Reeks sociaal recht Nummer 38
VERJARING IN HET SOCIALE-ZEKERHEIDSRECHT
Andries LINDEMANS advocaat
KLUWER RECHTSWETENSCHAPPEN BELGIÉ
Inhoudstafel
pInhoudstafel
V
Voorwoord
XIX
Inleiding
XXI
DEEL 1. ALGEMEEN
DEEL
Hoofdstuk 1. Inleiding
3
Hoofdstuk 2. De vervaltermijnen in het alieniceli
5
Hoofdstuk 3. Vervaltermijnen en bevrijdende verjaring
7
§ 1. Algemene vergelijking
7
§ 2. De berekening van de termijn
9
Hoofdstuk 4. De vervaltermijnen in de sociale zekerheid
16
Hoofdstuk 5. Enkele technische aspecten van de vordering in de sociale zekerheid § 1. De berekening van de procedimele vervaltermijn § 2. De invloed van het verzoekschrift op de verjaring
18 18 19
Hoofdstuk 6. Algemene bespreking van de bevrijdende verjaring in het soci al ezekerheidsrecht
25
§ 1. Algemeen § 2. De sociale-zekerheidsbijdragen § 3. De sociale-zekerheidsprestaties A. Algemeen B. Redenen waarom afwijkende regelen voor de vordering tot betaling uitblijven C. Beperkt praktisch belang van de problematiek van de verjaring van de vordering tot betaling § 4. Andere domeinen in de sociale zekerheid waar de verjaring een rol speelt . . . § 5. De aard van het verjaringsregime in de sociale zekerheid § 6. De toepassing in de tijd van de nieuwe verjaringswet § 7. Enkele bijzondere aspecten van de verjaring in de verschillende socialezekerheidssectoren
Verjaring in het sociale-zekerheidsrecht
25 25 26 26 27 28 31 32 34 36
V
INHOUD
Hoofdstuk 7. De beperkte invloed van de verjaring van de burgerlijke vordering
39
§ 1. Inleiding § 2. De beperkte toepassingsmogelijkheden § 3. De feitelijke beperkte toepassing
39 39 40
Hoofdstuk 8. De gemeenrechtelijke termijn van 30 jaar of 5 jaar
45
§ § § §
45 45 46 47
1. 2. 3. 4.
Algemeen De terugvordering De vordering tot betaling van sociale-zekerheidsprestaties De vordering tot betaling van sociale-zekerheidsbijdragen
Hoofdstuk 9. Pogingen tot harmonisatie en eenmaking van de verjaringsregelen in de sociale zekerheid
49
DEEL 2. BIJZONDER DEEL TITEL 1. DE BIJDRAGEN
55
Hoofdstuk 1. De werknemers en aanverwanten
55
Afdeling 1. Inleiding
55
Afdeling 2. Kenmerken van de verjaring
56
Afdeling 3. De gewone bijdragen § 1. Het algemeen stelsel A. Algemeen - wetshistoriek 1. Huidige regeling 2. Totstandkoming van de huidige regeling B. De termijn 1. Principe 2. Verjaring van de burgerlijke vordering op grond van een misdrijf? . . . . 3. Bijdragevordering van de werknemer tegen de werkgever C. Vertrekpunt van de termijn 1. De vordering tot betaling A. Algemeen principe B. Bijdragevoorschotten C. Betaling door sociale secretariaten D. Bijzonder uitstel van betaling E. Bijdragen op opzeggingsvergoedingen en dergelijke F. Retroactieve weddeverhogingen G. Loonachterstallen H. Eenzijdige afwijking van de wettelijke regeling 2. De terugvordering
57 57 57 57 57 58 58 59 60 61 61 61 62 63 64 64 65 66 68 68
VI
Kluwer Rechtswetenschappen Belgie
INHOUD
3. Bijzondere hypothese: artikel 3 0 t ó van de R.S.Z.-Wet A. Situering B. Vordering van de R.S.Z. op grond van artikel 30bis, § 1 C. Vordering van de R.S.Z. op grond van artikel 30bis, § 3 D. Stuiting 1. Algemene regel 2. Bijzondere hypothese: artikel 30bis van de R.S.Z.-Wet E. Schorsing 1. Algemeen 2. Dwangbevel 3. Schorsing wegens zekere en vaststaande schuldvorderingen ten aanzien van de Staat of een openbare instelling § 2. De bijzondere stelsels A. Algemeen B. De afwijkende stelsels 1. De mijnwerkers 2. De zeelieden 3. De overzeese sociale zekerheid 4. De plaatselijke en provinciale overheidsdiensten C. De suppletieve stelsels
69 69 70 71 72 72 74 76 76 77 77 78 78 79 79 80 81 81 83
Afdeling 4. De bijdragen met bijzondere bestemming A. Algemeen B. De bijdragen ten voordele van het Fonds voor Arbeidsongevallen 1. De gewone bijdrage 2. De bijdrage verschuldigd door de werkgever die in gebreke blijft een verzekeringscontract af te sluiten C. De bijdragen ten voordele van het Fonds voor Beroepsziekten D. De bijdragen ten voordele van de Fondsen voor Bestaanszekerheid E. De bijdragen ten voordele van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers F. De bijdragen ten voordele van de financiering van het educatief verlof . . . G. Enkele bijzondere regelingen in sommige sociale-zekerheidssectoren 1. Artikel 121 van de Kinderbijslagwet voor werknemers 2. Artikel 2, lid 2 van het Koninklijk Besluit nr. 50 op de werknemerspensioenen 3. Artikel 106, § 1, lid 1, S'bis van de Z.I.V.-Wet
94 95
Afdeling 5. De bijzondere bijdragen § 1. Algemeen § 2. De bijzondere bijdragen sensu strido A. Loonmatigingsbijdragen , 1. Loonmatigingsbijdrage ten voordele van het Tewerkstellingsfonds A. Koninklijke Besluiten nrs. 181 en 185 van 30 december 1982 B. Artikelen 46 tot 57 van de Wet van 22 januari 1985
96 96 97 97 97 97 98
Verjaring in het sociale-zekerheidsrecht
83 83 84 84 85 89 90 91 92 93 93
VII
INHOUD
C. Afdeling 3 van hoofdstuk Vili van titel III van de Programmawet van 30 december 1988 D. Afdeling 2 van hoofdstuk VII van titel II van de Wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen 2. Koninklijk Besluit nr. 278 van 30 maart 1984 3. Koninklijk Besluit nr. 401 van 18 aprii 1986 B. Bijzondere bijdrage op stortingen voor buitenwettelijke pensioenvoordelen . 1. Programmawet van 30 december 1988 2. Programmawet van 22 december 1989 C. Bijzondere bijdrage ter bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen 1. Afdeling 2 van hoofdstuk Vili van titel III van de Programmawet van 30 december 1988 2. Afdeling 1 van hoofdstuk XI van titel II van de Wet van 29 december 1990 3. Afdeling 1 van hoofdstuk I van de Wet van 10 juni 1993 D. Bijzondere bijdrage op de premies of inhouding op extra-legale verstrekkingen inzake hospitalisatieverzekering E. Bijzondere inhouding op de pensioenen F. Bijzondere inhouding op het dubbel vakantiegeld G. Bijzondere inhouding op invaliditeits- en werkloosheidsuitkeringen en het brugpensioen en conventioneel brugpensioen H. Bijzondere selectieve werkgeversbijdrage voor sommige deeltijds tewerkgestelde werknemers 1. Hoofdstuk II van titel II van de Wet van 29 december 1990 2. Hoofdstuk II van titel IV van de Wet van 26 juni 1992 I. Bijzondere bijdrage op conventioneel brugpensioen ten voordele van de Rijksdienst voor Pensioenen J. Bijzondere bijdrage op conventioneel brugpensioen ten voordele van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening § 3. De bijzondere bijdragen sensu lato A. Bijzondere bijdrage ten laste van de alleenstaanden en van de gezinnen zonder kinderen B. Bijzondere bijdrage voor sociale zekerheid 1. Algemeen 2. De vordering tot betaling A. De verjaringstermijn B. Het vertrekpunt van de verjaringstermijn 3. De terugvordering
99 99 100 101 101 101 102 103 103 104 104 105 106 107 108 109 109 109 110 Ili 112 112 113 113 114 114 116 118
Hoofdstuk 2. De zelfstandigen
119
Afdeling 1. De gewone bijdragen A. Algemeen 1. Huidige regeling 2. Totstandkoming van de huidige regeling 3. Berekeningswijze en regularisatie van de bijdragen 4. Betaling van de bijdragen
119 119 119 119 120 121
Vili
Kluwer Rechtswetenschappen Belgie
INHOUD PB. Kenmerken van de verjaring C. De termijn D. Vertrekpunt van de termijn 1. De vordering tot betaling A. De voorlopige en de gewone bijdragen B. De regularisatiebijdragen • 2. De terugvordering E. Stuiting 1. Algemeen 2. Enkele bijzonderheden bij de gemeenrechtelijke stuitingsgronden A. De dagvaarding B. De schulderkenning 1) Algemeen 2) De aanvraag tot vrijstelling van bijdragen 3) Andere vormen van schulderkenning C. De hoofdelijke werking van de stuiting 3. De aangetekende brief F. Schorsing G. Afstand H. De termijn voor de aanvraag tot vrijstelling van bijdragen
122 123 124 124 124 125 128 129 129 129 129 130 130 131 133 134 135 137 139 140
Afdeling 2. De bijzondere bijdragen A. Algemeen overzicht B. De bijzondere bijdragen sensu strido 1. De matigingsbijdrage 2. De consolideringsbijdrage C. De bijzondere bijdragen sensu lato 1. Bijzondere bijdrage ten laste van de alleenstaanden en van de gezinnen zonder kinderen 2. Jaarlijkse bijdrage ten laste van vennootschappen 3. Bijzondere bijdrage voor sociale zekerheid
141 141 142 142 145 146 146 148 149
Hoofdstuk 3. De verjaring van bijdragen in de ontwerp-Codex
150
TITEL 2. DE PRESTATIES
153
Hoofdstuk 1. Arbeidsongevallen
153
Afdeling 1. De verjaring in de Arbeidsongevallenwet
153
§ 1. Algemeen . . . . , A. Huidige regeling B. Totstandkoming van de huidige regeling § 2. Aard van het verjaringsregime A. Algemeen - aard van de bepalingen van de Arbeidsongevallenwet B. De verjaring van de vordering tot betaling C. De verjaring van de terugvordering
153 153 154 154 154 155 157
Verjaring in het sociale-zekerheidsrecht
IX
INHOUD
§ 3. De termijn A. Algemeen regime - toepassingsgebied B. Enkele bijzondere gevallen 1. Subrogatoire vordering van de arbeidsongevallenverzekeraar 2. Vorderingen tussen de arbeidsongevallenverzekeraar en de verzekeringsnemer C. De vorderingen van het Fonds voor Arbeidsongevallen 1. Algemeen 2. Terugvordering tegen het slachtoffer 3. Verhaal tegen de in gebreke zijnde werkgever of verzekeraar 4. Vorderingen met betrekking tot de bijslagen D. De vorderingen van de Z.I.V.-verzekeringsinstelling 1. De rechtstreekse vordering 2. De subrogatoire vordering § 4. Vertrekpunt van de termijn A. De vordering tot betaling 1. Bij overlijden 2. Bij arbeidsongeschiktheid A. Algemeen principe B. Bijzondere gevolgen 1) Bij opeenvolgende tijdelijke arbeidsongeschiktheden 2) Bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid gevolgd door blijvende arbeidsongeschiktheid B. De terugvordering C. Enkele bijzondere gevallen 1. Verhaal van het Fonds voor Arbeidsongevallen tegen de niet-verzekerde werkgever 2. Rechtstreekse vordering van de Z.I.V.-verzekeringsinstelling 3. Vordering tot betaling van de verergeringsbijslagen § 5. Berekening van de termijn § 6. Stuiting A. Algemeen B. Stuiting en subrogatie C. De gemeenrechtelijke stuitingswijzen 1. De dagvaarding 2. De schulderkenning A. Algemeen B. Gevallen van schulderkenning C. Draagwijdte van het stuitend effect D. De bijzondere stuitingswijzen 1. De aangetekende brief 2. De rechtsvordering gesteund op een andere rechtsgrond § 7. Schorsing
173 173 174 174 175 175 175 177 177 179 179 179 181 183 183 186 189
Afdeling 2. De verjaring in de bijzondere en afwijkende stelsels § 1. Algemeen § 2. De zeelieden en de sportbeoefenaars A. De zeelieden B. De sportbeoefenaars
191 191 192 192 192
X
158 158 160 160 161 161 161 161 163 164 164 164 165 166 166 166 167 167 168 168 170 172 173
Kluwer Rechtswetenschappen Belgie'
INHOUD
§ 3. De overheidssector A. Algemeen - de termijn 1. Huidige regeling en totstandkoming ervan 2. Enkele bijzonderheden B. Aard van het verjaringsregime C. Vertrekpunt van de termijn 1. De vordering tot betaling 2. De terugvordering D. Stuiting en schorsing •1. Algemeen 2. De schulderkenning 3. De toerekening van de stuiting aan de overheid A. De verzekeraar van de overheidsinstelling B. De bevoegde overheidsinstantie 4. De schorsing 5. En de administratieve procedure? § 4. De militairen
192 192 192 194 195 195 195 197 198 198 199 201 201 202 203 204 207
Afdeling 3. De herzieningstermijn § 1. De herzieningstermijn in de Arbeidsongevallenwet A. Algemeen B. De duur en de aard van de herzieningstermijn 1. De gewone herzieningstermijn 2. De termijn voor de vordering tegen de genezenverklaring zonder blijvende arbeidsongeschiktheid C. De berekening en het vertrekpunt van de herzieningstermijn 1. De berekeningswijze 2. Vertrekpunt van de termijn A. Overzicht B. Aard van het vertrekpunt van de termijn C. De verschillende vertrekpunten 1) De datum van homologatie of bekrachtiging van de overeenkomst tussen partijen a) De homologatie van de overeenkomst door de rechter b) De bekrachtiging van de overeenkomst door het Fonds voor Arbeidsongevallen 2) De datum van het in kracht van gewijsde gaan van de rechterlijke beslissing a) Situatie voor de Cassatierechtspraak van 1984 b) Situatie ingevolge de Cassatierechtspraak van 1984 e) Recapitulatie 3) De kennisgeving van de verzekeraar D. Draagwijdte van de herzieningstermijn bij pluraliteit van herzieningsvorderingen 1. Meerdere herzieningsvorderingen 2. Herziening bij tegenvordering
207 207 207 209 209
Verjaring in het sociale-zekerheidsrecht
211 212 212 213 213 213 214 214 214 215 216 216 219 224 225 227 227 227
XI
INHOUD
§ 2. De herzieningstermijn in de bijzondere en afwijkende stelsels A. De zeelieden en de sportbeoefenaars B. De overheidssector 1. Algemeen 2. De duur en de aard van de herzieningstermijn 3. Vertrekpunt van de termijn A. Het Koninklijk Besluit van 24 januari 1969 B. Het Koninklijk Besluit van 13 juli 1970 1) De kennisgeving van de overheidsbeslissing 2) Het in kracht van gewijsde gaan van de rechterlijke beslissing . . . 4. Overige aspecten C. De militairen
229 229 229 229 230 230 230 231 231 232 233 233
Hoofdstuk 2. Beroepsziekten
234
Afdeling 1. De verjaring in de Beroepsziektenwet § 1. De vordering tot betaling A. Algemeen B. De termijn C. Vertrekpunt van de termijn D. Stuiting E. Aard van de verjaringstermijn § 2. De terugvordering A. Algemeen B. De termijn C. Vertrekpunt van de termijn D. Stuiting E. Aard van de verjaringstermijn
234 234 234 235 235 236 237 237 237 238 238 238 239
Afdeling 2. De verjaring in de bijzondere en afwijkende stelsels
240
Afdeling 3. De proceduriele vervaltermijnen A. Algemeen B. De vervaltermijn van artikel 53, lid 2 van de Beroepsziektenwet C. De vervaltermijn van artikel 44, § 2 van de Beroepsziektenwet
242 242 243 244
Hoofdstuk 3. Werkloosheid
245
Afdeling 1. De verjaring van de terugvordering A. Algemeen - evolutie van de wetgeving 1. De Wet van 11 maart 1977 2. Artikel 7, § 13 van de Besluitwet van 28 december 1944 B. Het toepassingsgebied 1. De Wet van 11 maart 1977 2. Artikel 7, § 13 van de Besluitwet van 28 december 1944 C. De terugvorderingsprocedure
245 245 245 247 248 248 249 250
XII
Kluwer Rechtswetenschappen Belgie
INHOUD
D. De termijn 1. Het gemeenrecht 2. De Wet van 11 maart 1977 3. Artikel 7, § 13 van de Besluitwet van 28 december 1944 E. Vertrekpunt van de termijn 1. Het gemeenrecht 2. De Wet van 11 maart 1977 3. Artikel 7, § 13 van de Besluitwet van 28 december 1944 F. Stuiting 1. De Wet van 11 maart 1977 2. Artikel 7, § 13 van de Besluitwet van 28 december 1944 3. De tegenvordering van de R.V.A G. Toepassing in de tijd van de nieuwe verjaringswet H. Invloed van de beperking van het voorwerp van de terugvordering op de verjaring I. Aard van de verjaringstermijn
253 253 253 254 254 254 255 256 257 257 259 259 261 265 267
Afdeling 2. De verjaring van de vordering tot betaling A. Algemeen - de termijn B. Vertrekpunt van de termijn 1. Algemeen 2. Het belang van de aanvraag 3. De aanvraag- en toekenningsprocedure 4. Gevolgen op het vertrekpunt van de verjaringstermijn C. Stuiting D. Aard van de verjaringstermijn
268 268 269 269 270 270 274 275 275
Afdeling 3. De proceduriele vervaltermijn A. De termijn - het toepassingsgebied B. Vertrekpunt van de termijn C. Berekening van de termijn D. Eindpunt van de termijn E. Andere kenmerken
276 276 277 279 280 280
Hoofdstuk 4. Ziekte- en invaliditeitsverzekering
282
Afdeling 1. Algemeen
282
Afdeling 2. De termijn
283
§ 1. De vordering tot betaling § 2. De terugvordering A. Algemeen B. Bedrog C. Burgerlijke vordering op grond van een misdrijf? § 3. Enkele bijzonderheden bij het toepassingsgebied van artikel 106 van de Z.I.V.Wet A. Rechtsverhouding verzekeringsinstelling-verzekerde
283 284 284 284 286
Verjaring in het sociale-zekerheidsrecht
288 288 XIII
INHOUD
B. Artikel 19fcis, § 3 van de Z.I.V.-Wet C. Verjaring van de terugvorderbare voorschotten in E.E.G.-verband § 4. Specifieke hypotheses A. Rechtstreekse vordering B. Subrogatoire vordering 1. Algemeen 2. De derde aansprakelijke heeft (nog) niet betaald 3. De derde aansprakelijke vergoedt het slachtoffer 4. De derde aansprakelijke betaalt enkel de verzekeringsinstelling 5. De subrogatoire vordering en enkele toepassingen
289 289 290 290 291 291 292 292 295 296
Afdeling 3. Vertrekpunt van de termijn § 1. De terugvordering A. Principe B. Eerste uitzondering: bedrog C. Tweede uitzondering: feiten voorgelegd aan het comité en de commissies . D. Derde uitzondering: verboden cumulatie 1. Beginsel 2. Verantwoording 3. Beperkende interpretatie van het beginsel § 2. De vordering tot betaling A. Principe :.. 1. Algemeen 2. De aanspraak op Z.I.V.-rechten A. Sector geneeskundige verzorging B. Sector uitkeringen 1) De aangifte van de arbeidsongeschiktheid 2) Soorten prestaties 3. Intresten op uitkeringen B. Uitzondering: "contro non valentem..." 1. Beginsel 2. Beperkende interpretatie van het beginsel
297 297 297 298 298 299 299 302 304 305 305 305 306 307 307 307 308 309 310 310 311
Afdeling 4. Stuiting en schorsing A. Algemeen B. Stuiting 1. De dagvaarding A. De relativiteit van de stuiting B. De duur van de stuiting 2. De schulderkenning A. Algemeen - gevallen van schulderkenning B. Schulderkenning door een lasthebber 3. De aangetekende brief A. Algemeen B. Stuiting door een gewone brief? C. Stuiting door een lasthebber D. De relativiteit van de stuiting
313 313 314 314 315 315 317 317 319 320 320 320 323 323
XIV
Kluwer Rechtswetenschappen Belgie
INHOUD
C. Schorsing 1. Algemeen 2. Schorsing van de vordering tot betaling wegens overmacht A. Vroegere situatie B. Huidige situatie
324 324 324 324 326
Afdeling 5. Aard van de verjaring § 1. De vordering tot betaling A. Principe B. Gevolgen § 2. De terugvordering
328 328 328 329 331
Afdeling 6. Regeling voor zelfstandigen
332
Afdeling 7. Enkele bijzondere verjaringsregelingen A. Artikel 106, § 1, lid 1, 7° van de Z.I.V.-Wet 1. Situering van de bepaling 2. Kenmerken van de termijn B. Artikel 106, § 1, lid 1, 8° van de Z.I.V.-Wet en de artikelen 12 en 13 van het Koninklijk Besluit van 10 januari 1969 1. Artikel 106, § 1, lid 1, 8° van de Z.I.V.-Wet 2. Artikelen 12 en 13 van het Koninklijk Besluit van 10 januari 1969 . . . . C. Artikel 106, § 1, lid 1, &°bis van de Z.I.V.-Wet D. Artikel 106, § 1, lid 1, 9° van de Z.I.V.-Wet
333 333 333 336 337 337 337 339 339
Afdeling 8. De proceduriele vervaltermijnen A. Algemeen - de vervaltermijn van artikel 100 van de Z.I.V.-Wet B. De vervaltermijn van artikel 97, lid 6 van de Z.I.V.-Wet
340 340 345
Hoofdstuk 5. Gezinsbijslagen
347
Afdeling 1. Regeling werknemers § 1. De vordering tot betaling A. Algemeen - de termijn 1. Algemene regel 2. Bijzondere hypothese: eigen rechtsvordering of subrogatoire vordering van het O.C.M.W 3. Vordering tot terugbetaling van het onrechtmatig teruggevorderde B. Vertrekpunt van de termijn 1. Principe 2. Toepassing A. De gewone kinderbijslagen B. De verhoogde kinderbijslagen C. De periodieke uitbetalingen van de kinderbijslagen D. Het kraamgeld en andere bijslagen E. Bepaling van het vertrekpunt van de verjaringstermijn
347 347 347 347 348 349 350 350 352 353 353 354 354 355
Verjaring in het sociale-zekerheidsrecht
XV
INHOUD
C. Stuiting en schorsing 1. De stuiting door de aanvraag en de klacht A. Algemeen B. De aanvraag C. De klacht 2. De burgerrechtelijke stuitingsgronden 3. De schorsing D. Verjaring en regularisatie van kinderbijslagen E. Aard van de verjaringstermijn § 2. De terugvordering A. Algemeen - de termijn B. Vertrekpunt van de termijn C. Stuiting en schorsing D. Aard van de verjaringstermijn
356 356 356 356 359 360 362 362 363 365 365 367 368 369
Afdeling 2. Regeling zelfstandigen § 1. De vordering tot betaling § 2. De terugvordering
' 370 370 372
Hoofdstuk 6. Pensioenen
373
Afdeling 1. De verjaring van de terugvordering :.. § 1. Pensioenen werknemers A. Algemeen 1. Evolutie van de wetgeving 2. Huidige regeling B. Toepassing in de tijd van de nieuwe verjaringswet 1. Nieuwe verjaringstermijn 2. Nieuwe stuitingsvorm C. De terugvorderingsprocedure .O D. De termijn 1. Toepassingsgebied - algemene regel 2. Eerste uitzondering: arglist of bedrog 3. Tweede uitzondering: niet-afleggen van een wettelijk voorgeschreven of een uit een vroeger aangegane verbintenis voortvloeiende verklaring . . . 4. Derde uitzondering: terugvordering op vervallen niet aan de gerechtigde of zijn echtgenoot uitbetaalde bedragen E. Vertrekpunt van de termijn 1. Algemene regel 2. Uitzondering: toekenning of verhoging van een buitenlands of een uit een andere Belgische regeling voortspruitend voordeel A. Ratio legis van de uitzonderingsregel B. Toepassingsgebied van de uitzonderingsregel C. Precisering van het begrip "beslissing" F. Stuiting 1. De gemeenrechtelijke stuitingsgronden
373 373 373 373 376 378 378 381 382 385 385 385
XVI
389 390 391 391 394 394 396 399 403 403
Kluwer Rechtswetenschappen Belgié
INHOUD P2. De bijzondere stuitingsgronden A. De kennisgeving van de verbeterende beslissing B. De aangetekende kennisgeving van het onverschuldigd betaalde . . . . 3. Enkele bijzonderheden G. Schorsing H. Aard van de verjaring § 2. Pensioenen zelfstandigen A. Algemeen - de termijn B. Vertrekpunt van de termijn C. Stuiting en schorsing D. Aard van de verjaringstermijn § 3. Pensioenen openbare sector
403 403 405 406 407 408 410 410 412 413 415 415
Afdeling 2. De verjaring van de vordering tot betaling A. Algemeen - de termijn B. Vertrekpunt van de termijn 1. Aanvraag en opening van het recht op pensioen 2. De periodieke pensioenuitkeringen 3. De aanvraag tot uitbetaling van vervallen en niet-uitbetaalde termijnen 4. De toe- en bijslagen bij het pensioen 5. Het onvoorwaardelijk pensioen 6. De openbare sector C. Stuiting en schorsing D. Aard van de verjaringstermijn
416 416 417 417 419 419 419 420 421 421 422
.
Afdeling 3. De procedurièle vervaltermijnen A. Algemeen B. Aard en kenmerken C. Berekening, vertrekpunt en eindpunt
422 422 423 424
Hoofdstuk 7. Gewaarborgde stelsels en minder-validen
426
Afdeling 1. Algemeen
426
Afdeling 2. De verjaring van de terugvordering § 1. De bestaansminimumuitkeringen A. De termijn B. Vertrekpunt van de termijn C. Stuiting en schorsing D. Aard van de verjaring § 2. Het gewaarborgd inkomen voor bejaarden § 3. De gewaarborgde gezinsbijslag § 4. De minder-validen A. De Wet van 16 aprii 1963 B. De Wet van 27 juni 1969 C. De Wet van 27 februari 1987
427 427 427 428 428 429 430 430 431 431 431 432
Verjaring in het sociale-zekerheidsrecht
XVII
INHOUD
Afdeling 3. De verjaring van de vordering tot betaling A. De termijn B. Vertrekpunt van de termijn C. Stuiting - schorsing - aard van de verjaring
434 434 435 436
Afdeling 4. De procedurièle vervaltermijnen A. Algemeen overzicht B. Aard van de termijn in de bestaansminimum- en de mindervalidenwetgeving 1. De bestaansminimumwetgeving 2. De minder-validenwetgeving C. Belang en gevolgen van de kwalificatie van de termijn
437 437
Hoofdstuk 8. De overzeese sociale zekerheid
444
Hoofdstuk 9. De verjaring van prestaties en enkele termijnen in de ontwerpCodex en het wetsvoorstel van Handvest § 1. Algemeen § 2. De verjaringstermijn A. De vordering tot betaling B. De terugvordering § 3. Vertrekpunt van de verjaringstermijn A. De vordering tot betaling B. De terugvordering § 4. Stuiting § 5. Aard van de verjaring § 6. Enkele andere (verval)termijnen , A. De termijn van verhaal tegen de administratieve beslissingen B. De termijnen in de toekenningsprocedure 1. De termijn voor de aanvraag en de toekenningsbeslissing 2. Gevolgen van het uitblijven van een toekenningsbeslissing 3. De termijn voor de uitbetaling van de prestaties 4. Evaluatie van de impact van deze termijnen C. De termijn voor de herzieningsbeslissing
445 445 447 447 447 448 448 448 449 449 451 451 452 452 453 454 455 455
Schematische overzichtstabellen
457
Bibliografìe
463
Afkortingenlijst
473
Trefwoordenregister
XVIII
,
437 438 439 441
475
Kluwer Rechtswetenschappen Belgie