Inleiding tot het economische recht Contactpersoon:
[email protected] woensdag 17/10/2012
Verbintenissenrecht: inleiding Verbintenis = op objectief recht gesteunde rechtsband tussen twee of meer partijen waarbij de ene partij een vorderingsrecht verleent op een prestatie van de andere partij Verbintenissen ontstaan uit: - rechtshandelingen - rechtsfeiten - anderen Controle via: - wet/rechtspraak rechtsgevolgen vast aan de gedragingen Schuldeiser: degene die het vorderingsrecht verleent Schuldenaar: degene die een prestatie moet leveren Prestatie: = in geld waardeerbaar en via recht afdwingbaar - iets geven: overdracht zakelijk recht op bepaald geïndividualiseerd goed of eigendomrecht - iets doen: leveren van prestatie of overdracht niet-individueel bepaalde zaak (iets leveren/bewaren) - iets niet-doen: verbod op bepaalde gedragingen (voorbeeld: geheimhoudingsplicht)s
Verbintenissenrecht: soorten verbintenissen Voorwaardelijke verbintenissen = een voorwaarde is een toekomstige/onzekere gebeurtenis waarvan de uitwerking of het tenietgaan van een verbintenis afhangt (Art. 1168 BW) Opschortende voorwaarde (Art. 1181 BW) = als de uitwerking v/e verbintenis afhangt van het al dan niet voldoen aan de voorwaarde Uitleg: er is reeds een verbintenis, maar die gaat pas door wanneer aan de voorwaarde is voldaan = niet voldoen aan de voorwaarde --> geen uitwerking Ontbindende voorwaarde (Art. 1179 BW/Art. 1183 BW) = bij realisatie van de voorwaarde, stopt de verbintenis = onmiddellijke werking, blijft gelden tot ontbindende voorwaarde wordt voldaan -> indien dit gebeurd, terugwerkende kracht tot dag dat verbintenis werd afgesloten Voorbeeld: - sponsoringovereenkomst dat stopt wanneer de sporter op doping wordt betrapt - verkoop v/e goed dat enkel doorgaat wanneer de bouwvergunning bekomen wordt
Potestatieve voorwaarde = maakt een contract ongeldig want de voorwaarde ligt bij één partij --> die partij kan beslissen of hij verbintenis nakomt Voorbeeld: TV laten zien als ik zin heb ! Zuiver potestatieve voorwaarden zijn nietig (Art. 1174 BW) = wanneer de realisatie volledig v/d wil volledig v/d schuldenaar afhangt (hij belooft nl. niets bindend) Potestatieve voorwaarden die afhangen van de schuldeiser zijn wel geldig Potestatieve ontbindende voorwaarden zijn ook geldig Toevallige voorwaarde = partijen hebben geen invloed op hun eigen realisatie Voorbeeld: - indien het morgen regent, moet u niet komen trainen Niet-realiseerbare voorwaarde = een voorwaarde die onmogelijk is Voorbeeld: - als Pasen op een maandag valt (altijd zondag) Ongeoorloofde voorwaarde = kan men pas realiseren mis inbreuk op openbare orde of goede zeden = nietig (Art. 1172 BW) Verbintenissen op termijn = verbintenis die afhangt van toekomstige en zekere gebeurtenis --> opeisbaarheid en teniet kunnen gekoppeld aan tijd zijn Vast: tijdstip van gebeurtenis is bekend Voorbeeld: bij Kerstmis krijg je nieuwe jurk Onvast: tijdstip van gebeurtenis is onbekend Voorbeeld: bij overlijden krijgen nabestaanden 25.000 euro Twee grote soorten: Verbintenis van opschortende termijn = recht ontstaat, maar pas opeisbaar van bepaald tijdstip Voorbeeld: Aangaan van lening -> terugbetaling is pas opeisbaar vanaf bepaald tijdstip Verbintenis van ontbindende termijn = realisatie van ontbindende termijn stopt de overeenkomst
Meerdere schuldenaars of schuldeisers 1 schuldeiser of schuldenaar = schuldeiser mag volledig prestatie opeisen = schuld is ondeelbaar Meerdere schuldeisers of schuldenaars = deelbaar = elke schuldeiser kan slechts zijn deel opeisen en elke schuldenaar is slechts zijn deel verschuldigd Hoofdelijke opdeelbaarheid (Art. 1197 - 1125 BW) = verbintenis bevat meerdere subjecten die ieder tot het geheel verantwoordelijk kunnen worden gehouden (Art. 1202 BW) Passieve hoofdelijkheid = schuldeiser kan van elke v/d schuldenaars de nakoming v/d volledige prestatie (van alle schuldenaars) opeisen ! MAAR: de ene betaler kan wel regres op medeschuldenaars uitoefenen (Art. 1213 BW) Waarom passieve hoofdelijkheid: - risico op insolvabiliteit v/e schuldenaar afwentelen op andere schuldenaars Hoofdelijkheid gaat niet over op erfgenamen (wel kunnen ze individueel opdraaien) Art. 1209 - 1205 BW Resultaats- en inspanningsverbintenissen Inspanningsverbintenis = schuldenaar verplicht zich ertoe inspanning te leven met oog op het te behalen resultaat = schuldenaar slechts aansprakelijk indien hij onvoldoende inspanning leverde (schuldeiser moet dit kunnen aantonen) Voorbeeld: beroep doen op een advocaat, advocaat verbindt zich ertoe inspanning te leven om het proces te winnen, maar beloofd verbindt zich niet tot het feit dat hij ook effectief gaat winnen. Resultaatsverbintenis = schuldnaar verplicht om het beoogde resultaat te bereiken = schuldenaar aansprakelijk indien het resultaat niet is bereik BEHALVE: - indien hij geen schuld treft (overmacht) Voorbeeld: beroep doen op advocaat, proces verliezen, advocaat vergeet hoger beroep tijdig in te lassen, hierdoor definitief verloren. Advocaat is aansprakelijk (hij heeft het beoogde resultaat van in hoger beroep te gaan niet bereikt door zijn eigen fout). MAAR: advocaat moet enkel verlies v/d kans vergoeden
Verlies v/d kans Stel proces voor 1 miljoen en door laattijdigheid van advocaat verloren. De cliënt kan niet aantonen dat hoger beroep winst had geleverd en aldus de 1 miljoen. Advocaat moet niet de 1 miljoen vergoeden, maar wel het verlies v/d kans. Als de kans op winst bv. 1/10 was (rechter bepaald kans), dan zal de advocaat 100.000 euro schadevergoeding moeten ophoesten. Garantieverbintenis: = resultaatverbintenis waarbij de schuldenaar aansprakelijk blijft in alle gevallen, zelfs bij overmacht (overmacht is geen verweer meer bij eventueel niet nakomen)
Contractuele sfeer met uitvoeringsagent (drie partijen) EXAMEN Schetsing van de situatie (voorbeeld) Stel een klant vraag de advocaat om hoger beroep in te dienen. De advocaat bevestigt dat hij dit zal doen en draagt deze taak op aan zijn secretaresse (uitvoeringsagent). De secretaresse slaagt er niet in om het hoger beroep tijdig in te dienen (zonder dat er overmacht in het spel zit). Wie is aansprakelijk t.o.v. de klant WEL: Advocaat (contractpartij) = contractpartij is aansprakelijk voor het doen/laten van de uitvoeringagent NIET: Secretaresse (uitvoeringsagent) = sloot geen contract af, niet contractueel aansprakelijk t.o.v. de klant = niet buiten contractueel aansprakelijk (zelfs wanneer ze zich niet gedraagt als bonus pater familias) = beschermt t.o.v. de klant door - Art. 18 WAO - Uitvoeringsagent-immuniteit = extra bescherming voor uitvoeringsagent, voor niets buiten contractueel aansprakelijk, buiten bij het plegen van een misdrijf (bv. lichamelijke schade) Wie is aansprakelijk t.o.v. de advocaat WEL: Secretaresse (uitvoeringsagent) = secretaresse enkel beschermd door Art. 18 WAO t.o.v. advocaat (haar baas) = aansprakelijk t.o.v. baas bij - grove fouten - vaak voorkomende kleine fouten - bedrog De advocaat kan de secretaresse dus aansprakelijk stellen, maar de klant kan dit niet door de bescherming van de uitvoeringsagent. Situatie uiteraard nog afzonderlijk bekijken: - Is er exoneratie tussen advocaat en secretaresse, waardoor deze laatste maar beperkt aansprakelijk is t.o.v. haar baas (de advocaat)? - Is er boetebedwing tussen advocaat en klant, waardoor deze laatste nog meer geld kan eisen van de advocaat? - ...
Visuele voorstelling (ALTIJD van toepassing in contractuele sfeer)
* Aansprakelijk bij grove fouten, vaak voorkomende kleine fout of bedrog
Niet nakomen van verbintenissen Art. 1147 - 1148 - 1144 - 1184 BW Overeenkomst is afdwingbaar (gestrekt door wet) Indien er geen betaling of nakoming is van de verbintenis (toerekenbare niet-nakoming) = in gebreke stellen v/d schuldenaar (aanmaning) = laatste aanmaning om verplichtingen na te komen Vonnis inroepen wanneer schuldenaar verplichtingen niet nakomt Verschillende sancties Gedwongen uitvoering = schuldenaar wordt veroordeeld om de verbintenis na te komen (uitvoerbare titel) Bijkomende schadevergoeding = schuldeiser doet beroep op dwanguitvoeringen van overheid ! geen fysiek geweld om verbintenis na te komen WEL: - bij niet nakomen betaling: geldsom/beslag op goederen - bij niet nakomen leveren: verplichte afgifte v/h goed - bij niet nakomen prestatie: uitbesteding prestatie op kosten schuldenaar - terugvordering geleden schade - ...
Vervangende schadevergoeding = wanneer men een bepaalde zaak niet in nature kan terugvorderen, zal men geplaatst worden in een financiële toestand die de toestand bij correcte/tijdige opvolging v/d overeenkomst benadert Ontbinding (bij wederkerige contracten) = stop zetten v/h contract en terug draaien naar situatie voor contract - Gerechtelijke ontbinding: controle door rechter vooraf - Uitdrukkelijke ontbindend beding: controle door rechter achteraf - Buitengerechtelijke ontbinding: controle door rechter achteraf ! Terug draaien is niet altijd even simpel Voorbeeld: PERIODIEKE PRESTATIES: - TV laten komen zien - Huur
Beëindiging van overeenkomsten Beëindiging overeenkomst = overeenkomst niet meer bron van verbintenis - Ex Nunc: behoudt gevolgen overeenkomst - Ex Tunc: tenietdoen van gevolgen overeenkomst Opzegging = door eenzijdige wilsverklaring v/e partij of wilsovereenstemming van alle partijen wordt er een einde gemaakt aan de overeenkomst ! opzegging heeft geen terugwerkende kracht (rechtsgevolgen worden behouden) Wederzijdse opzegging = altijd mogelijk = geen terugwerkende kracht Eenzijdige opzegging = eenzijdige rechtshandeling waarbij partij zijn wens uit het contract te beëindigen (dadelijk/na verloop van tijd) ! eenzijdige opzegging slechts mogelijk bij: - contract rond gespreide prestaties voor onbepaalde tijd - toelaten in contract zelf ! contracten van onbepaalde duur zijn bijgevolg altijd opzegbaar door beide partijen = geen zekere toekomst laat ontbinden toe (regel van openbare orde) = wel verplicht nood aan redelijke opzeggingstermijn Nietigheid = sanctionering van overtreding van (dwingende) rechtsregels bij de totstandkoming v/d overeenkomst = contract wordt "nooit bestaand" verklaard (terugwerkende kracht) ! Nietigheid lijkt op ontbinding, maar bij ontbinding was er een contract. Bij nietigheid was het al gedaan bij de totstandkoming
Ontbinding = beëindiging die gebrekkige nakoming v/e overeenkomst sanctioneert = contract wordt "nooit bestaand" verklaard (terugwerkende kracht) (uiteraard moeilijk bij periodieke prestaties) = kan gerechtelijk en buitengerechtelijk Gerechtelijke ontbinding = rechter spreekt ontbinding uit Buitengerechtelijke ontbinding = uitzonderlijk op eenzijdige verklaring v/d partij = rechter heeft wel controle functie - er moet voldoende ernstige wanprestatie zijn - rechtelijke machtiging die in de regel is vereist is zinloos - schuldeiser moet schuldenaar in gebreke stellen (op onsubtiele wijze te kennen geven dat hij de overeenkomst wilt ontbinden + motivatie) Uitdrukkelijk ontbindend beding = in contract opnemen dat men buitengerechtelijk "ontbindt" wanneer bepaalde wanprestaties voorvallen (vooraf beschreven in contract) = ook hier moet schuldeiser in gebreke stellen en is er controle v/d rechter Art. 1184 BW: stilzwijgende ontbinding = schuldeiser mag ontbinding overeenkomst vragen (in natura/bij wijze van equivalent) en eventueel een schadevergoeding Verval Geen leerstof, lezen pagina 96-97
Uitdoven van overeenkomsten Betaling/nakoming = de normale manier waarop een verbintenis uitdooft Schuldvergelijking = rechtstelling die meebrengt dat wanneer twee personen wederzijds elkaars schuldenaar zijn, beide schulden onder bepaalde voorwaarden uitdoven ten belope van het laagste bedrag = zekerheidsfunctie bij faillissement (komt later aan bod) = ingevoerd voor betalingsgemak Art. 1289 - 1290 BW ! Voorwaarden: - wederzijdse vorderingen - tussen dezelfde personen* - gelijktijdig opeisbaar (Vb. bij een lening kan de verlener niet altijd het geld meteen terug opeisen) - schuldvorderingen met als voorwerp een geldsom/zekere hoeveelheid vervangbare zaken (v/d zelfde soort) - opeisbare schulden (schuldvergelijking is niet mogelijk bij schulden onder termijn/onder voorwaarde) - schuldvorderingen moeten effen zijn (bedrag mag niet betwist worden) Voorbeeld: Persoon A is persoon B €1.000 verschuldigd en persoon B is persoon A €500 verschuldigd = persoon A zal persoon B €500 moeten, de schuld van persoon B valt weg * Het is belangrijk dat deze personen contractueel dezelfde zijn. Wanneer een persoon schuld heeft t.o.v. een vennoot en de vennootschap heeft schuld t.o.v. dezelfde persoon, zal er GEEN schuldvergelijking tot stand komen. De vennoot ≠ de vennootschap! Verjaring Art. 2262 - 2262bis BW ALGEMENE TERMIJNEN - Zakelijke rechtsvorderingen: 30 jaar - Persoonlijke rechtsvorderingen: 10 jaar ! uitzondering voor buitencontractuele aansprakelijkheid - vanaf kennis schade: 5 jaar (maximum 20 jaar vanaf schadeverwekkend feit) BIJZONDERE (KORTERE) TERMIJNEN - Huurgelden, interesten op leningen: 5 jaar (Art. 2277 BW) - Vordering handeling t.o.v. niet-handelaren levering koopwaar: 1 jaar (Art. 2272 BW) Extra: Schuldvernieuwing = oude verbintenis dooft uit en wordt vervangen door vernieuwde verbintenis (voorwerp, schuldenaar of schuldeiser worden vervangen) Art. 1271 BW
Extra: Schuldvermenging = schuldeiser en schuldenaars worden één persoon die in dezelfde hoedanigheid optreedt (Art. 1300 BW) --> verbintenis kan niet meer uitgevoerd worden Voorbeeld: Wanneer erfgenaam vordering had op erflater die sterft = samenvoeging twee vermogens
ZEKER NOG PAGINA 117 TOT 121