28
Het Experiment - 1/ 2007
VERBINDEN MET
DE SAMENLEVING
Maatschappelijk ondernemerschap vraagt om het leggen van verbindingen tussen organisatie en samenleving. In deze tijd hoor je weinig tegenspraak op deze stelling. Wie doordenkt over het waarom van verbinden en hoe je die verbindingen moet aangaan, zal op veel keuzemogelijkheden stuiten. In opdracht van de SEV verrichtte &Windhausen organisatie-adviseurs een voorstudie naar de mogelijkheden om de verbinding tussen corporatie en maatschappij formeel te borgen. Het aanbrengen van een onderscheid tussen belanghoudersparticipatie en maatschappijsturing is daarbij de eerste stap. door Derk Windhausen met medewerking van Joost Damen, illustratie Absoluut Design, figuren &Windhausen STEEDS VAKER BENADEREN WOONCORPORATIES actief de samenleving om mee te denken over de koers en de beleidsmatige inrichting van de corporatie. Op veel plaatsen zijn daarvoor initiatieven in ontwikkeling die belanghouders een herkenbare plaats geven in de beleidscyclus. Daarnaast zijn er ontwikkelingen in zelfregulering en overheidsregulering die de verbinding met de samenleving moeten borgen. Bijvoorbeeld de nieuwe Aedescode en governance code, de figuur van de corporate board en de herpositionering van het CFV. De brede aandacht voor maatschappelijke verantwoording en de ontwikkeling van een visitatiestelsel getuigen van een toenemende behoefte bij zowel de samenleving als de corporaties zelf om het presteren van de corporatie te voorzien van een maatschappelijk oordeel.
De verschillende dimensies van ‘verbinden met de samenleving’ illustreren dat er veel mogelijkheden en verplichtingen bestaan voor een corporatie om zich op een eigen wijze met de samenleving te verbinden. In deze schijnbare luxe van keuzemogelijkheden, schuilt het gevaar van willekeur en overmaat, met als risico dat de groepen belanghouders ‘verbindingsmoe’ worden en op enig moment afhaken. Deze overwegingen zijn aanleiding geweest voor een voorstudie naar de mogelijkheden voor corporaties om zich duurzaam en niet vrijblijvend te verbinden met de samenleving. De voorstudie wil ook een bijdrage leveren aan de totstandkoming van een helder en onderscheidend begrippenkader met betrekking tot dit onderwerp.
De samenleving: opdrachtgever en afnemer “Maatschappelijke ondernemingen zijn privaatrechtelijke personen die door het leveren van goederen en diensten een maatschappelijk doel nastreven dat vervlochten is (of wel parallel loopt met het algemeen belang). Winsten die daarmee ontstaan worden niet uitgekeerd maar geheel aangewend voor het realiseren van het maatschappelijke (ondernemings)doel.” Deze, aan het CDA-rapport ‘Investeren in de samenleving’ ontleende omschrijving van de maatschappelijke onderneming, toont goed aan dat de relatie tussen de maatschappelijke onderneming en de samenleving twee kanten kent. Aan de ene kant is er het maatschappelijke doel van de maatschappelijke onderneming dat parallel
Het Experiment - 1/ 2007
dient te lopen aan het algemeen belang en aan de andere kant is er de maatschappelijke dienstverlening ten behoeve van (in het ondernemingsdoel bepaalde) delen van de samenleving. Beide kanten van de relatie vragen van iedere maatschappelijke onderneming, en dus ook van wooncorporaties, om verbindingen met de samenleving. Blijven we bij het onderscheid tussen verbinden om aansluiting te houden met het algemeen belang en verbinden om dienstverlening aan bepaalde delen van de samenleving te optimaliseren, dan ontstaat het beeld van de samenleving als opdrachtgever naast het beeld van de samenleving als ontvanger van diensten. De beide relaties verschillen van nature van elkaar. Een vergelijking met andere type organisaties illustreert dat. Zo mogen we de relatie tussen corporatie en de samenleving als opdrachtgever vergelijken met die tussen de overheid en haar kiezers, de charitatieve instelling en haar donateurs of de commerciële vennootschap en haar aandeelhouders. Legitimeren, vertrouwen geven en verantwoording afnemen zijn werkwoorden die bij deze relaties horen. De relatie tussen corporatie en delen van de samenleving als ontvanger van diensten heeft daarentegen overeenkomsten met die van de burgers (overheid), de begunstigden (charitatieve instelling) en klanten (commerciële organisatie). In dit type relatie gaat het vooral om inspraak, marketing, klachtenafhandeling etc1.
Voor het analytisch onderscheid tussen beide relaties en de verbindingen die daaruit voortvloeien, is het wenselijk om het begrippenkader hierop af te stemmen. In dit artikel staat er ‘maatschappijsturing’ als de verbinding betrekking heeft op de vormgeving van de relatie met de samenleving als opdrachtgever en ‘belanghoudersparticipatie’ als deze voortvloeit uit de werkwijze van de organisatie om het aanbod in lijn te brengen met de behoeften bij de belanghouders. Belanghouders zijn allen individuen en organisaties op wie het functioneren van de wooncorporatie betrekking heeft en die daarom een ‘persoonlijk’ belang houden bij de corporatie. Er zijn inmiddels diverse initiatieven genomen om corporaties en belanghouders gereedschap aan te reiken dat hen kan helpen bij de vormgeving van effectieve belanghoudersparticipatie. Voorbeelden hiervan zijn onder andere MRM (het instrument dat corporaties zowel ondersteunt in hun dialoog met belanghouders als bij de concretisering van de resultaten van die dialoog) en de in ontwikkeling zijnde tool voor Belanghoudersidentificatie. Aandacht voor maatschappijsturing is nog geen gemeengoed.
opdrachtgever
opdrachtnemer leverancier
aandeelhouders
Commerciële organisatie
klanten
donateurs
Charitatieve instelling
begunstigden
Overheid
kiesgerechtigden
burgers
Maatschappelijke onderneming
maatschappij
ontvanger
belanghouders
Figuur 1: Verbindingen, organisaties en samenleving
Maatschappelijke waardering
Maatschappelijke verwachting
v e ra
n
ntw
erpe
o o rd
ontw
en
bekostigen
Maatschappelijke prestaties
De Maatschappij
on
de
rn
em
en
fo
rm
Maatschappelijke factor er
en
Maatschappelijke opdracht
Figuur 2: Maatschappijsturing
29
Maatschappijsturing: wat is sturing? Waar hebben we het over? Maatschappijsturing is het geheel van afdwingbare mogelijkheden die de maatschappij tot haar beschikking heeft om haar rol van opdrachtgever met gezag uit te oefenen. Het afdwingbare karakter ervan brengt met zich mee dat maatschappijsturing wordt vormgegeven via formele bevoegdheden, het gezag houdt verband met de status die de corporatie moet geven aan de invulling van de bevoegdheden. In meer juridische termen kan Maatschappijsturing dan ook worden omschreven als het geheel van de aan de maatschappij toegekende bevoegdheden om invloed uit te oefenen op de status van bepaalde onderwerpen binnen de corporatie (sturing te geven).2 Na een oriëntatie op het Nederlandse rechtspersonenrecht, zijn in de voorstudie vijf hoofdvormen van maatschappijsturing benoemd: 1. Bekostigen: Sturing via zeggenschap over het eigen vermogen. De maatschappij heeft (mede)zeggenschap over het corporatievermogen, dat wil zeggen dat de maatschappij bevoegd is om op eigen gezag eigen vermogen aan de corporatie toe te voegen dan wel aan de corporatie te onttrekken en elders te bestemmen ten gunste van de maatschappelijke opgave. 2. Ontwerpen: Sturing via zeggenschap over de invulling van de statutaire bepalingen. De maatschappij heeft de bevoegdheid (mee) te beslissen over de externe succescriteria van de corporatie en de interne machtsverhoudingen te regelen tussen de organen die deze dienen vorm te geven. 3. Formeren: Sturing via zeggenschap over de invulling van de organen. De maatschappij heeft de bevoegdheid (mee) te beslissen over welke personen inhoud geven aan de in de statuten onderscheiden organen (benoemen en ontslaan). 4. Ondernemen: Sturing via zeggenschap over de handelingen. De maatschappij participeert in besluitvorming over de doelen die de corporatie zich stelt en de manier waarop beschikbare middelen worden ingezet ter realisatie van deze doelen. 5. Verantwoorden: Sturing via zeggenschap over de waardering van door de rechtspersoon behaalde resultaten De maatschappij heeft de bevoegdheid om de prestaties van de corporatie van een oordeel te voorzien en de voor de resultaten verantwoordelijke organen decharge te verlenen voor het gevoerde beleid. Zeggenschap kan op ieder van de vijf onderscheiden sturingsvormen op verschillende wijze vorm krijgen. In hoofdlijnen is er onderscheid tussen recht op voordracht (voorbereidend), recht op besluitneming of recht op goedof afkeuring. (Zie figuur 2: Maatschappijsturing)
30
Het Experiment - 1/ 2007
Maatschappijsturing naast overheidssturing Wie nadenkt over maatschappijsturing zal in gedachten al snel terechtkomen bij de overheid. Zien we de overheid als vertegenwoordiger van het algemeen belang, dan neemt maatschappijsturing de vorm aan van overheidssturing. Een valide benadering, want het functioneren van de overheid is de politieke verantwoordelijkheid van democratisch gekozen bestuurders. Aan overheidssturing als enige vorm van maatschappijsturing zijn echter ook nadelen verbonden, we noemen er drie: ■ (centrale) overheidssturing leidt vanwege het abstractieniveau van de invulling automatisch tot generieke, breed geformuleerde opdrachten, terwijl het algemeen belang gediend kan zijn met individuele, specifieke opdrachten op corporatieniveau; ■ overheidssturing is onderhevig aan de grilligheid van het politieke verhoudingen. Hierdoor bestaat het risico dat de korte termijn focus op politiek scoren leidt tot andere opdrachtformuleringen dan vanuit het duurzame perspectief van de corporatie en haar maatschappelijke omgeving wenselijk is; ■ een sterke nadruk op overheidssturing doet geen recht aan de steeds meer erkende potentie van individuen en (maatschappelijke) organisaties om het maatschappelijk belang vanuit de samenleving zelf vorm te geven en te bewaken.
corporate board waarin vertegenwoordigers van de maatschappij zijn uitgenodigd om bestuurlijke invloed uit te oefenen op de strategie van de corporatie. Wat is de achtergrond van deze initiatieven en waarom wordt er ook op andere plaatsen vanuit ‘een gevoel van dat het nodig is’ aandacht gegeven aan mogelijkheden van maatschappijsturing. Is het de maatschappij zelf die als opdrachtgever meer invloed wil uitoefenen of vragen de corporaties om een actiever opdrachtgeverschap van de maatschappij? Uit de samenleving zijn bij monde van politiek, pers en belanghoudersvertegenwoordigers steeds vaker geluiden te horen dat de corporatie zich te veel van zichzelf waant en zich te weinig dienstbaar opstelt aan de samenleving. De vraag uit de samenleving naar meer middelen om het opdrachtgeverschap vanuit de samenleving vorm te geven, is daarop een reactie. Van de kant van de corporatie bestaat er een behoefte om de samenleving meer te betrekken bij hun rol als opdrachtgever. In ieder geval met betrekking tot het verantwoorden. Wie kan er beter oordelen over je prestaties dan de samenleving in wiens opdracht je werkt? Maatschappelijke verantwoording en visitatie zijn dan ook niet voor niets onderdeel van de governancecode. Voor velen zou het hierbij moeten blijven, anderen stellen dat de invloed van de maatschappij verder moet gaan en ook betrekking zou moeten hebben op de andere vier sturingsvormen die immers bepalend zijn voor de door de corporatie te leveren prestaties. Wij concluderen dat de verschillende standpunten kunnen samenhangen met verschillende beelden die bij het nog abstracte begrip ‘maatschappij’ kunnen bestaan. We onderscheiden er vier.
Een vorm van corporatiespecifieke (lokaal verankerde) maatschappijsturing als aanvulling op overheidssturing kan deze nadelen verkleinen. Waarom corporatiespecifieke maatschappijsturing? Op verschillende plaatsen ontstaan initiatieven die de samenleving een formele plaats in de bestuurlijke organisatie van de corporatie geven. Voorbeelden zijn de transformatie van de ledenvergadering naar een maatschappelijk platform in Zandvoort, de ontwikkeling van het visitatiestelsel tot een instrument waarmee de samenleving de prestaties van de corporatie waardeert en de
Figuur 3: Vernieuwen in maatschappijsturing ■ ■
Het Glazenhuis Visitatie ■ Transparantiemethodiek / Gediff. vermogensbenadering
Transparantiemethodiek Gedifferentieerde vermogensbenadering
bekostigen
■
Belanghoudersidentificatie ■ MRM ■ Corporate board ■
v e ra
n
ntw
erpe
o o rd
ontw
en
■
De Maatschappij
on
de
rn
em
MRM Transparantiemethodiek/ Gediff. vermogensbenadering ■ Belanghoudersidentificatie
en
fo
rm
er
en
■
■
■
■
MRM Corporate board
VERBINDEN MET
DE SAMENLEVING
Het Experiment - 1/ 2007
De Maatschappij in beeld Vier alternatieve benaderingen van de maatschappij als opdrachtgever Aan de hand van de criteria ‘maatschappelijk belang ten opzichte van belanghoudersbelang’ en ‘toegankelijkheid’ onderscheiden wij vier alternatieve maatschappijbenaderingen:
1. Maatschappij als open netwerk Aanhangers van deze zienswijze zien de maatschappij als een open netwerk van bekende en onbekende belanghouders waarin steeds wisselende coalities het maatschappelijk belang kleuren. Als een caleidoscoop kan een enkele externe factor (draai) resulteren in nieuwe coalities met sterk afwijkende opvattingen over het maatschappelijk belang.
Maatschappij gezocht
Maatschappij gevonden
Maatschappij als een open netwerk met wisselende coalsities vgl. De kaleidoscoop
Maatschappij zelfstandig te benaderen?
2. Maatschappij als geordende verza-
JA / NEE
meling van bekende belanghouders
Aanhangers van deze zienswijze beschouwen de maatschappij als een geordende verzameling van individuele belanghouders. Zoals de individuele muzikanten in een orkest, blijven de verschillende belanghouders voor de corporatie individueel herkenbaar en aanspreekbaar. 3. Maatschappij als instituut Aanhangers van deze zienswijze beschouwen de maatschappij als een zelfstandige entiteit, ontstaan uit de chemie tussen alle bekende en onbekende omgevingsfactoren (waaronder de individuele belanghouders). Hierbij past de opvatting dat de maatschappij als zodanig zelfstandig te benaderen is, zonder dat deelbelangen het maatschappelijk belang vertroebelen. 4. Maatschappij als beleving Aanhangers van deze zienswijze geloven niet dat het maatschappelijk belang eenduidig is en nemen afstand van het idee dat je met de maatschappij afspraken kunt maken. Zij zien de maatschappij vooral als een beleving van de corporatie zelf; als in een spiegel projecteert de corporatie zichzelf tot de maatschappij als een schijnbaar zelfstandig object, waarvan de contouren meebewegen met elke beweging die de corporatie zelf fysiek of in gedachten maakt.
Maatschappij is gelijk aan som van belanghouders
Maatschappij als een geordende verzameling
van bekende belanghouders vgl. Het orkest
Relatie maatschappij belanghouders
niet gelijk aan som van
Maatschappij als een eigen
belanghouders
beleving
Maatschappij is
vgl. Het spiegelbeeld
Maatschappij zelfstandig te benaderen?
JA / NEE
Maatschappij als een instituut met een eigen gezicht vgl. Scheikundige reactie
31
32
Het Experiment - 1/ 2007
Maatschappij en sturing Het is voorspelbaar dat corporaties met uiteenlopende maatschappijbeelden verschillende opvattingen hebben over de wenselijkheid en vormgeving van maatschappijsturing. Zo zal de corporatie die de maatschappij beschouwt als een open netwerk van belanghouders een structuur van maatschappijsturing willen inrichten die recht doet aan de dynamiek in de samenstelling en onderlinge verhoudingen tussen belanghouders. Kenmerkend voor deze benadering is dat de corporatie wel kwaliteitseisen aan in het netwerk participerende belanghouders wil stellen, maar dat belanghouders zichzelf als zodanig kunnen identificeren. Dat is anders dan bij de corporaties die de maatschappij als een geordende verzameling van belanghouders zien. Zij zullen naar verwachting juist zelf het initiatief willen nemen om de belanghouders als maatschappij te organiseren, al dan niet met een onafhankelijk persoon in de rol van regisseur. Omdat het waarschijnlijk is dat het gedrag van deze maatschappij meer consistent zal zijn dan van de maatschappij waarin wisselende dominante coalities elkaar opvolgen, zullen corporaties in deze variant naar verwachting weer minder moeite hebben met een verdergaande mate van sturing. Corporaties die geen directe relatie zien tussen belanghouders en maatschappij zullen weer andere voorkeuren hebben. Wie zich in staat acht het instituut van de maatschappij vorm te geven, zal haar verantwoordelijkheden als maatschappelijk ondernemer graag willen delen. Maar wie niet gelooft in de maatschappij als een objectief beeld zal de vertaling van het algemeen maatschappelijk belang naar de corporatie tot zijn eigen verantwoordelijkheid als bestuur en toezichthouder rekenen. Deze corporaties zullen naar verwachting wel verantwoording willen afleggen over de wijze waarop ze hun zeggenschap over de organisatie hebben benut, maar geen zeggenschap aan derden willen afstaan. In hun ogen zullen derden immers niet beter in staat zijn de rol van maatschappij als opdrachtgever te vervullen dan zijzelf.
Maatschappijsturing en Rechtsvormen
De praktijk zal het leren
Wie werk wil maken van maatschappijsturing moet rekening houden met de mogelijkheden die een eenmaal gekozen rechtsvorm van een corporatie biedt. In dat licht biedt de vereniging door de aanwezigheid van leden op het eerste gezicht meer mogelijkheden dan de meer voorkomende stichtingsvorm. De vergadering van leden heeft vergaande wettelijke bevoegdheden op het terrein van zowel het ontwerp, de formatie als de verantwoording van de vereniging. Het openstellen van het lidmaatschap aan de maatschappij is een werkbare eerste stap in maatschappijsturing. Stichtingen hebben deze verplichte aanwezigheid van leden niet. Sterker, de stichting kent een ledenverbod. Wel zou via een zogenoemde ‘kring van aangeslotenen’ derden een bepaalde statutaire zeggenschap kunnen verkrijgen. Meer mogelijkheden voor verdeling dienen zich aan als de corporatie zou kunnen kiezen voor de kapitaalvennootschap als rechtsvorm. Het N.V. /B.V. recht is meer omvattend en veel meer uitgekristalliseerd dan het stichtingen- en verenigingenrecht. Zo is, parallel aan de ledenvergadering, de algemene vergadering van aandeelhouders het hoogste orgaan van de kapitaalvennootschap. Aan bepaalde aandeelhouders kunnen bijzondere rechten of bevoegdheden worden toegekend. Bovendien biedt de naamloze vennootschap N.V. de mogelijkheid om aandelen aan toonder uit te geven die zonder tussenkomst van de vennootschap van eigenaar kunnen wisselen, hetgeen past bij het dynamische karakter van de maatschappij in de ‘open netwerk’ variant.
In dit artikel is geprobeerd corporaties een ondersteunend kader aan te reiken bij het vinden van de juiste mix van verbindingen tussen corporatie en samenleving. De corporaties PAGO uit Hillegom, DWV uit Dongen, Huis & Erf uit Schijndel en Woonwaard Noord Kennemerland uit Alkmaar, die samen met de SEV de stuurgroep bij deze studie vormden, hebben we als eerste uitgenodigd om vanuit dit kader op een eigen wijze invulling te geven aan hun vraag naar maatschappijsturing. Uiteindelijk zal ook hier de praktijk het leren. Meer hierover kunt u lezen in de slotrapportage die in de loop van dit voorjaar verschijnt.. ■ Derk Windhausen is directeur eigenaar van &Windhausen organisatie-adviseurs in Utrecht. Windhausen is onder meer projectleider van Het Glazen Huis en ontwerper van de MRM bedrijfsvoeringsmodule. Voor Woonbron ontwikkelde Windhausen de gedifferentieerde vermogensbenadering. Joost Damen is advocaat te Velp (Damen bedrijfsadvocatuur) en gespecialiseerd in vraagstukken op het gebied van het rechtspersonenrecht. Windhausen en Damen werken regelmatig en graag samen. 1 Bepaalde belanghoudersgroepen kunnen ook zelf een maatschappelijke taak hebben, waardoor er met hen behalve een leverancier - ontvanger relatie ook een samenwerkingsrelatie kan bestaan. Denk bijvoorbeeld aan gemeenten, zorginstellingen, en scholen. 2 Dit betekent niet dat een organisatie zonder meer zeggenschap kan verlenen aan entiteiten buiten de organisatie, in dit geval de maatschappij. Voor rechtspersonen geldt dat daadwerkelijke rechtspersonenrechtelijke zeggenschap uiteindelijk uitsluitend kan worden uitgeoefend door de organen en de personen die daar lid van zijn. Zeggenschap verlenen aan derden vraagt om het benoemen van derden in de organen van de rechtspersoon. In formele zin is er dan geen sprake meer van verdeling van zeggenschap tussen organisatie en de maatschappij. Omwille van de leesbaarheid blijft de term ‘toekennen van zeggenschap aan de maatschappij’ in dit artikel gehandhaafd.
VERBINDEN MET
DE SAMENLEVING
Maatschappij bij verschillende maatschappijbeelden
Sturing
bekostigen ontwerpen formeren ondernemen verantwoorden
Modellen
Corporatie
rol
Open netwerk
Geordende verzameling
x x x
x x x x
bindende voordracht maatschappelijke decharge maatschappelijke aandelen faciliterend
Beleving
Instituut
x x x x
x
bindende voordracht maatschappelijke decharge maatschappij als leden
horizontale verantwoording
Vermogensallocatie bindende voordracht corporate board visitatie
organiserend
vervangend
volgend