VERENIGINGSBLAD VAN DE FEDERATIE VAN AMSTERDAMSE AMATEURTUINDERS DECEMBER 2015 JAARGANG 60
DE F E I E D E R AT IN DIT NUMMER VERHALEN VAN VROEGER: • DE TIJD VAN OME LEEN • GERDA OTTEN - 60 JAAR AVONTURIEREN BURENGERUCHT: TUINEN 42 EN 43 ELF VRAGEN AAN: JAN BAKKER DE COLUMN VAN EMMA: SCHOT IN DE ROOS TECHNISCH: KEURING GASLEIDINGEN OP KOMST EVENEMENT: VERSLAG VAN HET BILJARTTOERNOOI DE VOGELSPOTTER: DE HALSBANDPARKIET GROEN: BONSAI - DE HOBBY VAN JOOP ZEGERIUS BELANGRIJK: BEZWAAR TEGEN BELASTINGAANSLAG
v e r h a l e n
v a n
v r o e g e r
OME LEEN
VA N D E R E D A C T I E VROEGER! Ach.... als ik denk aan de winters van vroeger word ik wat melancholiek. Wat waren die toen nog echtkoude-maanden wit. Met sneeuw die alsmaar bleef liggen; wat mutsen, wanten en sleetjes tot gevolg had. Op school leerde je sneeuwkristallen tekenen. Vijvers waren steevast bevroren, met ijspret-garantie. En al zaten ze vol met superslecht verzadigd vet: de oliebollen van toen... hmmmm! Wat voor winter dit ook wordt; het leek ons leuk om eens wat terug te blikken op De Federatie van lang geleden. Daarom zijn er Verhalen Van Vroeger. Zo lezen we over Ome Leen, maar ook het wel en wee van de familie Timmer wordt beschreven. In beide gevallen zijn het de dochters die herinneringen ophalen. Met als uitsmijter een nostalgisch verslag van Evert over de laatste Elfstedentocht uit 1997. Verder een korte terugblik op de perikelen tijdens het biljarttoernooi van afgelopen augustus. Net als in de vorige uitgaven krijgt iemand weer elf vragen voorgelegd en kunnen we meedenken met Emma, in haar met een kerstrandje versierde column. Het groene element zien we dit keer in de hobby van Joop Zegerius die Bonsai kweekt. Nieuw is de rubriek Burengerucht waarbij we buren over elkaar aan het woord laten. Ook nieuw is de rubriek De Vogelspotter die Marco gaat coördineren. Tevens schrijft hij over hoe we bezwaar kunnen maken tegen de belasting die we van Ouder-Amstel krijgen opgelegd. Deze keer zijn we ook blij verrast met de bijdragen van Federatie-leden in de vorm van verhalen en foto’s. Dank daarvoor! We hadden nu zoveel kopij dat we wegens plaatsgebrek een aantal zaken niet konden plaatsen. Zo hebben we zelfs het verslag over De Nieuwe Kern opgeschort. Gelukkig is dat toch een ‘continuing story’; we komen er in april 2016 zeker op terug. En zo, met de blik alweer naar 2016, zien we in dit nummer niet alleen hoe mooi het vroeger kon zijn, maar ook dat we het samen volgend jaar weer best leuk zullen hebben. Allen een vrolijk kerstfeest en een gelukkig 2016. Peter Oosterhout
2
VA N H E T B E S T U U R Het decembernummer dat nu voor u ligt, is alleen al bijzonder omdat het over de post is verstuurd, als een soort speciale Kerstverrassing. We houden onze ‘boodschap’ dan ook zo positief en feestelijk mogelijk. Het afgelopen jaar hebben bestuur en redactie regelmatig overleg gehad met de gemeentes over het project ‘De Nieuwe Kern’, dat bepalend is voor onze toekomst. In het eerstvolgende nummer wordt nader verslag uitgebracht en ook daarna zullen we alle ontwikkelingen op de voet blijven volgen, zowel via onze website als via ons verenigingsblad. De Leden die ook nu nog op ons volkstuincomplex komen, hebben kunnen zien dat er een ware kaalslag heeft plaatsgevonden aan de oevers van de buitensingel. Dit in verband met het baggeren door de gemeente. Maar wij tuinders weten al, dat de natuur zich zeker binnen een jaar zal herstellen. Denkt u zelf ook nog even aan uw baggerwerkzaamheden? -Voor zover u ze althans niet heeft uitbesteed. Ten overvloede wijzen we er ook nog even op, dat BEIDE sloten van de hoofdingang met uw sleutel te openen zijn, zodat u in geval van nood altijd toegang kunt verlenen aan ambulances of brandweerauto’s. Voor onszelf als leden gold en geldt nog steeds: berijd geen scooter, auto en/of aanhanger op het park. Laten we ook het komende jaar in alle opzichten streven naar het respecteren van de bij de Federatie geldende regels. De bestuursleden hopen dat u heel fijne feestdagen beleeft met uw naasten, familie en vrienden. Ook wensen wij u een goed, gezond en liefdevol 2016 toe, met zoveel mogelijk tuinplezier. HET BESTUUR
OPROEP: BARMAN/VROUW GEZOCHT De Barcommissie zoekt nog voor de woensdagavonden 1 x PER 14 DAGEN - een enthousiaste barman of barvrouw. Lijkt je dit wat, neem dan contact op met Rien Ditzel: Tel. 06 - 180 630 20
V E R H A L E N VA N V R O E G E R Ik heb daar de eerste steen gelegd, daarvan is toen nog een foto gepubliceerd in een plaatselijke krant. Mijn vader stortte ook betonplaten hier en op Dijkzicht, hij verving beschoeiingen en hij hielp ook met het verrollen van huisjes.”
DE TIJD VAN OME LEEN Carla Bonneveld vertelt over haar vader en de beginjaren van De Federatie | een interview Zestig jaar geleden vestigden zich op De Federatie de eerste tuinders. Via Maggie Hillebrand kreeg ik foto’s te zien van één van die pioniers: meneer Hendriks, die door iedereen ome Leen genoemd werd. Op de foto’s zag ik ‘ome Leen’ op 91-jarige leeftijd bezig met het vervangen van een beschoeiing. “Iedereen kende ome Leen, en hij zag er altijd zo uit: met een manchester broek aan en een pet op. Hij was een van de laatsten die nog tabak pruimde, en hij was enorm actief hier op het complex,” vertelde Maggie. “Maar degene die je veel meer over hem kan vertellen, is zijn dochter Carla, die woont hier nog steeds.” Reden voor mij om eens langs te gaan bij Carla en Hans Bonneveld. Ik word hartelijk ontvangen met koffie en daarbij een heerlijke kletskop, en we steken meteen van wal: “Carla, kun je iets vertellen over hoe jij en je ouders hier op De Federatie zijn terechtgekomen?” “Wij hadden een tuin op de Zuidelijke Wandelweg, maar daar moesten we weg. We kregen de gelegenheid te kiezen tussen verschillende tuincomplexen, en toen heeft mijn vader voor De Federatie gekozen. Daar is hij verder zijn hele leven gebleven. In de zomer woonden we hier, maar mijn vader kwam ook ’s winters vrijwel dagelijks op De Federatie; hij woonde hier vlakbij. Tot twee maanden voor zijn overlijden op 91-jarige leeftijd was hij hier altijd te vinden.” “Wat was je vader voor iemand? “Nou, hij was een echte klusser. Op de Zuidelijke Wandelweg was een boerderij die afgebroken moest worden. Het bouwmateriaal dat daarbij vrijkwam, is door mijn vader schoongemaakt en gebruikt om ons huisje te bouwen. Het staat er nog steeds, huisje 141.
“Wat is dat precies, het verrollen van huisjes?” “Dat deden ze als een huisje van de ene plek op het complex naar de andere getransporteerd moest worden. Dat ging dan via de sloot. Dat was natuurlijk een hele operatie, maar het gebeurde wel.” “Dat klinkt als een hele andere Federatie dan die zoals we die nu kennen.” “En dat was ook zo. Het was een enorm verschil. De Federatie was toen gezelliger, er was meer saamhorigheid. In deze tijd zijn mensen toch veel meer individualistisch. Wij woonden in de Kadijkenbuurt, maar vanaf 1 april woonden we altijd een halfjaar hier. Ik ging daardoor ook op twee scholen. In de zomer zat ik op school in de Lekstraat, en als we terug waren in de stad, ging ik daar naar school. Hier op De Federatie speelden alle kinderen op het speelveld. Het was heel sociaal hier, er werd van alles georganiseerd. Er waren sportdagen, jongerenavonden, een bloemencorso, ik herinner me zelfs een musical in de kantine, en de mannen gingen wel eens samen bowlen. “Veel van de voorzieningen die er nu op De Federatie zijn, hadden wij in die eerste tijd helemaal niet. We hadden bijvoorbeeld geen elektriciteit; ik herinner me verlichting door fietslampjes die op een accu werkten. En water had je ook niet in je huisje. Er stond op iedere laan een fonteintje, daar kon je je aan wassen en water halen om mee te nemen naar je huisje.” Echtgenoot Hans vult Carla aan: “je moest dat water ook echt pompen!” Carla denkt even na en zegt dan resoluut: “Nee hoor!” “Jawel, wij zaten in die tijd op Amstelglorie en daar stonden alleen pompen.” “Nou, maar hier was dat niet zo. Wij hadden gewoon kranen. Althans, zo herinner ik het me.” “De omgeving moet in die tijd ook veel landelijker geweest zijn.” “Dat klopt. Er waren nog veel meer konijnen dan nu, en er was bijvoorbeeld een fazant die dagelijks door mijn vader gevoerd werd. ‘Kiki’ noemde hij dat dier. Die riep hij dan, en dat beest kwam dan braaf, want die wist dat hij gevoerd ging worden. En er waren veel egels.” Hans voegt daaraan toe: ”Er waren ook meer hoge bomen. Die zijn langzaamaan van het complex verdwenen, maar vroeger waren ze er wel. Daardoor hebben we nu minder vogels. Vroeger had je hier heel veel musjes, maar tegenwoordig heb je veel van die enorme eksters. Zo brutaal als de beul, die dieren” V ER V O L G O P PA G I N A 4 3
VE RVOLG VAN PAGINA 3 “ D E T IJ D VA N OM E LE E N”
“Jullie missen de saamhorigheid van vroeger, maar er is toch nog steeds iets dat aanzet tot sociaal contact…” Carla: “Het algemeen tuinwerk! Dat is nou dé manier om elkaar te leren kennen. Tegenwoordig kun je dat dan weer afkopen. Maar vroeger moest iedereen, en we zetten ook allemaal de schouders eronder. Pas als je 75 was, hoefde je niet meer. Maar omdat iedereen het deed, was twaalf uur per persoon genoeg. Het complex zag er in die tijd piekfijn uit, tot in de puntjes verzorgd. “Tot slot, hoe zag de tuin van je vader eruit? Had hij een moestuin?” “Nee, groente verbouwen daar deed hij niet aan.
EVEN GA S G E V E N! Komend jaar zal de bouwcommissie in alle huisjes de gasslangen weer controleren. Hoog tijd, want in 2008 is dit voor het laatst gebeurd, terwijl gasslangen officieel niet ouder dan drie jaar mogen zijn. Maar of iedereen ze bijtijds heeft vervangen…? Het zou toch jammer zijn als ons complex, juist nu we de gemeentelijke bouwplannen hopen te keren, voortijdig zou ontploffen door verkeerd gasgebruik! Op de eigen website van de Federatie www.defederatie.net kunt u alle (aangescherpte) voorschriften terug vinden onder het kopje ‘gasreglementen’. Maar er valt nog wel meer te zeggen over veilig gasgebruik. Zo kunt u zich nu alvast voorbereiden op de controle straks. REGLEMENTEN VAN DE FEDERATIE - Alleen butagas of propaangas is toegestaan (dus géén LPG). - Gasflessen moet u bewaren in een goed geventileerde gaskist (ook ‘lege’ flessen!). En zorg dat er aan de onderkant van die gaskist voldoende ventilatiegaten zitten, want gas is zwaarder dan lucht, dus als het zich eventueel zou ophopen, kan het zo meteen weer ontsnappen. Let op dat het gas nooit direct uw huisje kan binnenstromen, laat staan dat het onder de vloer belandt. Aan zulk knal- en vuurwerk hebben we zelfs in de decembermaand geen behoefte! - Slangen mogen dan ook NOOIT ondergronds of tussen het plafond door lopen. - Gasleidingen die via een muur, vloer of plafond naar binnen komen, moeten altijd van koper zijn. - Elk verbruikstoestel hoort voorzien te zijn van een afsluitbare gaskraan. - De gasslang van een makkelijk verplaatsbaar verbruikstoestel mag maximaal 60 cm lang zijn. 4
Hij hield heel erg veel van bolgewassen. De hele tuin stond vol met dahlia’s, gladiolen, alles wat maar uit een bol kwam en bloemen gaf – ik herinner me die tuin als één grote bloemenzee. “Die bollen zette hij trouwens niet alleen in zijn eigen tuin, hoor. In het gras dat grenst aan het pad maakte hij stukjes grasvrij en daar plantte hij ook bloembollen. Dat deed hij in alle lanen waar mensen gras voor hun tuin hadden, zodat het er overal mooi uitzag. In die tijd leefde veel minder het idee dat het wel genoeg was als je alleen je eigen tuin op orde hield. Je zat op De Federatie, je had het gezellig met elkaar en je zorgde allemaal dat het er piekfijn uitzag hier.”
Marco Overbeek Met dank aan Maggie Hillebrand voor de foto’s van ome Leen
- -
Bij gebruik van een gasslang met regelaar mag de lengte tussen het aansluitpunt en de regelaar nooit langer zijn dan 100 cm. Propaangasslangen (oranje) die ouder dan drie jaar zijn moet u direct vervangen! Slangen aan gasregelaars (zwart) gaan ietsje langer mee.
HERKENNINGSTEKENS Dankzij internet verzamelden we ook nog de volgende informatie: - Voor propaan- of butaangas mag u uitsluitend gas slangen gebruiken die hier speciaal voor ontworpen zijn: te herkennen aan de opdruk van het fabricage-jaar plus het kenteken NEN-EN 559 of NEN 5654 (rubber gasslang). Er is ook een nieuwe norm (NEN-EN 1763, klasse 1 t/m 4) maar die slangen zijn nog niet overal verkrijgbaar. Treft u er toch zo eentje aan, dan moet u in elk geval op de klasse letten. Klasse 2 of hoger is voor gebruik ná de gasdrukregelaar. Klasse 3 of 4 is voor toepassingen tussen gasfles en regelaar. Als u de gasslang buiten gebruikt of deze staat bloot aan weers invloeden, dan moet u altijd voor klasse 4 kiezen. - Zorg dat uw gasslangen vrij bereikbaar zijn voor controles. Gasslangen die zichtbaar beschadigd zijn of uitdrogingsscheurtjes vertonen, moet u absoluut niet meer gebruiken en direct vervangen, in uw eigen en andermans belang. ‘Gassen’ na het eten van spruitjes blijft toegestaan. Emma Veenstra
KANDIDATENLIJST PER 4 OKTOBER 2015
DE ELF VRAGEN AAN EEN TUINVRIEND 1 Wat is je naam en tuinnummer? Jan Bakker - tuinnummer 88. 2 Hoe ben je aan deze tuin gekomen? Met mijn vriend Paul kwamen wij vele jaren bij Fokke Loonstra, die op De Federatie een tuin had. We heb- ben daar veel uren samen doorgebracht. Dit beviel ons heel goed. Met de steun van Jan Lasker en Hans Grever - die ons wegwijs hebben gemaakt hoe en wat wij moesten doen om ook een tuin te krijgen - is het ons gelukt om tuinhuis 88 te kopen. 3 Hoe lang hebben jullie deze tuin al? Dit is het 10e seizoen. 4 Wat vind je het mooiste aan je tuin? Het totale opgebouwde succes hiervan, onder andere de vijver met Koikarpers en al die verschillende coniferen. 5 Wat zouden jullie willen veranderen? Eigenlijk niets; ik ben wensloos gelukkig. “Wünschlos glücklich!” 6 Wat mis je op de tuin? Een goede Wifi verbinding: dat is een groot gemis. 7 Wat zijn je hobby’s? M’n grootste hobby is tuinieren wat ik met alle liefde doe. Daarnaast doe ik veel aan fitness- en krachttraining. 8 Wat is je favoriete eten? Ik ben dol op Moluks eten! Mijn vriend Paul kookt dit zelf en het smaakt altijd overheerlijk. 9 Wat is je favoriete drankje? Rivella met water. 10 Wat is je favoriete sport? Krachttraining en fitness. 11 Heb je nog een speciale wens? Dat ik heel lang met mijn vriend Paul samen mag zijn in goede gezondheid. En iedereen fijne feestdagen.
Nr Naam
Nr Naam
1 Smit Y. 2 Dijkmeijer J.A. 3 Kleef, J.J.C. van 4 Vries, M. de 5 Kok, R.B.H. 6 Fraticelli, R. 7 Hompe - Jacobs, A. 8 Rooden van, W.M. 9 Kaspers, C. 10 Sneyders, P. 11 Osch, R.R.F. van 12 Bosse, A.J.M. 13 Zschuschen , R.W. 14 Jansen , J.S. 15 Palermo-Bos 16 Clennell. N.D. 17 Duikersloot. Y 18 Helleman. E. 19 VentdeC.H.J. 20 Kampen van. A.M. 21 Koopmans.E.J.J. 22 Kroeze.J.J.N. 23 Gould. K.B. 24 Pijnappel.F.J.J. 25 Simic, R. 26 Hogenes , R.P. 27 Peterse. I.M.C. 28 Smeer. R.R.J. 29 Cocural. T.J. 30 Bosch. J.M. 31 De Bruijn , H 32 Rijk. N.
33 Prins, M. 34 Nijs de P.J.M.M. 35 Persad.M.A. 36 Galeno.A. 37 Ramdin.G.C 38 Zwanenveld K.J. 39 Buiten-Joosen, M.A.E. 40 VanOs, R.J. 41 Waterman, J. 42 Van der Leeuw, J.R. 43 Gowrising, P.D. 44 Sloot, M 45 Amir. R. 46 Klaver , R 47 Benning , C.P. 48 Gerrits , S.G.M 49 Goezinnen. M 50 Draaijer. J.A. 51 Scheper-Koppen. D 52 Cornelissen , L.D.L 53 van Muyden-Kayser, K. BALLOTAGE 54 Oorde van. H 55 Dinee.C. 56 Garcia. M 57 Ernst. M 58 Bode , R.F. 59 Süsser-Raanan 60 Knijn. J.R.J.M 61 Ganter, B. 62 Naderi, L.
NAMENS ALLE COMMISSIES VAN DE FEDERATIE: EEN PRACHTIG 2016 GEWENST!!
Mijn dank gaat uit naar Jan voor de gastvrijheid en het antwoorden op de elf vragen. Ook een keer mee doen? Mail naar:
[email protected] Evert Kuijt 5
FEDERATIE VAN AMSTERDAMSE AMATEURTUINDERS BESTUUR Voorzitter Secretaris Penningmeester 2e voorzitter 2e secretaris 2e penningmeester Alg. functionaris
B. Verburg R. Gans A. de Winter C. van Broekhuijsen S. Bezemer-Otten vacant J. Schuurman
79 52 56 161 54 23
COMMISSIES
OVERIGE FUNCTIES
BOUWCOMMISSIE K. van Broekhuijsen R. Booms E.J. Blankenzee
TRACTORCHAUFFEURS G. Kroese 141 R.P. van der Have 41
TUINCOMMISSIE P. Hendriks Hr. & Mw. Hillebrand BARCOMMISSIE R. Ditzel A. Ditzel I. Ditzel G. Wieringa C. Dekker
89 184 53
139 154
108 4 92 96 201
KASCONTROLECOMMISSIE D.J. van der Veen 127 J. Van Broekhuijsen 155 W. Bakker 105 L. Oostburg (reserve) 20 REDACTIECOMMISSIE E. Kuijt P. Oosterhout E. Veenstra M. Overbeek
TAKKENKRAKERS Hr. Leber E. Hogervorst J. Ferwerda T. Pap PERSCONTAINER Hr. de Vries LOODGIETER Z. Kursun GASDEPOT D. Schuurman C. Schuurman
KLAVERJASCOMMISSIE H.G. Feenstra-Koeberg 207 S. Raineri-Feenstra 20
159
14 23
155 115
TECHNISCHE COMMISSIE R. Wijtzes 78
POLITIE (MINDER URGENT) 0900 - 8844 BRANDWEER 020 6 21 21 21 AMBULANCE 020 555 55 55
WAARNEMING APOTHEKEN 020 694 87 09 TANDARTS BEM.BUREAU 020 570 95 95 DIERENAMBULANCE 020 626 21 21 ONGEDIERTE-BESTRIJDING 020 555 56 00 MELD MISDAAD ANONIEM 0800 7000 TAXICENTRALE 020 677 77 77
33
ANWB WEGENWACHT 0800 - 0888
BEZOEK OOK ONZE WEBSITE, DAAR VINDT U DE DIGITALE VERSIE VAN HET VERENIGINGSBLAD
WWW.DEFEDERATIE.NET 6
112
85
E LE KTRI CI EN B. van Benten
ALGEMEEN ALARMNUMMER
146
OPNEMER ELEKTRASTAND C. Erisman 140
A. de Groot
TELEFOONNUMMERS
CENTRALE DOKTERSDIENST 020 592 34 34
EHBO & REANIMATIE J. van Broekhuijsen D. Erisman
198 63 45 40
42 21 143 22
BELANGRIJKE
E- M AI LAD RES S EN Bestuur
[email protected]
Redactie
[email protected]
BILJARTTOERNOOI FEDERATIECUP 2015
LEUK EN SPANNEND BILJARTEVENEMENT Er waren 20 deelnemers die allemaal op zaterdag 15 augustus tegen elkaar moesten spelen.
1E PRIJS DANNY ERICH
AFVALTOERNOOI Het was een afvaltoernooi, dus 10 winnaars gingen naar de volgende ronde op zondag 16 augustus. Dat waren 5 wedstrijden, dus bleven er 5 winnaars over. Omdat het een oneven aantal is viel de minst presterende winnaar (Theo Reuter) af. Niet leuk voor hem, maar hij had het sportief aanvaard.
HALVE FINALE Er bleven dus 4 spelers over voor de halve finale. Ron Seeboldt - Danny Erich Ben IJsseldijk - Giovanni Raineri Danny Erich en Giovanni Raineri waren de winnaars en speelden om de 1e en 2e plaats. Ben IJseldijk en Ron Seeboldt speelden op hun beurt om de 3e en 4e plaats. Ron moest door gelukkige familie-omstandigheden plotseling weg, zodat Ben automatisch 3e werd.
2E PRIJS GIOVANNI RAINERI
FINALE De finale tussen Danny en Giovanni was erg spannend maar Danny was in deze finale de sterkste en won met een mooi gemiddelde. Deze overwinning was zeer verdiend, omdat Danny gedurende het hele toernooi een hoog gemiddelde had gespeeld. Volgend jaar weer nieuwe kansen voor iedereen!
3E PRIJS BEN IJSSELDIJK
Paul Beijnes en Bram Feenstra
7
V E R H A L E N VA N V R O E G E R OP DE BAKFIETS Zodra de datum 1 april in het zicht kwam werd het hele huishouden, maar dan ook het hele, op een bakfiets geladen en werd koers gezet naar De Federatie. IJs en sneeuw, regen of wind - niets hield mijn ouders tegen: we gingen op de tuin wonen. Een tuinhuis waar geen water in was, er werd op oliestellen gekookt, laat staan dat er een douche was. Vrijdagmiddag uit school werden we via een tuinslang aan het waterpunt op de laan gepoetst en werden de haren gewassen, als het kon met meerdere kinderen van de laan. Hoe spannend was dit allemaal, maar om eerlijk te zijn ook supervervelend! Dit waterpunt was tevens een plek waar je kon zien wat de buren aten als ze de aardappelen en groente kwamen wassen.
De ouders van Gerda Otten (Sake en Jo Timmer) voor hun ‘sinaasappelkistjes-huisje’
HET FEDERATIE-VIRUS GERDA
OTTEN
V E R T E LT
Op een tuiniercomplex als De Federatie zijn nog steeds mensen die alles van het begin af aan hebben meegemaakt. Maar langzaamaan moeten sommigen toch vertrekken omdat de zorg voor tuin en huisje inmiddels wat te veel wordt. Gerda en Gerard Otten gaan ons complex na zestig jaar verlaten, en Gerda heeft de redactie gevraagd of we enkele stukjes van haar hand over De Federatie van vroeger willen plaatsen. En natuurlijk willen we dat. Hier volgt haar eerste verhaal. Na 60 jaren te hebben rondgelopen op de Federatie is nu de tijd gekomen om er een punt achter te zetten. Dat is niet makkelijk en je kan nu wel vertrekken van de tuin, maar de herinneringen blijven, die kan je niet zomaar van de hand doen. Komend van een ander tuincomplex - daar staat nu het paleis van Justitie op de Parnassusweg - kwam ik als 9-jarig meisje samen met mijn ouders en broertje Ane op de Maanlaan, tuin nummer 115 op De Federatie. Nou ja, tuin... een stukje grond afgezet met ijzerdraad en in het midden aan de slootkant een boom. Toevalligerwijs waren onze buren dezelfde als op het andere complex: de familie Hendriks en aan de andere zijde de familie Jonker. Algauw ging mijn vader, Sake Timmer, aan de slag met sinaasappelkisten volgens mijn moeder, Jo Timmer, om een tuinhuis te bouwen. Bakfietsen vol werden naar de tuin gesleept om het allemaal voor elkaar te krijgen. En volgens de toen geldende voorschriften moest dat een tuinhuis zijn met twee slaapkamers,want jongens en meiden moesten apart slapen. 8
VERTIER OP DE PARKEERPLAATS Geen clubhuis, of andere gelegenheid tot vermaak. Dan maar samenscholen (toen al) op de parkeerplaats en daar het nodige vertier zoeken. Soms kregen we op zaterdagavond een gulden en gingen daarmee naar het truckerscafé van Cor van Dis. Dat was ruim tien minuten lopen over het ‘zwarte pad’ naar de Burgemeester Stramanweg. Nu is daar de woonmall Arena. Wat later werd een wandelclub opgericht onder leiding van mijn moeder en mevrouw Wardekker. Keurig nette witte broeken en rokken met een blauw wit shirt en hup ‘de paden op de lanen in’. Natuurlijk ook meegedaan aan de avondvierdaagse, en meneer Rowoud met de fiets erachteraan om de jassen en tassen te vervoeren. We kregen gevulde koeken en die deelde meneer Van Heumen uit. CLUBHUIS Hoera we kregen een clubhuis!!! Tot dan toe behielpen we ons met het zogenaamde sierhuisje, nu bewoond door Daan en Corrie Erisman. Met een clubhuis was er natuurlijk ook een ontspanningscommissie nodig,en dat waren de familie van Heumen, Wieringa en Timmer. Menig keer werd er een Fancy Fair gehouden. Dan werd de hele familie opgetrommeld om achter een stalletje te staan. De grabbelton werd bemand door mevrouw Rowoud, het rad van fortuin door Rob van de Have, de patatkraam door mevrouw Timmer en mijzelf. ‘s Morgens om zes uur opstaan om de teilen met aardappelen te schillen voor de patat,en tonnetjes haring werden er schoongemaakt door mevrouw Boer en mijn vader. Een hoogtepunt op De Federatie was gekostumeerd voetbal; de meest vreemde snoeshanen liepen er over het veld! Eenmaal besmet met het Federatievirus, is het verduiveld moeilijk om ervan te genezen. Maar voor de goede orde: dit virus is totaal onschuldig…
Gerda Otten | Marco Overbeek - redactie
DE VOGELSPOTTER Op ons tuiniercomplex komen heel veel soorten vogels voor. Daar gaan we de komende tijd regelmatig aandacht aan besteden. De eerste die voor onze nieuwe rubriek een verhaal schreef is Carry Bennink. Carry opent deze rubriek met een verhaal over een vogel die we ooit bijzonder vonden, maar die nu in vrij grote zwermen voorkomt in parken. Heeft u een bijzondere vogel op de Federatie gezien? Tip ons, doe een suggestie of schrijf zelf een verhaal en stuur dit naar de redactie, t.a.v. Marco Overbeek. Onder redactie van Marco Overbeek
DE HALSBANDPARKIET (PSITTACULA KRAMERI) DOOR CARRY BENNINK Waarom deze rubriek beginnen met een exoot? In deze tijd van het jaar hoor je weinig vogels en juist dan valt het schreeuwen, krijsen of hoe je het maar noemen wilt, van de halsbandparkiet zo op. Vooral in de namiddag doet hij graag ons tuincomplex aan voor een laatste snack, alvorens zijn slaapplek op te zoeken. De niet-broedende halsbandparkiet slaapt bij voorkeur in grote groepen van soms wel honderden exemplaren bij elkaar. Alles voor de veiligheid. Het is een standvogel, wat wil zeggen dat hij niet wegtrekt in de winter. Deze vogel is nog niet zo lang in ons land. In Amsterdam werd hij voor het eerst gesignaleerd in het Vondelpark in de jaren tachtig. Het verhaal gaat dat ze jarenlang door een medewerker van het Remington (typemachines etc.) onderdelen magazijn op de Overtoom werden gehouden op een grote zolder van een dubbel pand. Bij het vertrek van Remington bleek de grote groep los rondvliegende vogels niet meer te vangen en werd in arren moede maar besloten de ramen open te zetten en ze het zelf te laten uitzoeken. Van oorsprong komen deze vogels uit Centraal Afrika en Zuidoost Azië, maar bijgevoederd door een aantal
vogelliefhebbers met pinda’s en wat al niet meer, konden ze uiteindelijk onze gematigde winters goed overleven en de toch al redelijk grote groep kon zich van jaar tot jaar verder uitbreiden. Ze pikten de nesten in van spechten of andere holenbroeders en hun verspreidingsgebied werd almaar groter. De broedende exemplaren houden zich solitair en zwijgend op in de buurt van oude bomen in parken en randgebieden en vallen derhalve niet zo op. Inmiddels is er ook een iets groter soort in opmars: de Alexander parkiet, voor het eerst gesignaleerd in de omgeving van het Flevopark maar nu al op meer plaatsen in en om Amsterdam. Deze parkiet heeft een iets zwaarder geluid dan de halsbandparkiet en is een slag groter maar verder heel erg gelijkend. De halsbandparkiet is 39 tot 43 cm lang (inclusief de staart). Oudere vogels zijn te herkennen aan de langere staart. Vrouwtje: geheel groene kop. Mannetje: kleine zwarte keel en kinvlek en smalle zwarte en oranjeroze halsband. Verder een groen verenkleed en in de ondervleugel donkergrijze slagpennen. Een typische rode papegaaiensnavel is het andere kenmerk. 9
DE COLUMN VAN EMMA
SCHOT IN DE ROOS Nee, nu even serieus! In dit decembernummer ga ik natuurlijk niet coûte que coûte lollig zitten wezen. De Kerstmaand is juist een tijd voor reflectie; voor het zoeken naar antwoorden op de prangende vraag: waartoe zijn wij hier op aarde? Het antwoord van een Moslim, atheïst of Hindoe zal natuurlijk anders luiden dan dat van een Jood, Christen of ‘Anders Denkende’, zoals dat in het moderne leven heet. Moslim: “Wij helpen Allah met zijn maagden in ‘t Walhalla”. Atheïst: “Pffft… Doe mij maar een hamburger”. Hindoe: “Lees de Kama Sutra en het Paradijs kan u niet meer ontgaan”. Sam: “Leg jij alles even uit, Moos?” Moos: “Oké, wat schuift dat?” Christen: “Wij geloven in wonderen: Jezus liep over water!” Anders Denkende: “Wij gelóven niet in wonderen, wij zíén ze gewoon, overal! Hoe zou je anders kunnen ademen, of zelfs maar kunnen dénken?” Persoonlijk vermoed ik dat wij tuinders, generaliserend gesproken, nog het meest verwant zijn met de Anders Denkenden. Waarom? Omdat tuinders óók allerlei wonderen zien: de wonderen der natuur! Wat zich allemaal in ons tuintje afspeelt binnen één enkel seizoen, dat valt met geen pen te beschrijven - gratis en voor niks!
De pech is wel, dat juist de essentie van dit ‘wonder’ niet in woorden te vangen is. Want woorden verwijzen wel naar zaken, maar zijn nooit het zaakje zelf. Het woord ‘tuin’ is iets heel anders dan hoe wij de tuin zintuiglijk ‘beleven’. Maar dat vergeten de meeste mensen. En zo gaan praatjes een eigen leven leiden. Vooral politici en andere snelle babbelaars geloven eerder in hun eigen argumenten dan in de realiteit. Daarom is het ook zo moeilijk om machthebbers, die het leven slechts weten te vertalen in euro-tekentjes, uit te leggen wat écht van waarde is. CALIMERO OF DAVID? Maar wie willen wij zijn: de kleine, zielige Calimero of de dappere, Bijbelse David, die met één rake worp de reus Goliath wist te verslaan? Ik kies voor David. Want één enkel, goedgericht schot kan wonderen verrichten. Mijn tante Ave weet daarover mee te praten. Laatst bracht ze haar dochter naar de huisarts, omdat de buik van mijn nichtje nog harder groeide dan het onkruid in hun volkstuin. “Uw kind is zwanger!” constateerde de dokter laconiek. Mijn tante reageerde woedend. “Belachelijk, onmogelijk! Maria heeft nog niet eens een vriendje!” De huisarts keek uit het raam en zweeg. Dat beviel mijn tante nog minder. “Ik eis een deugdelijke diagnose”, bitste ze. “Rustig”, suste de dokter droogjes, “we zullen zien. Volgens mij is hier sprake van een schot in de roos. Maar voor het geval ú gelijk heeft, zit ik nu op de uitkijk. Want de laatste keer dat dit wonder geschiedde, verscheen er een grote ster aan de hemel en kwamen er drie wijze mannen op af.” Toen bewees mijn tante, ook een Anders Denkende te zijn. “Drie wijze mánnen ?” riep ze honend uit, “ha! Een dokter die gelooft in sprookjes…” Vrolijk Kerstfeest allemaal!
Emma Veenstra | Illustratie Kayo Veenstra
En!...? Wie van de drie ! is de vader?
10
DE LAATSTE ELFSTEDENTOCHT? Komend jaar is het 19 jaar geleden dat 15de en vooralsnog laatste ‘Friesche’ Elfstedentocht als schaatsmarathon werd gereden. Evert Kuijt was er bij en haalt herinneringen op aan deze gedenkwaardige dag. Zaterdag 4 januari 1997. Na een korte slapeloze nacht wijst de klok 04.00 uur aan: tijd om op te staan. Vandaag zal mijn zwager Ynze zich voor de vierde keer aan deze tocht der tochten wagen. Zijn zoon (mijn neefje) Erik en ik zullen hem per auto onderweg bijstaan, en hem op vijf vooraf vastgestelde plaatsen voorzien van onmisbare zaken zoals warme chocolademelk (drie liter!), erwtensoep, broodjes en de nodige aanmoediging. Buiten is de gevoelstemperatuur -26 graden bij een vrij krachtige wind. Om 05.30 uur gaan de wedstrijdrijders in Leeuwarden van start. Erik en ik vertrekken om kwart voor zes richting Stavoren. Ynze zal dan 67 kilometer hebben afgelegd. De wegen naar Friesland zijn redelijk begaanbaar dankzij vele pekelwagens die kilo’s zout hebben gestrooid. Onderweg stoppen we naast een bruggetje bij ‘de Gallemedammen’, waar schaatsers onder door rijden. We lopen het ijs op en zien onze helden hier van heel dichtbij voorbij flitsen, met grote ijspegels aan hun kin. En kijk, daar is Ynze ook zowaar! Onze dag kan niet meer stuk, en het is pas kwart voor negen. LOEIENDE SIRENE In Stavoren horen we gezang en loeiende sirenes: feest in het stadje! Nog geen 10 minuten later herkennen we Ynze
aan zijn rode muts en kleurige jack. De eerste kilometers in het donker zijn niet gemakkelijk geweest, maar hij had wel de wind in de rug en ziet er nog fris uit. Vanaf hier voert de route echter noordwaarts en hebben de schaatsers tegenwind tot aan Dokkum. Ynze haalt zijn vierde stempel. Erik slaat z’n eigen jas om de schouders van pa heen om afkoeling te voorkomen. We kletsen zo ontspannen dat het wel lijkt of we aan het vissen zijn! Dan vertrekt Ynze naar de volgende stempelplaats: Hindeloopen. Zijn rugzak laat hij bij ons achter, we blijven immers toch in de buurt. In geval van nood kan hij ons bellen via zijn ‘zaktelefoon’, zoals dat anno 1997 nog heette. Na de chocomel in Workum zet Ynze koers naar Bolsward, dat met 100 km precies op de helft van het traject ligt. Hij zwaait, handen op de rug en voort. Met de auto mogen we Bolsward niet in. We parkeren bij een brug die later berucht wordt als ‘het trekgat van Bolsward’. Voor goed zicht staan we vol in de ijskoude wind. Als Ynze 40 minuten later passeert, zit Erik al lang en breed in de auto, smikkelend van een bak lekkere snert. Zelf ben ik geheel door de kou bevangen. Mijn half bevroren gezicht trekt pas bij na een warme mok soep en een te laat omgeslagen, dikke sjaal. WITMARSUM Overal waar we rijden zien we onze helden tegen de sterke wind opboksen. Je móét wel bewondering hebben voor al die schaatsers, inmiddels uren onderweg. Richting Harlingen kunnen we meerdere malen naar Ynze wuiven. Open veld nu, stuifsneeuw en een steeds fellere wind. Na pakweg 120 km zien we duidelijk dat het moeizamer gaat. Bij Witmarsum heeft Ynze het met de chocomel wel gehad 11
en vraagt hij om een flesje AA-Drink. We beloven iets te regelen en dankzij de schappen van een benzinestation kunnen we hem bij het volgende trefpunt zowaar verrassen. Dit gaat de geschiedenis in als ‘de vliegende bevoorrading op het Van Harinxma-kanaal’. KLUNEN Klunen, 150 meter lang, bij het bekende Franeker fietstunneltje. Ynze zit er bijna doorheen, wil niks meer eten of drinken. Vind je het gek, na 132 km en acht uur schaatsen? Erik pusht zijn vader: “kom op pa, je kan het!” De schaatsers moeten tot aan Dokkum nog 50 km tegen de wind in rijden. Boven hen hangen de helikopters van het leger. In Berlikum heeft een bewoner zijn tuinhek weggehaald: zo kan iedereen via zijn tuin het ijs op stappen, ook wij. Fantastisch, die Friezen! Op het ijs staand zien we grote lengte-scheuren door het ijs lopen, dus afgezien van de wind moeten de rijders ook goed opletten waar zij schaatsen. Als we Ynze na dik een uur wachten ontwaren vrees ik het ergste. Maar nee, hij heeft de man met de hamer duidelijk een ros verkocht, want hij steekt zij duim op en schaatst voort. Bij Birdaard parkeren we de auto achter een kerk. Het is kwart over vier en het donker valt al in. Op het ijs zien we opnieuw schaatsers tegen de sterke wind vechten, ze staan bijna stil. Maar waar is Ynze? Voor de zoveelste keer passeert ‘Cor’, die zijn naam groot op zijn buik heeft staan. Hij zal Leeuwarden zeker halen. Maar wie we verder ook zien, geen Ynze. En op ons bellen reageert hij niet. Om half negen geven we het op en gaan we richting Leeuwarden, met pijn in de ogen van het turen. GEEN GEHOOR Teleurgesteld stappen we in de auto. Opnieuw bellen, maar Ynze neemt niet op. Pas later blijkt zijn telefoon in de rugtas te zitten die bij mij in de kofferbak ligt. Tja… Ondanks onze ongerustheid besluiten we tegen negenen terug naar huis te gaan, Leeuwarden komen we nu toch niet in. Op dat moment belt het thuisfront: Ynze is om kwart voor acht gefinished op de Bonke-Vaart! Een hele opluchting, ook al moeten wij zelf nog door een dikke bank mist over de Afsluitdijk terug. Verstand op nul, muziek van André Hazes op. Mijn kop gloeit. Ik zing hard mee met André om niet in slaap te vallen. Rozig van alle winterse buitenlucht.
12
ONGEWONE BELASTING BEZWAAR MAKEN Sinds 2014 heft de gemeente Ouder-Amstel toeristenof forenzenbelasting van alle Federatieleden. Dat is iets nieuws, en daar is waarschijnlijk niemand blij mee. Vorig jaar, toen we voor het eerst deze belasting moesten betalen, heeft een aantal leden schriftelijk bezwaar gemaakt. Ouder-Amstel is verplicht binnen twaalf weken een besluit op een bezwaarschrift te nemen. Aangezien de leden die bezwaar gemaakt hebben volgens onze informatie tot op heden geen besluit hebben ontvangen, hoeven zij voor dat jaar waarschijnlijk niet te betalen. BOETE Als u niet betaalt en ook geen bezwaarschrift instuurt, dan krijgt u een boete en moet u de belasting alsnog betalen. Het is dus van het grootste belang dat u een bezwaarschrift indient. We kunnen niet garanderen dat leden die dit jaar bezwaar maken niet hoeven te betalen, maar hoe meer leden een bezwaarschrift indienen, des te meer werk voor de gemeente Ouder-Amstel en des te groter de kans dat ze het er ook dit jaar bij laten zitten. Hoe u bezwaar kunt maken, kunt u hieronder lezen. BEZWAARSCHRIFT Het bezwaarschrift moet binnen 6 weken na de dagtekening op de belastingaanslag bij de gemeente Ouder-Amstel in huis zijn. Verstuur het bezwaar aangetekend. Dat kost u ongeveer 6 euro, maar dan hebt u een bewijs dat u het document verstuurd hebt. In uw bezwaarschrift moet het volgende staan: · uw naam en adres · de datum waarop het bezwaarschrift is geschreven · een kopie van de belastingaanslag · de redenen van bezwaar · uw handtekening De gemeente moet binnen 12 weken een beslissing op het bezwaarschrift nemen. Overschrijdt de gemeente deze periode, dan hoeft u waarschijnlijk niet te betalen.
Thuis bel ik Ynze op. Die zit al gedoucht en fris aan de koffie. Ja, jammer van die laatste misser, maar iedereen heeft het overleefd! Moe maar voldaan val ik die nacht als een blok in slaap. Het is de moeite waard geweest. Zal er ooit nog zo’n onvergetelijke Elfstedentocht komen?
REDENEN VAN BEZWAAR U maakt bijvoorbeeld bezwaar omdat De Federatie binnen Amsterdams postcodegebied ligt, of omdat Amsterdam eigenaar is van de grond waarop De Federatie zich bevindt. U kunt ook via het internet opzoeken wat toeristen- en forenzenbelasting precies is, en daaruit uw conclusies trekken of de belasting werkelijk op u van toepassing is.
Evert Kuijt
Marco Overbeek
BONSAI KWEKEN IS EEN KUNST Veel tuinders specialiseren zich in een bepaalde stijl van tuinieren. Maar het kweken van bonsai-boompjes is slechts voor een enkele amateur weggelegd, want het gaat hier om een kunst die veel kennis vereist en die vraagt om intense, niet aflatende begeleiding. Joop Zegerius (ex-voorzitter Federatie) is de uitzondering die de regel bevestigt. Al sinds zijn tienerjaren is hij gefascineerd door deze Japanse ‘klein-kunst’.
Destijds, toen hij op de wilde vaart zat, werd de hele scheepsbemanning in Tokio uitgenodigd om de keizerlijke tuin aldaar te bezichtigen. Een tuin vol bonsaiboompjes, de meeste honderden jaren oud. Joop was direct ‘om’ en is zich vanaf dat moment in de kweekkunst gaan verdiepen, via cursussen en praktijk-trainingen bij veelal gerenommeerde leraren. AANDACHT Er bestaan vele bijzondere Japanse kunstuitingen, zoals kalligrafie (schoonschrijven), origami (papier vouwen), ikebana (bloemschikkunst) en theeceremonies.
Zij hebben alle één ding gemeen: ze vereisen opperste aandacht. Bonsai (sai = plant en bon = pot) is een combinatie van kunst en natuur. De bonsai-kweker streeft naar evenwicht en perfectie, maar tegelijkertijd is zijn product nooit ‘af’.
Een boom is immers een levend wezen dat constant blijft groeien en dus voortdurend bijsturing vergt, van kwetsbaar takje tot de stam aan toe. Zelfs metershoge woudreuzen zijn op deze manier centimeter voor centimeter teruggebracht tot de prachtigste miniaturen. Daarvoor is wel gedegen basiskennis nodig, niet alleen over de vereiste snoeitechnieken maar ook over de speciaal samen te stellen grondmengsels voor elk apart type boom, en over hoe je met behulp van spandraden zo’n boompje het beste kan stileren. Geduld is onmisbaar om een hoge graad van perfectie te bereiken - het eerste resultaat is doorgaans pas na drie jaar waarneembaar. Joop Zegerius is inmiddels verhuisd naar een andere tuin binnen de Federatie. Nog even geduld dus, voordat de nieuwe resultaten ook daar zichtbaar zijn!
13
FOTO VAN DE MIDDENSINGEL GEMAAKT OP 11 OKTOBER 2015 M E T D AN K AAN FOTOGRA F E M A N JA GE L D E R S
IN MEMORIAM
HENK OUËNDAG 28 JANUARI 1931 – 17 AUGUSTUS 2015
Op 17 augustus jongstleden is het Federatielid Henk Ouëndag overleden. De heer Ouëndag heeft lange tijd met zijn vrouw een huisje op De Federatie gehad. Hij zette zich jarenlang in voor de tuincommissie, ook toen hij daar gezien zijn leeftijd allang niet meer toe verplicht was. Vrijwel iedereen kent hem wel als de man waar je je moest melden voor je aan het algemeen werk begon. Hij werd door iedereen ervaren als een heel aardige man. Henk Ouëndag is 84 jaar oud geworden.
OPROEP
GROND GESTOLEN
GLASVERZEKERING Half oktober 2015 hebben wij van de Glasverzekeraar (Reaal) een voorstel gekregen voor het verzekeren van het glas van De Federatie. Het voorstel luidt als volgt: Verenigingsgebouw (kantine): € 105,210 huisjes à 14,50 per huisje Genoemde premies zijn excl. (21%) assurantiebelasting. Het voorstel is vrijwel gelijk aan hetgeen jullie nu betalen. Belangrijk verschil is dat het niet mogelijk is huisjes “uit te sluiten”. Alle 210 huisjes worden derhalve verzekerd waardoor het geheel vanzelfsprekend iets hoger uitkomt dan dat wat jullie momenteel betalen. Voordeel is natuurlijk wel dat het administratief voor jullie als vereniging eenvoudiger wordt: elk huisje is meeverzekerd en kan dus voor 14,50 excl. assurantiebelasting worden doorbelast. Het lijkt ons een alleszins reëel en goed voorstel. Annemiek de Winter (penningmeester) 14
De tuincommissie was van plan aan het einde van de singel ook een bloemenperk te maken. Zij had daartoe begin oktober, terwijl het hek al op slot was, een berg aarde gestort op die plek. Helaas het is niet te geloven; binnen enkele dagen was de helft van de aarde verdwenen. Een vriendelijk verzoek om het terug te brengen heeft geen resultaat gehad. Dus bij deze nogmaals een oproep om de aarde terug te brengen!!! DE TUINCOMMISSIE
BURENGERUCHT! IN TUIN 42 EN 43
Toen Joop en Mia de Ruijter eind 2001 tuinhuisje 43 kochten, stond alles mooi in de verf. Ze waanden zich ware bofkonten. Maar het jaar daarop zakten ze dwars door de vloer. Gealarmeerd door alle paniek kwamen de overburen poolshoogte nemen. “En zo”, verklaart Joma Leber (tuin 42), “is onze vriendschap begonnen”. “Al hebben we daar nu wel spijt van”, vult haar gade Marcel droogjes aan. Verschrikt kijk ik rond, maar iedereen barst in lachen uit. Soms moet een mens even wennen aan een bepaalde stijl van communiceren... Maar als je je dit soort grappen en grollen kunt permitteren, zit het met de vriendschap wel snor! Én gedeelde smart is natuurlijk halve smart. Zelf kwamen Joma en Marcel Leber bij hun aankoop in 1994 ook voor verrassingen te staan. Marcel: “De dakspanten bleken te zijn opgetrokken uit oude deurdelen. De handvatten zaten er zelfs nog in! En omdat alles te kort was, hadden ze dat met ander hout ‘aangelengd’. Een inventieve bouwstijl kortom. Alles was gerecycled; ze hadden letterlijk van een mug een olifant gemaakt, hahaha! Maar ach, voor de rest was het niet verkeerd. Zeker niet vergeleken met het huis van Joop en Mia. Daar kon je de houten planken letterlijk uitknijpen.” Joop: “Door een lekkage in de douche was alles gaan rotten; er zat namelijk geen ventilatieruimte tussen de betonbak en de vloer.” “Klopt”, bevestigt Mia, “maar ‘dankzij’ de verflagen had niemand dat bij de aankoop gezien!” TAXATIE-TECHNIEK Beide echtparen zijn van mening, dat de bouwcommissies van destijds onvoldoende verstand van zaken hebben gehad. “Eigenlijk zou je bij een taxatie de vloer altijd een stukje moeten openbreken om de staat écht te kunnen beoordelen”, meent Marcel. Ze drinken regelmatig koffie samen, de Lebertjes en de De Ruijters. Al is het minder vaak dan voorheen. Joop (bijna 80) lijdt aan longemfyseem, waardoor hij te weinig zuurstof binnenkrijgt en het altijd koud heeft. “Wij komen dus alleen nog op écht warme dagen”, zegt Mia. “Ook verder kan Joop inmiddels niet veel meer. Als Marcel van Rossum (zie interview vorige nummer – red.) ons niet een handje zou helpen, hadden we de tuin allang weg moeten doen. Dat overwegen we trouwens wel.” “Neee!” roept Joma hartstochtelijk uit, “jullie moeten nog minstens tien jaar blijven!” Zelf is Joma er ook niet altijd, want ze heeft twee banen: één bij TNT Post en één bij busbedrijf Connexxion, waar ze schoolkinderen vervoert. “Om zeven uur ’s morgens rijden we al.” ’s Winters keert zij terug naar huis, maar Marcel blijft op de tuin wonen. “Om bij te komen van de zomer”. Samen met zoon Michel (tuin 120) loopt hij van oktober tot
april elke dag een rondje om eventueel onraad direct te signaleren. In dat verband heeft hij nog een nuttige tip: “zet je dure spullen uit zicht, maar laat de gordijnen open. Als er dan iets vreemds gebeurt, hebben wij het sneller door.” -Wat betekent deze burenvriendschap voor jullie? Joma: “Gezellig samen koffie drinken, en soms bij elkaar eten.” “Joop eet namelijk toch niks”, meldt Marcel. “We laten hem gewoon de restjes spareribs afkluiven. En we bieden hem het kontje van het stokbrood aan – dan geeft-ie het vanzelf weer terug!” “Maar koekjes lust Joop nog wel,” relativeert Mia. “Tja”, riposteert Marcel, “het blijft natuurlijk een oude snoeper!” CONIFEREN-FILOSOFIE De coniferen-heg van Marcel en Joma heeft een opvallende vorm: hij is gesnoeid als een soort ‘kasteelmuur’, met hoge en lage kantélen. Zit daar een bepaalde filosofie achter? Marcel: “Dat komt zo: ooit heeft iemand Joop en Mia ‘geholpen’ met het snoeien van hun heg, en wel zó rigoureus dat er geen takje meer over was. Dus je begrijpt, toen moest ik zelf wel een heg nemen! Heb ik meteen ook geen last meer van opdringerige mensen: wie te dichtbij komt, krijgt vanaf mijn kasteelmuur direct een klap met de kettingzaag!” Hij grinnikt. Ooit heeft hij, na een dagje ‘enge films kijken’ met een heel stel buren, de kinderen de stuipen op het lijf gejaagd door na afloop zijn elektrische heggenschaar ineens te laten gieren. “Volgens mij zijn die kids nog steeds getraumatiseerd.” Om hun trauma’s nog eens flink op te poken steekt Marcel even later, bij het poseren voor de foto’s, zijn kop met een héle enge blik tussen de coniferen door. Joma, Joop en Mia blijven gelukkig lachen. Want zij weten: grote mond, klein hartje. “Vorig seizoen heeft hij bij ons nog de hele schoeiing rechtgetrokken”, onthult buurvrouw Mia vol waardering.
VERVOLG OP ACHTERZIJDE 15
VERVOLG VAN PAGINA 15 ‘BURENGERUCHT’
BESCHERMDE DIERSOORT -Laatste vraag: wat vinden jullie van de dreigende overheidsplannen? “Dat gaat ze niet lukken!” roept Joma met kracht. “We halen hier gewoon een beschermde diersoort binnen. Gaan we vleermuizen kweken of zo. Dan mogen ze het gebied niet aantasten!” “De mazzel is,” vult Marcel aan, “dat Ouderkerk inmiddels failliet is. Daar hebben ze dus sowieso geen geld om dit gebied te bebouwen. En met drie gemeentes aan ambtenaren -Duivendrecht en Amsterdam erbij- blijft het lekker ingewikkeld.” “Ze moeten gewoon met hun tengels van het groen
afblijven,” bromt Joma uit de grond van haar hart. “Niet iedereen heeft een huis met een tuin! Zelf wonen wij in de Van Hillegaertstraat, vlakbij de Ferdinand Bol. Een drukke doorgangsweg zonder drempels, waar ook de brandweer en de politie vaak langs komen scheuren. Veel te gevaarlijk om je kind daar te laten spelen. Deze tuin was dus echt een uitkomst. Maar tegenwoordig draait alles alleen nog om geld”. “Precies!” zegt Marcel, nu eindelijk serieus, “maar dit gebied zal ze nooit opleveren wat het ‘op kan leveren’.” “Nou Marcel”, concludeert Joop monter, “houd je kettingzaag dan maar bij de hand!”
Emma Veenstra