VERCOBO – LASTENBOEK Technisch bestek der uit te voeren werken worden samen met het uitvoeringsplan bezorgd. De artikelen vermeld in de studieopdracht worden uitgevoerd volgens de STS, typebestek nr. 104 volgens de Belgische normen. Bepalingen en voorwaarden voor het bouwen van een woning door de ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………... tel.: ………………………… BOUWHEER: Naam ………………………………………………………… Voornamen ………………………………………………………… Adres ………………………………………………………… Bouwplaats
lot 1: lot 2: lot 3: lot 4: lot 5: lot 6: lot 7: lot 8: lot 9: lot 10: lot 11:
………………………………………………………… …………………………………………………………
Metsel – en betonwerken Ruwbouw Dakconstructie - en bedekking Zink – en loodwerken Buitenschrijnwerk Binnenafwerking Elektriciteit Bevloering Sanitair Verwarming Keukeninstallatie
De technische uitvoeringsplannen dewelke door de klant voor akkoord zijn ondertekend, primeren op het lastenboek. Opgemaakt te ……………………………………….op …../…../ …….. in twee exemplaren waarvan één exemplaar heden aan de opdrachtgevers wordt overhandigd. “ Gelezen en goedgekeurd voor uitvoering” DE BOUWHEER
DE AANNEMER
1
LOT 1: METSEL-EN BETONWERKEN
1.1. Werfinrichting De aannemer brengt de nodige materialen en materieel ter plaatse om de bouwwerken aan te vangen. In overeenstemming met de door de opdrachtgever en de architect gegeven instructies wordt het volledige gebouw uitgezet. De opdrachtgever duidt een plaats aan voor het stockeren van het bouwafval dat, afhankelijk van de overeenkomst, kan worden weggevoerd. Voor de aanvang der werkzaamheden dient de opdrachtgever te zorgen dat de nutsvoorzieningen dewelke noodzakelijk zijn voor het bouwen (water, elektriciteit) op de werf aanwezig zijn. De werken zullen niet aanvangen zolang de nutsvoorzieningen er niet zijn. Indien de aannemer hiervoor dient te zorgen worden de kosten hiervoor aangerekend aan de opdrachtgever, dit bij middel van een meerwerkbon met vermelding van de prijs. 1.2. Funderingen 1.2.1 Algemeen De funderingen bestaan uit ongewapende betonsleuven tot op de draagkrachtige grond (zie punt 1.2.2.1), funderingswerk en een betonnen vloer op volle grond. De funderingswijze veronderstelt dat: • de draagkracht van de grond op geringe diepte minimaal circa 1.5 kg/cm² bedraagt, of in ieder geval toereikend is. • Er geen betekenisvolle verschillen zijn in draagkracht. • De op te richten constructie geen abnormale belastingsverschillen teweegbrengt. • Het grondwater niet hoger komt dan de aanzet van de funderingszool. In geval van ontoereikende draagkracht van de grond, moet een speciale fundering uitgevoerd worden (type radier, valse putten of palen, …). Deze worden dan verrekend in functie van de gegevens dewelke door de betoningenieur worden doorgegeven. Het is dus aangewezen dat de klant op voorhand een grondsondering laat uitvoeren. De kruipkelder onder de woning kan in optie worden genomen. 1.2.2 Fundering op staal en betonnen ondervloer op volle grond 1.2.2.1 Grondwerken De graszoden en losse teelaarde worden weggenomen tot op een diepte van maximum 20cm. Voor de fundering der buitenmuren en de dragende binnenmuren worden funderingssleuven gegraven tot de diepte van de draagkrachtige grond. In de prijsberekeningen wordt verondersteld dat deze zich bevindt op 1,00m onder de gekozen vloerpas, wanneer er dieper moet worden gegaan is dit een verrekening in meer. 1.2.2.2 Funderingszolen De aardingselectrode (weerstand 10 ohm, 35 mm², volgens technische reglementering van 1987) wordt aangebracht in de sleuven en naar boven gebracht ter hoogte van de teller. Hierna worden de sleuven volstort met ongewapend beton ( beton met 250 kg P30 cement per m³, en grove granulaten) op een hoogte van 60 cm en een breedte gelijk aan de breedte van de
2
uitgegraven sleuf (in principe 50cm voor de fundering der buitenmuren en dragende binnenmuren). Voor de puntlasten wordt steeds een aparte studie gemaakt en een aangepaste fundering voorzien. Indien er een kruipkelder voorzien is, zijn de funderingsvoeten 0,60 m x 0,30 m voor de buitenmuren en 0,50 m x 0,30 m voor de binnenmuren. 1.2.2.3 Metselwerk betonsteen Alle funderingsmetselwerk is voorzien in holle betonsteen, op een totale hoogte van 20 cm. De isolatie tegen opstijgend vocht wordt deskundig aangeduid op de technische details en de doorsnede. 1.2.2.4 Aanvulling, vochtscherm en vloerplaat Tussen de opgemetste funderingsmuren wordt een verdichte zandaanvoering aangebracht van maximaal 20 cm. Hierop komt een PVC-folie (dikte 0,1mm) met voldoende overlappingen om waterindringing te vermijden. De gewapende vloerplaat (beton 250 kg P30) is 12 cm dik, bevat wapeningsnetten 150/150/5/5 en fungeert als betonnen ondervloer. Deze draagt op de funderingsmuren. Voor een fundering met kruipkelder worden welfsels met een nuttige belasting van 350 kg/m² geplaatst boven de verluchte ruimte. 1.3. Rioleringen 1.3.1 Algemeen Bij de inplanting van het gebouw dienen de opdrachtgever en de architect rekening te houden met de hoogte van de openbare riolering waarop dient aangesloten te worden. Voldoende helling moet mogelijk zijn voor natuurlijke afvloeiing van de ganse riolering en eventuele draineringen. Het volledige rioleringsstelsel, bestaande uit buizen, moffen, bochten, T-stukken, Y-stukken, toezichtput en verzamelput met reukafsluiter, is een geassembleerd stelsel van bij elkaar horende kunststofelementen (PVC) BENOR gekeurd. De rubberen ringen in de aansluitstukken waarborgen een uitstekende dichting. De leidingen worden onder voldoende helling gelegd, voldoende diep (indien de diepte van het openbaar net dit toelaat) opdat na de uitvoering van de definitieve aanaardingen ze door de grond bedolven zouden zijn. Het rioleringsstelsel wordt aangelegd tot aan de rooilijn, maar niet aangesloten op het openbaar net. 1.3.2 Toezichtputje Er is één stuk voorzien. 1.3.3 Verzamelput met reukafsluiter Er is één stuk voorzien.
3
1.3.4 Klokrooster Er zijn twee klokroosters voorzien die meestal in de garage worden geplaatst. 1.3.5 Aansluitingsvoorzieningen Indien er wachtleidingen voor elektriciteit (met inbegrip van teledistributie en telefoon), water en eventueel gas zijn, worden deze voorzien tot aan de rooilijn en zal dit in de prijsopgave vermeld worden. 1.3.6 Septische put Gezien momenteel in vele gemeenten een septische put wordt verboden, wordt deze in onze basisofferte niet voorzien. De aangestelde architect voor de nieuwbouw zal dit navragen bij de technische diensten van de betreffende gemeente. Indien deze daar nog verplicht is, zal de septic in meerprijs worden verrekend, in dit geval beantwoordt deze aan de volgende technische beschrijving: Deze betonnen put is geprefabriceerd en bevat twee kamers. Hij beantwoordt aan de Ministeriële voorschriften. In de bovenwand is een mangat uitgespaard, dat wordt afgedekt met een betonnen deksel. De put zal ingegraven worden zodat het deksel onder het toekomstige maaiveld ligt. Inhoud:1500 liter. Voor de ingebruikname zal de klant ervoor zorgen dat deze put met water gevuld wordt.
LOT 2: RUWBOUW 2.1. Snelbouwmetselwerk voor de buitenmuren, de dragende – en niet-dragende binnenmuren De dragende constructie van het gebouw wordt uitgevoerd in snelbouwmetselwerk, zodanig dat na afwerking een vrije hoogte van circa 2,50 m beschikbaar is op het gelijkvloers en volwaardige verdiepingen en circa 2,40 m op dakverdiepingen; tenzij anders op de plannen vermeld. Het metselwerk is voorzien van de nodige uitsparingen, lintelen, balken en kolommen in gewapend beton, balken en kolommen in staal, muurblokken, spouwheken en alle bouwelementen die concreet noodzakelijk zijn. De spouw met isolatie en het ge velmetselwerk worden verder en apart beschreven. 2.2. Spouwmuurisolatie In de spouw van de buitenmuren wordt 6 cm mupan geplaatst, door toedoen van isolatieclips of isolatieblokjes aansluitend tegen het binnenspouwblad. Onderaan worden stootvoegen opgela ten voor evacuatie van spouwvocht en ventilatie van de spouw. Technische eigenschappen mupan: Gedrag bij vocht: niet capillair waterafstotend niet hygroscopisch
4
waterdampdiffusie = µ 1,2 De totale dikte van de spouw is dus 9 cm, zijnde 6 cm isolatie en 3 cm luchtspouw, zodoende wordt de totale muurdikte 33 cm. 2.3. Gevelwerk (parament) Het gevelwerk wordt uitgevoerd in een gemetste gevelsteen (waalvorm 65) naar keuze va n de bouwheer, HW: 0,20 Euro/stuk, andere formaten kunnen verrekeningen met zich meebrengen. Het gevelmetselwerk en het dragende binnenspouwblad in snelbouwsteen wordt verbonden door gegalvaniseerde spouwhaken welke doorheen de isolatieplaten worden geprikt. De vochtdoorgang van buiten naar binnen wordt verhinderd door de profilering (druipneus) in de spouwhaak langswaar het spouwvocht kan afdruipen in de luchtspouw. Deze plint kan op aanvraag van de opdrachtgever ongeveer 1 cm achteruitspringend worden gemetst, gebruik makend van een steen naar keuze van de opdrachtgever. De plinthoogte bedraagt meestal 6 lagen metselwerk. De stoot-en lintvoegen worden volledig met mortel gevuld, aan de buitenkant worden de voegen over een diepte van circa 2 cm uitgekrabd zodat de voegwerken degelijk kunnen worden uitgevoerd. Het paramentwerk wordt achteraf opgevoegd met een voeg naar keuze van de opdrachtgever, in het bestek is een grijze volplatte voeg voorzien. Het metselverband is halfsteens. Boven de vochtisolatie van de fundering (de Z-plooi) worden stootvoegen opgelaten langswaar het spouwvocht kan geëvacueerd worden. Waar nodig (o.a. hoge zijmuren), worden boven ramen, deuren en poorten vochtisolatie voorzien. De voegen tussen buitenschrijnwerk en gevelmetselwerk worden opgespoten met siliconen. 2.3.1 Lintelen Deze worden boven uitsparingen in het gevelmetselwerk geplaatst ter ondersteuning van het bovenliggende gevelmetselwerk. Zo worden boven rechthoekige uitsparingen steeds gegalvaniseerde hoekprofielen geplaatst (L- ijzers 80/80/8) met voldoende opleg op het naastliggende metselwerk en in gevolge van overspanningen van meer dan 2 m met gelaste doken aan de achterliggende constructie bevestigd en/of aangepaste profielsectie gebruikt, dit geldt ook in geval van strek – of koplagen. 2.3.2 Dorpels De raamdorpels en dorpels aan buitendeuren, schuiframen, vensterdeuren en poorten zijn in blauwe hardsteen, dikte 5 cm, afwerking is geschuurd. 2.4. Betonwerken Sectie en wapening van eenvoudige balken en kolommen worden berekend en uitgevoerd volgens de regels van de kunst. Een stabiliteitsstudie wordt door een gespecialiseerde betoningenieur gemaakt.
5
2.5. Stalen profielen Idem als 2.4. De stalen profielen binnenin de woning worden geverfd met een roestwerend product. De oplegging dient, indien nodig, te gebeuren op betonnen sloffen teneinde de belasting beter te verdelen op het metselwerk. 2.6. Betonnen verdiepingsvloer Voor de verdiepingsvloer worden geprefabriceerde betonnen welfels gebruikt. Met het oog op een constructief degelijke verdiepingsvloer, levert de architect een welfselplan af; de constructeur maakt dit over aan de studiedienst van de welfselfabrikant, die voor overlast van 250 kg/m² bepaalt welke welfsels, en indien nodig, welke bijwapeningen en betonnen druklagen, dienen voorzien te worden. Schuine kanten, randen en voegen worden ter plaatse opgegoten met beton. Boven de garage worden elementen met gladde onderzijde voorzien, elders met ruwe onderzijde. 2.7. Schouwen De schouwpijpen bestaan uit vuurvaste potten met een inwendige sectie van 20/20 cm of andere indien vermeld op het uitvoeringsplan. Het bovendaks gedeelte wordt dubbelwandig opgemetseld in gevelsteen en afgedekt met betonnen dekstuk. De aansluiting met het dak wordt met loodslabben dichtgemaakt. LOT 3: DAKCONSTRUCTIE EN DAKBEDEKKING 3.1. Gebruikte houtsoorten Voor de dakconstructie wordt timmerhout gebruikt, met name oregon of gedrenkte epicia. Dit timmerhout zal aan alle gangbare normen inzake vochtigheid, spleten, kwasten, hart, spint en dergelijke voldoen. Oregon wordt in tegenstelling tot ander naaldhout, niet gedrenkt omwille van zijn natuurlijke weerstand tegen schimmels en bacteriën. 3.2. Constructie De daktimmer voor de hellende daken wordt opgebouwd door middel van genagelde spanten, met sectie aangepast aan de overspanning en geplaatst maximaal om de 60 cm (hart op hart gemeten) volgens studie van de fabrikant. Tevens worden de nodige nokgordingen, kilkepers, trekkers, kettingen, kreupele stijlen, gordingen en windverbanden voorzien, elk met aangepaste sectie. De voet van de spanten wordt geplaatst op doorlopende muurplaten, die door middel van in het beton van de verdiepingsvloer ingegoten haken worden verankerd, terwijl de kreupele stijlen geplaatst worden op muurplaten die aan de verdiepingsbeton worden bevestigd. 3.2.1 Oversteken Wanneer het plan lange oversteken (breedte af te lezen op het plan) voorziet, bestaat de kroonlijst uit een spondeplank in massieve meranti en een bekleding van de onderzijde met
6
een weerbestendige multiplexplaat met merantifineer in de dwarse richting gegroefd (haaks op de gevel) en aangesloten tegen het gevelmetselwerk door toedoen van een geprofileerde sluitlat in massieve meranti. In optie kan de oversteek eventueel bekleedt worden met pvcaluminium planchetten of werzalit of dergelijk bekledingsmateriaal. 3.2.2 Dakkapellen (niet voorzien) Deze worden uitgevoerd zoals door de architect voorzien op het plan. Volgende onderdelen komen evenwel steeds terug: • keperwerk voor zijvlakken (sectie kepers in principe 4 cm breed x 12 cm hoog). • Isolatie van de zijvlakken door middel van 10 cm glaswol. • Afwerking van oversteken met spondeplanken in massieve meranti en onderzijdenbekledingen in gegroefde WBP –multiplex met merantifineer. • Afwerking van vlakken (zoals fronten en zijvlakken) met WBP – multiplex met groeven ( tenzij anders vermeld, zoals bv. Gemeste frontzijde) 3
.2.3 Dakvlakramen (2 stuks, afm.: 114 x 118) of zoals voorzien op plan.
Dakvlakramen (voor dakhellingen van 15° tot 85°) worden geplaatst overeenkomstig de maatvoering op het plan en voorzien verenigbaar met de gestandaardiseerde afmetingen van dergelijke ramen. Het betreft hier wentelende vensters met dubbele isolerende beglazing en ventilatieklep, van het merk Velux, type groep GGL. Deze dakvlakvensters zijn in massief Noors hout, kleurloos behandeld tegen schimmel en houtinsecten en beschermd door een buitenbekleding in omber- grijs gelakt aluminium, dubbele Veltrem beglazing; winddichtingen in neopreen, gootstukken aangepast met gegolfde of vlakke dakbedekkingmaterialen. Het venster bestaat uit een vast kozijn en een beweegbare kader voor: • verluchten • wentelen • reinigen
Voorkomen
De te passen dakpannen zijn vervaardigd uit microbeton. Ze zijn volledig vlak en voorzien van een dubbele goed passende zijsluiting met aan de onderzijde een in vlakken verdeeld windlabyrint. De onderkant van de pan is afgerond om een betere waterafvloeiing en
7
stormbestendigheid te bekomen. De oppervlaktekleur is de kleur van de ganse pan, vandaar de uitdrukking in de massa gekleurd. De oppervlakte is behandeld met een kleurloze vernis om de uitbloeiing van de pannen tegen te gaan. •
Hulpstukken
Alle hulpstukken nodig voor een perfecte afwerking zijn te voorzien. Deze zijn qua samenstelling, kleur en afwerking analoog aan deze van de bijhorende pannen. •
Waarborg
De pannen zullen door de fabrikant 30 jaar gewaarborgd worden op gebied van vorstvastheid en zullen voldoen aan de vereisten van het typebestek 104 Art. 02.30
LOT 4: ZINK – EN LOODWERKEN 4.1. Goten De geprofileerde hanggoten zijn voorzien in aluminium, op de tapgaten kunnen ronde of vierkante regenwaterafvoerbuizen in pvc worden aangesloten. Kilgoten: de vroeger beschreven kilgootbebording wordt uitbekleed met bladlood of zink. 4.2. Regenwaterafvoer De pvc regenwaterafvoeren zijn verkrijgbaar in witte (rond) of bruine (rond – vierkant) kleur en hebben een aangepaste sectie, ze worden bevestigd met pvc beugels in het gevelmetselwerk. De aansluiting onderaan met de rioleringsafvoer gebeurt door middel van een overgangsstuk in pvc. 4.3 Dichtingen Alle andere aansluitingen en dichtingen van metselwerk, dakwerk, dakdoorgangen voor schoorstenen, dakkapellen, lucarnes e.d. worden afgedicht met in het metselwerk ingewerkt loden slabben. LOT 5: BUITENSCHRIJNWERK 5.1 Materiaal Het buitenschrijnwerk is voorzien in meranti. De voegen tussen meranti en glas worden met siliconen opgespoten. Bewegende delen sluiten door middel van rubberen dichtingsbanen nauw aan tegen de vaste kaders. Het hangwerk is in functie van de gevraagde beweging van de diverse delen van het buitenschrijnwerk, zo kunnen vleugels draaiend (D) zijn, draaikip (DK), kippend (K) alleen, openschuivend (S), hefschuivend (HS) en/pf voorzien zijn afsluitbare verluchtingsstrips boven –of onderaan (in dit geval is dat duidelijk af te lezen van de gevelaanzichten op de plannen en opge nomen in de uitdrukkelijke voorzieningen van de detaillering van deze algemene beschrijving). De buitendeuren zijn voorzien van driepuntsluitingen met cilinderslot (met drie sleutels).
8
5.2. Beglazing Het buitenschrijnwerk bevat dubbel isolerend blank glas (4 mm glas, 12 mm spouw, 4 mm glas), K – waarde = 3 W/m²K. Diverse varianten zijn mogelijk in functie van het verhogen van de thermische, akoestische isolatie, zonnewering, afschermen tegen inkijken, inbraakbeveiliging, esthetisch, enz…. 5.3. Garagepoorten De garagepoorten zijn kantelpoorten op geleiders en bestaand uit een metalen kader, met geprofileerde staalplaat, blauwe kleur. 5.4. Modellen Maten en uitzicht van het buitenschrijnwerk worden afgelezen van de gevelaanzichten van het plan. Eventuele kleinhouten worden aan de binnen – en buitenzijde opgekleefd of tussen het glas geplaatst, naargelang de overeenkomst. Ramen met rondingen aan de buitenzijde, worden aan de binnenzijde steeds rechthoekig uitgewerkt. De op het plan vermelde afmetingen staan voor dagmaten (uitsparingen in het gevelwerk). Tevens wordt de zin der bewegingen van het buitenschrijnwerk aangeduid, bij gebreke aan deze vermelding zijn de ramen vast. LOT 6: BINNENAFWERKING 6.1. Dakisolatie Het dak wordt geïsoleerd door middel van 12 cm glaswol type spijkerflensdekens. De afstand tussen de spanten komt overeen met de breedte van de dakisolatie, terwijl de isolatie aan beide zijden spijkerflenzen heeft zodat de met nieten aan de houten spanten tegelijk kunnen worden bevestigd. De alu- folie dient als dampscherm en wordt aan de warmste zijde geplaatst. De glaswol volgt het gabarit van de verwarmde lokalen onder het dak en wordt achter de verticale steunen ook op de verdiepingsvloer geplaatst tot boven de buitenmuur met spouwisolatie. Tenzij andersluidende specificaties in de gedetaillering, wordt in geval van zolderruimten (de niet – afgewerkte en verwarmde lokalen onder het dak) de isolatie geplaatst volgens het inwendig dakgabarit of tussen de houten horizontale roostering, zodat de onderdakse ruimtes bruikbaar worden. 6.2 Plafonds en wanden in gipsafwerking Op de onderzijde van de spanten worden stucanetmatten aangebracht, met daarop een traditionele gipsbepleistering. De hoeken en aansluitingen met het metselwerk worden ingesneden zodat er zettingsmogelijkheden ontstaan. Krimpscheuren door het drogen van daktimmerhout en diverse uitzettingen van de materialen zijn niet uit te sluiten. Zie hieromtrent W.T.C.B Nieuwsbrief dd. 1995.
9
6.2.1 Bepleistering Alle muren en plafonds worden vakkundig gepleisterd. De basislaag wordt gespoten, waarbij na de nodige harding, bramen en oneffenheden worden verwijderd en de eindafwerking wordt aangebracht. Op alle buitenhoeken worden metalen beschermingsprofielen in gepleisterd op volle hoogte. Er worden geen pleisterwerken voorzien in kelders, garages en zolder. In de garage worden de muren opgevoegd achter de hand, de gladde onderzijde van de betonnen verdiepingsvloer blijft zichtbaar. De dakkanten van ramen en deuren in de garage worden mee uitgekist in multiplex. 6.3. Deuromlijstingen 6.3.1 Binnendeuren De binnendeuren op het gelijkvloers (of anders vermeld in de offerte) zijn houtnerfdeuren. Deze worden ongeschilderd geleverd en geplaatst met idem toebehoren van de voorgeplamuurde vlakke binnendeuren (zie hieronder). In alle overige lokalen worden voorgeplamuurde vlakke binnendeuren (om te schilderen) geleverd en geplaatst. Het hang – en sluitwerk bestaat uit: • paneelscharnieren • deurklink in aluminium • ingewerkt slot met sleutel het deurblad wordt afgehangen in een MDF – of mutiplexkassement, dat afgewerkt wordt met trapezium omlijstingen, eveneens om te schilderen. Voor de lokalen waar alleen chape is voorzien, wordt bij de plaatsing van de binnendeuren een speling gelaten van circa 1 cm tussen de onderkant van de binnendeur. 6.4. Trap naar verdieping De massieve trap wordt volgens de regels van de kunst vervaardigd uit 1° keus beuk of Aziatisch hardhout, type “open trap” of “gesloten” volgens plan. De overmeten breedte is bij benadering 90 cm en wordt uitgevoerd volgens de plannen. De trap wordt volledig opgemeten ter plaatste, bij de opmeting wordt het aantal treden bepaald alsook de helling en alle andere maten. LOT 7: ELEKTRICITEIT De installatie wordt uitgevoerd volgens het reglement op de elektrische installatie A.R.E.I. (KB van 10.03.1981, BS van 27.01.1981 en BS van 06.10.1981). De installateur staat in voor de volledige in werkingsstelling en regeling van de installatie. Indien de werken volledig voltooid zijn en wanneer de aannemer van oordeel is dat zij aanvaard kunnen worden, onderneemt hij de nodige stappen bij het keuringsorganisme zodat de installatie definitief kan gekeurd worden. De onkosten van aanvaarding zijn ten laste van de aannemer. De aansluitingskosten, aansluitkabel en eventueel andere benodigdheden (zoals bv. Tellerkast) op aanvraag van de elektriciteitsmaatschappij zijn ten laste van de bouwheer. Vertragingen in de bouwtermijn veroorzaakt door aansluitingen aan het openbaar net kunnen niet ten laste van de aannemer worden gelegd.
10
7.1. Lichtpunten en stopcontacten Omschrijving 3FA Inkomhal Wc/gelijkvloers Living Keuken 1 Slaapkamers Nachthall Badkamer Garage Zolder Kelder Was/bijkeuken Buiten
STA 1 6 6 2 1 2 1 1 1 1
LP1 1 1 1
1
LP2 2
BEL
TEL
TV
LS
1 1 1 1 1 1 1 1 1
1
1
1
2
2
LEGENDE: 3FA: STA: LP1: LP2: LS: TV: TEL:
driefazige aansluiting stopcontact met aarding lichtpunt enkele richting lichtpunt dubbele richting luidsprekeraansluiting (trekdraad) 1 draadloze buisleiding 1 draadloze buisleiding van verdeelkast naar plaats aan te duiden door de bouwheer.
7.2. Speciale leidingen Plaats aan te duiden door de bouwheer: • wasmachine • boiler • verwarming: 1 tweefazige leiding met aarding vana f verdeelkast naar C.V. ketel. Leiding thermostaat vanaf een aan te duiden plaats in de living naar de C.V. ketel, met de nodige bedrading. De zekeringskast met hoofdschakelaar, voorzien van de nodige automatische zekeringen zijn in de prijs inbegrepen. Elektrische voorzieningen voor de boiler worden door de elektricien geplaatst. Waar centrale lichtpunten voorzien zijn, worden stevige lusterhaken geplaatst. Leveren en plaatsen van verlichtingsarmaturen is niet voorzien. Leidingen in niet bezette plaatsen (o.a. garage) worden bovenop de muren geplaatst met de nodige bevestigingen. De elektrische installatie wordt als afgewerkt beschouwd na goedkeuring door de afgevaardigde van het controleorganisme : AIB, Vinçotte of andere. De bouwheer zal zelf tijdig zorgen voor de aansluiting (teller + kabel + toevoerleiding + werk).
11
7.3. Extra voorzieningen In de begeleidende offerte worden eventueel extra stopcontacten of ledige leidingen vermeld. LOT 8: BEVLOERINGEN 8.1. Dekvloeren Chape, ongeveer 7 cm dikte. Plaats: slaapkamers en overloop. 8.2. Tegelvloeren Te kiezen door de bouwheer in de vooropgestelde showrooms, rekening houdend met het gebruik en de eisen van de betreffende vloeren. Onderliggende buizen kunnen verhoging van de vloerpas veroorzaken. Vloeren: H.W.: 25 Euro/m² excl. BTW geleverd (tenzij anders vermeld). Plinten : H.W. : 3,71 Euro/m² excl. BTW geleverd. Plaats: living, keuken, hall, badkamer, wc In de garage wordt een tegel (H.W.: 14,87 Euro/m² excl. BTW) geleverd en geplaatst. 8.3. Raamdorpels binnen Keuze uit Travartin, Mokka, Carrara of Petit Granit. Breedte: 20 cm, gepolijst. 8.4. Plinten Stenen plinten: zie tegelvloeren 8.5. Faience In de basis zijn de muurtegels voorzien voor de badkamer, uitvoering tot plafondhoogte. Eventuele aanpassingen zijn vermeld in de offerte. Voorzien m²: 30m² Handelswaarde: 25 Euro/m² excl. BTW (tenzij anders vermeld in de offerte) door de bouwheer te kiezen in de vooropgestelde showrooms. LOT 9: SANITAIR 9.1. Sanitaire leidingen Steeds van voldoende doorsnede. Alle staande leidingen worden ingewerkt. Voor de aflopen wordt speciaal gelet op reukvrije dichtingen. In de niet – bepleisterde ruimten (garage) zullen de leidingen bovenop de muren geplaatst worden. Toevoerleidingen: koper Afvoerleidingen: PVC
12
9.2. Sanitaire toestellen Leveren en plaatsen van volgende toestellen: Omschrijving bad stuks 1
lavabo 2
wc 2
wast. 1
douche 1
Bidet
Volgende aansluitingen zijn eveneens voorzien: • boiler of doorstromer • centrale verwarming • gootsteen in de keuken • wasmachine sanitaire toestellen: H.W.: 2500 Euro excl. BTW te kiezen in de vooropgestelde showroom. 9.3. Warmwaterproductie Door middel van doorstromer 16 l (op gas) of een boiler van 100 l (elektrisch). LOT 10: CENTRALE VERWARMING 10.1. Temperaturen De verwarmingsinstallatie is berekend op volgende temperaturen bij een buitentemperatuur van – 10° C: • • • • •
hal 16° C living 24° C keuken 20° C badkamer 24° C slaapkamer 18° C
10.2. Elektrische verwarming 10.2.1 Algemene beschrijving Gecombineerd systeem van accumulatoren en convectoren op respectievelijk nacht – en dubbeluurtarief. De leidingen met aangepast vermogen worden van de teller naar de toestellen gebracht. Alle nodige automatische schakelaars zijn voorzien. De verlichting, stopcontacten en schakelaars zijn eveneens aangesloten op de dubbel uur tariefteller. 10.2.2 Toestellen - living:
* het vermogen en het aantal der accumulatoren wordt berekend naargelang het volume van de living. * thermostaat 13
- keuken:
* 1 accumulator naargelang het volume van de keuken * 1 thermostaat - overige woonvertrekken: elektrische convectoren met ingebouwde thermostaat. Of centrale verwarming op gas De installatie werkt op aardgas en omvat: - gaswandketel Gascondensketel van het wandtype met ingebouwde warmwatervoorziening, geschikt voor het functioneren op aardgas. De toestellen voldoen aan de normen NBN D06-001, D06-002 en D06-008a en zijn CE gekeurd in categorie I 2E (S) B. Het toestel wordt beveiligd en bestuurd met behulp van een microprocessorgestuurde branderautomaat (MCBA). De warmwatervoorziening bestaat uit een inox-voorraad, met 60 liter sanitair- zijdige waterinhoud. Voorzien is verder in een ingebouwde circulatiepomp, regel-en beveiligingsthermostaten. - leidingen en systeem Een pijpsysteem, uitgevoerd in buizen in naadloos koper met isolatie, type Wicu. De buizen worden zoveel mogelijk blind geplaatst. (De buizen in de kruipkelder worden geïsoleerd.) voorzien van de nodige hulpstukken, ontluchters en aflaatkraantjes. - Verwarmingselementen De radiatoren zijn van staalplaten voorzien van convectielamellen, volledig gelakt in standaardkleur. LOT 11: KEUKENINSTALLATIE De waarde van de keuken is 3718 Euro.
14
ALGEMENE BETALINGSVOORWAARDEN 1. Nieuwbouwaandeel ♦ Bij ondertekening van de verkoopsovereenkomst: 5% (studiekosten ) + BTW ♦ Naarmate de vordering der werken, in casu op volgende wijze: 20% na de funderingswerken minus het voorschot 15% bij plaatsen welving of roostering gelijkvloers 10% bij metselwerk 10% bij daktimmer 10% bij dakbedekking 10% bij plaatsen elektrische en sanitaire leidingen en plaatsen buitenschrijnwerk. 10% bij de pleisterwerken 5% bij vloerwerken 5% bij binnenschrijnwerk 5% bij de voorlopige oplevering en voor de overhandiging van de privé sleutels. 2. Algemeen Niet inbegrepen: - BTW - Ereloon architect - Ereloon veiligheidscoördinator - Aansluitingen nutsvoorzieningen - Werken niet vermeld in het lastenboek Opmerking: De meetstaat heeft voorrang op het klassieke lastenboek.
Opgemaakt te ……………………………, in twee exempla ren, waarvan één exemplaar aan de opdrachtgever wordt overhandigd.
Datum:…………………
De bouwheer …………………………
VERCOBO cv ……………………………
15