Hoofdstuk V - Synthese 1. Analyse. Negen gemeenten, 135.000 inwoners. Gunstige ligging in Benelux Middengebied.
Jonge bevolking.
Ruimtelijke eenheid gewestplan NeerpeltBree.
Ontbreken van duidelijke stedelijke hiërarchie.
Historisch vervuilde industriële sites.
146
Noord-Limburg is gelegen in het noorden van de provincie Limburg vlak tegen de Nederlandse grens. De streek omvat de 9 gemeenten: Bocholt, Bree, Hamont-Achel, Hechtel-Eksel, Lommel, Meeuwen-Gruitrode, Neerpelt, Overpelt en Peer. Langs de ene kant wordt de ligging excentrisch getypeerd t.o.v. de grote centrumsteden Brussel, Gent, Antwerpen en de provinciehoofdplaats Hasselt. Langs de andere kant wordt deze ligging als een troef beschouwd in het centrum van het Benelux Middengebied op een gunstige afstand van Eindhoven en het Duitse Ruhrgebied. Noord-Limburg telt 135.000 inwoners en heeft een lage bevolkingsdichtheid van 220 inwoners per km². De Noord-Limburgse bevolking heeft een jonge leeftijdsstructuur met een nog te verwachten aangroei van 10,5 % in de volgende twee decennia. Het gebied vormt een ruimtelijke eenheid op de kaart Neerpelt-Bree van het Gewestplan. Aan de westzijde wordt de regio gekenmerkt als een industriegebied met verstedelijkte woongemeenten als uitloper van de Kempische as: Lommel, Overpelt, Neerpelt, Hamont-Achel. Voor het overige wordt Noord-Limburg getypeerd als een gebied met grote kernen met verspreide bebouwing in het buitengebied. Bree is het centrum met bovenlokale betekenis aan de oostzijde van de regio. Een belangrijk knelpunt in de regionale ontwikkeling van Noord-Limburg is het ontbreken van een duidelijke invulling van de gewenste stedelijke hiërarchie in de relatie tussen enerzijds de stedelijke kernen onderling en anderzijds tussen het stedelijk gebied en het buitengebied. Dit buitengebied beschikt over vitale gemeente- en dorpskernen. Het typeert zich bovendien als een open en waardevol landschappelijk gebied waarin zich belangrijke landbouwactiviteiten situeren. Voor Noord-Limburg zijn het Kempisch plateau en de Vlakte van Bocholt als landschappelijke eenheden belangrijk. Vanuit de ruimtelijk beperkende maatregelen inzake economische ontwikkeling en bevolkingsgroei die voortvloeien uit het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen, vrezen de gemeenten in het buitengebied voor financiële achterstelling en verpaupering. Verbonden met het industriële verleden van de streek (zink- en munitiefabrieken) zijn bepaalde gebieden historisch verontreinigd door zware metalen met als gevolg vervuilde industriële sites, verspreiding van verontreiniging middels de aanleg van assewegen en vervuiling van het grondwater. Deze erfenis weegt ongetwijfeld op het imago van de streek.
Streekvisie Noord-Limburg – Hoofdstuk V - Synthese.
PDF created with FinePrint pdfFactory trial version http://www.fineprint.com
Momenteel slechts beperkte voorraad industriegrond beschikbaar. Voorlopig niet realiseerbare reserve.
Goede ruimtelijke situering van de regionale bedrijventerreinen.
Onvoldoende ruimte voor lokale bedrijven in het buitengebied.
Slecht ontsloten grensregio.
Herwaardering IJzeren Rijn houdt kansen in voor de regio, maar niet zondermeer.
Van de totale 2512 ha industriegrond die op het Gewestplan Neerpelt-Bree zijn voorzien, waren er eind '98 1807 ha ingenomen, hetzij 71%. Er is nog slechts 72 ha realiseerbaar bouwrijp (Bree, Lommel-Overpelt) terwijl nog 198 ha realiseerbaar uit te rusten is, waarvan de uitrustingsplannen voor Lommel-Balendijk (142 ha) uitvoeringsklaar liggen. Blijft voor Noord-Limburg nog een grote oppervlakte van 432 ha die voorlopig niet realiseerbaar is. Het gaat hier om 160 ha van het industrieterrein te Bocholt-Kaulille (voormalige PRB-terreinen) en 263 ha te Lommel Dorperheide (Balim). De reden van niet realiseerbaarheid ligt volgens GOM-Limburg in het feit dat de gronden ingevolge de vroegere activiteit historische verontreinigd zijn. De PRB-terreinen te Kaulille situeren zich bovendien in het buitengebied volgens het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen. Buiten dit laatste gegeven is de goede ruimtelijke situering van de Noord-Limburgse industrieterreinen een pluspunt met een strategische ligging t.o.v. Europese economische centra. Voorwaarde is evenwel dat de verkeersinfrastructuren worden aangepast. Zo liggen de belangrijkste terreinen vlak langs de Kempische kanalen, de spoorweg IJzeren Rijn en de voornaamste autowegen N71 (Geel-Hamont), N74 (Hasselt-Eindhoven), N76 (Bree-Genk) en N73 (Hechtel-Bree). Daarnaast laat de beschikbaarheid van nog enkele grote industrieterreinen de mogelijkheden open voor een functionele opdeling van de bedrijven, hetgeen perspectieven opent inzake samenwerking en clustervorming tussen bedrijven op een zelfde industrieterrein. Anderzijds dreigt de beperking voor aanleg en uitbreiding van KMOterreinen in de gemeenten van het buitengebied deze gemeenten in hun economische ontwikkeling te verstikken. De toegelaten uitbreiding van 5 ha is zelfs onvoldoende om een herschikking te doen van de zonevreemde bedrijven in deze gemeenten. Inzake mobiliteit kenmerkt Noord-Limburg zich als een slecht ontsloten grensregio. Historisch is de ontwikkeling van de streek sterk afhankelijk geweest van de wegen die het gewest doorsneden. De internationale vaar- en spoorwegen waren bepalend voor de vestiging van de eerste nijverheden. Met de afbouw van spoor- en waterweg na de tweede wereldoorlog is de bereikbaarheid van de streek sterk aangetast. Het toenemend autoverkeer van de voorbije decennia is bovendien onvoldoende gekanaliseerd in eenduidige noord-zuid en oost-west assen. Een sterk verspreide verkeersafwikkeling met dan weer een negatief effect op de verkeersleefbaarheid in de dorpskernen is hiervan het gevolg. De laatste jaren kent Vlaanderen voornamelijk onder druk van de noodzaak aan een tweede havenontsluiting voor Antwerpen, een hernieuwde belangstelling voor reactivering van de IJzeren Rijn als goederenspoor tussen Antwerpen en het Duitse Ruhrgebied. Halverwege dit traject doet deze spoorlijn Noord-Limburg aan over een afstand van ongeveer 25 km. Met de keuze van het historisch tracé, dat alleszins door Vlaanderen wordt vooropgezet, zou dit ook een reactivering van het spoorverkeer in Noord-Limburg betekenen met bijzondere kansen voor het bedrijfsleven op de aangrenzende industrieterreinen. Dit geldt tenminste wanneer er overslag wordt voorzien, een optie waarvan nog weinig is aangegeven in de voorliggende plannen op Vlaams niveau. Daarbij dient gewaakt over de negatieve gevolgen van doorgaand goederenvervoer op de leefbaarheid en veiligheid in de doorsneden dorpscentra.
Streekvisie Noord-Limburg – Hoofdstuk V - Synthese.
PDF created with FinePrint pdfFactory trial version http://www.fineprint.com
147
Ondermaats aanbod in het openbaar vervoer, zowel wat betreft trein als bus.
Naast een ontsluitingsprobleem dat gecreëerd wordt door een gebrekkige verkeersinfrastructuur heeft Noord-Limburg bovendien te maken met een ondermaats openbaar vervoersaanbod. Met enkel reizigersvervoer op de spoorlijn Antwerpen-Neerpelt is de streek inzake reizigersvervoer per spoor zwak bedeeld, met daar bovenop het gebruik van sterk verouderd materiaal. Ook het reizigersvervoer per bus kent in Noord-Limburg een ondermaats aanbod. Dit is volgens de Lijn te wijten aan het ontbreken van een hiërarchische netstructuur, hetgeen op zijn beurt de resultante is van de historische evolutie. Het vroegere basisnet "op maat" werd aangevuld met een aantal bedieningen voor scholieren en werknemers of om aan lokale behoeften ingevolge nieuwe huisvestingsontwikkelingen te voldoen. Het lag in de bedoeling van de Lijn om in de loop van 1999 deze netstructuur te heroriënteren, een intentie die intussen al naar 2000 is doorgeschoven.
Economische ontwikkeling in Limburg vertoont deconcentratietendens naar subregio's, waaronder Noord-Limburg.
Tewerkstelling voornamelijk in secundaire sector: metaalverwerking en bouw.
Niettegenstaande aangroei toch nog achterstand in de dienstensector. Toerisme geeft hier belangrijke impuls.
148
Wat betreft de bedrijfseconomische ontwikkeling in Limburg voltrekt zich een ruimtelijke deconcentratietendens vanuit Midden-Limburg naar de aanleunende subregio's. De economische betekenis van Noord-Limburg wint aan belang zoals blijkt uit het groeiende investeringsvolume van de laatste jaren. Noord-Limburg is vooral een streek van KMO's, voor een belangrijk gedeelte gegroeid uit de streek zelf. Recent onderzoek toont de gunstige gezondheidstoestand van deze KMO's aan. De tewerkstelling situeert zich in deze streek nog voor een groot deel in de secundaire sector met voor de industrie en de bouw samen een aandeel in de tewerkstelling van 40%. Deze tewerkstelling is nog in belangrijke mate een tewerkstelling van mannen. Binnen deze industriële bedrijvigheid in Noord-Limburg is de metaalverwerking sterk aanwezig, een positie die nog versterkt wordt wanneer de combinatie gemaakt wordt met de transportmiddelensector en de kunststofverwerkende nijverheid. Binnen het geheel van deze metaal- en kunststofverwerkende nijverheid is er een duidelijke tendens van intensifiëring van samenwerkingen tussen bedrijven op het vlak van toelevering. De tewerkstelling in de diensten kende de laatste jaren in Noord-Limburg een belangrijke aangroei, waardoor het aandeel van de dienstensector in de RSZ-tewerkstelling toch al op 59% uitkomt (Vlaanderen 64%). Ook het aantal zelfstandigen in de dienstensector nam fors toe. De dienstensector stelt traditioneel een hoger aandeel vrouwen tewerk. Een sterke impuls is hier gegeven door de ontwikkeling van de toeristische activiteit waardoor ingevolge de inplanting van enkele grote bungalowparken de streek het grootste aandeel van de toeristische overnachtingen in Limburg optekent. Toerisme wordt dan ook duidelijk als economische sector in deze streekvisie behandeld. Naast de genoemde bungalowparken vormen groen, natuur en landschap belangrijke toeristische troeven voor de regio.
Streekvisie Noord-Limburg – Hoofdstuk V - Synthese.
PDF created with FinePrint pdfFactory trial version http://www.fineprint.com
Landbouw heeft zowel economische als ecologische functie. Overwegend productielandbouw. Sterke verwevenheid van landbouw en natuur.
Nog onvoldoende arbeidsplaatsen in eigen streek.
De landbouwsector speelt in een groot deel van de regio zijn rol vanuit enerzijds een economische functie (tewerkstelling en productie) en anderzijds de ruimtelijk-ecologische functie (landschapsbepalend). De landbouwsector in de streek is traditioneel gericht op vlees- en zuivelproductie. Opvallend hierbij is het ontbreken van een afzet- en verwerkingsstructuur waardoor landbouw is geëvolueerd naar een levering van basisproducten. Andere opmerkelijke vaststelling is dat in Noord-Limburg een relatief groot aandeel van de landbouwactiviteit zich situeert in de groengebieden op het gewestplan. Dit wijst op een grote verwevenheid van landbouw en natuur hetgeen resulteert in kwaliteitsvolle landschappen. Anderzijds leidt deze situatie tot conflicten tussen landbouw en natuur, zeker wanneer van overheidswege een koppeling wordt gemaakt tussen milieuwetgeving en de ruimtelijke bestemming van het gebied. Tenslotte nog enkele reflecties bij de globale arbeidsmarkt in Noord-Limburg. Niettegenstaande een stijging van het aantal arbeidsplaatsen, zowel in loondienst als als zelfstandige, in de laatste 5 jaren, blijft de werkgelegenheidsgraad met 58,8 % onder het Limburgs gemiddelde van 64,4 %. Er is dus slechts voor nagenoeg 6 op 10 actieve Noord-Limburgers een arbeidsplaats in de eigen regio. Wanneer wij daarnaast zien dat Noord-Limburg een kleiner aandeel heeft in de werkloosheid met een lagere werkloosheidsgraad (5,5 % t.o.v. 7,8 % voor Limburg), betekent dit dat heel wat Noord-Limburgers aangewezen zijn op pendelarbeid. En inderdaad, pendelarbeid naar MiddenLimburg, de Antwerpse Kempen en het Nederlandse grensgebied zijn van oudsher een gegeven. Hierbij stellen zich andermaal de problemen inzake bereikbaarheid. Ook de normale relatie tussen een minder hoge opleiding en werkloosheid spreekt niet uit de werkloosheidscijfers van de streek. Niettegenstaande Noord-Limburg nog een achterstand heeft inzake deelname hoger onderwijs (en hiervoor opnieuw met een handicap zit ingevolge de verdere afstanden en het gebrekkige openbaar vervoer), vertaalt zich dit gelukkig niet in hogere werkloosheidscijfers. Integendeel de huidige krapte op de arbeidsmarkt ingevolge een goed draaiend bedrijfsleven maakt dat er een stijgende vraag is naar vooral technisch geschoolden. Een meer gestructureerde samenwerking tussen school en bedrijf is dan ook aangewezen.
Streekvisie Noord-Limburg – Hoofdstuk V - Synthese.
PDF created with FinePrint pdfFactory trial version http://www.fineprint.com
149
2. Visie. Ruimtelijke onderbouw voor economische streekvisie.
In de ruimtelijke structuurschets voor Noord-Limburg die parallel met deze streekvisie werd opgemaakt worden enkele concepten aangereikt die ook in deze economisch gerichte streekvisie kunnen gehanteerd worden. Door deze wisselwerking krijgt de streekvisie een ruimtelijke onderbouw. Hierdoor sluit ze beter aan bij de vooropgestelde duurzame ontwikkeling die zowel oog heeft voor het welzijns- als welvaartsaspect.
Van vergeten grensgebied naar een dynamische contactzone. Dynamische contactzone tussen belangrijke groeiregio's.
In de voorbije decennia leidde de voor de streek nadelige geïsoleerde ligging binnen de strikt Belgische context tot een verwaarlozing van de infrastructuren. In tegenstelling hiermee wil Noord-Limburg zich naar de toekomst toe eerder profileren als een dynamische contactzone tussen belangrijke groeiregio's: Hasselt-Genk, Antwerpen, Eindhoven, Ruhr-gebied.
In Limburg deconcentratie van 'industrieel'georiënteerde activiteiten.
Deze richting wordt aangegeven in de studies van prof. Allaert omtrent de regionaal-economische ontwikkeling voor Limburg.1 Hij stelt vast dat er in Limburg een verdere deconcentratie optreedt van 'industrieel'-georiënteerde activiteiten. Deze territoriale verbreding van economisch-technologische polen heeft zijn effecten naar schaalvergroting en naar infrastructurele impact. Een fijnmazige kwalitatieve infrastructuur weg/spoor/water is noodzakelijk om deze dynamiek verder te versterken. NoordLimburg situeert zich op het kruispunt tussen Noord-Zuid (Eindhoven Hasselt) en IJzeren Rijn met Kempische kanalen op de oost-west relatie: het Limburgs Kruis. Vanuit infrastructureel oogpunt is een fijnmazig wegennet, gekoppeld aan spoorontsluiting, een belangrijke randvoorwaarde voor de verdere ontwikkeling. In het verlengde van deze optie moet verder gestreefd naar een concentratie van een beperkt aantal bedrijvenzones met relatief grote oppervlakte waar zowel de industriële productie als de goederenbehandeling en de kennisintensieve diensten op een Europees peil kunnen gehouden worden.
Nood aan fijnmazige infrastructuur in wisselwerking tussen weg/spoor/water met multimodale overslag.
Behoefte aan voldoende grote bedrijvenzone.
Planologisch sluit deze visie aan bij de vastgelegde opties in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen omtrent de afbakening van de stedelijke gebieden en de economische knooppunten.
Grensoverschrijdende samenwerking met Nederlandse grensgebied.
In het verlengde van dit concept situeren zich een aantal initiatieven op het vlak van de grensoverschrijdende samenwerking met het Nederlandse grensgebied: grensoverschrijdende infrastructuur, samenwerking tussen de bedrijven, samenwerking op toeristisch-recreatief vlak, overleg op vlak van leefmilieu- en ruimtelijke ordening. 1
ALLAERT G. De regionaal-economische dynamiek van Limburg: een evaluatie en perspectieven voor 2000plus. VKWLimburg, Hasselt-Genk, 1998.
150
Streekvisie Noord-Limburg – Hoofdstuk V - Synthese.
PDF created with FinePrint pdfFactory trial version http://www.fineprint.com
Ontwikkeling van dienstenaanbod. Verhoging van opleidings- en kennisniveau. Toeristische ontwikkeling op twee sporen: verhogen van het aanbod en verbeteren van het onthaal.
Het uitbouwen van de regio als dynamische contactzone vraagt niet alleen aanpassingen in de fysische structuur van het gebied, maar stelt ook zijn eisen op het vlak van ontwikkeling van het dienstenaanbod in de streek (publiek en privé) en vraagt om een verdere verhoging van het opleidingsen kennisniveau met o.a. het actief inspelen op ontwikkelingen inzake nieuwe media. Een interessante exponent van deze dynamische contactzone wordt gevonden in de gewenste toeristische ontwikkeling. Wij stellen immers vast dat niettegenstaande het hoge overnachtingscijfer deze bezoekers nog te weinig interferentie hebben met de streek. In die zin wordt in de toeristische visie op twee sporen gewerkt. Er is enerzijds de (kwalitatieve) verhoging van het aanbod van attracties en voorzieningen die bovendien middels de verschillende routestructuren (fiets-, wandel- en ruiterroutes, tourvaart) in een netwerk verbonden worden. Anderzijds wordt gewerkt aan de verbetering van het onthaal met een goed georganiseerde VVV-structuur. Deze wordt gesteund door een herkenbaar imago en concipieert en promoot stevige toeristische producten.
Vernieuwing op het platteland binnen een integrale aanpak. Vrijwaren van landbouw- en natuurfunctie in het buitengebied.
Complementariteit tussen stedelijke kernen en kernen in het buitengebied.
Een betere structurering van de landbouwgebieden. Diversificatie van de landbouwproductie.
Recreatief medegebruik van natuur en landschap.
Noord-Limburg is als geheel een plattelandsregio zoals de lage bevolkingsdichtheid in het gebied aangeeft. Om dit waardevolle buitengebied met belangrijke landbouwfunctie en natuurwaarden te handhaven dient een gedifferentieerd beleid gevoerd waarin de meer stedelijke en economische functies geconcentreerd worden in de door Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen afgebakende stedelijke gebieden of economische knooppunten (Lommel, Overpelt, Neerpelt, Hamont-Achel en Bree). Deze stedelijke ontwikkeling moet in onderlinge complementariteit tussen deze kernen tot stand gebracht, alsmede in complementariteit met de kernen in het buitengebied. De toeristische ontwikkeling is hier zeker een sterk bindingselement. De recente evoluties van de kernen in het buitengebied (Bocholt, Peer, Meeuwen-Gruitrode en Hechtel-Eksel) tonen aan dat ook deze gemeenten een dynamische ontwikkeling kennen op het vlak van huisvesting en KMO-bedrijvigheid. In het buitengebied speelt landbouw een belangrijke rol en dit zowel vanuit zijn economische als vanuit zijn ecologische functie. In deze zin moet landbouw gevrijwaard blijven door een betere structurering van de typische landbouwgebieden. Aansluitend moet hierbij gezocht naar een differentiatie in de landbouwproductie en een verbreding van de sector met verwerkingsactiviteiten en initiatieven gericht op commercialisatie. Voor het behoud en de versterking van de natuurlijke en landschappelijke ontwikkeling moet zeker de verwevenheid tussen landbouw en natuur bewaard blijven. Daarnaast krijgen de afgebakende natuurgebieden de gepaste bescherming opdat de geëigende landschappelijke karakteristieken van de streek gevrijwaard blijven: bos-, heide- en vengebieden, beekvalleien, wateringen… In functie van de draagkracht van deze gebieden worden deze ingeschakeld in de toeristisch recreatieve ontwikkeling van de regio.
Streekvisie Noord-Limburg – Hoofdstuk V - Synthese.
PDF created with FinePrint pdfFactory trial version http://www.fineprint.com
151
Geïntegreerde benadering ruimtelijke ordening, mobiliteit en infrastructuur.
Afwerking Noord-Zuid. Aanleg ontbrekende verbindingsstukken langs Neerpelt en langs Meeuwen.
Multimodale overslag weg, spoor, water. Omgevingshinder beperken.
nieuwe
infrastructuur
Nieuwe structuur openbaar vervoer met verbeterd spoor- en busaanbod.
In het verlengde van het concept "dynamische contactzone" is een goede ontsluiting van de regio een primaire doelstelling. Met het oog op de duurzame ontwikkeling van het gebied dient deze ontsluitingsinfrastructuur bekeken in functie van de volledige ruimtelijke ontwikkeling. Zo dient de categorisering van het wegennet verder geoptimaliseerd met de afwerking van de NoordZuid (N74), de verbindingsweg langs Neerpelt (N71) en langs Meeuwen (N76). Wanneer in het verlengde van deze categorisering de secundaire wegen niet langer als gewestwegen worden aangehouden maar aan de gemeenten worden overgedragen, is het de uitdrukkelijke wens van de gemeenten dat ook de middelen voor onderhoud worden overgedragen. De bereikbaarheid van de regio dient niet enkel verhoogd te worden door het aanbrengen van een verbeterde infrastructuur op het vlak van weg, spoor en kanaal, maar dient bovendien vanuit de streek zelf geactiveerd te worden door het organiseren van een multimodale overslag. Verder dienen de negatieve effecten van de ontsluitingsinfrastructuur op de leefomgeving zo beperkt mogelijk gehouden. Zo moeten de milieubaten die rijkelijk worden ingeschat in de kostenbatenanalyses die gemaakt worden ter herwaardering van spoorlijnen ook geïnvesteerd worden op die plaatsen waar door de reactivering nieuwe omgevingshinder wordt gecreëerd. De reorganisatie van het openbaar vervoer is een volgende prioriteit in deze mobiliteitsaanpak waarbij een nieuw functioneel openbaar vervoersconcept moet uitgewerkt worden. Dit vertrekt vanuit een tweetal steunpunten in de regio gebaseerd op de oost-west en noord-zuid assen. Het concept gaat verder uit van een uitbreiding van het spooraanbod voor reizigersvervoer op lijn 15/19 (AntwerpenNeerpelt-Weert) en eveneens op lijn 18 (Hasselt-Neerpelt), eventueel uitgebouwd als light-rail. Voorts wordt de uitwerking van een nieuwe en efficiënte netstructuur voor het busvervoer nagestreefd in afstemming met de nieuwe principes van de Lijn inzake het waarborgen van een basismobiliteit.
Positieve beeldvorming Noord-Limburg.
Positieve, dynamische en eensgezinde regio.
Noord-Limburg als kwaliteitsregio.
152
Ter afronding van deze streekvisie wenst Noord-Limburg een duidelijk beeld naar buiten te brengen van een positieve en dynamische regio die in afstemming tussen lokale politiek en sociale partners eensgezind werkt aan de toekomst. Dit in tegenstelling tot het sluimerende negatieve imago van immer klagende regio die opgezadeld zit met een historische vervuiling van zijn industriegronden, zich een slecht ontsloten streek voelt waar op de koop toe weinig te beleven valt. Daarom dat Streekplatform Noord-Limburg de streekvisie wil afsluiten met een positieve en eenduidige beeldvorming over Noord-Limburg als kwaliteitsregio, een beeldvorming die zich moet herhalen in de toeristische promotie, in de promotie omtrent het bedrijfsleven en in de promotie van de industrieterreinen. De hele waaier van informatiemedia zoals pers, folders en internet zal hiervoor worden aangewend en dit zowel op het vlak van interne communicatie aan de bevolking in de eigen streek, als naar buiten toe.
Streekvisie Noord-Limburg – Hoofdstuk V - Synthese.
PDF created with FinePrint pdfFactory trial version http://www.fineprint.com
3. Acties I.
Verbetering van de mobiliteit: Verkeersinfrastructuur. ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨
Een IJzeren Rijn voor Noord-Limburg (= overslag + personenvervoer + begeleidende maatregelen tot beperken van omgevingshinder). Volledige afwerking van de Noord-Zuid tot aan de E314 te Houthalen op twee maal twee rijstroken + de aansluiting over de grens met Eindhoven. Aanleggen van de ontbrekende verbindingsstukken op de autowegen langs Neerpelt (N71) en Meeuwen (N76). De waterwegen efficiënter inschakelen voor vrachtvervoer. Het opheffen van de knelpunten aan de sluizen van Lommel-Blauwe Kei en BocholtLozen. Fietsroutenetwerk voor utilitair fietsverkeer. De aanpassing van de doortochten op de gewestwegen. Een bovengemeentelijke afstemming van de mobiliteitsplannen
Openbaar Vervoer. ¨ ¨
De modernisering en de uitbreiding van het personenvervoer op lijn 15/19 (Antwerpen-Neerpelt-Weert) De organisatie van een nieuwe netstructuur voor het openbaar busvervoer: § snelle interstedelijke verbindingen § functioneel ontsluitende verbindingen § lokale landelijke verbindingen
Strategische hefbomen: Realisatie van een multimodaal overslagcentrum voor het goederenvervoer op basis van goede ontsluiting door weg, spoor en water. De organisatie van een nieuwe netstructuur voor het openbaar vervoer (spoor + bus)
¨ ¨
Streekvisie Noord-Limburg – Hoofdstuk V - Synthese.
PDF created with FinePrint pdfFactory trial version http://www.fineprint.com
153
II.
Industrieterreinen. ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨
Uitrusting van de uitbreiding industrieterrein Balendijk te Lommel. Versnelde sanering van de vervuilde sites te Bocholt-Reppel, Lommel Maatheide en Dorperheide, Zinkfabriek Overpelt. Uitbreiding industrieterrein Kanaal-Noord te Bree. Aankoop en sanering terrein Dorperheide te Lommel. Indien herlocatie PRB-terrein Kaulille, dan in de regio. Ruimte voor KMO-terreinen in de kernen van het buitengebied als alternatief voor zonevreemde bedrijven.
Strategische hefboom: Het realiseren van een aaneengesloten industrieterrein van 475 ha aan de Balendijk te Lommel. (142 ha uitbreiding Balendijk + 70 ha recuperatie Philips-terrein + Dorperheide 263 ha)
III.
Toerisme en Recreatie. 1. Het organiseren van een attractief, gediversifieerd en herkenbaar aanbod: ¨ Nieuw inrichten en versterken van (dag)attracties. ¨ Opwaardering van het jeugdtoerisme. ¨ Verbindingsnetwerk van fietspaden, wandelwegen, ruiterpaden en waterwegen voor de pleziervaart. ¨ Versterken van de natuurlijke en landschappelijke omgeving. 2. Het verzorgen van een kwalitatief onthaal: ¨ Beeldvorming rond een sterk product “Limburgse Kempen”. ¨ Efficiënte en duidelijke toeristische organisatie. ¨ Uitwerken evenementen (evenementenhal) en arrangementen. ¨ Opleiding en vorming.
Strategische hefboom: Het schakelen in een toeristisch netwerk van attracties en voorzieningen.
154
Streekvisie Noord-Limburg – Hoofdstuk V - Synthese.
PDF created with FinePrint pdfFactory trial version http://www.fineprint.com
IV.
Landbouw. ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨
Zoeken naar diversificatie in de sierteelt, de tuinaanleg en de groenteteelt. Uitwerken van het project "watermanagement in de agrarische gebieden". Stimuleren van voedingsindustrie en verwerking en commercialisatie van landbouwproducten. Mogelijkheden voor mestverwerking onderzoeken. De uitwerking van een ruimtelijke landbouwstructuur. Nieuwe mogelijkheden in de beheerslandbouw aftasten en promoten. Aansluiting teweegbrengen tussen landbouwsector en plattelandstoerisme.
Strategische hefboom: Diversificatie naar sierteelt, tuinaanleg en groenteteelt.
V.
Kennis en Opleiding. ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨
Een structureel overleg organiseren tussen opleidingsinitiatieven en het beroepsleven. Inspelen op de perspectieven in de streekontwikkeling: logistiek, toerisme, toelevering… Zoeken naar mogelijkheden voor een polyvalent georiënteerde studierichting in het beroepsonderwijs. Het opzetten van complementaire samenwerking tussen opleidingsinitiatieven in de volwassenenvorming (VIZO, VDAB, OSP). Het aanbieden van managementondersteuning voor KMO's. De integratie van risicogroepen op de arbeidsmarkt door het samenbrengen van het opleidings- en tewerkstellingsaanbod in een kwalitatieve trajectbegeleiding.
Strategische hefboom: De uitbouw van een coördinatiecentrum met het oog op een betere afstemming tussen opleiding en beroepsleven.
Streekvisie Noord-Limburg – Hoofdstuk V - Synthese.
PDF created with FinePrint pdfFactory trial version http://www.fineprint.com
155
VI.
Leefkwaliteit van de burger. ¨ ¨ ¨ ¨
Bouw van een nieuw regionaal ziekenhuis te Overpelt met een voldoende gespreid kwalitatief zorgaanbod. De uitvoering van de masterplannen in de zorginstellingen (bejaarden-, gehandicapten-, gezondheidszorg). De verdere uitbouw van de thuiszorg. Ruimte en middelen voor sociale huisvesting.
Strategische hefboom: Het leveren van een zorgaanbod op maat van de cliënt in het kader van een netwerkhulpverlening.
VII.
Ruimtelijke ontwikkeling, landschap, natuur en milieu. De verdere uitwerking van de actiepunten uit de ruimtelijke structuurschets voor zover deze nog niet in de acties van de streekvisie zijn opgenomen: ¨ Integratiestudie "multifunctionele" IJzeren Rijn. ¨ Uitbouw van de stationsomgevingen. ¨ Opstarten van een stedelijk samenwerkingsmodel. ¨ Uitwerken van een streekeigen plattelandsbeleid dat economische kansen geeft aan het buitengebied. ¨ Uitwerking "Stiltegebied Noordoost Limburg". ¨ Uitwerking structuurschets voor het plassengebied "Lommel-Mol". ¨ Haalbaarheidsonderzoek voor een mogelijke toeristisch-recreatieve nabestemming van de PRB-terreinen te Bocholt-Kaulille. ¨ Uitbouw van het toeristisch knooppunt op provinciaal niveau.
VIII.
Positieve Beeldvorming Noord-Limburg. ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨
156
Streekvisie wordt gedragen door de partners in het streekplatform: gemeenten en sociale partners. Streekvisie wordt vertaald in een streekcharter met de Vlaamse Overheid. Communicatie van de streekvisie naar de bevolking toe met brochures, presentaties… Positieve en eenduidige beeldvorming over Noord-Limburg als kwaliteitsregio. Promotie toerisme. Promotie industrieterreinen. Promotie bedrijfsleven.
Streekvisie Noord-Limburg – Hoofdstuk V - Synthese.
PDF created with FinePrint pdfFactory trial version http://www.fineprint.com
Bijlage : Ledenlijst Algemene Vergadering Streekplatform Noord-Limburg.
De Heer Bloemen Gerard, Gemeente Overpelt De Heer Dumoulin Bart, ACW regio Noord De Heer Claes André, Gemeente Meeuwen Gruitrode De Heer Cremers Walter, Lommel De Heer Dams Henri, Stad Lommel De Heer Smeets Frank, Gemeente Neerpelt De Heer Vandecruys Guido, ACV De Heer Leroy Geert, Lommel De Heer Leurs Henri, Gemeente Overpelt De Heer Van Baelen Gilbert, VLD Neerpelt De Heer Cornelissen Georges, A.C.V., Overpelt De Heer Winters Etienne, Focus Noord, Overpelt De Heer Maesen Jozef, Boerenbond, Neerpelt De Heer Spaas Gerard, Focus Noord, Hamont-Achel De Heer Vanvelthoven Peter, SP, Lommel De Heer Thys Johan, Focus Noord, Lommel De Heer Eerdekens Eric, Gemeente Neerpelt De Heer Plas Jef, Stad Hamont-Achel De Heer Baselet Tony, Gemeente Hechtel-Eksel Mevrouw Cornelissen Sigrid, Stad Peer De Heer Damen Mathieu, Gemeente Bocholt De Heer Vangompel Theo, A.C.V., Neerpelt De Heer Ooms Robert, A.B.V.V. De Heer Vols Frank, S.T.C.-Limburg De Heer Haverbeke Gust, A.B.V.V. De Heer Veldeman Georges, Focus Noord, Bree De Heer Linsen Louis, N.C.M.V., Peer Mevrouw Pinxten Riki, N.C.M.V., Hamont-Achel Mevrouw Daems Melanie, C.V.P., Lommel
Streekvisie Noord-Limburg – Hoofdstuk V - Synthese.
PDF created with FinePrint pdfFactory trial version http://www.fineprint.com
157
De Heer Cuyvers Antoine, Gemeente Hechtel-Eksel De Heer Mathei Jos, Stad Peer Mevrouw Kerkhofs Hilda, Gemeente Meeuwen-Gruitrode De Heer Meeuwissen Henri, Stad Hamont-Achel De Heer Timmermans Francois, Stad Lommel De Heer Sleurs Rudy, Stad Lommel De Heer Lipkens Jaak, Stad Bree De Heer De Muylder Roger, Vlaamse Gemeenschap Adm.Economie De Heer Gabriëls Jaak, Stad Bree Mevrouw Loots Christel, A.C.V., Lommel De Heer Vanden Boer Charles, GOM-Limburg De Heer Gijbels Louis, A.B.V.V., Overpelt De Heer De Boever Gilbert, A.C.L.V.B. De Heer Theuwissen Maurice, Gemeente Bocholt De Heer Vanvelthoven Louis, Stad Lommel De Heer Ceyssens Lode, Boerenbond, Meeuwen-Gruitrode Samenstelling Streekvisie.
158
Gielen Diane, medewerkster Streekplatform Noord-Limburg Vanduffel Monique, medewerkster Streekplatform Noord-Limburg Vrolix Guido, Coördinator Streekplatform Noord-Limburg
Streekvisie Noord-Limburg – Hoofdstuk V - Synthese.
PDF created with FinePrint pdfFactory trial version http://www.fineprint.com