Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker
Onze vijgenboom Vanuit de woonkamer kijk ik door het raam in de achtertuin en zie daar onze vijgenboom. Een vrijstaand, breed uitgegroeid struikje van ongeveer anderhalve meter hoog. De grijsbruine takken zijn bladerloos, het is dan ook december. Enkele weken geleden verkleurden de donkergroene bladeren schitterend geel, waarna ze al spoedig doorkleurden naar bruin om zich vervolgens op het gras neer te vlijen. Daar heb ik ze opgeharkt, om het gras dat de boom omringt weer licht te geven. Hoewel de stijve takken geen blad meer dragen, zitten er nog wel harde groene vijgjes aan, 116 stuks om precies te zijn, van circa drie centimeter lang. De onrijpe vruchten zullen in de wintermaanden bevriezen en afsterven.
Terwijl ik naar de vijgjes kijk, moet ik denken aan een fabeltje van Leonardo da Vinci, waarin een kastanjeboom met een vijgenboom spreekt. De kastanjeboom schept er over op dat Moeder Natuur haar kinderen veel zorgvuldiger heeft verpakt dan die van de vijgenboom. Hierop antwoordt de vijgenboom: “Jouw kinderen worden met stokken geslagen en met de voet opengetrapt, terwijl mijn kinderen voorzichtig met de hand worden geplukt.” De moraal die ik uit deze fabel destilleer, is dat Moeder Natuur ieder levend wezen van specifieke eigenschappen voorziet, die nodig zijn om te overleven. Dat heeft Leonardo da Vinci zo’n vijfhonderd jaar geleden scherp opgemerkt! Stekjes Heel wat minder lang geleden, omstreeks het jaar 2000, kreeg mijn moeder enkele vijgenboomstekjes. Ze vroeg of ik er eentje wilde hebben en dat wilde ik wel. Aanvankelijk www.nmpijnacker.nl
Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker
zat er weinig fut in mijn stekje, dat bestond uit twee takjes van hooguit tien centimeter lang, maar verpoten in een grotere pot met verse grond deed wonderen. Het stekje groeide gestaag en na meerdere verpotingen vond ik de pot wel groot genoeg. Daar was het vijgenboompje het niet mee eens en staakte de groei. Het blad verkleurde bleek geelgroen, een teken dat de boom een gebrek aan voedingstoffen heeft. Tegen zoveel stil protest was ik niet opgewassen en ik besloot het vijgje in de volle grond te planten. Het ‘Handboek praktisch tuinieren’ van Reader’s Digest beschrijft de ideale groeiplaats voor vijgenbomen: ‘Vijgen die buiten staan hebben veel zon nodig en kunnen het best in waaiervorm tegen een zuidmuur staan. Struiken vragen een zonnig hoekje. Altijd is een goed afwaterende maar vochthoudende, niet al te vruchtbare grond nodig. ‘ Bij gebrek aan zonnige zuidmuur heb ik onze vijgenboom geplant aan de rand van het grasveld. Niet veel later was ik op bezoek bij een vriendin die een vijgenboom in haar tuin heeft staan. Ze wees mij haar boom en ik schrok, zou mijn vijgje ook zo groot en wild worden? Mijn vriendin vertelde ter geruststelling dat ze flink gesnoeid kunnen worden. Misschien is de grond in de tuin van mijn vriendin te vruchtbaar en dan schijnen vijgenbomen overdadig veel gewas te vormen en weinig vruchten. Na overplaatsing in de volle grond hervatte ons vijgenboompje de groei, niet wild maar tamelijk beschaafd en de bladeren kleurden weer diep donkergroen, zoals ze horen te zijn. Als de zon er op schijnt verspreiden ze een bijzondere kruidige geur, die me herinnert aan de vijgenboom in de hobbykas van mijn opa. Onlangs vertelde mijn moeder dat haar stekjes (en dus ook die van mij) afkomstig zijn van de vijgenboom van opa, daar was ik mij al die jaren niet van bewust! Hoewel de voorouder van onze vijgenboom in een kas groeide, blijkt ze behoorlijk winterhard te zijn in de Hollandse buitenlucht. Tijdens de strenge vorst in februari 2012 zijn wel alle toppen van de takken doodgevroren. Deze schade herstelde de boom in het voorjaar door direct onder de afgestorven top nieuwe zijtakken te vormen. In de voorzomer stierf opeens een laaghangende zijtak af, maar dat had een andere oorzaak: de bast was helemaal rondom verdwenen. Welk dier hiervoor verantwoordelijk is geweest weet ik niet, maar de slakken staan onder verdenking. Die zitten vaak in de boom en eten wel eens van de rijpe vruchten, maar waarom ze opeens van één tak de bast opvreten begrijp ik niet. Dat lijkt niet logisch. Rijpe vijgen De eerste jaren verschenen er geen vijgen aan ons piepkleine boompje. De productie kwam op gang toen de boom ongeveer een halve meter hoog was. Het duurde daarna nog enkele jaren voordat de vruchten goed afrijpten. Mijn broer maakt me attent op twee min of meer identieke passages in de bijbel (Marcus 11:11-26 en Matthéüs 21:18-22) waarin Jezus een vijgenboom vervloekt die geen vruchten draagt, waarna de boom afsterft. Dit lijkt een onsympathieke actie van Jezus, maar wanneer je de tekst leest als beeldspraak met de betekenis ‘ Stop met bezigheden die geen vruchten afwerpen’, dan kan ik me daar wel in vinden. Ik heb geen reden om onze vijgenboom te vervloeken, want vanaf 2010 werpt de boom eetbare vruchten af. In de zomer van 2012 oogstte ik een stuk of dertig vijgen. De rijpe vruchten zijn groot (6 tot 7 centimeter), diepdonkerpaars van buiten en helderrood van binnen. Ze zijn heel zacht, hebben een dunne schil en bederven razendsnel. Sommige vijgen smaken www.nmpijnacker.nl
Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker
lekker zoet en aromatisch, anderen zijn beduidend minder smaakvol. Af en toe vind ik ze onaangenaam prikkelend aan het mondslijmvlies. Zo omstreeks eind augustus rijpten er enkele weken meer vijgen af dan we op konden eten, zo dol zijn we er nu ook weer niet op. Twee pogingen om jam te maken stelden teleur. Ik ben nog op zoek naar een goede verwerkingsmethode, want het is toch zonde als zo’n boom zich uitslooft om vruchten te maken en wij doen er vervolgens niets mee! Verborgen bloei De vijgenboom heeft iets geheimzinnigs: er ontstaan vruchten aan zonder dat er ooit bloemen zichtbaar zijn geweest. Hoe kan dat? Welnu, de piepkleine bloemetjes zitten namelijk, dicht op elkaar gepakt, aan de binnenkant van een tot urn opgevouwen bloembodem. Aan de buitenkant ziet dat er uit als een klein vijgje. De bloembodem speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van de vijg en daarom worden vijgen tot de schijnvruchten gerekend. Bij een schijnvrucht ontwikkelt de vrucht zich niet alleen uit een vruchtbeginsel en een zaadbeginsel (zoals gebruikelijk), maar tevens uit andere (ongebruikelijke) plantenonderdelen zoals de kelkbladen of de bloembodem. In de vijg zit een klein gaatje waardoor minuscuul kleine vijgenwespjes naar binnen kunnen kruipen om de bloemen te bevruchten. Blijkbaar kende de Duitse dichter Rainer Maria Rilke het geheim van de vijg, want hij verwijst ernaar in de eerste alinea van zijn zesde elegie (uit Duineser Elegien, 1912/1922): Feigenbaum, seit wie lange schon ists mir bedeutend, Wie du die Blüte beinah ganz überschlagst Und hinein in die zeitig entschlossene Frucht, Ungerühmt, drängst dein reines Geheimnis. Ongeveer honderd jaar later, in 2012, vertaalde Willem de Ruiter deze dichtregels als volgt: Vijgenboom, sinds hoe lang al ben ik ervan doordrongen Dat je de bloei bijna helemaal overslaat En binnen in de tijdig ontsloten vrucht Verdringt zich – ongeroemd- jouw zuivere geheim. Aan een verklaring van de dichtregels van Rilke waag ik mij niet, maar ik wil nog wel wat dieper ingaan op enkele vragen die mij vorig jaar door het hoofd speelden: Leven er vijgenwespjes in Nederland? En zo nee, hoe kunnen dan de vijgen aan onze boom afrijpen? Ik stel mijn vragen aan Anneke Dukker in een gesprek over de grote vijgenboom voor haar huis, die door een buurvrouw met groene vingers is opgekweekt uit zaadjes van een gekochte vijg. De boom maakt wel vijgen, maar die rijpen niet af. Anneke pakt ‘De Dikke van Dam’ van Johannes van Dam uit de kast, een naslagwerk vol wetenswaardigheden over voedingsmiddelen en slaat de bladzijde over de vijg er op na. Daar staat beschreven dat het Nederlandse klimaat ongeschikt is voor vijgenwespen, maar er blijken gekweekte variëteiten van de vijgenboom te bestaan die zonder bevruchting toch rijpe vruchten opleveren. Aha, ons boompje behoort ongetwijfeld tot zo’n gekweekte variëteit! Op www.nmpijnacker.nl
Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker
internet bekijk ik plaatjes van verschillende vijgenrassen en op basis van het formaat en de kleur van de vruchten denk ik dat onze boom een nazaat is van de populaire kloon ‘Brown Turkey’. Eénhuizig of tweehuizig? In ‘De Dikke van Dam’ lees ik verder dat de vijg tweehuizig is, hetgeen betekent dat de mannelijke en vrouwelijke bloemen aan verschillende bomen zitten. Op internet (Wikipedia) lees ik echter dat de vijg eenhuizig is, met mannelijke en vrouwelijke bloemen in één vrucht. Dat lijkt tegenstrijdig! Hoe zit de vijg nu werkelijk aan de steel? Wouter Verkerke, gepromoveerd op onderzoek aan de vijg (Ficus), geeft mij hierover de volgende uitleg: “Vijgenbomen die eetbare vijgen produceren (Ficus carica) zijn tweehuizig, maar het is een bijzondere tweehuizigheid die gynodioecie wordt genoemd. Bij Ficus carica zijn er twee soorten bomen: 1 - bomen met vijgen die enkel vrouwelijke bloemetjes bevatten 2 - bomen met vijgen die zowel vrouwelijke als mannelijke bloemetjes bevatten. Vijgenwespen die in een 100% vrouwelijke vijg aankomen, brengen stuifmeel over zodat er rijpe vruchten met zaden ontstaan. Ze kunnen in deze vijgen echter geen eieren leggen, omdat de stijlen van de bloemetjes te lang zijn voor hun legboor. In het andere type vijgen kunnen de vijgenwespen wel eieren leggen in de vrouwelijke bloemetjes. Tijdens het rijpen van deze vijgen ontwikkelen zich uit de eieren nieuwe wespen. Die nemen stuifmeel mee naar buiten, waarmee ze andere vijgen kunnen bestuiven. Alleen de 100% vrouwelijke vijgen zijn geschikt voor menselijke consumptie. De andere vijgen vol wespen worden niet door mensen gegeten, maar wel door apen en vogels: de wespen zijn zelfs een mooie aanvulling in eiwitten van hun dieet. Andere vijgensoorten, bijvoorbeeld de Waringing of de Banyan (waar Buddha onder zat in een verhaal van Narayan) of één van de andere 600 meestal tropische soorten, zijn eenhuizig, waarbij er maar één type planten is, steeds met mannelijke en vrouwelijke bloemetjes in één schijnvrucht. Elke soort vijgenboom heeft zijn eigen vijgenwesp. Als het te koud is voor vijgenwespen, bijvoorbeeld rond de Middellandse zee en noordelijker, dan kan een snee in de vrucht tot rijping aanzetten, dat heet caprificatie. Deze techniek was al bekend bij de Egyptenaren, die vijgenbomen uit Uganda importeerden. In graven van farao's zijn dezelfde speciale mesjes teruggevonden, van het type dat nu ook nog gebruikt wordt om vijgen een snee te geven zodat ze rijpen. Sommige rassen kunnen zonder snee rijpen, maar die vruchten missen de typisch nootachtige smaak die aan vijgen kan zitten. Dus ja, stuifmeel is nodig. Het kan soms ook zonder, maar dan zijn de vruchten minder lekker.” Met deze verhelderende uitleg van Wouter wil ik mijn verhaal besluiten. Tijdens het schrijven stuitte ik op diverse beroemdheden die vijgenbomen in hun fabels, beeldspraken en gedichten verwerkten. Eén ding is zeker: vijgenbomen spreken tot de verbeelding! Caroline Elfferich, januari 2013
www.nmpijnacker.nl
Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker
Literatuur •
• • •
Leonardo da Vinci, 1972. Fabels en legenden. In het Nederlands bewerkt door Lea Smulders, naar een Italiaanse bewerking van Bruno Nardini. Standaard uitgeverij Antwerpen-Utrecht. Rainer Maria Rilke, 1912/1922. Duineser Elegieën. De Elegieën van Duino. Ambo tweetalige editie, 1978. Johannes van Dam, 2005. De Dikke van Dam. Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar. R.K. Narayan, 1985. Under the Banyan tree and other stories.
www.nmpijnacker.nl