Module 3.7
EPW: Synthese E-peil berekening versie 2.0
1
Hoofdstukkenoverzicht EPW §10.5 Verbruik voor koeling
§8 Controle oververhitting
§7.7 Transmissieverliezen §7.8 Ventilatie – verliezen
§7.9 Interne winsten
§7.2 – §7.6 Netto behoefte voor ruimteverwarming
Afgifte, verdeling, opslag §9.2
Opwekkingsrendement (incl. WKK)
§10.4.1 Thermische zonneenergie
§7.10 Zonnewinsten
§7.3 Netto behoefte voor warm tapwater
§9 Bruto behoefte voor ruimteverwarming
Verdeling §9.3
§9 Bruto behoefte voor warm tapwater §10.4.2 Thermische zonneenergie
§10.2 Eindenergieverbruik voor ruimte verwarming Omzettingsfactor
Opwekkingsrendement (incl. WKK)
§10.3 Eindenergieverbruik voor warm tapwater §11 Hulpenergie - §12 PV & WKK elektriciteit
§13 Jaarlijks primair energieverbruik §6 Referentiewaarde
§6 E-peil
2
Energiestromen 200
180
160 PV energiestromen (MJ/m³)
140 max. kar. prim. verbruik 120
kar. prim. verbruik (reële of fictieve) koeling
100
ventilatoren hulpfuncties RV
80
warm tapwater nuttige zonnewarmtewinsten
60
nuttige int. warmtewinsten ruimteverwarming
40
transmissieverliezen bewuste ventilatie
20
in/exfiltratie 0 verliezen
winsten
netto behoefte
bruto behoefte
eindverbruik
primair verbruik
kar. prim. verbruik
max. kar. prim. verbruik
3
Gekend: enerzijds de teller van het E-peil Karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik = 1. Primair energieverbruik voor ruimteverwarming + 2. Primair energieverbruik voor warm tapwater + 3. Primair energieverbruik door ventilatoren en hulpfuncties voor ruimteverwarming + 4. Primair energieverbruik voor koeling (reëel of fictief)
5. Eventuele primaire energiewinst door PV of WKK 4
4
Gekend: anderzijds de noemer van het E-peil E char
ann prim en cons , ref
= a 1 × A T, E + a 2 × V EPW + a 3 × V& dedic , ref
constanten: • a1 = 115 • a2 = 70 • a3 = 105
• AT,E : verliesoppervlakte • VEPW : beschermd volume • Vdedic,ref : bewust ventilatiedebiet (vaste functie van VEPW)
Automatisch berekend door de software o.b.v. de reeds beschikbare informatie. Geen extra gegevensinvoer meer nodig. 5
5
Eindresultaat nu gekend: het E-peil
E = 100
Echar ann prim en cons Echar ann prim en cons,ref
Check: E < Emax = E100 ? • ja: • ok, er is voldaan aan de eis • nee: • Î ontwerp (en/of uitvoering) aanpassen • zoniet boete voor de bouwheer bij aangifte • zie tabblad ‘Indicatieve boete’ 6
6
7
7
8
8
9
9
10
10
Hierop wordt verder in gegaan in de ventilatie-module
11
11
12
12
P90A P60A
ve rli ez ne w en tto ins br be ten ut ho o be efte ei ho n pr dv efte im e m kar air rbru ax . p . k ri ver ik ar m. bru .p v i rim erb k . v rui er k br ui k
energiestromen (MJ/m³)
200
ve rli ez ne w en i tto n s br be ten ut ho o be efte ei ho pr ndv efte im e m kar air rbru ax . . k pri ver ik ar m. bru .p v i rim erb k r . v ui er k br ui k
ve rli ez ne w en i tto n s br be ten ut ho o be efte ei ho pr ndv efte im er k b a m ax ar. ir v ruik . k pri er ar m. bru .p v i rim erb k . v rui er k br ui k
Vergelijking: van middelmatig tot zeer goed P30
180
160 PV
140 max. kar. prim. verbruik
120 kar. prim. verbruik
(reële of fictieve) koeling
100 ventilatoren
hulpfuncties RV
80 warm tapwater
nuttige zonnewarmtewinsten
60 nuttige int. warmtewinsten
40 ruimteverwarming
transmissieverliezen
20 bewuste ventilatie
in/exfiltratie
0
13
14
14
Module 3.8
EPW: Schematisering van het gebouw
versie 2.0
15
Overzicht - Projectgegevens: voorbeeldinvoer van een eenvoudig project - Opdeling van het gebouw -
beschermd volume ‘EPW-volume’ ventilatiezones energiesectoren
16
16
Projectgegevens: voorbeeldinvoer Screenshots van een eenvoudige structuur – 1 deelproject, 1 subdossier – Dit is meestal het geval voor een typische ééngezinswoning
17
17
18
18
19
19
20
20
21
22
22
23
23
Opgepast! • het project in het begin volledig en correct definiëren in het venster ‘projectgegevens’ • wanneer men nadien deelprojecten/subdossiers verandert, worden alle ondertussen reeds ingevoerde gegevens in het overeenkomstige ‘projectvenster’ gewist!
24
24
Overzicht - Projectgegevens: voorbeeldinvoer van een eenvoudig project - Opdeling van het gebouw -
beschermd volume ‘EPW-volume’ ventilatiezones energiesectoren
25
25
1. Definieer het beschermd volume • Alle ruimten die continu of intermitterend verwarmd worden moeten binnen het beschermd volume liggen. • Dus enkel ruimten die niet van warmte-afgifte elementen voorzien zijn mogen (maar moeten niet) buiten het beschermd volume gelaten worden. • De afbakening van het beschermd volume bepaalt: – hoe het K-peil berekend wordt – welke constructie-elementen aan een maximale warmtedoorgangscoëfficiënt moeten voldoen 26
26
2. Definieer het EPW-volume • Binnen het beschermd volume kunnen delen liggen die een andere dan woonbestemming hebben, bv in een appartementsgebouw: – winkels op gelijkvloers (geen E-peil eis) – kantoren (E-peil volgens EPU methode) – ...
• Enkel wooneenheden vormen een zogenaamd ‘EPWvolume’, waarvoor het E-peil volgens de EPW-methode bepaald wordt. • In appartementsgebouwen vormt elk appartement een ‘EPW-volume’ • De K-peileis heeft wél betrekking op het ganse appartementsgebouw • Elk ‘EPW-volume’ vormt een subdossier: zie vorig deel van deze presentatie. 27
27
3. Verdere onderverdeling van het EPW-volume • meestal is dit niet nodig – er is dan maar 1 ventilatiezone en 1 energiesector (die wel steeds door de software gebruiker aangemaakt moeten worden)
• enkel indien er ‘niet-homogene’ installaties in het gebouw aanwezig zijn is een verdere onderverdeling in meerdere ventilatiezones en/of energiesectoren nodig • dit formalisme laat toe de verschillende deelrendementen correct in te rekenen
28
28
4. Regels voor ventilatiezones • 4 types ventilatiesystemen: – – – –
natuurlijke ventilatie mechanische toevoerventilatie mechanische afvoerventilatie mechanische toe- en afvoerventilatie
• Indien in verschillende afgesloten delen van het gebouw onafhankelijke ventilatie-installaties voorkomen, dan vormt elk deel op zich een ventilatiezone. • Î correcte beoordeling van elk systeem mogelijk • ev. is er een verdere onderverdeling in energiesectoren: zie volgend plaatje 29
29
5. Regels voor energiesectoren • Een opdeling in energiesectoren is nodig indien verschillende delen van het gebouw: – een ander warmteafgiftesysteem hebben (tenzij in geval van centrale verwarming met het slechtste afgifterendement gerekend wordt) – een ander warmteopwekkingstoestel hebben – (al dan niet gekoeld worden)
• Dit worden energiesectoren genoemd. • Definieer voor elke ventilatiezone het benodigde aantal energiesectoren (meestal is er slechts 1) 30
30
Energiesectoren: voorbeeld
1e verdiep: elektrische weerstandsverwarming
energiesector 1
gelijkvloers: warmtepomp & vloerverwarming
energiesector 2
31
31
32
32
33
33
34
34
35
35