Dienstensector > voor beheerders
ENERGIEBESPARINGEN SYNTHESE Hoe 30% besparen voor constructie of renovatie zonder meer geld uit te geven Januari 2006
Informatie : www.leefmilieubrussel.be > ondernemingen > energie facilitator tertiaire sector:
[email protected] 0800 85 775
Inhoudstafel Ondergaan of reageren? .................................................................................................3 Beseft u dat de energieprijzen niet meer zullen dalen?..............................................3 We hebben dus nu de keuze: ondergaan of reageren….............................................3 De Brusselse dienstensector is een grote energieverbruiker..........................................4 Een grondige studie met unieke diepgang .....................................................................4 Het Latijn van investeerders en architecten ...................................................................6 Hoe een energiezuinige nieuwbouw met een hoge economische rendabiliteit realiseren? ......................................................................................................................7 Beter doen is geen kunst!...........................................................................................7 De prioriteiten… ........................................................................................................7 Welke besparing?.......................................................................................................8 Het kan nog beter!......................................................................................................8 Hoe uw kantoorgebouw renoveren zodat het energiezuiniger en dus economisch rendabeler wordt?.........................................................................................................10 Rangschikking van de maatregelen voor de renovatie van een klein kantoor.........10 Meer investeren = meer winst boeken!....................................................................11 Rangschikking van de maatregelen voor de renovatie van een groot kantoorgebouw (kantoor 4)................................................................................................................11 Ook andere dienstengebouwen kunnen energiezuiniger..............................................12 Winkelverlichting ....................................................................................................12 Verwarming in scholen en ziekenhuizen .................................................................12 Leidraad om de juiste keuze(s) te maken.....................................................................13 Werkwijze van de studie..........................................................................................14 De Brusselse overheid helpt u ideeën om te zetten in daden.......................................15
Dit document is een samenvatting van het uitgebreide rapport ‘Technisch-economische analyse van de rendabiliteit van energiebesparende investeringen – tertiaire sector’. Dit rapport zal vanaf midden 2006 beschikbaar zijn op de website van het Brussels Instituut voor het Leefmilieu (BIM), www.ibgebim.be. Voor meer info: 02 775 75 75,
[email protected]
Energiezuinig bouwen of renoveren in de dienstensector is technisch haalbaar én economisch rendabel – december 2005 p.2
Ondergaan of reageren?
Beseft u dat de energieprijzen niet meer zullen dalen? De wereld evolueert vandaag ontzettend snel. Ook energie zit in een spiraal van veranderingen. De prijs voor stookolie swingt de pan uit; aardgas en elektriciteit volgen de trend en worden eveneens alsmaar duurder. Niettemin blijft de vraag naar energie in de hele wereld toenemen, dit terwijl de voorraden aan conventionele energiebronnen nog hooguit 40 tot 60 jaar in de behoeften kunnen voorzien. Maar we moeten het energieverbruik niet enkel en alleen temperen omwille van de hoge kosten en mogelijke schaarste. Indien er niet snel iets gebeurt om de CO2-uitstoot te verminderen, zijn klimaatsveranderingen en een vloed aan milieurampen onvermijdelijk!
We hebben dus nu de keuze: ondergaan of reageren… Weet u dat het waarschijnlijk 20 tot 40 jaar zal duren vooraleer u na nieuwbouw of renovatie opnieuw in uw gebouw zult investeren? En dat u gedurende al die tijd meer en meer voor uw energieverbruik zult betalen? Weet u dat het vandaag mogelijk is om op een eenvoudige manier uw gebouw energiezuinig te maken, en dit zonder verlies aan comfort? Of het nu gaat over bouwen of renoveren: er is voor elk wat wils, vaak zonder meerkost én met een goede economische rendabiliteit! Deze samenvatting wil u informeren over de mogelijkheden om tot energiezuinige kantoren te komen. Het gaat om een bundeling van de resultaten van een uitgebreide wetenschappelijke studie waarin talloze energiebesparende oplossingen werden geanalyseerd en gesimuleerd op de Brusselse dienstensector. Alle voorgestelde technische oplossingen zijn erkend en beproefd,
terwijl
de
economische
rendabiliteit van die oplossingen werd berekend op basis van voorzichtige en conservatieve werkhypotheses. Kortom, de brochure legt u spijkerharde bewijzen voor zodat u met minimale meerinvestering een maximale besparing - zowel op uw energiemeter als in uw portemonnee - kunt realiseren.
De studie ‘Technisch-Economische Analyse van de Rendabiliteit van Energiebesparende Investeringen’ (september 2005) werd uitgevoerd door 3E en de Afdeling Bouwfysica van de KULeuven, in opdracht van Evelyne Huytebroeck, Brussels Minister voor Milieu, Waterbeleid en Energie, en haar Administratie, het Brusselse Instituut voor Milieubeheer. Alle inlichtingen over Energie kunt u terugvinden op de website www.ibgebim.be
Een tweede samenvatting over het bouwen of renoveren van energiezuinige woningen, is eveneens beschikbaar.
Energiezuinig bouwen of renoveren in de dienstensector is technisch haalbaar én economisch rendabel – december 2005 p.3
De Brusselse dienstensector is een grote energieverbruiker
Kantoren
nemen,
met
41
%,
het
Energieverbruik in de Brusselse dienstensector
leeuwenaandeel in van het energieverbruik van de dienstensector in het
Andere 16%
Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In 2003 Cultuur en sport 5%
bedroeg de totale kantooroppervlakte in 2
het BHG 12 à 13 miljoen m , waarvan ongeveer 40 % in kantoorcomplexen 2
van meer dan 10.000 m . Ten opzichte van 1991 is de kantooroppervlakte bijna
Gezondheidszorg 8%
verdubbeld. Op
vlak
Kantoren 40%
Onderwijs 7%
Handel (winkels + horeca) 24%
van
isolatie
en
energie-
prestaties zien we dat de oudere gebouwen maar matig of zelfs zeer slecht scoren, terwijl bepaalde nieuwe complexen erg goed zijn geïsoleerd. Deze studie onderzocht welke investeringen
Kantoren in het BHG (2003)
het meest opleveren. Hiertoe werden vier
2
Totale oppervlakte: 13 miljoen m
40 % in kantoorcomplexen met een oppervlakte van meer dan 10.000 m
klein en een groot kantoorgebouw, alsook
2 2
30 % in middelgrote kantoren (>3.500 m ) 30 % in kleine kantoren
reële situaties bestudeerd: de bouw van een de renovatie van een klein en groot kantoorpand. werden
De
gekozen
referentiegebouwen op
basis
van
hun
afmetingen en eigenschappen zodat ze nauw aansluiten bij de werkelijke toestand van het huidige kantorenbestand in het BHG. Tevens werd een beknopte analyse van andere dienstengebouwen (ziekenhuis, school en winkel) uitgevoerd.
Een grondige studie met unieke diepgang De studie geeft een antwoord op prangende vragen bij het energiezuinig bouwen of renoveren: -
welke bouwkundige en technische maatregelen kan u nemen?
-
welke maatregelen leiden tot de grootste energiebesparing?
-
welke maatregelen hebben de beste prijs/resultaatverhouding?
-
wat is de rendabiliteit van de investering? (in functie van de inflatie, de evolutie van de energieprijzen, etc.)
-
op welke termijn worden de investeringen terugverdiend?
Energiezuinig bouwen of renoveren in de dienstensector is technisch haalbaar én economisch rendabel – december 2005 p.4
De onderzoekers vertrokken van de momenteel beschikbare technieken en materialen (en hun kostprijs). Alle energiebesparende
maatregelen
werden grondig bestudeerd aan de hand van economische, energetische en ecologische criteria. Hierbij werd zeer gedetailleerd en diep-
De economische hypotheses Inflatie: 2 % Actualisatievoet: 4 tot 6,5 % BTW: 21 % Gebruiksduur:
40
jaar,
voor
toestellen
werd
rekening gehouden met hun normale levensduur en werd de kostprijs van een herinvestering en eventuele restwaarde mee in rekening gebracht.
gaand te werk gegaan: met een computermodel
werden
tienduizenden
combinaties
van
verschillende
maatregelen
gesimuleerd. Er werd niet alleen nagegaan welke combinaties tot de grootste energiebesparingen leiden, ook hun meerkost en economische rendabiliteit werden mee in rekening gebracht. De economische evaluatie van de rendabiliteit werd op klassieke indicatoren gebaseerd: Scenario van energieprijzen Basis: prijzen van 2004 Scenario:
olie
gas/elektriciteit
Laag
+0%
+0%
Middelmatig:
+ 1,9 % + 2,1 %
Hoog:
+ 3,2 % + 4,3 %
Trends: prijsstijging van de energiecomponent per jaar.
De energiecomponent is het tarief
zonder kosten voor aansluiting en abonnement, transport- en distributiekosten, heffingen en toelagen.
-
meerinvestering
-
dynamische terugverdientijd
-
‘internal rate of return’
-
totale actuele kost
Om de evolutie van de energieprijzen in de toekomst te voorspellen, werden voor
het
uitvoeren
van
de
berekeningen drie scenario’s gebruikt. In 2005 hebben de energieprijzen het meest
pessimistische
scenario
(energieprijsstijging met 3,2% en 4,3%
per jaar) van deze studie al ruimschoots ingehaald! De werkelijke economische rendabiliteit van energiebesparende maatregelen die in deze studie werden berekend zal, met de prijsscenario’s die vandaag voorliggen, nog een stuk hoger liggen.
De conclusie is duidelijk: vandaag worden bij nieuwbouw of renovatiewerken te vaak investeringen gedaan waarvan het energetisch rendement te laag uitvalt. De studie toont aan dat het energieverbruik in een kantoor met 30% omlaag kan, zonder enige meerkost in nieuwbouwprojecten, of mits relatief kleine bijkomende investeringen bij renovaties.
Energiezuinig bouwen of renoveren in de dienstensector is technisch haalbaar én economisch rendabel – december 2005 p.5
Het Latijn van investeerders en architecten Niet zelden wordt de leek onder bouwjargon bedolven. Dit is niet anders wanneer het om energiebesparende maatregelen gaat. Zaken als ‘dynamische terugverdientijd’ (DTVT), ‘Internal Rate of Return’ (IRR) of ‘totale actuele kost’ (TAK) kunnen voor de ‘niet-professional’ loze begrippen zijn. Vandaar dat we u eventjes wat meer uitleg geven… Meerinvestering: Voor de economische analyse wordt de meerinvestering van de energiebesparende maatregel ten opzichte van de referentietoestand berekend. Deze meerinvestering omvat zowel materiaalkosten als plaatsingskosten. Voor de renovaties wordt ook de afbraakkost in rekening gebracht. De referentiesituatie heeft voor een renovatie de waarde nul. De volledige investering is bijgevolg een meerinvestering. Dynamische Terugverdientijd (DTVT): Investeren in energiebesparende maatregelen kost geld: geld dat vandaag wordt uitgegeven in de hoop om het morgen terug te verdienen. De tijd die nodig is om de investering terug te verdienen, is de ‘terugverdientijd’. Bij de dynamische terugverdientijd worden alle uitgaven en inkomsten uit besparingen herberekend in functie van de toestand op het ogenblik van de investering. Hiervoor wordt de zogenaamde ‘actualisatievoet’ gebruikt. Vereenvoudigd kan men stellen dat de actualisatievoet overeenkomt met de gewenste jaarlijkse netto-opbrengst van geïnvesteerd kapitaal, uitgedrukt in procent. Internal Rate of Return (IRR): De IRR is de actualisatievoet waarbij de investering nog net rendabel is. Hoe hoger de IRR, hoe rendabeler de investering. Als de IRR van een energiebesparende investering hoger is dan de rentevoet op bvb. een langlopende belegging, dan is het rendabeler om te investeren. Totale Actuele Kost (TAK): De TAK is de som van de investeringen en de energiekosten gedurende de periode dat het gebouw wordt gebruikt. In deze studie werd voor een periode van 40 jaar gekozen. Dat is de gemiddelde duur tussen twee ingrijpende aanpassingen van het gebouw (bvb. nieuwbouw en renovatie). De TAK houdt rekening met herinvesteringen, inflatie, mogelijke energieprijsstijgingen en actualisatie van toekomstige uitgaven.
K-Peil Dit is het peil van de globale graad van warmte-isolatie van het gebouw, berekend volgens de norm NBN B62-301. In de praktijk wordt het K-peil berekend door de isolatiewaarden op te tellen van de onderdelen die de buitenstructuur van het gebouw uitmaken: daartoe behoren de buitenmuren, het dak, de onderste vloer en de ramen. Hoe beter deze buitenschil de warmte tegenhoudt, hoe lager het K-peil van het gebouw. Voor kantoren vereist de huidige Brusselse regelgeving een K-peil van maximaal K65.
E-Peil Peil van het totale energieverbruik van het gebouw. Het E-peil is een globale aanwijzing voor de energiezuinigheid van het gebouw en houdt rekening met de isolatiegraad, ventilatie, verwarming, koeling en verlichting. Het is binnen de nieuwe energieprestatiewetgeving (nog niet van kracht) één van de belangrijkste parameters om de energieprestatie van een gebouw te bepalen. Door het toegelaten E-peil voor nieuwe gebouwen te beperken, wil de overheid in de toekomst de gebouwen en vaste installaties energie-efficiënter maken. Omdat er bij het bepalen van het E-peil heel wat factoren een rol spelen, zijn de berekeningsmethodes vrij complex.
Energiezuinig bouwen of renoveren in de dienstensector is technisch haalbaar én economisch rendabel – december 2005 p.6
Hoe een energiezuinige nieuwbouw met een hoge economische rendabiliteit realiseren? Voor deze studie werden 4 gebouwen geselecteerd: 2 nieuwe en 2 gerenoveerde gebouwen. De 2 nieuwe gebouwen uit de
studie
geïsoleerd:
zijn met
al
matig
een
tot
redelijk
isolatiepeil
van
respectievelijk K55 en K40 voldoen ze aan de huidige eisen betreffende de isolatie van nieuwe gebouwen. Hiermee zijn de bouwheer en architect er zeker van dat ze een
gebouw
met
een
Referentiegebouw : kantoor 1 (nieuwbouw) - Oppervlakte: 2.000 m2 – 4 verdiepingen - Isolatie: K55 (plat dak, spouwmuren en vloer zijn geïsoleerd) - Klassieke dubbele beglazing met aluminiumprofielen die thermisch zijn onderbroken - zonwering aan de binnenzijde - HR+ gasketel met radiatoren - Geen koeling - Natuurlijke ventilatie - Verlichting: 15 % halogeenlampen, 85 % fluorescentielampen - E-peil: 105
optimale
energieprestatie optrekken. Of niet?
Referentiegebouw : kantoor 2 (nieuwbouw) - Oppervlakte: 15.000 m2-8 verdiepingen - Isolatie: K40 (plat dak, spouwmuren en vloer zijn geïsoleerd) - Klassieke dubbele beglazing met aluminiumprofielen die thermisch zijn onderbroken - zonwering aan de binnenzijde - HR+ gasketel + ventilo-convectoren - Compressiekoelmachine (op ventiloconvectoren) - Ventilatie: mechanische extractie - Verlichting: 15 % halogeenlampen, 85 % fluorescentielampen - E-peil: 123
Beter doen is geen kunst! Uit de analyse van een
breed
scala
aan
bouwkundige en installatietechnische energiebesparende maatregelen, blijkt dat er in beide referentiegebouwen nog heel wat energiewinst kan worden geboekt. Verschillende varianten leiden tot een betere energieprestatie én een aanzienlijk lagere totale actuele kost. Voor het grotere kantorencomplex zijn er zelfs maatregelen mogelijk die een kleinere
initiële
investering
vereisen
dan
de
‘klassieke’ opties en die toch leiden tot een geringer energieverbruik: tweemaal winst dus!
De prioriteiten… Voor beide gebouwen is de prioriteitenlijst van de te nemen maatregelen quasi identiek. Die bestaat achtereenvolgens uit: •
een energie-efficiëntere lichtinstallatie met aanwezigheidsdetectie Dit leidt zowel direct als indirect (minder koeling nodig) tot een lager elektriciteitsverbruik. In het grote kantoor kan men zich door deze ingreep beperken
tot
een
kleiner
koelsysteem
waardoor
de
uiteindelijke
bouwinvestering zelfs lager ligt. •
een betere verwarmingsinstallatie Voor een klein kantoor volstaat een condensatieketel (op aardgas of met olie) met radiatoren (met klokthermostaat, thermostatische kranen, frequentiegestuurde pompen en een stooklijnregeling). Voor het grote
Energiezuinig bouwen of renoveren in de dienstensector is technisch haalbaar én economisch rendabel – december 2005 p.7
gebouwencomplex is een condensatieketel met ventilo-convectoren (voor koeling en verwarming) de beste keuze.
Welke besparing? Voor kantoor 1 leidt een combinatie van deze
Kantoor 1
twee maatregelen al snel tot een energie-
economische resultaten
besparing van 20%. Deze ingrepen gaan
bij een hoog energieprijsscenario
weliswaar met een meerkost van 11 euro/m
2
verwarmde vloeroppervlakte gepaard, maar deze extra investering wordt al op vijf jaar terugverdiend. Voor kantoor 2 resulteren de maatregelen in een energievermindering van 30% én een lagere investering van 21 euro/m
2
EnergieVerbruik 100% -10% -20% -30% -40% -50%
Meerkost DTVT IRR 2 (jaar) (%) ( /m ) Referentie 8 5 11 5 30 10 50 15 95 +20
22 27 13 9 5
TAK (%) 100 95 90 90 90 95
verwarmde
vloeroppervlakte. Dit komt doordat de (dure) koelinstallatie een stuk kleiner kan dankzij de energiezuinige verlichting. De eigenaar boekt dus reeds winst nog voor het gebouw in gebruik is genomen.
Het kan nog beter! Zo kan de isolatiegraad van het gebouw stelselmatig worden verbeterd. In de referentiekantoren werd al zonwerend Kantoor 2
glas aangebracht: hiervoor bestaan er
Economische resultaten
nauwelijks
bij een hoog energieprijsscenario EnergieVerbruik
Meerkost DTVT IRR 2 (jaar) (%) ( /m )
betere
alternatieven.
Superisolerend en zonwerend glas zijn TAK (%)
vaak de enige juiste keuzes voor kantoorgebouwen, zeker als er sprake
100% -10% -20% -30% -40% -50%
Referentie -12 -21 -17 -2 100 +20
6
100 97 86 82 81 95
is van een groot glaspercentage. In de referentiegebouwen geveldelen
die
niet
kunnen met
wel glas
de zijn
uitgerust, alsook het dak en de vloer, nog
beter
worden
geïsoleerd.
Bij
nieuwbouw moet er naar een isolatiegraad van K30 tot K40 worden gestreefd. Vanaf een E-peil lager dan E65 is een buitenzonwering onmisbaar, zelfs al is er een zonwerende beglazing aanwezig!
Energiezuinig bouwen of renoveren in de dienstensector is technisch haalbaar én economisch rendabel – december 2005 p.8
Het E-peil kan nog verder worden verlaagd door rechtstreeks te koelen met grondwater en koelplafonds én door te verwarmen met overgedimensioneerde radiatoren met een optimale regeling of een ander lagetemperatuursysteem. Indien er voor een mechanische ventilatie wordt gekozen, is het essentieel om een systeem met warmterecuperatie te plaatsen, liefst gekoppeld aan een warmtewisselaar met hoog rendement. Indien een mechanische ventilatie niet nodig is en men kiest voor een uitgekiende natuurlijke ventilatie, kan het gebouw een laag energiepeil bereiken (K29-E57). Het laagste energieverbruik (schommelend rond de E50) wordt gerealiseerd in goed geïsoleerde gebouwen (K30) waar warmterecuperatie met alle hierboven vermelde ingrepen wordt gecombineerd. Voor dergelijke kantoren komt ook energieopwekking met fotovoltaïsche zonnecellen in aanmerking. Let op, zelfs de meest energiezuinige varianten hiervan hebben terugverdientijden die de 30 jaar overstijgen, op basis van de energieprijzen zoals aangenomen in de studie. Maar vaak kan die terugverdientijd teruggedrongen worden dankzij de subsidiesystemen voor milieuvriendelijke technologieën (zie laatste bladzijde van deze brochure).
Een energiebesparing van 30% is mogelijk, en dit met een verantwoorde investering Het is technisch haalbaar en economisch
Opgelet:
rendabel om een energiezuiniger kantoor
Telkens de energieprijzen stijgen, verdient u meer
te bouwen. Als investeerder zal u uw architect en studiebureau hier wel op moeten wijzen en hen de tijd geven
geld met een energiezuinig ontworpen kantoor. Grijp uw kans nu, want het zal 30 tot 40 jaar duren voor het kantoor opnieuw grondig gerenoveerd wordt.
om een verbeterd concept uit te dokteren. Zonder speciale technologieën of een meerinvestering is het vandaag mogelijk om kantoren te bouwen waarin het energieverbruik minstens 30 % lager zal liggen dan in gebouwen die volgens de ‘bestaande praktijken’ worden gebouwd!
Energiezuinig bouwen of renoveren in de dienstensector is technisch haalbaar én economisch rendabel – december 2005 p.9
Hoe uw kantoorgebouw renoveren zodat het energiezuiniger en dus economisch rendabeler wordt?
De 2 volgende gebouwen die we
Referentiegebouw : kantoor 3 (renovatie)
bestuderen
Oppervlakte: 3.500 m – 5 verdiepingen
werden
Kantoorgebouwen
gerenoveerd.
worden
zelden
2
Isolatie: K83 (hellend dak, vloeren en volle muren zijn niet
gerenoveerd enkel en alleen om ze
geïsoleerd)
energie-efficiënter te maken. Mees-
Enkele beglazing met houten profielen - geen zonwering
tal zijn er nog andere redenen:
Geen koeling of ventilatie
modernisering,
Oude gasketel en radiatoren
wijziging
van
functie(s), vervangen van versleten
Verlichting:
15
%
halogeenlampen,
bouwdelen (zoals ramen), nood aan
fluorescentielampen
een nieuwe stookinstallatie, verwij-
Referentiesituatie: huidige toestand
deren van asbest enz.
E-peil: 190
Wanneer
Referentiegebouw : kantoor 4 (renovatie)
grote
85
renovatiewerken
Oppervlakte 20.000 m – 11 verdiepingen
zich opdringen, heeft de bouwheer
Isolatie: K79 (plat dak, vloeren en gevelpanelen
er echter alle belang bij om meteen
zijn nauwelijks of niet geïsoleerd)
ook de juiste en economisch meest
2
Klassieke
dubbele
beglazing
met
aluminiumprofielen die niet thermisch onderbroken
rendabele
energiebesparende
maatregelen te nemen.
zijn. Zonwering is wel aanwezig. Oude gasketel – luchtverwarming Oud mechanische ventilatie, luchtkoeling Verlichting:
15
%
halogeenlampen,
85
%
fluorescentielampen Referentiesituatie: huidige toestand E-peil: 206
Rangschikking van de maatregelen voor de renovatie van een klein kantoor In kantoor 3 het kleine kantoorgebouw (kantoor 3) kan een combinatie van maatregelen de energiefactuur al snel drukken met 30% voor een meerinvestering van 16 /m².
Deze
maatregelen zijn: -
verhogen van de isolatiegraad tot K72 (isolatie van het dak en keldervloeren)
-
plaatsen
van
een
condenserende
ketel
+
thermostatische
kranen,
frequentiesturing en stooklijnregeling -
verbeteren van de luchtdichtheid en zorgen voor een natuurlijke ventilatie
Energiezuinig bouwen of renoveren in de dienstensector is technisch haalbaar én economisch rendabel – december 2005 p.10
%
vervangen van de bestaande TL-verlichting door hoogrendmentsarmaturen, TL5-
-
lampen en elektronische ballasten
Kantoor 3
Meer investeren = meer winst boeken!
Economische resultaten Maar er kan nog meer winst worden
bij een hoog energieprijsscenario
geboekt. Bijvoorbeeld door bijkomend superisolerende zonwerende beglazing aan
te
brengen, en
de bestaande
EnergieVerbruik
halogeenverlichting te vervangen door energiezuinige compacte fluorescentielampen. Hiervoor moet men wel rekenen op
een
uitgave
van
95
euro/m
2
100% -10% -20% -30% -40% -50%
Kost 2 ( /m )
DTVT (jaar)
Referentie 57 65 73 85 95
IRR (%)
+20 +20 +20 +20 +20
TAK (%) 0 0 5 6 7
100 112 106 98 92 87
verwarmde vloeroppervlakte die bij de combinatie
van
de
eerste
groep
maatregelen
moet
worden
gevoegd,
maar
de
meerinvestering ten opzichte van een niet-energiebewuste renovatie blijft beperkt tot minder dan 40 euro/m² verwarmde vloeroppervlakte. U bespaart wel onmiddellijk 55% op uw energiefactuur. En de totale actuele kosten zijn lager dan voor deze voor het pakket maatregelen dat tot 30% winst leidt. Besluit: laat u bij renovatie niet afschrikken om een euro meer uit te geven aan energiebesparende maatregelen. Op termijn verdient u die extra euro dubbel en dik terug. 55% besparen op uw energiefactuur is haalbaar.
Rangschikking van de maatregelen voor de renovatie van een groot kantoorgebouw (kantoor 4) Grote kantoorgebouwen renoveren louter en alleen om de energieprestatie van het pand te verbeteren, is slechts in een heel beperkt aantal scenario’s economisch rendabel. In ieder geval bestaan er geen maatregelen die tegelijkertijd energiebesparend zijn én zichzelf snel terugbetalen. De initiële investeringskost voor de ingrepen is vaak hoog. Vooral indien moderne koelsystemen moeten worden aangebracht. Het kantorencomplex dat dienst deed als referentiegebouw (kantoor 4) zou baat hebben bij: -
superisolerende zonwerende beglazing
-
mechanische extractieventilatie
-
condensatieketel met stooklijnregeling
-
compressiekoelsysteem, ventilo-convectoren voor verwarming/koeling
-
energiezuinige verlichting met aanwezigheidsdetectie en daglichtsturing.
Energiezuinig bouwen of renoveren in de dienstensector is technisch haalbaar én economisch rendabel – december 2005 p.11
Op die manier zou tot 54% op de energiefactuur
kunnen
Kantoor 4
worden
Economische resultaten
bespaard. Deze maatregelen kosten 200 euro/m vlakte.
2
De meerinvestering ten op-
zichte van een niet-energiebewuste renovatie is echter beperkt, ongeveer 50 /m². Een
ander
toegenomen
bij een hoog energieprijsscenario
verwarmde vloeropper-
voordeel comfort
is
het
van
de
EnergieVerbruik 100% -10% -20% -30% -40% -50%
Kost 2 ( /m ) Referentie 150 160 170 174 190
DTVT (jaar) +20 +20 +20 +20 +20
IRR (%) 0 0 0 0 0
TAK (%) 100 135 125 120 110 107
werknemers waardoor zij beter zullen presteren. Op die manier bekeken is een energiebewuste renovatie van grote kantoorgebouwen zeker economisch rendabel.
Ook andere dienstengebouwen kunnen energiezuiniger De studie heeft zich in hoofdzaak toegespitst op kantoorgebouwen want zij zijn de grootste energieverbruikers in de tertiaire sector. Maar ook andere categorieën van gebouwen werden geanalyseerd, zij het op aangepaste wijze. Een beperkte analyse werd uitgevoerd voor de nieuwbouw van een winkel, school en ziekenhuis en de renovatie van een winkel, school en rusthuis. Winkelverlichting Voor winkels is het aanbrengen van een energiezuinige verlichtingsinstallatie de topprioriteit, zowel bij nieuwbouw als renovatie. Logisch ook als u bedenkt dat bijna alle lampen in winkelgebouwen gedurende de hele openingstijd blijven branden. Ook het verhogen van de isolatiegraad tot K30-K35 is aan te raden. Winkelruimten worden zes dagen op de zeven verwarmd zodat een goede isolatie belangrijk is. Superisolerend glas en een goed isolerende kader aan de voorgevel zijn zeker een must. Bovendien is een sas in de inkomhal geen overbodige luxe. Zonder sas komt een grote hoeveelheid buitenlucht in de winkel bij elke binnen- of buitengaande klant. Dat leidt niet alleen tot een hoger energieverbruik, maar stelt ook comfortproblemen voor het winkelpersoneel. Verwarming in scholen en ziekenhuizen Voor scholen, ziekenhuizen en rusthuizen komt het verhogen van de isolatiegraad tot K30K35, zowel bij nieuwbouw als renovatie, op de eerste plaats. Zo is het belangrijk te kiezen voor superisolerend glas en een betere isolatie van vloeren, gevels en dak, zeker gezien de lange verwarmingstijden : in een ziekenhuis gebeurt dit zelfs 7 dagen op 7, 24 uur op 24. Voor scholen loont het de moeite om te overwegen een ventilatiesysteem met variabel debiet op basis van een hygiënesonde in elk klaslokaal te installeren. Dat verhoogt het comfort in grote mate en minimaliseert onnodige ventilatieverliezen.
Energiezuinig bouwen of renoveren in de dienstensector is technisch haalbaar én economisch rendabel – december 2005 p.12
Leidraad om de juiste keuze(s) te maken Uit de analyse van gebouwen in de tertiaire sector - nieuwbouw en renovatie van grote en kleine kantoorgebouwen - en uit de beknopte analyse voor winkels, ziekenhuizen, rusthuizen en scholen, kunnen een aantal algemene aanbevelingen worden gedistilleerd, die als volgt kunnen worden samengevat: 1. Breng een uitstekende verlichtingsinstallatie aan (armaturen, lampen en ballasten met hoogrendement) met daglichtsturing en afwezigheidsdetectie. 2. Zorg voor een voldoende isolatie en kies voor het juiste glas. Superisolerend en zonwerend glas is vaak de enige juiste glaskeuze. Bij nieuwbouw moet naar isolatiegraden van K30 tot K40 worden gestreefd, bij renovatie liggen de optima 10 tot 20 punten hoger. 3. Een
goede
luchtdichtheid
frequentiegestuurde
pompen
Warmtekrachtkoppeling
kan
en
een
en
stooklijnregeling,
worden
performante
overwogen
als
de
ketel, zijn
inclusief
een
klant
zijn
must. eigen
elektriciteitsproductie zelf gebruikt, maar deze optie is vanuit milieustandpunt enkel te verdedigen indien het een kwalitatieve warmtekrachtkoppeling betreft. 4. Indien een mechanische ventilatie (pulsie en extractie) wordt geplaatst, kiest men best
meteen voor een warmteterugwinning met een hoog rendement en
frequentiegestuurde ventilatoren. Een goed uitgevoerde natuurlijke ventilatie of extractie benadert vaak meer het economisch optimum. 5. Voor gebouwen met luchtkoeling zijn reversibele warmtepompen vaak een goede oplossing. 6. Zonnecollectoren, fotovoltaïsche cellen en een (nog) meer doorgedreven isolatie zijn maatregelen om het verbruik nog verder te doen dalen, maar zijn meestal vanuit economisch standpunt niet echt rendabel, op basis van de energieprijzen zoals aangenomen in de studie … tenzij de overheid financieel tussenkomt. De
economische
analyse
van
de
energiebesparende
maatregelen
die
voor
de
referentiegebouwen werden uitgevoerd, kunnen zonder probleem naar het volledige gebouwenpark van de dienstensector in het BHG worden geëxtrapoleerd. Ondanks het feit dat elk gebouw zijn eigen kenmerken heeft, komen uit de studie toch talrijke algemene vaststellingen naar voor waarvan elke bouwheer, -investeerder, -promotor en -professional op de hoogte moet zijn. Ze bepalen immers in grote mate de economische rendabiliteit van het bouw- of renovatieproject.
Energiezuinig bouwen of renoveren in de dienstensector is technisch haalbaar én economisch rendabel – december 2005 p.13
Werkwijze van de studie Het doel van deze studie was om energiebesparende maatregelen in gebouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te beoordelen aan de hand van economische, energetische en ecologische criteria. Die toetsing werd uitgevoerd door tal van combinaties van individuele maatregelen toe te passen op meer dan tien referentiegebouwen. Deze referenties zijn representatief voor het gebouwenpark in het BHG. De studie werd opgezet als een opeenvolging van selectie-, simulatie- en analysestappen. De meeste gebeurden afzonderlijk, sommige gemeenschappelijk. Deze stappen zijn: •
Stap 1: Definitie van het referentiegebouw
•
Stap 2: Keuze van maatregelen
•
Stap 3: Karakterisering van de maatregelen (parameters, investering, inwendige energie …)
•
Stap 4: Definitie van economische parameters en scenario’s
•
Stap 5: Simulatie van de maatregelen
•
Stap 6: Analyse van de
Voorbeeld van simulatie van 6140 combinaties van maatregelen voor kantoor 1
resultaten per gebouw •
Stap 7: Opstellen argumentenlijsten
De referentiegebouwen hebben niet de ambitie om een exact gemiddelde van het totale gebouwenpark te vertegenwoordigen. Dit is een onmogelijke opgave omwille van de grote verschillen tussen omvang, concept, omgeving, gebruik etc. De referentiegebouwen zijn ‘representatief’ voor een zo groot mogelijk deel van het geviseerde gebouwenpark. Daarbij werden alle parameters en variabelen zodanig gekozen dat ze kenmerkende waarden geven voor het gebouwtype. De energiebesparende maatregelen werden opgesplitst in bouwkundige en in installatie-technische maatregelen. De eerste worden hoofdzakelijk toegespitst op isolatie-ingrepen voor daken, gevels, vloeren en ramen. De installatie-technische maatregelen hebben betrekking op verschillende systemen voor verwarming, koeling, ventilatie en luchtbehandeling, WKK en energieopwekking met fotovoltaïsche zonnecellen. Door combinaties van al deze maatregelen te simuleren, werden voor elk referentiegebouw duizenden varianten geanalyseerd. Dankzij een grondige analyse van al deze varianten kon worden bepaald welke energiebesparende maatregelen in aanmerking komen bij een bouw- of renovatieproject; in welke volgorde de investeringen het best worden geïmplementeerd, hoeveel energie ze besparen, hoe groot de totale investering is en op welke termijn die investering wordt terugverdiend. Het is echter wel duidelijk dat een dergelijke studie een tijdsgebonden karakter heeft. De in deze studie gehanteerde hypotheses zijn echter zo actueel mogelijk (juni 2005) en werden geput uit de best beschikbare gegevensbanken. Bovendien werden ze op transparante wijze weergegeven in het algemene rapport (verkrijgbaar bij het BIM en op www.ibgebim.be). Het feit dat in 2005 de energieprijzen het meest pessimistische scenario (prijsstijging met 3,2% (stookolie) en 4,3% (aardgas en elektriciteit) per jaar) van deze studie al ruimschoots hebben ingehaald, doet niet af aan de waarde van de studie. Integendeel. De werkelijke economische rendabiliteit van de maatregelen die in de studie werden bestudeerd, zal met de prijsscenario’s die vandaag voorliggen, nog een stuk beter uitvallen.
Energiezuinig bouwen of renoveren in de dienstensector is technisch haalbaar én economisch rendabel – december 2005 p.14
De Brusselse overheid helpt u ideeën om te zetten in daden Premies : Voor audits, haalbaarheidsstudies, energieboekhoudingen… kunt u financiële hulp krijgen. Maar ook voor de installatie van een zonneboiler, een zuinige ketel, extra dakisolatie… Facilitatoren : Onafhankelijke energiespecialisten bieden u gratis nuttige informatie, strategisch advies, methodologische hulp… Info: 0800 85 775,
[email protected],
[email protected],
[email protected],
[email protected] Hulpmiddelen : Op de website van het BIM vindt u checklists, controlelijsten, vademecums, exploitatiehandboeken, typebestekken… (www.ibgebim.be > Ondernemingen > Energie > REG)
Label voor eco-dynamische ondernemingen : Voor als bedrijven zich wensen te profileren als bedrijf dat zich bekommert om het leefmilieu. (www.ibgebim.be > Ondernemingen > Eco-management)
Opleidingen : Het BIM biedt talrijke opleidingen en seminaries aan voor wie zich wenst bij te scholen. (www.ibgebim.be > Actualiteit > Agenda evenementen)
voor meer info: Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) 02 / 775 75 75 - www.ibgebim.be
Energiezuinig bouwen of renoveren in de dienstensector is technisch haalbaar én economisch rendabel – december 2005 p.15