Synthese verbintenissenrecht deel 2 Rechtmatig vertrouwen als bron van verbintenissen?.........................................2 Eenzijdige wilsuiting ...............................................................................2 Onverschuldigde betaling .........................................................................3 Ongerechtvaardigde verrijking ...................................................................3 Zaakwaarneming ...................................................................................4 Verbintenis uit aansprakelijkheid voor onrechtmatige en soms rechtmatige daden .....4 Rechtsregels verbonden aan verbintenissen....................................................4 A. Modaliteiten van termijn en voorwaarde....................................................4 §1 Begrip.......................................................................................4 §2 Werking van de termijn ..................................................................5 §3 Werking van de voorwaarde .............................................................5 §4 Geldigheidsbeperkingen t.a.v. voorwaarden..........................................5 B. Modaliteiten wegens pluraliteit van schuldenaren.........................................6 §1 Vier categorieën ..........................................................................6 C. Overdracht van verbintenissen en delegatie................................................7 §1 Cessie van schuldvordering ..............................................................7 §2 Cessie van schuld en van contract......................................................8 §3 Delegatie ...................................................................................9 8. Uitdoven verbintenis...............................................................................9 A. Uitdoving door betaling, al dan niet met subrogatie ......................................9 §1 Betaling.....................................................................................9 §2 Betaling door derde en subrogatie ................................................... 10 §3 Uitdoving van verbintenis door schuldvergelijking................................. 11 §4 Uitdoving van verbintenis door schuldvernieuwing ................................ 12 §5 Uitdoving van de verbintenis door schuldvermenging (confusie) ................ 13 §6 Uitdoving van verbintenis door schuldkwijtschelding en door afstand van recht 13 §7 Uitdoving van de rechtsvordering door bevrijdende verjaring ................... 13 9. Bewijsrecht........................................................................................ 14 A. Inleiding ........................................................................................ 14 B. Geschreven bewijs of geschrift, in het bijzonder akten ................................ 15 §1 Akte ....................................................................................... 15 §2 Andere geschriften...................................................................... 17 C. Getuigen en vermoedens .................................................................... 17 D. Betekenis....................................................................................... 17 E. Eed .............................................................................................. 17 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Academiejaar 2007-2008 – synthese Verbintenissenrecht deel 2 – Jeroen De Mets
1
1.
Rechtmatig vertrouwen als bron van verbintenissen? •
•
•
2.
Principe: art. 1370 BW: gesloten systeem verbintenissen o Is onjuist o Is de facto onvolledig: open systeem van verbintenissen Verbintenissen uit o Rechtshandeling SA o Materiële handeling SA o Loutere rechtsfeiten Rechtmatig vertrouwen als o Persoon wekt indruk contract te willen sluiten Nog niet aanvaard als bron van verbintenissen o Schijnmandaat Traditioneel: geen verbintenissen! Nu wel aanvaard Toepassingsvoorwaarden • Schijnbare toestand • Rechtmatig vertrouwen • Schijn is toerekenbaar • Niet vereist: onrechtmatig gedrag
Eenzijdige wilsuiting •
• •
• •
•
• •
Principe: op basis van wet of overeenkomst, eenzijdig, met als doel rechtsgevolgen tot stand te brengen o Vb. wilsuiting, verbintenis, belofte o Belangrijkste toepassing: aanbod om te contracteren Is bindend Onderscheid met overeenkomst o Theoretisch: geen aanvaarding nodig o Praktijk: minder duidelijk Geen aparte regels; regels overeenkomsten van toepassing o Uitz: aard eenzijdige rechtshandelingen verzet zich Totstandkoming o Op basis van wilsautonomie, uitzonderlijk vertrouwensleer o Verbintenis ontstaat op het ogenblik dat andere persoon kennis neemt of kennis kon nemen bij onbestemde groep; op moment publieke wilsuiting o Tot dan: intrekken mogelijk o Daarna: niet intrekbaar gedurende redelijke termijn Geldigheid o Zelfde regels als bij overeenkomsten o Uitz: aard eenzijdige belofte verzet zich (vb. bedrog) Interpretatie aan de hand van de bedoeling van de belover Uitvoering en sancties=contractenrecht
Academiejaar 2007-2008 – synthese Verbintenissenrecht deel 2 – Jeroen De Mets
2
3.
Onverschuldigde betaling • •
•
•
4.
Principe: betaling zonder schuld moet ongedaan gemaakt worden o =toepassing ongerechtvaardigde verrijking Toepassingsvoorwaarden o Betaling in juridische zin van solvens aan accipiens o “zonder causa”/onverschuldigd Er was geen of kleinere schuld Accipiens niet werkelijke SE Solvens niet werkelijke SA o Derde betaalt per vergissing andermans schuld -> onverschuldigde betaling tegen SE Uitz: schijnleer en SE heeft titel vernietigd; derde moet werkelijke SA aanspreken o Niet vereist: dwaling van solvens/kwade trouw accipiens Wel: verkeerde betaling per vergissing Uitzondering: betaling van een natuurlijke verbintenis is geen onverschuldigde betaling o Terugvordering wel mogelijk Als betaling niet vrijwillig gebeurde (dwaling niet van tel) Als betaling van niet als voldoening schuld bedoeld is (vb. hangende uitspraak over verjaring) Rechtsgevolgen o terugbetalingsverbintenis van accipiens Species-zaak: in natura als zaak nog bestaat • Anders o Ontvanger te goeder trouw: waarde zaak als verlies of beschadiging door zijn schuld o Ontvanger te kwader trouw: waarde+interesten ook bij teloorgang door overmacht Soortzaak: eenzelfde hoeveelheid van dezelfde zaak of waarde indien niet betalen o Vergoedingsverbintenis van solvens indien accipiens kosten maakte voor behoud zaak
Ongerechtvaardigde verrijking •
• •
Principe= algemeen rechtsbeginsel dat iemand zich niet ongerechtvaardigd mag verrijken ten koste van iemand anders. Immers: vermogensverschuiving vereist causa. Gevolg: ongedaan maken als ten koste van iemand anders Toepassingsvoorwaarden o Een verrijking o Een verarming van iemand anders o Causaal verband tussen de beiden o Afwezigheid van de oorzaak o Geen andere vorderingsmogelijkheid voor verarmde
Academiejaar 2007-2008 – synthese Verbintenissenrecht deel 2 – Jeroen De Mets
3
•
5.
Ongerechtvaardigde verrijking=subsidiair Rechtsgevolg: actio in rem versio o Verrijkte gehouden tot restitutie o Kwade trouw niet vereist o Natura/equivalent/interesten
Zaakwaarneming • •
•
Principe: er ontstaat een verbintenis wanneer de zaakwaarnemer één of meer handelingen stelt in het belang van een ander Toepassingsvoorwaarden o Handelingen=noodzakelijk o Handelingen=nuttig o Zaakwaarnemer handelt belangeloos o Zonder vrijgevigheid (animus donandi) o Uit vrije wil (geen plicht < wet) o Meester van de zaak verzet zich niet Rechtsgevolgen o Verbintenissen zaakwaarnemer Behartiging belangen verder zetten indien begonnen Zorgen besteden zoals bonus pater familias Aan het einde: rekenschap o Verbintenissen meester van de zaak Nuttige uitgaven vergoeden Verbintenissen in zijn naam uitvoeren Schade zaakwaarnemer vergoeden Zaakwaarnemer vergoeden voor verbintenissen in diens naam (=nuttige uitgaven?)
6. Verbintenis uit aansprakelijkheid voor onrechtmatige en soms rechtmatige daden 7.
Rechtsregels verbonden aan verbintenissen •
Onderscheid regels - bronnen verbintenissen is relatief.
A.
Modaliteiten van termijn en voorwaarde
§1
Begrip •
Principe: aan een verbintenis kan een modaliteit worden toegekend o Termijn Toekomstige, zekere gebeurtenis o Voorwaarde Toekomstige, onzekere gebeurtenis o Opschortend of ontbindend/uitdovend
Academiejaar 2007-2008 – synthese Verbintenissenrecht deel 2 – Jeroen De Mets
4
•
§2
o Soms meerdere verbintenissen uit één bron, maar niet allemaal met modaliteit Te onderscheiden van voorwerp of wanprestatie o Voorwerp=inhoud o Termijn en voorwaarde: bepalen inhoud niet o Al dan niet nakomen van verbintenis kan geen voorwaarde zijn
Werking van de termijn •
•
§3
Opschortende termijn: schorst de opeisbaarheid o Geen verjaring o Geen schuldvergelijking o Principe: niet afdwingbaar zolang termijn loopt Termijn in belang SA: kan eraan verzaken Termijn in belang SA en SE: verzaken via akkoord Termijn in belang SE: kan vroeger opeisen Uitdovende termijn: verbintenis dooft ex nunc uit.
Werking van de voorwaarde • Principe: de realisatie van een voorwaarde werkt automatisch en retroactief • Opschortende voorwaarde o Principe: zolang de gebeurtenis zich niet voordoet, is de verbintenis niet opeisbaar Als de voorwaarde hangende is • kan de SE niets opeisen • Verbintenis bestaat wel • SA moet zich redelijk gedragen zodat voorwaarde zich kan voordoen Als de voorwaarde gerealiseerd is • Is de verbintenis opeisbaar • Wordt er retroactief van uitgegaan dat verbintenis nooit voorwaardelijk was • Ev. Restitutieverbintenissen t.a.v. SE Als vaststaat dat voorwaarde zich niet zal voordoen • Vervalt de voorwaardelijke verbintenis • Vaak contractuele termijn voor voorwaarde • Exclusief belang: verzaken kan (cf. supra) • Ontbindende voorwaarde o De SE kan de uitvoering van de verbintenis eisen o De verbintenis vervalt retroactief indien de gebeurtenis zich voordoet o Als zeker geen gebeurtenis: recht SE staat definitief vast
§4
Geldigheidsbeperkingen t.a.v. voorwaarden •
Principe: niet elke gebeurtenis kan een voorwaarde zijn o Voorwaarde moet
Academiejaar 2007-2008 – synthese Verbintenissenrecht deel 2 – Jeroen De Mets
5
mogelijk zijn geoorloofd zijn o Gevolg Contract om niet: enkel voorwaarde is ‘niet geschreven’ • Volledig nietig als voorwaarde doel was Contract onder bezwarende titel: volledige contract is nietig • Enkel voorwaarde nietig als bijkomstig Contract non facere en facere is onmogelijk: niet nietig o Zuiver potestatieve contracten (afhankelijk van wil SA) zijn nietig Dus niet • Gemengde voorwaarde • Eenvoudig potestatieve voorwaarde • Toevallige voorwaarde • Zuivere potestatieve ontbindende voorwaarde • Enkel afhankelijk van wil SE Gevolg: verbintenis is relatief nietig (ev. Overeenkomst)
B.
Modaliteiten wegens pluraliteit van schuldenaren
§1
Vier categorieën •
•
Principe: verbintenis is deelbaar o Elke SA gehouden tot zijn deel o Nadelig voor SE Uitzonderingen o Soorten Ondeelbare verbintenissen • Natuurlijk (uit aard verbintenis) of conventioneel Hoofdelijke of solidaire verbintenissen • In vier gevallen o Conventioneel o Wettelijke bepaling o Gemeenschappelijke fout o Gewoonte • Pluraliteit van verbintenissen, eenheid van voorwerp Verbintenissen in soldidum • Verbintenis noch deelbaar noch hoofdelijk o Samenlopende fouten o Onvolmaakte delegatie o Gezamenlijke borgstelling • Pluraliteit van verbintenissen, pluraliteit van voorwerp o Rechtsgevolgen Externe verhouding (verhouding SE – SA’en) • Hoofdgevolgen (=gelijk voor de drie) o Elke SA aansprakelijk voor geheel o Als één SA prestatie levert, overige SA’en bevrijd tov SE
Academiejaar 2007-2008 – synthese Verbintenissenrecht deel 2 – Jeroen De Mets
6
o Verweermiddelen Gemeenschappelijk • Voor alle SA Zuiver persoonlijk • Voor één SA Eenvoudig persoonlijke • Voor één SA, weerslag op andere SA’en o Uitz: erfgenamen • Bijkomende gevolgen o Hoofdelijkheid Ingebrekestelling geldt voor alle SA’en Verjaring wordt gestuit voor alle SA’en Zaak verloren door één SA: allen gehouden tot vergoeding waarde o Niet voor in solidum o Niet voor ondeelbaarheid Uitz: verjaring wordt gestuit voor alle SA’en Interne verhouding: regres? • Principe: verbintenissen opnieuw deelbaar o Elke SA gelijk deel o Risico insolvabiliteit SA rust op alle SA’en • Uitz. o Schuld in exclusief belang één SA: kan worden aangesproken voor volledige bredrag o In solidum: gehouden tot aandeel in ontstaanvan de schade Uitz: risicoaansprakelijkheid • Grondslag o Wettelijk subrogatie o Vermogensverschuiving zonder oorzaak o Artt. 1213-1214 BW bij conventionele hoofdelijkheid
C.
Overdracht van verbintenissen en delegatie
§1
Cessie van schuldvordering
(1)
Principe •
•
(2)
Principe: schuldvorderingen behoren tot vermogen en kunnen dus conventioneel worden overdragen aan derden o Uitz. In wet, overeenkomst, contracten intuitu personae (aard) Wettelijke regeling o niet alleen voor koop o Niet alleen voor eigendomsrecht Totstandkoming en tegenwerpelijkheid
Academiejaar 2007-2008 – synthese Verbintenissenrecht deel 2 – Jeroen De Mets
7
• •
(3)
Principe totstandkoming: solo consensu tussen SE en derde(zonder SA) Principe tegenwerpelijkheid: vormvrij o Uitz Slechts tegenstelbaar aan gecedeerde na kennisgeving • Kennisname o volstaat niet o wel: geen goede trouw meer • anders: te goeder trouw betalen aan overdrager=tegenstelbaar aan overnemer zelfde schuld twee keer overdragen • eerste cessie niet tegenstelbaar aan tweede overnemer te goeder trouw als o als eerste kennisgeving aan SA o als eerste erkenning door SA Als SA te goeder trouw betaalde aan SE te goeder trouw van SE • Eventuele voorafgaandelijke cessie niet tegenwerpelijke aan SE van SE (dus geen kennisname) Gevolgen van cessie
•
•
•
§2
Accessorium sequitur principale o Alle kenmerken van de oorspronkelijke verhouding gaan mee Alle excepties als o Excepties niet verbonden aan persoon o Oorsprong vóór cessie o Uit rechtshandelingen vóór kennisgeving: als te goeder trouw o Uit rechtsregel: geen goede trouw vereist Op de overdrager rust een vrijwaringsverbintenis o voor ongeldigheid/niet-bestaan overeenkomst o NIET voor insolvabiliteit SA SA heeft recht van naarsting van een betwist recht o De gecedeerde kan een betwist recht overnemen van de overnemer door betaling van de overnameprijs+gemaakte kosten o Doel: speculatie voorkomen o Voorwaarden Art. 1701 BW De overdracht van schuldvordering gebeurt tegen een bepaalde geldprijs De overdracht van schuldvordering gebeurt in de loop van een geding Nadat het recht al is betwist in een akte van rechtspleging
Cessie van schuld en van contract • •
Principe: cessie van schuld kan niet zonder toestemming SE Onderscheid o Volmaakte cessie van schuld: er is toestemming SE
Academiejaar 2007-2008 – synthese Verbintenissenrecht deel 2 – Jeroen De Mets
8
• •
§3
Delegatie •
8.
o Onvolmaakte cessie van schuld: geen toestemming SE SE kan enkel oorspronkelijke SA aanspreken, tenzij derdenbeding Derde kan wel betalen! (cf. infra) Bij betwisting: bewijzen dat toestemming SE vaststaat Cessie van contract: geregeld als combinatie cessie schuldvordering en cessie schuld
Principe: de delegatie is een driepartijenovereenkomst waarbij de delegant vraagt aan de gedelegeerde vraagt zich tot een prestatie gelijk aan die van de delegant, te verbinden ten aanzien van de delegataris, die aanvaardt. o Volmaakte delegatie: er is schuldvernieuwing Uitdrukkelijke wilsuiting vereist o Onvolmaakte delegatie: delegant en gedelegeerde in solidum aansprakelijk Stilzwijgende wilsuiting volstaat o Afhankelijk van wil partijen Te onderscheiden van o Cessie van schuld o Mandaat aan derde o Derdenbeding o Borgtocht o Expromissio (<-> adpromissio) Toepassing o Wanneer delegant schuld tegen delegataris wil laten voldoen door zijn SA (gedelegeerde) o Wanneer gedelegeerde onrechtstreekse schenking wil doen o Om krediet te verlenen Toepassingsvoorwaarden o nieuwe verbintenis van de gedelegeerde ten aanzien van de delegataris o toestemming van alle partijen o uitdrukkelijke animus novandi bij volmaakte delegatie o tegenstelbaarheid: solo consensu Rechtsgevolgen o Oude SA bevrijd o Nieuwe rechtspositie gedelegeerde o Novatie: nietigheid oude verbintenis=nietigheid nieuwe verbintenis
Uitdoven verbintenis Overzicht: art. 1234 BW Intuitu personae: uitdoven bij faillissement/dood
A.
Uitdoving door betaling, al dan niet met subrogatie
§1
Betaling Principe: SA moet betalen wat verschuldigd is, niet meer en niet minder. o Afwijking: inbetalinggeving Betaling moet ineens gebeuren o Uitz Conventioneel Respijt door rechter
Academiejaar 2007-2008 – synthese Verbintenissenrecht deel 2 – Jeroen De Mets
9
§2
Meerdere SA’s, deelbare schuld Meerdere erfgenamen van één SA Borgen van één SA Wanneer gedeelte schuld tenietgaat Wijze van uitvoering (suppletief recht) o Geïndividualiseerde zaken: levering in toestand van moment levering als die toestand niet gevolg is van fout SA o Soortzaken: gemiddelde kwaliteit o Geldschuld: enkel nominale waarde Persoon die betaling ontvangt o Principe: SE, anders niet bevrijd o Uitz (SA is wel bevrijd) Aan vertegenwoordiger of beslagleggende SE Betaling achteraf bekrachtigd door SE Betaling te goeder trouw aan ogenschijnlijke SE Persoon die betaalt o Moet eigenaar zijn o Moet bekwaam zijn om zaak te vervreemden Andermans verbruikbare zaak/geldsom • Terugvorderen • Geen terugvordering als te goeder trouw verbruikt Plaats van betaling o Principe: plaats die in contract bepaald is Anders • Genus: woonplaats SA (=haalbare schuld) • Species: plaats goed toen verbintenis ontstond Bijzondere regels • Koop: contract; anders zoals species Kosten van betaling o Wegen op SA o Koop: koper Toerekening van betaling; betaling aan welke schuld indien er meerdere zijn? o Contractueel o Anders: SA keuze • Eerst interesten, dan kapitaal Anders door SE in kwijting als geen bezwaar SA Anders art. 1256 BW Aanbod van gerede betaling en consignatie o SA kan SE dwingen tot ontvangen betaling Aanbod van gerede betaling: aanbod met effectieve presentatie van het voorwerp Consignatie (gerechtelijke bewaargeving): bij weigering aanbod o Bevrijdt SA o Ev. mora creditoris
Betaling door derde en subrogatie •
Principe: een betaling kan ook door een derde o Tenzij Verbintenis intuitu personae Rechtmatig belang SE dat SA zelf uitvoert Conventionele afwijking
Academiejaar 2007-2008 – synthese Verbintenissenrecht deel 2 – Jeroen De Mets
10
•
§3
Soms subrogatie: derde heeft verhaalsrecht tegen werkelijke SA o als Niet-belanghebbende derde: enkel conventioneel • Subrogatieovereenkomst tss SE en derde-betaler o Uitdrukkelijk bedongen subrogatie o Subrogatie tegelijk met betaling • Subrogatieovereenkomst tss SA en derde-betaler o Twee notariële akten die naar elkaar verwijzen Akte van ontlening kwijtschrift (SE) Belanghebbende derde: wettelijke subrogatie • Vier gevallen in art. 1251 BW o Toepassingsvoorwaarden Betaling van een geldige schuld (<-> cessie) Schuld effectief betaalt Betaling door een derde • Uitz: quasi-subrogatie o Gevolgen Bij subrogatieovereenkomst tussen SE en derde-betaler • SA kan zich op alle verweermiddelen beroepen die hij tegen SE had • Alle zekerheden en kenmerken van de oorspronkelijke situatie Bij subrogatieovereenkomst tss SA en derde-betaler • Op basis van overeenkomst tss SA en derde-betaler? (lening?) Geldt ten belope van deel dat derde-betaler effectief betaald heeft (<-> cessie) Derde-betaler kan, als ook eigen schuld, dat deel niet terugvorderen (uitz in wet) nemo censetur subrogasse contra se • mag niet in nadeel oorspronkelijke SE zijn • insolvabele SA bij overeenkomst tss SE en derde-betaler: voorrang oorspronkelijke SE boven derde-betaler Géén waarborgen van SE voor derde-betaler
Uitdoving van verbintenis door schuldvergelijking • •
Principe: als twee personen zowel elkaars SA als SE zijn, kunnen beide schulden tenietgaan ten belope van het laagste bedrag (=compensatie/schuldvergelijking) Soorten o Wettelijk voorwaarden • vervangbare zaken van dezelfde soort • effen en vaststaande schuldvorderingen (bedrag+bestaan) • opeisbare schulden • uitgesloten in gevallen artt. 1293 en 1298 BW Van rechtswege, tenzij
Academiejaar 2007-2008 – synthese Verbintenissenrecht deel 2 – Jeroen De Mets
11
Er al schuldoverdracht was door SE (nieuwe schuldvergelijking niet tegenwerpelijk aan overnemer) • Conventioneel uitgesloten • Waarna partij veroordeeld is zonder compensatie in te roepen • Één van de partijen volledige schuld al betaalde o Verhalen van schuld door SA mag geen schade opleveren aan derden Meerdere schulden: zelfde regels als bij toerekening betaling (art. 1256 BW) Conventioneel Voorwaarden • Als de wettelijke voorwaarden niet zijn vervuld • Artt. 1293 en 1298 BW gelden o Uitz: inwerkingtreding schuldvergelijking na samenloop is aan boedel tegenwerpelijk als compensatieovereenkomst gesloten vóór samenloop wederzijdse schuldvorderingen bestaan al vóór samenloop in geval van samenloop: tegenstelbaar aan SE’ers Gerechtelijke Voorwaarden: • Partij vordert compensatie in geding • schulden zijn niet effen Gevolg: rechter past compensatie toe en veroordeelt partij met grootste schuld tot het saldo •
o
o
§4
Uitdoving van verbintenis door schuldvernieuwing • •
Principe: bij novatie wordt een oude verbintenis vervangen door een nieuwe verbintenis, waardoor de oude uitdooft Voorwaarden o Vervanging verbintenis door nieuwe verbintenis Oude verbintenis nietig -> novatie verdwijnt Nieuwe verbintenis nietig -> oude verbintenis herleeft o Duidelijke animus novandi o Bekwaamheid (SE voor oude contract; beide voor nieuwe contract) o Er ontstaat iets nieuws door de vervanging Nieuwe SE • Toestemming oorspronkelijke SE en SA • Gevolg: geen excepties/zekerheden van oude verbintenissen Nieuwe SA • Toestemming SE, niet die van SA • D.m.v. expromissio of volmaakte delegatie Nieuwe schuld • Door wijziging voorwaarde/voorwerp/type contract • NIET: wijziging termijn/zekerheid/rentevoet/betalingswijze
Academiejaar 2007-2008 – synthese Verbintenissenrecht deel 2 – Jeroen De Mets
12
•
§5
Gevolgen o Uitdoven verbintenis (met alle zekerheden; tenzij anders overeengekomen) o Ontstaan nieuwe verbintenis met nieuwe draagwijdte o Excepties verdwijnen, tenzij novatie ongedaan gemaakt wordt door nietigheid oude verbintenis
Uitdoving van de verbintenis door schuldvermenging (confusie) •
Principe: Als iemand zowel SA als SE wordt gaan beide verbintenissen teniet
§ 6 Uitdoving van verbintenis door schuldkwijtschelding en door afstand van recht •
•
Schuldkwijtschelding: een overeenkomst waarbij de SE verzaakt aan een deel of het geheel van zijn schuldvordering. o Doel Vrijgevigheid: grondvereisten schenking! Wederzijdse toegeving Afstand van recht: eenzijdige rechtshandeling waarbij SE afstand doet van zijn recht o Kan stilzwijgend, maar moet duidelijk zijn
§7
Uitdoving van de rechtsvordering door bevrijdende verjaring
(1)
Begrip bevrijdende verjaring •
•
(2)
Principe: een verbintenis kan na verloop van tijd niet meer worden afgedwongen o Doel: rechtszekerheid o Gevolg rechtsvordering verdwijnt natuurlijke verbintenis blijf bestaan o <-> vervaltermijnen: subjectief recht zelf verdwijnt o Rechtsverwerking: slechts indirect via goede trouw Aard o als instelling: van openbare orde conventioneel verlengen kan niet verkorten wel o als middel niet van openbare orde (enkele uitz) afstand doen van verkregen verjaring mogelijk rechter kan het niet ambtshalve opwerpen mag niet eerste keer voor cassatie worden opgeworpen Wettelijke regeling
•
Bestanddelen verjaring o toepasselijke regel? toepasselijke termijn? Vertrekpunt termijn?
Academiejaar 2007-2008 – synthese Verbintenissenrecht deel 2 – Jeroen De Mets
13
Schorsings-/stuitingsgronden? • Gemeenrechtelijke regels o Verjaringstermijnen en vertrekpunten Hervormd wegens ongrondwettelijk Zakelijke rechtsvorderingen: 30 jaar Persoonlijke rechtsvorderingen: 10 jaar vanaf opeisbaarheid • Uitz: schadevergoeding voor OD • 5 jaar na kennisname van schade+aansprakelijke persoon • Nooit meer dan 20 jaar • Op grond van misdrijf: niet vóór strafvordering o Verlengingsgronden • Schorsing: verjaringsperiode houdt op te lopen maar loopt daarna verder o Bij: minderjarigen en onbekwaamverklaarden o Niet: feitelijke onmogelijk om vordering in te stellen • Stuiting: verjaringsperiode houdt op te lopen en begint daarna opnieuw o Elke handeling voor het gerecht waardoor rechtssubject een subjectief recht doet gelden o Stuiting gedurende hele geding • Specifieke verjaringsregels o BW Periodieke schulden verjaren na 5 jaar • Alles wat betaalbaar is per maximum een jaar • Moet gaan om schulden die in de tijd toenemen Vele andere verjaringsregels o Bijzondere wetten: veelvuldig Belangrijk: schuldvordering tegen staat: binnen 5 jaar na eerste januari van jaar waarin schuldvordering is ontstaan (3)
Kwijtende verjaring •
Principe: na verloop van tijd vermoeden iuris tantum van betaling
9.
Bewijsrecht
A.
Inleiding •
•
Principe: idem est non esse aut non probari o Toch onderscheid Bestaan en geldigheid handeling • Formaliteiten ad validitatem Bewijs handeling • Formaliteiten ad probationem Voorwerp van bewijs o Feiten o Geen recht (jura novit curia)
Academiejaar 2007-2008 – synthese Verbintenissenrecht deel 2 – Jeroen De Mets
14
•
B.
Nuance • Bewijs/draagwijdte rechtsgebruiken door partijen • Hulp partijen bij buitenlands recht • Procedurele praktijk
Bewijsregels o Strafrecht: vrije bewijsvoering o Burgerlijk recht: strik gereglementeerd bewijssysteem en hiërarchie tussen bewijsmiddelen Toepassingsgebied • tav rechtshandelingen (niet tav rechtsfeiten) • tav partijen (niet tav derden) • niet tav handelaar: daar alle (+extra) bewijsmiddelen Suppletief recht Last op eiser/verweerder • Aanvoeringslast: inroepen feiten die bewijzen dat andere verbintenis moet uitvoeren • Bewijslast = verdeeld o Ontkende aangevoerde feiten bewijzen o Bevrijding moet eveneens aangetoond worden • Bewijsrisico: twijfel die na bewijslevering bestaat, weegt op degene die bewijslast draagt • Nuance o Samenwerkingsplicht partijen obv goede trouw o Rechter kan soms bevelen opleggen o Wettelijke vermoedens o Probatio diabolica o Omkering bewijslast (cf. discriminatie) Bewijsmiddelen • Regeling in BW o Hiërarchie o voorwaarden • specifieke regels in Ger. W.
Geschreven bewijs of geschrift, in het bijzonder akten •
Geschrift = document op drager die aan drie voorwaarden voldoet: o Duurzaam o Identificeerbaar o Integer
§1
Akte
(1)
Begrip en vormvereisten •
Begrip: ondertekend geschrift dat opgesteld is met bedoeling het als bewijsmiddel te gebruiken o Belangrijk: handtekening (elektronisch/handgeschreven)
Academiejaar 2007-2008 – synthese Verbintenissenrecht deel 2 – Jeroen De Mets
15
•
(2)
Onderscheid o Authentieke akte: verleden voor een bevoegd openbaar ambtenaar in de bij wet voorgeschreven vorm o Onderhandse akte: ondertekend geschrift In principe geen vormvereisten • Uitz. o wederkerige overeenkomsten o eenzijdige schuldbekentenissen Plaats in hiërarchie van bewijsmiddelen
•
•
(3)
Basisregels (uitz. in bijzondere wetgeving) o Als waarde meer dan 375€: akte nodig voor bewijs o Getuigen en vermoedens kunnen niet ingaan tegen akte Uitzonderingen o Getuigen en vermoedens volstaan als waarde meer dan 375€ indien begin van schriftelijk bewijs Begin van schriftelijk bewijs = Document • dat uitgaat van tegen wie moet worden bewezen • dat beweerde feit waarschijnlijk maakt o Regels gelden niet bij morele of materiële onmogelijkheid een akte te bekomen bij verlies van titel door overmacht o Bijzondere wetten Bewijswaarde
•
•
Authentieke akte o Zaken die ambtenaar moest of kon verifiëren Volle bewijswaarde (tav partijen én derden) Bewijs van tegendeel enkel via valsheid in geschrifte o Niet-authentieke vermeldingen Volle bewijswaarde Bewijs van tegendeel: normale regels mbt bewijsmiddelen Derden • Volle bewijswaarde • Bewijs van tegendeel met alle middelen van het recht Onderhandse akten o Tussen partijen Zelfde bewijswaarden als niet-authentieke vermeldingen van authentieke akte o Tav derden Zelfde bewijswaarden als niet-authentieke vermeldingen van authentieke akte • Uitz: datum slechts tegenwerpelijk als o Registratie akte o Overlijden van een ondertekenaar
Academiejaar 2007-2008 – synthese Verbintenissenrecht deel 2 – Jeroen De Mets
16
o o
§2
Opname van de hoofdinhoud in een akte verleden voor een openbaar ambtenaar Uitz in bijzondere wetgeving
Andere geschriften •
C.
Principe: rechter oordeelt vrij over bewijswaarde van andere geschriften o Aparte regeling handelsrecht: aanvaarde factuur/boekhouding
Getuigen en vermoedens •
•
D.
Begrip o Getuigenbewijs is de beschrijving van de feiten door een persoon die er getuige van was Onderscheid tss rechtstreekse en onrechtstreekse getuige o Het bewijs door feitelijke vermoedens is het bewijs dat erin bestaat een bekend feit uit een onbekend feit af te leiden Bewijswaarde o Als toegelaten, is rechter vrij in waardering o Feitelijke vermoedens: moeten ‘gewichtige, bepaalde en met elkaar overeenstemmende vermoedens’ zijn
Betekenis
E.
Begrip: eenzijdige rechtshandeling waarbij iemand een bepaald feit als waar erkent, dat tegen hem wordt ingeroepen. o Is ondeelbaar en in principe onherroepelijk. Onderscheid o Gerechtelijke bekentenis (voor rechter) o Anders buitengerechtelijk (vb. uitvoering overeenkomst) Niet toelaatbaar o Louter mondelinge buitenrechtelijke bekentenis als getuigenbewijs niet is toegelaten o Bekentenis mbt materie die openbare orde raakt o Uitgesloten door wet Bewijswaarde=wettelijk (dring zich op aan rechter)
Eed • •
Begrip: eed is een plechtige verklaring van een partij dat een bepaald feit waarop hij zich beroep, zich heeft voorgedaan Soorten o Gedingbeslissende partij Opgelegd door een procespartij aan de partij om beslissing ervan te doen afhangen Absolute bewijswaarde o Aanvullende eed/ramingseed Opgelegd door rechter
Academiejaar 2007-2008 – synthese Verbintenissenrecht deel 2 – Jeroen De Mets
17
Bewijswaarde vrij gewaardeerd door rechter
Academiejaar 2007-2008 – synthese Verbintenissenrecht deel 2 – Jeroen De Mets
18