De Verderkijker Jaargang 33, nummer 3
Aug. / Sept. 2014
vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker NMP
Colofon
De Verderkijker
De Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker (NMP) Doelstelling: a. Behoud en verbetering van landschappelijke en natuurlijke waarden en van het leefmilieu, in het bijzonder in en rondom Pijnacker; b. Het opwekken, vergroten c.q. stimuleren van de belangstelling voor en de kennis van natuur, landschap en milieu. NMP is opgericht in 1961. Lidmaatschap: Contributie € 7,-- per jaar (in 2015 € 8,-) Aanmelden via de website, email, postbus of telefoon. Opzegging schriftelijk vòòr het einde van het jaar per post of email. Ook verhuizingen graag melden via de postbus of per email. Voor adressen zie hieronder.
Adressen Postbus:
Viermaal per jaar (januari, april, augustus en november) verschijnend periodiek van NMP. Kopij graag inleveren vòòr de 1e van de maand van verschijning, dus 1 januari, 1 april, 1 augustus en 1 november. Oplage: 375 stuks. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen in te korten en te wijzigen, of plaatsing uit te stellen of te weigeren, zo veel mogelijk in overleg met de auteurs. Overname van artikelen uitsluitend toegestaan met bronvermelding. Copyright van foto’s blijft bij de fotograaf. Eindredactie: Marleen Lekkerkerk, e-mail:
[email protected] Druk: Editoo B.V., Arnhem
Foto voorpagina Postbus 26 2640 AA Pijnacker
Website:
www.nmpijnacker.nl
E-mail:
[email protected]
Bankrekeningnummer:
NL35 TRIO 0197 6662 99
Voorzitter:
Richard Smokers
Tuinhommel, snorzweefvlieg en bessenbandzweefvlieg op speerdistel, Annette Haket (zie Pijnacker Bespied)
[email protected] Secretaris:
(015) 364 04 53
Cees Kerkhof
[email protected]
Penningmeester:
(015) 369 82 18
Teake Stavenga
[email protected]
Bestuurslid:
(015) 369 29 12
Gerard de Hoog
[email protected]
Bestuurslid:
(015) 369 71 80
Bert van den Braak
[email protected]
Bestuurslid:
(015) 369 59 22
Cora Cox
[email protected]
(015) 256 34 48
Inhoud
2
Wat is er gaande
3
Excursie met de ecoloog
10
Vrijwilliger gezocht voor website
5
Slakkenporno
12
Landschapsonderhoud
6
Wie het kleine niet eert
12
De oeverzwaluwen in 2014
7
Pijnacker bespied
13
Hoe ziet een insect er uit?
8
Natuur- en Milieu Agenda
15
Resultaten cursus braakballen pluizen
10
Excursies NMP
16
Wat is er gaande In deze rubriek wordt u op de hoogte gehouden van onderwerpen waar de vereniging zich mee bezig houdt. Uitspraak Raad van State In juni 2013 werd het bestemmingsplan N470 goedgekeurd door de gemeente met daarin opgenomen een extra rotonde in het verlengde van de nog door te trekken Komkommerweg in Pijnacker. Wij hadden samen met de KNNV afdeling Delfland bezwaar gemaakt tegen dit plan, omdat de beoogde rotonde ten koste gaat van percelen die gereserveerd zijn ter compensatie van het veenweidegebied dat verloren is gegaan als gevolg van de aanleg van de N470. Wij vinden dat de gemeente rekening had moeten houden met hetgeen is afgesproken tussen de provincie en NMP over een grondruil. Wegens moeilijkheden bij het beschikbaar krijgen van eerder aangewezen compensatiegronden in de Bergboezem van Oude Leede, hebben we op verzoek van de provincie nieuwe afspraken gemaakt waarbij een aantal percelen direct grenzend aan de N470 zijn aangewezen. En daar wordt dan net een rotonde gepland. De gemeente wilde echter geen rekening houden met het feit dat hier compensatiegrond ligt en wil doorgaan met de plannen in ruil voor 7500,- euro aan compensatiegeld en maatregelen om hinder door licht van verkeer en lichtmasten te verminderen. Dat vonden we niet voldoende en daarom stelden we beroep in bij de Raad van State. De Raad van State deed op 14 mei helaas een uitspraak in ons nadeel. Zij vindt dat ten tijde van het maken van de afspraken over de grondruil met de provincie, het voornemen om de Komkommerweg op deze plek aan te sluiten op de N470 al bekend was en dat de gemeente daarom niet is gebonden aan de afspraken tussen provincie en NMP en daar evenmin rekening mee heeft kunnen houden, omdat ze niet op de hoogte was van de afspraken. We hebben ook betoogd dat de door de gemeente geboden financiële compensatie onvoldoende is omdat er geen rekening is gehouden met de verkeersbewegingen van met name vrachtwagens, die door de beoogde rotonde lichtverstoring in de Zuidpolder van Delfgauw zullen veroorzaken. Deze lichtverstoring beslaat een veel groter gebied dan de fysieke ruimte die de rotonde inneemt van 0,15 hectare. De Raad van State oordeelt echter dat de financiële compensatie afdoende is omdat de gemeente belooft lichtverstoring tegen te gaan door een aarden wal langs de N470. Tot slot hebben we aangegeven dat men van plan is bij het in gebruik nemen van de rotonde Komkommerweg, de rotonde die nu wordt gebruikt ter ontsluiting van het lint Oude Leede af te sluiten, om aan de eisen van doorstroming te voldoen. De zuidelijk gelegen parallelweg van de N470 zal vervolgens opgewaardeerd moeten worden om het lint Oude Leede te ontsluiten, hetgeen volgens
ons leidt tot extra hinder en fysieke aantasting van de Zuidpolder. De Raad van State stelt dat het plan niet voorziet in de door ons gevreesde opwaardering van de parallelweg en daarom buiten beschouwing moet worden gelaten. Al met al een teleurstellende uitspraak. De rotonde zal er komen en weer zal er een stukje open poldergebied verdwijnen onder het asfalt. We zullen samen met de KNNV er op moeten letten dat de gemeente er daadwerkelijk voor zorgt dat lichthinder wordt beperkt. Verder vinden we dat de geldelijke compensatie moet worden toegevoegd aan het project, zodat er nog wat extra groen kan worden gerealiseerd in de vorm van bomen of struweel rondom de rotonde. Op die manier valt de rotonde wat weg in het landschap en kan de lichthinder nog worden beperkt. Nico van der Helm
Er gaat weer een stukje van de open Zuidpolder af (foto: Nico van der Helm) Inspraak op bestemmingsplanwijzigingen Polder van Biesland Recent heeft de gemeente een zogenaamd voorontwerpbestemmingsplan Verzamelplan Pijnacker-Nootdorp 2014 vrijgegeven voor inspraak. Dit plan omvat een hele reeks, relatief kleine aanpassingen aan bestemmingsplannen op verschillende locaties. Tegen twee daarvan, beide in de Polder van Biesland, heeft NMP bezwaar aangetekend. De eerste betreft uitbreiding van de boerderij van Jan Duijndam met een zogenaamde koeientuin. Deze 125 m lange stal is een moderne variant op de potstal waarin de koeien op stro staan in plaats van op betonnen roosters. Dat is beter voor de diergezondheid, en de vaste mest die het oplevert, kan helpen om het weidegebied aantrekkelijker te maken voor weidevogels. Tegen de koeientuin zelf hebben we dus geen bezwaar. Maar wel tegen de voorgestelde locatie aan de zuidkant van de boerderij, en dus vol in het zicht, gezien vanaf het Virulypad. Onze voorkeur gaat uit naar een locatie ten noorden van de boerderij. Een probleem met deze optie is dat de grond niet in bezit is van Jan Duijndam, maar van de Dienst
3
Landelijk Gebied (DLG). Doordat de grond eerder onteigend is ten behoeve van de aanleg van bos, mag deze niet terug worden verkocht aan een agrariër. NMP ziet hier echter een mogelijkheid om voor alle partijen een win-win situatie te creëren. Naar onze mening is de aanleg van nog meer bos in dit gebied een achterhaald idee. Bovendien wil de landelijke overheid besparen op de kosten van natuur. Door de grond te verkopen of te verhuren ten behoeve van de bouw van de koeientuin (en eventueel gebruik van het resterende deel als weide) worden zowel de kosten van aanleg van het bos als de toekomstige beheerskosten uitgespaard. Inmiddels hebben we hierover een prettig gesprek gehad met Jan Duijndam. Hij heeft ook een voorkeur voor onze variant. Samen proberen we nu met de gemeente en de provincie in gesprek te komen om te zien of deze variant toch mogelijk gemaakt kan worden. Verder hebben we ook bezwaar gemaakt tegen de aanvraag voor uitbreiding van de manege aan de Bieslandseweg 2 in Delfgauw. De gemeente geeft in het verzamelplan al aan dat daarvoor ook verbreding van de wegen in het gebied nodig is. We hebben begrepen dat deze aanvraag alleen bedoeld is om de waarde voor verkoop te verhogen. Een volgende eigenaar is in dat geval wel verplicht om van de mogelijkheid tot uitbreiding gebruikt te maken om de investering te laten renderen. Maar grootschaliger exploitatie van de manege leidt naar onze mening tot zoveel extra autoverkeer en andere verstoringen dat de recreatieve en natuurwaarden van het gebied ernstig worden aangetast. Richard Smokers Cursus Natuur Dichtbij Vanwege grote belangstelling vorig jaar hebben we de Cursus Natuur Dichtbij opnieuw in Pijnacker, Het Baken, gehouden. Dit jaar hadden we 15 cursisten, minder dan vorig jaar maar wederom een gezellige en gemotiveerde groep mensen. Kees Mostert beet het spits af met een avond over vleermuizen en muizen. Deze zoogdieren zijn in het wild moeilijk te zien. Kees had een grote hoeveelheid braakballen meegenomen waarin resten van muizen zitten (zie ook elders in deze Verderkijker). Kleine schedeltjes, tandjes en botjes kwamen na voorzichtig pluizen tevoorschijn. Aan de hand van een zoekkaart ‘muizenschedelresten in uilenbraakballen’ en de hulp van Kees kon je kijken welke muizensoort de uil had opgegeten. Eerst had Kees wel uitgelegd wat de verschillen zijn tussen spitsmuizen, woelmuizen en ware muizen. Vooral de kaak en tandjes zijn verschillend. Na afloop van de avond zijn we met een batdetector naar buiten gegaan. Ver hoefden we niet te lopen, want we vingen vrijwel direct het geluid van een gewone dwergvleermuis op. Een soort die veel in onze gemeente voorkomt. Caroline Elfferich nam een avond over planten en insecten voor haar rekening. Een hele uitdaging, want het aantal
4
planten in Nederland bestaat al uit meer dan 1400 soorten en het aantal soorten insecten ligt op bijna 18.000. Gelukkig weet Caroline hier goed mee om te gaan en een aantal veel voorkomende en/of interessante soorten van elke familiegroep te belichten. Zie ook haar verhaal over de insectenavond in deze Verderkijker en onze tekenvaardigheden op dit gebied. Arthur Hilgersom van het IVN hield een avond over relaties in de natuur. Ook een onderwerp waar je avonden mee zou kunnen vullen. Arthur had compost meegenomen met bodemdiertjes die onmisbaar zijn voor de vertering van plantenresten. We zijn hard op zoek gegaan naar springstaarten. Dit is een groep van erg kleine insecten die een onmisbare schakel vormt in de kringloop van het leven. Na veel gezoek en geschep konden we er uiteindelijk eentje onder de microscoop leggen. Een onooglijk diertje, maar o zo belangrijk. Ten slotte zijn we twee keer op excursie geweest, waarbij we naar insecten en naar planten hebben gekeken. Voor insecten hoefden we niet ver te lopen. Naast het Baken stond Raapzaad te bloeien, dat een enorme hoeveelheid bijen en zweefvliegen aantrok.
Op zoek naar insecten tijdens de excursie (foto: Cora Cox) Vooral de zweefvliegen trokken de aandacht. Dit zijn insecten die erg veel op wespen of bijen lijken en gemakkelijk te observeren zijn. Voor de planten hebben we het Krekengebied bezocht. We hebben niet zo heel veel bloeiende planten gezien, maar wel het prachtige, roodpaars bloeiende Rietgras en paarsbloeiend Moerasandoorn. Caroline en ik gaan dit najaar weer ‘broeden’ op een nieuwe cursus. We hopen weer een groep cursisten in het voorjaar te ontmoeten. Cora Cox
ladder met een fantastisch uitzicht over de polder en het Krekengebied, we horen het geluid van het zingen van vogels en het kwaken van kikkers en zien lepelaars die in een glijvlucht omlaag zeilen om in de polder een lekker hapje te zoeken. Cees Kerkhof
De gewone pendelzweefvlieg komt algemeen voor in Nederland. Hij lijkt op een wesp maar mist de kenmerkende wespentaille en de antennes op de kop (foto: Cora Cox) Verven gemaaltje In de Verderkijker van april 2014 stond een oproep voor het verven van het gemaaltje bij het Krekengebied in de Noordpolder van Delfgauw. Dit is een voormalig poldergemaal uit 1925 aan de rand van het Bieslandse Bos dat nu buiten gebruik is gesteld. Het wordt nu beheerd door onze vereniging, die het gebouwtje en de directe omgeving heeft ingericht als verblijfplaats voor o.a. vleermuizen. Op de plek van het gemaal werd in 1874 windmolen ‘t Wipje gebouwd. Hieraan herinnert de hardstenen gedenksteen die nu is ingemetseld in de zijmuur van het gemaal. De molen diende tot de droogmaking van een gedeelte van de Noordpolder van Delfgauw. De molen brandde in 1925 af, waarna het waterschap Delfland in 1926 op de fundamenten een gemaal liet bouwen. Twee personen meldden zich aan om de verfklus te klaren: Teake Stavenga en Cees Kerkhof. Na 6 dagen van afkrabben, schoonmaken, schuren, weer schoonmaken en tenslotte verven staat het gemaal er weer keurig bij. In totaal is er vier liter verf en tien liter latex verwerkt. Het is werkelijk een unieke klus: we staan hoog op de
Het gemaaltje heeft een verfbeurt gehad
Wist u dat: we enkele drijvende broedeilandjes voor visdiefjes hebben laten neerleggen in de compensatiegebieden naast de N470? Deze eind april van dit jaar zijn neergelegd? Er deze zomer al minstens 6 paar visdiefjes op hebben gebroed? De feestelijke onthulling van het vogelherkenbord op de kijktoren bij de compensatiegebieden uitgesteld is tot minimaal september, omdat de Groenservice ZuidHolland eerst alle gebiedsdelen overgedragen wil hebben? De werkzaamheden in de Bergboezem bij Oude Leede goed ecologisch zijn begeleid en er ondanks de verstoring veel weidevogels hun jongen hebben grootgebracht? Dit was een kort overzicht van zaken waar we ons mee Vrijwilliger(s) gezocht voor bezig houden, maar er gebeurt nog veel meer en we kunnen uw hulp goed gebruiken. Mail of belNMP ons. Zie voor modernisering website gegevens de eerste pagina van deze Verderkijker. Oplettende lezers van ons jaarverslag weten misschien dat ik al een jaar of drie (als het al niet langer is) het plan heb om de website van NMP te moderniseren. Maar ik ben er tot nu toe nog steeds niet aan toegekomen. En als dat een paar jaar lang het geval is, moet je op enig moment besluiten dat het structureel niet gaat lukken. Bij deze daarom een oproep voor één of meer vrijwilligers die voldoende kennis, tijd en zin hebben om de website van NMP onder handen te nemen. De huidige website bestaat inmiddels al zo’n 10 jaar. Hij functioneert nog goed, maar is wat beperkt in de mogelijkheden. We willen graag met onze tijd meegaan en de website flexibeler maken om makkelijker nieuws, artikelen en foto’s toe te kunnen voegen en om vanuit de website nieuwsbrieven te genereren en te linken met social media. Ook willen we waarneming.nl er aan koppelen voor het invoeren en bekijken van natuurwaarnemingen in de omgeving. Het idee is om de nieuwe website in Joomla of Wordpress te programmeren. Dat zijn beide moderne web-based content management systemen. Websites van bevriende verenigingen zijn er ook in gemaakt en bieden de mogelijkheden waar NMP ook naar op zoek is. Dus als je vertrouwd bent met een van deze systemen, en zin en tijd hebt om deze klus voor NMP op te pakken, dan horen we graag van je. Aanmelden kan op
[email protected] of door mij te bellen op 015-3640453. Richard Smokers
5
Landschapsonderhoud In deze rubriek wordt een kort overzicht gegeven van de werkzaamheden van de vrijwilligers, zoals die het hele jaar op zaterdagmiddag plaatsvinden. De werkzaamheden vinden plaats in overleg en samenwerking met Natuurmonumenten. Allereerst een correctie naar aanleiding van de vorige 'Landschapsonderhoud': In de vorige Verderkijker werd ten onrechte de suggestie gewekt dat het aan de gemeente te wijten was dat de versnipperaar, die we in januari gehuurd hadden ten behoeve van het werk bij boer Rodenburg aan de Zuideindseweg, slecht werkte. Maar die kon uiteraard niet weten dat er soms minder goed werkende machines worden verhuurd. De gemeente financierde slechts. Dan het verslag van deze keer. Het broedseizoen, waarin er niet in het bosgebied rond de plassen in Ackerdijk kan worden gewerkt, werd gebruikt om een kraal (bij een boerderij nabij de Zweth) af te breken. De kraal – een houten omheining – waar voorheen de Konikpaarden en Gallowaykoeien soms bijeengebracht werden, zal op een nieuwe plek worden opgebouwd. De planken zijn losgehaald en daarvan werden de slechte delen afgezaagd, zodat ze weer bruikbaar zijn. Eveneens werden circa twintig palen uit de grond gehaald. De 29 planken zijn daarna in de groene beits gezet. Bij diezelfde boerderij langs de Zwethkade werden de fruitbomen gesnoeid. Op een eilandje tegenover de boomgaard bij de Ackerdijkse boerderij zijn bomen gezaagd, waardoor er een wat opener beeld is ontstaan. Het hout van de bomen is geschikt voor de open haard. Verder zorgde een schaarse zomerstorm voor een omgewaaide eik. Door die gevallen boom weg te zagen, viel de wortelkluit weer terug, zodat enkele in de verdrukking geraakte essen weer overeind kwamen. Gedurende alle weken van het voorjaar werd het vossenraster nagelopen om te zien of er niet te veel stroom ‘weglekte’. Langs het raster werd ook geregeld gemaaid of met de hand gras verwijderd. En het kwam ook wel voor dat er koeien dwars door het raster waren gegaan, waarna dat hersteld moest worden. Door het plaatsen van enkele hekken kon later worden voorkomen dat de koeien op ongewenste plekken kwamen. Na de broedtijd is het raster weer weggehaald en teruggebracht voor opslag naar de schuur. Het losmaken van het raster kostte het nodige trek- en sjorwerk, want ondanks al het onderhoud komt het raster op veel plaatsen toch wel behoorlijk vast te zitten. Maaiwerkzaamheden waren er na het broedseizoen op de excursiepaden en van tijd tot tijd zijn de paden nagelopen op overhangende takken, bramen, brandnetels etc. Bij de kijkhutten en schermen is de begroeiing weggeknipt. Met het groeizame weer van deze zomer groeit dat uiteraard hard.
6
Werkzaamheden vonden verder geregeld plaats op het erf van de boerderij. Het ging dan om het weghalen van gras uit de grindbakken rond de gebouwen en om het verwijderen van onkruid en gras onder de lage struikjes die als afscheiding van de boomgaard dienen. Aan de fruitbomen is geregeld onderhoud gedaan, vooral het afzagen van ongewenste uitlopers. Door rond de bomen gras en bodembedekkers te verwijderen, krijgen de fruitbomen weer wat meer ‘lucht’. Deze zomer gold bovengemiddeld vaak dat de werkzaamheden op wat vochtig-warme dagen plaatsvonden, wat niet altijd prettig is bij lichamelijke inspanningen. De afgelopen maanden liep het soms niet helemaal zoals we wilden, doordat apparaten niet altijd werkten of vervoermiddelen ontbraken. Hopelijk gaat dat de komende tijd weer wat beter. Als nieuwe klus is aan het verwijderen van boompjes uit het moeras begonnen. De werkzaamheden beginnen elke zaterdag omstreeks 13.00 uur en we werken door tot omstreeks 16.30 uur. Het is uiteraard geen verplichting om er iedere week te zijn. Het wordt bovendien altijd zo georganiseerd, dat er voor iedereen iets te doen valt en binnen ieders (fysieke) mogelijkheden. Aanmelden of informatie bij Gerard de Hoog (015) 369 7180 of per mail gerarddehoog@skpnet. nl Bert van den Braak
Het afbreken van de kraal (foto: Ineke Muiser)
De oeverzwaluwen in 2014 Wij wonen sinds 8 jaar aan het brede water in de Loete in de wijk Rietlanden in Pijnacker, met uitzicht op de oeverzwaluwwand die daar bij de bouw van de wijk is gerealiseerd. Destijds hadden de oeverzwaluwen hun intrek genomen in het gronddepot aan de overzijde van de N470, en de gemeente wilde hen een blijvende broedplek bieden nadat het gronddepot zou zijn opgeruimd. Mede door de cursus van NMP zijn wij de natuur nog meer gaan waarderen. Het is heerlijk om de diverse seizoenen alle eenden/vogels te observeren. Ieder jaar als er al vele eenden broeden ben ik benieuwd of de oeverzwaluw ook dit jaar weer zal komen. En dan ineens zijn ze daar (eind april/begin mei) in grote getale. Ze waarderen de wand en het verse zand dat er ieder jaar wordt in gedaan, zoals te lezen was in de Verderkijker van april. Ze gaan ijverig aan de slag om een nestgang te maken van 50-90 cm diep (petje af voor deze kleine vogeltjes van circa 12 cm.)
Wanddeel 11 met een 100% bezetting, één gat zelfs 2 keer (foto: Carla van Schie)
Oeverzwaluw op een andere nestlocatie (foto: Gerard de Hoog)
Soms is de natuur hard, want zo jaag je een paar kinderen weg en dan ineens zit er een reiger heerlijk bij de onderste rij; sommige reigers kunnen daar tegenwoordig bij. Of een ekster duikt een gat in (zie foto). Ik heb ook wel eens een boomvalk boven de vogels zien jagen. Door veel gepiep van de vogels hoor je als er iets aan de hand is. De natuur is hard, maar gelukkig kunnen er veel vogels uitvliegen.
Als proef zijn er afgelopen winter twee wanddelen niet gevuld met vers zand om te kijken of er verschil zou zijn in bezetting tussen wel en niet met nieuw zand opgevulde nestgangen. Het blijkt dat de vogels verwende nesten zijn en graag ieder jaar nieuw zand willen, want in de niet opgevulde panelen zitten heel weinig nesten. Terwijl er wel 5 andere delen zijn met een 100% score. Op de foto een voorbeeld van wanddeel 11 met een 100% bezetting, waarbij één gat zelfs twee nesten heeft. Na 12-16 dagen broeden (4-5 eitjes) hebben de vogels het druk met het vangen van insecten voor de kleintjes. Soms vliegen ze boven het water, maar meestal gaan ze over de N470 naar de groen-blauwe slinger om daar insecten te vangen. Caroline en Peter Elfferich komen ieder jaar nesten tellen en dit jaar heb ik ook een poging gedaan. Ik kijk nu veel meer waar er vogels in en uit een nest gaan. Van 2009 tot en met 2013 zijn de volgende aantallen nesten geteld: 111, 110, 86, 54,131 en dit jaar waren het er 107.
Bij mooi weer zijn er nog wel eens kinderen die bij de wand spelen of gaten dicht maken. Gelukkig hebben we nog een oud bootje waarmee we naar de wand varen om uit te leggen dat de nesten toch echt met rust gelaten moeten worden. Meestal als je de kinderen wijst op de vele vogels die boven de wand vliegen en niet naar hun kleine vogeltjes durven, begrijpen ze het en gaan ze. Ik stap wel in de boot om kinderen weg te halen, maar zelf foto’s maken van dichtbij is tegen mijn principe. ik weet daarom ook niet of je de kleine vogels in de nestgangen op de foto’s kan zien, maar kom anders gerust met een verrekijker (eind juni/begin juli) eens kijken. Door de begroeiing achter de wand zijn er gelukkig minder mensen die daar de hond uit laten of gaan vissen.
Carla van Schie
(tekst bewerkt door de redactie)
Ekster duikt een gat in (foto: Carla van Schie)
7
Hoe ziet een insect er uit? Op 10 april 2014 heb ik voor de natuurcursus van onze vereniging een verhaal gehouden over insecten. Voorafgaand aan mijn verhaal heb ik de cursisten gevraagd om een snelle schets te maken van een insect. Datzelfde werd mij namelijk enkele maanden daarvoor gevraagd tijdens een lezing over rivierkreeften en dat vond ik heel leerzaam. Koortsachtig heb ik nagedacht over het aantal poten van een rivierkreeft, ik tekende er 14, maar… een rivierkreeft heeft slechts 10 poten. Als je zonder voorbeeld een dier of plant tekent, dan blijkt vaak dat je de uiterlijke kenmerken niet goed weet. Die ontdekking kan stimuleren om beter waar te nemen. Tekenen bevordert het waarnemingsvermogen. Ik vond de spontane schetsen erg leuk en iedereen die ik er over vertelde was er nieuwsgierig naar. Vandaar dat ik de schetsen heb samengevoegd en met zwarte pen overgetrokken om ze in de Verderkijker te presenteren. Aan de hand van de tekeningen zal ik de anatomie van insecten bespreken. Algemene kenmerken Insecten hebben gesegmenteerde ledematen (gelede poten) en daarom worden ze gerekend tot de geleedpotigen, de grootste groep in het dierenrijk. Geleedpotigen hebben een uitwendig skelet van chitine, een soort bioplastic. Door soepele verbindingen tussen de skeletdelen kan het dier bewegen. Behalve insecten worden nog veel andere diersoorten tot de geleedpotigen gerekend, waaronder de schaaldieren (krabben, kreeften) en de spin-achtigen (spinnen, mijten, etc.) Als we naar de te-
De schetsen van de cursisten
8
keningen kijken, zien we bij nummer 8 een soort miljoenpoot. Die behoort wel tot de geleedpotigen, maar het is geen insect. Waaraan kunnen we dan een insect onderscheiden van andere geleedpotigen? De Elsevier insectengids noemt als algemene kenmerken van een insect: - het lichaam bestaat uit 3 delen (kop, borststuk, achterlijf) - de kop draagt een paar antennen - het borststuk draagt gewoonlijk drie paar poten - het borststuk draagt gewoonlijk één of twee paar vleugels Bij insect 11 zijn bijna al deze eigenschappen te zien, alleen de antennen ontbreken. De cursist die deze schets maakte, heeft zich ongetwijfeld al eens verdiept in de lichaamsbouw van insecten. Op welk insect de tekening is geïnspireerd weet ik niet, maar het dier doet me een beetje denken aan een vlinderhaft. De vleugels lijken naar verhouding te klein om het dier in de lucht te houden, maar insecten zijn tot bijzondere dingen in staat! Keuze insect Maar liefst 7 schetsen doen denken aan een keverachtig insect (nummer 2,3,5,7,9,17,19) en daarvan zijn er 4 die duidelijk een lieveheersbeestje laten zien. Hieruit blijkt de populariteit van deze kleurrijke kevertjes. In Nederland komen vele duizenden soorten insecten voor, maar blijkbaar is het lieveheersbeestje zo’n belangrijke vertegenwoordiger van het insectenrijk dat 20% van de cursisten ervoor kiest om te schetsen. Lieveheersbeestjes
zijn dan ook opvallende diertjes, die veel voorkomen in de bebouwde kom, vooral de grote rode met zwarte stippen. Regelmatig zie ik kinderen met liefdevolle aandacht deze insecten verzamelen. Bijna niemand vindt ze eng en met hun aantrekkelijke uiterlijk doen ze het goed op ansichtkaarten en stoeptegels tegen zinloos geweld. De overige schetsen zijn divers, precies zoals insecten zijn. Omdat ik ben vergeten te vragen welke insectensoort men heeft getracht te tekenen, moet ik daar naar gokken. Ik meen een sprinkhaan te herkennen (4), een nachtvlinder (6), een libel (10), een vlieg (12, 15), een dagvlinder (13), een mier (16) en een langpootmug zonder vleugels (18). Insect 1 heeft het lichaam van een vlinder, maar het dier ziet er wonderlijk uit. Dat komt vooral omdat de vleugels het breedst zijn bij het aanhechtingspunt aan het lichaam, hetgeen in werkelijkheid nooit zo is. Insect 14 heeft eveneens een eigenaardig uiterlijk dat ik niet zo goed kan plaatsen. De cursist vertelde dat de bolle gestippelde structuren ogen voorstellen. Een aantal insectensoorten heeft inderdaad heel grote ogen, die uit vele facetten zijn opgebouwd. Vooral insecten die snel vliegen, zoals bijvoorbeeld vliegen en libellen, hebben een goed gezichtsvermogen en verhoudingsgewijs grote ogen. Bij insect 14 zijn ze echter wel erg groot uitgevallen. Poten aan achterlijf Insect 13 en 16 hebben twee pootparen aan het achterlijf en dat klopt niet. Bij insecten zijn alle poten en vleugels aan het borststuk bevestigd, dat heb ik zo geleerd en vaak ook gezien. Ik moet lachen om deze fout, die in mijn ogen een grappig beeld oplevert. Alsof je een mens tekent met
armen aan zijn hoofd. Er ontstond discussie in de groep, want hoe blijft het insectenlijf in balans met die poten in het midden? Ik leg uit dat het achterste pootpaar naar achteren is gericht en zodanig geplaatst dat het achterlijf zonder problemen kan worden gedragen. Maar dan…. aan het eind van de avond, komt er een cursist naar me toe, met in zijn hand het vliegend hert dat ik heb meegenomen als demonstratiemateriaal. Hij draait de grote kever ondersteboven en wijst naar de aanhechting van de poten. Die lijken warempel aan het achterlijf te zitten. Daar heb ik geen antwoord op en kijk er met stomme verbazing naar! ’s Avonds in bed lig ik er over te piekeren; het is nogal een aardbeving in mijn insectenkennis. De volgende morgen vraag ik dadelijk raad bij keverspecialist Theodoor Heijerman. Theodoor stuurt mij een verhelderende tekening van het bouwplan van een vliegend hert. Wat blijkt, het borststuk is veel groter dan ik dacht en de poten zitten er wel degelijk allemaal aan vast. Het achterlijf is betrekkelijk klein bij deze kever. In het grote en stevig gepantserde borststuk zitten de vliegspieren om het zware insect de lucht in te krijgen. De dekschilden bedekken de vleugels, een groot deel van het borststuk en het achterlijf. Tussen de kop en de dekschilden is nog een tussenstukje te zien, dat is het halsschild waaronder het voorste deel van het borststuk ligt. Met deze interessante ontknoping ben ik erg blij, ik kan weer rustig slapen en de volgende cursusavond uitleggen hoe de poten aan een kever zitten. Erg leerzaam zo’n cursus…ook voor mij. Caroline Elfferich
Bouwplan van een vliegend hert
9
Resultaten cursus braakballen pluizen voorjaar 2014 Dit voorjaar heb ik een cursus braakballen pluizen gegeven voor de KNNV Delfland (3 avonden) en voor de natuurcursus van NMP (1 avond). De bedoeling van deze avonden was om te leren hoe je braakballen van uilen kunt analyseren en hoe je de schedelresten van alle voorkomende kleine zoogdieren in deze omgeving op naam kunt brengen. Hiermee kun je zowel een beeld vormen van alle kleine zoogdieren die in een bepaald gebied kunnen voorkomen (en zich vaak zelden laten zien) als het menu van de betreffende uilensoort in beeld brengen. De uitgeplozen braakballen waren afkomstig van de kerkuil in de ruime omgeving van de Zuid-Hollandse Biesbosch, een gebied waar vrij veel soorten kleine zoogdieren voorkomen. De resultaten van de drie avonden laten een afwisselend beeld zien met een verrassend aantal kleine zoogdieren: Bleskensgraaf Hoornaar Overtoom gewone bosspitsmuis 77
155
61
dwergspitsmuis
5
-
1
waterspitsmuis
3
-
-
huisspitsmuis
29
11
58
woelrat
2
-
7
rosse woelmuis
12
3
14
veldmuis
112
127
142
aardmuis
12
3
12
noordse woelmuis
32
-
2
bosmuis
18
2
26
dwergmuis
8
-
13
huismuis
5
4
2
bruine rat
1
2
3
vogel
-
1
1
kever
1
1
-
amfibie
-
1
-
Totaal
317
309
243
Hoewel de partijen ongeveer even groot zijn, is de inhoud tamelijk verschillend. In de eerste partij afkomstig uit Bleskensgraaf (een gevarieerd gebied) zijn 5 extra soorten kleine zoogdieren aanwezig, waaronder de zeldzame waterspitsmuis en opvallend veel noordse woelmuizen. In de partij braakballen uit Hoornaar, een veenweidegebied, domineren vooral gewone bosspitsmuis en veldmuis en zijn maar weinig bijzondere soorten aanwezig. In de braakballen uit Overtoom domineerden de algeme-
10
nere soorten als bosspitsmuis, huisspitsmuis en veldmuis, maar werden desondanks toch veel soorten gevonden. De cursisten van NMP hebben tijdens de cursusavond op 3 april een bijdrage geleverd aan het analyseren van de partij uit Overtoom. Er werden die avond schedelresten geplozen van tien verschillende muizensoorten, namelijk: bosspitsmuis, dwergspitsmuis, huisspitsmuis, woelrat, rosse woelmuis, veldmuis, aardmuis, noordse woelmuis, bosmuis en dwergmuis. Dank aan iedereen en hopelijk hebben jullie er wat van op gestoken. Kees Mostert
Rosse woelmuis (foto: Gerard de Hoog)
Excursie met de ecoloog Op initiatief van Michel Barendse, de ecoloog van de gemeente Pijnacker-Nootdorp, was er op zaterdag 17 mei een excursie over Natuur in eigen omgeving. Om 9.00 uur stipt vertrok een tiental geinteresseerden vanaf sporthal Het Baken bij Koningshof in Pijnacker. Te voet gingen we naar de Europalaan. Langs de hele laan staan grote volwassen bomen, een ideaal biotoop voor vogels die van een parkachige omgeving houden. Vooral langs het laatste, voor doorgaand autoverkeer afgesloten deel, is het rustig. De vogels laten zich goed horen. Een specht vliegt voorbij, in de verte is een Koekoek te horen. Michel wijst op een aantal Bonte Zandoogjes. Deze kleine donkerbruine vlindersoort komt algemeen voor, ook in tuinen en parken. In een aantal grote essen zitten openingen. Op de plaats waar vroeger takken zaten, zijn in de stam door verrotting gaten ontstaan. Deze vormen prima broedgelegenheid voor vogels en overnachtingsplaatsen voor vleermuizen. Die worden er ook regelmatig gezien. Op een tak zien we een Halsbandparkiet. Goed mogelijk dat deze ook in de gaten broedt. Verderop richting het zuiden ligt een braak terrein waar voorheen kassen stonden. De geplande woningbouw van Tuindershof staat in de koelkast. Het gebied is snel aan het verruigen en dat vinden dier en plant prima. Ook hier veel vogels. Graspiepers zijn er volop te horen en te zien bij het opvliegen. Op de grond zijn de vogels muisstil. Ze komen in vrijwel elk open gebied voor met een korte vegetatie. Het braak liggende gebied blijft voorlopig zo, waarbij het ook gebruikt zal worden als gronddepot. Het biedt kansen
voor pionierplanten; er staan ook volop Klaprozen en distels. Dat trekt weer een hoop vlinders. Michel vangt een Icarusblauwtje, een prachtig klein blauw vlindertje. Deze soort doet het goed in Nederland. Ze komen voor op plaatsen met kruidenrijke vegetaties, zoals halfnatuurlijke graslanden, parken, wegbermen en dijken. Verderop lopen we naar een waterberging langs de N470. Bij de aanleg van de weg is deze overhoek afgegraven en de buitenzijden zijn natuurvriendelijk ingericht. Er zwemt een familie Grauwe Gans en een aantal paren Kuifeenden. Hier heeft Michel nog een leuke verrassing. Hij heeft eerder een tweetal Kleine modderkruipers gevangen en deze in een flesje in het water bewaard. De Kleine modderkruiper wordt 10 tot 14 cm en is een wormachtig visje met een mooi vlekkenpatroon op de flanken. In Nederland komt de soort algemeen voor, maar in de rest van Europa is ze zeldzaam en daarom beschermd. Uiteraard zet Michel ze weer terug in het slootje waar ze uit kwamen.
Michel met het flesje met de Modderkruipers (foto: Nico van der Helm) We lopen nog verder richting N470. Onder de aansluitingsweg naar de N470 is een eco- verbinding aangelegd. Michel probeert dit soort verbindingen bij nieuwe wegen te realiseren. Het is veel goedkoper om dit tijdens de aanleg te doen. Hij moet daarbij zijn collega’s binnen de gemeente die hierover gaan, zien te overtuigen. Zo te zien lukt dat redelijk goed. We lopen terug en gaan richting Keizershof. Tussen Koningshof en Keizershof ligt een groene strook langs de sloot aldaar. Er is grond afgegraven en er zijn hoogteverschillen gerealiseerd. Er zijn ook paddenpoelen aangelegd. Deze natuurvriendelijke inrichting begint zijn vruchten al af te werpen. Blij verrast wordt een kleine Gele ratelaar gespot. Deze planten hebben vierkantige stengels waaraan de bladeren steeds twee aan twee (tegenoverstaand) staan. De bladeren zijn lancetvormig tot eirond en de rand ervan is gezaagd. De bloemen zijn plat en geel. Wanneer de plant is uitgebloeid, maken de zaden binnen de verdroogde kelkbladen bij beweging een rammelend geluid, vandaar de naam.
Ratelaar is eenjarig en de zaden zijn maar kiemkrachtig tot het volgend voorjaar. Dat heeft als gevolg dat wanneer de planten, door bijvoorbeeld een verkeerd maaibeheer niet tot zaadzetten komen, de planten in één jaar uit een terrein kunnen zijn verdwenen. Ratelaar is een halfparasiet. In de winter groeit de wortel al uit en gaat op zoek naar de wortels van andere planten, zoals gras of klaver. De plant boort deze aan en haalt hier een gedeelte van zijn voedsel uit. Zo heeft het in minder rijke omstandigheden een concurrentievoordeel op die andere planten, die het door toedoen van ratelaar weer moeilijker hebben. In dit deel van Nederland zijn deze planten zeldzaam, een bijzondere waarneming derhalve. Als laatste laat Michel nog een strook groen aan de zijde van Koningshof zien. Hier heeft hij stinzenplanten laten zaaien onder de bomen en struiken. De Kievietsbloemen doen het er uitstekend, hoewel ze wel erg lang zijn door het weinige licht dat ze krijgen. Hier staan ook enkele Brede wespenorchissen. Uit de wortelstok ontspringen vaak meerdere stengels met een uiteindelijke hoogte van circa 60 cm. Deze wespenorchis groeit met name in bossen, duinen en kreupelhout op zandgronden. De brede wespenorchis is aangewezen op bestuiving door wespen. In Nederland betreft dat de soorten Gewone wesp (Vespula vulgaris) en Duitse wesp (Vespula germanica). De omstandigheid dat deze wespensoorten een grote voorliefde hebben voor het stuifmeel van klimop, brengt met zich mee dat de wespenorchis, eenmaal aanwezig, zich vaak uitbundig verder weet te verspreiden in plantsoentjes waar klimop als bodembedekker wordt gebruikt. Vanaf de groenstrook lopen we weer richting vertrekpunt Het Baken. Een leuke leerzame wandeling; het blijft je verrassen wat je allemaal kan tegen komen in je omgeving, zeker met een deskundige die alle leuke plekjes weet. Michel, natuurlijk bedankt. Nico van der Helm
Ecologische zone tussen Koningshof en Keizershof (foto: Nico van der Helm)
11
Slakkenporno
Wie het kleine niet eert
Bij een rondje broedvogels monitoren in de Ackerdijkse plassen in de vroege ochtend van zaterdag 7 juni zag ik aan een tak van een wilgenboom iets hangen dat van afstand nog het meest op een gedraaide drol aan een touwtje leek. Van dichtbij bleken het twee grote, parende naaktslakken te zijn van een soort die ik nog nooit gezien had. En ze deden “het” op een spectaculaire manier die ik nooit gezien had. Dat slakken hermafrodiet zijn, dus mannetje en vrouwtje tegelijk, en dat bij de paring beide dieren elkaar bevruchten, dat wist ik wel. Maar dat ze het ook bungelend aan een draadje konden, dat wist ik niet. De draad waar ze aan hingen was een paar millimeter dik en leek te zijn ontstaan uit een grote slijmvlek van wel 20 cm doorsnede op de onderkant van de tak waar ze aan hingen. Ik heb ze een kwartiertje staan observeren tot ze vonden dat ze klaar waren en een van de slakken via het touwtje terug omhoog klom richting de boomtak. Thuis heb ik ze op internet opgezocht en bleken het grote aardslakken te zijn (Limax maximus). Ze kunnen 15 tot 20 cm lang worden, wat fors meer is dan de bruine naaktslakken die je normaal in je tuin op de hosta aantreft. Ook het opvallende paren aan een touwtje bleek bekend. Er staat zelfs een filmpje van op youtube (http://www.youtube.com/ watch?v=3fgo9VpgKGI). Richard Smokers
Een rillerige bij Was helemaal niet blij, Dat men voordat de winter kwam Hem reeds zijn boterham ontnam. De ganse zomer heeft hij gezwoegd, gewroet, Doet zich dan nog een keer flink tegoed, Zodat hij zijn laatste krachten samenbalt Voordat ook hém de barre winter overvalt. Hij wilde daarom nog eens bezoemen De allerlaatste, sterke bloemen. Eenvoudig nog wat honing puren Dat moest hij echter wel bezuren. De mens was hem al voor geweest Dacht niet aan dat kleine beest. Alles moest vóór de wintertijd Netjes zijn, dacht men verblijd. De bloemen waren alle van de baan, Nog geen onkruidje was blijven staan. Het verdorde blad allang opgeveegd, De volle container reeds geleegd. In de natuur bedekt afgevallen blad De aarde met een beschermende mat. Zodra de koude komt over het land Zit daaronder veilig dier en plant. Als sneeuw en vorst bedekt de velden Moet dat kleine volkje het ontgelden. Dus moet zij zich hierop voorbereiden, Honger en kou zoveel mogelijk vermijden. Goed toegerust en tegen alle kou beschut Doen zijn dan – verstijfd – hun winterdut Zodat zij warm kunnen overleven die ijzige kou om erna hun werk te hervatten, bijengetrouw! Dénk eens aan die wereld in het klein, Zonder wie wij echt niets zouden zijn. Ruim niet alles op, steun hun nuttig streven, Help de microkosmos de winter te overleven. C.M. van Rossum-Nieboer, Pijnacker, 19 oktober 1993
Innig verstrengelde slakken (foto: Richard Smokers)
12
Pijnacker bespied In mei zoemt het van de hommels in onze tuin. Sporkehout lokt vooral boomhommels, terwijl de Deutzia populair is bij aardhommels. Grappig om te zien dat de verschillende hommelsoorten een voorkeur hebben voor bepaalde bloemen. Een aantal jaren geleden heb ik voor een hommelproject van de KNNV een lijstje bijgehouden welke hommelsoort ik zag op welke bloem. Een eenvoudig en leerzaam onderzoekje dat je gemakkelijk kunt uitvoeren in de tuin.
Ik herinner me een gedichtje uit mijn kinderjaren over een hommel en akelei, het staat in het boek ‘Kindje ben je blij’ van J. arek en Zábranský: Schaam je hommel Hommel heb je zonder blozen ’t kleinste bloempje van de wei om te spelen uitgekozen? Arme akelei! En de hommel bromt en gonst tot zij boos haar hoofdje fronst: “Moest je schamen jij!” Het gedicht gaat niet over honingdiefstal en ik vind de akelei helemaal niet zo klein en teer, die is stevig genoeg voor hommelbezoek. Als ik het gedicht weer eens nalees, blijkt dat het uit het Tsjechisch is vertaald. Op de oorspronkelijke afbeelding naast het gedicht bezoekt de onbeschaamde hommel een grasklokje (Campanula rotundifolia). Dat is inderdaad een plant met dunne slappe stengeltjes, maar… grasklokje rijmt in het Nederlands natuurlijk niet zo lekker op ‘wei’ en ‘jij’!
Aardhommel (foto: Annette Haket) Als je kijkt naar bloembezoekende hommels, dan zie je wel eens dat ze bij bloemen met diepliggende nectarklieren (bijvoorbeeld phlox of akelei) hun tong dwars door de tere bloemblaadjes heen steken, om bij nectar te komen waar ze anders met hun korte tong niet bij kunnen.
Akelei met gaatje van hommeltong, zie pijl (foto: Caroline Elfferich) Op deze manier bestuiven ze de bloem niet, dat kunnen alleen insecten met een lange tong, zoals bijvoorbeeld nachtvlinders. Hommels plegen in zulke gevallen inbraak met nectardiefstal, maar zo te zien zitten ze daar niet mee.
Hommels achter boeiboord We zijn nog niet klaar met de hommels, want half mei krijg ik via de website van NMP de volgende vraag: “Wij hebben zeer waarschijnlijk een hommelnest achter het boeiboord van onze woning. Als we de gemeente of een bedrijf vragen worden ze waarschijnlijk gedood, wat wij liever niet hebben, omdat ze ook voor bestuivingen zorgen. Weet u een milieuvriendelijke manier om de beesten weg te jagen of een bedrijf dat dat doet?” Ik antwoord dat ik niet weet hoe je hommels op een milieuvriendelijke manier kunt verjagen en vraag of de hommels overlast veroorzaken. In onze spouwmuur zit namelijk al een aantal weken een aardhommelnest, maar ze laten mij met rust en ik hen. Ik vind het wel leuk om hun activiteiten te bekijken. Hommels leven in kleine volkjes, ze zijn niet agressief als je ze met rust laat en na enkele maanden is het nest meestal verdwenen. De vraagsteller schrijft terug: “Bedankt voor je antwoord. Wij hebben geen last van de hommels, maar de vraag kwam meer op uit de angst dat het een heel groot nest zou worden. Als het klein blijft en ze uit zichzelf weer weg gaan, dan heb ik er geen problemen mee.” In Rietlanden heb ik wel eens een bijennest gezien achter een boeiboord. Dat was wel een vrij groot nest met honderden bijen en het heeft er een aantal jaren gezeten. Direct na de vestiging van de bijenzwerm namen de bewoners contact met mij op. Ik ben gaan kijken, maar wist niet of verwijderen wenselijk was. Ze hebben toen advies ingewonnen bij een imker die bij de gemeente werkt, hij adviseerde om er niets aan te doen.
13
Rozemarijngoudhaantje Op 25 mei was er bij het Baken een insectenexcursie van de natuurcursus waarbij we veel schuimcicaden hebben gezien. Meerdere cursisten blijken in hun tuin lavendel te hebben met de opvallende witte ‘spuugjes’ die deze insecten produceren en men vraagt zich af of de lavendel daarvan te lijden heeft. Dat valt volgens mij reuze mee, maar nu we het toch hebben over insecten op lavendel… Ik heb in mei veel rozemarijngoudhaantjes gezien op lavendelstruiken in Klapwijk. Op bijna de helft van de planten zag ik deze fraaie kevertjes, die ongeveer 8 millimeter lang zijn. Op het eerste gezicht zijn rozemarijngoudhaantjes erg donker van kleur, maar als je ze goed bekijkt in het licht en met een loep, dan zie je dat ze metallic groen met rood gestreept zijn. Deze keversoort komt oorspronkelijk uit Zuid-Europa en wordt als exoot beschouwd. Een jaar of zes geleden zag ik mijn eerste exemplaar in Tolhek op lavendel, nadat een kennis mij erop attent had gemaakt. Sindsdien zie ik ze jaarlijks op allerlei plekken in Pijnacker. De naam doet vermoeden dat ze op struiken rozemarijn leven en dat doen ze ook, maar ze lusten ook lavendel. Ik adviseer de cursisten om thuis hun lavendel te inspecteren; rozemarijn is ook goed maar dat is niet zo’n gebruikelijke tuinplant, dus ik verwacht niet dat ze die plant in hun tuin hebben. Maar Suzan Schijffelen, één van de cursisten, vertelt dat ze wel een rozemarijn heeft in haar tuin. ’s Avonds stuurt ze mij een foto toe van een kever die ze op haar rozemarijn heeft gevonden. Het kan niet missen, het is een rozemarijngoudhaantje! Aardappelgallen in Krekengebied Op 2 mei krijg ik van Richard Smokers het volgende bericht: “Ik trof gister op twee jonge eikjes in het Krekengebied (zuidwestelijke hoek van pad om de grote plas heen) prachtige gallen. Sommige wel 5 cm groot. Het lijken vergroeide (bloem?)knoppen. Bij de aanhechting zie je een soort van kroonblaadjes. Verder was het gewoon gruwelijk mooi met alle bloeiend spul!!”
De gallen op de foto van Richard doen me denken aan de aardappelgal. Ik heb deze soort nog nooit bewust gezien in het veld, maar ik heb er over gelezen. In april beschreef Truus van der Hulst mij een vergelijkbare gal, die ze op een eik had gevonden in Brabant. We hebben toen samen naar afbeeldingen gekeken van de aardappelgal in het ‘Gallenboek’ van Docters van Leeuwen en in ‘Eik en beuk’ van Jac. P. Thijsse. Die plaatjes konden Truus echter niet overtuigen, want ‘haar’ gal had een mooie rode blos. Als ik de gallen op de foto van Richard zie, moet ik direct denken aan de beschrijving van de gal van Truus. Op internet zoek ik naar afbeeldingen en het kan niet missen: zowel Richard als Truus hebben aardappelgallen gezien. Die kunnen blijkbaar nogal van kleur veranderen.
Aardappelgal gezien door Truus van der Hulst (foto: Ineke Muiser)
Enkele dagen nadat ik het bericht van Richard heb gekregen, ga ik met mijn echtgenoot naar het Krekengebied. We zijn daar nog maar net als we een natuurliefhebber tegenkomen, die op de telefoon een foto laat zien van… aardappelgallen. Even later vinden we het getroffen eikje dat inderdaad stampvol aardappelgallen zit. De boom heeft moeite om uit te lopen, want bijna alle knoppen zijn vergald! Misschien is 2014 vanwege de zachte winter een goed jaar voor de aardappelgalwesp (Biorhiza pallida), het insect dat deze gallen veroorzaakt. Ik vraag Ben van As, die hier in de omgeving veel naar plantengallen kijkt, wat zijn indruk is van de talrijkheid van deze gal. Hij antwoordt: “Aardappelgallen zijn dit jaar inderdaad behoorlijk algemeen, maar ik heb de indruk dat ze dat de laatste tien jaar wel vaker zijn. Soms zijn ze bijna plaagvormig geweest.” Het is wel duidelijk dat ik zo nu en dan iets over het hoofd zie… Caroline Elfferich
Aardappelgal (foto: Richard Smokers)
14
Natuur- en Milieu agenda Elke zaterdag, start nieuwe seizoen op 6 en 13 september Om 10.00 of 13.00 uur, 2-3 uur: Natuur- en milieuactiviteit voor kinderen van 8 t/m 14 jaar. In de Natuurschuur, achter de Papaver, Korftlaan in Delft. Eén keer gratis meedoen, daarna alleen voor leden. Informatie / aanmelden: www.natuurwacht.nl of (015) 261 7739, of email
[email protected] t/m 18 januari 2015 Tentoonstelling ‘Planten’ in de Papaver, Korftlaan 6 in Delft. Openingstijden: ma-vr 10.00 – 17.00 uur, zo 13.30 – 16.00 uur. Informatie: (015) 2197977 of
[email protected]. Zaterdag 13 september, 7.00–17.00 uur Vogelexcursie: Westlandse Plassen, ’t Kraaiennest, Wollebrand, Oranjeplassen, Rietputten. Een rondje langs een paar kleine plassen in het Westland. Recreatiegebied ’t Kraaiennest heeft zich als apart vogelgebiedje ontwikkeld: nog een beetje ruig en met weinig aanplant. In twee grote plassen kans op Dodaars en diverse eendensoorten (o.a. Rosse Stekelstaart). Bij de boerderij naast ’t Kraaiennest huist een Steenuiltje. Verder een groot rietveld met een plasje waar o.a. de Roerdomp, Watersnip en Kluut zich kunnen ophouden. Verder checken we de Oranjeplassen bij Maassluis (vaak Sterns, meestal Visdiefjes, maar ook kans op Noordse en Zwarte Sterns), de Rietputten bij Vlaardingen (o.a. Baardman en Boomvalk), en tot slot het waterberging bij de Wollebrand (kans op o.a. Waterral en Watersnip en Kleine Plevier). Her en der kans op rondtrekkende Piepers, Tapuiten, Bonte Strandlopers, Kieviten en misschien zijn er al groepen Goudplevieren. Kosten: € 0,07 per kilometer. Verzamelen: Korftlaan tegenover de Papaver. Organisatie: Vogelwacht Delft en Omstreken. Inlichtingen een aanmelding: op donderdag 12 september tussen 19:00 en 21:00 uur, Gert van der Horn (015) 2852802 Zaterdag 13 september, 10.00-12.00 uur Natuurwandeling Bleiswijkse Zoom. Herfstwandeling: trekvogels en paddestoelen. Vertrek om 10.00 uur bij Restaurant ’t Zeeltje, Bleiswijk. Organisatie: Natuur- en Vogelwacht Rotta. Zondag 14 september, 14.00–15.30 uur Natuurontdektocht ‘Kriebelbeestjes en zaden’: op zoek naar de zaden voor volgend jaar en naar kriebelbeestjes. Vertrek om 14.00 uur bij het Rieten Dak, Middelweg 3, Delft. Gratis. Organisatie: IVN Delft e.o. Zaterdag 27 en zondag 28 september, 10.00-17.00 uur Najaarsfestival: Planten- en oogstmarkt. Plaats: Trompenburg Tuinen & Arboretum, Honingerdijk 86, Rotterdam. Kosten: € 6,25. Organisatie: Trompenburg Tuinen & Arboretum. Informatie: 010 23 30 166. Zondag 5 oktober, 14.00–15.30 uur Oktober, paddestoelenmaand! Paddestoelentocht in het Heempark, naast de Papaver, Korftlaan, Delft. Nog nooit zo veel verschillende vormen gezien! Start om 14.00 uur bij de ingang van het Heempark. Gratis. Organisatie: IVN Delft e.o. Zaterdag 11 oktober, 10.00-12.00 uur Natuurwandeling in het Lage Bergse Bos. Vooral aandacht voor paddestoelen. Vertrek om 10.00 uur van Restaurant ’t Hoekse Hout, Bergsebosdreef 6-10, Bergschenhoek. Organisatie: Natuur- en Vogelwacht Rotta. Zondag 12 oktober, 14.00–15.30 uur Oktober, paddestoelenmaand! Nog meer paddestoelen in het Hertenkamp. Start om 14.00 uur bij het Rieten Dak, Middelweg 3, Delft. Gratis. Organisatie: IVN Delft e.o. Zondag 19 oktober, 14.00–15.30 uur Oktober, paddestoelenmaand! Het kan niet op, we ontdekken steeds nieuwe soorten, deze keer op de vuilstort. Start om 14.00 uur bij Hoflaan 20, ter hoogte van Laantje van Levenslust tegenover de ingang van begraafplaats Iepenhof, Delft. Gratis. Organisatie: IVN Delft e.o. Zondag 26 oktober, 14.00–15.30 uur Oktober, paddestoelenmaand! Laatste kans dit jaar om de paddestoelen te ontdekken met de IVN-natuurgidsen! Start om 14.00 bij het Rieten Dak, Middelweg 3, Delft. Gratis. Organisatie: IVN Delft e.o.
15
Indien onbestelbaar: Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker Postbus 26, 2640 AA Pijnacker
Paddestoelenexcursie Met natuurgids Arthur Hilgersom van IVN Delft gaan we op zaterdag 27 september a.s. op zoek naar paddenstoelen op de voormalige vuilstort in Delfgauw (de ‘heuvels’ achter Ikea). We starten de excursie om 10.00 uur op de T-kruising van de Noordeindseweg in Delfgauw met het Vrederustpad. Voor de excursie kunt u zich van tevoren opgeven bij Cora Cox, coxcora@gmail. com of bel met 06 12592685. Deelname is gratis.
De Vliegenzwam komen we hoogstwaarschijnlijk tijdens de paddestoelenexcursie niet tegen. Deze zwam groeit vooral op zand- en veengronden in de buurt van loofbomen als berk, eik, beuk en linde en bij naaldbomen.
NMP Excursie De Scheg Op zondag 19 oktober is er onder leiding van twee natuurgidsen in opleiding, Ansu Kok en Hélène Everwijn, een excursie in De Scheg (Balijbos). We starten om 11.00 uur bij de uitkijktoren. Ansu en Hélène volgen momenteel de natuurgidsencursus van het IVN. De Scheg is hun 'adoptiegebied'. Dit betekent dat zij gedurende de cursus intensief bezig zijn met het in kaart brengen van de flora en fauna van dit gebied. Zij kunnen er inmiddels al veel over vertellen. Het is een interessant gebied met bijzondere vogels als de IJsvogel en de Waterral. Voor de excursie kunt u zich opgeven bij Cora Cox via mail
[email protected] telefonisch 06 12592685. De Scheg kunt u als volgt per fiets bereiken: fiets over de Nieuwkoopseweg, neem bij Brasserie de 'Brede Hoek' het fietspad richting Zoetermeer (gaat om het restaurant). Rijd helemaal rechtdoor. Voordat het fietspad rechtsaf buigt, ziet u aan uw linkerhand de uitkijktoren (een rode ijzeren trap).