Verenigings Arbitrage Plan Rijswijksche Hockey Club
Versie 1.1 Auteurs:
Juni 2011 Hans Wiegman (voorzitter wedstrijdcommissie) Pim Koersen (commissielid arbitrage) Guido van der Sluijs (secretaris)
Inhoudsopgave 1
Inleiding
2 2.1 2.2
Organisatie scheidsrechterscultuur Imago Een nieuwe structuur
3 3.1.1 3.1.2 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Cursussen Senioren Jeugd Randvoorwaarden Inhoud Toetsing Begeleiding Beoordeling
4 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.3 4.4
Aanwijsbeleid Algemeen Spelregels scheidsrechterlijke aanwijzingen Fluit- en spelniveau Arbitragereglement Kaartnummers Inventarisatie Sancties
./.
Arbitragereglement
RHC Arbitrageplan
Pagina 2
1
Inleiding
Waar in dit stuk mannelijke vormen worden gebruikt, worden uiteraard ook de vrouwelijke bedoeld. De termen scheidsrechterscommissie en arbitragecommissie worden door elkaar gebruikt maar zijn identiek.
Voorop staat dat geen (hockey)wedstrijd plaats kan vinden zonder arbiters. Daar staat tegenover dat er in Nederland een enorm gebrek is aan scheidsrechters. Ter illustratie: in september 2003 waren slechts 513 bondsscheidsrechters (BS) in het hockey actief, daar waar in het KNHB Beleidsplan Arbitrage 2001-2006 een totaal van 1.250 is voorzien. De clubs kunnen zich niet langer distantiëren van deze problematiek en dragen zelf een grote mate van verantwoordelijkheid om kwantitatief en kwalitatief goede arbitrage te garanderen, zowel tegenover hun leden als tegenover bezoekende verenigingen. De KNHB heeft, met ingang van het seizoen 2004-2005, elke club de verplichting opgelegd om 1 clubgebonden bondsscheidsrechter per 75 actief spelende seniorleden te leveren ten behoeve van de nationale en/of districtscompetitie. Voor het seizoen 2011-2012 zal dit voor RHC 1 (clubgebonden) bondsscheidsrechter op 30 seniorleden zijn. Voor RHC betekent dat op termijn bij de circa 200 spelende seniorleden een totaal van 6 clubgebonden bondsscheidsrechters. De clubgebonden bondsscheidsrechters mogen overigens ook op hun eigen club wedstrijden begeleiden die door de Districtsarbitragecommissie worden aangewezen. Daarnaast is de invoering per 1 september 2005 van het zogenaamde Hockeybewijs, waarvan de "scheidsrechterlijke aantekening" een voorwaarde is om te mogen (blijven) hockeyen. Dit dwingt verenigingen een goed opleidingstraject te verzorgen. Tevens staat in het Bondsreglement van de KNHB (Deel E, 1.5 lid 1) dat àlle wedstrijden tot en met de D-jeugd door ‘bevoegde’ scheidsrechters moeten worden begeleid, op straffe van een boete van ten hoogste € 225 per overtreding (Deel E, 1.5 lid 2). M.a.w. ten hoogste € 450 per wedstrijd als twee onbevoegde scheidsrechters een wedstrijd leiden. Op dit moment acteert een zestal bondsscheidsrechters officieel namens RHC. Het aantal houders van de zogenaamde Clubscheidsrechterskaart bij actief spelende leden bedraagt per ultimo december 2011 circa 280 clubscheidsrechters op zo'n 680 actief spelende leden. Per seizoen heeft RHC circa 360 wedstrijden in competitieverband af te wikkelen, waarvan slechts een zeer klein gedeelte door bondsscheidsrechters wordt begeleid. Clubscheidsrechters moeten dus de circa 720 fluitbeurten vervullen. Per kaarthouder betekent dit ongeveer drie fluitbeurten per seizoen, terwijl als alle actief spelende leden hun kaart zouden hebben dit slechts één- of tweemaal het geval zou zijn. De belangrijkste uitgangspunten van de arbitragecommissie zijn het verhogen van de kwaliteit en het verbeteren van de kwantiteit van bevoegde arbiters. Dit betekent niet alleen een theoretisch goed geschoolde arbiter maar tevens een praktijkscheidsrechter die zijn sporen heeft verdiend door de nodige ervaring op te doen door veel en ‘moeilijke’ wedstrijden te fluiten. Daarom zijn de korte en lange termijn beleidsdoelstellingen van de arbitragecommissie: • kwalitatieve en kwantitatieve bewaking arbitrage; • kwalitatieve en kwantitatieve bewaking van het opleidingstraject, inclusief begeleiding; • alle actieve leden van 16 jaar en ouder in de gelegenheid stellen hun scheidsrechterskaart te behalen vóór 1 februari 2012; • het jaarlijks afleveren van minimaal 1 (clubgebonden) bondsscheidsrechter; RHC Arbitrageplan
Pagina 3
• het wederom enthousiasmeren van ex-bondsscheidsrechters om actief op hun club te gaan arbitreren; • het enthousiasmeren van oud (top)hockeyers om te gaan arbitreren. Om nu op korte termijn leden enthousiast te maken voor het deelnemen aan een scheidsrechtersopleiding moet er binnen RHC: • een klimaat worden gecreëerd waarin positief tegen arbitrage en het arbiter zijn wordt aangekeken; • een structuur worden ontwikkeld waardoor werving, opleiding en begeleiding van de clubscheidsrechters optimaal kan geschieden. Het blijkt dat elk weekend RHC nog moeite heeft om alle wedstrijden van bevoegde scheidsrechters te voorzien. Deels komt dit door een gebrek aan duidelijkheid bij de (spelende) leden met betrekking tot de “afgesproken” procedures (m.a.w. het aanwijsbeleid en de bijbehorende “spelregels”), deels door het ontbreken van adequate administratieve ondersteuning van de arbitragecommissie, maar grotendeels door de impopulariteit van het arbitreren zelf. Zijn al eenmaal scheidsrechters aangewezen, dan heerst er nog grote onzekerheid over het al dan niet verschijnen van de bewuste scheidsrechter. Lapmiddelen zoals het van tevoren bellen door coaches zijn weliswaar op de korte termijn haalbaar, maar lossen het probleem van “no shows” (het niet verschijnen) niet op. Daarom zal het probleem structureel moeten worden aangepakt. De arbitragecommissie zal dit, gesteund door het bestuur, doen. Verder wijst de SC graag naar de tot haar beschikking staande pagina's binnen de RHC-site, waar een veelheid aan informatie staat.
2
Organisatie scheidsrechterscultuur
2.1 Imago Verbeteren van het imago van de scheidsrechter via: • het clubblad: regelmatig een artikel schrijven over arbitrage, waarin aandacht besteed zal worden aan actuele informatie (bijvoorbeeld spelregelwijzigingen of spelregelbesprekingen); • publicatie van het Arbitrageplan met name met betrekking tot het opleidingsbeleid, aanwijsbeleid, arbitrage reglement, controle, sancties en bijsturing; • internetsite: als interactief communicatiemiddel leent het internet zich uitstekend om met de achterban te kunnen communiceren; bijvoorbeeld opstellingen, statistieken (aantal malen gefloten), het zijn slechts voorbeelden van wat allemaal mogelijk is; • posters/leaflets: er kunnen in het clubhuis gedurende het seizoen wisselende posters worden opgehangen en folders worden uitgedeeld die de aandacht op de scheidsrechter zal vestigen; verkleinde afdrukken daarvan kunnen met enige regelmaat in het clubblad worden gepubliceerd; • het verantwoordelijke bestuurslid dient er zich regelmatig van te vergewissen dat alle afgesproken activiteiten ook op schema liggen; hij treedt zonodig corrigerend op; • er kan gedacht worden aan een verkiezing van "Scheidsrechter van het Jaar" (“Gouden Fluit”) en “Meest veelbelovende Scheidsrechter” (“Zilveren Fluit”); • de rol van het bestuur mag niet onderschat worden, immers RHC moet streven naar kwalitatieve en kwantitatieve verbetering van de arbitrage. Hiervoor is de steun van het bestuur onontbeerlijk;
RHC Arbitrageplan
Pagina 4
2.2 Een nieuwe structuur Een "arbitragevriendelijke" structuur binnen een vereniging heeft de volgende kenmerken: • één bestuurslid (bij voorkeur een hockeyonafhankelijk bestuurslid zoals de voorzitter of secretaris) heeft de arbitragecommissie in zijn portefeuille en participeert als zodanig actief in de realisatie van de beleidsdoelstellingen van de arbitragecommissie; • er is een arbitragecommissie, bestaande uit tenminste drie personen. De arbitragecommissie vergadert regelmatig en bespreekt o.a. de voortgang van de verschillende activiteiten, neemt met de begeleiders de stagecursisten door, wijst scheidsrechters aan, etc. De taken binnen de arbitragecommissie zouden als volgt verdeeld kunnen zijn: - één commissielid belast met communicatie, interne/externe betrekkingen, opleiding - twee commissieleden houden zich bezig met aanwijzing en begeleiding • (veelbelovende, jonge) clubscheidsrechters de mogelijkheid bieden om veel en moeilijke wedstrijden te fluiten, zodat de immateriële beloning groot wordt.
3
Cursussen
Het werken met verplichte cursisten (spelers van 16 jaar en ouder, coaches, begeleiders, trainers) heeft voordelen (duidelijkheid, aantal, leeftijd, hockeyervaring, eenvoudige werving, data bijeenkomsten, programmering, informatie) maar ook nadelen (motivatie, effectiviteit op lange termijn). Daarnaast kan men zich natuurlijk ook vrijwillig voor de cursus opgeven (bijv. ouders). Aan alle leden zal duidelijk moeten worden gemaakt dat er een scheidsrechtersopleiding plaats vindt. Dit moet geschieden: • door publicaties in het clubblad en op het internet (de website van RHC); • door posters/folders in het clubhuis; • door de senioren en via de jeugdcoördinatoren de jeugd attent te maken op de (verplichte) cursussen; • door de aanvoerders en coaches actief te benaderen. Bij aanvaarding van het lidmaatschap van RHC heeft ieder lid zich gecommitteerd om de scheidsrechterscursus te volgen en wedstrijden te fluiten. Dit betekent dat de vereniging de verplichting op zich genomen heeft een opleiding te verzorgen. In overeenstemming met de KNHB Spelregellijn zal de arbitragecommissie cursussen organiseren voor alle doelgroepen binnen de vereniging volgens onderstaand model: Doelgroep Activiteit
Uitvoering
E-jeugd
Begeleiding van ouders/begeleiders/coaches d.m.v. kennismakingscursus RHC spelregels. “Spel- en gedragsregels voor Mini-Hockey”
D-jeugd
“Hockey diploma”
RHC/KNHB
C-jeugd
Introductiecursus clubscheidsrechter in spelsituatieve vorm. “Fluitend door de C-jeugd”
RHC
B-jeugd
CS-opleiding (clubscheidsrechter)
RHC/KNHB
A-jeugd
Bij- en nascholing d.m.v. wedstrijdsituatieve omstandigheden, gevolgd door eventueel de BIO-opleiding
RHC/KNHB
Senioren
Sturing d.m.v. publicaties in clubblad en briefings, alsmede bij- en nascholing
RHC
RHC Arbitrageplan
Pagina 5
3.1.1 Senioren Alle niet-actieve C-kaarten uitgereikt vóór 1994 en die niet verlengd zijn met een verloopdatum van ná 1994, zijn verlopen. Leden die sindsdien geen nieuwe C-kaart (tot seizoen 1998/1999) of geen CS-B of CS-A kaart (vanaf seizoen 1999/2000 tot seizoen 2002/2003) of geen CS-kaart (vanaf seizoen 2003/2004) hebben gehaald - of hun oude C-kaart hebben verlengd - bezitten dus officieel geen scheidsrechterskaart. Deze leden dienen alsnog hun CS-kaart te halen. De sinds 1994 uitgereikte kaarten en kaarten met een verloopdatum van ná 1994, zijn voor het leven geldig. Voor het seizoen 2011-2012 wordt ernaar gestreefd dat iedere actieve speler van 16 jaar en ouder zijn scheidsrechterskaart kan halen, zodat aan het einde van het seizoen 100% kaartbezit wordt bereikt. Daarom zullen er tijdens het seizoen 2011-2012 drie C-cursussen en één opfriscursus voor senioren worden aangeboden. Tevens zal de SC actief werven onder de huidige A- en B-groep scheidsrechters om zich op te geven voor de vernieuwde opleiding tot bondsscheidsrechter (BIO). 3.1.2 Jeugd Zo vroeg mogelijk moeten spelers en speelsters vertrouwd worden gemaakt met arbitrage. Voor elke categorie is in overeenstemming met de KNHB Spelregellijn een opleiding voorzien: • de E-jeugd en hun ouders: “Gedrags- en spelregels voor het Mini-hockey”; • de tweedejaars D-jeugd: “Het Hockeydiploma”; • de C-jeugd: “Fluitend door de C-jeugd”; • de A- en B-jeugd: de C-cursus. A- en B-jeugd: de CS-cursus Het uitgangspunt is dat aan het einde van het seizoen 2011-2012 de gehele A- en B-lijn in het bezit van een C-kaart moeten zijn. Voor het seizoen 2011-2012 en volgende seizoenen hoeft dan uitsluitend cursus te worden gegeven aan de eerstejaars B-jeugd en kan de SC zich veel intensiever bezighouden met de begeleiding van C-kaarthouders. C-jeugd: “Fluitend door de C-jeugd” Na het behalen van het “Hockeydiploma” in de D-jeugd (zie onder) zal de C-jeugd actief betrokken worden om te gaan fluiten. In eerste instantie gaat het daarbij om het fluiten tijdens trainingspartijtjes, maar ook zal de C-jeugd de Mini’s gaan begeleiden. Aan de hand van een praktisch boekje “Fluitend door de C-jeugd”, worden de spelers en speelsters ter voorbereiding op de C-cursus in de B-jeugd, wegwijs gemaakt in de spelregels. D-jeugd: “Het Hockeydiploma” De bedoeling van deze opleiding is om de D-jeugd na te laten denken over de normen en waarden die “sportief gedrag”, “gezondheid”, “gastvrijheid”, “clubliefde” en “blessurepreventie” met zich meebrengen. Als onderdeel van de training komen achtereenvolgens de techniek, de spelregels en sportief gedrag aan bod. Ook hier spelen de trainers en trainingscoördinatoren een belangrijke rol, omdat de opleiding tijdens de trainingen plaats vindt. Aan het einde van de opleiding krijgt iedereen het “Hockeydiploma”. E-jeugd: “Spel- en gedragsregels voor het Mini-Hockey” Een speelse eerste kennismaking met hockey en de spelregels voor zes- en achttallen teams. Aan het einde krijgt iedereen het “Mini-Hockey Bewijs”. 3.2 Randvoorwaarden Voordat de opleiding start is het belangrijk dat er duidelijke afspraken worden gemaakt tussen het bestuur, de arbitragecommissie, de kandidaat scheidsrechters, de begeleiders en de docent. Het verantwoordelijke bestuurslid zal hier een coördinerende en stimulerende rol in moeten spelen.
RHC Arbitrageplan
Pagina 6
Onderwerpen die hierbij aan de orde komen zijn: • budget: in het budget moeten gelden gereserveerd worden voor de opleiding; eventuele (gedeeltelijke) doorbelasting aan de leden is te overwegen; • theorieaccommodatie: het les geven in het clubhuis leert dat de concentratie minimaal is; aan te bevelen is om naar een schoolgebouw uit te wijken; er zal voldoende plaats moeten zijn voor het aantal cursisten; • praktijkaccommodatie: het hockeyveld moet beschikbaar zijn; • lesmateriaal: werkboeken, regelboekjes zaal- en veldhockey; • hulpmiddelen: flap-over, overheadprojector, video- of Dvd-speler, viltstiften, bord met hockeyveld, eventueel beamer; • ondersteuning: bestuurslid, speciale gast ; • begeleiding: reeds actieve club- en/of bondsscheidsrechters ter begeleiding van de cursist; • tijdstip en duur: wanneer en hoe lang; • examen: examinator, surveillanten, wanneer en waar af te nemen.
3.3 Inhoud In de cursus moeten theorie en praktijk geïntegreerd worden. De inhoud van de cursus moet ondersteund worden met video en/of instructiefilms, spelregelbesprekingen, FIH Rules, afwijkende KNHB regels of interpretaties, wedstrijdsituaties op het veld (laten) naspelen, etc.. De cursus wordt gegeven door een door de KNHB bevoegde docent. De cursusdata worden op de RHC site gepubliceerd. 3.4 Toetsing De kennis van de spelregels wordt getoetst met behulp van een 'multiple choice' examen, bestaande uit 30 vragen. De norm is dat wanneer 22 vragen goed zijn beantwoord, de kandidaat de status van aspirant clubscheidsrechter haalt. De uitslagen worden op de RHC-site gepubliceerd. Vervolgens zal de cursist meerdere stagewedstrijden moeten fluiten onder intensieve begeleiding van een club- of bondsscheidsrechter. Na de wedstrijden zullen de cursist en zijn begeleider het functioneren van de aspirant clubscheidsrechter kritisch bezien aan de hand van een begeleidingsformulier. Heeft de cursist aan alle criteria van de toetsing voldaan, dan is hij clubscheidsrechter (CS-kaart). Aan de cursist zal aan het einde van elk traject een evaluatieverslag worden overhandigd waarin om zijn mening over de opleiding en zijn stage wordt gevraagd. Aan het einde van elk seizoen kunnen alle CS-kaart scheidsrechters worden geconfronteerd met hun statistieken, beoordelingen, (vrijwillig) cursus- en thema-avondbezoek, etc.. Vervolgens kan de mogelijkheid worden geboden om de vernieuwde centraal door de KNHB verzorgde opleiding tot BS te volgen. De eerste cursussen zijn gestart in november 2007. Wil de scheidsrechter nog hoger fluiten dan zal aan zeer enkelen de mogelijkheid worden geboden om zijn FIH Badge te halen. 3.5 Begeleiding Na het succesvol afleggen van het theoretisch examen volgt een stage in de vorm van het fluiten van minimaal twee wedstrijden, oplopend in moeilijkheidsgraad, onder deskundige begeleiding van een ervaren club- of bondsscheidsrechter. Voor de begeleiding wordt door de SC gezorgd. De bedoeling van de begeleiding is de scheidsrechter te helpen de zwakke punten te verbeteren en de sterke punten verder te ontwikkelen. RHC Arbitrageplan
Pagina 7
De doelstellingen van deze stage zijn om de cursist: • inzicht te geven in de eigen sterke en zwakke punten; • de mogelijkheid te bieden om in moeilijke, complexe en spanningsvolle situaties te fluiten; • te laten ervaren dat het fluiten van wedstrijden leuk is; • positief te leren denken over de eigen fluitcapaciteiten; • begrip bij te brengen voor de positie van de scheidsrechter als hij zelf als speler acteert; • het halen van het praktisch examen. Na het behalen van het praktisch examen, zal er voor moeten worden gewaakt dat de net benoemde scheidsrechters niet afhaken. Om dat te kunnen realiseren is het van belang dat deze scheidsrechters geregeld worden begeleid door RHC’s ervaren (ex- bonds) scheidsrechters. De SC roept daarom leden op zich beschikbaar te stellen om de aspirant scheidsrechters te begeleiden. Het zal in het begin gaan om circa 100 maal begeleiden, wat onmogelijk alleen door de SC-leden kan worden verzorgd. Ook voor de geregelde begeleiding van de reeds in het bezit van de CS-kaart zijnde actief spelende leden doet de SC een beroep op vrijwilligers. De SC streeft naar een vaste groep van ongeveer tien begeleiders. Bij het begeleiden gaat het er om de scheidsrechter enthousiast te maken voor het arbitreren en hem als arbiter voor de toekomst te behouden. In de praktijk betekent dit dat de begeleider: • aandacht voor de scheidsrechter heeft; • de scheidsrechter op zijn gemak stelt; • wil en kan luisteren naar de ervaringen van de scheidsrechter; • problemen van de scheidsrechter hanteerbaar kan maken.
3.6 Beoordeling Daarmee is begeleiden iets volstrekt anders dan beoordelen. Bij beoordelen gaat het om het geven van een oordeel, een mening over het functioneren van een scheidsrechter. De bedoeling van het beoordelen is het meten van de vakbekwaamheid van de arbiter op een bepaald moment. Hier is bij begeleiding geen sprake van.
4
Aanwijsbeleid
4.1 Algemeen Planning is essentieel voor een goede aanwijzing, met als doelstelling: "De juiste scheidsrechter, op de juiste plaats, op de juiste tijd, op de juiste wedstrijd". Aangewezen scheidsrechters worden uiterlijk de woensdag voor de speeldag geïnformeerd. De voordelen zijn: • de aanwijzing geschiedt zorgvuldig; • door publicatie via internet en persoonlijk bericht per e-mail kan men zelf vroegtijdig van zijn fluitbeurt kennis nemen; • mocht men onverhoopt verhinderd zijn, dan heeft men voldoende tijd om de arbitragecommissie hiervan op de hoogte te stellen.
RHC Arbitrageplan
Pagina 8
4.2
Spelregels scheidsrechterlijke aanwijzingen
4.2.1 Fluit- en spelniveau Voor een scheidsrechter is erkenning en waardering, naast het zelf plezier in arbitrage hebben, de belangrijkste motiverende factor. Duidelijkheid waar hij staat met betrekking tot zijn arbitrale niveau kan dus motiverend werken. De scheidsrechters worden derhalve ingedeeld in een aantal “fluitniveaus”, zoals onderstaand is aangegeven: KNHB-groep
A-groep
(ex) bondservaren scheidsrechters kaarthouders met uitstekende regelkennis en overwicht Bron: VHS Club Arbitrage Plan
B-groep
C-groep
kaarthouders alle overige met goede kaarthouders regelkennis en ambitie
S-groep
R-groep
iedereen die de Spelbegeleiders cursus heeft gevolgd
kaarthouders, ongeacht niveau, die onregelmatig fluiten of die (tijdelijk) niet beschikbaar zijn
Elk team dient begeleid te worden door scheidsrechters die bij het niveau van het spel passen. Vaak geldt, hoe hoger het team speelt, des te beter dient de arbitrage te zijn. De SC zal ernaar streven om elke kaarthouder gedurende een seizoen tenminste tweemaal te begeleiden teneinde te kunnen evalueren of de betrokken arbiter op het juiste niveau arbitreert.
4.2.2 Arbitragereglement In samenspraak met het bestuur is er een arbitragereglement opgesteld: spelregels waaraan men zich dient te houden waar het arbitrage betreft. Voor de volledige tekst zie de paragraaf Arbitragereglement. Dit reglement is een integraal onderdeel van het onderliggende Arbitrageplan.
4.2.3 Kaartnummers Een lijst met alle bij de commissie bekende kaartnummers hangt op het publicatiebord in het clubhuis. Deze lijst wordt regelmatig vernieuwd. Ook zal deze te vinden zijn op de website. Leden zijn zelf verantwoordelijk voor het doorgeven van wijzigingen en/of aanvullingen. Komt een kaartnummer niet voor op deze lijst, dan moet de SC daarvan zo spoedig mogelijk op de hoogte worden gesteld.
4.3 Inventarisatie Aan het begin van elk seizoen wordt van ieder team met spelers van 16 jaar en ouder een lijst samengesteld van bij de SC bekende kaarthouders. Deze lijst wordt naar de aanvoerder (senioren) of coach (junioren) toegestuurd ter controle. Deze lijst dient zo spoedig mogelijk, al dan niet gecorrigeerd, te worden geretourneerd aan de SC. Tevens kan men aangeven welke voorkeuren men heeft m.b.t. arbitrage, zoals niveau, tijdstip, etc. Voor eventuele aanvullingen en/of wijzigingen zijn de aanvoerder cq. de coach verantwoordelijk.
4.4 Sancties In overleg met het bestuur zijn bij het niet naleven van de arbitrageverplichtingen sancties opgesteld. Deze zijn opgenomen in het Arbitragereglement (zie bijlage). RHC Arbitrageplan
Pagina 9
Arbitragereglement Inleiding De Scheidsrechterscommissie (SC) heeft het arbitrageplan opgesteld. Uitgangspunten van dit plan zijn "de kwalitatieve en kwantitatieve bewaking van de arbitrage op RHC, nu en in de toekomst" en "een transparante communicatie met de leden". Een belangrijk onderdeel van dit plan is het aanwijzingsbeleid. Teneinde alle leden vertrouwd te maken met het beleid zoals de SC dit voorstaat op dit gebied, volgt onderstaand een uiteenzetting van de achterliggende filosofie. Het spreekt voor zich dat al naar gelang de gewijzigde omstandigheden, het beleid tussentijds -in overleg met het bestuur en de leden- kan worden aangepast. Fluit- en spelniveau Elke C-kaarthouder zal ingedeeld worden naar een fluitniveau, in één van de volgende categorieën: BS: A-categorie: B-categorie: C-categorie: S-categorie: R-categorie:
bondsscheidsrechters en ex-bondsscheidsrechters ervaren C-scheidsrechters met uitstekende regelkennis en overwicht C-scheidsrechters met goede regelkennis en ambitie alle overige C-kaarthouders iedereen die de Spelbegeleiders Cursus heeft gevolgd betrokken niet-(spelende)-leden met een C-kaart
Evenzo zullen alle op RHC spelende teams worden ingedeeld al naar gelang het gewenste arbitrageniveau. In haar aanwijsbeleid streeft de SC ernaar om voor elke wedstrijd passende arbitrage aan te wijzen. De SC streeft ernaar om elke C-kaarthouder gedurende een seizoen tenminste tweemaal te begeleiden om gezamenlijk te kunnen evalueren of de arbiter op het juiste niveau arbitreert. Aanwijzing De aanwijzing van scheidsrechters is geen eenvoudige opgave en een tijdrovende bezigheid. De wekelijkse aanwijzing wordt in het clubblad gepubliceerd, welke overigens uiterlijk woensdag voorafgaand aan het speelweekend op de website is te vinden. Daarnaast worden de aangewezen scheidsrechters persoonlijk, per e-mail, op de hoogte gesteld. Bij de scheidsrechterlijke aanwijzingen worden de volgende algemene spelregels gehanteerd: • fluiten is een persoonlijke verantwoordelijkheid; • het bondsreglement schrijft voor dat alle senioren, veteranen en jeugdwedstrijden in de categorie A t/m D door "twee bevoegde scheidsrechters" (Bondsreglement 2002, art. E.1.5.) worden begeleid op straffe van "een boete van maximaal EUR 225,00" (Bondsreglement 2002, art. E.1.5.2.); teneinde de vereniging te vrijwaren van eventuele boetes, zal de SC uitsluitend bevoegde scheidsrechters aanwijzen; • geen enkele spelend lid is vrijgesteld van arbitrageverplichtingen; • de SC streeft ernaar om ouders en/of begeleiders -in het bezit van een C-kaart- niet het team van hun kinderen te laten fluiten; • voor het seizoen 2011-2012 wordt ernaar gestreefd dat elk spelend lid van 16 jaar en ouder in het bezit is van een scheidsrechterskaart; • ieder seniorenteam levert bij thuiswedstrijden minimaal twee bevoegde scheidsrechters voor wedstrijden op zondag; • ieder junioren A- en B-team levert minimaal twee bevoegde scheidsrechters (of scheidsrechters in opleiding) voor wedstrijden op zaterdag; RHC Arbitrageplan
Pagina 10
• • •
scheidsrechters in opleiding, ook seniorleden, worden gedurende of vlak na hun C-cursus minimaal twee keer begeleid door de SC tijdens jeugdwedstrijden op zaterdag; ieder junioren C-team levert bij thuiswedstrijden minimaal vier spelbegeleiders voor de Mini-wedstrijden op zaterdag; in geval van verhindering moet de arbitragecommissie hiervan tijdig (uiterlijk op de donderdag voorafgaand aan de wedstrijd) met opgave van reden op de hoogte worden gesteld. Afmelding kan uitsluitend per e-mail (
[email protected]).
Sancties Er zijn twee situaties (“overtredingen”) waarin door het bestuur sancties kunnen worden opgelegd. 1. Het niet volgen, zonder opgave van geldige reden (ter beoordeling aan het bestuur), van een verplichte spelregelcursus; 2. Het niet verschijnen, zonder opgave van geldige reden (ter beoordeling aan het bestuur), bij de als arbiter aangewezen wedstrijd. Ad 1. De betrokken cursist krijgt een door het bestuur vast te stellen sanctie opgelegd. Dit kan betekenen dat het betreffende lid voor de duur van één competitiewedstrijd wordt geschorst. Ad 2. Bij een “no show” (het niet komen opdagen) van een scheidsrechter zijn de volgende sancties van kracht: • Bij de eerste keer: Een persoonlijke waarschuwing*) en publiceren van de naam in het Rijswijk Relaas; • Bij de tweede "no show": Idem. eerste keer; daarnaast word je de eerstvolgende twee weken wederom opgesteld als scheidsrechter (Tevens wordt de coach van het betreffende team (waartoe de persoon behoort) op de hoogte gebracht, dit met het oog op een eventueel naderend derde 'vergrijp'.) • Bij een derde keer: Idem. tweede keer met tevens een schorsing voor de eerstvolgende competitiewedstrijd. De schorsing zal door het bestuur in het Rijswijk Relaas bij de 'Bestuursmededelingen' worden geplaatst. • Bij de vierde en volgende keer: De situatie wordt ter beoordeling voorgelegd aan het bestuur (cq. de strafcommissie). *)
T.a.v. het waarschuwen: Als het een jeugdlid betreft, dus jonger dan 18 jaar, dan kan tevens contact met de ouder(s)/verzorger(s) opgenomen worden om hen van de waarschuwing op de hoogte te brengen. In geval van een senioren- of meerderjarig lid wordt de overtreder in kwestie direct door de arbitragecommissie aangesproken.
Lijst scheidsrechterskaarten Op het mededelingenbord van de SC zal een lijst worden opgehangen met de categorie-indeling (BS, A, B, C, S en R) van alle bij de SC bekende scheidsrechterskaartnummers, hun naam en de telefoonnummers. Bovendien dienen de kaartnummers op de RHC site te vinden zijn. Deze lijst wordt regelmatig geactualiseerd. Invoering Dit arbitragereglement vormt een integraal onderdeel van het Arbitrageplan. Het wordt gepubliceerd op de website van RHC, zodat alle leden hier kennis van kunnen nemen. -/RHC Arbitrageplan
Pagina 11