Verkiezingsprogramma 2010 - 2014
2
Inhoudsopgave Voorwoord Ten geleide Dit is het CDA! Verkiezingsspeerpunten
Deel I: Nieuwegeinse ontwikkelingen Deel II: Nieuwegein per beleidsterrein 1. Leefbaarheid en veiligheid 1.1 Gemeentelijk veiligheidsbeleid 1.2 Leefbaarheid in wijk en buurt 1.3 Publieke ruimte 2. Gezinnen, jongeren, ouderen en generatiebeleid 2.1 Gezinnen 2.2 Jongeren 2.3 Ouderen 3. Onderwijs 3.1 Kwalitatief goed onderwijs 3.2 School en omgeving 3.3 Brede scholen 4. Participatie, zorg, welzijn, sociaal beleid en integratie 4.1 Participatie en WMO 4.2 Gezondheidsbeleid 4.4 Bestrijding sociaal isolement en armoede 4.5 Gehandicapten 4.6 Maatschappelijke opvang en verslavingszorg 5. Vrijwilligers 6 Kerken en levensbeschouwelijke organisaties 7. Sport 8. Erfgoed, kunst, cultuur en media 9. Integratie en participatie 10. Ruimtelijke ordening en wonen 10.1 Ruimtelijke ordening 10.2 Wonen voor iedereen 10.3 Welstand 11. Economische ontwikkeling, arbeidsmarkt en werkgelegenheid 11.1 Economische ontwikkeling 11.2 Werkgelegenheid 11.3 Nieuwegein marketing
3
12. Milieu, dierenwelzijn, water, verkeer en vervoer 12.1 Milieu,en klimaatbeleid 12.2 Afvalstoffen 12.3 Water 12.4 Verkeer en vervoer 12.5 Duurzaamheid 12.6 Dierenwelzijn 12.7 Natuurkwartier 13. Nieuwegein: sterk lokaal bestuur 13.1 Lokaal bestuur 13.2 Gemeentelijke dienstverlening 13.3 Intergemeentelijke verhoudingen 13.4 Gebiedsgericht werken 13.5 Intergemeentelijke samenwerking 13.6 Gemeentefinanciën
4
Voorwoord Het CDA in Nieuwegein maakt zich op voor belangrijke verkiezingen! Op 3 maart 2010 vinden in onze gemeente weer gemeenteraadsverkiezingen plaats. Een belangrijk onderdeel van de verkiezingen is het gemeentelijk verkiezingsprogramma. Hiermee geven wij als CDA-Nieuwegein onze visie weer op de ontwikkelingen in onze gemeente. Het programma speelt tevens een belangrijke rol tijdens de campagne en is van belang bij eventuele collegeonderhandelingen. De CDA-afdeling, fractie en wethouder(s) zijn uiteindelijk aanspreekbaar op de uitvoering van het programma. In Nieuwegein zijn veel mensen die het CDA en haar gedachtegoed een warm hart toedragen. Dat is te merken aan de stabiele verkiezingsuitslagen voor het CDA in de afgelopen jaren. Dat schept de verplichting om een solide programma te hebben waarin u zich kunt herkennen. Van het CDA mag u verwachten, dat u de CDA uitgangspunten erin zult terugvinden. Uiteraard zijn publieke gerechtigheid, gespreide verantwoordelijkheid, solidariteit en rentmeesterschap de basis voor dit programma. Er samen de schouders onder zetten om de stad te laten leven, vertrouwd te houden, te vernieuwen waar het nodig is, met respect voor de natuur en voor elkaar. Wij vertrouwen er op dat wij er ook deze keer weer in geslaagd zijn een goed programma te maken. Bijzondere dank gaat uit naar de fractie- en commissieleden en speciale dank naar Carla Breuer, op dit moment burgemeester in Werkendam, maar het afgelopen jaar een van de voortrekkers bij de realisatie van dit programma.
Hans de Munnik Partijvoorzitter CDA-Nieuwegein
5
Ten geleide
Nieuwegein maken we samen! Vertrouwd Onze stad is voor ons allemaal een bekende en vertrouwde omgeving. Iedereen vindt er zijn eigen weg en plek. Dat is niet toevallig. Nieuwegein combineert namelijk dat wat mensen belangrijk vinden om te leven en te wonen in een stad. Stilte en rust gaan samen met een bruisend stadscentrum. Eeuwenoude monumenten hebben er hun plaats naast moderne woonwijken met complete voorzieningen. Inwoners wonen, soms al jaren, met plezier in hun wijk. Het CDA wil deze leuke, groene en goed bereikbare leefomgeving met u versterken. Onze goede sociale en noodzakelijke voorzieningen horen daar ook bij. In de toekomst moet u immers ook met plezier in uw wijk wonen of op de fiets naar uw centrum kunnen blijven gaan om te winkelen. Het CDA wil zich samen met u inspannen om dat wat u aan deze stad verbindt voor Nieuwegein te bewaren en verder te versterken. Het CDA vertrouwt daarbij op de betrokkenheid van alle inwoners. Vernieuwend Nieuwegein staat niet stil. Onze stad en haar inwoners ontwikkelen zich. Na jaren van groei staat Nieuwegein nu voor de uitdaging om de kwaliteit te versterken. Hierdoor zal Nieuwegein de komende jaren gaan vernieuwen. Het winkelaanbod wordt vernieuwd door het nieuwe Stadshart. Het Stadshuis krijgt een centrale plek in ons stadscentrum, net als het nieuwe Theater. In Nieuwegein is veel te beleven en mee te maken. Nieuwegein is aantrekkelijk en daardoor komen er nieuwe inwoners naar de stad om hier te wonen, te werken en te recreëren. Inwoners willen daarbij voorzieningen die bij hun passen. Nieuwegein zal zich dus moeten blijven ontwikkelen en vernieuwen om aan de behoeften en wensen van huidige en toekomstige inwoners te kunnen voldoen. Het CDA wil van Nieuwegein, ook voor de toekomst, een sterke gemeente maken. Dat biedt Nieuwegein zekerheid. Respectvol Samen wonen, werken en leven gebeurt in Nieuwegein al decennia. De inwoners zijn veelkleurige mensen. Alle inwoners vertegenwoordigen evenzoveel meningen en opvattingen. Die meningen worden gekleurd door opvoeding, geloof, opleiding en ervaringen. Wat Nieuwegeiners bindt is dat ze respect belangrijk vinden: respect op straat, respect tussen mensen onderling, maar ook met respect behandeld worden in een winkel, in de sneltram of bij een (gemeente)loket. Misschien mag men wel stellen dat een samenleving het respect krijgt die het verdient. Als dat zo is, dan is het een opdracht een appèl te doen op de samenleving om dat respect te verwerven en te delen met elkaar. Het CDA streeft namelijk naar een stad waarin inwoners voor zichzelf en elkaar verantwoordelijkheid nemen en met elkaar vorm geven aan Nieuwegein. Samen maken we immers de stad! Kies CDA! Een samenleving zonder vernieuwing en vertrouwen is geen sterke samenleving. Juist het CDA kan daarbij zorgen voor een sterk, veilig en vertrouwd Nieuwegein. Het CDA is bekend met de stad en houdt van aanpakken. Samen met inwoners, verenigingen en organisaties. Gedreven en bedreven. Met durf en daadkracht. En altijd werkend aan een betrokken samenleving met vertrouwen, zekerheid en respect.
6
Dit is het CDA! Waar staat het CDA eigenlijk voor? Welke ideologie gaat er schuil achter de standpunten van de partij? Het CDA is een moderne christendemocratische volkspartij. Voor het CDA staat de gemeenschap centraal. De betrokkenheid van mensen bij hun gemeente, gezin en familie, de school, de buurt, het bedrijf, de vereniging: dat is het ware draagvlak van de gemeente als publieke lokale gemeenschap. Het CDA heeft een geheel eigen plaats in de Nederlandse politiek: sociaal op sociaal-economisch gebied, degelijk als het gaat om overheidsfinanciën, realistisch vooruitstrevend als het gaat om milieu en duurzaamheid, vasthoudend en appellerend op het terrein van normen en waarden. Inspiratiebron Het CDA is een brede volkspartij, met steun onder alle bevolkingsgroepen. Daarom biedt het plaats aan veel mensen die zich aangesproken voelen door het christendemocratische gedachtegoed. Ons bindt, naast geloof in democratische waarden, de Bijbelse boodschap als grondslag en inspiratiebron bij het zoeken naar oplossingen voor hedendaagse problemen. Het gaat daarbij steeds om mensen. Menselijk geluk, waardigheid en wederzijds respect, veiligheid en geborgenheid, zorg voor elkaar, gemeenschapszin; dat zijn de constanten. De mens is van waarde. De overheid moet de randvoorwaarden scheppen om de waarde van ieder mens tot zijn recht te laten komen. Onze partij streeft daarbij naar een verantwoordelijke samenleving waarbij een appèl wordt gedaan op mensen om zich persoonlijk en met anderen in te zetten voor de samenleving. Niet de markt of de overheid, maar de mensen en hun verbanden staan centraal. Het parool is: ruimte voor mensen en hun organisaties. Uitgangspunten Het CDA hanteert vier uitgangspunten die in onderlinge samenhang het christendemocratisch gedachtegoed inhoud geven: 1. Gerechtigheid: het CDA zet zich in voor een samenleving waarin Bijbelse gerechtigheid kan opbloeien. De rol en taak van de overheid is het streven naar publieke gerechtigheid. Op het publieke terrein van de samenleving behoort de overheid in wetten en beleid het recht tot gelding te brengen en rechtvaardig te regeren en daarin met name de belangen van sociaal en economisch zwakkeren te beschermen. 2. Solidariteit: solidariteit laat zien dat mensen boodschap hebben aan elkaar. Van de sterken mogen offers gevraagd worden voor de zwakken. Solidariteit overstijgt grenzen, zowel van de eigen sociale groep als van het eigen land. De overheid hanteert het solidariteitsbeginsel vanuit haar eigen taak: zij garandeert de vloeren in de sociale zekerheid en doet een appèl op inwoners en maatschappelijke organisaties te werken aan maatschappelijke ontplooiing met en voor mensen. 3. Gespreide verantwoordelijkheid: mensen en hun maatschappelijke verbanden moeten zich naar hun bestemming kunnen ontplooien. Overeenkomstig de publieke gerechtigheid als norm van het overheidsbeleid, moet de overheid die verantwoordelijkheid van mensen en organisaties erkennen en bevorderen, en hun de ruimte en mogelijkheden geven om dat waar te maken. 4. Rentmeesterschap: rentmeesterschap wil zeggen dat de mens zorgvuldig moet omgaan met zijn of haar omgeving. Die omvat niet alleen het natuurlijk milieu, maar ook de omgang met gaven en talenten op het gebied van wetenschap, techniek, arbeidsverdeling of cultuurvorming. Rentmeesterschap duidt op verantwoordelijkheid voor het bewaren van onze aarde en van al haar bewoners. De natuur is gegeven om ervan te genieten, van haar vruchten te leven, maar ook om deze mogelijkheden intact te laten en te bewaren. Politiek geen doel op zich Het CDA wil een degelijke en betrouwbare politieke beweging zijn, die nieuwe wegen inslaat waar altijd vaste waarden aan ten grondslag liggen. Als het gaat om gemeenten zijn lokale politiek en bestuur voor het CDA geen doelen op zich, maar een manier om zaken in de lokale samenleving voor elkaar te krijgen. Het CDA heeft duidelijke standpunten over de toekomst, maar die dwingen we niet af. Besluiten die op steun in de lokale gemeenschap kunnen rekenen of (gehonoreerde) initiatieven die eruit voortkomen, zijn duurzamer dan die met een krappe basis. Daarom is samenwerking met en ruimte geven aan de lokale gemeenschap zo belangrijk.
7
Verkiezingsspeerpunten 1.
Het groene karakter van de buurten en wijken blijft behouden en wordt waar mogelijk verder uitgebreid en kwalitatief verbeterd.
2.
Het unieke cultuurhistorisch erfgoed van Nieuwegein wordt beschermd.
3.
Het CDA kiest voor een integraal armoedebeleid dat activerend is voor wie nog kan werken en toereikend is voor wie dat niet meer kan.
4.
Het CDA vindt dat het theater, kunstencentrum en muziekschool ‘De Kom’ een centrale positie in moet nemen in het culturele leven van Nieuwegein.
5.
Het stadscentrum van Nieuwegein vernieuwt. De gemeente is een actieve partij in het verder ontwikkelen van een bruisend Stadskwartier.
6.
De woningproductie wordt goed afgestemd op de huidige en toekomstige samenstelling van de bevolking. Daarbij verdient de woningproductie voor starters en levensloopbestendige, aanpasbare woningen meer aandacht.
7.
Het Natuurkwartier in Park Oudegein wordt de natuurlijke en educatieve recreatieplaats voor het hele gezin.
8.
Inwoners moeten zich veilig voelen in Nieuwegein. Ter bestrijding van overlast en criminaliteit is het CDA voorstander van het gebruik van cameratoezicht en strikte handhaving van de regels voor het gebruik van de openbare orde.
9.
Sport is er voor iedereen! Ook de minder draagkrachtige inwoners moeten in staat zijn sport te kunnen bedrijven. Voor jongeren moet sport uitdagend en uitnodigend zijn.
10. Nieuwegein maakt jongeren bekend met de risico’s en gevolgen van overmatig alcohol- en drugsgebruik, ongezonde voeding, gokverslaving en schooluitval.
Leeswijzer Opbouw Dit verkiezingsprogramma kent een opbouw die bestaat uit twee delen. Het eerste deel geeft een beschrijving van vijf belangrijke ontwikkelingen die in Nieuwegein (gaan) spelen of extra aandacht vragen in de komende jaren. In het tweede deel komen deze ontwikkelingen samen in de uitwerking naar verschillende beleidsthema’s. Keuzes De uitwerking naar beleidsthema’s kent steeds dezelfde opbouw. Eerst wordt kort een analyse gegeven van de vraagstukken en waar nodig nieuwe ontwikkelingen beschreven. De beleidsterreinen worden gecompleteerd met de keuzes die het CDA voor de komende Gemeenteraadsperiode maakt.
8
Deel I: Nieuwegeinse ontwikkelingen Inleiding Er zijn vijf thema’s aan te wijzen die in de gemeente Nieuwegein op een of andere wijze een grote rol zullen gaan spelen en daarom extra aandacht vragen in de komende jaren. Deze thema’s zijn: 1. Bevolkingsdaling in onze gemeente en de regio; 2. Verstopte woningmarkt; 3. Integratie en participatie; 4. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO); 5. Duurzaamheid
1. Bevolkingsontwikkeling Het aantal inwoners van Nieuwegein neemt al enige jaren af. Volgens de prognose zal de bevolkingsomvang nog verder afnemen. Ten behoeve van het draagvlak voor het behoud van het voorzieningenniveau en een gezonde sociaal economische structuur zal additionele woningbouw wenselijk zijn. Wel geldt daarbij als randvoorwaarde dat Nieuwegein als groene stad herkenbaar blijft; dat is een van de kernwaarden van onze stad. Op het ogenblijk wonen er veel ‘jonge ouderen’ in Nieuwegein; bijna een kwart van de inwoners is tussen de 50 en 64 jaar. Door het ouder worden van deze generatie zal Nieuwegein sterk vergrijzen. Hiermee moet rekening gehouden worden in de typologie van nieuwe woningen maar ook als het gaat om passende voorzieningen. Op 1 januari 2009 heeft Nieuwegein 61.023 inwoners. De bevolking is momenteel minder gedaald dan verwacht.
2. Verstopte woningmarkt Naast het genoemde effect op de woningmarkt van de bevolkingsdaling blijft er in Nieuwegein ook een vraag naar woningen voor starters en senioren. Er zijn te weinig betaalbare woningen, met name voor starters en jonge gezinnen. Dit is voor het CDA niet aanvaardbaar. De verstopte woningmarkt moet worden vlotgetrokken door de woningproductie op te voeren in de gehele BRU regio (Bestuur Regio Utrecht). De woningmarkt is immers ook en met name een regionale kwestie. Het CDA wenst dat de gemeente in het belang van de eigen bewoners, beter toeziet op het toewijzen van woningen. De woningtoewijzing zal derhalve moeten worden omgebogen in het belang van de inwoners van de gemeente Nieuwegein. In de visie van het CDA kan Nieuwegein op de volgende manieren een stimulans geven aan de productie en afzet van woningen: 1. Maatregelen gericht op inkomensgroepen: de gemeente moet starterleningen gaan verstrekken en voldoende bouwen voor starters en tegelijkertijd er voor zorgen dat de midden en hogere inkomens geaccommodeerd worden, rekening houdend met de behoeften zoals die bijvoorbeeld bij senioren leven. 2. Keuzevrijheid stimuleren: (toekomstige) kopers en huurders moeten meer inspraak en keuzevrijheid krijgen, zodat het aanbod beter aansluit bij hun woonvoorkeuren. De gemeente voert een licht welstandsbeleid of kan (meer) welstandsluwe locaties aanbieden zoals op Blokhoeve ook gedaan is. 3. Toekomstgericht bouwen: de gemeente stemt de woningproductie goed af op de (huidige en toekomstige) samenstelling van de bevolking. Daarbij verdient de woningproductie voor starters en de realisatie van levensbestendige, aanpasbare woningen die ook geschikt zijn voor senioren meer aandacht. 4. Planvoorbereiding: door een goede planvoorbereiding en door inwoners en organisaties aan het begin van het planproces te betrekken, kunnen de vaak lange doorlooptijden bij het realiseren van woningen zoveel mogelijk worden beperkt.
3. Integratie en participatie Integratie en participatie van bevolkingsgroepen blijven in de komende decennia veel aandacht vragen. Onze gemeente heeft hierin een belangrijke taak. In de lokale gemeenschap, die het CDA Nieuwegein voor ogen staat, zijn migranten goed geïntegreerd. Integratie is echter geen assimilatie: mensen hebben recht op hun eigen (gezins)leven, godsdienst, cultuur en opvattingen. Niet alleen achter de voordeur, ook in het publieke domein mag dat tot uitdrukking komen in eigen instellingen en verbanden. Dat neemt niet weg dat de
9
vrijheid van godsdienst, meningsuiting, onderwijs en persoonlijke levenssfeer binnen de bandbreedte van de grondwettelijke kernwaarden van gelijkwaardigheid, vrijheid en solidariteit van de Nederlandse rechtsstaat horen te worden beleefd en positief gericht dienen te zijn op de samenleving. Er is een balans tussen rechten en plichten, tussen vrijheid en verantwoordelijkheid. Het project “Wisselgeld”, wat uitgaat van plichten en rechten, is hier een uitstekend voorbeeld van. Maatschappelijk debat: waardig en respectvol Het recht op de vrijheid van meningsuiting biedt veel ruimte om bepaalde zaken kritisch aan de orde te stellen. Vrijheid schept echter óók de verplichting van eigen verantwoordelijkheid voor gelovigen en nietgelovigen om waardig en respectvol om te gaan met andersdenkenden. Maar iedereen blijft altijd verantwoordelijk voor het eigen gedrag en voor de eigen opvattingen zowel in woord als geschrift. Waardigheid en respect hebben ook een belangrijke maatschappelijke functie. Een beroep op waardigheid en respect mag de grondrechten niet in gevaar brengen. Integratieproces is óók wederkerig Het proces van integratie is eveneens wederkerig; het vraagt van iedereen, ongeacht afkomst, dat wij ons openstellen voor de ander. Samen leven betekent in de visie van het CDA dat we elkaar waar nodig zowel de ruimte geven als elkaar opzoeken. Het parool is meedoen. Dat vraagt om een open houding tussen bevolkingsgroepen en wederzijdse interesse in wat hen bezighoudt en bindt. In de lokale gemeenschap schuilt kracht en creativiteit. De meest uiteenlopende initiatieven, zoals ons maatjesproject, laten zien dat mensen zich op allerlei manieren met elkaar verbinden en er naar zoeken om bruggen te bouwen. Het CDA wil die eigen kracht en het oplossend vermogen van de lokale samenleving inzetten en waar nodig versterken. Voor de Roma-gemeenschap in Nieuwegein geldt hetzelfde qua kansen en plichten als voor alle andere Nieuwegeinse bevolkinggroepen. Hoewel het CDA begrip heeft voor de geschiedenis van de Roma, vindt zij dat voor deze groep geen uitzonderingen kunnen gelden. Integratie van Roma moet breder getrokken worden dan Nieuwegein. Er moet contact zijn met andere gemeenten in Nederland maar ook moeten de Rijksoverheid en Europa Nieuwegein ondersteunen in haar beleid.
4. WMO Sinds 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) van kracht. Daardoor zijn gemeenten verantwoordelijk voor de maatschappelijke ondersteuning. In 2008 en 2009 is een extra taak naar de gemeenten overgegaan: de psychosociale hulp vanuit de AWBZ, al dan niet voorzien van extra financiële middelen voor gemeenten. De komende jaren zullen de gevolgen van vergrijzing in Nieuwegein meer en meer zichtbaar worden. Het zou zo kunnen zijn dat wij als gevolg daarvan in Nieuwegein wellicht geld moeten toeleggen op de uitvoering van de WMO. Voor het CDA is dit bespreekbaar omdat wij de ambitie hebben te ijveren voor een sociale samenleving. Dit vraagt van onze gemeentebestuurders een scherp oog. Niet alleen voor de financiële consequenties van besluiten, maar zeker ook voor de effecten daarvan op de individuele inwoner en de opdracht die de gemeente Nieuwegein met de WMO gekregen heeft, namelijk het bevorderen van de zelfredzaamheid en participatie van onze inwoners.
5. Duurzaamheid en klimaatbeleid De kwaliteit van het milieu, duurzaamheid en klimaatbeleid staan hoog op onze agenda. Een schoon leefmilieu (lucht, water, bodem, flora en fauna) is essentieel. Meer en meer wordt duidelijk dat keuzes die in het verleden zijn gemaakt, negatieve gevolgen hebben voor onze aarde. Bovendien legt de mondiale economische groei een steeds groter beslag op natuurlijke hulpbronnen en worden de schadelijke kanten van het menselijk handelen voor leefmilieu en klimaat steeds duidelijker.
10
Dat alles vraagt om gedragsverandering, het stellen van andere prioriteiten en bijstelling van beleid. Om economische groei en het beslag hiervan op onze aarde in balans te brengen, zijn aangescherpte milieudoelstellingen en meer en ingrijpender maatregelen onvermijdelijk. Er moeten in de komende jaren bakens worden verzet; in ons land, in Europa en in andere delen van de wereld. Nieuwegein kan hieraan een bijdrage leveren door het nemen en stimuleren van energiebesparende maatregelen, duurzame energieopwekking, afspraken maken over ‘schoon rijden’, hergebruik van afvalstoffen en maatregelen in het kader van waterkwaliteit en kwantiteit. Ook ondernemers kunnen gestimuleerd worden door de gemeente om duurzaamheid centraal te stellen. Nieuwegein is gelegen in een netwerk van zeer drukke snelwegen. Het CDA is van mening dat de negatieve gevolgen van deze situatie, zoals geluidoverlast en luchtverontreiniging, samen met andere overheden bestreden moeten worden en derhalve een speerpunt is voor het door de gemeente te voeren beleid. Het CDA initieert een proactieve aanpak van het gemeentebestuur van Nieuwegein.
11
Deel II: Nieuwegein per beleidsterrein 1. Leefbaarheid en veiligheid 1.1 Gemeentelijk veiligheidsbeleid Je veilig voelen in je woon-, werk- en leefomgeving is essentieel. Dankzij het stevige beleid van de afgelopen jaren is de geregistreerde criminaliteit gedaald en voelen meer inwoners zich veilig. Deze lijn moet worden voortgezet. De gemeente heeft een belangrijke taak als regisseur in de veiligheidsketen. Veiligheidsbeleid krijgt vorm in samenwerking met inwoners, politie en justitie, scholen, wijknetwerken/platforms, horecaondernemers en winkeliers, woningcorporaties, (sport)-verenigingen, etc. Rol gemeenten Het voortzetten van dit stevige veiligheidsbeleid vereist een gemeente die haar gezag gebruikt, stimuleert en ondersteunt. Het CDA is van mening dat de gemeente, als het gaat om veiligheidsbeleid, de volgende drie taken heeft. 1. Overlast bestrijden en tegengaan Geweld mag onder geen enkele voorwaarde worden geaccepteerd. De taak van de gemeente is de openbare orde, samen met politie en justitie, te handhaven. Het alarmtelefoonnummer 112 moet grotere bekendheid krijgen onder de Nieuwegeiners. Helder moet zijn wanneer dit nummer wel of niet gebeld mag worden. 2. Preventie Het beleid is erop gericht criminaliteit en overlast te voorkomen. Dat gebeurt door voorlichting en samenwerking met ouders, scholen en maatschappelijke instellingen. Maar ook door fysieke maatregelen, zoals camerabeveiliging in winkelcentra en naleving van het horecaconvenant. 3. Participatie Inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven hebben uiteraard ook een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om het voorkomen van onveiligheid. Respect voor elkaar moet een gedeeld begrip worden. Goede voorlichting en lik-op-stuk-beleid helpen om duidelijk te maken wat kan en wat niet kan. Hiermee kan de verruwing van het maatschappelijke klimaat worden tegengegaan. Veiligheid is geborgenheid Mensen moeten in geborgenheid kunnen leven, zowel in de thuissituatie als in de publieke ruimte. Reizigers in de tram en bus moeten zich op hun gemak kunnen voelen en scholieren, onderwijzend personeel en winkeliers moeten zich veilig weten. Onze gemeente dient, met andere woorden, een gemeenschap te zijn waarin iedereen zich veilig voelt en veilig is. Bij zeer ernstige ongeregeldheden moet de burgemeester bevoegd zijn (zonodig) een avondklok/ samenscholingsverbod in te stellen met als doel de rust terug te brengen in straat of wijk. Het CDA is voor een lik-op-stuk-beleid: wie de zaken van een ander (gemeentelijke voorzieningen) moedwillig vernielt, zal die schade moeten terugbetalen aan de gedupeerde met als doel de criminaliteit te verlagen. Naast meer regulier toezicht is het CDA voorstander van het gebruik van cameratoezicht op winkelcentra en busstations, indien dit aantoonbaar noodzakelijk is om bepaalde openbare gebieden veiliger te maken. Inwoners moeten rustig kunnen winkelen en ondernemers moeten rustig kunnen ondernemen. Burgernet wordt door het CDA zeer gewaardeerd. Het is een aanvullend middel om de veiligheid te waarborgen. Het CDA is tegen elk gedoogbeleid. Wat niet kan of niet mag moet aangepakt en verboden worden. Wie rotzooi op straat gooit moet bij constatering van dat feit direct een bekeuring krijgen. Het veiligheidsgevoel krijgt een stimulans door meer politie en andere toezichthouders op straat, door particuliere beveiliging in winkels en op bedrijventerreinen, door toezicht in het openbaar vervoer, door conciërges op scholen. Wijkagenten en stadswachten kennen de buurten en onze wijken en de mensen die
12
daar wonen en werken. Zij treden op als bemiddelaar, stimuleren de sociale samenhang in hun werkgebied en handhaven regels op straat. Hulpdiensten moeten veilig kunnen werken. Als zij gehinderd en/of bedreigd worden, moet er hard worden opgetreden. Sociale samenhang Het CDA vindt het terugbrengen van sociale samenhang in en tussen buurten en wijken van groot belang. Een afnemend ‘buurtgevoel’ kan leiden tot een gevoel van sociale onveiligheid. Het CDA staat daarom voor een harde aanpak van overlast en criminaliteit die de veiligheid en leefbaarheid aantasten. Overlastgevende hangjongeren in buurten en winkelcentra moeten met de inwoners en de wijkplatforms aangepakt worden met als doel het woongenot van de inwoners te behouden. Het CDA kiest voor een activerend en ambulant jongerenaanbod in plaats van meer JOP’s. Binnen het project ‘De Nieuwegeinse Aanpak Jeugd’ werken o.a. de wijkagent, het welzijnswerk, de wijkmanager en de jongerenwerker samen om tot een directe en snelle aanpak van het gesignaleerde probleem te komen. Coffeeshops, strijd tegen drugshandel Het CDA steunt het zogeheten ‘nuloptiebeleid’ van harte. Daarnaast wil het CDA een eind maken aan het gedogen van een coffeeshop(s), te beginnen met het niet toestaan van een coffeeshop in de buurt van scholen, sportaccommodaties, jeugdvoorzieningen en kinderrijke woonwijken. Een strikt toezicht op de 1 naleving van de zogeheten AHOJG-criteria is voor het CDA uitgangspunt. Bij overtreding van één of meer van deze criteria volgt intrekking van de gebruiks- en gedoogvergunning, waarop de coffeeshop moet worden gesloten. Sluiting van coffeeshops mag echter onder geen beding leiden tot meer handel op straat of verplaatsing naar de illegale handel. De verkoop van (soft)drugs op straat wordt daarom hard aangepakt. Hierbij hoort de bestrijding van illegale hennepteelt en -verkoop door middel van intensieve grensoverschrijdende samenwerking tussen overheidsdiensten en door koppeling van bestanden. Eigen verantwoordelijkheid Mensen moeten zelf meedoen om hun eigen en de publieke veiligheid te verbeteren. Daarom wordt het gebruik van mogelijkheden om zelf criminaliteit te voorkomen, gestimuleerd, bijvoorbeeld door Burgernet en keurmerken (zoals het Keurmerk Veilig Wonen). Daarnaast is landelijke invoering van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor beroepsgroepen belangrijk om de drempels voor melding van huiselijk geweld te verlagen. Fysieke veiligheid Een goed fysiek veiligheidsbeleid is noodzakelijk. Adequate brand- en milieuvergunningen en het toezicht daarop zijn belangrijk. Het CDA is van mening dat risicovolle bedrijven niet in woongebieden thuishoren. Gemeenten dienen hun rampenplannen op orde te hebben. Verder moeten gemeenten zich voorbereiden op invoering van de Wet op de veiligheidsregio’s. De verplichte digitalisering van geo-informatie in 2011 biedt gemeenten de mogelijkheid snel de relevante informatie van objecten voorhanden te hebben in crisisen rampsituaties. Meer verlichting is gewenst op de grotere parkeerplaatsen zoals Blokhoeve, om criminaliteit en auto inbraken tegen te gaan. Keuzes 1. Criminaliteit en overlast moeten worden tegengegaan. Overtreders moeten hard worden aangepakt. 2. Het CDA is voorstander van het gebruik van cameratoezicht op winkelcentra en busstations. 3. Het CDA wil een eind maken aan het gedogen van een coffeeshop, te beginnen met het niet toestaan van een coffeeshop in de buurt van scholen, sportaccommodaties, jeugdvoorzieningen en kinderrijke woonwijken. 4. Het CDA is voorstander van voortzetting en uitbreiding van het Burgernet. 1
AHOJG-criteria: geen Affichering, geen verkoop van Harddrugs, geen coffeeshops bij Onderwijsvoorzieningen, geen verkoop aan Jongeren beneden de 18 jaar en niet meer dan 5 Gram per transactie.
13
1.2 Leefbaarheid in wijk en buurt De leefbaarheid in buurten en wijken wordt grotendeels bepaald door het gevoel van veiligheid, gevarieerde woningbouw, een goed voorzieningenniveau, een schone, groene buitenruimte en sociale contacten tussen gemeenschappen. Het CDA vindt het van groot belang dat gemeenten er alles aan doen om inwoners in buurten en wijken te betrekken bij besluiten over de leefbaarheid en de inrichting van hun directe omgeving. Periodiek overleg in wijknetwerken/platforms moet gestimuleerd worden. In de loop der jaren is er een diversiteit aan landelijke, provinciale en gemeentelijke regelgeving ontstaan over het beheer van de natuur in en rond onze stad. Deze regelgeving leidt er toe dat het weinig inzichtelijk is aan welk beleid getoetst wordt. Het is voor de eenduidigheid belangrijk dat het versnipperde beleid geactualiseerd en in één document of handboek wordt verwoord. In dit beleid dienen ook de Europese Kaderrichtlijn Water, Europese normering Luchtkwaliteit en werkzaamheden van het Hoogheemraadschap ’De Stichtse Rijnlanden’ als basis elementen van/voor het groenbeleid en -beheer opgenomen te zijn.
1.3 Publieke ruimte De lokale gemeenschap moet de publieke ruimte heroveren, in de eerste plaats door te zorgen voor goed onderhoud. De zorg voor de publieke ruimte is een kerntaak van de gemeente. Regelmatig wordt een wijkof buurtschouw gehouden. Ook wijkgericht werken is een goede manier om dichtbij en op vraag van de inwoners bezig te zijn met inrichting en onderhoud van de openbare ruimte. Een verloederde publieke ruimte kan gevoelens van onveiligheid oproepen. De kwaliteit van de publieke ruimte gaat velen ter harte. Mensen ergeren zich bijvoorbeeld aan het bekladden van gebouwen met graffiti of aan hondenpoep op straat. Overlast door hondenpoep moet worden bestreden met voldoende uitlaatplaatsen, het plaatsen van automaten met hondenpoepzakjes en meer afvalbakken. Bij de (her)inrichting van straten en pleinen dient er aandacht te zijn voor het gebruik van duurzame voorzieningen en uitvoerbaarheid van goed onderhoud. Er wordt rekening gehouden met de wensen en behoeften van de bewoners. Openbaar groen In de gemeente moet voldoende ruimte zijn voor groenvoorzieningen. Deze voorzieningen moeten goed onderhouden worden en waar mogelijk uitgebreid. Net zoals bij de inrichting en het onderhoud van de openbare ruimte, is het van belang om inwoners te betrekken bij onderhoud van groen in hun woonomgeving. Het leefgenot van onze inwoners wordt sterk bepaald door het groen en de infrastructuur in zijn omgeving. Na in de achterliggende jaren een inhaalslag gemaakt te hebben om het kwaliteitsniveau te verhogen, is het nu noodzakelijk om deze lijn voort te zetten en de kwaliteit minimaal te borgen. Openbaar groen in de stad draagt bij aan een beter milieu en ruimtelijke kwaliteit. Bomen en planten zijn de longen voor een stedelijke omgeving die in meer of mindere mate vervuilend is. (Meer) Openbaar groen en de aanleg van stadsparken (inclusief natuurlijke waterberging) helpen bij de opvang van (regen)water en CO2-uitstoot, gaat opwarming van de stad tegen en verhoogt de binnenstedelijke luchtkwaliteit. Keuzes 1. Het CDA wil het openbaar groen behouden en waar mogelijk verder uitbreiden en kwalitatief verbeteren. Het groen is één van de kernkwaliteiten van de gemeente. Ook op het niveau van buurten en wijken is openbaar groen belangrijk. 2. Bewoners worden betrokken bij de keuzes betreffende de inrichting van de openbare ruimte. Betrokkenheid en zelfwerkzaamheid van de inwoners in de leefomgeving wordt bevorderd. 3. Het CDA kiest er voor om de ingezette kwaliteitsverbetering in de openbare ruimte voort te zetten. 4. Het CDA wil een jaarlijkse wijkschouw in samenwerking met het wijknetwerk.
14
5. 6.
Het CDA is voorstander van de verkoop van snippergroen. Het verwijderen van graffiti moet een speerpunt worden van beleid, ook op niet gemeentelijke gebouwen.
2. Gezinnen, jongeren, ouderen en generatiebeleid 2.1 Gezinnen Het CDA vindt familie- en gezinsleven van groot belang. In gezins- en familieverband groeien kinderen op. Bij de opvoeding leren kinderen en jongeren met regels en verantwoordelijkheden omgaan. Kinderen en jongeren grootbrengen is een uitdaging. Uiteraard zijn ouders primair verantwoordelijk voor de opvoeding. Heel veel ouders bieden hun kinderen een veilige, geborgen en stimulerende gezinssituatie. Het is een feit dat het overgrote deel van de ouders er in slaagt om aan steeds hogere eisen en verwachtingen te voldoen als het om de opvoeding van kinderen gaat. Gezinsondersteuning Er zijn helaas ook ouders die de aan hen gestelde eisen niet waarmaken. Zo is het aantal gemelde gevallen van ernstige verwaarlozing en mishandeling van kinderen nog steeds schrikbarend hoog. Daarom heeft de gemeente Nieuwegein in de visie van het CDA een taak ouders/opvoeders te ondersteunen en stimuleren bij hun opvoedende taken. Het is dan ook van belang dat de gemeente zich bezighoudt met jeugd- en gezinsbeleid. Daarom dient er in de gemeente een wethouder jeugd- en gezinszaken te zijn. De gemeente kan, bijvoorbeeld in de nota Gezinsbeleid, plannen maken om ouders te ondersteunen bij de opvoeding van kinderen en het combineren van werk en zorg. Gemeenten, jeugdzorg en andere hulpverlenende instanties moeten ook adequaat samenwerken en tijdig handelen waar nodig. Gemeentelijke regie op de gehele keten van jeugd- en gezinsbeleid blijft noodzakelijk. Voor ernstige probleemgezinnen wordt intensieve (gezins)begeleiding aangeboden. Aanvaarding van deze hulp mag echter niet vrijblijvend zijn. Het belang van het kind vraagt dat ouders/opvoeders hieraan meewerken. Daarnaast voert de gemeente activerend jeugdbeleid t.a.v. sport, kunst en cultuur, muziek en andere activiteiten zoals bijvoorbeeld georganiseerd door de Bouwspeeltuinen en het MEC. Het activeren van jongeren bindt hen aan Nieuwegein en heeft ook een preventieve werking met betrekking tot criminaliteit. Het CDA steunt het functioneren van het gezin door goede scholingsmogelijkheden, goede opvang en ondersteuning, mogelijkheden voor ontspanning en ontmoeting te bieden. Het CDA wil dat de gemeente stimuleert dat er een laagdrempelige ouderschapscursus wordt aangeboden voor aanstaande ouders en ouders die problemen ervaren bij de opvoeding van hun kind. Centrum voor Jeugd en Gezin In 2011 zal er in de gemeente Nieuwegein een goed draaiend Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) moeten zijn. Hier kunnen ouders via één loket terecht met vragen en wordt er door één coördinator een vinger aan de pols gehouden bij gezinnen die met vragen komen. Keuzes 1. De gemeente biedt, in samenwerking met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), ouderschapscursussen aan voor (aanstaande) ouders en ouders die problemen ervaren bij de opvoeding. 2. Het centrum voor Jeugd en Gezin moet laagdrempelig en toegankelijk zijn en blijven. Voorkomen moet worden dat dit centrum uitgroeit tot een bureaucratische organisatie. 3. Ieder probleemgezin krijgt een gezinscoach via het CJG. Voor ernstige probleemgezinnen wordt intensieve en niet vrijblijvende (gezins)begeleiding aangeboden. 4. In de gemeente is er een wethouder voor jeugd en gezin.
15
2.2 Jongeren Kansen benutten Met het overgrote deel van de Nieuwegeinse jongeren gaat het goed en neemt actief deel aan de samenleving. Ze bereiden zich voor op hun toekomst door zichzelf te ontwikkelen met scholing, (sociale) vaardigheden, sport, muziek en cultuur. Daarom moeten jongeren betrokken worden bij de ontwikkelingen in onze gemeente. Via jongerenwerk kan met vertegenwoordigers van jongeren afspraken worden gemaakt over de betrokkenheid van jongeren bij beleid en van specifieke voorzieningen voor de jeugd. Actief kunnen deelnemen geeft jongeren de bevestiging dat er ruimte voor hen is en dat ook hun bijdrage van belang is voor het sociaal welzijn van de stad. Deelnemen van jongeren wil het CDA bevorderen. Vrijwilligerswerk door jongeren, al dan niet als stage via de middelbare school, zal worden gestimuleerd. Het CDA wil verenigingen, maatschappelijke organisaties en kerken vragen om jongeren te betrekken bij hun werkzaamheden. De manier waarop jongeren elkaar ontmoeten varieert per groep en wijk. Jongeren verdienen een eigen plek in hun wijk. De gemeente kan dit stimuleren door het aanleggen van bijvoorbeeld playgrounds, sportveldjes, skatebanen, enzovoort. Dit past in de visie van het CDA dat jongeren recht hebben op een eigen plek in de lokale samenleving. Het CDA realiseert zich dat Nieuwegein ook aantrekkelijk moet zijn voor starters op de woningmarkt. Wat betreft de woonvoorzieningen voor jongeren moet de gemeente daarom met woningbouwcorporaties extra mogelijkheden bieden voor starters. Problemen aanpakken Een belangrijk onderdeel van het preventieve jongerenbeleid is de ‘vroegtijdige signalering’. De hoofdrol is hier weggelegd voor het gezin als belangrijkste plaats voor de overdracht van normen en waarden. Daarnaast hebben scholen een belangrijke taak bij het voorkomen en signaleren van problemen bij jongeren. Sportverenigingen kunnen ook een belangrijke rol in het jeugdbeleid spelen. De gemeente gaat in gesprek met de verenigingen en scholen om meer jongeren met sport in aanraking te laten komen. Dit kan bijvoorbeeld door het organiseren van kennismakingscursussen en het opzetten van jeugdsportactiviteiten. Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Echter, in een aantal gevallen is het belangrijk dat naast opvoedingsondersteuning, de gemeente in samenwerking met haar partners een aanvullende rol neemt bij beïnvloeding van de leefstijl van jongeren. In samenwerking met bijvoorbeeld sportverenigingen, scholen en de leerplichtambtenaar, worden programma’s voor jongeren opgezet, waarin wordt gewezen op de risico’s van overmatig alcoholgebruik, ongezonde voeding, (soft)drugsgebruik, gokverslaving, schooluitval enzovoort. Sommige jongeren veroorzaken problemen die onacceptabel veel overlast veroorzaken. Door meer toezicht en elkaar aan te spreken op asociaal gedrag en, waar nodig, door consequent optreden en handhaven, moeten overlast en criminaliteit worden teruggedrongen. Waar nodig, schuwt de gemeente niet maatregelen te nemen zoals (in opklimmende lijn) verscherpte surveillance, extra toezicht in het openbaar vervoer, cameratoezicht, preventief fouilleren, avondklok en samenscholingsverboden. Maar ook het aanbieden van playground of activiteiten kan ‘verveel criminaliteit’ voorkomen. Keuzes 1. Initiatieven van of voorzieningen en activiteiten voor jongeren worden waar mogelijk ondersteund. 2. De gemeente gaat in samenwerking met de sportverenigingen en scholen activiteiten organiseren om meer jongeren met sport in aanraking te laten komen. 3. Jongeren en hun organisaties worden betrokken bij beleidsvorming en totstandkoming van voorzieningen voor de jeugd. 4. Programma’s die jongeren wijzen op de risico’s van overmatig alcoholgebruik, ongezonde voeding, (soft)drugsgebruik, gokverslaving en schooluitval, worden opgezet.
16
5. 6.
Vrijwilligerswerk door jongeren zal worden gestimuleerd. Het ingezette beleid met betrekking tot de Popprogrammering wordt door het CDA onderschreven.
2.3 Ouderen Voor de ouderen is het van belang dat de randvoorwaarden om zelfstandig te kunnen wonen optimaal zijn in de vorm van levensloopbestendige woningen of aanleunwoningen bij de verzorgingscentra. Er is ook een kwetsbare groep ouderen. Bijvoorbeeld ouderen met een kwetsbare gezondheid, die vereenzamen of een klein inkomen hebben (of een combinatie van deze factoren). Hier moet aandacht voor zijn binnen de woon-zorgzone. Er moet ook aandacht zijn voor de risico's op vereenzaming van ouderen. Het aantal eenzame ouderen is veel te groot in onze gemeente. Waar gezins- en familieleden, buren of maatschappelijke organisaties niet of onvoldoende een oogje in het zeil kunnen houden of hulp kunnen bieden, zal de gemeente stimuleren dat er periodieke huisbezoeken gebracht kunnen blijven worden aan 75-plussers. Zodoende wordt de leef- en woonsituatie van deze leeftijdsgroep in beeld gebracht, waardoor een eventuele hulpvraag gesignaleerd kan worden. De gemeente moet met ouderen en hun organisaties communiceren en hen betrekken bij het beleid, bijvoorbeeld als het gaat om de WMO, de woon- en zorgvoorzieningen en het ouderenbeleid. Keuzes 1. Ouderen moeten zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen. De gemeente zorgt voor voldoende levensloopbestendige woningen en aanleunwoningen bij zorgcomplexen. 2. De gemeente stimuleert periodieke huisbezoeken om de risico’s op vereenzaming en verwaarlozing van 75-plussers te minimaliseren. 3. Een goed WMO-beleid (thuiszorg, regiotaxi, huishoudelijk hulp, maaltijdvoorziening etc.) bevordert bovengenoemde standpunten. 4. De gemeente bevordert de realisatie van generatiewoningen waarmee generaties bij elkaar kunnen wonen en past daarop de regels aan. 5. In het nieuwe Stadshuis moeten de ouderen(bonden) een herkenbare laagdrempelige plek krijgen voor ontmoeting en vergadering. 6. Jaarlijks wordt in samenwerking met o.a. de ouderenbonden een ouderenmarkt georganiseerd. 7. Het CDA vindt dat de gemeente een actieve rol moet aannemen t.a.v. het ouderenbeleid. 8. Het CDA vindt dat de gemeente het concept van de menslievende zorg dient te bevorderen.
3. Onderwijs 3.1 Kwalitatief goede onderwijshuisvesting Kinderen en jongeren hebben recht op kwalitatief goed onderwijs. Het onderwijs is gericht op het bieden van gelijke kansen en ruimte aan talenten van leerlingen. Goed onderwijs vraagt om goede onderwijshuisvesting. Daarnaast zijn veiligheid, een goed leerklimaat en het voldoen aan de onderwijsleerplicht belangrijke factoren. Het CDA hecht eraan dat de gemeente een goede samenwerkingsrelatie heeft met alle schoolbesturen in Nieuwegein; zowel het openbaar als het bijzonder onderwijs.
3.2 School en omgeving Het CDA ziet scholen niet los van hun maatschappelijke omgeving. Omdat de bestuurlijke rol van de gemeente ten aanzien van het onderwijs is veranderd, moet zij vooral samenwerking tussen scholen en instanties stimuleren. Onderwerpen van samenwerking kunnen onder andere zijn: achterstandenbeleid, voortijdig schoolverlaten, terugdringen van ongeoorloofd schoolverzuim, praktijkonderwijs, voor, tussen- en naschoolse opvang, peuterspeelzaalwerk, veiligheid in en rondom de school, voorschoolse vroege educatie (VVE) en volwasseneneducatie.
17
Omdat opvoeding en educatie in elkaars verlengde liggen, vindt het CDA het belangrijk dat ouders bij de school worden betrokken. De vrijwillige inzet van ouders bij bijvoorbeeld het organiseren van activiteiten is van onschatbare waarde. Leraren zijn van grote waarde als het gaat om het opvangen van signalen van verwaarlozing, mishandeling en sociaal-emotionele problemen van leerlingen. Van belang is daarom dat bij de omvang van scholen, groepen en klassen de menselijke maat in acht wordt genomen, zodat leerlingen persoonlijke aandacht en begeleiding kunnen krijgen. Nieuwegein moet er naar streven om zo spoedig mogelijk zogenaamde een of meerdere combinatiefunctionarissen aan te stellen. Deze functionaris kan in de bovenbouw van het primair onderwijs bewegingslessen verzorgen in combinatie met het uitoefenen van de rol van verenigingstrainer en/of sportwerker in de buurt. De invoering van de combinatiefunctionaris is een geweldige kans om zowel het bewegingsonderwijs als organisatieaspecten binnen de sportverenigingen structureel te verbeteren. Het onderwijs dient, indien er gebruik wordt gemaakt van de inzet van deze functionaris, ook een redelijke bijdrage in de loonkosten te betalen.
3.3 Brede scholen Als er combinaties van functies (zoals VVE, kinderopvang, sport, muziek, open schoolpleinen, zorg) mogelijk zijn – bijvoorbeeld in brede scholen – wil het CDA dat stimuleren. Uitgangspunt blijft dat een school wel een school blijft en dat kinderen goede ontwikkelingskansen worden geboden. Het aanbieden van andersoortige voorzieningen kan daarbij van groot belang zijn. Als in een brede school verschillende scholen samenwerken, dan hecht het CDA er waarde aan dat scholen hun eigen (levensbeschouwelijke) identiteit kunnen behouden. Leer-werktrajecten Onderwijs en arbeidsmarkt moeten beter op elkaar aansluiten. Algemeen wordt beseft dat sommige leerlingen via een individueel traject veel beter tot ontplooiing kunnen komen. Het CDA steunt dit en wil dat er afspraken gemaakt worden tussen het lokale en regionale bedrijfsleven en de aanbieders van beroepsopleidingen, ook omdat deze nu te veel uit elkaar zijn gegroeid. Hiermee kan voor een deel het voortijdig schoolverlaten worden teruggedrongen. Dit is goed voor de toekomst van jongeren en voor de economie. Veiligheid In en rondom de scholen moet veiligheid gewaarborgd worden. Een goede samenwerking met de betrokken instanties zoals gemeente, wijkagent, bureau Halt, stadswacht en OM zijn daarbij essentieel. Als het gaat om de verkeersveiligheid rondom scholen dragen ouders mede zorg voor een veilige situatie. Keuzes 1. Ongeoorloofd schoolverzuim moet verder worden teruggedrongen en de leerplichtambtenaar heeft daarbij, zonder uitzondering, een handhavende taak. Jongeren die zonder startkwalificatie voortijdig de school verlaten worden teruggeleid naar school, en als dit niet lukt naar een zorgtraject. 2. Brede scholen moeten uitgroeien tot basisvoorzieningen waarin ook de voor-, tussen- en naschoolse opvang, peuterspeelzaal, VVE en kinderopvang een plek hebben. 3. Veiligheid in en rondom de scholen moet gewaarborgd zijn. Leerlingen moeten in een veilige situatie van en naar school kunnen bijvoorbeeld over rode fietspaden en veilige oversteekplaatsen. Ouders hebben een eigen verantwoordelijkheid m.b.t. de veiligheid. Het CDA wil daarom de ouders stimuleren om hun kinderen zoveel mogelijk met de fiets naar school te brengen. 4. Scholen moeten onaantrekkelijk zijn als hangplek en voor vandalisme. Er moeten voldoende prullenbakken aanwezig zijn en bij vandalisme moet sprake zijn van snel herstel. 5. Het is belangrijk dat scholen voorlichting geven over onderwerpen als internetpesten, loverboys en het gebruik van drank, drugs. 6. Coffeeshops mogen niet binnen de wettelijke norm van 250 meter rond scholen gesitueerd zijn.
18
7. Er moet naar gestreefd worden een of meerdere combinatiefunctionarissen aan te stellen in het primair onderwijs.
4. Participatie, zorg en sociaal beleid 4.1. Participatie en WMO Op 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) in werking getreden. Deze wet geeft gemeenten de taak te zorgen voor een samenhangend pakket van diensten en voorzieningen, zodat iedereen kan participeren in de lokale samenleving. Mensen komen in de visie van het CDA het meest tot hun recht in hun relaties met anderen en het participatiebeleid moet daarop gericht zijn. Het CDA staat achter het uitgangspunt van de WMO dat mensen in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor de eigen leefsituatie. Pas wanneer mensen dat niet (voldoende) kunnen en hun sociale omgeving geen ondersteuning biedt of kan bieden is er een rol weggelegd voor gemeenten. De eigen verantwoordelijkheid van WMO-cliënten is ook een financiële: waar mogelijk moet een eigen bijdrage worden betaald voor maatregelen, hulp, voorzieningen of ondersteuning. Voor het CDA telt ieder mens. Samen leven betekent omzien naar elkaar, mensen ondersteuning bieden waar dat nodig is. Ons plan is dan ook Nieuwegein een leefbare lokale gemeenschap te laten zijn met een grote sociale samenhang in en tussen de wijken en buurten. In dat beeld past dat inwoners zelfredzaam zijn en tegelijkertijd betrokken zijn bij hun omgeving: ze nemen zoveel mogelijk hun eigen verantwoordelijkheid en ondersteunen elkaar waar dat mogelijk is. Inwoners die (tijdelijk) niet meer op eigen kracht kunnen meedoen of zijn losgeraakt van de samenleving worden ondersteund bij het (weer) op een volwaardige manier kunnen deelnemen aan het maatschappelijke verkeer. Kwaliteit van diensten en voorzieningen is voor het CDA leidend bij de aanbestedingen bij derden/uitvoerenden, uiteraard zonder daarbij een goede prijs-kwaliteitverhouding uit het oog te verliezen. Keuzes 1. ‘Op eigen kracht waar mogelijk, ondersteuning indien nodig’ is voor het CDA uitgangspunt van het WMO-beleid. 2. Kwaliteit en beschikbaarheid van diensten en voorzieningen is het leidende principe bij aanbestedingen in het kader van de WMO.
4.2 Gezondheidsbeleid Op het gebied van gezondheidsbeleid speelt onze gemeente een belangrijke rol. Duidelijk mag zijn dat het overgrote deel van het gezondheidsbeleid afhankelijk is van nationaal beleid en nationale geldstromen (Algemene wet bijzondere ziektekosten, AWBZ, en Zorgverzekeringswet). Overmatig alcoholgebruik In toenemende mate gebruiken jongeren te veel alcohol. Jongeren komen er op steeds jongere leeftijd mee in aanraking. Ook het onverantwoorde drankgebruik op jonge leeftijd neemt toe onder jongeren. Het CDA vindt dat onze gemeente actief beleid moet blijven voeren op preventie en vroegsignalering van alcoholgebruik onder minderjarigen. Maatschappelijke partners in Nieuwegein moeten door de gemeente gestimuleerd worden om gezamenlijk deze problematiek aan te pakken. Het convenant met de lokale horeca is een voorbeeld van goede samenwerking tussen horeca, politie en gemeente. Gezondheidsrisico’s Een ander gezondheidsprobleem in ons land betreft zwaarlijvigheid (obesitas), in toenemende mate ook bij jonge kinderen. Dit wordt veroorzaakt door onvoldoende beweging en te veel en ongezond voedsel. Via het sportbeleid wordt op allerlei manier geprobeerd mensen letterlijk en figuurlijk in beweging te krijgen. Het
19
eten van gezonde voeding en verantwoorde tussendoortjes op scholen en onderwijsinstellingen wordt gestimuleerd. Verder, zo blijkt uit onderzoek, is het risico op bepaalde ziektes en aandoeningen (zoals diabetes mellitus, schizofrenie, ADHD) relatief hoog onder bepaalde (leeftijds)groepen niet-westerse allochtonen. Dit vraagt van de gemeente, in samenwerking met GGD MN, zorgpartijen en migrantenorganisaties, om extra aandacht te blijven houden voor deze groep en actieprogramma’s te blijven ontwikkelen. Keuzes 1. Het gemeentelijke gezondheidsbeleid richt zich vooral op preventie en vroegsignalering van gezondheidsrisico’s, ziektes en aandoeningen onder de bevolking, onder andere bij kinderen en jongeren. 2. De gemeente biedt, samen met scholen, (sport)verenigingen en maatschappelijke instellingen, programma’s aan die zijn gericht op een gezondere leefstijl van kinderen en jongeren. 3. Het gemeentelijk verbod op het nuttigen van drugs en alcohol op straat wordt strak gehandhaafd.
4.3 Gehandicapten Mensen met een functionele beperking of handicap verdienen ondersteuning waar dat nodig is. De behoefte aan deze ondersteuning is een maatschappelijk fenomeen. Het CDA vindt dat gehandicapten, binnen vast te stellen grenzen, moeten kunnen beschikken over een persoonsgebonden budget zodat zij zelf de benodigde zorg kunnen inkopen. Daarnaast moet er oog zijn voor het sociale netwerk waarbinnen gehandicapten leven. Bevorderen van zelfredzaamheid Zelfstandig zijn, zelf beslissingen kunnen nemen zijn voor ieder individu essentiele zaken in het leven. Het is daarom van groot belang dat gehandicapten voldoende informatie en advies kunnen krijgen over bijvoorbeeld wonen, vervoer, werken, recreëren en zorgvoorzieningen. Versnippering van voorzieningen en financiële regelingen is ongewenst. Het gehandicaptenvervoer vraagt nauwlettende aandacht. In het kader van de besluitvorming over regiotaxi zal het CDA de belangen van gehandicapten behartigen. Bij nieuwbouw of reconstructie van woningen is aandacht nodig voor fysieke aanpassingen, waarbij vooral ook rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften van gehandicapten. Maatschappelijke ondersteuning Gehandicaptenbeleid is ook in het kader van de uitvoering van de WMO een aandachtspunt. Het CDA zet zich in voor het voorkomen van onnodige procedures en voor verkorting van procedures. Als er voldoende budget is, is het gewenst subsidies te verstrekken voor projecten die de toegankelijkheid van gehandicapten van openbare gebouwen, de openbare ruimte en recreatie- en sportvoorzieningen vergroten. Keuzes 1. Het CDA is voorstander van structurele samenwerking tussen zorgaanbieders en zorgfinanciers, zodat gehandicapten via één loket alle relevante informatie kunnen krijgen. 2. De WMO-raad wordt nadrukkelijk betrokken bij beleidsvorming.
4.4 Bestrijding sociaal isolement en armoede Voor het CDA staat voorop dat mensen redelijkerwijs van een inkomen rond moeten kunnen komen en de noodzakelijke kosten van het bestaan moeten kunnen opbrengen. Wanneer dat niet lukt zal de overheid de helpende hand moeten bieden via inkomensbeleid. Sommige mensen belanden in armoede omdat ze op allerlei manieren in het leven vastlopen: relatieproblemen, een gebrekkig financieel beheer, gemis aan structuur en discipline, verslaving enzovoort. In dat geval is extra inkomensondersteuning meestal geen structurele oplossing, maar zijn andere vormen van sociale en maatschappelijke ondersteuning nodig. Bij armoedebeleid gaat het dus enerzijds om inkomensbeleid, anderzijds om maatschappelijke participatie en bestrijding van sociaal isolement. In het algemeen geldt dat betaald werk de beste manier is om uit de
20
situatie van armoede te komen. De gemeente heeft dus een taak mensen die aan het werk kunnen hierin te ondersteunen. Het is tevens realistisch om te onderkennen dat niet iedereen betaald werk kan verrichten. Voor hen komen oplossingen in de sfeer van de Wet sociale werkvoorziening en maatschappelijke participatie (banen) in de vorm van vrijwilligerswerk in beeld. Financiële tegemoetkoming van extra kosten ten gevolge van chronische ziekte of handicap blijft voor het CDA uitgangspunt van beleid. De gemeentelijke chronisch zieken en gehandicapten uitkering en collectieve ziektekostenverzekering moeten in stand blijven. Het CDA maakt zich blijvend zorgen over de maatschappelijke participatie van kinderen uit gezinnen die moeten rondkomen van een minimuminkomen. Om er voor te zorgen dat deze kinderen volwaardig maatschappelijk kunnen blijven participeren zal de gemeente de Stichting Leergeld en de U-pas als middelen voor participatie in blijven zetten. Het Noodfonds Armoede moet financieel in stand gehouden worden door de gemeente zodat er niemand tussen wal en schip hoeft te geraken. Samenwerking In de visie van het CDA zoekt de gemeente niet alleen naar oplossingen voor bestrijding van armoede, maar blijft zij hierover tevens het gesprek zoeken met het maatschappelijk middenveld zoals kerken, levensbeschouwelijke en maatschappelijke organisaties, vrouwengroepen, migrantenen gehandicaptenorganisaties. Ook goede afspraken met woningcorporaties, sociaal en maatschappelijk werk en kredietverlenende instanties zijn van belang. Zo komen gemeente en gemeenschap tot uitvoering van het lokale integrale armoedebeleid. Schuldhulpverlening Het CDA staat voor een duidelijke visie van de gemeente ten aanzien van schuldhulpverlening. De gemeente moet vooral preventief beleid voeren, gericht op het voorkomen van het terecht komen van mensen in problematische schuldsituaties. Dat betekent ook dat de behoefte aan voorzieningen zoals de Voedselbank sterk zal verminderen. De gemeente maakt hiertoe onder andere afspraken met woningcorporaties met betrekking tot het tijdig signaleren van huurschulden, zodat huisuitzettingen kunnen worden voorkomen. Ook moet de gemeente afspraken continueren voor schuldsanering en budgetbegeleiding. Kwijtschelding Het CDA is voorstander van kwijtschelding van de OZB en heffingen voor mensen met een inkomen rond het niveau van een bijstandsuitkering. Voor kwijtschelding komen ook mensen in aanmerking wiens schulden gesaneerd worden volgens de Wet schuldsanering natuurlijke personen, voor de jaren dat ze het traject van schuldsanering doorlopen. Keuzes 1. Het CDA kiest voor een gemeentelijk armoedebeleid dat activerend is voor wie nog kan werken, toereikend is voor wie dat niet meer kan en dat ook op langere termijn houdbaar is. 2. Het CDA zet zich in voor financiële tegemoetkoming van bijzondere kosten als gevolg van chronische ziekte of handicap voor mensen met een minimuminkomen. 3. Maatschappelijke participatie van kinderen in gezinnen met een minimuminkomen wordt door de gemeente financieel ondersteund via de U-pas en door middel van het in stand houden van de Stichting Leergeld. 4. Het CDA pleit voor een preventief beleid vanuit de gemeente met betrekking tot (problematische) schulden. De gemeente ondersteunt het aanbieden van cursussen gericht op budgetbeheer. 5. Het CDA zet zich in voor kwijtschelding van de OZB en de afvalstoffenheffing voor mensen met een minimuminkomen. 6. Het Noodfonds Armoede moet financieel in stand gehouden worden door de gemeente zodat er niemand tussen wal en schip hoeft te geraken.
21
4.5 Maatschappelijke opvang en verslavingszorg Dak- en thuislozen De maatschapppelijke opvang, verslavingszorg, vrouwenopvang en opvang van zwerfjongeren wordt voornamelijk uitgevoerd door onze centrumgemeente Utrecht. Dit vraagt om goede regionale afspraken. Het CDA is voor een gestructureerde opvang van dak- en thuislozen (inclusief vrouwenopvang en opvang van zwerfjongeren). Op de lange termijn moet het beleid gericht zijn op terugkeer van deze kwetsbare groepen in de maatschappij. Zij moeten uiteindelijk (weer) in staat worden gesteld verantwoordelijkheid voor zichzelf en hun omgeving te dragen. Dit kan niet van de ene op de andere dag en het vraagt tevens om individueel maatwerk. Algemeen gesteld is het doel, dat hulp aan dak- en thuislozen fasegewijs wordt afgebouwd: van opvang, via begeleiding (begeleid wonen en werken) en nazorg, naar volledig herstel van zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. Verslavingszorg Mensen die verslaafd raken aan drugs, alcohol of gokken vervallen tot grote afhankelijkheid, maar blijven verantwoordelijk voor hun eigen gedrag. Dat is het uitgangspunt bij de verslavingszorg die het CDA voor ogen staat. Vooral jonge drugsverslaafden vragen aandacht. In het kader van gezondheidspreventie betekent dit dat een coffeshop ongewenst is. Daarnaast moeten met harde hand de illegale huisteelt en straathandel in drugs aangepakt worden. (Soft)drugs zijn niet onschuldig. Ze kunnen – zeker bij veelvuldig gebruik en/of in combinatie met alcohol – zeer schadelijke effecten hebben op de gezondheid van mensen. Dit nog afgezien van onwenselijke effecten die drugsgebruik en -handel veroorzaken, zoals overlast en criminaliteit. Naast drugsverslaving vragen ook alcohol- en gokverslaving om een zeer actief beleid van de gemeente gericht op preventie, vroegsignalering en ondersteuning van zorgverlenende instellingen. Keuze 1.
Het CDA is voor een gestructureerde opvang van dak- en thuislozen. Maatschappelijke opvang dient te zijn gericht op volledig herstel van zelfstandigheid en eigen verwantwoordelijkheid van dak- en thuislozen.
5. Vrijwilligers Verenigingen Het CDA gelooft in een samenleving waarin mensen naar elkaar omzien en verantwoordelijkheid voor elkaar nemen. Heel praktisch is dit terug te zien daar waar mensen participeren in verenigingen. Het gemeentelijke beleid moet gericht zijn op het faciliteren van verenigingen voor zover zij een maatschappelijk doel nastreven. Vrijwilligerswerk en mantelzorg Vrijwilligers zijn het cement van onze samenleving. Veel maatschappelijk nuttige taken zouden blijven liggen als er geen mensen zouden zijn die zich onbezoldigd willen inzetten voor de medemens. Vrijwilligers moeten hierin ondersteund worden, door hen inspraak te geven in beleid, voorzieningen te bieden voor deskundigheidsbevordering en door praktische ondersteuning. Nadrukkelijk zal er aandacht moeten zijn voor het werven en behouden van jongeren als vrijwilligers (maatschappelijke stage). Vrijwilligers kunnen ondersteund worden via het Netwerk vrijwilligers in de zorg en de SVN, maar ook door het afsluiten en financieren van een ongevallen- en WA-verzekering door de gemeente voor vrijwilligers. Het CDA ziet graag dat jongeren meer actief bij het vrijwilligerswerk betrokken worden. Jongeren zouden in het kader van hun maatschappelijke stage mee kunnen helpen de vrijwilligersmarkt vorm te geven of mee kunnen helpen bij de organisatie van de wielerronde, zwemvierdaagse, avondvierdaagse. Het CDA vindt dat dit bij het Rijnhuizenconcert al mooi is vormgegeven. Hier helpen jongeren van het Anna van Rijn College het concert organiseren.
22
Mantelzorgers zijn mensen die zorgtaken op zich hebben genomen voor een dierbare die is aangewezen op hulp en verzorging. De gemeente kan zorgen voor een stuk verlichting voor deze vaak zwaarbelaste mensen door ze van professionele ondersteuning en informatie te voorzien. Het lokale Steunpunt Mantelzorg moet versterkt worden. Het CDA vindt dat de gemeente de waardering voor vrijwilligers en mantelzorgers tot uitdrukking moet laten komen door hen te ondersteunen bij hun waardevolle taak. Dit kan onder andere door gemeentelijke subsidies beschikbaar te houden voor organisaties die vrijwilligers en mantelzorgers ondersteunen. Een andere wens van het CDA is dat de vrijwilligers en mantelzorgers in het zonnetje gezet worden door een speciaal ‘Feest voor de vrijwilliger en mantelzorger’ . Keuzes 1. De gemeente zorgt dat het Netwerk Vrijwilligers in de Zorg, het Steunpunt Vrijwilligers en het lokale Steunpunt Mantelzorg zich kunnen versterken. 2. ‘Het feest voor de vrijwilliger’ wordt eenmaal in de vier jaar een terugkerend en denderend evenement.
6. Kerken en levensbeschouwelijke organisaties Levensbeschouwelijke organisaties, zoals kerken, de moskee, Leger des Heils en Humanitas vervullen een belangrijke rol bij de bewustwording van en het zoeken naar oplossingen van maatschappelijke problemen. Deze organisaties spelen ook een belangrijke rol bij het opvangen van vluchtelingen, van daklozen en bij de bestrijding van armoede. Tevens bieden ze inwoners de mogelijkheid uiting te geven aan hun (geloofs)overtuiging en dragen ze bij aan sociale cohesie. Het CDA wil dat kerken en daarmee te vergelijken instituties betrokken blijven bij de uitvoering van (onderdelen van) de WMO. Religie is een van de pijlers onder de Nederlandse samenleving. Religie wordt zowel in huiselijke kring als daarbuiten beleefd in kerken en gebedshuizen. Elkaars geloofsovertuiging of levensvisie wederzijds respecteren vormt een sterke basis voor onze samenleving. Op de plekken waar dit tot uiting komt is het mogelijk om sociale activiteiten te ontplooien die integratie tussen mensen van welk ras en geaardheid dan ook kunnen bevorderen. Uiteraard deelt het CDA het kernbeginsel van de scheiding van kerk en staat, maar tegelijkertijd kan het niet zo zijn dat de overheid uitdraagt dat kerken niet bestaan. Een volwassen wederzijdse relatie is naar het oordeel van het CDA van toegevoegde waarde voor de samenleving als geheel. In Nieuwegein huisvesten sommige geloofsgemeenschappen zich in monumentale kerkgebouwen, die buitengewoon waardevol zijn voor het stedelijk aanzien. Veelal worden deze gebouwen ook benut voor culturele activiteiten. Voor het in stand houden van de kerkgebouwen als monument is veel financiële draagkracht noodzakelijk. Bij het zoeken naar financiële ondersteuning moeten de krachten zowel in het politieke als het sociale veld gebundeld worden. Nieuwe initiatieven om geloofsgemeenschappen te huisvesten worden door de gemeente gefaciliteerd, oog hebbend voor de belangen van omwonenden. Keuzes 1. Het banen van wegen bij het doen van subsidieaanvragen om zo in stand houding van kerkgebouwen kansrijker te maken. 2. Gemeente onderhoudt goede contacten met vertegenwoordigers van geloofsgemeenschappen en levenbeschouwelijke organisaties en geeft dit contact een formele status. 3. Bezoekers en Levensbeschouwelijke organisaties moeten zich herkennen in de Stille Ruimte in het Stadshuis.
23
4.
Het CDA vindt dat de gemeente initiatieven van geloofsgemeenschappen omtrent huisvesting moet faciliteren en daarbij uitdrukkelijk rekening moet houden met de belangen en gevoelens van omwonenden.
7. Sport Sporten is gezond, zowel voor het lichaam als voor de geest. Het gemeentelijke sportbeleid moet gericht zijn op mensen van alle leeftijden. Sport is zeker voor kinderen en jongeren van belang omdat het helpt eigenwaarde op te bouwen. Daarnaast leren kinderen en jongeren bij sporten in teamverband regels in acht te nemen, te delen in sportiviteit en het belang van respect te hebben voor elkaar en de tegenstander. Sportverenigingen krijgen naast hun primaire functie in toenemende mate een maatschappelijke rol bij de aanpak van sociale problemen en het bevorderen van gezondheidsbewustzijn. De gemeente moet daarom sportverenigingen zowel financieel als organisatorisch ondersteunen. Het subsidiebeleid moet sport betaalbaar en bereikbaar houden voor de inwoners. Dat inwoners daaraan zelf financieel bijdragen is vanzelfsprekend. Voor mensen met een minimuminkomen blijft sportbeoefening onderdeel van het gemeentelijke armoedebeleid via de U-pas. Ook de jaarlijkse sportdag voor de leerlingen van het Voortgezet Onderwijs kan op steun van het CDA rekenen. Een van de grootste problemen van sportverenigingen is het vinden van voldoende vrijwilligers. Van verenigingen mag worden gevraagd zich in te spannen om bepaalde doelgroepen te bereiken, zoals jongeren, migranten, mensen met een laag inkomen en gehandicapten. Het CDA hecht aan een bloeiend (sport)verenigingsleven. Dit betekent echter niet dat de gemeente niet kritisch moet kijken naar het bestaansrecht van sportverenigingen. Soms noopt een afweging van kosten en baten tot fusering van sportverenigingen, tot verplaatsing van verenigingen of het realiseren van multifunctionele sportaccommodaties. Het CDA hecht zeer aan instituties als de Sportraad. De Sportraad is een belangrijke intermediair tussen gemeente en sportorganisaties. Keuzes 1. 2. 3. 4. 5.
6. 7. 8.
9. 10.
24
Het gemeentelijk beleid is gericht op het in stand houden en stimuleren van sportvoorzieningen die voldoen aan de NOC/NSF norm. Sport voor iedereen! Ook de weinig draagkrachtige inwoner moet in staat zijn sport te bedrijven. De U-pas en Stichting Leergeld zijn hierbij een goed middel. De gemeente ondersteunt de door het Voortgezet onderwijs georganiseerde Dag van de Sport. Alle jeugdigen verdienen op het gebied van bewegingsonderwijs en sport professionele begeleiding tijdens en na schooltijd (ook een taak voor de brede school). Blijvende aandacht voor verenigingsondersteuning om de verenigingsstructuur binnen de samenleving te waarborgen vanuit de waarde die verenigingen hebben. De Sportraad is en blijft het belangrijkste adviesorgaan op het terrein van de sport voor de gemeente. De gemeente voert gericht beleid om de verenigingsstructuur van de diverse sportverenigingen in stand te houden. Werven van vrijwilligers is hierbij een prioriteit. De samenwerking in de sportieve driehoek (Buurt – Onderwijs - Sport) intensiveren waarbij de gemeente de regierol vervult en zorg draagt voor de benodigde eigentijdse sportinfrastructuur. Het CDA pleit ervoor dat de gemeente het initiatief neemt bij het overleg met de Sportraad en het bedrijfsleven om na te gaan of topsport voor Nieuwegein bevorderd kan worden door bijvoorbeeld de oprichting van een topsportfonds. Ter bevordering van een gezonde leefstijl is structurele aandacht en subsidiëring van sport noodzakelijk. Voor de binnen- en buitensportaccommodaties zijn huurverhogingen hoger dan trendmatig niet aan de orde.
8. Erfgoed, kunst, cultuur en media Erfgoed In Nieuwegein is veel cultureel en historisch erfgoed terug te vinden, zoals monumentale woningen en kerken. Dit is van grote waarde. Vaak biedt dit erfgoed een blik op het verleden met lessen voor de toekomst of geeft het een beeld van hoe er in verschillende tijden tegen zaken aangekeken werd. In die zin biedt het mensen verstrooiing en maakt het ze los van de waan van de dag. Elke gemeenschap moet zorgvuldig en respectvol met haar erfgoed omgaan. Van bijzonder belang zijn de beide kastelen (Rijnhuizen en Oudegein), de Nieuwe Hollandse Waterlinie (de Forten Jutphaas en Vreeswijk en het bijzondere object de Plofsluis) , het oude dorp Jutphaas en het dorp Vreeswijk . In het verleden is bij het ontwikkelen van de gemeente beperkt prioriteit gegeven aan het behoud van oude landschappelijke elementen. Het verdient veel aandacht om, waar dat kan, weer tot herstel van oude verbanden en waarden te komen. In dit verband verdient herstel van de oude Oost-West verbinding absolute prioriteit. De gemeente zal waar nodig deelnemen aan projecten van regionaal en landelijk belang die een dergelijke gedachte ondersteunen. Denk daarbij aan het landelijk project Nieuwe Hollandse Waterlinie. Kunst en cultuur Een bijzonder onderdeel van kunst is de amateurkunst. Niet alleen als vrijetijdsbesteding maar in toenemende mate als dagbesteding binnen de zorg. In het kader van het onderwijs of buitenschoolse activiteiten kunnen kinderen en jongeren zich bewust worden van hun talenten voor creatieve zaken. Dit moet verder gestimuleerd worden. Waar mensen elkaar vinden in een gezamenlijke bezigheid ontstaat onderling respect als vanzelf. Op gemeentelijk niveau is amateurkunst daarom een gewaardeerd onderdeel dat ondersteuning niet alleen nodig heeft, maar ook verdient. Kunst in de openbare ruimte geeft een kwaliteitsimpuls aan de bebouwde omgeving. Het nodigt uit om stil te staan bij wat wij zien of ervaren en kan zo bijdragen aan een moment van verwondering en bezinning. Toegepaste kunst in civiele werken in onze gemeente geeft een kwaliteitsimpuls. Het CDA pleit voor een vernieuwde manier van samenwerking tussen de gemeente, kunstenaars en bedrijfsleven. Het CDA sluit daarbij aan bij de tendens in het kunst- en cultuurbeleid die leidt tot een cultureel bewustzijn in de samenleving (zogeheten ‘vermaatschappelijking’ van kunst). Samen met kunstenaars wordt getracht inwoners te betrekken bij kunstprojecten. Op deze manier blijft er niet alleen iets tastbaars achter, maar brengt het mensen ook samen met een blijvende herinnering hieraan. Participatie van inwoners zou verder vorm gegeven kunnen worden door in de gemeentelijke kunstcommissie enkele inwoners zitting te laten nemen. Het CDA daagt kunstenaars uit óók ondernemer te zijn. De gemeente moet faciliteren in ruimte om te exposeren in het Stadshuis en of in delen van het nieuwe theater. Heel interessant is de gedachte om professionals van De Kom, denk daarbij aan de muziekdocenten, een bijdrage te laten leveren als lid van het orkest, bij het functioneren van de amateurorkesten. De Stichting Bibliotheek Nieuwegein moet de ruimte krijgen om de stap naar virtualisering en digitalisering in het nieuwe Stadshuis te maken. Het aanbod van de bibliotheek moet voor iedere inwoner bereikbaar zijn, dicht bij huis. Het CDA daagt de Stichting Bibliotheek Nieuwegein uit om in samenwerking met scholen en het welzijnswerk in iedere wijk een steunpunt te ontwikkelen. Media De lokale en regionale media hebben een belangrijke functie. Niet alleen als maatschappelijk fenomeen, maar zeker ook vanuit de democratische gedachte (om nog maar te zwijgen van de rol van de media bij crises en rampen). Media voorzien in informatie en betrekken daardoor mensen bij de politiek. De lokale media bedienen zich daarbij ook van internet. De media dienen een stem te bieden aan de autochtone en allochtone bevolking. Het gebruik van de Nederlandse taal, als middel tot integratie is hierbij uitgangspunt.
25
Keuzes 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
De gemeente beschermt het cultuurhistorische erfgoed van de lokale gemeenschap, zoals monumenten. In het ruimtelijk ordeningsbeleid van de gemeenten is het aspect cultureel erfgoed een van de kwaliteitsaspecten bij het ontwikkelen van ruimtelijk beleid. De gemeente zoekt en ondersteunt het particulier initiatief, zoals: de Historische Kring, De Oudheidskamer Vreeswijk en de Werkende Werf. Kunst in de openbare ruimte en in civiele werken wordt gestimuleerd, waar mogelijk in samenwerking met het bedrijfsleven. Theater, kunstencentrum en muziekschool De Kom neemt wat het CDA betreft een centrale positie in binnen het voorzieningenniveau van heel Nieuwegein. Met De Kom wordt bezien of er mogelijkheden zijn te komen tot interactie tussen de professionele docenten van de muziekschool en de amateurorkesten in Nieuwegein. Het CDA daagt de Stichting Bibliotheek Nieuwegein uit om in samenwerking met scholen en het welzijnswerk in iedere wijk een steunpunt te ontwikkelen. Het gebruik van de Nederlandse taal in mediaprogramma’s gericht op migranten is uitgangspunt.
9. Integratie en participatie Integratie en participatie van bevolkingsgroepen blijft in de komende decennia de aandacht vragen. Onze gemeente heeft hierin een belangrijke taak. In de lokale gemeenschap die het CDA Nieuwegein voor ogen staat zijn migranten goed geïntegreerd. Integratie is echter geen assimilatie: mensen hebben recht op hun eigen (gezins)leven, godsdienst, cultuur en opvattingen. Niet alleen achter de voordeur, ook in het publieke domein mag dat tot uitdrukking komen in eigen instellingen en verbanden. Dat neemt niet weg dat de vrijheid van godsdienst, meningsuiting, onderwijs en persoonlijke levenssfeer binnen de bandbreedte van de kernwaarden gelijkwaardigheid, vrijheid en solidariteit van de Nederlandse rechtsstaat horen te worden beleefd en positief gericht dienen te zijn op de samenleving. Er is een balans tussen rechten en plichten, tussen vrijheid en verantwoordelijkheid. Het project ’Wisselgeld’, wat uitgaat van plichten en rechten, is hier een uitstekend voorbeeld van. Integratieproces is óók wederkerig Het proces van integratie is eveneens wederkerig; het vraagt van iedereen, ongeacht afkomst, zich open te stellen voor de ander. Samen leven betekent in de visie van het CDA dat we elkaar waar nodig zowel de ruimte geven als elkaar opzoeken. Het parool is meedoen. Dat vraagt om een open houding tussen bevolkingsgroepen en wederzijdse interesse in wat elkaar bezighoudt en bindt. In de lokale gemeenschap schuilt kracht en creativiteit. De meest uiteenlopende initiatieven, zoals het Maatjesproject, laten zien dat mensen zich op allerlei manieren met elkaar verbinden en er naar zoeken om bruggen te bouwen. Het CDA wil dat die eigen kracht en het oplossend vermogen van de lokale samenleving worden ingezet en waar nodig versterkt. Maatschappelijk debat: waardig en respectvol Het recht op de vrijheid van meningsuiting biedt veel ruimte bepaalde zaken kritisch aan de orde te stellen. Het is goed om een maatschappelijke discussie te voeren over de betekenis van religie, zoals het christendom en de islam, in de samenleving. Het staat mensen vrij daarbij misstanden of gebruiken die in onze maatschappij breed worden afgewezen aan de kaak te stellen. Vrijheid schept echter óók de verplichting van eigen verantwoordelijkheid voor gelovigen en niet-gelovigen om waardig en respectvol om te gaan met andersdenkenden. Maar iedereen blijft altijd verantwoordelijk voor het eigen gedrag, voor de eigen opvatting zowel in woord als geschrift. Waardigheid en respect hebben ook een belangrijke maatschappelijke functie. Het op scherp stellen van tegenstellingen is niet zonder risico voor de cohesie die een samenleving nodig heeft. Een beroep op waardigheid en respect mag de grondrechten niet in gevaar brengen.
26
Goed nieuws mag niet worden verzwegen. Dat geldt zeker voor de positieve kanten van integratie, voor voorbeelden die anderen inspireren, zoals succesvolle migranten die een eigen zaak of bedrijf hebben opgezet. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld veel meisjes en jonge vrouwen van allochtone afkomst die bovengemiddelde resultaten halen in het onderwijs. Andere positieve voorbeelden zijn het groeiende aantal migranten dat politiek, maatschappelijk en cultureel actief is en bestuurders van allochtone origine die inmiddels belangrijke posities in het openbaar bestuur bekleden. Veel migranten vinden vanzelf hun weg; voor anderen is het lastiger en ligt sociaal en maatschappelijk isolement op de loer. Dat laatste kan leiden tot allerlei versterkende problemen zoals (ernstige) problemen in het gezin, vroegtijdig schoolverlaten zonder diploma, werkloosheid en uitkeringsafhankelijkheid, (jeugd)criminaliteit. Het voorkomen van deze problemen is belangrijk. Enerzijds door de eigen kracht van mensen te ondersteunen, anderzijds door grenzen te stellen waar dat geboden is. Tot slot moet worden opgemerkt dat integratie en inburgering geen algemeen toepasbare processen zijn waarvan de looptijd exact is aan te geven. Migranten kunnen al decennia of pas kort in ons land leven, sommigen spreken vloeiend Nederlands, anderen gebrekkig of niet. Iedereen is wel of helemaal niet maatschappelijk actief. Kortom, bij integratie en inburgering moet voldoende rekening worden gehouden – binnen zekere grenzen – met de individuele achtergrond, vaardigheden en competenties van migranten. Rol gemeente Onze gemeente heeft ten aanzien van integratie en inburgering van migranten de volgende taken: 1. Stimuleren van binding en ontmoeting De gemeente stimuleert en ondersteunt activiteiten uit de samenleving die zijn gericht op binding en ontmoeting tussen verschillende bevolkingsgroepen (interculturele activiteiten). Ook migranten(zelf) organisaties hebben hierin een belangrijke rol. 2. Opvoeding en onderwijs Het CDA vindt dat de gemeente waar nodig ondersteuning in de opvoeding moet bieden aan zowel ouders als kinderen, ongeacht afkomst en etnische achtergrond. Dit moet in samenwerking met verloskundigen, consultatiebureaus, migranten(zelf)organisaties en scholen. 3. Nederlandse taal en inburgering Beheersing van de Nederlandse taal is onmisbaar om te kunnen communiceren en functioneren in onze samenleving. Onze gemeente heeft de taak om taalcursussen en inburgeringtrajecten te organiseren voor migranten. Het CDA vindt deze taak zeer belangrijk, omdat het migranten helpt een weg te vinden in de maatschappij. Voor oudkomers wil het CDA laagdrempelige taalcursussen via scholen en buurthuizen realiseren. Voor nieuwkomers is het aanleren van het Nederlands onderdeel van het inburgeringtraject, bij voorkeur in een vroegtijdig stadium van het traject en in combinatie met (vrijwilligers)werk. 4. Inkomen door arbeid Mensen zijn verantwoordelijk om in hun eigen inkomen te voorzien door arbeid als zij daartoe in staat zijn. Van uitkeringsgerechtigden mag worden gevraagd dat zij actief solliciteren om aan de slag te komen. Om goed toegerust te zijn op de arbeidsmarkt is een afgeronde opleiding van groot belang. Helaas is het percentage voortijdige schoolverlaters onder bepaalde migrantengroepen nog te hoog. Het CDA vindt dat de gemeente het initiatief moet nemen tot projecten, waarin onder andere UWV, bedrijfsleven en scholen samenwerken. Hiermee komen laagdrempelige contacten tot stand tussen werkgevers en werknemers. Hierbij kunnen succesvolle allochtone ondernemers als een persoonlijke mentor optreden. Het is van groot belang dat via deze contacten stages, leerwerktrajecten en arbeidsplaatsen voor migrantenjongeren tot stand komen.
5. Bestrijden van discriminatie Integratie en inburgering kunnen slechts succesvol zijn als migranten met respect voor hun cultuur, religie en traditie worden bejegend. Omgekeerd mag van migranten respect voor de waarden en normen in onze
27
samenleving worden gevraagd. Bevordering van de maatschappelijke participatie van migranten vraagt tevens om gelijke kansen op de arbeidsmarkt. Discriminatie moet daarom actief worden bestreden. 6. Roma-gemeenschap in Nieuwegein Het CDA vindt dat voor de Roma-gemeenschap in Nieuwegein dezelfde kansen en plichten gelden als voor alle andere Nieuwegeiners, ondanks dat het CDA begrip heeft voor de geschiedenis van deze inwoners. Heel wat jaren is geïnvesteerd in projecten met betrekking tot het volgen van onderwijs, kinderopvang en werkgelegenheid. Maar de vorderingen zijn niet zichtbaar. Het CDA erkent dat het ook haar niet is gelukt daar veel in te veranderen. Maar ook de Roma-gemeenschap zelf komt nog niet met mogelijke oplossingen. Het CDA wenst een oplossing voor deze problematiek en zet daarom in op het project Wisselgeld. Een oplossing betreffende integratie van de Roma moet breder getrokken worden dan Nieuwegein; er moet contact zijn met andere gemeenten in Nederland maar ook moeten de Rijksoverheid en Europa Nieuwegein ondersteunen in haar beleid. IJkpunten voor integratie en participatie Het CDA vindt dat de volgende ijkpunten richtinggevend moeten zijn voor alle Nederlanders, ongeacht herkomst of etnische achtergrond: de grondrechten zoals geformuleerd in de grondwet zijn uitgangspunt van het handelen van iedereen; mensen hebben als individu een unieke waarde en dragen een persoonlijke verantwoordelijkheid; mensen hebben recht op eigen samenlevingsverbanden; de taal waarin we communiceren is het Nederlands; wij hebben in vrijheid respect voor elkaar; solidariteit (rechten en plichten) is wederkerig; inkomen door arbeid hoort bij een menswaardig bestaan; ouders dragen de verantwoordelijkheid voor het opvoeden van hun kinderen; Keuzes 1. De ijkpunten zijn bepalend bij een gericht, christendemocratisch geïnspireerd, integratie- en participatiebeleid. 2. Voor de Roma-gemeenschap blijft het CDA inzetten op het project Wisselgeld. 3. Het CDA vindt het Roma-beleid een zaak die niet alleen Nieuwegein aangaat en verwacht steun van andere overheden.
10. Ruimtelijke ordening en wonen 10.1 Ruimtelijke ordening De inrichting van de publieke ruimte raakt ons allen. Het is een belangrijk instrument om leefbaarheid in gemeenten in stand te houden en te bevorderen. In de regel krijgt revitalisering van bestaande bedrijfsterreinen echter nog te weinig aandacht. Het ontwikkelen van het Klooster staat bij het CDA hoog op de agenda. Bezien moet worden in hoeverre het Klooster een bijdrage kan leveren voor bedrijven die verplaatst moeten worden uit bestaande, te revitaliseren bedrijventerreinen. Bijzonder is, dat het ruimtelijke ordeningsbeleid wordt afgestemd met andere overheden, temeer daar de ligging tussen twee nationale landschappen (de Nieuwe Hollandse Waterlinie en het Groene Hart) een van de kernkwaliteiten van de gemeente is. Het CDA vindt dat de ruimtelijke kwaliteit van het open landschap meer aandacht moet krijgen. Keuzes 1. De gemeente actualiseert haar bestemmingsplannen conform de regelgeving van de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening. Zij betrekt inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties bij het voorbereiden van de plannen. 2. De gemeente legt verbindingen tussen de plannen van andere overheden en de opgaven op het
28
3.
4. 5. 6.
terrein van milieu, verkeer en vervoer en milieu. De gemeente speelt een actieve rol op het toeristisch recreatief bereikbaar maken van de nationale landschappen en bevordert samen met andere overheden de kwaliteit van deze landschappen. De gemeente draagt zorg voor een voldragen structuurvisie die leidend is voor de planologische ontwikkelingen in de stad. Gezondheid en welzijn van de inwoners zijn voor het CDA belangrijke uitgangspunten bij het maken van ruimtelijke plannen. Bij het maken van structuur- en bestemmingsplannen neemt het CDA een aparte paragraaf op over de realisatiemogelijkheden voor de implementatie van de WMO.
10.2 Wonen voor iedereen Woningmarkt vlottrekken Nieuwegein moet haar rol en verantwoordelijkheid nemen in de regionale woningbouwopgave door op locaties in bestaand stedelijk gebied te bouwen. Wanneer Nieuwegein zal voldoen aan de regionale woningbouwopgave staat het vergroten van de ruimtelijke kwaliteit van Nieuwegein voorop. Daarom zal gezocht moeten worden naar potentiële bouwlocaties waar met additionele woningbouwontwikkeling een kwaliteitsslag gemaakt kan worden. Het streven naar kwaliteit betekent dat verdichting en inbreiding niet ten koste mag gaan van het groene karakter van de huidige woonwijken. Binnen de gemeente is er voldoende potentie aanwezig om nieuwe woonmilieus toe te voegen en daarmee de ruimtelijke kwaliteit van de stad te verhogen. Het CDA staat een actief doelgroepenbeleid voor als het gaat om woningbouw voor starters en senioren. Beide groepen komen moeilijk aan een kwalitatief goede en betaalbare woning. Als er genoeg goede woningen voor senioren worden gebouwd, komt doorstroming op gang die ruimte zal bieden aan starters. Daarnaast kan de gemeente gericht maatregelen treffen voor doelgroepen, zoals het verstrekken van startersleningen en het geven van begeleiding en advies. Meer keuzevrijheid en zeggenschap Het CDA vindt dat kopers en huurders meer zeggenschap en keuzemogelijkheden moeten krijgen bij nieuwbouw. Gemeenten kunnen hierbij gebruik maken van de mogelijkheden die de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening biedt. Architecten en ontwikkelaars denken te veel voor en te weinig met de toekomstige gebruikers. Het CDA is er voorstander van een Gebruikers Advies Commissies in te stellen, die met de praktische blik van gebruikers naar nieuwe bouwplannen kijkt. Vormen van (individueel en collectief) particulier opdrachtgeverschap verdienen ondersteuning door de gemeente. Daarbij heeft de gemeente ook oog voor de risico’s van particulier opdrachtgeverschap door te zorgen voor intensieve begeleiding en ondersteuning waar nodig. Gemeente en woningcorporaties Woningbouwcorporaties, zorginstellingen, scholen, maatschappelijke organisaties en de gemeente kunnen samen meer bereiken dan iedere partij afzonderlijk. De gemeente moet partijen bij elkaar brengen om concrete afspraken te maken over goede, betaalbare woningen en voorzieningen. Het CDA blijft woningcorporaties aanspreken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te investeren in woningen en omgeving.
Bouw- en woningtoezicht In een samenleving waarin respect voorop staat, moet ook sprake zijn van respect voor particuliere eigendommen. Daarom moet de gemeente, als het aan het CDA ligt, bijvoorbeeld optreden tegen het kraken van leegstaande kantoorpanden. In voorkomende gevallen kunnen leegstaande woningen, appartementen
29
en kantoren door de gemeente of corporaties worden aangekocht en een nieuwe bestemming krijgen, bijvoorbeeld voor jongeren, starters of zorggroepen. Particulieren, corporaties en ondernemers moeten aangesproken worden op hun verantwoordelijkheid voor beheer, onderhoud en veiligheid, en indien nodig door handhavend op te treden. De gemeente voert een actief beleid tegen verloedering van woningen en kantoorpanden. Keuzes 1. Het CDA staat een actief doelgroepenbeleid voor als het gaat om woningbouw en woningtoewijzing voor starters, senioren en mantelzorgers. De gemeente stimuleert vernieuwingen als kleinschalige woonvormen voor ouderen met dementie en andere woon/zorginitiatieven. 2. Voor de bestaande woningvoorraad wil het CDA positieve ontwikkelingen stimuleren, zoals meer mogelijkheden voor het combineren van wonen en werken en het toestaan van woningaanpassingen als mensen zorg nodig hebben. 3. Het CDA is voorstander van het transformeren van kantoren naar woningen waar dat nodig, mogelijk en stedenbouwkundig wenselijk is. 4. (Toekomstige) eigenaren en huurders van woningen moeten meer invloed en zeggenschap krijgen bij nieuwbouw. 5. De gemeente ondersteunt (collectief) particulier opdrachtgeverschap door gerichte maatregelen, zoals het aanbieden van vrije kavels, het geven van advies en begeleiding en korting op leges.
10.3 Welstand Veel mensen voelen zich betrokken bij de bebouwde omgeving. De maatschappelijke tendens is dat bewoners meer keuzevrijheid en inspraak willen ten aanzien van hun directe leefomgeving. Dat vraagt in ieder geval om de vaststelling van de welstandsnota en beeldkwaliteitplannen in samenspraak met bewoners. Tegen deze achtergrond zou de gemeente steeds meer over kunnen gaan tot het verminderen van welstandscriteria, het aanwijzen van welstandslichte of zelfs -vrije locaties. De rol van de welstandscommissie wordt daarmee teruggedrongen.
11. Economische ontwikkeling, arbeidsmarkt en werkgelegenheid 11.1 Economische ontwikkeling Een gezonde economie schept banen en stelt zo veel mogelijk mensen in staat te participeren. Nederland heeft een open economie; economische groei en daarmee de ontwikkeling van werkgelegenheid is nauwelijks gericht te beïnvloeden door de overheid, laat staan door onze eigen gemeente. Nieuwegein heeft echter wel het grote voordeel van de zogenaamde woon-werkbalans. Het aantal arbeidsplaatsen in onze gemeente overtreft ruimschoots het aantal werkenden. Dat biedt kansen voor participatie van iedereen. Daarom is een goede relatie tussen gemeente en bedrijfsleven van zeer groot belang. Rol van de gemeente De gemeente kan verder mede bijdragen aan goede randvoorwaarden voor economische ontwikkeling. Het CDA vindt de inbreng van ondernemers zeer belangrijk zodat de gemeente nog meer vraaggericht gaat werken. Intensief contact met de Stichting Middenstand Centrale, de Ondernemerskring Nieuwegein, Sociëteit de Nieuwe en Koninklijke Horeca Nederland zijn daarvoor een noodzakelijke voorwaarde. Een periodieke digitale bedrijvenpeiling onder alle ondernemers kan nog meer inzicht geven in de behoeften zodat de gemeentelijke dienstverlening aan het bedrijfsleven op een hoger plan gebracht kan worden. Het CDA wil een goed gemeentelijk investeringsklimaat ontwikkelen, onder meer door het realiseren van één bedrijvenloket per gemeente of per regio, zowel fysiek als digitaal, zodat ondernemers snel en effectief geholpen worden. Het loket neemt tevens de backservice op zich. Verder is het CDA voorstander van het
30
opzetten van accountmanagement zodat bedrijven rechtstreeks contact hebben over vraagstukken die verder gaan dan die het bedrijvenloket behandelt. Indien de behoefte er blijkt te zijn, faciliteert de gemeente starters op de markt met een starterscentrum. De gemeente blijft financiële steun verlenen aan het Politiek Café als ontmoetings- en disucssieplek voor inwoners, politiek, bestuur en ondernemers. Voor economische ontwikkeling zijn goede ontsluitingen van bedrijventerreinen en een goede weginfrastructuur onontbeerlijk. Ook goede openbaar vervoer verbindingen en meer parkeerplekken zijn noodzakelijk. Wat bedrijventerreinen betreft zijn, naast goede bereikbaarheid, de trefwoorden ‘schoon, heel en veilig’ uitgangspunt bij ontwikkeling, beheer en onderhoud. De gemeente stimuleert het concept van parkmanagement voor bedrijventerreinen. Indien erfpacht noodzakelijk blijkt om ontwikkelingen van de grond te krijgen zal de gemeente dit overwegen. 24-uurs economie Het CDA is voor een sterke gemeente en een sterke markt, waarbij enerzijds verantwoordelijkheden zijn gespreid en anderzijds sprake is van partnerschap waar nodig. De marktsector moet kunnen floreren en de gemeente kan daar goede randvoorwaarden voor scheppen. De gemeente moet geen blokkades opwerpen voor economische ontwikkelingen, maar ze moeten wel getoetst worden op sociaal-maatschappelijke en ecologische effecten. Mede om grenzen te stellen aan de 24-uurs economie of om deze zelfs om te buigen, wordt ernaar gestreefd een collectieve rustdag te handhaven. In de ogen van het CDA is de zondag hiervoor het meest geschikt. Het CDA kiest voor behoud en niet voor verdere uitbreiding van het aantal koopzondagen en is voorstander van het wijzigen van de Verordening, zodat de zondagavondopenstelling van supermarkten bij nieuwe aanvragen niet verstrekt zullen worden. Het CDA hecht aan een sterke band met bedrijven en winkeliers en zal regelmatig sessies moeten organiseren voor en met Nieuwegeinse bedrijven om commerciële kennis uit te wisselen en de bedrijven economisch nog sterker te maken. Het CDA vindt dat het gemeentebestuur het bedrijfsleven doorlopend moet stimuleren om initiatieven te nemen voor nog betere bedrijfsvoering. Waar nodig zullen de bedrijven ondersteuning in kennis krijgen om hun bedrijfsplannen waar te maken. Lokale ondernemers verdienen extra steun en adviezen van de afdeling Economische zaken, dit omdat franchise bedrijven die kennis zelf in huis hebben. Ook heeft de gemeente een actieve rol richting het bedrijfsleven om stageadressen te vinden voor de Nieuwegeinse jongeren. Verder zal de gemeente bij de toewijzingen van winkelpanden in het nieuwe City Plaza zich inzetten voor de lokale ondernemers, zodat ook zij een goede locatie kunnen krijgen in het nieuwe winkelcentrum. De gemeente moet snel handelen bij vergunningaanvragen van het bedrijfsleven. Binnen maximaal 4 weken moet er een adequate reactie zijn. In een sterke economie kunnen op een verantwoorde wijze voldoende middelen worden vrijgemaakt voor sociaal maatschappelijke doeleinden, zoals onderwijs en participatie voor hen die niet mee kunnen komen in het reguliere arbeidsproces. Daarmee wordt een bijdrage geleverd aan gerechtigheid en solidariteit in de samenleving. Keuzes 1. De gemeente (of regio) richt één fysiek en digitaal loket in voor bedrijven, waar ondernemers terecht kunnen. Tevens wordt accountmanagement ingesteld waardoor bedrijven rechtstreeks terecht kunnen bij de betreffende gemeentelijke afdelingen voor complexe vraagstukken. 2. Winkelgebieden en bedrijventerreinen moeten schoon, heel en veilig zijn. 3. Het CDA ondersteunt initiatieven om winkelgebieden en bedrijventerreinen te certificeren met het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). 4. Het CDA kiest voor behoud en niet voor verdere uitbreiding van het aantal koopzondagen en is voorstander van het wijzigen van de verordening zodat de zondagavondopenstelling van supermarkten bij nieuwe aanvragen niet verstrekt worden. 5. De gemeente voert een actief relatiemanagement met het bedrijfsleven.
31
11.2 Werkgelegenheid en arbeidsmarkt Het CDA vindt betaald werk de beste vorm van sociale zekerheid. Betaalde arbeid geeft mensen niet alleen een zelfstandig verdiend inkomen: werken biedt ook mogelijkheden tot verdere zelfontplooiing, het opdoen van sociale contacten en geeft mensen het gevoel erbij te horen in de samenleving. Het CDA wil zich inzetten voor een zo groot mogelijke uitstroom naar werk. De Wet werk en bijstand (WWB) biedt daarvoor veel aanknopingspunten. Rol gemeente De gemeente blijft loonkostensubsidies en uitstroompremies inzetten. Het CDA ziet graag dat de gemeente doorgaat met de no-risk polissen waardoor tijdelijk het risico van ziekte bij langdurig werkzoekenden kan worden weg genomen. Het CDA is van mening dat de aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt verbeterd moet worden. Gemeenten hebben de verantwoordelijkheid voor de re-integratie van bijstandsgerechtigden en hebben daarom veel contacten met bedrijfsleven en het onderwijs. Het CDA steunt het opzetten van één loket voor werkzoekenden en werkgevers in arbeidsmarktregio’s. Het onderwijs tracht meer vraaggericht te werken om in te spelen op de toekomstige arbeidsvraag van werkgevers. Contractonderwijs is hier een voorbeeld van. Voor diegenen die niet mee kunnen in het reguliere arbeidsproces zijn de inspanningen van de gemeente en maatschappelijke organisaties gericht op andere vormen van participatie. De gemeente moet daarom zo veel mogelijk verbindingen blijven leggen tussen de WMO, de Wet Werk en Bijstand (WWB), de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), de Wet integratie burgers (WIB) en de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Hierdoor kunnen zo veel mogelijk mensen participeren. Het Participatiefonds kan daartoe een impuls leveren. Jongeren Jongeren (18-23 jaar) behoren tot de leeftijdsgroep die de hoogste prioriteit verdient bij werkgelegenheidsbevordering. Daarom wil het CDA dat alle jongeren die een bijstandsuitkering aanvragen de verantwoordelijkheid moeten nemen om direct actief aan de slag gaan in een traject: wie (nog) geen diploma heeft moet alsnog een startkwalificatie kunnen halen. Verder vindt het CDA dat alle jongeren met behulp van sollicitatiecursussen, arbeidstrainingen, het opdoen van werkervaring met behoud van uitkering en actieve samenwerking met bedrijven zo snel mogelijk aan regulier werk moeten worden geholpen. Gezinnen met kinderen Ten aanzien van eenoudergezinnen die leven van een bijstandsuitkering, vindt het CDA dat er sprake moet zijn van een goede balans tussen de ouderlijke zorgplicht voor het kind en het zich beschikbaar stellen voor de arbeidsmarkt. Voor gezinnen met kinderen is het langdurig aangewezen zijn op de bijstand extra moeilijk, juist ook voor de kinderen. Daarom vindt het CDA dat bij gezinnen met kinderen door de gemeente een extra inspanning moet worden verricht bij het bemiddelen van de ouder(s) naar werk. Het CDA erkent echter ook dat het verzorgen en opvoeden van kinderen een belangrijke taak is, die de mogelijkheden tot vinden van werk beperkt. Vooral voor alleenstaande ouders kan het moeilijk zijn zorg en opvoeding van de kinderen te combineren met een fulltime baan. De WWB biedt daarom de mogelijkheid om deze groep geheel of gedeeltelijk een ontheffing te geven van de sollicitatieplicht. Het CDA pleit ervoor hiervan gebruik te maken. Om toch contact met de arbeidsmarkt te houden kan parttime werken voor deze groep financieel worden gestimuleerd door middel van een premie. Keuzes 1. Het CDA vindt betaald werk de beste vorm van sociale zekerheid. De gemeente moet bevorderen dat wie kan werken ook aan de slag geholpen wordt. Vooral jongeren van 18 tot 23 jaar mogen niet aan de kant staan. Zij moeten direct aan de slag in werk of een vervolgopleiding. 2. Alleenstaande ouders met kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar kunnen geheel of gedeeltelijk worden vrijgesteld van sollicitatieplicht. Parttime werken voor deze groep kan financieel worden gestimuleerd door middel van een premie.
32
11.3 Marketing Nieuwegein Een gemeente kan zich onderscheiden door zichzelf op een professionele manier in de markt te zetten. Dit wordt citymarketing genoemd. Bij citymarketing is sprake van een doordachte en samenhangende strategie die de aantrekkelijke kanten van de gemeente laten zien. De activiteiten die daarbij worden ondernomen zijn afgestemd op wensen en verwachtingen van de doelgroep(en) die bereikt moeten worden. Dat kunnen bedrijven zijn, toekomstige inwoners, toeristen, maar ook maatschappelijke instellingen. Alles met als doel dat zij zich in de gemeente gaan vestigen of deze gaan bezoeken. Citymarketing heeft daarnaast ook tot doel onze stad bekender te maken voor de inwoner. De gemeente kan citymarketing niet alleen vormgeven. Sterker, een succesvolle citymarketingstrategie vraagt om gelijkwaardige samenwerking tussen gemeente, inwoners, bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen in een professionele organisatie. En vooral ook gebruikmakend van bestaande culturele evenementen en initiatieven.
12. Milieu, dierenwelzijn, water, verkeer en vervoer 12.1 Milieu en klimaatbeleid Nieuwegein moet haar steentje bijdragen aan het beïnvloeden van het milieu en klimaatproblematiek. Niet alleen door zelf het goede voorbeeld te geven, maar ook door gedragsbeïnvloeding. Rol gemeente Waar mogelijk worden particuliere en bedrijfsmatige initiatieven gestimuleerd en ondersteund om dit doel te bereiken. Gemeentelijk milieu- en klimaatbeleid worden samen met bedrijven, maatschappelijke organisaties en instellingen vormgegeven. In dat beleid ligt de nadruk op energiebesparing die voor inwoners en bedrijven te behalen valt dankzij investeringen en subsidies in duurzaamheid. Het gemeentelijke inkoopbeleid heeft een voorbeeldfunctie in duurzaamheid en stimuleert het bouwen van zowel energiezuinige woningen en bedrijfsgebouwen als het bedrijfsmatig overgaan tot duurzame energie. Duurzaamheid en energiebesparing Het CDA vindt dat de gemeente een extra bijdrage kan leveren aan duurzaamheid door te investeren in energiebesparing in de eigen gebouwen en in de openbare ruimte. Te denken valt aan het gebruik van aardwarmte en zonne-energie. Bij nieuwbouw van woningen zijn duurzaamheid van materialen en energiebesparing uitgangspunt. Verder heeft de gemeente een taak om bij bestaande en nieuwbouw duurzame energieopwekking te stimuleren, bijvoorbeeld door middel van zonnepanelen of -collectoren, windmolens en warmteopslag. Met woningcorporaties worden afspraken gemaakt om bij renovatie van woningen te kiezen voor duurzame en energiebesparende investeringen. Keuzes 1. Het CDA kiest voor een actief beleid gericht op CO2-reductie in gemeenten, waarbij zo min mogelijk energie wordt gebruikt. 2. Het gemeentelijke inkoopbeleid wordt zo snel als mogelijk volledig duurzaam. Tevens wordt ‘duurzaamheid’ opgenomen als criterium van het gemeentelijke aanbestedingsbeleid. 3. De gemeente onderschrijft de millenniumdoelstellingen door zich aan te melden als ‘millenniumgemeente’ (www.millenniumgemeenten.nl). 4. De gemeente heeft het voornemen Fairtrade gemeente te worden. 5. Het streven is het bouwen van energiearme en waar mogelijk energieneutrale woningen en bedrijfspanden. 6. De gemeente stimuleert duurzame energieopwekking door middel van windenergie. Zij wijst gebieden aan waar windmolens kunnen worden gerealiseerd en schept ruimte aan particuliere investeerders. 7. De gemeente stimuleert het gebruik van zonne-energie en het gebruik van aardwarmte om CO2 reductie te bewerkstelligen.
33
12.2 Afval Afval wordt steeds meer beschouwd als grondstof voor (nieuwe) productieprocessen. Het afvalstoffenbeleid krijgt daarom op Europees en nationaal niveau nieuwe impulsen, gericht op het nog veel meer her- of anders gebruiken van afval. Het CDA steunt deze benadering van harte, omdat daarmee uitputting van onze aarde wordt tegengegaan. Dit heeft ook gevolgen voor het gemeentelijke afvalbeleid. Vanouds hebben gemeenten een taak ter versterking van het milieubesef van inwoners en bedrijven. Die rol moet worden versterkt. De gemeente kan via de milieutoezichthoudende taak afvalstromen van inwoners en bedrijven effectief beïnvloeden. Keuzes 1. De gemeente bevordert het milieubesef van inwoners en versterkt mede daardoor de gescheiden inzameling van huisvuil en garandeert in haar contract met inzamelaars en/of verwerkers de duurzame verwerking daarvan. 2. In haar milieutoezicht op bedrijven bevordert de gemeente het voorkomen, het hergebruik en de duurzame verwerking van bedrijfsafval. 3. Het CDA wil minder zwerfafval, door het plaatsen van ondergrondse containers en andere creatieve maatregelen in de openbare ruimte. 4. De RMN is succesvol en de gemeente gaat daar voortvarend mee verder. Dit geldt ook voor GAVU. Het CDA acht dit een belangrijke publieke taak.
12.3 Water De komende jaren is sprake van grote opgaven op het terrein van het waterbeleid. De gemeente heeft door de recent ingevoerde Wet op de gemeentelijke watertaken belangrijke taken op het gebied van het beheer van het (afval)water gekregen. Naast het traditionele beheer en onderhoud van riolering zijn in deze wet nu ook taken geregeld die betrekking hebben op de bestrijding van overlast door overtollig hemel- en grondwater of een te laag grondwaterpeil. Een goede uitvoering van deze taken vergt nauwe samenwerking tussen de gemeenten en het waterschap. Slimme coördinatie van maatregelen met de ruimtelijke ontwikkeling en intensieve samenwerking met het waterschap kunnen de kosten van de rioolbelasting beperken. Dat is volgens het CDA dan ook de opgave. Keuzes 1. Beheer en onderhoud van riolering vindt planmatig plaats; daarbij wordt rekening gehouden met het drainerende effect van lekke riolen op het grondwaterpeil. 2. In samenwerking met het waterschap wordt gestreefd naar de meest kosteneffectieve oplossingen. 3. Rioolrechten zijn 100% kostendekkend.
12.4 Verkeer en vervoer Bereikbaarheid, verkeersveiligheid en duurzame vormen van mobiliteit zijn de speerpunten van het gemeentelijke verkeers- en vervoersbeleid dat het CDA voor ogen staat. Stedelijk en zakelijk verkeer Onze stad moet maximaal bereikbaar zijn met het openbaar vervoer en de fiets. Verkeersveiligheid In woonwijken blijven 30 km zones ingesteld en worden maatregelen genomen die deze snelheid fysiek ook afdwingen. Openbaar vervoer en fiets Veel mensen zijn voor hun mobiliteit aangewezen op openbaar vervoer. De gemeente draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van buurten en wijken per fiets, evenals voor een goede onderlinge verbinding van fietsroutes (hoofdfietspaden-netwerk). Veilige fietsroutes, vooral van en naar scholen, hebben de hoogste
34
prioriteit. Ook de aanleg of uitbreiding van (recreatieve) fietsroutes door de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW) en een korte verbinding naar Houten verdienen aandacht. Om het stallen van fietsen beter te kunnen reguleren, worden de bewaakte fietsenstallingen in de binnenstad indien nodig verder uitgebreid. Keuzes 1. Het verkeers- en vervoersbeleid is gericht op drie speerpunten: bereikbaarheid, verkeersveiligheid en het bevorderen van duurzame vormen van mobiliteit. 2. Het CDA vindt een goede bereikbaarheid van buurten en wijken per fiets belangrijk. De onderlinge verbinding van fietsroutes en recreatieve fietsroutes zoals verbindingen door de NHW verdienen aandacht. 3. De gemeente bevordert de duurzaamheid van mobiliteit door samen met partners een visie te ontwikkelen op en afspraken te maken over ‘schoon rijden’ (gebruik van vervoermiddelen op elektriciteit, aardgas en biobrandstoffen). De gemeente geeft zelf het goede voorbeeld voor haar eigen wagenpark. 4. Het CDA wil het aantal verkeersborden verminderen. 5. Nieuwegein wordt de fietsstad in 2012! 6. Het CDA wil een recreatief transferium aan de A27. 7. De historische Oost-West verbinding wordt hersteld en aangemerkt als recreatief en utilitair. 8. Rijnenburg wordt naar Nieuwegein slechts ontsloten middels wijk-wijkontsluiting.
12.5 Duurzaamheid Het is bekend dat de traditionele energie begint op te raken en het milieu zowel nu als in de toekomst het zwaar te verduren heeft en krijgt. Om de leefbaarheid te behouden of te kunnen verbeteren moet het tij gekeerd worden. De gemeente heeft behalve de belangrijke taak voorlichting te geven ook een voortrekkersrol te vervullen. Zo kan zij gebouwen met platte daken die voldoende hoog en in eigen beheer zijn voorzien van materialen die wind- en/of zonne-energie, omzetten in elektrische energie of warm water. Voor bedrijven en/of particulieren is zij een steunpunt voor het aanvragen van (Europese) subsidies duurzaamheid. Om belasting van het milieu te voorkomen zal bij gebruik van materialen en bij aanbestedingen gekeken worden naar duurzaamheid. Zowel in productie, aanschaf, verwerking als levensduur. Dit beleid wordt uitgestraald naar de projectontwikkelaars en (bouw)ondernemingen die in Nieuwegein werkzaam zijn. Voor een betere leefomgeving is de lucht- en geluidskwaliteit van groot belang. De ligging tussen drie snelwegen levert voor onze stad een groot probleem op. In samenspraak met hogere overheden zoals de Provinciale Staten of het Bestuur Regio Utrecht zal gekeken dan wel onderzocht moeten worden welke mogelijkheden er zijn voor verlaging en/of overkapping van de doorgaande wegen . Tenslotte wordt nagestreefd de hardheid van het leidingwater terug te brengen. Hierdoor kunnen de lasten aan elektrische gebruiksgoederen en bijvoorbeeld de aanschaf van wasmiddelen aanzienlijk worden teruggebracht. Zachter water betekent minder slijtage en een langere gebruiksduur. De lucht- en geluidskwaliteit is voor het CDA een bepalend afwegingscriterium bij besluiten om nieuwe wegen aan te leggen. Keuzes 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Het CDA wil dat het gebruik van duurzame materialen bevordert wordt. Er komt een Kenniscentrum voor het aanvragen van subsidies. Het CDA wil energiekosten van gebouwen onder gemeentelijk beheer verminderen. In samenspraak met hogere overheden worden mogelijkheden onderzocht om de luchtkwaliteit te verbeteren. Terugdringen hardheid leidingwater. De lucht- en geluidskwaliteit is voor het CDA een bepalend afwegingscriterium bij besluiten om nieuwe wegen aan te leggen.
35
12.6 Dierenwelzijn De laatste jaren wordt in toenemende mate de maatschappelijke discussie over dierenwelzijn gevoerd. Binnen Nieuwegein staat het onderwerp nog maar kort in de schijnwerpers en zal het in de komende periode verder uitgebouwd moeten worden. Keuzes 1. Er moeten in Nieuwegein voldoende speel- en uitlaatplekken voor honden binnen een wijk zijn. 2. De gemeente gaat het beleid van hondenpoep uitdragen en hierop handhaven. 3. Het behouden van broed- en nestelplaatsen voor landelijk beschermde of unieke diersoorten in Nieuwegein. 4. Een 7x24 uur bereikbaar meldpunt voor dierenleed en opvang (ge)dode dieren. 5. Het bevorderen van een vrijliggend ruiterpad.
12.7 Natuurkwartier Nieuwegein heeft in het Natuurkwartier een natuureducatief gebied met hoge potentie. Zo wordt de historie bewaard door de Wipwatermolen van het Stichting Utrechts Landschap en door het museum Warschenhoek. De Historische Kring biedt de bezoeker in dit museum wisselende tentoonstellingen van hoge kwaliteit. Het MEC is het centrale punt voor het onderwijs om natuureducatie in brede zin onder de aandacht te brengen. Hiervoor worden door hen lespakketten en leskisten beschikbaar gesteld. Binnen het MEC is een wisselend tentoonstellingsprogramma aanwezig. Deze is zowel voor het onderwijs toegankelijk als voor de vrije bezoeker. Natuur is voor ons allen. Binnen het MEC is dit zichtbaar door het samenwerkingsverband van onder andere diverse natuurbeschermingsorganisaties, vrijwilligers en gemeentelijke afdelingen. De Kinderboerderij IJsselstee heeft een oppervlak dat tot een van de grootsten van Nederland behoort. Door het opgaan van deze boerderij in het Natuurkwartier is de functie educatiever geworden. Niet alleen door het aanbod in dieren en voorlichting over de omgang met de dieren, maar ook door het creëren van looproutes door de weiden bestaat de mogelijkheid dichter bij de dieren te komen. Over Nieuwegein verspreid zijn er vijf dierenweides die als rustweide dienen voor de dieren op de kinderboerderij. Deze weides hebben zich een sociale plaats verworven binnen de samenleving. Keuzes 1. Door middel van educatie en recreatie bevorderen van het milieubesef en het welzijn van dieren. 2. Waarborgen dat het Natuurkwartier zijn unieke waarde binnen Nieuwegein en omgeving behoudt. 3. Het in stand houden en op orde brengen van de dierenweides. 4. Stimuleren dat zorginstellingen participeren bij het onderhoud van het terrein van het Natuurkwartier.
13. Nieuwegein: sterk lokaal bestuur 13.1 Lokaal bestuur Het gemeentebestuur, het college en de raad hebben een open en transparante bestuurshouding naar de inwoners. Het CDA hecht aan een stevig debat in de raad en vindt dat daar de discussie zich daar dan ook moet afspelen. Het CDA is bereid plaats te nemen in het dagelijkse bestuur. Het dagelijkse bestuur wordt geformeerd op basis van een akkoord tussen de fracties die het college ondersteunen. Het CDA vindt een brede ondersteuning door de gemeenteraad wenselijk. Het goed functioneren van de raad vindt het CDA belangrijk. Voor het functioneren van de raad is een presidium noodzakelijk. Om de band tussen inwoners en bestuur te versterken wordt naast het instituut wijknetwerk/wijkplatform het instrument burgerinitiatief behouden. Voor het CDA is een raadgevend referendum bespreekbaar.
36
13.2 Gemeentelijke dienstverlening Het CDA wil dat inwoners en bedrijven bij één loket geholpen kunnen worden met al hun vragen. Ook wordt binnen de gemeente in de komende periode de elektronische dienstverlening verder uitgebreid. Alle gemeentelijke diensten zijn via het internet aan te vragen of te raadplegen. Inwoners die niet met de computer overweg kunnen, mogen blijven rekenen op goede persoonlijke dienstverlening. Tevens zal de gemeente blijven investeren in het vereenvoudigen van de taal waarin brieven, beleidsnota’s en folders worden geschreven. Het CDA vindt het belangrijk dat een ieder die initiatieven onderneemt ten behoeve van het maatschappelijk belang en waaraan de gemeente een structurele of incidentele geldelijke bijdrage geeft, moet kunnen rekenen op een intensieve en positieve ondersteuning van het ambtelijk apparaat. Keuzes 1. De digitale dienstverlening aan inwoners en bedrijven wordt verder verbeterd. De gemeente biedt zo snel als mogelijk alle diensten en voorzieningen ook elektronisch aan. 2. Initiatieven ten behoeve van het maatschappelijk belang en waaraan de gemeente een structurele of incidentele geldelijke bijdrage geeft moet kunnen rekenen op een intensieve en positieve ondersteuning van het ambtelijk apparaat. 3. Het CDA hanteert de burger service code als uitgangspunt.
13.3 Intergemeentelijke verhoudingen Het beleid van onze gemeente moet passen binnen de beleidskaders van het Rijk en de provincie. Dat vraagt om goede interbestuurlijke verhoudingen tussen de bestuurslagen, met respect voor de eigen autonome verantwoordelijkheid van die bestuurslagen. Het CDA spant zich in om op alle bestuurlijke niveaus te blijven werken aan goede verhoudingen tussen Europa, Rijk, provincie, BRU en gemeenten. Een sterk Nieuwegein is niet per definitie een gemeente die alle problemen geheel zelfstandig aanpakt. Het kan een teken van kracht zijn om samen te werken met andere gemeenten bijvoorbeeld in Lekstroomverband, binnen het BRU of met Utrecht. Keuze 1.
De gemeente Nieuwegein durft zich kwetsbaar op te stellen door de eigen bestuurskracht te meten en benchmarks uit te voeren met het doel daarvan te leren.
Betrouwbaarheid van de overheid heeft ook te maken met toezicht op en handhaving van gestelde regels. Gedogen past daar niet bij. De regels die gelden moeten op efficiënte wijze gehandhaafd worden. Regels moeten een aantoonbaar maatschappelijk belang dienen.
13.4 Gebiedsgericht werken Het CDA legt een grote verantwoordelijkheid bij de samenleving. Een consequentie daarvan is dat de gemeente open staat voor ideeën, opvattingen en wensen vanuit wijknetwerken/platforms. Het CDA vindt dat de gemeente altijd bezig moet zijn met het verzamelen van de beste ideeën. Bestuurders en ambtenaren moeten de inwoners van Nieuwegein actief opzoeken, hen betrekken en positief staan tegenover initiatieven ‘van onderop’. Dat is écht wijkgericht werken.
13.5 Intergemeentelijke samenwerking Er zijn goede redenen voor onze gemeente om ten aanzien van bepaalde onderwerpen met andere gemeenten samen te werken. Kostenbesparing, krachtenbundeling en kwaliteitsverbetering zijn belangrijke drijfveren voor intergemeentelijke samenwerking. Nieuwegein moet een visie maken over met welke gemeenten er intergemeentelijk samengewerkt zou kunnen worden.
13.6 Gemeentefinanciën Gemeentelijke maatregelen en voorzieningen kosten geld. De bekostiging ervan wordt opgebracht door de belastingbetaler. Het overgrote deel van de inkomsten ontvangen gemeenten van de rijksoverheid. Slechts een gering deel van de inkomsten bestaat uit lokale belastingen en heffingen. Het CDA vindt dat er
37
zorgvuldig omgegaan moet worden met publieke middelen. Een goed beheer van publieke middelen is een belangrijk uitgangspunt voor het CDA. Voor deze raadsperiode wordt, gegeven de economische crisis, verwacht dat de middelen van de gemeente beperkt zullen zijn. Verwacht mag worden dat de bijdrage van het gemeentefonds zal tegenvallen en dat het beroep dat inwoners op sociale voorzieningen doet grote effecten zal hebben op de begroting. De lokale lasten voor de inwoner zijn vergeleken met andere gemeenten ruim onder het gemiddelde. Het CDA wil dat graag zo houden. De gemeente is een actieve partij als het gaat om het ontwikkelen van de Binnenstad en het ontwikkelen van bedrijfsterreinen. Ook hier heeft de economische crisis zijn effecten, want de financiële risico’s nemen fors toe. Keuzes 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De begroting ook in meerjarig perspectief blijft in evenwicht. Het Oud-voor-Nieuw instrument wordt in ere hersteld. De belastingen worden in beginsel alleen trendmatig verhoogd. Tarieven zijn kostendekkend. De kwaliteit van het beheersen van risico’s van grote plannen wordt verbeterd. Nieuwegein moet een visie hebben met welke gemeenten er samengewerkt zou kunnen worden.
Tot slot Het CDA is uw stem waard! De komende jaren staan ons veel uitdagingen te wachten. Het CDA weet wat haar te doen staat en heeft haar visie in dit verkiezingsprogramma uit een gezet. Het is voor het CDA een document waaraan het zichzelf vooraf bindt. Zo kan iedere kiezer, iedere inwoner, iedere ondernemer of belanghebbende zich oriënteren op welke wijze het CDA en de toekomstige CDA-fractie benaderd kan worden als partner in de ontwikkeling van onze gemeenschap. De keuzes van het CDA zijn ambitieus en erop gericht dat we het samen met u gaan doen, immers Nieuwegein maken we samen! Iedereen is daarbij nodig. U kent uw stad, die voor velen van u een vertrouwde omgeving is. Inwoners wonen met plezier in hun groene en goed bereikbare wijk. Het CDA kiest voor het versterken van deze leefomgeving. Onze stad wil zich daarnaast ook blijven vernieuwen. Wij willen van Nieuwegein ook voor de toekomst een sterke gemeente maken en een samenleving die laat zien dat mensen een boodschap hebben aan elkaar. Samen maken we Nieuwegein vertrouwd, vernieuwend en respectvol. We hopen dat veel inwoners van Nieuwegein die slag met het CDA wil maken en hun stem aan het CDA toevertrouwen en er daardoor voor zorgen dat het CDA haar keuzes zoals verwoord in dit programma kan uitvoeren voor Nieuwegein. Meer weten? Voor meer informatie over het CDA kunt onze website bezoeken, www.nieuwegein.cda.nl of contact opnemen met één van de kandidaten van de CDA-lijst. De contactgegevens van de kandidaten staan op reeds genoemde website.
38