Verbond voor Opheffing van het Cannabisverbod
Onderwerp:
Brief coffeeshopbeleid minister Opstelten
Datum:
4 maart 2013
Geachte burgemeester, wethouders en raadsleden, Op 4 februari jl. heeft minister Opstelten van veiligheid en justitie de burgemeesters van alle coffeeshopgemeenten een brief gestuurd over het coffeeshopbeleid. Graag vragen wij uw aandacht voor de volgende knelpunten in het coffeeshopbeleid en voor het verzoek van de minister om plannen voor regulering van de cannabisteelt in te dienen. Handhavingsplan en I-criterium De minister vraagt de gemeenten allereerst een handhavingsplan in te dienen, omdat, schrijft hij, ‘het nieuwe coffeeshopbeleid immers niet vrijblijvend is’. Hiermee doelt hij op de toepassing van het I-criterium (toegangsverbod voor niet ingezetenen). Opmerkelijk, omdat de bestuursrechter Breda al op 17 januari 2013 heeft bevestigd dat burgemeesters niet verplicht zijn om het Ingezetenencriterium te handhaven. Citaat uit deze uitspraak (LJN: BY8753): ‘De rechtbank wil benadrukken dat verweerder op basis van artikel 13b van de Opiumwet een zelfstandige bevoegdheid heeft om handhavend op te treden en daarmee om beleid vast te stellen. Ten onrechte wekt verweerder in de onderbouwing van de wijziging van zijn beleid dan ook de indruk dat hij gehouden zou zijn om het in de Aanwijzing Opiumwet neergelegde Beslotenclubcriterium en Ingezetenencriterium over te nemen.’ Het Beslotenclubcriterium is inmiddels door het kabinet afgeschaft. Over het I-criterium loopt nog een rechtszaak en het merendeel van de coffeeshopgemeenten handhaaft dit criterium niet. Het VOC is altijd tegenstander geweest van het weren van niet-ingezetenen uit coffeeshops. Niet alleen omdat het een onnodige maatregel is die het illegale circuit stimuleert, maar bovenal omdat het een vorm van discriminatie is, die strijdig is met artikel 1 van onze Grondwet. Identiteitsbewijzen Als in uw gemeente het I-criterium wel wordt gehandhaafd is het van groot belang dat alle door de Nederlandse overheid afgegeven identiteitsbewijzen voldoen om, zonder uittreksel GBA of andere belemmering, de coffeeshop te kunnen betreden. Voor inwoners van Nederland met een buitenlandse nationaliteit zou dan -helaas- vooralsnog een bewijs van ingezetenschap moeten worden getoond in de vorm van een GBA uittreksel, bankafschrift of verzekeringsbewijs. Een uitspraak hierover van de rechtbank Maastricht wordt spoedig verwacht. Persoonsgegevens Bij coffeeshopcontroles geven ambtenaren regelmatig telefonisch de gegevens van de aanwezige bezoekers door, om hun woonplaats vast te stellen. Bij deze vorm van stigmatisering voelen coffeeshopbezoekers zich met reden in hun privacy bedreigd. Het is namelijk volstrekt
onduidelijk wat er met deze persoonsgegevens gebeurt. Onzekerheid hierover roept weerstand op, zoals we vanaf 1 mei 2012 in Zuid-Nederland hebben gezien. Zolang het registreren van persoonsgegevens verplicht was, bleven de coffeeshops vrijwel leeg en profiteerde het illegale circuit maximaal. Daar wordt immers niet moeilijk gedaan over leeftijd, ingezetenschap of scheiding tussen soft- en harddrugs en zien de klanten geen controlerende ambtenaren. Teeltplannen In zijn brief roept de minister gemeenten die de achterdeur / bevoorrading van coffeeshops willen reguleren op om hun plan vóór 1 april a.s. in te sturen. Deze deadline biedt de gemeenten in onze ogen geen mogelijkheid om met een gedegen voorstel te komen. De minister heeft zichzelf overigens tot 1 januari 2014 de tijd gegeven om een inventarisatie van de plannen aan de Tweede Kamer te sturen. Wij roepen u op om bij het ministerie aan te dringen op uitstel van de deadline voor het indienen van plannen voor regulering van de achterdeur. Transparante regulering van de cannabisteelt biedt grote voordelen voor de veiligheid en leefbaarheid, de volksgezondheid, de op meer wezenlijke taken te richten capaciteit van politie en justitie en de schatkist. Anders dan de minister blijft beweren, staan de internationale drugsverdragen zorgvuldige regulering niet in de weg. Zie hierover het recente artikel ‘Buitenland houdt wietteelt niet tegen’ uit Binnenlands Bestuur in de bijlage. Wij verzoeken u met klem de minister tijdig kenbaar te maken dat uw gemeente -in welke vorm dan ook- aan de slag wil met transparante regulering van de cannabisteelt. Daarbij hoort een duidelijke en redelijke regeling voor kleinschalige thuisteelt van een beperkt aantal planten voor persoonlijk gebruik. Het VOC heeft in 2011 een model ontwikkeld voor transparante regulering van de hele cannabisketen, dat u als bijlage aantreft. Voor desgewenste nadere informatie kunt u contact opnemen met Derrick Bergman, secretaris en woordvoerder van het VOC, via
[email protected] of 040-2572818. Met vriendelijke groet,
Henk Poncin Voorzitter VOC Nederland Lodewijk Napoleonplein 14 5616 BA Eindhoven Bijlagen: Brief minister Opstelten aan burgemeesters coffeeshopgemeenten d.d. 4 februari 2013 ‘Buitenland houdt wietteelt niet tegen’, Binnenlands Bestuur, 8 februari 2013 ‘Van gedogen naar handhaven: model voor een transparant en rationeel cannabisbeleid’
Ministerie van Veiligheid en Justitie
> Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Directoraat-Generaa' Rechtspleging en RechtshandhavIng Directie Veiligheid en Bestuur DVB/BA
Aan de burgemeester
Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheld.nl/venj
Contactpersoon Afdeling Bestuurlijke Aanpak T 070 370 34 40
Datum 4 februari 2013 Onderwerp Coffeeshopbeleid
Ons kenmerk 349190 Bij beantwOOrding de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak In uw brief behandelen.
Geachte burgemeester, Op 20 november 2012 bent u geïnformeerd over het gewijzigde coffeeshopbeleid en bent u uitgenodigd om, indien u daar behoefte aan heeft, in overleg te treden over uitvoeringsaspecten van het beleid (brief met kenmerk 324867).
Kader coffeeshopbeleid Ik hecht er aan het landelijke kader van het coffeeshopbeleid toe te lichten. Doelstellingen Doelstelling van het landelijke coffeeshopbeleid is om een einde te maken aan het «open-deur-beleid» van de coffeeshops. Dit om overlast en criminaliteit die verband houden met coffeeshops en de handel in verdovende middelen tegen te gaan. Coffeeshops moeten kleiner en meer beheersbaar worden gemaakt. De aantrekkingskracht van het Nederlandse drugsbeleid op gebruikers afkomstig uit het buitenland moet worden teruggedrongen. In het kader van het coffeeshopbeleid is daarnaast het doel om de zichtbaarheid van coffeeshops voor scholieren te verkleinen. Landelijk kader Het landelijk kader voor het Nederlandse gedoogbeleid wordt gevormd door de Opiumwet en de Aanwijzing Opiumwet van het Openbaar Ministerie. Op grond van de Opiumwet zijn zowel softdrugs als harddrugs verboden. Het gedoogbeleid voor coffeeshops houdt in dat er onder strikte voorwaarden - de AHOJGI-criteria 1 opgenomen in de Aanwijzing Opiumwet - niet strafrechtelijk zal worden opgetreden wegens de verkoop van op lijst 11 van bij de Opiumwet vermelde hennepproducten.
1 De gedoogcriteria (AHOJGI-criteria) zijn: A: Geen affichering; H: geen harddrugs; 0: geen overlast; J: geen verkoop aan jeugdigen en geen toegang voor jeugdigen tot een coffeeshop; G: geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie; I: geen toegang voor en verkoop aan anderen dan ingezetenen van Nederland
Pagina 1 van 3
Kopie
04/02/2013
Aanvulling gedoogcriteria met het ingezetenencriterium Het ingezetenencriterium maakt per 1 januari 2013 onderdeel uit van de Aanwijzing Opiumwet. Hiermee is het ingezetenencriterium onderdeel geworden van het landelijke gedoogbeleid coffeeshops. Uitgangspunt is dat de handhaving van het ingezetenencriterium op 1 januari 2013 start. Lokaal beleid Gemeenten maken zelf de keuze om coffeeshop(s) toe te laten of om een nulbeleid te voeren. Van gemeenten met één of meer coffeeshops wordt verwacht dat zij een lokaal coffeeshopbeleid en een bijbehorend handhavingplan opstellen. Het lokaal bestuur stelt het lokale coffeeshopbeleid - binnen het landelijke kadervast en voert de regie. De lokale driehoek vult het beleid concreet in en stelt prioriteiten bij de dagelijkse handhaving. Een handhavingsplan - waarbinnen het optreden van bestuur, politie en OM op elkaar aansluit en elkaar aanvult - is daarbij onontbeerlijk.
Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Veiligheid en Bestuur DVB/BA Datum 4 februari 2013 Ons kenmerk 349190
De handhaving van het ingezetenencriterium geschiedt in overleg met betrokken gemeenten en zo nodig gefaseerd, waarbij wordt aangesloten bij het lokale coffeeshop- en veiligheidsbeleid zodat er sprake is van lokaal maatwerk. Afstemming over lokaal maatwerk vindt plaats in de lokale driehoek. In elk geval zal er in dit verband afstemming plaatsvinden over het handhavingsplan, waarvan de handhaving van het ingezetenencriterium en de eventuele fasering daarvan een onderdeel moet zijn, evenals de maatregelen die verder worden getroffen in het kader van het coffeeshopbeleid. Uit het hierboven geschetste kader volgt dat van coffeeshopgemeenten wordt verwacht dat hun handhavingsplan ten minste aan de volgende voorwaarden voldoet: • het handhavingsplan is afgestemd in de driehoek; het handhavingsplan past binnen het landelijk kader; • • het handhavingsplan is in lijn met de doelstellingen van het landelijke coffeeshopbeleid .
Overleg met de Tweede Kamer over lokaal maatwerk De afgelopen maanden heb ik een aantal keer gesproken met de Tweede Kamer over het nieuwe coffeeshopbeleid. Ik heb tijdens het Algemeen Overleg met de Vaste Kamercommissie Veiligheid en Justitie d.d. 13 december 2012 toegezegd vóór januari 2014 de Tweede Kamer een overzicht te geven van het lokale maatwerk per gemeente. Daarnaast heb ik op 17 januari 2013 toegezegd de Tweede Kamer voor de zomer te berichten over de tussenstand hiervan. In het kader van deze toezeggingen nodig ik u uit om uw afgestemde handhavingsplan (inclusief handhavingsarrangement) in te sturen en/of hierover in overleg te treden met het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Ik verzoek u om mij uw handhavingsplan zo spoedig mogelijk en uiterlijk vóór 1 mei 2013 toe te sturen. Mocht u voor 1 mei 2013 nog geen geactualiseerd handhavingsplan voor handen hebben, dan verzoek ik u om een stand van zaken. Elk handhavingsplan zal afzonderlijk worden bekeken. Zoals hierboven is toegelicht, is het nieuwe coffeeshopbeleid immers niet vrijblijvend. Indien nodig treed ik met u in overleg. Uiteraard kunt u ook contact met ons opnemen als u bij de opstelling van het handhavingsplan vragen heeft, zie hiervoor de contactgegevens bovenaan deze brief. Pagina 2 van 3
Kopie
04/02/2013
Tot slot: cannabfsteelt Regulering of legalisering van cannabisteelt is in strijd met internationale verdragen (VN-verdragen en EU-recht) en de Opiumwet. Er is geen ruimte voor gemeentelijke initiatieven die daarvan afwijken. Ik heb bij het Algemeen Overleg op 13 december 2012 aangegeven plannen van gemeenten op het gebied van wietteelt op een rij te zullen zetten en van een juridisch kader te voorzien. Recente plannen van gemeenten die vóór 1 april 2013 bij ons bekend zijn zullen hierbij worden betrokken.
Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Veiligheid en Bestuur DVB/BA Datum 4 februari 2013 Ons kenmerk 349190
Ik vertrouw er op u met deze brief voldoende geïnformeerd te hebben. Indien u naar aanleiding van deze brief vragen heeft of voorafgaand aan de vaststelling van het handhavingarrangement behoefte heeft aan overleg over de uitvoeringsaspecten van het beleid kunt u uiteraard contact opnemen.
Veiligheid en Bestuur
Pagina 3 van 3
Kopie
04/02/2013
‘Opstelten, verschuil je niet achter internationale verdragen’ - Binnenla...
http://www.binnenlandsbestuur.nl/bestuur-en-organisatie/nieuws/buiten...
'BUITENLAND HOUDT WIETTEELT NIET TEGEN'
Wouter Boonstra
08 feb 2013
8 reacties
Nederlandse gemeenten kunnen gewoon beginnen met experimenteren met wietteelt, internationale verdragen bieden daarvoor voldoende ruimte. Dat stelt Jan Brouwer, hoogleraar Algemene Rechtswetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen. We hebben een voorbehoud gemaakt Volgens Brouwer, die ook directeur is van het Centrum voor Openbare Orde en Veiligheid, is Nederland helemaal niet zo gebonden aan de internationale VN-verdragen die in de jaren zestig en zeventig zijn afgesloten als minister Opstelten ons doet geloven. ‘We hebben destijds een voorbehoud gemaakt vanuit het opportuniteitsbeginsel, zodat het OM er op haar manier mee kan omgaan. Destijds was dat het begin van de gedoogpolitiek. We wilden er niet zoveel politiekracht tegen inzetten en hebben de scheiding tussen soft- en harddrugs aangebracht. Daarna is de kunstmatige softdrugsmarkt ontstaan. We hebben altijd gezegd: ons systeem houden we boven water.’ Verdragen bieden genoeg mogelijkheden Zelfs zonder het voorbehoud bieden de internationale verdragen genoeg mogelijkheden om experimenten met wietteelt door gemeenten toe te staan. ‘De Amerikaanse staten Colorado en Washington hebben marihuana onlangs na een referendum gelegaliseerd. Dat konden ze doen omdat in die verdragen staat dat als het eigen rechtsbeginsel, de eigen constitutie geweld wordt aangedaan, men mag afwijken van de verdragen. Colorado heeft in haar constitutie staan dat mensen boven de 21 recht hebben op cannabisgebruik. In Washington staat het in een basiswet. Landen nemen steeds meer afstand van de verdragen. Colombia zegde het verdrag de ene dag op om zich de volgende dag weer aan te melden, maar met het voorbehoud van cannabis. Je kunt veranderde omstandigheden aanvoeren als reden om met wietteelt te beginnen etcetera.’ Huidige beleid werkt niet Maar de minister van Veiligheid en Justitie is toch niet gek? Hij gebruikt het argument toch niet voor niets? ‘Opstelten kan moeilijk terugkeren op een ander standpunt. Maar zelfs Ybo Buruma van de Hoge Raad, toch niet een strafrechtgeleerde van het minste kaliber, is het met me eens.’ Het beleid van Opstelten zet ook geen zoden aan de dijk, legt Brouwer uit. ‘Hij 1 van 2
2-3-2013 16:13
‘Opstelten, verschuil je niet achter internationale verdragen’ - Binnenla...
http://www.binnenlandsbestuur.nl/bestuur-en-organisatie/nieuws/buiten...
zou de georganiseerde misdaad terugbrengen met het verbieden van verkoop aan buitenlanders, de wietpas en het ingezetenencriterium. We hebben het onderzocht en de verkoop daalt maximaal met 10 procent! Voor de teelt betekent het 5 procent minder en als je de straathandel erbij betrekt, houd je nog 2 procent over. Geweldig! Nu Amsterdam als grootste afnemer zich er niet meer aan hoeft te houden, blijft er niets over.’ Betere regulering in Amerikaanse staten Washington en Colorado zeggen het gebruik en de teelt van wiet nu veel beter te kunnen reguleren, weet Brouwer. ‘In Washington kunnen ze nu automobilisten onder invloed van drugs pakken, omdat ze zich niet meer achter een medische exceptie kunnen verschuilen. Het komt de verkeersveiligheid dus ten goede.’ Volgens Brouwer hoeft Nederland geen internationale instanties te vrezen als het met gereguleerde wietteelt begint. ‘Je hoeft alleen te zorgen dat het grensoverschrijdend weinig effect heeft. Dat hoeft niet meer te worden dan nu. De politie zegt dat 80 procent van de productie naar het buitenland gaat, maar dat is zwaar overdreven. 5 of 10 procent is reëler. Ze weten het eigenlijk ook niet.’ Tot een vergelijk komen met het OM Nederlandse gemeenten kunnen niet zomaar zelf beginnen met wietteelt en dan maar zien wat er gebeurt, waarschuwt Brouwer. ‘Je zult wel tot een vergelijk moeten komen met het Openbaar Ministerie. Als je gewoon begint, heb je toch een probleem, omdat het tegen de richtlijnen van het OM ingaat.’ Maar of het tot een vergelijk komt, is een kwestie van politieke wil. ‘En anders kunnen particulieren experimenteren met het gedogen van de teelt van vijf plantjes. In België combineren mensen dit in een ruimte. In Spanje gebeurt het ook. Het strafrecht houdt het niet tegen. Zoiets kan hier ook. En anders kun je de medische exceptie van stal halen. Maar het beste kun je dus de teelt reguleren, internationaal zullen ze geen bezwaar maken.’
GERELATEERDE ARTIKELEN 07-02
Burgemeester kan ‘wietcrèche’ niet sluiten
11-12
Raad Maastricht wil wiet voor buitenlanders
06-12
Opstelten tegen wietteelt door gemeenten
05-12
VVD Tilburg: stop met spekken van criminelen
29-11
Ook Rotterdam wil zelf wiet kweken
21-11
Leeuwarden: legale wietteelt onderzoeken
28-03
Utrecht gaat door met wietexperiment
15-02
Grote actie taskforce tegen Brabantse wietteelt
2 van 2
Bron: http://www.binnenlandsbestuur.nl/bestuur-en-organisatie/nieuws/buitenland-houdt-wietteelt-niet-tegen.8826413.lynkx. © Copyright 2013 Kluwer. Alle rechten voorbehouden.
2-3-2013 16:13
Van gedogen naar handhaven
Model voor een transparant en rationeel cannabisbeleid
VAN GEDOGEN Model voor een transparant
NAAR HANDHAVEN en rationeel cannabisbeleid
Taskforce Handhaving Cannabis juli 2011 ‘Er wordt hier een beetje schamper gedaan over de coffeeshop, maar de coffeeshop is een werelddoorbraak. Want het is het sterkste bewijs dat de hele drugsoorlog niet nodig is.’ (Raymond Dufour, voorzitter Stichting Drugsbeleid, TROS Nieuwsshow 3 juni 2011)
‘End the criminalization, marginalization and stigmatization of people who use drugs but who do no harm to others. Challenge rather than reinforce common misconceptions about drug markets, drug use and drug dependence. Encourage experimentation by governments with models of legal regulation of drugs to undermine the power of organized crime and safeguard the health and security of their citizens. This recommendation applies especially to cannabis, but we also encourage other experiments in decriminalization and legal regulation that can accomplish these objectives and provide models for others. Break the taboo on debate and reform. The time for action is now.’
(Report Global Commission on Drug Policy, juni 2011)
Inleiding De Taskforce Handhaving Cannabis (THC) is in de zomer van 2010 opgericht om een concreet en haalbaar model te ontwikkelen voor regulering van cannabis in Nederland. De taskforce bestaat uit consumenten, coffeeshopexploitanten, activisten en deskundigen. Door expertise en ervaring te bundelen hopen wij een bijdrage te leveren aan het debat over modernisering van het cannabisbeleid. Het cannabisbeleid is op het gebied van de volksgezondheid onmiskenbaar succesvol. De scheiding van markten is een feit, het gebruik van hard drugs ligt ver onder het Europees gemiddelde, evenals het aantal drugsdoden én het cannabisgebruik [1]. Het afzien van vervolging en de relatief eenvoudige verkrijgbaarheid van kleine hoeveelheden cannabis heeft niet geleid tot meer gebruik, maar wel tot aanzienlijk minder gevangenen en een inzichtelijke verkoop. De coffeeshop is uitgegroeid tot een unieke vorm van droge horeca, met een belangrijke sociale en voorlichtingsfunctie [2]. Het kabinet heeft op 27 mei 2011 een serie voorstellen gelanceerd om coffeeshops om te vormen tot besloten clubs. Deze clubs hebben een maximaal aantal leden die in Nederland moeten wonen, een verplichte clubpas en registratie van consumentengegevens. Bovendien moeten zij op minimaal 350 meter afstand liggen van scholen van voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. De THC karakteriseert deze maatregelen als contraproductieve symboolpolitiek. De échte problemen spelen immers niet aan de voordeur, maar aan de achterdeur: bij de aanlevering van de coffeeshop. Door de criminogene situatie aan de achterdeur te handhaven en tegelijk de drempel voor coffeeshopbezoekers enorm te verhogen creëert dit kabinet wat zij zegt te willen bestrijden: criminaliteit en overlast. Ondertussen blijven honderdduizenden consumenten verstoken van deugdelijke productinformatie over en controle op het roes middel van hun keuze. Wereldwijd klinkt de roep om een andere benadering van het fenomeen drugs steeds luider [3]. Het centrale inzicht achter deze roep: criminalisering van gebruik, productie en handel van roesmiddelen heeft geen effect op de omvang van het gebruik en veroorzaakt veel meer problemen dan deze middelen zelf. De war on drugs is op een hopeloos fiasco uitgedraaid en moet stoppen. Niettemin kiest onze regering voor een louter repressieve koers, die onvermijdelijk leidt tot verdere criminalisering van de consument en de cannabisbranche en meer winst voor het illegale circuit en criminele organisaties. De enige duurzame oplossing is evident én haalbaar binnen de internationale kaders: transparante en handhaafbare regulering van de cannabisteelt en de aanvoer naar de coffeeshops. De tijd is rijp voor échte oplossingen, zoals Gerd Leers benadrukte bij het tweede Cannabis Tribunaal op 3 mei 2010:
1
“We kunnen niet langer voortgaan op de huidige weg. Het moét anders. Dat hebben ook landen als Tsjechië, Spanje en Portugal begrepen. (…) Ik denk dat de tijd rijp is voor een Europa Conferentie: een conferentie van vooral een praktische aanpak. Niet van moraliseren en politiseren, maar van reguleren en implementeren. Ik zou u dan ook willen oproepen daar uw denkkracht op in te zetten.” Wij hebben Leers’ advies ter harte genomen, met dit model als resultaat. Anders dan de kabinetsplannen -waarvan nog maar zeer de vraag is of zij juridisch haalbaar zijnbiedt het THC model een oplossing voor de problemen die nu bestaan rond productie en distributie van cannabis. Eerdere versies zijn uitgebreid bediscussieerd, o.a. tijdens openbare debatten in het land [4] en bij het derde Cannabis Tribunaal. Een grote en diverse groep deskundigen en direct betrokkenen heeft aan de totstandkoming bijgedragen, doch de eindverantwoording ligt uitsluitend bij ondergetekenden. De Taskforce Handhaving Cannabis, Derrick Bergman (Vereniging voor Opheffing van het Cannabisverbod) Myranda Bruin (Vereniging Rotterdamse Coffeeshopondernemers) Marc Josemans (Vereniging Officiële Coffeeshops Maastricht) Joep Oomen (European Coalition for Just and Effective Drug Polices)
2
Principes van het THC-model Regulering van bezit en teelt voor persoonlijk gebruik •
•
•
Bezit van een beperkt aantal vrouwelijke cannabisplanten voor persoonlijk gebruik door meerderjarigen (18+) wordt niet vervolgd en deze planten worden niet langer ontnomen. Het aantal van vijf planten volgens de huidige aanwijzing Opiumwet kan hierbij het uitgangspunt zijn. Het bezit van een beperkte hoeveelheid cannabis voor persoonlijk gebruik door meerderjarigen (18+) wordt niet langer vervolgd en deze cannabis wordt niet langer ontnomen. In de Opiumwet is bezit tot 30 gram een overtreding; die grens kan ook in dit kader gelden. Burgers krijgen de mogelijkheid om in clubverband teelt voor persoonlijk gebruik te organiseren. Zij kunnen hun planten in een gemeenschappelijke kweekruimte grootbrengen en de oogst onder de leden van de club verdelen. Voor bijvoorbeeld medicinale gebruikers die vaak een hoger gebruik hebben, voor minima of in dunbevolkte gebieden is zo’n clubverband een adequate oplossing.
Normalisering van de coffeeshop • • • • • • •
3
Verkoop van cannabis is enkel mogelijk in coffeeshops. De hoeveelheid per dag per klant mag de maximale persoonlijke bezitshoeveelheid niet overschrijden. Coffeeshops mogen een voorraad aanhouden die gerelateerd is aan hun omzet. Dit is eenvoudig aantoonbaar en controleerbaar aan de hand van fiscale omzetgegevens. De coffeeshop blijft toegankelijk voor iedereen die minimaal 18 jaar is en zich kan legitimeren. Het afstandscriterium voor coffeeshops nabij scholen vervalt. Coffeeshops verplichten zich tot optimale toegangscontrole, uitsluitend met geldig identiteitsbewijs. Coffeeshops blijven zich inspannen om klanten gedegen voorlichting en deskundig personeel te bieden. Gemeenten krijgen ruimte voor een effectief spreidingsbeleid, afgestemd op lokale omstandigheden. Eventuele overlast kan zo beter worden tegengegaan. Ook landelijk zou spreiding effectief werken: nu heeft slechts 23 procent van de gemeenten coffeeshops [5] en is er dus veel binnenlands coffeeshoptoerisme. Betere spreiding beperkt dit en bevordert kleinschaligheid.
Gedoogontheffingen voor professionele teelt •
•
•
•
Voor aanvoer van coffeeshops gaat een systeem van gedoogontheffingen gelden. Een ontheffing is verplicht voor iedereen die meer planten teelt dan het toegestane aantal voor persoonlijk gebruik. De (lokale) overheid stelt redelijke veiligheid- en kwaliteitseisen aan deze ontheffing, inzake verantwoord gebruik van elektra, pesticiden etc. Doel is een veilige, transparante teelt en een ecologisch verantwoord eindproduct, zodat betrouwbare productinformatie kan worden gegeven. Controle gebeurt door bestaande instanties: brandweer, milieudienst, Voedsel en Waren Autoriteit. Het is essentieel dat de opgebouwde expertise bij telers behouden blijft; eerder opgelopen cannabis-gerelateerde veroordelingen mogen geen belemmering vormen voor het verkrijgen van een ontheffing. Met name medicinale telers beschikken over een schat aan kennis, die nu nauwelijks wordt benut. Telers met een gedoogontheffing mogen een voorraad gereed product aanhouden om calamiteiten op te vangen. Deze voorraad is gerelateerd aan hun omzet. Telers staan als regulier bedrijf ingeschreven en worden voor hun producten giraal betaald voor maximale transparantie en veiligheid.
Voordelen van het THC model •
•
•
•
•
Decriminalisering van de consument door duidelijke regels omtrent teelt en bezit van cannabis voor persoonlijk gebruik. Nu neemt de politie stelselmatig gebruiks hoeveelheden in beslag en criminaliseert zo nodeloos gewone burgers die geen overlast veroorzaken. Versterking van het consumentenrecht: consumenten krijgen toegang tot betrouwbare informatie over samenstelling en effecten en een gecontroleerd, verantwoord geteeld product. De (lokale) overheid kan eisen stellen aan de productie. Dat is enorme winst voor de volksgezondheid. Coffeeshops hebben nu nauwelijks zicht op teeltmethodes, pesticidengebruik etc. Een product dat honderdduizenden Nederlanders gebruiken is aan geen enkele controle onderhevig. Dat is onwenselijk en onverantwoord. Structurele ontlasting van politie en justitie. Teelt voor export en het illegale circuit blijft in het THC-model strafbaar. Bestrijding hiervan krijgt meer capaciteit en is effectiever als de hele coffeeshopketen transparant gereguleerd is. Het enige doelmatige wapen tegen illegale handel is een gereguleerd aanbod; dat is de belangrijkste les van de Amerikaanse Drooglegging (1922-1933). Fatsoenlijke regulering maakt cannabis veel moeilijker verkrijgbaar voor minderjarigen; het illegale circuit kent immers geen leeftijdsgrens en zeker geen scheiding van markten.
4
•
•
•
•
• •
•
•
•
5
Terugkeer naar een maximale aankoophoeveelheid van 30 gram per persoon per dag zal de aanloop bij coffeeshops fors verminderen. Hierdoor zullen ook de verkeersbewe gingen rond shops stevig afnemen: minder parkeeroverlast en minder milieubelasting. Om overloop naar het illegale circuit te voorkomen, biedt het systeem ruimte voor voldoende kwaliteit en variatie. De consumentenvraag en het marktmechanisme zijn leidend. Spreiding en herindeling zal leiden tot toename van het aantal shops en de gewenste kleinschaligheid bevorderen. Het aantal shops is sinds de jaren negentig meer dan gehalveerd; logischerwijs hebben de resterende shops het veel drukker gekregen. Herindeling is ook effectief tegen drugsrunners, die klanten benaderen tussen parkeerplaats en coffeeshop. Bij verhuizing kan direct naast de shop parkeerruimte worden gerealiseerd, zodat drugsrunners buitenspel staan. Uiteraard dienen er voor de lokale bevolking altijd voldoende centraal gelegen coffeeshops over te blijven; zij vervullen een belangrijke sociale functie en vormen na ruim drie decennia een geïntegreerd onderdeel van het uitgaanscircuit. Versterking van de voorlichtingsfunctie van coffeeshops. Deze zijn zeer geschikt gebleken om laagdrempelig informatie te verstrekken [6]. Concurrerende prijzen voor een gecontroleerd product. Gereguleerde wiet zal goed koper zijn dan de wiet die nu in coffeeshops ligt. De extra kosten van belastingen, elektra, beveiliging, personeel e.d. zijn lager dan het ‘risico-geld’ dat kwekers nu krijgen [7]. Bij gereguleerde productie hoeven op termijn geen cannabisproducten meer te worden geïmporteerd. Wel is een overgangstermijn nodig, zodat telers voldoende ervaring op kunnen doen. Ondertussen hanteert justitie het opportuniteitsbeginsel voor geïmporteerde cannabisproducten: een totaalverbod op deze producten is een directe impuls voor het illegale circuit. Regulering van de cannabisteelt levert een stevige structurele bijdrage aan de schatkist door belasting op cannabis en besparing van kosten voor bestrijding. Econoom Boermans becijferde een jaarlijkse combinatie van besparing en extra inkomsten voor de overheid van €850 miljoen [8]. Bij regulering van de achterdeur wordt nu nog illegale werkgelegenheid omgezet in legale werkgelegenheid met alle voordelen van dien. Reeds jaren verschaffen coffeeshops duizenden -veelal laag opgeleide- mensen een baan en leveren daarnaast indirect een positieve bijdrage aan de lokale economie door bestedingen van hun klanten buiten de coffeeshop aan brandstof, parkeergelden, aankopen en verblijfsuitgaven. In Maastricht zijn deze uitgaven berekend op 140 miljoen euro per jaar, goed voor 1617 fte aan werkgelegenheid [9].
Kanttekeningen bij het afstandscriterium Het afstandscriterium is een schoolvoorbeeld van contraproductieve symboolpolitiek. Ten eerste omdat minderjarigen nu al niet in coffeeshops mogen komen. In 2009 bedroeg het aantal geregistreerde overtredingen van het zogenaamde J-criterium (toegangsverbod jeugdigen) in alle Nederlandse coffeeshops samen zes [10]. Ten tweede is het zeer de vraag of cannabisgebruik onder jongeren samenhangt met de nabijheid van een coffeeshop. Uit onderzoek in Rotterdam blijkt dat sinds invoering van het 250 meter afstandscriterium in 2009 het cannabisgebruik noch het normbesef onder minderjarigen is veranderd [11]. Het cannabisgebruik onder Nederlandse jongeren ligt al jaren lager dan in andere EUlanden, waar geen coffeeshops bestaan. Van alle Nederlanders tussen 15 en 24 jaar heeft 11,4 procent in het laatste jaar cannabis gebruikt, in Frankrijk is dat 21,7 procent [12]. Daar komt bij dat slechts 23 procent van de Nederlandse gemeenten coffeeshops heeft, de overige 77 procent dus niet. Toch verschilt het cannabisgebruik van jongeren in gemeenten met en zonder coffeeshops nauwelijks. Een afstandscriterium is dus onnodig en zal meer kwaad dan goed doen. Een coffeeshop in de buurt van een school zal eerder voor meer controle (scooterdealers bij scholen worden weggehouden) zorgen. Harde handhaving van een afstandscriterium van 350 meter betekent sluiting van zeker de helft van het huidige aantal coffeeshops [13]. Daarmee zullen de resterende shops alleen maar vaker worden bezocht en wordt grootschaligheid bevorderd, precies het tegenovergestelde van wat het kabinet beoogt.
Kanttekeningen bij de ‘wietpas’ De langverwachte uitspraak van de Raad van State van 29 juni jl. heeft niet de duidelijkheid gebracht waarop was gehoopt. De Raad van State gedoogt het discrimineren van nietingezetenen alleen als er aantoonbare overlast is door drugstoerisme, voor de duur van die overlast en alleen als die overlast met andere, minder zware maatregelen niet te bestrijden is. Duidelijk is in ieder geval dat dit vonnis geen juridische vrijbrief is voor landelijke invoering van een wietpas. Een verplicht pasjessysteem zal voor de meeste coffeeshopbezoekers een onacceptabele drempel betekenen [14]. Zij vragen zich terecht af waarom zij zich voor de aankoop van cannabis moeten registreren, terwijl alcohol en tabak -middelen die veel hoger scoren op de wetenschappelijke rangschikking naar schadelijkheid [15]- vrijelijk verkrijgbaar zijn. Permanente registratie zal veel consumenten het gevoel geven dat zij geen consumenten zijn, maar patiënten of delinquenten. Verwacht mag worden dat een aanzienlijk deel van de huidige coffeeshopbezoekers zal kiezen voor het illegale circuit om het pasjessysteem te omzeilen. Dat circuit zal dus groeien, met alle gevolgen van dien: ongecontroleerde productie, overlast van drugsrunners, scooter- en huisdealers, vermenging van de markten voor hard en soft drugs, ruimere beschikbaarheid van drugs voor jongeren etc. 6
Met de gecombineerde invoering van een ruimer afstandscriterium en een wietpas speelt de overheid criminelen in de kaart. De gewone burger betaalt de prijs: meer overlast in de buurt, meer criminaliteit, grotere risico’s voor de volksgezondheid en honderden miljoenen belastinggeld voor de falende handhaving van het onnodige en onhoudbare cannabisverbod.
Kanttekeningen bij de beeldvorming rond cannabis en coffeeshops De vermeende risico’s van een hoog THC-gehalte in Nederlandse wiet hebben de laatste jaren ruime aandacht gekregen. De beeldvorming als zou dit THC-gehalte leiden tot schooluitval, onhandelbaar gedrag van jongeren en psychische problemen bij gebruikers, heeft geleid tot een ronduit vijandig klimaat jegens coffeeshops en cannabis. Sommige politici pleiten inmiddels voor afschaffing van het wettelijk onderscheid tussen soft en hard drugs en daarmee liquidatie van het coffeeshopbeleid. De uitdrukking ‘het kind met het badwater weggooien’ is hier van toepassing. Het is ronduit voorbarig om cannabis of THC aan te duiden als oorzaak van psychische problemen bij jongeren, bijvoorbeeld gezien de recente wetenschappelijke inzichten over de rol van cannabidiol (CBD) bij het effect van cannabis. CBD, een van de ruim zestig verschillende cannabinoïden die de plant naast THC bevat, blijkt de ontwikkeling van psychoses juist af te remmen [16]. Helaas lijkt elke nuance te zijn verdwenen uit de discussie over de gezondheidsrisico’s van cannabis en het maatschappelijke nut van coffeeshops. Feiten spelen een ondergeschikte rol in het cannabisdebat dat -zowel in de media als in de politiek- wordt beheerst door emotie en niet onderbouwde aannames. De repressieve zero tolerance koers van het kabinet is des te opmerkelijker nu de internationale steun voor decriminalisering van cannabis en beëindiging van de war on drugs groter is dan ooit tevoren. In een essay in het Nederlands Juristen Blad [17] schreef criminoloog en drugsdeskundige Tim Boekhout van Solinge over deze paradox: “Welbeschouwd is het gek dat uitgerekend Nederland met zijn coffeeshops de juridische mogelijkheden tot minder illegale wietteelt niet bestudeert. Dit kan worden verklaard door de wet van de remmende voorsprong. Nederland liep voorop met zijn niet-punitieve drugsbeleid maar is daar na buitenlandse kritiek en conservatieve politiek van teruggekrabbeld, met als gevolg dat het nauwelijks nog nadenkt over hoe het beleid verder en beter kan. (…) De politieke onwil om pragmatisch -en dus niet ideologisch- na te denken over de wijze waarop de overheid kan interveniëren in deze vooralsnog volledige illegale markt, al dan niet via een regulering van het cannabisaanbod, is de belangrijkste reden dat er nog zo veel cannabiscriminaliteit is. Het standpunt drugs te verbieden ter bescherming van volk en vooral jeugd is in feite criminogeen. Het voedt criminaliteit en houdt georganiseerde misdaad in stand.” 7
Praktische haalbaarheid van het THC model Het meest gehoorde argument tegen regulering van de cannabisteelt betreft de vermeende onverenigbaarheid met de internationale drugsverdragen die Nederland heeft ondertekend. Gesteld wordt dat elke vorm van experiment of regulering strijdig is met deze verdragen. Dit is niet juist: de relevante VN-verdragen geven lidstaten expliciet ruimte om voor ‘geneeskundige en wetenschappelijke doelen’ af te wijken van de verdragsverplichtingen. Wat de Europese Unie betreft: nog in december 2010 verklaarde Dana Spinant, hoofd van de Anti-Drug Policy Coordination Unit van de Europese Commissie, dat de verantwoordelijkheid voor regulering van de binnenlandse cannabismarkt volledig bij de EU-lidstaten zelf ligt [18]. Voormalig eurocommissaris voor justitie Frattini liet zich in 2005 in soortgelijke bewoordingen uit: “Het drugsbeleid is een zaak van de lidstaten zelf… Ieder land mag zijn eigen drugsbeleid voeren, maar ze moeten wel de grensoverschrijdende effecten bestrijden, zoals de smokkel in drugs.” [19]
Stappenplan De Nederlandse regering kan het volgende stappenplan bewandelen om een wettelijke regulering van de cannabisteelt te bewerkstelligen zonder internationale verdragen te schenden. • De politieke wil om cannabis niet langer te verbieden maar te gaan reguleren, zal uitgaan van het volksgezondheidsargument. De regering kan beginnen een advies te vragen aan de Raad voor de Volksgezondheid over de vraag of het wenselijk is om cannabisteelt uit de illegaliteit te halen. •
Een positief advies leidt tot stap twee: een wetenschappelijk experiment met een gereguleerde kwekerij voor een aantal coffeeshops. Zo’n experiment is mogelijk binnen het kader van het huidige VN-verdrag waarin immers staat (Artikel 4, onder c) dat elk land zich ertoe verplicht om de productie, de vervaardiging, de in- en uitvoer, de afgifte van, de handel in, het gebruik en het bezit van verdovende middelen uitsluitend tot geneeskundige en wetenschappelijke doelen te beperken.
•
Vervolgens dient Nederland, liefst samen met andere EU-landen als Spanje, Portugal, Tsjechië en België, een procedure op te starten bij de VN om cannabis van Lijst 1 te halen. Op dat moment begint een lange periode van discussie, waarin geen besluit zal vallen. Tijdens deze periode kan Nederland gewoon zijn eigen stappen zetten, zolang het kan uitleggen dat die stappen zijn gebaseerd op wetenschappelijk inzicht, nodig zijn voor de volksgezondheid en dat men export blijft bestrijden.
•
Als Nederland en andere landen niet in staat blijken het VN-verdrag in deze zin te wijzigen, zou Nederland dit VN-Verdrag kunnen opzeggen, en onmiddellijk daarna opnieuw kunnen ondertekenen onder voorbehoud van ter zake doende artikelen. [20]
8
•
•
Om aan iemand het recht te verlenen cannabis te kweken voor niet wetenschappelijke of medicinale doeleinden moet artikel 3 van de Opiumwet, waarin dit nu verboden wordt, worden gewijzigd. De minister van volksgezondheid dient de mogelijkheid te krijgen ontheffingen te verlenen ten behoeve van gereguleerde cannabisteelt voor andere dan bovenstaande doeleinden. Ondertussen kan voor geïmporteerde cannabisproducten het opportuniteitsbeginsel -dat stelt dat de officier van justitie niet verplicht is te vervolgen, de juridische grondslag voor het huidige gedogen- worden gehandhaafd. De noodzaak voor deze constructie vervalt zodra het cannabisverbod internationaal wordt opgeheven.
Hoe nu verder? De ontwikkeling van ons cannabisbeleid is op een cruciale tweesprong beland. De belang rijkste vragen die beantwoord moeten worden: laten we de teelt en groothandel van cannabis in de toekomst over aan criminelen of gaan we eindelijk reguleren? Kiezen we voor controleren of criminaliseren? Kiezen we voor cannabisverkoop op straten, schoolpleinen en vanuit woonhuizen of verkoop in de veilige en vertrouwde omgeving die de coffeeshop nu nog is? Willen we meer overlast of meer overzicht? Zero tolerance zonder zinvol effect of harm reduction met minder overlast en criminaliteit? Het THC model is een eerste aanzet voor pragmatische en rationele regulering van cannabis in Nederland. Het model berust op expertise en ervaring van direct betrokkenen, beschikt over een ruim draagvlak en is praktisch uitvoerbaar en haalbaar. Zolang ons land grootschalige export blijft bestrijden, is er voldoende ruimte om ons cannabisbeleid te moderniseren. De onmiskenbare trend richting decriminalisering van cannabis in Portugal, Tsjechië, België, Spanje, de VS, en Zuid-Amerika is een steun in de rug voor Nederlandse politici met lef en visie bij het nemen van hun verantwoordelijkheid.
9
Noten: 1] ‘Evaluatie van het Nederlandse drugsbeleid’, WODC/Trimbos Instituut, 2009, tabel 5.1, pag. 70. Het recent (laatste jaar) gebruik van cannabis in alle 27 EU-landen bedraagt 7 procent, in de EU-15 landen plus Noorwegen 7,5, in Nederland 5,4, in Australië 9,1, in de VS 10,1 en in Canada 15,4 procent. In de drugsnota van 2000, ‘Het pad naar de achterdeur’, concludeert het ministerie van justitie: ‘Veruit het grootste deel van de cannabisgebruikers [stopt] voor hun dertigste met het gebruik zonder ooit harddrugs te hebben gebruikt’. 2] Zie hierover bijvoorbeeld: ‘Sociale functies van 115 Amsterdamse coffeeshops’, Adviesburo Drugs, 1994. Socioloog en emeritus hoogleraar milieukunde Egbert Tellegen schrijft in ‘Het utopisme van de drugsbestrijding’ (Mets & Schilt, 2008): ‘De unieke Nederlandse uitvinding van de coffeeshop had allang uitgeroepen moeten worden als de belangrijkste Nederlandse sociale innovatie van de afgelopen halve eeuw.’ 3] Het rapport van de Global Commission on Drug Policy, verschenen op 1 juni 2011, is in dit verband een historische doorbraak. Negentien voormalige wereldleiders, Nobelprijswinnaars, diplomaten en top-ondernemers (o.a. Kofi Annan, Javier Solana en Richard Branson) roepen de huidige politieke leiders op te erkennen dat de war on drugs een fiasco is en te kiezen voor decriminalisering, regulering en harm reduction in plaats van repressie. 4] De taskforce organiseerde in 2011 debatten in Amsterdam (5 februari), Eindhoven (26 februari), Leeuwarden (5 maart) en Den Haag (21 maart). Tijdens het derde Cannabis Tribunaal, op 16 mei 2011, presenteerde de taskforce een samenvatting van het model waarin de reacties en suggesties tot dan toe waren verwerkt. 5] ‘Coffeeshops in Nederland 2009′, Intraval, Bureau voor Onderzoek & Advies, oktober 2010. 6] Sinds de Bond van Cannabis Detaillisten in 1997 jaar eerste viertalige voorlichtingsfolder uitbracht heeft de branche in toenemende mate haar verantwoordelijkheid genomen op dit gebied. Veel coffeeshops bieden naast folders over veilig en verantwoord cannabisgebruik ook flyers van het Trimbos Instituut aan. 7] Zie voor een berekening: Nebahat Albayrak, Boris van der Ham, Gerd Leers e.a.: ‘Manifest van Maastricht: experiment voor het reguleren van de teelt en handel van softdrugs’, december 2005. Sinds de verschijning van dit manifest zijn de prijzen van cannabis aanzienlijk gestegen. 8] Martijn Boermans: ‘An economic perspective on the legalisation debate: the Dutch Case’, Amsterdam Law Review, 22 oktober 2010 10
9] ‘De betekenis van het bezoek aan coffeeshops voor de Maastrichtse economie’, OWP Research, oktober 2008. 10] ‘Coffeeshops in Nederland 2009′, Intraval, Bureau voor Onderzoek & Advies, oktober 2010. 11] ‘Monitor Coffeeshopbeleid Rotterdam’, Intraval, Bureau voor Onderzoek & Advies, september 2010. 12] Jaarverslag 2009 Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugsverslaving, Tabel GPS-8. 13] Ward Wijndelts: ‘Zo verdwijnen de meeste coffeeshops’, NRC/Handelsblad, 4 januari 2011. Uit eigen onderzoek van de krant bleek dat in Amsterdam 187 van de 223 coffee shops zouden moeten sluiten bij invoering van een afstandscriterium van 350 meter. Landelijk zou 57,9 % van alle coffeeshops dicht moeten. 14] Op 22 juni 2011 verscheen een onderzoek over de wietpas i.o.v. de gemeente Amsterdam, waarvoor 1214 coffeeshopbezoekers en 66 exploitanten werden geïnterviewd. Slechts 30 procent van de geïnterviewden bleek van plan een wietpas aan te schaffen; een kwart gaat zelf kweken of kopen bij een kweker, een kwart kiest voor idalers of thuisbezorging. www.amsterdam.nl/gemeente/college/burgemeester/persberichten/resultaten/ 15] Van Amsterdam, Opperhuizen, Koeter, Van Aerts en Van den Brink: ‘Ranking van drugs. Een vergelijking van de schadelijkheid van drugs’, RIVM, 2009. In deze ranking staat alcohol op de derde plaats, tabak op de vierde en cannabis op plaats elf. 16] Zie bijvoorbeeld: Morgan, Gráinne Schafer, Freeman, Curran: ‘Impact of cannabidiol on the acute memory and psychotomimetic effects of smoked cannabis: naturalistic study’, British Journal of Psychiatry (2010) 197: 285-290. 17] Tim Boekhout van Solinge: ‘Het Nederlands drugsbeleid en de wet van de remmende voorsprong’, Nederlands Juristen Blad nummer 40, 22 november 2010. 18] Spinant deed haar uitspraken tijdens een speciale hoorzitting over regulering van cannabis en andere drugs in het Europees Parlement op 8 december 2010. 19] Bert Lanting: ‘Mijn eerste zorg is het bestrijden van de drugssmokkel’, De Volkskrant, 4 mei 2005 20] Op 24 juni 2011 hield Pablo Solon, de Boliviaanse ambassadeur bij de Verenigde Naties, een persconferentie in New York over de terugtrekking van zijn land uit het Enkelvoudig Verdrag inzake Verdovende Middelen van 1961. Op 1 januari 2012 zal Bolivia uittreden en op dezelfde dag het verdrag opnieuw ondertekenen, onder voorbehoud van een aantal artikelen. Bron: http://boliviaun.net/cms/?cat=4
11
Website Vereniging voor Opheffing van het Cannabisverbod: www.voc-nederland.org
Dank Een groot aantal mensen heeft mee gedacht, mee gediscussieerd of anderszins bijgedragen aan de totstandkoming en verfijning van het THC-model.
Thanasis Apostolou Hans Baerveldt André Beckers Ciel Bergman-Hehemann Jeroen Bos Wernard Bruining Richard Cowan Ben Dronkers Raymond Dufour Hans van Duijn Leo Hasz
Adriaan Jansen Martin Jelsma Bianca van Kaathoven Hendrik Kaptein Hester Kooistra Darpan van Kuik Lisa Lankes Gerd Leers August de Loor Nicole Maalsté Jan Atze Nicolai
Maarten van Ooijen Freek Polak Henk Poncin Paul Schenderling René Slikker Egbert Tellegen Bart Vollenberg Michael Veling Ibrahim Wijbenga Jackie Woerlee Koos Zwart
© Taskforce Handhaving Cannabis, juli 2011
12
Website Vereniging voor Opheffing van het Cannabisverbod www.voc-nederland.org Website Landelijk Overleg Coffeeshopbonden www.locnederland.nl