VERGADERING VAN HET COÖRDINATIECOMITÉ (WOENSDAG 17 SEPTEMBER 2014)

VERGADERING VAN HET COÖRDINATIECOMITÉ (WOENSDAG 17 SEPTEMBER 2014) 2014/02 Het Coördinatiecomité vergaderde op 17 september 2014 onder voorzitterschap van de heer Marcel RÉMON. •

Leden van het Coördinatiecomité: 7

De heer M. Rémon – Voorzitter, De dames J. Lemaître, A. Carton, De heren B. Michel (als plaatsvervanger van de heer Hertveldt), Nicolas Waeyaert, Ph. Mauroy. •

Verontschuldigd: 6

De heren Ch. Van Laere, R. Acx, O. Plasman, S. Brunet, X. Dehaibe (als plaatsvervanger van Madame A. Romain), M. Werner, B. Hertveldt, De dames J. Lemaître, A. Romain, F. Vanderkelen (als plaatsvervanger de heer S. Brunet). •

Uitgenodigd: 8

De heren D. De Baets, S. Moens, F. Verschaeren, B. Kestemont, Y. Baeyens, P. Dewitte, P. Lusyne, mevrouw A. Versonnen - ADS. •

Secretariaat: Mevrouw F. Parys, secretaris, de heren S. Datoussaïd en J. Frans.

Datum van oproeping van het Coördinatiecomité : 11 september 2014; Verzendingsdatum van het verslag: Agenda: 1. Goedkeuring van de agenda voor de plenaire vergadering van 17 september 2014, 2. Goedkeuring van het verslag van de plenaire vergadering van 9 mei 2014. 3. Debriefing van de vergaderingen van de werkgroepen “Mobiliteit/Vervoer” van 19 juni 2014 en “Gegevensbescherming” van 25 juni 2014, 4. Census 2011 5.Voorbereiding op de CESS-vergadering van 26 september 2014 (ter informatie) 6.Europese statistiekwet 7.Interfederalisering 8. Opstelling van het statistisch programma 2015: • Verwerking van de in mei 2014 door de HRS geformuleerde statistiekaanvragen (stand van zaken) •

Verwerking van de in mei 2013 door de HRS geformuleerde statistiekaanvragen (stand van zaken)

•

Bijwerking van het Statistisch Programma 2015 vanuit het Statistisch programma 2014,

9. Varia en rondvraag.

1

1. Goedkeuring van de agenda voor de vergadering van 17 september 2014 Het voorzitterschap van het Coördinatiecomité wordt waargenomen door de heer M. Rémon, voorzitter van de Hoge Raad voor de Statistiek.

1.

Het Comité verwelkomt de heer Nicolas Waeyaert, directeur-generaal van de Algemene Directie Statistiek (ADS). De agenda voor de plenaire vergadering van 17 september 2013 wordt door mevr. F. Parys, secretaris, door middel van slides voorgesteld. De agenda wordt door de aanwezige leden unaniem goedgekeurd.

2. Goedkeuring van het verslag van de vergadering van 9 mei 2014. De secretaris, mevr. F. Parys, stelt het verslag van de plenaire vergadering van 9 mei 2014 voor d.m.v. slides.

2.

Het verslag van de vergadering van 9 mei 2014 wordt unaniem goedgekeurd door de aanwezige leden mits een correctie en een precisering aangebracht door het Planbureau. Met name moet op blz. 4 van het verslag, aan het einde van de bespreking van aanvraag 2014/1, worden vermeld: Volgens de heer Hertveldt van het Planbureau zouden de gegevens van de buitenlandse handel naar gewest in juli beschikbaar zijn bij de dienst Gewestelijke Rekeningen (i.p.v. de dienst Betalingsbalans) van de NBB. Voorts dient de volgende tussen haakjes geplaatste zinsnede te worden ingelast: (resultaat van het project van de NBB en van de drie Gewesten).

3. Debriefing van de ad hoc-werkgroepen van juni 2014 3.1. Vergadering van de ad hoc-werkgroep "Mobiliteit/Vervoer" van 19 juni 2014 De heer Kestemont van de ADS, die de werkgroep voorzat, onderstreept dat de actoren in de sector (FOD Mobiliteit, maatschappijen voor openbaar vervoer, FPB enz.) in de werkgroep heel ruim vertegenwoordigd waren, vgl. verslag van de werkgroep “Mobiliteit/Vervoer”.

3. Voor tal van punten is potentieel een oplossing in de maak: Spoorvervoer: KB van 13 juni 2014 => statistisch programma voor 2016 (ADS), Goederenvervoer over de weg: KB ligt ter handtekening bij de minister => statistisch programma 2016 (ADS) en evaluatie binnen een werkgroep van de Hoge Raad voor de Statistiek na verloop van één jaar,

2

Binnenscheepvaart (gedetailleerde gegevens gevraagd in de ad hoc-groep): 2015 (ADS), voertuig-km spits- en daluren: 2015-2016 (FOD Mobiliteit), Personenvervoer: 2014 (FOD Mobiliteit, informatie beschikbaar bij de vervoersmaatschappijen, Brussel Mobiel, ADS,…), Voertuigenpark: 2016 mobiliteitsenquête Beldam (FOD Mobiliteit), Huishoudbudget-enquête, Verkeersongevallen: 2014-2016 (FOD Gezondheid, ADS). Een aantal andere punten zijn lastiger. Voorbeeld: er is voorgesteld om in de Arbeidskrachtenenquête van de ADS een aantal bijkomende vragen in te voegen m.b.t. de mobiliteit van de personen, m.n. naar de reisduur woning-werkplaats en naar de redenen voor de verplaatsingen vanuit de woning, maar die enquête is volgens mevr. Versonnen nu al zeer/overmatig zwaar. Verder benadrukt de heer Kestemont de noodzaak om dubbeltellingen te vermijden, o.m. wat betreft goederenvervoer en nog andere vormen van vervoer. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn er een heleboel aanvragen voor publiceerbare statistische gegevens. De heer Rémon vermeldt statistische behoeften op vlak van mobiliteit van bejaarden, gehandicapten… Die aanvragen zouden kunnen worden voorgelegd aan de Hoge Raad voor de Statistiek en nadien worden onderzocht binnen (de werkgroep van) het Coördinatiecomité. Het verslag van de werkgroep van 19 juni 2014 zal aan de deelnemers worden toegezonden. Op grond van genoemd verslag kan dan worden nagedacht over nadere mogelijkheden tot coördinatie tussen statistiekproducenten. Een of meerdere vergaderingen van de Werkgroep staan nog gepland, waaronder een binnen omstreeks 6 maanden; daarbij zullen bepaalde verbintenissen worden bevestigd, de nog hangende punten aangepakt, en naar oplossingen gezocht voor (aspecten van) aanvragen waaraan nog niet is kunnen voldaan.

3.2. Ad hoc-werkgroep over “Gegevensbescherming” van 25 juni 2014 De heer Youri Baeyens van de ADS, die de ad hoc-werkgroep over “Gegevensbescherming” van 25 juni 2014 voorzat, bespreekt de opdrachten, de werkwijze en de doelstelling van de werkgroep zoals die binnen de werkgroep zijn goedgekeurd.

Opdrachten: Tot het actieveld van de werkgroep behoort alles wat enigszins verband houdt met gegevensbescherming, d.i. met name: De organisatorische aspecten, De juridische aspecten, De technische aspecten. Voorbeelden: Prodcom-enquête, BTW,…: tot stand brengen van een coördinatie-instrument dat ervoor moet zorgen dat geen zakengeheimen door publicaties ruchtbaar worden gemaakt, Wijze van doorzenden van gegevens (sftp, vpn, …), Gereedschappen ter bescherming van gegevens (gereedschappen voor codering, voor bescherming van tabelgegevens, van microdata,…) enz.

3

Functioneringswijze: Werkvergaderingen, Agenda vóór de vergadering vastgelegd en uitgedeeld: – Alle leden mogen agendapunten voorstellen, – Agenda gevalideerd bij de start van de vergadering. Aan de vergadering nemen deel: – Deskundigen (beslissingen dienen te worden genomen door personen die de materie kennen), – 1 verantwoordelijke voor gegevensbescherming per instelling, – De verantwoordelijke mag zich laten bijstaan door deskundigen. Frequentie van de vergaderingen. – Om de 3 tot 6 maanden.

Doelstelling: De vertrouwelijkheidsregels proberen te harmoniseren: – in eerste instantie in de bedrijfssector, – de overige sectoren komen later aan de beurt.

Voorstel gedaan door verschillende deelnemers: Meerdere deelnemers stelden voor om een aantal andere statistiekproducerende instellingen, waarvan geweten is dat ze druk gebruik maken van hun gegevens, ook uit te nodigen om aan de werkgroep deel te nemen: daarbij zijn o.m. genoemd de RSZ, de KBO, het RIZIV, het RSVZ, de dienst BTW, de KBO,… De heer Baeyens legt uit dat bij de bescherming van tabelgegevens doorgaans te werk wordt gegaan als volgt: na opsporen van de vertrouwelijke cellen worden deze aangepakt met secundaire verwijderingen en door samenvoegingen. Ook wordt een uitvoercontrole (zog. "output checking") doorgevoerd. Er heerst ter zake in de verschillende betrokken instellingen een uiteenlopende cultuur.

4. Census 2011 Valorisering van Census 2011 De heer Patrick Lusyne brengt een overzicht van de stappen die gepland zijn bij de valorisering van Census 2011:

4.

Tegen halfweg september: De Europese dimensie zal zijn afgerond dank zij de inzet van Pieter Dewitte en zijn ploeg: – er zullen 140 kubussen zijn opgesteld, – een microdata-bestand + 30 basisvariabelen ontworpen om te voldoen aan de Europese verplichtingen zullen tot stand zijn gekomen. Tegen halfweg oktober: – Census 2011 komt ter sprake op een bijzondere vergadering van de Hoge Raad voor de Statistiek. – De gegevens die zijn gecreëerd om te voldoen aan de Europese verplichtingen zullen zijn gevaloriseerd d.m.v. een speciaal aan Census 2011 gewijde website, in de gedaante van

4

–

kubussen en Excel-tabellen. Toegang tot microdata zal mogelijk zijn gemaakt via de gebruikelijke procedures.

November: er zal een workshop worden opgezet om de resultaten van Census 2011 uitgebreider voor te stellen, o.m. ter attentie van academische en institutionele doelgroepen. November tot halfweg 2015: Thematische task forces vergaderen rond de hoofdthema’s: demografie, huisvesting, onderwijs en arbeidsmarkt: – Informatie over de inhoud van de Census – thematische bijzonderheden, – Interne uitbreiding: de momenteel beschikbare gegevens zo goed mogelijk benutten, bijv. door het ontwerpen van variabelen die op Europees niveau niet vereist zijn, – Externe uitbreiding af te wegen: haalbaarheid en prioriteiten (bijv.: koppeling met andere databanken, met enquêtes). Vanaf zomer 2015: vervullen van de nationale behoeften. De heer Rémon stelt voor om ook een ontmoeting met de pers te plannen om een valoriseringsstrategie van de Census voor het grote publiek te kunnen ontwikkelen. Mevrouw Versonnen meldt dat men van plan is een of meerdere persberichten op te stellen. De heer Waeyaert onderstreept dat de valorisering zoals hier beschreven slechts een aanzet is en dat de idee van een voorkeursbetrekking met de pers in overweging moet worden genomen. Mevrouw Lemaître wenst dat de beschikbare gegevens ook worden gebruikt om studiewerk te verrichten. Mevrouw Versonnen wijst erop dat in het verleden de Socio-Economische Enquête 2001 samenging met een wetenschappelijk programma, hetgeen voor Census 2011 niet het geval is. Bijstand van Wetenschapsbeleid en samenwerken met de Gewesten zijn daarbij interessante mogelijkheden. De heer Mauroy meldt dat de vergadering van de Hoge Raad voor de Statistiek (HRS) van midden oktober 2014 gewijd zal zijn aan Census 2011. Aangezien dit het enige agendapunt is wordt in overeenstemming met de voorzitter van de HRS gemeld dat er geen vergadering van het Bureau van de HRS zal plaatsvinden. De deskundigen van de microcensus behoren ook tot de genodigden op die vergadering. Op de volgende plenaire vergadering, die begin december zal plaatsvinden, zullen o.m. de “Gender statistics” (eindverslag ter zake van de HRS-werkgroep) ter sprake komen en het statistisch programma 2015 worden voorgesteld door vertegenwoordigers van het Coördinatiecomité. Vermits de thematische task forces gewijd aan huisvesting en onderwijs vergelijkbare doelstellingen hebben als de werkgroepen “Huisvesting” en “diploma’s”, die door het Coördinatiecomité werden opgericht om te beantwoorden aan de door de Hoge Raad voor de Statistiek in het kader van de statistische programma’s geformuleerde desiderata, wordt voorgesteld om die twee initiatieven bijeen te voegen. Deze suggestie wordt aanvaard. Over de organisatie van het secretariaat voor die vergaderingen moeten nog de nodige afspraken worden gemaakt.

5. Voorbereiding op de CESS-vergadering van 26 september 2014 (ter informatie): Agendapunt m.b.t. het "European Master in Official Statistics", 5.

22ste vergadering van het Comité van het Europees Statistisch Systeem (CESS) 5

De agenda van de CESS-vergadering bevat een punt ter informatie m.b.t. het “European Master in Official Statistics” (EMOS), meer bepaald over het mandaat van het “EMOS Board”. De heer Frank Verschaeren brengt de vorige stappen in herinnering, noemt de aspecten op die zullen worden besproken op de CESS-vergadering van 26 september 2014, en geeft een overzicht van de organisatiestructuur, van de leden en van de opdrachten van EMOS. Retroacta: 2012 – 2013 Verrichten van een haalbaarheidsstudie. CESS 15 mei 2014 : –

Goedkeuring van de werkwijze en van het stappenplan van EMOS,

–

Bijzonderheden nog nader te bepalen: workshop in Helsinki in juni.

Op de CESS-vergadering van 26 september 2014 staat gepland: –

Commentaar op het mandaat (bijlage 1),

–

Notitie nemen van het ontwerp van huishoudelijk reglement (bijlage 2).

Structuur van EMOS:

Leden van EMOS: – 6 leden van universiteiten,

6

– 4 leden van nationale statistiekinstellingen, – 1 lid van ESAC, – 1 lid van Eurostat (voorzitter), – Mandaat = 3 jaar. Opdrachten van EMOS: – Het CESS adviseren inzake onder EMOS ressorterende materies, – Het CESS bijstaan, o.m. bij het toekennen van het EMOS-label aan masterprogramma’s, – De kwaliteit van de EMOS-masterprogramma’s mee helpen opvolgen, – Advies uitbrengen over vraagstukken m.b.t. hoger onderwijs en opleidingen in overheidsstatistieken, – Uitwisseling bevorderen van ervaring en goede praktijken. De heer Rémon meldt dat ter zake via de Belgische Vereniging voor Statistiek contact is opgenomen met de Belgische universiteiten, maar dat ze naar zijn weten nog niet hebben gereageerd. In de diverse Belgische universiteiten bestaat nog geen overeenkomstige cultuur om tegemoet te kunnen komen aan de Europese selectiecriteria voor een master in overheidsstatistieken, alhoewel in bepaalde universiteiten nu reeds een aantal leergangen bestaan (financiën te Antwerpen, biostatistiek in Diepenbeek, bepaalde modules aan de KULeuven, de ULB, de UCL…). De heer Rémon stelt voor de mogelijkheid te onderzoeken dat alle Belgische universiteiten samen een opleidingsprogramma overheidsstatistieken uitwerken en dat een beroep wordt gedaan op personeel van statistiekproducerende openbare instellingen om in te staan voor bepaalde cursussen in het kader van een master gedragen door de Belgische Vereniging voor Statistiek (in deeltijdse leergangen). Die oplossing zou voor alle partijen voordelig uitkomen. Die cursussen zouden door de EU moeten worden gecertificeerd.

6. Europese statistiekwet Europese statistiekwet Het agendapunt m.b.t. de hervorming van de Europese verordening betreffende de opstelling van Europese statistieken is op verzoek van de Vlaamse overheid toegevoegd aan de agenda.

6.

Informatie over de verdere ontwikkeling van dit dossier is te verkrijgen op de website van het Italiaanse voorzitterschap van de Europese Raad: http://eu2014.istat.it/index.php?id=8. Volgens mevr. Lemaître en Versonnen blijft de beroepsonafhankelijkheid van de verantwoordelijke statistici op nationaal et internationaal vlak een netelige kwestie. De Vlaamse overheid wacht vooralsnog af om te zien in welke richting de discussie ter zake op internationaal vlak evolueert en welke weerslag dit zou kunnen hebben op de eigen situatie.

7

7. Interfederalisering De heer Mauroy stelt een stand van zaken op omtrent de interfederalisering: 7.1. Inzake interfederalisering bestaan er twee relevante basisteksten: 1. Tussen de federale overheid, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest, het Brussels

Hoofdstedelijk Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van BrusselHoofdstad en de Franse Gemeenschapscommissie werd aangaande de werkingsmodaliteiten van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek, de Raad van Bestuur en de wetenschappelijke comités van het INR één enkele gezamenlijke samenwerkingsovereenkomst opgesteld. ⇒ Ter wille van duidelijkheid en samenhang is besloten over te gaan tot de opmaak van een enkele, de gehele hervorming van het Belgisch statistisch landschap bestrijkende samenwerkingsovereenkomst. 2. Voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare

statistiek 7.2. In grote lijnen omvat dit het volgende:

Essentieel de wijziging van artikels 14 en 14bis van de statistiekwet, 7.

De vervanging van het huidige Coördinatiecomité door een “Interfederaal Instituut voor de Statistiek” (kortweg IIS): Het IIS is een openbare instelling (met rechtspersoonlijkheid) die wordt beheerd door een raad van bestuur. Het telt 6 leden: de voorzitter van de FOD Economie, de ADS, de NBB, de 3 Gewesten, en enige waarnemers uit de Gemeenschappen en uit het Planbureau. Het IIS functioneert onder het gezag van een interministeriële statistiekconferentie (samengesteld uit de voor statistiek bevoegde ministers van de federale, Gemeenschapsen Gewestregeringen).

Alle deelnemende partijen zijn belast met de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst (relevante wetgevingen aan te passen tegen 1 januari 2016). 7.3. Stand van het dossier: 9 maart 2014: Het Overlegcomité keurt de samenwerkingsovereenkomst goed. 4 april 2014: De Ministerraad keurt in eerste lezing beide voorontwerpen van wet goed en belast de minister van Economie en Consumenten deze voorontwerpen ter advies voor te leggen aan de Raad van State (daarna komt er een tweede lezing op de Ministerraad). 10 juni 2014: De Raad van State meldt dat de twee voorontwerpen van wet in hun toenmalige staat hem niet ter advies kunnen worden voorgelegd en dat moet worden gewacht op de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst door alle betrokken partijen alsook op zijn instemming om voorts te kunnen nagaan in welke mate verwijzingen naar gemeenschappelijke, door de samenwerkingsovereenkomst opgerichte instellingen en daarmee verband houdende organen zullen moeten worden opgenomen in de wetten van 4 juli 1962 en van 21 december 1994 => beide voorontwerpen van wet zullen vervolgens aan de Raad van State ter advies worden voorgelegd. 15 juli 2014: Samenwerkingsovereenkomst ondertekend door alle bevoegde ministers. 7.4. Te ondernemen acties en aandachtspunten:

8

De kanselarij van de Eerste Minister wordt ermee belast de samenwerkingsovereenkomst te publiceren in het Belgisch Staatsblad. De tekst van de wet houdende instemming met de samenwerkingsovereenkomst wordt door de administratie voorbereid. De Minister zal het advies kunnen aanvragen van de Raad van State omtrent de wet houdende instemming en omtrent de twee voorontwerpen van wet. Voorleggen wetteksten aan Parlement → handtekening van de Koning → publicatie in het Belgisch Staatsblad. Deadline: 1 januari 2016 => de Raad van Bestuur van het IIS moet dan in staat zijn te

zetelen en het secretariaat moet werkingsklaar zijn. Mevrouw Lemaître meldt dat een uit één artikel bestaand decreet houdende instemming reeds aan het Vlaamse Parlement werd voorgelegd. Bij haar weten zouden de overige Gewesten/Gemeenschappen nog geen initiatief ter zake hebben genomen. Zij heeft het origineel van de ondertekende samenwerkingsovereenkomst nodig alsook de publicatiedatum in het Staatsblad.

8. Opstelling van het statistisch programma 2015 8.1. Verwerking van de door de HRS in mei 2014 geformuleerde statistiekaanvragen (stand van zaken) Statistiekproducent ADS De ADS onderzocht de aanvragen die direct (volledig of gedeeltelijk) op haarzelf betrekking hebben, zijnde 18 aanvragen op de 36 (vgl. bijlage). De ADS is in staat om voor 2014, 2015 of 2016 negen aanvragen (zij het volledig of gedeeltelijk) positief te beantwoorden. Betreffende 2 aanvragen moet eerst enig haalbaarheidsonderzoek worden verricht alvorens een standpunt te kunnen innemen. Voor een van de aanvragen is het antwoord negatief, tenzij de betrokken aanvrager het nodige personeel ter beschikking kan stellen.

8. Voor 6 andere aanvragen kan de ADS niet anders dan afwijzend antwoorden. Overige statistiekproducenten Aangaande aanvraag 2014/7 m.b.t. de subsidies en overheidsinvesteringen in het Waals Gewest, aanvraag die erop gericht is een zicht te krijgen op de hoegrootheid van de door de Waalse bedrijven ontvangen subsidies, wees tijdens de plenaire vergadering van 9 mei 2014 het IWEPS erop dat overheidsinvesteringen door het INR gepubliceerd worden. Betreffende subsidies wordt door de DGO6 (Direction générale opérationnelle de l'Économie, de l'Emploi et de la Recherche) cijfermateriaal opgesteld o.m. in het raam van het Marshall-Plan en van het Marshall-Plan 2.Vert. en beschikt de DGO6 voorts over de MIDAS-databank. Bij aanvraag 2014/16 betreffende de berekening voor België en op jaarbasis van het aandeel van elke hernieuwbare energiebron afzonderlijk in de totale elektriciteits- en warmteproductie, wil het Federaal Planbureau ook graag peilen naar de investeringen die in hernieuwbare energievormen in de sector (per industrietak en per hernieuwbare energiebron) worden verricht. De AD Energie

9

geeft in haar jaarstatistieken over elektriciteit (balans voor Eurostat) het aandeel weer van hernieuwbare energiebronnen in de verwekking van elektriciteit. Terwijl de aangevraagde statistische reeks rekening moet houden met de in richtlijn 2009/28 vervatte definities (duurzaamheid van biobrandstoffen, normalisering windenergie en waterkracht, enz.), berekent ook het door Eurostat ontwikkelde softwareprogramma SHARES, dat o.m. gebruik maakt van gegevens uit 5 nationale balansen, het gevraagde percentage (met een resultaat dat wegens de verschillende voorwaarden uiteraard afwijkt van het percentage dat rechtstreeks op basis van de elektriciteits- en warmtebalansreeksen wordt berekend). Volgens de ENOVER-balansen (overlegorgaan met de Gewesten omtrent energiebalansen) zijn er over bedoelde investeringen geen reeksen met bestaande gegevens. Voor aanvraag 2014/17 m.b.t. ecologisch bouwen, bedoeld om te peilen naar de investeringen in warmte- en energiebeheer en –bezuiniging door huishoudens en bedrijven, wijst de AD Energie erop dat de (ter zake bevoegde) Gewesten niet over gegevensreeksen beschikken (luidens ENOVER-balansen). Betreffende aanvraag 2014/23 m.b.t. activiteiten van onderzoek en ontwikkeling op gebied van leefmilieu is het antwoord van Wetenschapsbeleid negatief: met de databanken van Wetenschapsbeleid kan geen onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende objecten ter wille waarvan O&O-investeringen worden gemaakt. Wetenschapsbeleid kent wel de voornaamste activiteitssector van de betrokken firma en heeft gegevens over het gebruik dat gemaakt wordt van een aantal bijzondere nieuwere technologieën, als daar zijn biotechnologie, nanotechnologie, micro-elektronica en ICT, energie-gerelateerde software en technologieën. Meer nauwkeurige gegevens op vlak van leefmilieu heeft Wetenschapsbeleid niet en heeft ook geen weet van het bestaan van dergelijke gegevens. Diverse andere aanvragen Het secretariaat registreerde diverse statistiekaanvragen bij verschillende statistiekproducerende instellingen met verwante competenties en bij het CCPIE voor milieukwesties. Over de resultaten hiervan zal op de volgende plenaire vergadering worden gerapporteerd. De in 2013 of 2014 ingediende aanvragen betreffende mobiliteit/vervoer werden voor een eerste onderzoek voorgelegd aan de ad hoc-werkgroep “Mobiliteit/Vervoer” op 19 juni 2014 (vgl. bovenstaande slide bij punt 3.1 en verslag van de vergadering van 19 juni 2014). Zo nodig werd contact opgenomen met statistiekproducenten om bevestiging te krijgen dat de bedoelde statistische informatie beschikbaar is, om aangegane verbintenissen te bekrachtigen, om de suggesties van de werkgroep voor te leggen aan sommige statistiekproducenten, enz. Over die contacten zal worden bericht op de volgende vergadering. Na overhandigen van het verslag aan de deelnemers van de ad hoc-werkgroep zal verder kunnen worden nagedacht over nadere mogelijkheden van coördinering tussen statistiekproducenten. Ad hoc-werkgroepen Alle instellingen die zijn aangezocht om deel uit te maken van de ad hoc-werkgroep “Mobiliteit/Vervoer” woonden de vergadering van 19 juni 2014 bij. De samenwerking is reëel. Er hadden talrijke informatie-uitwisselingen plaats en deze werden genotuleerd. Verdere vergaderingen zijn gepland om de aangegane verbintenissen te bekrachtigen, de nog hangende kwesties nader te onderzoeken, en oplossingen te zoeken voor (delen van) onbeantwoorde aanvragen (vgl. punt 3.1 supra alsook verslag van de vergadering van 19 juni 2014). Voorgesteld wordt om de ad hoc-werkgroep “Diploma’s” in oktober 2014 bijeen te laten komen (waarbij actieve deelneming van de Gemeenschappen onmisbaar is) en de ad hoc-werkgroep "Huisvesting” begin 2015. Zoals aangegeven onder punt 4 betreffende de valorisering van Census 2011 besliste het Comité om de werkzaamheden van enerzijds de thematische task forces belast met de analyse et benutting van de basisgegevens uit Census 2011 ter beantwoording van een aantal gestelde vragen, en van anderzijds de binnen het Coördinatiecomité opgerichte ad hocwerkgroepen gewijd aan huisvesting en diploma’s en belast met het onderzoek van de in 2013 en

10

2014 ter zake ingediende statistiekaanvragen, in de toekomst te verenigen in globaal coördinerende thematische task forces. De vergaderingen van genoemde task forces zullen plaatshebben van november 2014 tot halfweg 2015 (vgl. punt 4 supra). 8.2. Verwerking van de in mei 2013 door de HRS geformuleerde statistiekaanvragen (stand van zaken) Afgezien van de ontwikkeling van bovenvermelde, anno 2013 ingediende statistiekaanvragen in de sfeer van de ad hoc-werkgroep “Mobiliteit/Vervoer” vallen voor de overige in 2013 ingediende aanvragen geen vorderingen te boeken sedert de plenaire vergadering van mei. Tijdens de werkzaamheden binnen de thematische task force “Onderwijs” zullen de in 2013 ingediende statistiekaanvragen m.b.t. diploma’s worden behandeld en zal wellicht nieuwe informatie uit de bus komen. 8.3. Bijwerking van Statistisch Programma 2015 vanuit Statistisch programma 2014 Informatieverzameling: De leden van het Coördinatiecomité, de federale statistiekproducenten en de Waalse statistiekproducenten, die in 2013 een reactie naar het secretariaat hadden gestuurd werden herhaaldelijk verzocht tegen 2015 het Statistisch Programma 2014 bij te werken en aan te vullen. Alles samen werden totnogtoe 290 statistieken bevestigd of licht gewijzigd (op de 785 die in het programma 2014 vermeld staan), 26 nieuwe statistieken meegedeeld, 10 statistieken afgeschaft, en 6 instellingen gaven aan geen statistiekenproducenten te zijn. Er wordt gehoopt dat de statistiekproducenten die meewerkten aan het programma 2014 maar tot nu nog niet gereageerd hebben, dit alsnog spoedig zullen doen. Zo er tegen eind oktober onbevestigde statistieken overblijven wordt voorgesteld om ze toch onveranderd in het programma 2015 over te nemen (maar wel met een symbool “onbevestigd”).

9. Varia Datum van de volgende plenaire vergadering:

9.

Een datum tussen 3 en 5 november om 10 uur wordt voorgesteld. Daarbij wordt rekening gehouden met de vergadering van het CESS op 13 november 2014, op de agenda waarvan bepaalde punten kunnen voorkomen die voorgelegd moeten worden aan de Gewesten en/of Gemeenschappen. Het Comité beslist om de datum van de volgende vergadering vast te leggen op 5 november 2014 te 10 uur.

[Ondertekend]

[Ondertekend]

11

De voorzitter,

Marcel RÉMON

De secretaris,

Françoise PARYS

12