco is dit het rekeningnummer of IBAN. De Accountmanager voert de gegevens in in het betaalsysteem van de Bank. 13.2 Indien een Betaalopdracht wordt gegeven van meer dan EUR 15.000 (of een bedrag in een andere valuta van gelijke hoogte) wordt de Rekeninghouder door de Bank gebeld op het bij de Bank bekende telefoonnummer om de gegeven Betaalopdracht te verifiëren. Na verificatie wordt de Betaalopdracht uitgevoerd. De Rekeninghouder dient dus telefonisch bereikbaar te zijn na het verstrekken van een dergelijke Betaalopdracht. Zonder succesvolle voorafgaande telefonische verificatie zal de betaling niet uitgevoerd worden. 13.3 Indien de Rekeninghouder een overeenkomst heeft met een Zelfstandige Vermogensbeheerder dan kan de Rekeninghouder alleen via zijn Zelfstandige Vermogensbeheerder een Betaalopdracht geven. De Rekeninghouder kan niet rechtstreeks aan de Bank een Betaalopdracht geven. De Zelfstandige Vermogensbeheerder treedt hierbij op als Gevolmachtigde van de Rekeninghouder (zie ook artikel 4 van deze Voorwaarden). 13.4 De Bank kan het gebruik van de Betaalfaciliteit eenzijdig met onmiddellijke ingang beëindigen. De Bank heeft in elk geval het recht om het gebruik van de Betaalfaciliteit te blokkeren om objectief gerechtvaardigde redenen die verband houden met: a) De veiligheid van het gebruik van de Betaalfaciliteit; b) Het vermoeden van niet-toegestaan of frauduleus gebruik van de Betaalfaciliteit; c) Het aanzienlijk toegenomen risico dat de Rekeninghouder niet in staat is zijn betalingsverplichtingen na te komen die voortvloeien uit een gebruik van de Betaalfaciliteit; of d) De handelwijze van de Klant in strijd met verplichtingen uit hoofde van andere overeenkomsten tussen SNS Securities en/of de Bank en de Klant en de hierop van toepassing zijn de voorwaarden.
38
14.
Weigeren van Betaalopdrachten door de Bank (algemeen)
14.1 De Bank kan weigeren Betaalopdrachten uit te voeren om onder andere de volgende redenen: a) Het saldo is onvoldoende om de Betaalopdracht uit te voeren; b) Er sprake is van (een vermoeden van) fraude, misbruik of het ontbreken van instemming (inclusief verificatie) met de Betaalopdracht; c) De Betaalopdracht en/of betalingstransactie zijn in strijd met wet- en regelgeving, of de Bank vermoedt dat deze in strijd zijn met wet- en regelgeving; of d) De Betaalopdracht voldoet niet aan overige voorwaarden of voorschriften zoals die door de Bank zijn gesteld. 14.2 Als de Bank weigert een Betaalopdracht uit te voeren, dan deelt de Bank dit mede aan de Rekeninghouder. De Bank doet de mededeling uiterlijk de laatste dag van de verwerkingstermijn van de Betaalopdracht (zoals omschreven in artikel 15 van deze Voorwaarden Betaalfaciliteit).
15.
Tijdstip van ontvangst en verwerking van een Betaalopdracht
15.1 Als tijdstip van ontvangst geldt voor een Betaalopdracht het tijdstip waarop de Accountmanager de opdracht tot overboeking in het systeem van de Bank invoert. Voor een Betaalopdracht van meer dan EUR 10.000 waarbij de Bank de Klant belt ter verificatie, geldt het moment van verificatie als moment van ontvangst. 15.2 Een Betaalopdracht die de Bank ontvangt op een dag die geen Werkdag is, geldt als ontvangen op de eerstvolgende Werkdag. Een Betaalopdracht die de Bank ontvangt op een Werkdag na 14.30 uur, geldt als ontvangen op de eerstvolgende Werkdag. 15.3 De rekening van de bank van de Begunstigde zal uiterlijk aan het eind van de eerste Werkdag volgend op het tijdstip van ontvangst van de Betaalopdracht zijn gecrediteerd. 15.4 Het bepaalde in lid 3 geldt als de betalingstransactie in Euro binnen de Europese Economische Ruimte (EER) plaatsvindt. Het bepaalde in lid 3 geldt ook indien er sprake is van een betalingstransactie waarbij een valutawissel plaatsvindt als bedoeld in artikel 7:536 Burgerlijk Wetboek. In alle andere gevallen gelden de in lid 3 genoemde uitvoeringstermijnen niet. In plaats daarvan geldt dat de Bank betalingstransacties binnen een redelijke termijn zal uitvoeren en intracommunautaire betalingstransacties binnen vier Werkdagen na het tijdstip van ontvangst. 15.5 Als de Klant bij een Betaalopdracht aangeeft dat die op een bepaalde datum moet worden uitgevoerd, dan geldt als tijdstip van ontvangst voor wat betreft het begin van de uitvoeringstermijn genoemd in lid 3 de datum dat een begin moet worden gemaakt met uitvoering van de Betaalopdracht. Als dat geen Werkdag is dan wordt de Betaalopdracht geacht op de eerstvolgende Werkdag ontvangen te zijn. 15.6 Als de Klant bij de Betaalopdracht heeft aangegeven dat deze op een bepaalde datum uitgevoerd dient te worden, dan kan de Klant telefonisch de Betaalopdracht herroepen tot uiterlijk 14.30 uur op de laatste Werkdag voor de aangegeven datum.
39
16.
Controle gegevens en betalingstransacties
16.1 De Rekeninghouder moet direct na ontvangst alle informatie controleren, die de Bank de Rekeninghouder toestuurt of op een andere manier ter beschikking stelt (bijvoorbeeld op elektronische wijze) op eventuele onjuistheden. Onder informatie wordt verstaan: bevestigingen, rekeningafschriften, nota’s, jaaropgaven en andere opgaven en overige gegevens of mededelingen, die op het gebruik van en het beheer over de Geldrekening en de daaraan verbonden faciliteiten, zoals de Betaalfaciliteit, betrekking hebben. 16.2 De Rekeninghouder moet ook direct controleren of de Bank de Betaalopdrachten, die door of namens de Rekeninghouder zijn gegeven, juist en volledig heeft uitgevoerd. 16.3 De controleverplichtingen van de Rekeninghouder in lid 1 en lid 2 zijn ook opgenomen in de Algemene Bankvoorwaarden. Daarin is ook een aantal andere bepalingen opgenomen, dat voor de controle en goedkeuring van de door de Bank verstrekte informatie geldt. Ook de manier waarop de goedkeuring van deze informatie plaatsvindt en wat de Rekeninghouder moet doen als hij een onjuistheid of onvolledigheid hierin ontdekt, is in de Algemene Bankvoorwaarden beschreven. De volgende artikelen in dit hoofdstuk gelden als aanvulling op wat hierover in de Algemene Bankvoorwaarden is opgenomen.
17.
Niet-toegestane of foutieve betalingstransacties Bank/melding en aansprakelijkheid
door
de
17.1 Zodra de Rekeninghouder vaststelt dat een betaling zonder zijn instemming heeft plaatsgevonden, of niet juist door de Bank is uitgevoerd (of dat de door de Bank verstrekte informatie een andere onjuistheid of onvolledigheid bevat), moet de Rekeninghouder dit schriftelijk melden aan de Bank. Deze mededeling moet direct na ontdekking en uiterlijk binnen dertien maanden nadat de gegevens aan de Rekeninghouder zijn toegestuurd, worden gedaan. Als het gaat om een afschrijving van de Geldrekening waar de Rekeninghouder het niet mee eens is, moet de Rekeninghouder dit direct na ontdekking en uiterlijk binnen dertien maanden nadat het bedrag van de Geldrekening is afgeschreven schriftelijk melden aan de Bank. 17.2 Op voorwaarde dat de Rekeninghouder de Bank op de in lid 1 beschreven wijze en binnen de daarin genoemde termijn meldt dat hij niet met een door de Bank uitgevoerde betaling heeft ingestemd, dan schrijft de Bank dit bedrag weer bij op de Geldrekening. De Bank doet dit direct nadat zij heeft vastgesteld dat de betaling zonder instemming is uitgevoerd. Ook eventueel in rekening gebrachte kosten van de onterechte betalingen eventuele debetrente) die als gevolg daarvan door de Bank in rekening zijn gebracht, worden door de Bank vergoed. De Bank herstelt in dat geval dus de Geldrekening in de toestand zoals die zou zijn geweest, indien de niettoegestane transactie niet zou hebben plaatsgevonden. 17.3 Indien de Bank een Betaalopdracht niet juist of onvolledig heeft uitgevoerd, en de Rekeninghouder dit conform lid 1 aan de Bank heeft gemeld, dan schrijft de Bank dit bedrag direct weer bij op de Geldrekening. Ook in dit geval herstelt de Bank de Geldrekening in de toestand zoals die zou zijn geweest indien de betalingstransactie niet zou hebben plaatsgevonden. De Bank onderzoekt ook of de Betaalopdracht inderdaad niet of niet juist door haar is uitgevoerd en brengt de Rekeninghouder van de uitkomst van dit onderzoek op de hoogte. 17.4 Indien de Bank kan aantonen dat de bank van de Begunstigde het bedrag tijdig heeft ontvangen dan is zij - in afwijking van lid 3 - niet aansprakelijk. Ook indien de Bank hiervoor niet aansprakelijk is, probeert zij op verzoek van de Rekeninghouder de
40
niet - of onjuist uitgevoerde betalingstransactie te achterhalen en zal de Bank de Rekeninghouder hierover informeren.
18.
Onjuiste betalingsopdracht aansprakelijkheid
door
de
Klant/melding
en
18.1 De Klant moet in een Betaalopdracht de zogenaamde ‘unieke identificator’ aan de Bank opgeven. Wat is de unieke identificator? Bij de binnenlandse betalingen is dit het IBAN-nummer van de Begunstigde. Bij overboekingen naar het buitenland maar binnen de landen van de Europese Economische Ruimte (EER)plus Zwitserland en Monaco dient de klant tot uiterlijk eind 2016 het IBAN-nummer van de rekening van de begunstigde en het BIC-nummer van de bank van de begunstigde te vermelden. Deze gegevens dient de Klant zelf bij de Begunstigde op te vragen. Vanaf eind 2016 hoeft de Klant het BIC-nummer niet meer te vermelden, maar zal de Bank dit zelf toevoegen. Bij overboekingen naar een land buiten de Europese Economische Ruimte (EER) plus Zwitserland en Monaco is dit het rekeningnummer of IBAN. 18.2 De Klant is zelf verantwoordelijk voor de juistheid van de unieke identificator, die hij de Bank bij een Betaalopdracht opgeeft. De Bank gebruikt bij de uitvoering van een Betaalopdracht alleen de opgegeven unieke identificator en hoeft niet te controleren of deze juist is, of deze hoort bij de naam van de Begunstigde en of de bij de Betaalopdracht vermelde gegevens juist zijn. 18.3 Indien de Klant bij de Betaalopdracht een onjuiste unieke identificator heeft opgegeven, is de Bank niet aansprakelijk voor de gevolgen daarvan (waaronder bijvoorbeeld schade die de Rekeninghouder daardoor mocht lijden). Wel probeert de Bank in dat geval, als de Rekeninghouder de Bank daarom vraagt, het aan de verkeerde Begunstigde overgeboekte bedrag op de Geldrekening teruggeboekt te krijgen. De Bank vraagt in dat geval de bank van de verkeerde Begunstigde hierom. De Bank kan echter niet garanderen dat de verkeerde Begunstigde aan terugboeking van het bedrag meewerkt. De Bank kan de Rekeninghouder de kosten, die de Bank hiervoor maakt, in rekening brengen.
19.
Misbruik Betaalfaciliteit / melding en aansprakelijkheid
19.1 De Klant is zelf verantwoordelijk voor stipte naleving van alle bepalingen die op de Overeenkomst Betaalfaciliteit van toepassing zijn. Ook is de Klant zelf verantwoordelijk voor stipte naleving van de bepalingen die bij het gebruik van de Betaalfaciliteit en bij het verstrekken van en instemmen met een Betaalopdracht zijn voorgeschreven. Zo dient de Klant onder meer alle redelijke maatregelen te nemen om het veilig gebruik van de Betaalfaciliteit te waarborgen. Indien de Klant zich hier niet aan houdt, is hij zelf aansprakelijk voor de gevolgen daarvan. 19.2 Indien er onrechtmatig of niet-toegestaan gebruik van de Betaalfaciliteit heeft plaatsgevonden geldt het volgende: a) In deze gevallen moet de Klant dit direct na ontdekking telefonisch melden bij de Bank op het in de tariefwijzer aangegeven telefoonnummer. De Klant moet deze melding binnen drie dagen schriftelijk bevestigen aan zijn Accountmanager. b) Indien als gevolg van onder meer het door de Klant niet stipt naleven van alle verplichtingen ten aanzien van de Betaalfaciliteit niet toegestane betalingstransacties hebben plaatsgevonden, dan is de eigen aansprakelijkheid van de Klant daarvoor beperkt tot een maximumbedrag van € 150. Deze eigen aansprakelijkheid van de Klant 41
geldt voor niet toegestane betalingstransacties, die hebben plaatsgevonden vanaf het moment van misbruik van de Betaalfaciliteit tot aan het moment waarop de Klant hiervan melding heeft gedaan bij de Bank. c) Indien blijkt dat de Klant misbruik van de Betaalfaciliteit niet bij de Bank heeft gemeld op het moment dat hij dit ontdekte of had moeten ontdekken, dan geldt in afwijking van het vorige lid dat de Klant volledig aansprakelijk is voor alle niet-toegestane transacties vanaf dat moment tot aan het moment waarop hij de Bank melding heeft gedaan van misbruik. Van het moment van (moeten) ontdekken is in ieder geval sprake vanaf de derde Werkdag waarop de niet-toegestane transacties als gevolg van misbruik zijn verwerkt en vermeld op het rekeningafschrift, dat aan de Klant ter beschikking is gesteld op de manier zoals dat met de Klant is overeengekomen. d) Indien het misbruik van de Betaalfaciliteit echter het gevolg is van fraude, opzet of grove nalatigheid van de Klant dan zijn de betalingstransacties, die daardoor hebben kunnen gebeuren helemaal voor risico van de Klant. In die gevallen is de Bank in het geheel niet aansprakelijk en is zij niet verplicht tot enige (schade)vergoeding aan de Rekeninghouder.
20.
Algemene beperking aansprakelijkheid Bank/schade
20.1 De Bank spant zich in haar diensten, betaalinstrumenten, apparatuur, software, infrastructuur, netwerken en overige systemen zo goed mogelijk en zonder storingen te laten functioneren, maar kan een altijd en volledig juiste werking daarvan niet garanderen. Voor de gevolgen daarvan is de Bank niet aansprakelijk tenzij dit te wijten is aan opzet of grove schuld van de Bank. 20.2 Voor zover op de Bank enige aansprakelijkheid op grond van de voorgaande artikelen rust, geldt dat de Bank hoe dan ook niet aansprakelijk is indien: a) Sprake is van abnormale en onvoorziene omstandigheden, waarop de Bank in redelijkheid zelf geen invloed heeft kunnen uitoefenen en waarvan de gevolgen ondanks alle voorzorgsmaatregelen niet konden worden voorkomen. b) Indien de Bank op grond van nationale of communautaire wetgeving (EU) andere wettelijke verplichtingen heeft. 20.3 Indien de Bank aansprakelijk is en op grond daarvan tot schadevergoeding is gehouden dan beperkt zich dit tot de directe schade, die de Rekeninghouder ondervindt. Dit zijn de kosten, die de Bank voor een betaling in rekening heeft gebracht, de rente/debetrentevoet die de Rekeninghouder heeft betaald bij een niet (goed) uitgevoerde Betaalopdracht en eventueel de rente die de Rekeninghouder bij de Bank is misgelopen. 20.4 De Bank is nooit aansprakelijk voor indirecte schade of gevolgschade, tenzij dit het gevolg is van opzet of grove schuld van de Bank.
21.
Exemplaar van de Overeenkomst Betaalfaciliteit en Voorwaarden
Tijdens de looptijd van de Overeenkomst Betaalfaciliteit kan de Rekeninghouder de Bank vragen om een exemplaar van de Overeenkomst Betaalfaciliteit en de Voorwaarden. De Bank bepaalt op welke wijze zij het exemplaar verstrekt.
42
22.
Nederlandse taal
De Overeenkomst Betaalfaciliteit wordt alleen in de Nederlandse taal gesloten. Communicatie tussen de Bank en de Rekeninghouder vindt alleen in de Nederlandse taal plaats. De Bank mag mededelingen die in een andere taal zijn gedaan, als niet gedaan beschouwen.
23.
Privacy
Als u klant bij ons wordt, vragen wij u om uw persoonsgegevens. Deze gegevens kunnen we gebruiken om: ▪ overeenkomsten met u te sluiten en om die te kunnen uitvoeren ▪ statistisch onderzoek te doen ▪ te zorgen dat de financiële sector veilig en integer blijft ▪ fraude te voorkomen en te bestrijden ▪ te voldoen aan de wet ▪ de relatie met u te onderhouden en uit te breiden ▪ deze te delen met zakelijke partners We horen bij de groep van ondernemingen van SNS Bank N.V.. SNS Bank N.V. is verantwoordelijk voor de verwerking van je persoonsgegevens door haarzelf en haar groepsondernemingen. Wilt u meer weten over hoe we omgaan met privacy? Kijk dan op www.snssecurities.nl voor ons privacy- en cookiereglement. Verder houden we ons aan de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen. Deze gedragscode vind je op nvb.nl.
24.
Wijzigingen
24.1 De Bank mag de Overeenkomst Betaalfaciliteit, deze Voorwaarden en andere voorwaarden eenzijdig wijzigen. 24.2 Deze wijzigingen gaan in op de dan door de Bank aangegeven datum. Deze datum is tenminste twee maanden na het moment dat de Bank de wijzigingen aan de Rekeninghouder heeft meegedeeld. De Bank bepaalt op welke manier zij deze mededeling aan de Rekeninghouder doet. 24.3 Als de Rekeninghouder niet akkoord is met de wijzigingen, dan kan hij de Overeenkomst Betaalfaciliteit opzeggen. Hiervoor hoeft de Rekeninghouder geen kosten te betalen. De Rekeninghouder moet opzeggen vóór de datum waarop de wijzigingen ingaan. De Rekeninghouder moet de opzegging schriftelijk doen, tenzij de Bank aangeeft dat dit ook op een andere manier kan. Zegt de Rekeninghouder niet vóór de ingangsdatum van de wijzigingen op, dan gelden de aangekondigde wijzigingen op de ingangsdatum ook voor de Rekeninghouder.
25.
Beëindiging
25.1 De Overeenkomst Betaalfaciliteit geldt voor onbepaalde tijd, tenzij in de Overeenkomst Betaalfaciliteit anders is vermeld. 25.2 Zowel de Rekeninghouder als de Bank kunnen de Overeenkomst Betaalfaciliteit altijd beëindigen. De Opzegtermijn voor de Rekeninghouder is één maand. De opzegtermijn voor de Bank is twee maanden. Indien de Bank daartoe redenen aanwezig acht, kan de Bank de 43
Overeenkomst Betaalfaciliteit met een kortere opzegtermijn of met onmiddellijke ingang beëindigen. 25.3 De Bank is bevoegd bij beëindiging van de Overeenkomst Betaalfaciliteit de verrekening van het (de) resterende tegoed(en) op te schorten, totdat alle door de Bank verstrekte bescheiden door de Rekeninghouder op door de Bank te bepalen wijze ingeleverd zijn bij de Bank, en de Rekeninghouder alle tegenover de Bank bestaande verplichtingen van de op te heffen Geldrekening is nagekomen. 25.4 Indien er sprake is van een overeenkomst voor bepaalde tijd, dan geldt in afwijking van de overige leden van dit artikel dat de overeenkomst van rechtswege eindigt bij het aflopen van de bepaalde tijd.
26.
Toepasselijk recht / Geschillenregeling / Bevoegde rechter
26.1 Op de Overeenkomst Betaalfaciliteit en op de toepasselijke Voorwaarden is Nederlands recht van toepassing. 26.2 Als de Klant niet tevreden is over de dienstverlening van de Bank kan de Klant een klacht indienen. SNS Securities zal de klacht in behandeling nemen, administreren en tijdig behandelen. 26.3 Geschillen tussen de Klant en de Bank over de Overeenkomst Betaalfaciliteit of de Voorwaarden worden uitsluitend voorgelegd aan de bevoegde Nederlandse rechter, uitgezonderd dwingend recht. 26.4 Als de Klant een natuurlijk persoon (consument) is in de zin van het Reglement Geschillencommissie Financiële Dienstverlening en de Klant niet tevreden is over de behandeling van de klacht kan hij het geschil ook voorleggen aan het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD) volgens het reglement van het KiFiD.
27.
Interpretatie van omschrijving op hoofdlijnen en verwijzingen naar Wetsartikelen
27.1 In deze Voorwaarden wordt op een aantal plaatsen verwezen naar wetsartikelen. Op een aantal plaatsen staat zeer verkort vermeld wat er in deze wetsartikelen vermeld staat. Dit is opgenomen om de leesbaarheid en het begrip van de Klant bij eerste lezing van deze Voorwaarden te vergroten. De vermelding is niet bedoeld als een sluitende en volledige weergave van de inhoud van de betreffende wetsartikelen. Voor een volledig begrip moet de Klant de wettekst raadplegen. Deze wettekst, en niet de verkorte weergave, is leidend bij de interpretatie van deze Voorwaarden. 27.2 In deze Voorwaarden staat op een aantal plaatsen een omschrijving op hoofdlijnen van een manier van instemmen met een Betaalopdracht. Deze omschrijving is opgenomen om de leesbaarheid en het begrip van de Klant bij eerste lezing van deze Voorwaarden te vergroten. De vermelding is niet bedoeld als een sluitende en volledige weergave van de werking van de manier van instemmen met een Betaalopdracht weer te geven. Deze omschrijving wordt in hetzelfde hoofdstuk van deze Voorwaarden verder uitgewerkt. Deze laatste uitwerking is leidend bij de interpretatie van deze Voorwaarden.
44
28.
Communicatie/berichtgeving
28.1 De Bank kan op verschillende manieren met de Klant communiceren en informatie of andere berichten verstrekken, waaronder schriftelijk (brief, rekeningafschrift, facturen), via haar website, per e-mail of telefoon. De Bank bepaalt op welke manier zij dit doet, tenzij dwingend recht zich hiertegen verzet. 28.2 De Bank kan het gebruik van een persoonlijk e-mailadres door de Klant verplicht stellen om via deze weg met de Klant te kunnen communiceren.
29.
Overig
29.1 Als een bepaling in de Overeenkomst Betaalfaciliteit, deze Voorwaarden of andere toepasselijke voorwaarden nietig of vernietigbaar is, dan heeft dit niet tot gevolg dat een andere bepaling daarvan (deels) nietig of vernietigbaar is. Als een bepaling in de Overeenkomst Betaalfaciliteit of de toepasselijke Voorwaarden nietig of vernietigbaar is, wordt zij vervangen door een geldige bepaling die het meest de strekking van de nietige of vernietigbare bepaling benadert. 29.2 De Bank is bevoegd, gelijk de Klant hier bij voorbaat toestemming voor verleent, de rechten en verplichtingen (geheel of gedeeltelijk) uit de Overeenkomst Betaalfaciliteit aan derden over te dragen en/of voor de uitvoering daarvan derden in te schakelen. 29.3 Lid 3 Bij eventuele strijdigheid tussen het bepaalde in de Overeenkomst Betaalfaciliteit, deze Voorwaarden en/of de de Algemene Bankvoorwaarden, geldt de volgende rangorde 1 De Overeenkomst Betaalfaciliteit 2 Deze Voorwaarden 3 De Algemene Bankvoorwaarden.
45
VII
ALGEMENE BANKVOORWAARDEN
Deze algemene voorwaarden zijn tot stand gekomen in overleg tussen de Nederlandse Vereniging van Banken en de Consumentenbond in het kader van de Coördinatiegroep Zelfreguleringsoverleg van de Sociaal-Economische Raad en treden in werking per 1 november 2009. Over overige (product)voorwaarden die van toepassing kunnen zijn heeft geen overleg plaatsgevonden. De Consumentenbond behoudt zich het recht tot collectieve actie voor met betrekking tot dergelijke voorwaarden.
1.
Werkingsfeer
Deze algemene bankvoorwaarden gelden voor alle bestaande en toekomstige rechtsverhoudingen tussen de bank en de klant, voor zover daarvan niet is afgeweken in overeenkomsten en/of in bijzondere voorwaarden. Algemene voorwaarden die een buitenlandse vestiging van de bank gebruikt voor haar rechtsverhoudingen met de klant hebben voor die rechtsverhoudingen, voor zover er onderlinge strijdigheid is, voorrang op deze algemene bankvoorwaarden. Als door of namens een klant andere algemene voorwaarden van toepassing zijn of worden verklaard, gelden die niet in de rechtsverhouding met de bank, tenzij de bank daarmee schriftelijk heeft ingestemd.
2.
Zorgplicht bank en klant 1. De bank neemt bij haar dienstverlening de nodige zorgvuldigheid in acht en houdt daarbij naar beste vermogen rekening met de belangen van de klant. Geen van de bepalingen van deze algemene bankvoorwaarden of van de door de bank gebruikte bijzondere voorwaarden kan aan dit beginsel afbreuk doen. 2. De klant neemt jegens de bank de nodige zorgvuldigheid in acht en houdt daarbij naar beste vermogen rekening met de belangen van de bank. De klant stelt de bank in staat haar wettelijke en contractuele verplichtingen na te kunnen komen en haar dienstverlening correct te kunnen uitvoeren. De klant mag van de diensten en/of producten van de bank geen oneigenlijk of onrechtmatig gebruik (laten) maken, waaronder mede begrepen gebruik dat strijdig is met wet- en regelgeving, dienstbaar is aan strafbare feiten of schadelijk is voor de bank of haar reputatie of voor de integriteit van het financiële stelsel.
3.
Activiteiten en doeleinden
De klant verschaft de bank, met inachtneming van de geldende privacywetgeving, op haar eerste verzoek informatie over zijn activiteiten en doeleinden en over de redenen van (voorgenomen) afname van diensten en/of producten van de bank. De klant deelt desgevraagd aan de bank de herkomst mee van bij de bank gestorte of te storten gelden, ondergebrachte of onder te brengen waardepapieren en van in (open) bewaring gegeven of te geven zaken.
4.
Niet-openbare informatie
De bank hoeft bij haar dienstverlening geen gebruik te maken van niet-openbare informatie, waaronder koersgevoelige informatie. 46
5.
Inschakeling derden 1. De bank mag bij haar dienstverlening gebruik maken van derden en werkzaamheden (deels) uitbesteden. De bank mag zaken, waardepapieren, effecten of financiële instrumenten van de klant, al dan niet op naam van de bank, aan derden in bewaring geven of door derden laten beheren. 2. Als de klant de bank een opdracht of volmacht geeft, mag de bank ter uitvoering daarvan ook handelen met zichzelf als wederpartij, en mag zij die opdracht of volmacht ook aan een derde geven. 3. De bank neemt bij de keuze van derden de nodige zorgvuldigheid in acht. Als de klant zelf een derde heeft ingeschakeld of aangewezen, zijn de gevolgen van die keuze voor rekening van de klant.
6.
Risico van verzendingen
Als de bank in opdracht van de klant gelden of financiële instrumenten, waaronder effecten, aan de klant of aan derden zendt, geschiedt de verzending voor risico van de bank. Als de bank in opdracht van de klant andere zaken of waardepapieren aan de klant of aan derden zendt, geschiedt die verzending voor risico van de klant.
7.
Klantgegevens
De klant en zijn vertegenwoordigers zijn verplicht aan de bank alle medewerking te verlenen en informatie te verstrekken voor het vaststellen en verifiëren van onder meer hun identiteit, burgerservicenummer, geboortedatum, burgerlijke staat, handelingsbekwaamheid en bevoegdheid, huwelijks- of partnerschapsgoederenregime, rechtsvorm, woon- en/of (statutaire) vestigingsplaats, – voor zover van toepassing – hun inschrijvingsnummer in het handelsregister en/of andere registers en hun BTW-nummer. Wijzigingen in deze gegevens moeten zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de bank worden meegedeeld. De bank mag van documenten, waaruit deze gegevens blijken, kopieën maken, de gegevens registreren en bewaren. Als de klant een rechtspersoon of samenwerkingsverband is, zijn de klant en zijn vertegenwoordigers tevens verplicht op eerste verzoek van de bank inzicht te verschaffen in de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de rechtspersoon of het samenwerkingsverband.
8.
Handtekening
De klant en zijn vertegenwoordigers deponeren op eerste verzoek van de bank een voorbeeld van hun handgeschreven handtekening bij de bank op een wijze en/of in een vorm als door de bank bepaald. Het van een persoon verkregen voorbeeld geldt tegenover de bank als weergave van zijn actuele handgeschreven handtekening, ongeacht de hoedanigheid waarin hij tegenover de bank handelt, totdat de bank van een wijziging in kennis is gesteld.
9.
Volmacht en vertegenwoordigingsbevoegdheid 1. De klant mag aan een derde volmacht geven om namens hem met de bank te handelen. De gevolmachtigde is niet bevoegd de aan hem verleende volmacht door te geven aan een derde. De klant is tegenover de bank aansprakelijk voor het 47
nakomen van verplichtingen, die zijn aangegaan door de gevolmachtigde. De bank kan verlangen dat een volmacht op een bepaalde wijze en/of in een bepaalde vorm en/of volgens een bepaalde procedure wordt gegeven. De bank hoeft niet met een gevolmachtigde te (blijven) handelen. 2. Als de bevoegdheid van een vertegenwoordiger van de klant eindigt of zich in verband met die bevoegdheid een wijziging voordoet, is de klant verplicht, ongeacht inschrijving in openbare registers of openbaarmaking daarvan, dat einde of die wijziging zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de bank mee te delen. De bank mag opdrachten die aan haar zijn gegeven door een vertegenwoordiger voordat of kort nadat de bank die mededeling van het einde of de wijziging heeft ontvangen, rechtsgeldig (blijven) uitvoeren als zij die uitvoering redelijkerwijs niet kan voorkomen. 3. De algemene bankvoorwaarden en alle overige tussen de klant en de bank toepasselijke bepalingen, regels en beperkingen zijn van overeenkomstige toepassing op de vertegenwoordiger in verband met de uitoefening van zijn vertegenwoordiging. De klant is verantwoordelijk voor de naleving daarvan door zijn vertegenwoordiger en zal er voor zorgen dat de klant en de vertegenwoordiger elkaar volledig geïnformeerd houden over al hetgeen voor hen als klant en vertegenwoordiger van belang is of kan zijn.
10.
Persoonsgegevens
De bank mag persoonsgegevens van de klant en van diens vertegenwoordigers, alsmede gegevens met betrekking tot door de klant afgenomen producten en diensten, verwerken met inachtneming van de geldende wet- en regelgeving en de bank bindende gedragscodes en deze binnen de groep waartoe de bank behoort uitwisselen voor het beheer van de relatie met de klant, ter voorkoming en bestrijding van criminaliteit en voor commerciële doeleinden. Persoonsgegevens kunnen ook worden uitgewisseld met derden die de bank inschakelt bij haar bedrijfsvoering of de uitvoering van bankdiensten. Dit kan, onder meer in het kader van het betalingsverkeer, doorgifte meebrengen aan derden in landen die niet hetzelfde beschermingsniveau kennen als Nederland. Persoonsgegevens kunnen zowel tijdens als na de verwerking voorwerp zijn van onderzoek door bevoegde nationale autoriteiten van de landen waar dergelijke gegevens zich vanwege het verwerkingsproces bevinden.
11.
(Beeld- en geluid-)opnamen
De bank mag binnen de grenzen van de toepasselijke wet- en regelgeving (beeld- en geluid)opnamen maken ten behoeve van doeleinden als een goede bedrijfsvoering, bewijslevering, criminaliteitsbestrijding en kwaliteitsbewaking. Als de klant nakoming door de bank verlangt van een verplichting tot afgifte van een kopie of transscriptie van een opname, moet hij eerst de relevante specificaties opgegeven zoals de relevante datum, tijdstip en locatie.
12.
Continuïteit in dienstverlening
De bank stelt zich het adequate functioneren van voorzieningen ten behoeve van haar dienstverlening (bijvoorbeeld apparatuur, programmatuur, systemen, infrastructuur, netwerken) ten doel, maar staat er niet voor in dat deze voorzieningen continu actief en storingsvrij zullen zijn. De bank streeft ernaar onderbreking / storing, voor zover dit binnen haar invloedsfeer ligt, binnen redelijke grenzen te vermijden of anders de onderbreking / storing binnen redelijke tijd te verhelpen. 48
13.
Overlijden klant
1.
De bank moet zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis worden gesteld van het overlijden van de klant. Zolang de bank niet op deze wijze in kennis is gesteld van het overlijden van de klant, mag zij door of namens hem gegeven opdrachten (blijven) uitvoeren. De bank mag opdrachten die aan haar zijn gegeven voordat of kort nadat de bank in kennis is gesteld van het overlijden van een klant rechtsgeldig (blijven) uitvoeren als zij die uitvoering redelijkerwijs niet kan voorkomen. Na het overlijden van de klant kan de bank verlangen dat degene(n) die stelt/stellen bevoegd te zijn (rechts)handelingen met betrekking tot de nalatenschap van de klant te verrichten ten bewijze daarvan een verklaring van erfrecht, afgegeven door een Nederlandse notaris, en/of andere door de bank acceptabel geoordeelde documenten aan de bank overlegt/overleggen. De bank is niet verplicht opnieuw informatie te verschaffen over handelingen en transacties die zijn verricht voor het moment van het overlijden van de klant.
2.
3.
14.
Naam en adres van de klant
1.
De klant deelt de bank mee naar welk adres voor hem bestemde documenten en/of informatie kunnen worden gezonden. De klant deelt naams- en adreswijzigingen zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de bank mee. Als het adres van de klant door zijn toedoen niet (meer) bij de bank bekend is, kan de bank onderzoek doen naar het adres van de klant zonder daartoe verplicht te zijn. De kosten van een dergelijk onderzoek komen voor rekening van de klant. De klant die geen bij de bank bekend adres heeft, wordt geacht zijn postadres te hebben gekozen op het adres waar de bank gevestigd is, tenzij anders overeengekomen. Als een product of dienst van de bank door twee of meer personen wordt afgenomen, zendt de bank de documenten en/of informatie naar het adres dat door die personen aan de bank is opgegeven. Als daarover geen overeenstemming (meer) bestaat tussen die personen, mag de bank zelf kiezen naar welk adres van die personen zij de documenten en/of informatie zendt.
2.
15.
Nederlandse taal
De communicatie tussen de bank en de klant geschiedt in het Nederlands, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. De bank kan verlangen dat de klant documenten die luiden in een andere taal dan het Nederlands, ten genoegen van haar op kosten van de klant in het Nederlands of in een andere door de bank akkoord bevonden taal laat vertalen door een daartoe naar het oordeel van de bank bekwaam persoon. Een in Nederland in de desbetreffende taal beëdigd vertaler is in ieder geval daartoe bevoegd.
16.
Gebruik van communicatiemiddelen
De klant is verplicht in het verkeer met de bank zorgvuldig en veilig om te gaan met het gebruik van internet, fax, e-mail, post of andere communicatiemiddelen.
49
17.
Gegevens en opdrachten a) De klant draagt er zorg voor dat de bank tijdig beschikt over alle gegevens waarvan de bank aangeeft of waarvan de klant redelijkerwijs moet begrijpen dat deze noodzakelijk zijn voor een correcte dienstverlening door de bank. De klant draagt er zorg voor dat tot de bank of tot een door de bank aangewezen derde gerichte verklaringen, zoals opdrachten, opgaven en mededelingen aan de bank, duidelijk en volledig zijn en de juiste gegevens bevatten. De klant houdt zich daarbij aan door de bank gegeven voorschriften en aanwijzingen. b) De klant maakt bij zijn tot de bank, of tot een door de bank aangewezen derde, gerichte verklaringen gebruik van door de bank voorgeschreven of goedgekeurde gegevensdragers of communicatiemiddelen. De klant gebruikt deze met inachtneming van door de bank gegeven voorschriften en aanwijzingen. c) De bank mag de uitvoering van opdrachten opschorten of weigeren als deze niet op een correcte wijze zijn gegeven. De bank mag in bijzondere omstandigheden weigeren een door of namens de klant gegeven opdracht uit te voeren of een gevraagde dienst te verrichten.
18.
Bewijskracht en bewaartermijn bankadministratie
Tegenover de klant strekt een uittreksel uit de administratie van de bank tot volledig bewijs, behoudens door de klant geleverd tegenbewijs. De bank hoeft haar administratie niet langer te bewaren dan de wettelijke bewaartermijnen.
19.
Controle van door de bank verschafte gegevens en uitgevoerde opdrachten
1.
De klant moet de door de bank aan hem verzonden of op een andere wijze aan hem ter beschikking gestelde bevestigingen, rekeningafschriften, nota’s of andere opgaven of andere gegevens zo spoedig mogelijk na ontvangst controleren. Als de bank aan de klant dergelijke berichten elektronisch ter beschikking stelt, moet de klant de gegevens zo spoedig mogelijk controleren nadat zij aan hem ter beschikking zijn gesteld. Als datum van verzending of terbeschikkingstelling geldt de datum van verzending of terbeschikkingstelling zoals die blijkt uit kopieën, verzendlijsten of anderszins uit de administratie van de bank. De klant moet zo spoedig mogelijk controleren of de bank door of namens hem gegeven opdrachten juist en volledig heeft uitgevoerd. Als de klant geen bericht van de bank ontvangt, terwijl hij weet of zou moeten weten dat hij een bericht van de bank kan verwachten, stelt hij de bank daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis. Als de klant een onjuistheid of onvolledigheid constateert, moet hij de bank daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis stellen en alle redelijke maatregelen nemen ter voorkoming van (verdere) schade. Als de bank constateert dat zij een fout of vergissing heeft gemaakt, herstelt zij die zo spoedig mogelijk. De bank stelt de klant zo spoedig mogelijk in kennis van de geconstateerde fout of vergissing. De bank is bevoegd een fout of vergissing zonder instemming van de klant te herstellen en om een onterechte boeking ongedaan te maken. De bank is bevoegd om de creditering van een rekening van de klant ingevolge een door een beschikkingsonbevoegde of handelingsonbekwame persoon gegeven opdracht ongedaan te maken. Als de klant een kopie vraagt van al eerder door de bank aan hem verstrekte gegevens, zal de bank die binnen redelijke termijn en tegen vergoeding van door de bank te maken
2.
3.
4.
50
redelijke kosten aan de klant verschaffen, tenzij de bank de gegevens niet meer heeft of de bank een redelijke grond heeft om niet aan het verzoek te voldoen.
20.
Goedkeuring opgaven bank
Als de klant de inhoud van de door of namens de bank aan hem gezonden of ter beschikking gestelde bevestigingen, rekeningafschriften, nota’s, andere opgaven of andere gegevens van de bank aan de klant niet schriftelijk heeft betwist binnen dertien maanden nadat die gegevens door of namens de bank aan de klant ter beschikking zijn gesteld, geldt de inhoud van die gegevens in elk geval en onverminderd de voor de klant uit artikel 19 voortvloeiende verplichtingen als door de klant te zijn goedgekeurd. Als in die gegevens rekenfouten voorkomen, herstelt de bank die, ook nadat de termijn van dertien maanden is verstreken.
21.
Bewaar- en geheimhoudingsplicht
1.
De klant moet aan hem ter beschikking gestelde middelen zoals formulieren, informatiedragers, communicatie- en beveiligingsmiddelen, passen, pin- en toegangscodes en wachtwoorden zorgvuldig bewaren en behandelen. De klant moet met persoonlijke pin- en toegangscodes en dergelijke zorgvuldig omgaan en deze geheim houden voor andere personen. De klant houdt zich aan de door de bank gegeven beveiligingsvoorschriften. Als de klant weet of redelijkerwijze kan vermoeden dat door of namens de bank aan hem ter beschikking gestelde middelen in handen van een onbevoegde zijn geraakt of daarmee misbruik is of kan worden gemaakt of dat een onbevoegde zijn pin- en/of toegangscode(s) kent, moet hij daarvan terstond mededeling doen aan de bank.
2.
22.
Provisies, rente en kosten
1.
De bank brengt voor haar dienstverlening provisies, rente en kosten in rekening. De bank mag de hoogte hiervan wijzigen, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. Als de hoogte van die provisies, rente en kosten niet vooraf tussen de klant en de bank is overeengekomen, zal de bank de bij haar gebruikelijke provisies, rente en kosten in rekening brengen. In haar dienstverlening informeert de bank de klant zo veel als redelijkerwijs mogelijk over de hoogte van haar tarieven (provisies, rente, kosten). De bank draagt er zorg voor dat informatie hierover op eenvoudige wijze verkrijgbaar is. De bank mag de door de klant aan haar verschuldigde provisies, rente en kosten debiteren ten laste van een rekening van de klant bij de bank zonder voorafgaande kennisgeving aan de klant. Als door de debitering een ongeoorloofde debetstand op de rekening ontstaat, moet de klant die debetstand onmiddellijk aanzuiveren zonder dat daartoe een ingebrekestelling door de bank vereist is.
2.
3.
23.
Creditering onder voorbehoud
Bij creditering van een ten gunste van de klant (te) ontvangen bedrag geldt als voorbehoud dat de bank dit bedrag daadwerkelijk, definitief en onvoorwaardelijk, ontvangt. Als hieraan niet is voldaan, mag de bank de creditering – zonder voorafgaande kennisgeving – door debitering van een gelijk bedrag, met terugwerkende kracht, ongedaan maken. Als het (te) ontvangen bedrag bij creditering is omgezet in een andere valuta dan mag de bank de debitering uit voeren in die
51
andere valuta tegen de wisselkoers op het moment van uitvoering. In verband met de ongedaanmaking gemaakte kosten komen voor rekening van de klant.
24.
Pandrecht
1.
Door het van toepassing worden van deze algemene bankvoorwaarden heeft de klant: a zich verbonden de volgende goederen met inbegrip van de daarbij behorende nevenrechten aan de bank te verpanden tot zekerheid van al hetgeen de bank op enig moment, uit welken hoofde ook, van hem te vorderen heeft of verkrijgt: i alle (geld-)vorderingen die de klant, uit welken hoofde ook, op de bank heeft of verkrijgt; ii alle zaken, waardepapieren, effecten en andere financiële instrumenten die de bank of een derde voor haar, uit welken hoofde ook, van of voor de klant onder zich heeft of verkrijgt; iii alle aandelen in verzameldepots die de bank onder haar beheer heeft of verkrijgt; iv alle goederen die in de plaats van de goederen onder i, ii,of iii (zullen) treden; b voor zover rechtens mogelijk, de sub a bedoelde goederen aan de bank in pand gegeven; c de bank onherroepelijk volmacht gegeven, met het recht van substitutie, om die goederen namens de klant, eventueel steeds herhaald, aan zichzelf te verpanden, en alles te doen wat dienstig is voor de verpanding; De klant staat er voor in dat hij tot de verpanding bevoegd is en dat de desbetreffende goederen vrij (zullen) zijn van rechten en aanspraken van anderen dan de bank; De bank zal de verpande goederen, als de klant daarover wil beschikken, vrijgeven indien de waarde van de daarna resterende verpande goederen voldoende dekking biedt voor al hetgeen zij, uit welken hoofde ook, van de klant te vorderen heeft of zal krijgen. De bank mag pas tot uitwinning van het verpande overgaan als zij een opeisbare vordering heeft op de klant en de klant met de nakoming daarvan in verzuim is. De bank zal niet meer van het verpande uitwinnen dan nodig is voor de voldoening van de schuld van de klant. Nadat de bank van haar uitwinningsbevoegdheid gebruik heeft gemaakt, zal zij de klant daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis stellen.
2. 3.
25.
Verrekening
De bank mag altijd hetgeen zij al dan niet opeisbaar of onder voorwaarde van de klant te vorderen heeft, verrekenen met al dan niet opeisbare tegenvorderingen van de klant op de bank, ongeacht de valuta waarin de vorderingen en tegenvorderingen luiden. Als de vordering van de bank op de klant of de tegenvordering van de klant op de bank nog niet opeisbaar is, maakt de bank – als de vordering van de bank en de tegenvordering van de klant in dezelfde valuta luiden – van haar verrekeningsbevoegdheid geen gebruik tenzij op de tegenvordering beslag wordt gelegd of daarop anderszins verhaal wordt gezocht, daarop een beperkt recht wordt gevestigd, de klant zijn tegenvordering onder bijzondere titel overdraagt, de klant failliet wordt verklaard of in surseance van betaling geraakt of een andere insolventieregeling of een wettelijke schuldsanering op de klant van toepassing wordt. Vorderingen in vreemde valuta worden verrekend tegen de koers van de dag van verrekening. De bank stelt de klant zo mogelijk voorafgaand aan de verrekening daarvan in kennis.
52
26.
Zekerheden
1.
Door het van toepassing worden van deze algemene bankvoorwaarden heeft de klant zich jegens de bank verbonden om voor alle bestaande en alle toekomstige vorderingen van de bank op de klant, uit welken hoofde ook, op eerste verzoek van de bank, ten genoegen van de bank, (aanvullende) zekerheid te stellen. Deze dient steeds zodanig te zijn, en daartoe zo nodig door de klant ten genoegen van de bank te worden vervangen en/of aangevuld, dat de bank gelet op het risicoprofiel van de klant, de dekkingswaarde van de zekerheden en eventuele andere voor de bank relevante factoren, doorlopend voldoende zekerheid heeft en zal hebben. De bank zal op verzoek van de klant de reden van die zekerheidstelling, of de vervanging of aanvulling daarvan, meedelen. De omvang van de gevraagde zekerheid moet in een redelijke verhouding staan tot de verplichtingen van de klant. Pand- en hypotheekrechten van de bank strekken voor het geval een andere bankinstelling als haar rechtsopvolgster onder algemene titel de bankrelatie van de bank met de klant, geheel of gedeeltelijk, voortzet mede ten gunste van die andere bankinstelling alsof deze de bank zelf was. De bank kan haar pand- of hypotheekrechten op ieder moment, geheel of gedeeltelijk, door opzegging beëindigen. Vestiging van een (nieuwe) zekerheid ten gunste van de bank strekt niet tot vervanging of vrijgave van (bestaande) zekerheden. Als deze algemene bankvoorwaarden tegenover de klant worden gebruikt ter wijziging, aanvulling en/of vervanging van eerdere algemene (bank-)voorwaarden, blijven alle uit hoofde van die eerdere algemene (bank-)voorwaarden bestaande zekerheden, rechten op zekerheden en verrekenbevoegdheden, onverkort van kracht naast de overeenkomstige rechten en bevoegdheden uit hoofde van deze algemene bankvoorwaarden.
2.
3 4. 5.
27.
Onmiddellijke opeisbaarheid
Als de klant in verzuim is met de nakoming van enige verplichting jegens de bank, mag de bank haar vorderingen op de klant door opzegging onmiddellijk opeisbaar maken, tenzij dit gelet op de geringe betekenis van het verzuim niet gerechtvaardigd is. Een dergelijke opzegging geschiedt schriftelijk met vermelding van de reden.
28.
Bijzondere kosten
1.
Als de bank wordt betrokken bij een beslag, geschil of procedure tussen de klant en een derde, dan zal de klant de daaruit voor de bank voortvloeiende kosten (bijvoorbeeld rechtsbijstandskosten) volledig aan haar vergoeden. Alle overige bijzondere kosten van de bank voortvloeiend uit de relatie met de klant komen voor rekening van de klant voor zover dit redelijk is.
2.
29.
Belastingen en heffingen
Alle belastingen, heffingen en dergelijke – onder welke naam dan ook en door wie ook geheven – die betrekking hebben op de relatie tussen de klant en de bank komen voor rekening van de klant, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen of een bepaling van dwingend recht anders voorschrijft.
53
30.
Vorm mededelingen
Mededelingen aan de bank moeten schriftelijk worden gedaan, tenzij uitdrukkelijk met de bank een andere wijze van communicatie is overeengekomen.
31.
Incidenten en calamiteiten
Als zich bij (de uitvoering van) een overeenkomst tussen de bank en de klant een incident of calamiteit dreigt voor te doen, voordoet of zich heeft voorgedaan, moet de klant op verzoek van de bank alles doen of nalaten wat de bank in verband daarmee redelijkerwijs noodzakelijk acht.
32.
Partiële nietigheid of vernietigbaarheid
Mocht een bepaling in deze algemene bankvoorwaarden nietig of vernietigbaar zijn, dan heeft dit niet tot gevolg dat een andere bepaling daarvan (deels) nietig of vernietigbaar is. Als een bepaling in deze algemene bankvoorwaarden nietig of vernietigbaar mocht zijn, wordt zij vervangen door een geldige bepaling die het meest de strekking van de nietige of vernietigbare bepaling benadert.
33.
Toepasselijk recht
Op de relatie tussen de bank en de klant is Nederlands recht van toepassing, tenzij dwingend recht anders bepaalt of anders is overeengekomen.
34.
Klachten en geschillen
1.
Als de klant niet tevreden is over de dienstverlening van de bank, moet hij zich eerst wenden tot de bank met inachtneming van de bij de bank daarvoor geldende procedure. Geschillen tussen de klant en de bank worden uitsluitend voorgelegd aan de bevoegde Nederlandse rechter, behoudens dwingend recht en het volgende a De klant kan een geschil ook voorleggen aan de bevoegde geschillen- en klachtencommissies. b De bank kan een geschil ook voorleggen aan de voor de klant in aanmerking komende buitenlandse rechter.
2.
35.
Opzegging van de relatie
Zowel de klant als de bank kan de relatie tussen hen schriftelijk geheel of gedeeltelijk opzeggen. Als de bank de relatie opzegt, deelt zij desgevraagd de reden van de opzegging aan de klant mee. Na opzegging van de relatie worden de tussen de klant en de bank bestaande individuele overeenkomsten zo spoedig mogelijk afgewikkeld met inachtneming van de daarvoor geldende termijnen. Tijdens de afwikkeling blijven deze algemene bankvoorwaarden en de op de individuele overeenkomsten toepasselijke specifieke voorwaarden van toepassing.
54
36.
Contractsoverneming
Door het van toepassing worden van deze algemene bankvoorwaarden heeft de klant, voor het geval van (gedeeltelijke) overdracht van de onderneming van de bank, er bij voorbaat medewerking aan verleend dat zijn rechtsverhouding met de bank in het kader van die (gedeeltelijke) overdracht (gedeeltelijk) op een derde overgaat.
37.
Wijzigingen en aanvullingen van de algemene bankvoorwaarden
Wijzigingen en aanvullingen van deze algemene bankvoorwaarden worden niet van kracht dan nadat met representatieve Nederlandse consumenten- en ondernemersorganisaties overleg is gepleegd over die wijzigingen en aanvullingen en over de wijze waarop die wijzigingen en aanvullingen ter kennis van de klant worden gebracht. De wijzigingen en aanvullingen worden gedeponeerd ter griffie van de rechtbank te Amsterdam. De wijzigingen en aanvullingen zullen niet eerder van kracht worden dan zestig dagen na de datum van deponering. De tekst van deze algemene bankvoorwaarden is op 27 juli 2009 door de Nederlandse Vereniging van Banken gedeponeerd onder nummer 61/2009 ter griffie van de rechtbank te Amsterdam. SNS Bank NV, gevestigd in Utrecht, KvK 16062338 Utrecht, 14 augustus 2009.
55
VIII VOORWAARDEN TOEGANG PORTEFEUILLESITE Definities In deze Voorwaarden wordt verstaan onder:
Portefeuillesite De door SNS Securities aan Cliënt geboden functionaliteit waarmee Cliënt online inzicht verkrijgt in uw portefeuille. Digipass Toegang tot het portefeuilleoverzicht is beveiligd door middel van een digipass die Cliënt van SNS Securities ontvangt. Openingsbrief De begeleidende brief waarin SNS Securities aan Cliënt bevestigt dat Cliënt hebben to zijn portefeuillesite..
toegang wenst te
GEBRUIK Voor het raadplegen van de portefeuille moet een gebruikersnaam en wachtwoord worden gegenereerd voor Cliënt. EMAILADRES Cliënt dient te controleren of diens door ons bevestigde emailadres bij de openingsbescheiden ook het juiste emailadres van cliënt is. HANDLEIDING Ten behoeve van het succesvol inloggen is een handleiding geschreven die is bijgevoegd bij de ontvangst van de initiële pincode. TOEGANG TOT MEER REKENINGEN Met één digipass, gebruikersnaam en wachtwoord is er toegang tot meer portefeuilles mogelijk. Dit als er bijvoorbeeld sprake is van zowel een particuliere als zakelijke rekening voor Cliënt. INITIELE PINCODE Binnen enkele dagen ontvangt u de initiële PIN. Gebruik tot die tijd de digipass niet, deze zou geblokkeerd kunnen raken. U dient eerst de initiële pincode te veranderen in een persoonlijke code (5-cijferig) Zonder initiële pincode kunt u niet voor de eerste keer inloggen op onze website
56
WAARSCHUWING Internet is nog steeds geen geheel veilig medium. SNS Securities aanvaardt dan ook geen verantwoordelijkheid voor schade, in welke vorm dan ook, ten gevolge van het ter beschikking stellen van de portefeuille-informatie. Wel hebben wij alles gedaan om onbevoegde toegang tot uw gegevens te voorkomen. ACTIVERING Na retourontvangst van de cliëntovereenkomst door SNS Securities ontvangt cliënt op het door cliënt door aangegeven emailadres bericht wanneer de portfolio-toegang verwerkt is. Pas na ontvangst van de initiële pincode is het mogelijk de portefeuille(s) ‘online’ te raadplegen, KOSTEN Er zijn geen kosten verbonden aan het gebruik van de portefeuillesite.
57
VIII KENMERKEN EN RISICO’S VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN 1.
Inleiding
Deze tekst geeft een toelichting en uiteenzetting van de belangrijkste kenmerken en eigenschappen van de verschillende financiële instrumenten waarin u kunt (doen) handelen. Deze tekst beoogt niet meer dan een inleiding te zijn ten aanzien van de voor u meest relevante onderwerpen en kan derhalve niet volledig zijn. De informatie in deze tekst kan door bepaalde veranderingen op een gegeven moment niet meer actueel zijn. Indien u nadere vragen heeft over kenmerken van financiële instrumenten of de door SNS Securities gehanteerde procedures, adviseert SNS Securities u contact op te nemen met uw accountmanager.
1.1
Gegevens SNS Securities
Naam: Adres: Postcode: Plaats: Telefoonnummer: Website:
SNS Securities NV Nieuwezijds Voorburgwal 162 1012 SJ Amsterdam (+31)20 550 85 00 www.svservices.nl
SNS Securities beschikt over een vergunning als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht en is als zodanig geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank.
1.2
Beleggen via een Beleggingsonderneming en de rol van SNS Securities
U heeft een effectendienstverleningsovereenkomst gesloten met een Beleggingsonderneming. Er zijn verschillende vormen van effectendienstverlening. SNS Securities is niet op de hoogte van de vorm van effectendienstverlening die u bent overeengekomen met de Beleggingsonderneming. SNS Securities voert slechts door de Beleggingsonderneming namens u en voor uw rekening en risico gegeven orders uit en is niet verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid en de invulling daarvan door de Beleggingsonderneming.
2.
Algemene kenmerken en risico’s van financiële instrumenten
2.1
Algemeen
Voor alle soorten effectendienstverlening is van belang dat u de risico’s van beleggen in het algemeen voldoende kunt overzien en kunt dragen. Voordat u specifieke beleggingsbeslissingen neemt moet u zich opnieuw afvragen of u voldoende zicht hebt op de risico’s van de desbetreffende financiële instrumenten en of u die risico’s kunt en wilt dragen. 2.1.1
Prospectus en financiële bijsluiter
Als u nog niet veel kennis en ervaring heeft met beleggen, is het van belang dat u zich inleest voordat u een beleggingsbeslissing neemt. De informatie in deze tekst kunt u daarvoor gebruiken. Daarnaast raadt SNS Securities aan ook altijd de eventuele prospectussen of 58
financiële bijsluiters aandachtig te bestuderen om een beter zicht te krijgen op de risico’s en de werking van bepaalde financiële instrumenten. SNS Securities raadt dit te allen tijde aan ten aanzien van alle financiële instrumenten. 2.1.2
Belasting
SNS Securities wijst u er nadrukkelijk op dat alle met het houden, kopen of verkopen van financiële instrumenten samenhangende belastingen voor uw rekening zijn. Beleggers worden dan ook aangeraden om, mede in verband met hun specifieke omstandigheden, een eigen fiscaal adviseur te raadplegen.
2.2
Algemene risico’s
De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Aan alle vormen van beleggen zijn risico’s verbonden. De risico’s zijn afhankelijk van de specifieke belegging. Een belegging kan in meer of mindere mate speculatief zijn. Meestal geldt dat een belegging met een hoger verwacht rendement grotere risico’s met zich mee brengt. In het navolgende worden allereerst enkele algemene risico’s besproken die gepaard gaan met het beleggen in financiële instrumenten. Vervolgens worden enkele specifieke kenmerken en risico’s van veel voorkomende financiële instrumenten besproken. De hierna te noemen algemene risico’s kunnen in geval van een belegging in één of meerdere van de hierna te omschrijven financiële instrumenten allen een rol spelen. De risico’s kunnen zich afhankelijk van het soort financieel instrument of de combinatie van financiële instrumenten alsmede de marktomstandigheden in meer en mindere mate manifesteren. 2.2.1
Marktrisico
Algemene veranderingen in het sentiment op de financiële markt(en) en/of bijzondere ontwikkelingen ter zake van aangekochte financiële instrumenten kunnen de waarde van financiële instrumenten doen dalen en tot verlies op de belegging leiden, welk verlies kan oplopen tot het gehele geïnvesteerde bedrag. Veranderingen in de activiteit van een markteconomie hebben altijd gevolgen op de koersontwikkeling van een financieel instrument. 2.2.2
Liquiditeitsrisico
Bij een onvoldoende liquiditeit van de markt kan het risico ontstaan dat financiële instrumenten niet tegen de marktprijs kunnen worden verkocht. Er kan hoofdzakelijk sprake zijn van illiquiditeit veroorzaakt door de ontwikkeling van vraag en aanbod en illiquiditeit veroorzaakt door de eigenschappen van het financieel instrument zelf of de marktgebruiken. Illiquiditeit afhankelijk van vraag en aanbod kan zich bijvoorbeeld voordoen als er enkel vraag naar of aanbod voor een bepaald financieel instrument bestaat tegen een bepaalde koers. Dit maakt dat aan- en/of verkoop niet altijd onmiddellijk mogelijk is of bijvoorbeeld enkel tegen ongunstige voorwaarden. Illiquiditeit vanwege de, aan een financieel instrument klevende eigenschappen, of de marktgebruiken kan zich bijvoorbeeld voordoen in geval van lange uitvoeringstermijnen vanwege marktgebruiken of een handelsbeperking. 2.2.3
Wisselkoersrisico
Iedere vreemde valuta kent zijn eigen wisselkoers. Wisselkoersen fluctueren doorlopend ten opzichte van elkaar. Dit brengt een wisselkoersrisico (ook wel: valutarisico) met zich mee. Een wisselkoersrisico kan positief en negatief werken. Mogelijke waardevermindering van vreemde valuta waarin financiële instrumenten worden verhandeld kunnen leiden tot verlies op alle beleggingen. De wisselkoers wordt hoofdzakelijk beïnvloed door: het inflatiepercentage van een 59
land, het verschil in rentevoet, conjunctuurontwikkelingen en de politieke situatie (zie hierna onder politiek risico). 2.2.4
Onvermogen van betaling
Onvermogen van de uitgever/blootsteller van het vermogen om zijn schulden terug te betalen en/of aan zijn verplichtingen te voldoen, kan leiden tot verlies van een deel van of de gehele belegging (geïnvesteerd bedrag). 2.2.5
Renterisico
Rentefluctuaties kunnen invloed hebben op de waarde van financiële instrumenten. Over het algemeen heeft een renteverhoging een negatieve impact op de ontwikkeling van de aandelenkoersen en op de ontwikkeling van de koers van obligaties met een vaste coupon (mede afhankelijk van onder meer de resterende looptijd). Er zijn ook financiële instrumenten waarbij het rendement gerelateerd is aan de ontwikkeling van een (bijvoorbeeld korte of lange interbancaire) rente. 2.2.6
Politiek risico
Het politieke klimaat en/of de politieke besluitvorming van een land of regio zijn onzekere factoren en kunnen gevolgen hebben voor de waarde van financiële instrumenten. Gedacht kan worden aan veranderende regelgeving, bestemmingsplannen of (lokale) belastingen welke van invloed kunnen zijn op de te verwachten rendementen. 2.2.7
Toezichtrisico
Een belegging in een onderneming die niet of verminderd is onderworpen aan financieel toezicht brengt risico’s met zich mee. U kunt daarbij denken aan risico’s op het gebied van continuïteit, vermogensscheiding, risicobeheer, deskundigheid, professionaliteit en betrouwbaarheid van de onderneming waarin wordt belegd en/of de beheerder van een beleggingsfonds waarin wordt belegd. 2.2.8
Psychologisch risico
Opinies, geruchten en tendensen kunnen gevolgen hebben op de koers en daarmee de waarde van financiële instrumenten. Dergelijke factoren – gefundeerd of ongefundeerd - kunnen de koers rechtstreeks op negatieve wijze beïnvloeden, ook al zijn de vooruitzichten van de onderneming of bijvoorbeeld een uitgevende overheid goed.
3.
Specifieke kenmerken en risico’s van financiële instrumenten
3.1
Aandelen
Een aandeel is een bewijs van deelneming in het kapitaal van een onderneming. Hieraan zijn in de regel ook stemrecht en een recht op dividend (winstdeling) aan verbonden. Als aandeelhouder bent u in feite voor een deel eigenaar van de onderneming. Aandelen kunnen in meerdere verschijningsvormen voorkomen en de risico’s kunnen hier van afhankelijk zijn. Zo bestaan naast courante aandelen (aandelen die zijn genoteerd aan een officiële beurs en waarin regelmatig wordt gehandeld) ook incourante aandelen. De waarde van uw aandeel en de hoogte van de dividenduitkering zijn onder andere afhankelijk van de resultaten van de onderneming. Gaat het goed met een onderneming dan deelt u mee in de winst door een hogere koers en/of het ontvangen van dividend. Gaat het slecht met een onderneming en wordt geen of minder winst gemaakt, dan zal over het algemeen de koers van het aandeel dalen en zal veelal geen dividend worden uitgekeerd. In extreme situaties, 60
bijvoorbeeld in geval van faillissement van de onderneming kan de waarde van het aandeel zelfs teruglopen naar nul. Daarnaast kunnen aandelenkoersen sterk fluctueren door bijvoorbeeld te reageren op positieve of negatieve berichten, zowel over de macro-economische ontwikkelingen als over de onderneming zelf (bijvoorbeeld berichten over slecht management). Het risico kan bovendien per onderneming sterk verschillen. De handel in incourante aandelen verloopt doorgaans minder gemakkelijk, omdat er weinig of geen vraag en/of aanbod voor bestaat of niet regelmatig in wordt gehandeld. Een omvangrijke aan- of verkoop wordt direct vertaald in een stijgende op dalende koers. Bij de aan- of verkoop van incourante aandelen bestaat tevens het risico dat niet op het gewenste moment kan worden gehandeld. Soms kunnen ook courante aandelen door acute (economische) ontwikkelingen, bijvoorbeeld een bericht over frauduleuze praktijken, onverhandelbaar worden. Kortom, aandelen bieden een onzeker rendement, terwijl u tevens de kans loopt uw inleg te verliezen. 3.1.2
Certificaten van aandelen
Certificaten van aandelen zijn financiële instrumenten die originele aandelen vertegenwoordigen. Bij certificering van aandelen verkrijgt meestal een Administratiekantoor de aandelen. Het Administratiekantoor geeft hiertegenover certificaten uit. Het Administratiekantoor is de juridische eigenaar van de aandelen terwijl de certificaathouder economisch belanghebbende wordt. Niet alle rechten die zijn verbonden aan aandelen, zijn ook van toepassing op certificaten van aandelen. Vaak is bijvoorbeeld het aan aandelen verbonden stemrecht uitgesloten. Onderscheid kan worden gemaakt tussen niet-royeerbare, beperkt royeerbare en royeerbare certificaten. Met royeerbaar wordt bedoeld inwisselbaar (door de certificaathouder) tegen het onderliggende aandeel. Bij (onbeperkt) royeerbare certificaten is deze inwisselbaarheid er te allen tijde. Bij nietroyeerbare certificaten is deze inwisselbaarheid er in het geheel niet en bij beperkt royeerbare aandelen, alleen onder bepaalde omstandigheden of voorwaarden. De risico’s zijn in principe dezelfde als de risico’s van (gewone) aandelen. 3.1.3
Preferente aandelen
Preferente aandelen beogen de houder ervan een voordeel te geven boven de ‘gewone’ aandeelhouders. Deze voordelen zijn opgenomen in de statuten van de onderneming. Preferente aandelen kunnen worden onderverdeeld in preferente financieringsaandelen en preferente beschermingsaandelen. Preferente financieringsaandelen geven voor alle overige aandelen het recht op een vast dividend en worden bij ontbinding van de uitgevende onderneming voor de andere terugbetaald. Preferente beschermingsaandelen geven geen vast recht op dividend maar zijn met name bedoeld ter bescherming van de onderneming tegen ongewenste overnames. De risico’s van preferente aandelen zijn over het algemeen vergelijkbaar met de risico’s van ‘gewone’ aandelen. 3.1.4
Cumulatief preferente aandelen
Cumulatief preferente aandelen geven net als preferente aandelen recht op een vast jaarlijks dividend. Als de onderneming minder presteert en besluit geen dividend uit te keren, dan blijft het recht op (een deel van) het dividend bij deze aandelen bestaan. Op het moment dat de onderneming weer beter presteert (bijvoorbeeld als de onderneming weer winst maakt) en besluit de dividenduitkering te hervatten, dan wordt met terugwerkende kracht het dividend bij voorrang uitbetaald aan de houder van een cumulatief preferent aandeel. De volgorde zal over het algemeen zijn dat eerst de cumulatief preferente aandeelhouders het dividend ontvangen dat ze nog ‘tegoed’ hadden over de jaren waarin geen dividend werd uitgekeerd, vervolgens het dividend over het afgelopen jaar ontvangen, waarna de gewone aandeelhouders (pas) hun dividend ontvangen. De risico’s van cumulatief preferente aandelen zijn over het algemeen vergelijkbaar met de risico’s van ‘gewone’ aandelen.
61
3.2
Beleggingsfondsen
Over het algemeen kan een beleggingsfonds worden omschreven als een door beleggers (ook wel: participanten) bijeengebracht vermogen dat door een beheerder collectief wordt belegd in financiële instrumenten of een ander beleggingsfonds. De beleggers besteden zo het beheer van hun beleggingen uit aan de beheerder van het beleggingsfonds. Dit is veelal een gespecialiseerd vermogensbeheerder. De beleggingen van een beleggingsfonds kunnen zich richten op bepaalde financiële instrumentencategorieën zoals aandelen, obligaties, onroerend goed of een mix daarvan. Beleggingsfondsen worden buiten de instrumentencategorie ook wel onderverdeeld naar het soort bedrijfstak/onderneming (bijvoorbeeld informatietechnologie, banken, verzekeraars), regio (bijvoorbeeld wereldwijd, Europa, Amerika, Azië) of thema (bijvoorbeeld duurzaam of innovatie) waarin wordt belegd. Er bestaan open-end beleggingsfondsen en closed-end beleggingsfondsen. Open-end beleggingsfondsen zijn beleggingsfondsen waarbij toe- en uittreding door de belegger onbeperkt en dus relatief eenvoudig mogelijk is. Het aantal uitstaande deelnemingsrechten (door een belegger te verhandelen participaties in een beleggingsfonds) is niet begrensd en de waarde wordt in hoofdzaak bepaald door de waarde van de in het beleggingsfonds berustende activa (de in het fonds aanwezige beleggingen). Closed-end beleggingsfondsen zijn beleggingsfondsen waarbij het aantal uitgereikte deelnemingsrechten wel vastligt. Tijdens de looptijd is in- en uittreding in de regel niet, of slechts onder voorwaarden mogelijk waardoor participaties in closedend beleggingsfondsen niet (gemakkelijk) verhandelbaar zijn. Dit brengt het risico met zich mee dat de participaties bij tegenvallende resultaten niet of niet op een door de belegger gewenst moment van de hand kunnen worden gedaan. Buiten de risico’s die open- en closed-end beleggingsfondsen met zich mee brengen kleven er risico’s aan de instrumentencategorie(ën) waarin de beleggingsfondsen beleggen. In zijn algemeenheid kan worden gezegd dat alle risico’s die kleven aan de desbetreffende (mix van) instrumentencategorie(ën) (zoals aandelen, obligaties, onroerend goed etc.) ook kunnen gelden voor het desbetreffende beleggingsfonds. Het risico is met andere woorden afhankelijk van de samenstelling van de portefeuille van het beleggingsfonds. Beleggen in beleggingsfondsen biedt nog al eens de mogelijkheid om te beleggen in markten die (relatief) moeilijk toegankelijk zijn. Daarbij komt dat de risico’s van beleggen in principe relatief kleiner worden door de spreiding van de beleggingen binnen het beleggingsfonds. Ook bij het beleggen in beleggingsfondsen blijft echter van belang de spreiding in de gaten te houden. Met andere woorden: in geval van een eenzijdige keuze van beleggingsfondsen kan de portefeuille zich (te) eenzijdig op bijvoorbeeld één sector van de markt of regio richten. Bij beleggingsfondsen is een prospectus en financiële bijsluiter in beginsel verplicht. Hierin staat relevante informatie over het beleggingsfonds, zoals de kosten en de specifieke risico’s. SNS Securities beveelt met klem aan deze documentatie aandachtig te bestuderen alvorens te beleggen in een beleggingsfonds. In het navolgende worden enkele specifieke vormen van beleggingsfondsen nader beschreven. 3.2.2
Aandelenfondsen
Een aandelenfonds is een beleggingsfonds dat in aandelen belegt. De waarde van een aandelenfonds wordt bepaald door de waarde van de onderliggende aandelen waarin het aandelenfonds belegt. Aandelenfondsen worden doorgaans beschouwd als de meest risicovolle categorie beleggingsfondsen. Omdat de resultaten van bedrijven (die de onderliggende waarde
62
van een dergelijk fonds uiteindelijk vertegenwoordigen) sterk kunnen fluctueren, kunnen ook de resultaten van deze fondsen sterk fluctueren. 3.2.3
Vastgoedfondsen
Vastgoedfondsen kunnen zowel beleggen in beursgenoteerde als niet-beursgenoteerde fondsen die op hun beurt weer beleggen in vastgoed. Beleggen in vastgoed is doorgaans risicovoller dan beleggen in obligatiefondsen, maar veiliger dan beleggen in aandelenfondsen. Een aanmerkelijk risico van een belegging in een vastgoedfonds is het renterisico. Rentewijzigingen hebben invloed op de onderliggende waarde van het vastgoed, hetgeen vervolgens consequenties kan hebben op bijvoorbeeld nieuw af te sluiten huurcontracten. 3.2.4
Obligatiefondsen
Een obligatiefonds is een beleggingsfonds dat in obligaties belegt. Obligaties zijn verhandelbare schuldbewijzen die deel uitmaken van een grotere lening uitgegeven door een onderneming of een overheid. Een obligatiefonds belegt onderliggend in verschillende obligaties. 3.2.5
Geldmarktfondsen
De geldmarktfondsen beleggen in deposito’s en obligaties met een korte resterende looptijd (tot maximaal 1 jaar). Daarnaast worden ook andere liquide instrumenten ingezet, waarbij geldt dat kapitaal voor een korte periode veilig wordt belegd. Het te lopen risico bij een geldmarktfonds wordt gezien de korte looptijd van de beleggingen die de fondsmanager pleegt onder meer bepaald door de geldmarktrente. Deze wordt ook wel de korte rente genoemd. 3.2.6
Mixfondsen
Een mixfonds combineert aandelen, obligaties, vastgoed, edele metalen en eventueel liquide vermogen (cash) met als doel een rendement te behalen in combinatie met een gematigd risico. De achterliggende gedachte is dat de spreiding over deze soorten beleggingen zorgt voor een vermindering van het risico. Tussen mixfondsen onderling bestaan grote verschillen in de percentages aandelen en obligaties in portefeuille en dus ook grote verschillen tussen het risico en het verwachte rendement. Het is bij deze categorie dan ook zeer aan te bevelen om eerst het beleggingsbeleid te bestuderen alvorens in een mixfonds te investeren.
3.2.7 ETF’s of Trackers Exchange Traded Funds (ETF's) oftewel Trackers, zijn beleggingsfondsen die zo nauwkeurig mogelijk een index volgen. Een Tracker heeft als doel om beleggers hetzelfde rendement te bieden als de onderliggende index. Deze onderliggende index kan een aandelenindex zijn maar ook andere beleggingscategorieën zoals obligaties, grondstoffen en valuta’s). De koers van een Tracker wordt vooral bepaald door de stand van de onderliggende index. Ook opgebouwd dividend en doorberekende beheerskosten spelen een rol. Daarnaast zijn natuurlijk vooral koop- en verkooporders op de beurs bepalend voor de koers. De risico's van een Tracker zijn in het algemeen hetzelfde als bij een directe investering in de onderliggende index. Kijk dus voor de algemene beleggingsrisico’s van de Tracker naar de risico’s zoals die zijn beschreven voor de onderliggende waarde, bijvoorbeeld aandelen of obligaties. Daarnaast is het mogelijk dat de Tracker ondanks het doel ervan, toch afwijkt van de index. Dit kan nadelig uitwerken voor de belegger. Als bijvoorbeeld de liquiditeit van een Tracker laag is, resulteert dat vaak in een hogere bied/laat spread op de beurs. Ook daardoor kan het rendement van de Tracker afwijken van het rendement van de onderliggende index. U heeft dus geen garantie dat de koers van de Tracker de index exact volgt. De mate waarin het rendement van de Tracker afwijkt van het rendement van de onderliggende index wordt “Tracking Error” genoemd. 63
Belangrijk is wie de uitgevende instelling (meestal een fondsbeheerder) van de Tracker is, en of deze voldoende solide is, net zoals dat geldt bij obligaties. Als deze partij niet aan zijn verplichtingen voldoet is er kans dat de Tracker waardeloos wordt. “Klassieke” Trackers bestaan vaak uit een effectenportefeuille waarin rechtstreeks belegd wordt in de onderliggende index. Maar er bestaan ook synthetische Trackers, waarbij de uitgevende instelling meer afhankelijk is van derde partijen, waarmee zij derivaten heeft afgesloten, of aan welke zij haar eigen effecten heeft uitgeleend. Als die derde partijen niet voldoen aan hun verplichtingen kan de Tracker waardeloos worden, ook al presteert de onderliggende index goed. Synthetische Trackers worden beschouwd als risicovoller. Bij de uitgevende instelling van de Tracker kunt u nagaan, bijvoorbeeld door middel van het prospectus, of sprake is van een synthetische Tracker en wat de specifieke risico's daarvan zijn. 3.2.8
Hedgefondsen
Hedgefondsen zijn beleggingsfondsen die via geavanceerde beleggingsstrategieën proberen te profiteren van zowel koersstijgingen als -dalingen van aandelen, obligaties en afgeleide instrumenten (bijvoorbeeld opties). De fondsmanager van een hedgefonds belegt vaak volgens een long/short-beleggingsmodel. Dat wil zeggen: de fondsmanager koopt financiële instrumenten waarvan een relatieve koersstijging wordt verwacht (longpositie) en verkoopt financiële instrumenten die de fondsmanager niet in bezit heeft (shortpositie). Dat laatste gebeurt bijvoorbeeld door aandelen waarvan een relatieve koersdaling wordt verwacht te ‘lenen’ en door te verkopen, en om deze terug te kopen zodra de verwachte koersdaling een feit is. Hedgefondsen kunnen hierdoor onafhankelijk van de markt bewegen, en zowel in opgaande als neergaande markten resultaten behalen. Het rendement van het fonds wordt voorts beïnvloed door het valutarisico dat bestaat tussen de valuta’s van de onderliggende hedgefondsen en de valuta’s van de beleggingen van de onderliggende hedgefondsen. De nadruk ligt bij een hedgefonds veelal op het behalen van een absoluut rendement en niet zozeer op het beter presteren dan een index. Aangezien het selecteren van hedgefondsen, die niet altijd als beleggingsfonds onder financieel toezicht staan, een behoorlijke inspanning vergt, kiezen beleggers nogal eens voor een belegging in hedgefondsen via een ‘fund of hedge funds’. Deze funds of hedge funds beleggen veelal in (verschillende) andere hedgefondsen. De risico’s die gepaard gaan met de financiële instrumenten waarin de hedgefondsen beleggen – eventueel via een fund of hedge funds constructie - kunnen in hoofdzaak ook worden toegerekend aan een belegging in het hedgefonds zelf. Hedgefondsen zijn nogal eens gevestigd in landen met een verminderd of geen financieel toezicht. 3.3
Structured Products
Structured Products kunnen worden omschreven als beleggingsproducten, die op een complexe wijze in één of meer vermogenscategorieën beleggen (in veel gevallen met behulp van een ingewikkelde optiestructuur). Juridisch gezien zijn het veelal (bedrijfs)obligaties waarbij u een vordering op de uitgevende onderneming verkrijgt. Echter qua werking en risico’s zijn Structured Products meestal niet goed vergelijkbaar met (bedrijfs)obligaties. Stuctured Products kunnen van elkaar verschillen door bijvoorbeeld opbouw, risico’s en structuur. Een grove indeling kan worden gemaakt tussen Certificaten, Garantieproducten en High Yield producten. Binnen deze soorten (met ieder eigen kenmerken en risico’s) zijn weer verschillende varianten denkbaar, waarbij de verschillende elementen van deze varianten met elkaar kunnen
64
worden gecombineerd. Het is daarom van belang om bij een belegging in Structured Products bijbehorende productinformatie zoals de brochure en het prospectus zorgvuldig te bestuderen. 3.4
Certificaten
Certificaten hebben betrekking op diverse onderliggende waarden, zoals een index, grondstof, valuta, regio of land. Een certificaat volgt vaak lineair de koersontwikkeling van de onderliggende index of aandelen. De risico’s van een belegging in certificaten zijn te vergelijken met een belegging in de onderliggende waarde zelf. Zo gelden voor certificaten dus ook een marktrisico, renterisico, wisselkoersrisico en een kredietrisico. Als de koers van de onderliggende waarde stijgt, stijgt de waarde van het certificaat vaak één-opéén. Het omgekeerde geldt bij een koersdaling. Echter, bij sommige certificaten volgt de koers van het certificaat niet één-op-één de koersbewegingen van de onderliggende waarde, bijvoorbeeld omdat er een valutacomponent aanwezig is of binnen het certificaat vreemd vermogen wordt aangetrokken. Een belegging in een index door middel van een certificaat is veelal goed gespreid over sectoren. Over het algemeen zal een dergelijke belegging daarom minder risicovol zijn dan een belegging door middel van een Certificaat in één sector. Certificaten hebben over het algemeen geen afloopdatum. 3.5
Garantieproducten
Garantieproducten zijn een serie producten waarmee u belegt in bijvoorbeeld een index, een specifieke sector of een selectie aandelen of meerdere aandelenindices, terwijl (een gedeelte van) de nominale inleg beschermd is doordat veelal de uitgevende onderneming een garantie aan het eind van de looptijd afgeeft om de nominale inleg of een gedeelte daarvan terug te betalen. Beleggen in een garantieproduct betekent niet dat deze belegging geheel vrij is van risico. De garantiewaarde geldt alleen op de einddatum. Bovendien kunt u afhankelijk van het soort garantieproduct kiezen voor volledige bescherming of gedeeltelijke bescherming. In geval van tussentijdse verkoop worden de stukken tegen de dan geldende koers verkocht, die mogelijk onder de garantiewaarde of de nominale waarde kan liggen waarvoor de garantieproducten (bij uitgifte) zijn aangeschaft. Het rendement van deze belegging wordt onder meer afhankelijk gesteld van de onderliggende waarde en het garantieniveau. Afhankelijk van ontwikkeling van de onderliggende waarde kan een jaarlijkse coupon (winstdeling) worden uitgekeerd. Het rendement kan van jaar tot jaar verschillen. 3.6
Obligaties
Een obligatie is een schuldbekentenis die deel uitmaakt van een openbare lening van gelden door de overheid (staatsobligatie) of een onderneming (bedrijfsobligatie). Een belegging in obligaties betekent in feite het uitlenen van vermogen aan een uitgevende overheid of onderneming. Het vermogen behoort dan tot het vreemde vermogen van de uitgevende onderneming of overheid. Als tegenprestatie voor deze lening (inleg) ontvangt de belegger veelal periodiek - rente over deze lening (de coupon). Obligaties kennen een veelheid aan verschijningsvormen en daarmee gepaard gaande eigenschappen en risico’s. SNS Securities beveelt u aan de beschikbare productinformatie zoals bijvoorbeeld financiële bijsluiters en prospectussen aandachtig te bestuderen alvorens te beleggen in obligaties. 3.6.2
Rente
De rente kan vooraf worden vastgesteld (vaste coupon) en gedurende de looptijd van de obligatie onveranderd blijven. Ook bestaan er obligaties die het recht geven op een variabele coupon. De coupon is dan afhankelijk van één of een aantal factoren zoals bijvoorbeeld de koers van de 65
obligatie, de winst van de uitgevende onderneming (winstdelende obligaties en inkomstenobligaties) of de fluctuerende marktrente (floaters). Ook kan de coupon worden bepaald aan de hand van een samenstel van factoren en een rekenformule. Een voorbeeld daarvan is het berekenen van de coupon door middel van vier maal het verschil tussen de lange en korte marktrente vermeerderd met een bepaalde opslag. Dit is het geval bij bijvoorbeeld sommige zogenaamde steepener obligaties. De coupon is kort gezegd afhankelijk van het versteilen van de rentecurve. Daarnaast bestaan er obligaties waarop geen coupon wordt uitbetaald (zerobonds). Het rendement op deze obligaties wordt verkregen uit het verschil tussen de uitgiftekoers en de latere aflossingskoers. Kortom, in geval van een variabele rente kan de coupon gedurende de looptijd stijgen en dalen. 3.6.3
Looptijd
De looptijd van een obligatie kan vooraf worden vastgesteld (vaste looptijd). Ook kan de looptijd feitelijk oneindig zijn en in het geheel niet worden afgelost (perpetueel) of afhankelijk zijn van het moment waarop de overheid of onderneming besluit tot beëindiging (aflossing) over te gaan. Een obligatie met een vaste looptijd en een vaste coupon wordt beschouwd als een relatief veilige belegging. Toch is ook ingeval van een dergelijke obligatie het niet zeker dat de lening zal worden terugbetaald. De uitgevende onderneming of overheid kan in betalingsproblemen komen en niet meer in staat zijn om de obligatie af te lossen (debiteurenrisico). De kredietwaardigheid van de uitgevende onderneming of overheid is derhalve van belang. Doorgaans geldt hoe hoger de coupon, des te hoger het debiteurenrisico. Indien een uitgevende onderneming of overheid in betalingsproblemen geraakt kan dit naast het risico dat de inleg niet meer (geheel) wordt terugbetaald ook met zich mee brengen dat de coupon (tijdelijk) worden gestaakt (renterisico). Onder deze omstandigheden worden dergelijke obligaties ook wel de (althans enkele) kenmerken van aandelen toegedicht. 3.6.4
Achtergesteld vermogen
Obligaties kunnen ook achtergesteld worden uitgegeven, zogenaamde achtergestelde obligatieleningen. Ingeval van faillissement van de uitgevende onderneming of overheid zullen eerst onder meer de uitstaande schulden aan de Belastingdienst en de curator worden voldaan uit de boedel. Dan pas volgen de obligatiehouders en daarna pas de achtergestelde obligatiehouders. Kortom, indien de obligatie niet achtergesteld is, een vaste looptijd en een vaste rentevergoeding kent, is een dergelijke obligatie een relatief veiligere belegging dan bijvoorbeeld een belegging in aandelen. 3.6.5
Converteerbare obligaties en reverse exchangeables / reverse convertibles
Sommige financiële instrumenten hebben kenmerken van zowel aandelen als obligaties. Dit zijn zogenaamde converteerbare obligaties of reverse exchangeables/reverse convertibles. De risico’s worden vaak ‘gecompenseerd’ door een relatief hoge coupon. De belegging zelf kan bijvoorbeeld door de conversie echter uiteindelijk minder winstgevend zijn. Converteerbare obligaties kunnen onder bepaalde voorwaarden gedurende een bepaalde periode worden omgewisseld tegen aandelen in de onderneming die de obligatie heeft uitgegeven of tegen aandelen in een andere onderneming. Onder voorwaarden heeft de belegger de keuze tot conversie (omzetting) of betaling in contanten. De coupon is in de regel om deze reden iets lager dan een gewone obligatie. Een ‘reverse exchangeable’ (ook wel reverse convertible) is de Engelse term voor een ‘omgekeerde converteerbare obligatie’. Bij deze obligatie heeft niet de belegger het recht om op afloopdatum de obligatie in aandelen om te wisselen, maar is het aan de uitgevende onderneming om te beslissen of zij de nominale waarde 66
van de obligatie uitbetaalt in contanten of in aandelen. Het risico voor de belegger bestaat hieruit dat als wordt afgelost met aandelen, die aandelen op dat moment een lagere waarde vertegenwoordigen dan de nominale waarde van de reverse exchangeable. Tegenover dit risico staat de relatief hoge coupon, die de belegger jaarlijks ontvangt. De risico’s van de converteerbare obligaties zijn vergelijkbaar met die van gewone bedrijfsobligaties. De risico’s van reverse exchangeable obligaties zijn vergelijkbaar met het beleggen in aandelen. Het verliezen van uw gehele belegging is ook in dit geval mogelijk. SNS Securities raadt met klem aan om in geval van een voorgenomen belegging in converteerbare obligaties en reverse exchangeables / reverse convertibles de specifieke risico’s en kenmerken goed te bestuderen. De werking en risico’s kunnen niet vergelijkbaar worden geacht met die van obligaties. 3.6.6
Asset-backed obligaties
Asset-backed obligaties zijn financiële instrumenten die worden gefinancierd met de kasstroom gegenereerd uit een portefeuille van activa. Deze activa zijn verstrekt als zakelijk onderpand. Het samenvoegen van activa maakt dat anders kleine – en weinig rendabele investeringen - toch kunnen worden verhandeld. Door het spreiden van de activa probeert de uitgevende onderneming het risico te spreiden. Securisering stelt deze activa als investering beschikbaar aan een grote groep beleggers. Over het algemeen geldt dat gesecuriseerde activa veelal illiquide van aard zijn. De financiële activa opgenomen in de portefeuille van asset-backed obligaties, strekken zich uit van bijvoorbeeld hypotheken en creditcardschulden tot autofinancieringen. De rentebetaling en terugbetaling van de hoofdsom zijn afhankelijk van het aantal defaults in de portefeuille van onderliggende waarden. Met andere woorden: de aflossing is afhankelijk van de financiële gezondheid van de onderliggende bedrijven. 3.6.7
Inflation linked obligaties
Inflation linked obligaties zijn obligaties waarvan de waarde is gerelateerd (gelinked) aan de inflatie. Inflatie is het minder waard worden van geld naarmate de tijd verstrijkt, ook wel geldontwaarding genoemd. De rentevergoeding van inflation linked obligaties wordt doorgaans verhoogd als de inflatie toeneemt. De koopkracht van de uitbetalingen blijft op deze manier op pijl. Ook de hoofdsom van de obligatie stijgt (in de meeste, maar niet alle, gevallen) met het inflatiepercentage per jaar. Als de obligatie aan het einde van de looptijd afgelost wordt, dan krijgt u een bedrag retour dat dezelfde koopkracht vertegenwoordigt als toen de obligatie werd gekocht. Inflation linked obligaties hebben als doelstelling de belegger te beschermen tegen (hoge) inflatie in te toekomst. 3.6.8
High yield obligaties
Het kredietrisico van een obligatie wordt weergegeven door een kredietbeoordeling. De kredietbeoordeling wordt gedaan door instellingen als Standard & Poor’s en Moody’s. Obligaties met de beoordeling BBB- en hoger zoals toegekend door Standard & Poor’s of Baa3 en hoger door Moody’s worden investment grade obligaties genoemd. Obligaties met een lagere kredietbeoordeling dan BBB- of Baa3 worden non-investment grade obliagties genoemd. Andere benamingen voor non-investment grade obligaties zijn high yield obligaties of junk obligaties. In de regel is de rentevergoeding op high yield obligaties hoger dan op investment grade obligaties. Immers, hoe lager de kredietbeoordeling hoe groter de kans dat de betreffende onderneming zijn verplichtingen niet kan nakomen en dus de lening geheel of gedeeltelijk niet kan terugbetalen. De hogere rentevergoeding is dus een compensatie voor de hogere mate van risico (vooral faillissementrisico) van deze obligaties.
67
3.7
Liquiditeiten
Het aanhouden van liquiditeiten is ook een vorm van beleggen. Liquiditeiten kunnen worden gestort op een rekening courant, met een variabele rentevergoeding, met als voordeel dat u te allen tijde over de liquiditeiten kan beschikken. Liquiditeiten kunnen ook worden vastgezet voor een bepaalde termijn. Dit gebeurt vaak op een (termijn)deposito, met veelal een vaste rentevergoeding. De rentevergoeding zal doorgaans hoger zijn wanneer de liquiditeiten voor een langere termijn worden vastgezet. 3.8
Derivaten
Derivaten zijn van financiële instrumenten afgeleide producten. Dit betekent dat de waarde van een derivaat afhankelijk is van de prijsontwikkeling van een ander financieel instrument, zoals een aandeel of index of een andere onderliggende waarde, zoals valuta. Derivaten zijn verhandelbare rechten en plichten van koop of verkoop. Het leveren of afnemen van de onderliggende waarde is mogelijk door fysieke levering of door verrekening in contanten. De fysieke levering wordt doorgaans vervangen door een ‘cash settlement’, zoals bijvoorbeeld bij indexopties of indexfutures waarbij het leveren van de onderliggende waarde niet mogelijk of niet wenselijk is. Dit betekent dat het verschil tussen de uitoefenprijs en de afrekeningkoers tussen partijen wordt afgerekend en geen levering van de onderliggende waarde plaats heeft. Het uitoefenen van een optie dient overigens aan de beurs kenbaar te worden gemaakt, bij gebreke waarvan een afrekening en niet de levering van de onderliggende waarden zal volgen. Voorbeelden van derivaten zijn opties, futures en warrants (zie hierna). Beleggingen in derivaten brengen hoge risico’s met zich mee met name vanwege de onvoorspelbare waardeontwikkeling van het onderliggende financieel instrument en de hefboomwerking. Ze zijn daarom meer geschikt voor de ervaren belegger. 3.8.2
Hefboom
De meeste derivaten worden gekenmerkt door een hefboomwerking. Dit geldt in ieder geval voor opties, futures en turbo’s. De mogelijke winst van dit soort transacties kan procentueel hoger zijn dan de mogelijke winst op de onderliggende waarde, omdat kan worden volstaan met een geringere investering, terwijl de winstkansen gelijk zijn. U heeft dus relatief meer voordeel van een beweging in de onderliggende waarde, dan wanneer u direct in de onderliggende waarde belegt. Tegenover de hoge winsten die kunnen worden bereikt door deze ‘hefboomwerking’ staan uiteraard ook grote verliezen, die onder omstandigheden zelfs meer kunnen bedragen dan de ingelegde investering. 3.9
Turbo’s en speeders
Met turbo’s en speeders kan worden gespeculeerd op koersbewegingen van de onderliggende waarden. De onderliggende waarden kunnen bijvoorbeeld aandelen, indices, valuta of grondstoffen (commodities) zijn. De aankoopprijs (investering) bedraagt slechts een deel van de onderliggende waarde; de rest wordt gefinancierd door de onderneming die de turbo’s en/of speeders uitgeeft. Deze financiering brengt kosten met zich mee, die zijn verrekend in de koers van de desbetreffende turbo of speeder. Een relatief kleine beweging van de onderliggende waarde kan een vele malen hogere waardeverandering van de turbo of speeder met zich meebrengen. Turbo’s en speeders hebben dus veelal een sterke hefboomwerking. De turbo of speeder wordt, ongeacht latere koerswijzigingen, afgewikkeld op het moment dat de onderliggende waarde een bepaald niveau bereikt. Op dat moment kan er een uitkering plaatsvinden, maar het kan ook voorkomen dat de investering volledig teniet is gegaan. Een turbo of speeder is gecompliceerder dan aandelen of obligaties en is bedoeld voor gevorderde beleggers, die bekend zijn met onder meer de hefboomwerking. Turbo’s of speeders kunnen geschikt zijn als aanvulling op een portefeuille, maar worden primair gezien als speculatieve instrumenten met een hoog risico op verlies van de investering. 68
3.10
Warrants
Een warrant vertegenwoordigt het recht om gedurende een vastgestelde periode een bepaald aantal (certificaten van) aandelen of obligaties (of in een enkel geval een bepaalde hoeveelheid vreemde valuta) te kopen en/ of te verkopen tegen een vooraf vastgestelde prijs van de onderneming die ze beschikbaar heeft gesteld. De risico’s die zijn verbonden aan warrants zijn vergelijkbaar met de risico’s die zijn verbonden aan het kopen van opties, waarover hierna meer. 3.11
Opties
Een optie is een gestandaardiseerd contract waarmee de koper het recht krijgt gedurende een vastgestelde termijn (uitoefenperiode of looptijd) een vaste hoeveelheid van een onderliggende waarde tegen een vastgestelde koers (overeengekomen uitoefenprijs) te kopen (call) of te verkopen (put). Met onderliggende waarde wordt bedoeld een vast aantal aandelen of obligaties, een hoeveelheid van een product of grondstof, een index of valuta. Indien de koper een positie heeft aangeschaft, wordt ook wel gesproken van een gekochte positie (long positie). Indien de koper een optie heeft geschreven, wordt ook wel gesproken van een verkochte positie (short positie). Zolang de uitoefenperiode nog niet voorbij is, kan de koper via de beurs altijd weer van zijn (geschreven) opties af. In dat geval sluit de koper zijn positie. Indien de koper een optie heeft aangeschaft, dan hoeft deze daar vanzelfsprekend geen gebruik van te maken. Als de koper de optie niet sluit, dan zal die aflopen aan het einde van de uitoefenperiode (expiratiedatum). Als de koper een verplichting op zich heeft genomen (schrijven van een optie), dan wordt het al dan niet nakomen – mits de koper de positie niet tussentijds heeft gesloten - niet door de koper bepaald. 3.11.2 Calloptie De koper van een calloptie heeft het recht om de onderliggende waarde te kopen. Men koopt een calloptie als men verwacht dat de onderliggende waarde zal stijgen. Omdat de koper het recht heeft in een bepaalde periode de stukken voor de vooraf vastgestelde (en naar diens verwachting dus een lagere dan de koers op de beurs) prijs te kopen, ziet de koper zijn winst in het verschil tussen de vastgestelde uitoefenprijs en de beurskoers van het aandeel op het moment van uitoefenen. Het risico ligt besloten in het tegenovergestelde scenario dat zich zou kunnen voordoen waarbij de koers van de onderliggende waarde daalt en de koper bij uitoefening juist duurder uit is. Als schrijver (verkoper) van een calloptie gaat men uit van een waardedaling van de onderliggende waarde. Als de koper zijn recht tot afnemen wil uitoefenen, heeft de verkoper de verplichting de onderliggende waarde te leveren tegen de overeengekomen uitoefenprijs. De koper doet dat normaalgesproken alleen als die prijs gunstiger is dan de beurskoers. Hierin ligt het risico van de verkoper besloten; als deze de onderliggende waarden niet in zijn bezit heeft, zal hij deze stukken alsnog op de beurs voor een hogere prijs moeten aanschaffen om ze vervolgens te kunnen leveren. Als schrijver van een calloptie is het verlies daardoor – in theorie – onbeperkt. 3.11.3 Putoptie De koper van een putoptie heeft het recht om de onderliggende stukken te verkopen. Men koopt een putoptie als men verwacht dat de onderliggende waarde zal dalen. De winst bestaat dan uit de uitoefenprijs die hoger is dan de actuele beurskoers van de onderliggende waarde. De schrijver van een putoptie heeft de verplichting om bij uitoefening de onderliggende waarde af te nemen. De schrijver van een putoptie gaat ervan uit dat de overeengekomen uitoefenprijs lager is dan de beurskoers. Hij denkt dat de beurs gaat stijgen. De koper stelt zich bloot aan het risico de onderliggende waarde te moeten kopen tegen een uitoefenprijs die veel hoger is dan de actuele beurskoers.
69
3.11.4 ‘Schrijven’ Het ‘schrijven’ van een optie houdt in dat men als openingstransactie een optie verkoopt (opening sell) en daarmee de plicht heeft om de onderliggende waarde te leveren (in geval van een calloptie) of af te nemen (in geval van een putoptie) tegen de uitoefenprijs van de optie. Dit wordt ook wel ‘short gaan’ genoemd. Als vergoeding voor het lopen van dit risico ontvangt de ‘schrijver’ een premie. Indien men een calloptie ‘schrijft’ zonder dat de onderliggende stukken in de portefeuille zijn opgenomen wordt ook wel ‘ongedekt schrijven’ genoemd. Een geschreven putoptie wordt altijd als ongedekt aangemerkt. Om de onderliggende waarde op verzoek te kunnen afnemen danwel te kunnen leveren, moet de ‘schrijver’ zekerheid – de zogenoemde ‘margin’ – op zijn effectenrekening aan te houden. Opties worden uitgegeven door de beurs waarop ze verhandeld worden. Als men wil handelen in opties dient dit te zijn overeengekomen in de dienstverleningsovereenkomst. 3.12
Futures
Een future is een op een beurs verhandelbaar gestandaardiseerd termijncontract in financiële instrumenten, vreemde valuta’s of een index. Door het openen van een futurepositie wordt een koersniveau van de onderliggende waarde gedefinieerd, van waaruit winsten of verliezen als gevolg van koersbewegingen van deze onderliggende waarde dagelijks worden verrekend. Bij een longpositie in een future (kopen) ontvangt de koper dagelijks het positieve verschil (vermenigvuldigd met de contractgrootte) tussen de slotkoers van de onderliggende waarde en die van de dag daarvoor. Bij een negatief verschil tussen beide koersen, wordt dit bedrag bij de koper in rekening gebracht. Bij een shortpositie (verkopen) geldt het tegenovergestelde. De onderliggende waarde van een future is wel veel omvangrijker dan die van een optiecontract. Een futurecontract staat in de regel voor 200 eenheden van de onderliggende waarde. Bij het aangaan van een futurepositie dient een waarborgsom (‘initial margin’) te worden gestort die moet verzekeren dat de koper of verkoper in staat is om bij sterke dagelijkse koersmutaties van de onderliggende waarde het koersverschil aan de tegenpartij te betalen. De futures die op de diverse beurzen worden verhandeld, zijn gestandaardiseerd. Dat wil zeggen dat de specificaties van de futures door de desbetreffende beurs zijn voorgeschreven en dat daar niet van kan worden afgeweken. De standaardisatie heeft onder andere betrekking op de contractgrootte, de looptijd, de expiratiedatum, de munteenheid en de leverings- of afrekeningscondities. Deze contractspecificaties van de futures worden door de beurzen gepubliceerd. De koers van de future is het enige variabele element. Een koper of verkoper van een future verwacht een verandering in de koers van de onderliggende waarde. De koper van een future profiteert van een stijging van de koers, de verkoper profiteert van een daling van de koers. Hierdoor is het mogelijk om met een juiste visie op de koersontwikkeling, koerswinst te realiseren. De vereiste ‘initial margin’ is slechts een klein deel van de onderliggende waarde van het termijncontract. Daardoor kan met een beperkt beginkapitaal een grote winst (of een groot verlies) worden gerealiseerd. Dit heet de hefboomwerking van een termijncontract. De hefboom werkt twee kanten op! De koers van een future kan – in theorie – vrijwel onbeperkt stijgen of dalen. Dit betekent dat een belegger die gebruikmaakt van futures in theorie een ongelimiteerd risico kan lopen. 3.13
Overig
Deze brochure kan niet alle kenmerken van alle effecten en de daaraan verbonden risico’s beschrijven. Bij het kiezen van beleggingen dient de cliënt een goede afweging te maken welke effecten binnen zijn of haar beleggingsdoelstelling vallen. Aan alle vormen van beleggen zijn in meer of 70
mindere mate risico’s verbonden. Met name het schrijven van ongedekte opties en termijncontracten (en opties op termijncontracten) kunnen zeer risicovol zijn. De cliënt dient alleen in deze risicovolle beleggingen te (doen) handelen indien de cliënt het (eventuele) verlies kan en wil dragen en zich terdege bewust is van de risico’s.
4.
Werkwijze en procedures
4.1
Soorten effectenorders
Bij het opgeven van een order kunt u van tevoren aangeven of u een limiet wilt aanbrengen voor de uitvoering van uw order, zodat u geen verplichtingen kunt aangaan waarvoor op dat moment geen financiële middelen beschikbaar zijn of dat de order dient te worden uitgevoerd tegen de eerstvolgende beurskoers. Euronext accepteert een groot aantal verschillende ordertypen, die wij niet zullen behandelen. Hierna wordt slechts ingegaan op de twee belangrijkste soorten orders. Gelimiteerde order Bij een gelimiteerde order wordt vooraf bepaald tegen welke koers een aankoop of verkoop mag worden afgewikkeld. Een order wordt na ontvangst ingebracht in het handelssysteem van de beurs. Zodra er een gelijke of hogere koers (bij verkoop) dan wel lagere koers (bij aankoop) tot stand komt nadat uw order op de beursvloer is aangekomen zal uw order geheel of gedeeltelijk worden uitgevoerd. Het handelssysteem op de beurs werkt in beginsel op basis van ‘first in - first out’. Het is daarom mogelijk dat de gelimiteerde koers tot stand komt en er niets of slechts een gedeelte wordt uitgevoerd. Van een deeluitvoering wordt, na de sluiting van de beurs, een nota gemaakt. Bestens order Een bestens order, voor zowel aankoop als verkoop, wordt uitgevoerd op de eerstvolgende koers(en) nadat een order op de beurs is aangekomen. Bij een bestens order is er geen afspraak gemaakt over de minimumprijs in geval van een verkooporder en de maximumprijs in geval van een kooporder, waartegen deze order dient te worden uitgevoerd. Meestal zal een bestens order in één transactie op de beurs worden afgewikkeld. Het is mogelijk dat een grotere order in delen wordt uitgevoerd waarbij meerdere, ook verschillende, koersen tot stand komen. Risico’s met betrekking tot het geven van een bestens order Na ontvangst van de bestens order zal de order zo snel mogelijk worden uitgevoerd tegen de op dat moment beschikbare prijzen in de markt. Tussen het moment van het geven van de opdracht en uitvoering daarvan kunnen zich zeer grote koersschommelingen voordoen. Dit kan betekenen dat de order wordt uitgevoerd tegen ofwel een zeer hoge, ofwel een zeer lage beurskoers, hetgeen zeer grote en voor de belegger ongewenste financiële risico’s kan inhouden. 4.2
Geldigheidsduur van een order
Dagorder Een opgegeven order is in beginsel een dagorder tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven. De geldigheidsduur van een dagorder is beperkt tot één dag. Als u een dagorder plaatst na beurssluiting is de geldigheidsduur tot het einde van de volgende beursdag. Van een niet uitgevoerde dagorder ontvangt u géén telefonische of schriftelijke bevestiging. Doorlopende order Een doorlopende order voor effecten is geldig tot een specifiek opgegeven datum. Bij optieorders is de geldigheidsduur voor een doorlopende order altijd gemaximeerd tot de expiratiedatum. Het is van belang voor uzelf daarvan goed overzicht te houden.
71
4.3
Procedure bij orderopgave en uitvoering
Acceptatie van uw order Als u een order wilt plaatsen is het van groot belang dat er zorgvuldig een aantal procedures wordt gevolgd. Een belangrijk aspect is de vraag of uw order geaccepteerd wordt. In twee gevallen zal uw order in ieder geval niet geaccepteerd worden: a u heeft onvoldoende bestedingsruimte om de aankoop van de gewenste effecten te kunnen betalen; b bij optie- en futuretransacties gelden zogenaamde marginverplichtingen. Indien u niet aan deze marginverplichtingen voldoet zullen geen openingstransacties of andere transacties waaruit financiële verplichtingen voortvloeien meer worden geaccepteerd. Uitvoering order niet altijd mogelijk Acceptatie leidt tot verwerking van uw opdracht, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden. Dit doet zich onder meer voor bij technische storing van onze informatieapparatuur en het uitvallen van de computerverbinding met de beurzen. Uw opdracht wordt – tenzij anders overeengekomen - zo spoedig mogelijk verwerkt. Ook bij extreme drukte of bij calamiteiten zowel op de beurs als bij SNS Securities, dient u er rekening mee te houden dat uw order niet of niet direct uitgevoerd kan worden.
5.
Bijzonderheden bij de dienstverlening
Keuzedividend In geval er sprake is van een keuzedividend wordt deze keuze door uw Beleggingsonderneming aan ons kenbaar gemaakt. Effectenkrediet Het is in beginsel mogelijk om op basis van uw effectenportefeuille krediet op te nemen, mits voldaan wordt aan de voorwaarden.
6.
Handel in opties
Handel in opties vereist kennis Wij gaan er vanuit dat u bekend bent met de termen en met de risico’s die zijn verbonden aan de handel in opties. Indien dit niet het geval is, dient u dit uitdrukkelijk kenbaar te maken teneinde u te laten adviseren. Voor nadere informatie omtrent de kenmerken en de risico’s van opties zie paragraaf 2: ‘Kenmerken van effecten en daaraan verbonden specifieke risico’s’. Bij optieorders is het van groot belang dat uw order duidelijk wordt opgegeven. Gelet op de grote verliezen die geleden kunnen worden, is het ongedekt schrijven van opties alleen geschikt voor ervaren beleggers die financieel in staat zijn om eventuele verliezen te dragen.
Marginverplichting Voor het ongedekt schrijven (verkopen) van opties gelden, ingevolge de Wet op het financieel toezicht, minimum dekkingseisen (margin). SNS Bank bepaalt dagelijks deze marginverplichting en informeert u zonodig daarover. Daarbij is SNS Bank vrij om meer dekking dan het voorgeschreven minimum te verlangen. Aan de dekkingseisen kan worden voldaan door een creditsaldo aan te houden op de geldrekening. Dekking kan ook worden gegeven op basis van de waarde van uw effectenportefeuille, echter maximaal voor de gebruikelijke bevoorschottingspercentages. De 72
berekening van de dekkingseis wordt dagelijks gemaakt en gecontroleerd. Indien u niet over voldoende saldo beschikt, ziet SNS Securities er op toe dat u binnen 5 werkdagen bijstort dan wel aanvullende zekerheid stelt, om aan de marginverplichtingen te voldoen. Indien u geen aanvullende zekerheden kunt stellen, sluit SNS Securities de posities op zo kort mogelijk termijn doch in ieder geval binnen de hiervoor vermelde termijn. U kunt, zo lang er sprake is van een margintekort, geen (nieuwe) openingstransacties verrichten of opdrachten geven tot effectentransacties waaruit financiële verplichtingen kunnen voortvloeien.
7.
Handel in futures
Handel in futures vereist kennis Bij futureorders is het van groot belang dat uw order duidelijk wordt opgegeven. SNS Securities gaat er vanuit dat u goed op de hoogte bent van de risico’s en de gebruikte termen. Voor nadere informatie omtrent de kenmerken en de risico’s van futures zie paragraaf 4.12. Gelet op de grote verliezen die geleden kunnen worden is het beleggen in futures alleen geschikt voor ervaren beleggers die financieel in staat zijn om eventuele verliezen te dragen.
73
COLOFON SNS Securit ies NV Nieuwezijds Voorburgwal 162 1012 SJ Amsterdam Postbus 235 1000 AE Amsterdam T +31 (0)20 550 8 5 44 E svs@snssecurit ies.nl www .svservices.nl januar i 2015
74