Robuuste duinnatuur duurzaam verweven met de samenleving
Advies van Stichting Duinbehoud aan de Provincie Zuid-Holland November 2014
1
Inhoud
Pagina
1. Inleiding ....................................................................................................3 2. Achtergrond ..............................................................................................5 3. Interne discussie Duinbehoud ...................................................................9 4. Debat ...................................................................................................... 19 5. Overleg met Omgevingsdienst Haaglanden ............................................. 23 6. Conclusies en aanbevelingen ................................................................... 24 Bijlage 1, Verslag Debat Robuuste natuur, duurzaam verweven met de samenleving................................................................................... 25 Bijlage 2, Discussienotitie Binnenduinrand tussen Katwijk en Den Haag........ 74 Bijlage 3, Verslag overleg Omgevingsdienst Haaglanden – Duinbehoud ........ 79
2
1. Inleiding De Provincie Zuid-Holland heeft Duinbehoud om een advies gevraagd over de ontwikkeling van maatschappelijk draagvlak voor het duinlandschap in Zuid Holland en de wijze waarop Duinbehoud in die ontwikkeling betrokken wil zijn. Deze ontwikkeling wordt in verband gebracht met de mogelijkheden voor maatschappelijk en economisch gebruik van het duinlandschap. De Provincie heeft gevraagd bij het advies rekening te houden met de volgende ontwikkelingen: De verandering van de maatschappij in een netwerksamenleving, waarin mensen, bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheidsinstanties losse verbanden vormen rond een centraal onderwerp en waarin burgers, bedrijven en instellingen ruimte claimen in het publieke domein, publieke taken ter hand nemen en publieke Foto: Joost Bouwmeester verantwoordelijkheden naar zich toe trekken. Door het ontstaan van de netwerksamenleving krijgen private initiatieven en partijen in toenemende mate een rol in het beheer van de natuurlijke landschappen, zo ook het duinlandschap. De provincie investeert, samen met andere partijen en aansluitend op de wensen en interesses van haar bewoners, gericht in de groene ruimte. Daarbij ligt de focus op een gezond woon- en vestigingsklimaat met voldoende recreatiemogelijkheden, behoud van de biodiversiteit en sterke landschappen met een gezonde economische basis. Netwerksturing verandert op den duur de betrokkenheid en verantwoordelijkheden bij dit landschap en de manieren waarop het duinlandschap in stand gehouden kan worden. Daarbij dragen het gebruik en verantwoorde nieuwe gebruiksmogelijkheden in toenemende mate bij aan het beheer en behoud (en herstel en ontwikkeling). Een grotere betrokkenheid van private partijen betekent naar verwachting een ruimere focus op gebruik. Deze behoefte aan mogelijkheden van gebruik, vraagt inzet van kennis van het duinlandschap om die initiatieven constructief in dit landschap te plaatsen. Verder signaleert de provincie dat de inzet van Duinbehoud op procedures de laatste jaren is toegenomen en dat deze ontwikkeling ten koste gaat van de mogelijkheden om initiatieven in de duinen te ontwikkelen. De bedoeling van de opdracht is ook de mogelijkheden te verkennen de communicatie en informatie-uitwisseling te versterken met als doel de juridische procedures waar mogelijk te voorkomen.
3
Daarnaast heeft de provincie Duinbehoud gevraagd om: Het PAL advies over de Rijksvisie van 8 mei 2014 bij ons advies te betrekken. Aandacht te besteden aan concretisering van duurzaam gebruik, zoals ten aanzien van de binnenduinrand Katwijk – Den Haag Aangeven op welke wijze wij dilemma’s rond gebruik van het Duinlandschap benaderen, met het oog op natuur of ruimtelijk gebruik en wat dit concreet betekent voor onze inzet, met als voorbeeld de discussie over strandhuisjes. Om de kennis en ervaring van natuurbeheerders, verschillende overheden, het bedrijfsleven en belangenverenigingen voor het advies te benutten is het debat ‘Robuuste duinnatuur, duurzaam verweven met de samenleving’ georganiseerd. Bijkomend voordeel van dit debat is dat we partijen die in de toekomst kunnen samenwerken aan duurzame oplossingen voor de duinen en aangrenzende gebieden al bij elkaar gebracht hebben. Als onderdeel van het debat is de thematafel ‘Binnenduinrand tussen Den Haag en Katwijk’ georganiseerd, waarin aandacht is besteed aan de concretisering van duurzaam gebruik van de binnenduinrand. Duinbehoud heeft een interne discussie gevoerd over haar eigen rol en strategie in de hierboven geschetste veranderde omstandigheden. Deze discussie heeft plaatsgevonden tijdens twee bestuursvergaderingen en het Duinbehoudweekend, waaraan twintig betrokkenen bij Duinbehoud (bestuur, medewerkers en vrijwilligers, waaronder de duinconsulenten) deelnamen. In een gesprek van Zuid-Hollandse duinconsulenten met de Omgevingsdienst Haaglanden zijn de mogelijkheden verkend de communicatie en informatie-uitwisseling te versterken met als doel de juridische procedures waar mogelijk te voorkomen. Het advies is geformuleerd op basis van de uitkomsten van het debat, de workshop en de interne discussie.
4
2. Achtergrond Rijksnatuurvisie In de Rijksnatuurvisie 2014, ‘Natuurlijk Verder’ wordt gesteld dat onze natuurlijke leefomgeving belangrijk is voor de samenleving en dat soortenrijkdom daarvan een vooraanstaand onderdeel is. Die rijkdom willen we doorgeven aan volgende generaties. Dat vraagt om een economie, waarin een veelzijdige natuur duurzaam is verweven. De Rijksnatuurvisie presenteert de wijze waarop het Rijk de komende vijftien tot twintig jaar samen met de provincies vorm wil geven aan het publieke belang van de natuur. In de visie wordt gekozen voor een grotere nadruk op de gebruiksfuncties van natuur om de betrokkenheid van de samenleving bij de natuur te vergroten. Voorheen lag de nadruk van het Rijksbeleid en het provinciale beleid meer op de intrinsieke waarde van de natuur. Aangenomen wordt dat dit heeft geleid tot afkalvende betrokkenheid van de samenleving. Hierbij speelt ook de beeldvorming van de natuur als hindermacht een belangrijke rol. In de Rijksnatuurvisie wordt dit gekoppeld aan het streven naar een robuuste en veelzijdige natuur. Voor de overheid, in haar voorwaardenscheppende rol, betekent dit meer aandacht voor natuurlijke systemen, natuurlijke processen en de landschappelijke schaal. Er is dan, volgens het Rijk minder focus nodig op het behoud van specifieke soorten en habitats op de plaats waar ze eerder zijn aangetroffen. PAL-advies Rijksnatuurvisie De Provinciale Adviescommissie Leefomgevingskwaliteit Zuid-Holland heeft Gedeputeerde en Provinciale staten van Zuid-Holland op 8 mei 2014 geadviseerd over de Rijksnatuurvisie in het document “Hoe gaat de provincie natuurlijk verder?”. De hoofdpunten van dit advies zijn: 1. Steun voor het versterken van natuur met de samenleving Daarbij constateert de PAL echter dat het zicht op concrete stappen op weg naar een succesvolle uitvoering nog in hoge mate ontbreekt. 2. Maak het provinciaal natuurbeleid doeltreffender en doelmatiger PAL steunt het onderzoek dat de Randstedelijke Rekenkamer hiernaar zal doen en verwacht in ZH nog veel te verbeteren valt. 3. Benut kansen voor ontwikkeling en particulier natuurbeheer Maak natuurontwikkeling – waaronder tijdelijke natuur – ruimtelijk mogelijk en ondersteun kansrijke initiatieven voor particulier natuurbeheer. 4. Breng provinciaal natuurbeleid in lijn met het Rijksbeleid Neem dit op in een nieuwe provinciale groenvisie en bij voorkeur in een integrale provinciale omgevingsvisie. 5. Kies voor een integrale (natuurinclusieve) gebiedsaanpak
5
Ontwikkel samen met partners integrale gebiedsvisies en programma’s met oog voor zowel economische, ecologische als sociale aspecten. 6. Zet als provincie partners aan tot investeringen in natuur en landschap en benut de inzet van vrijwilligers Zoals deze provincie reeds succesvol realiseert bij de erfgoedlijnen. Het PAL-advies en de opdracht van Duinbehoud 1. In het advies van Duinbehoud aan de Provincie Zuid-Holland, geeft zij een uitwerking aan het versterken van natuur met de samenleving voor de duinen (adviespunt 1), waarbij getracht wordt de eerste aanzet te geven voor concrete stappen naar de uitvoering van het nieuwe natuurbeleid voor de duinen, waarin de duinnatuur wordt versterkt met de samenleving. 2. Het onder hoofdpunt 2 van het PAL-advies genoemde onderzoek van de Randstedelijke Rekenkamer naar doeltreffendheid en doelmatigheid van het natuurbeleid is inmiddels uitgebracht. Het bevat voornamelijk aanbevelingen ten aanzien van de monitoring van de voortgang en de effecten van het natuurbeleid (o.a. met betrekking tot biodiversiteitsindicatoren) en de manier waarop het provinciale bestuur aan de hand van die monitoring kan sturen. Duinbehoud ziet daarin op dit moment over het algemeen geen specifieke aangrijpingspunten voor adviezen over duinnatuur. De aandacht die de Randstedelijke Rekenkamer vraagt voor omgevingsfactoren is wel van belang voor de duinen. Het gaat daarbij zowel over monitoring als over het maken van afspraken met o.a. beheerders over het realiseren van geschikte omstandigheden voor de gewenste natuur. In de duinen is stikstofdepositie een allesoverheersende omgevingsfactor. Daarnaast zijn verdroging en verzuring belangrijke omgevingsfactoren. Duinbehoud is het daarom in ieder geval met de Randstedelijke rekenkamer eens dat het in goed is om de omgevingsfactoren goed te monitoren. Complicerende factor is dat natuurbeheerders weinig invloed uit kunnen oefenen op de stikstofdepositie op hun gebieden. 3. De beschermde Duingebieden worden nu grotendeels beheerd door (semi)particuliere instanties zoals Staatsbosbeheer, Dunea, Zuid-Hollands Landschap en Natuurmonumenten. Dit zijn goede natuurbeheerders. Het in gang zetten van grote verschuivingen in het beheer van deze gebieden brengt eerder risico’s met zich mee dan kansen. Van de grotere duingebieden wordt in ZuidHolland alleen het Westduinpark (en Wapendal) beheerd door een overheid, namelijk de Gemeente Den Haag. Dankzij de Natura 2000 aanwijzing en de beheerplanprocedure zien we daar een gunstige verschuiving. Waar de gemeente het gebied voorheen vooral als een stadspark beschouwde, wordt het nu serieus als een natuurgebied beschouwd en behandeld. Ook hier is er dus geen dringende reden om over te stappen op een andere vorm van beheer. Hoewel we vanuit natuuroogpunt de overdracht van het terrein aan één van de andere grote duinbeheerders wel zouden toejuichen. We denken dat het natuurbelang voor het gebied dan beter geborgd is. Aan de andere kant zou je kunnen stellen dat juist de gemeente integrale belangenafwegingen moet maken, binnen de randvoorwaarden van de groene regelgeving. Voor het benutten van kansen voor Particulier natuurbeheer en tijdelijke natuur (hoofdpunt 3, PAL-advies) zien we vooral kansen aan de randen, buiten de grenzen van de beschermde duingebieden. 4. Met betrekking tot het in lijn brengen van het provinciale natuurbeleid met het Rijksbeleid (hoofdpunt 4, PAL-advies) is Duinbehoud van mening dat op provinciaal niveau meer inhoud gegeven zou moeten worden aan het herstel van natuurlijke processen in de duinen. Dit gebeurt natuurlijk al wel op het niveau van de Natura 2000 beheerplannen, maar het zou goed zijn als de biodiversiteitsdoelstelling in de Provinciale Groenvisie en Integrale Provinciale Omgevingsvisie voor de duinen vertaald zou worden in ambities met betrekking tot dynamisch kust-, zeereep- en duinbeheer. Duinbehoud zou de provincie daar graag in ondersteunen. 5. De integrale natuurinclusieve gebiedsaanpak (hoofdpunt 5, PAL-advies) voor de duinen en aangrenzende gebieden komt in het voorliggende advies uitgebreid aan de orde. 6. Duinbehoud ondersteunt de provincie in het kader van de concretisering van het natuurbeleid voor de Binnenduinrand bij het vinden van partners die willen investeren in een groene recreatieve inrichting (hoofdpunt 6, PAL-advies). Buiten deze opdracht om stimuleert Duinbehoud 6
de inzet van vrijwilligers, door daar in onze media aandacht aan te besteden, bijvoorbeeld in de vorm van oproepen om te komen helpen. Ook krijgen de vrijwilligers van Dunea, in het kader van onze samenwerking met dit bedrijf, een gratis abonnement op het tijdschrift DUIN. We overwegen om deze service uit te breiden naar alle vrijwilligers die in de duinen actief zijn. Netwerksamenleving De ontwikkeling van de netwerksamenleving leidt ertoe dat de rol van de overheid verschuift naar het scheppen van voorwaarden. De verdere invulling van het beleid wordt meer beïnvloed door het netwerk van mensen, bedrijven en maatschappelijke organisaties dat zich rond een bepaald onderwerp ontwikkelt. Dit leidt tot een grotere rol van private partijen en initiatieven in het beheer van het duinlandschap. In het kader van dit advies is onderzocht hoe de verschillende partijen in de netwerksamenleving kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van het draagvlak voor het beheer van het duinlandschap. Financiering natuur In het rapport ‘Financiering van bos en natuur in Nederland, Knelpunten en kansen in de beloning voor producten en diensten’ (Probos in opdracht van Innovatienetwerk, 2011) wordt gewezen op knelpunten in de huidige beloningsstructuur voor de producten en diensten (ecosysteemdiensten) die bos- en natuurgebieden leveren. Een belangrijk knelpunt is de mismatch tussen betaler en begunstigde. Natuur biedt een fysieke locatie en decor voor recreatie, sport, zorg en gezondheid, wonen en economische activiteiten. De openstelling van gebieden word vaak betaald uit generieke overheidssubsidies, terwijl de lokale hardloopvereniging en het pannenkoekenhuis ervan profiteren. Probos concludeert dat er kansen liggen voor nieuwe vormen van beloning voor deze ecosysteemdiensten en dat daarbij een belangrijke rol is weggelegd voor private financiering. De ontvangers van de diensten kunnen bijvoorbeeld geld storten in een gebiedsfonds, dat ten goede kan komen aan de natuurbeheerders. Overigens geldt ook voor veel kustgemeenten dat zij baat hebben bij de nabijheid van ontsloten duingebieden. Zij hebben daardoor gratis recreatiegebieden en hoeven daardoor zelf minder recreatief groen aan te leggen. Gemeenten zouden daarom financieel bij kunnen dragen aan de recreatieve infrastructuur in de duinen. Dit ligt in het verlengde van de aanbeveling van de Randstedelijke Rekenkamer aan de Provincie Noord-Holland om de verdeling van de beheergelden voor recreatie en natuurbeheer meer te baseren op reële kostprijzen voor natuurbeheer en recreatie (Natuurbeheer in beeld, Onderzoek naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van natuurbeheersubsidies in Noord-Holland, Randstedelijke Rekenkamer, 2014). Voor de overheid geldt volgens Probos dat zij veel in de randvoorwaardelijke sfeer kan doen om vernieuwing te stimuleren en te borgen. Er dient meer sprake te zijn van ‘centraal regelen waar het moet, decentraal waar het kan’. Dit betekent onder andere dat algemene maatschappelijke diensten die bos en natuur leveren (bijvoorbeeld het bieden van een habitat voor flora en fauna en het dragen en verbinden van ecosystemen) worden betaald uit generieke (nationale) subsidies, terwijl lokale diensten (zoals het bieden van een recreatieruimte voor de lokale sportvereniging) direct of indirect worden betaald door de lokale afnemers van deze diensten. Daarnaast is het van belang dat het draagvlak voor natuurgebruik wordt versterkt en er goede hanteerbare, heldere en algemeen geaccepteerde werkwijzen komen voor de beloning en de prijsbepaling van producten en diensten. Voor nieuwe producten en diensten worden onder andere de volgende mogelijkheden genoemd: Wellness, zorg en gezondheid (verder opschalen van het concept natuurbegraafplaatsen en analogie met wellnessboerderij en zingevingsboerderij) Aandeelhouderschap in bos- en natuurgebieden en nieuwe ‘rood voor groen’-concepten (zie concepten van het Nationaal Groenfonds)
7
Nationaal Groenfonds In het rapport ‘Mogelijkheden voor private en maatschappelijke financiering voor natuur’ (2014) geeft het Nationaal Groenfonds aanbevelingen ten aanzien van: a) financiering met privaat kapitaal zoals geef- en spaargeld, ‘natuurmecenaat’ en vrijwillige natuurcompensatie b) (voor)financiering door pensioenfondsen en verzekeraars c) financiering van natuur door middel van functiecombinaties Het betreft voornamelijk aanbevelingen aan het Rijk m.b.t. de wettelijke kaders hiervoor. Met betrekking tot vrijwillige natuurcompensatie heeft Duinbehoud enige recente ervaring. We zijn (buiten de Provincie Zuid-Holland) als initiator partij in een nog te sluiten overeenkomst, waarin een projectontwikkelaar samen met een gemeente gaat investeren in ecologische verbindingen rond de projectlocatie. Omdat de overeenkomst nog niet gesloten is, kunnen we er op dit moment geen verdere details over geven. Relatie natuur en gezondheid Uit verschillende studies en onderzoeken blijkt een positieve invloed van natuur op gezondheid. Dit wordt ook erkend in de Landelijke nota gezondheidsbeleid ‘Gezondheid dichtbij’ (2011). Tijdens het Heimans en Thijsse symposium 2014: Natuur en gezondheid heeft een vertegenwoordiger van zorgverzekeraar Menzis gepleit voor een sterkere investering in natuur als preventief en curatief middel. Ze gaf daarbij aan dat dit niet eenvoudig is en dat dit onder andere om nieuwe vormen van financiering van de zorg vraagt. Daaruit kunnen we de conclusie trekken dat het op dit moment niet aannemelijk is dat er op korte termijn spontaan financiering voor natuur uit de gezondheidssector zal komen. De marktwaarde van natuur in dit verband blijkt wel uit het feit dat er zorgverzekeraars zijn die leden en donateurs van natuurorganisaties verzekeren tegen lagere premies. Ook Duinbehoud ontvangt incidenteel giften van ziekteverzuimverzekeringen en zorginstellingen, met als reden dat wij opkomen voor de bescherming van de duinen en dat de duinen van belang zijn voor de gezondheid van werknemers en de bevolking. Crowdfunding voor natuur Probos heeft in 2013, in opdracht van het Innovatienetwerk, het rapport ‘Naar een impuls voor meer waarde uit crowdfunding in de natuur-, bos- en landschapssector’ uitgebracht. Daarin staat dat crowdfunding in het algemeen een sterk groeiende financieringsbron is (in 2012 met 460% gegroeid t.o.v. 2011), maar dat crowdfunding in de groene sector nog maar zeer beperkt wordt benut. Het rapport concludeert dat er wel potentieel is. In april 2014 is op initiatief van het Innovatienetwerk, in samenwerking met De12Landschappen, CrowdAboutNow en Douw&Koren, Crowdfunding VoorNatuur gelanceerd (www.crowdfundingvoornatuur.nl). In zeven maanden is via deze website € 70.000 ingezameld, voor 9 projecten. Overigens is er nog weinig bekend over concurrentie-effecten van crowdfunding. Het is mogelijk dat meer crowdfunding leidt tot minder inkomsten elders in de sector, zoals bijvoorbeeld giften aan (semi) particuliere natuurbeheerders als Natuurmonumenten en de Provinciale Landschappen. Als er in het vervolg op het voorliggende advies concrete projecten voor duinnatuur worden uitgedacht, dan kunnen we die aanmelden bij Crowdfunding VoorNatuur voor beperkte aanvullende financiering.
8
3. Interne discussie Duinbehoud Behoud biodiversiteit De provincie Zuid-Holland heeft het behoud van biodiversiteit hoog in het vaandel staan. De duinen zijn in dit verband van groot belang, als hotspot voor biodiversiteit en als de grootste terrestrische natuurgebieden in de provincie. Voor de duinen vertaalt Duinbehoud het biodiversiteitsdoel als het behoud en verder ontwikkelen van natuurwaarden die kenmerkend zijn voor de duinen. Bij zeewaartse landuitbreiding kan duinnatuur worden gerealiseerd buiten de bestaande Natura 2000 gebieden. Dit is echter duur en voor de kustveiligheid Foto: Joost Bouwmeester zijn de komende eeuw waarschijnlijk geen zeewaartse versterkingen noodzakelijk. Bij revitaliseringsen herstructureringsopgaven kunnen mogelijk nog kleine stuken grond worden benut voor de ontwikkeling van duinnatuur (mogelijk in combinatie met andere functies). Deze kansen moeten natuurlijk benut worden als ze zich voordoen. Voor het realiseren van de biodiversiteitsdoelstelling in Zuid-Holland zijn de duingebieden die onderdeel uitmaken van Natuurnetwerk Nederland en Natura 2000 echter het belangrijkst. Daar zijn de specifieke milieucondities die tot de hoge biodiversiteit hebben geleid nog deels aanwezig en daar kunnen ze het beste hersteld worden. Bovendien zijn gebruiksvormen die bedreigend zijn voor de biodiversiteit daar het meest beperkt gebleven. Voor de verdere ontwikkeling van natuurwaarden liggen er kansen bij beheer en inrichting van de parken en landgoederen langs de binnenduinrand. Dit geldt ook voor de inrichting en het beheer van de groene en blauwe verbindingen die aansluiten op het duingebied. Deze kansen kunnen worden benut door particulieren en lokale overheden. Ecologische Hoofdstructuur / Natuurnetwerk Nederland Het niet voltooien van de Ecologische Hoofdstructuur, zoals die oorspronkelijk was gepland, en het naar beneden bijstellen van de ambities daarin door herijkingen, zien wij als een bedreiging voor de instandhouding van de biodiversiteit. De opbouw van de EHS heeft er de laatste jaren mede toe geleid dat de afname van de biodiversiteit werd afgeremd. Voor de biodiversiteit in de duinen is het van groot belang dat planten en dieren zich langs struikelblokken, zoals kustplaatsen en havengebieden kunnen verplaatsen, van en naar de aan weerszijden gelegen duingebieden. Dit is onder andere ook van belang in verband met klimaatverandering. Soorten moeten met de verschuivende klimaatzones mee kunnen migreren. In dit opzicht zijn het strand en de zeereep voor kustplaatsen van belang, maar ook blauwgroene structuren, parken, landgoederen in en langs kustplaatsen en (akkerranden en oevers in) agrarische gebieden. Voor de soorten die minder specifiek zijn voor de duinen, maar wel bijdragen aan de biodiversiteit van Nederland, geld dat ecologische verbindingen tussen de duinen en natuurgebieden, landgoederen en stadsparken in het achterland van belang zijn. Stikstofproblematiek Een aantal factoren zorgt ervoor dat er de laatste decennia minder dynamiek in de duinen is. Daardoor neemt de biodiversiteit in de duinen versneld af. Vermesting (in de duinen gaat het dan om stikstofdepositie) is hierbij de belangrijkste factor (Balans van de Leefomgeving 2014). Dit kan deels 9
worden ondervangen door effectgerichte maatregelen in het veld, maar deze maatregelen zullen de problemen niet definitief oplossen en ze kunnen bovendien niet eindeloos herhaald worden. Naast de effectgerichte maatregelen moet er dus ook gewerkt worden aan emissiebeperking. De (Rijks)overheid zal hierin een belangrijke rol moeten blijven spelen.
Figuur 1: Vermesting is het belangrijkste knelpunt voor het herstel van de natuur in de open duinen. Bron: Balans van de Leefomgeving, 2014 Natuurlijke dynamiek We ondersteunen de grotere focus in het natuurbeleid op (het herstel van) natuurlijke processen. De aanname daarbij is dat dit over het algemeen leidt tot een duurzamere instandhouding van de kenmerkende natuurwaarden. Een kanttekening hierbij is dat maatwerk noodzakelijk blijft, om te voorkomen dat een te grote dynamiek de bestaande natuurwaarden onherstelbaar beschadigt, zonder dat de zekerheid bestaat dat deze op andere plekken terugkomen. Voor de duinen vertalen we dit vooral in de noodzaak om de zeereep dynamischer te beheren. Zand moet vanaf het strand de zeereep instuiven. Ook in de zeereep moeten zandverstuivingen aanwezig zijn, zodat de achterliggende duinen vanuit de zeereep overstoven raken. Lokaal kunnen stuifkuilen in de duinen achter de zeereep ook voor overstuiving van de duingraslanden zorgen. Verstuiving vanuit de zeereep is noodzakelijk voor het in stand houden van kenmerkende natuurwaarden in de duinen. In de zeereep moeten dus stuifkuilen en kerven kunnen ontstaan. We vinden dat die dynamiek, daar waar zij niet meer spontaan op gang komt, actief op gang gebracht moet worden. De schaal waarop dit gebeurt moet, afhangen van de veiligheid en van aanwezige en te verwachten natuurwaarden. Bij brede en hoge duingebieden, waarin de achter de zeereep liggende duinen grotendeels zijn dichtgegroeid met grassen en struiken, kan overwogen worden om lopende paraboolduinen te laten ontstaan. Hierdoor wordt een grootschalig landschapsvormend proces op gang gebracht, waardoor het oude dichtgegroeide duinlandschap waar het paraboolduin overheen loopt wordt opgeruimd. De kop van de parabool zorgt voor overstuiving van het landwaarts gelegen duin en zeewaarts van de parabool kan een vochtige duinvallei ontstaan en begint de successie van witte stuivende duinen naar grijze duingraslanden opnieuw. Los van de noodzaak voor de instandhouding van de natuurwaarden zorgt dynamiek in de zeereep voor een spannender en mooier kustlandschap waarin recreanten het geologische proces van duinvorming kunnen beleven. 10
Zandsuppleties Zandsuppleties hebben met name aan de Zuid-Hollandse vastelandskust een stabiliserend effect op de zeereep. Daar zien we dat zich een nieuwe zeereep heeft ontwikkelt, voor de oude zeereep. Hierin wordt vrijwel al het stuivende zand ingevangen. Het zand stuift niet door naar de oude zeereep en de duinen erachter. De oude zeereep veroudert snel en groeit dicht met grassen en struiken. Daardoor is de zeereep van de Zuid-Hollandse vastelandskust de minst dynamische zeereep van Nederland. Hoe het komt dat de zeereep van de Zuid-Hollandse vastelandskust anders reageert dan de zeereep in de rest van Nederland, is niet helemaal bekend. Daar zou nader onderzoek naar gedaan moeten worden. Duinbehoud heeft sterk het vermoeden dat dat komt, doordat aan deze kust de afgelopen 25 jaar het meest frequent gesuppleerd is. De plannen voor PAS-maatregelen in de zeereep van Berkheide en Meijendel juichen wij toe. Maar ze hebben naar ons idee een bescheiden schaal en zorgen zeer lokaal voor wat dynamiek in de zeereep. Daarnaast zou er ook onderzoek gedaan moeten worden naar mogelijkheden om de dynamiek op grotere schaal op gang te brengen. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door op plaatsen waar dat kan, de frequentie van zandsuppleties omlaag te schroeven en, als de dynamiek eenmaal op gang is gekomen grotere suppleties te uit te voeren om areaalverlies te voorkomen. Dit kan natuurlijk alleen op plaatsen waar de feitelijke veiligheid niet in het geding is. Met de feitelijke veiligheid bedoelen we de bescherming van mensen en belangen tegen overstromingen en niet het strikt en op iedere termijn handhaven van de Basiskustlijn. We pleiten ervoor om meer te experimenteren bij brede en hoge duingebieden, waar de veiligheid van het achterland gewaarborgd is. Daar kan gedurende een aantal jaren kusterosie worden toegelaten tot voorbij de Basiskustlijn. Hierdoor kan de bij een afslagkust horende dynamiek op gang komen. Als dit proces een tijdje aan de gang is, kan met een grotere suppletie de kustlijn hersteld worden. Overigens wordt dit de komende 8 jaar uitgeprobeerd op de Kop van Schouwen. Dit zou ook geld kunnen uitsparen in het suppletiebudget. Grotere suppleties zijn relatief goedkoper. Het bespaarde budget zou weer ingezet kunnen worden waar het zand wel echt nodig is, of op plaatsen waar tijdelijk een aangroeikust, met zijn eigen kenmerkende dynamiek en natuurwaarden (zoals bij de zandmotor, of in natuurlijke situaties het Verklikkerstrand op Schouwen en de Hors op Texel) kan worden gecreëerd. Duinbehoud blijft lobbyen en ideeën inbrengen voor het verder opschalen van dynamisch zeereepbeheer in Zuid-Holland. Draagvlak natuur Duinbehoud is van mening dat er een breed maatschappelijk draagvlak is voor natuur, behoud van biodiversiteit en een natuurbeleid dat mede gericht is op de bescherming dier- en plantensoorten en dat dit ook voor de duinen geldt. Bij de bevolking is het draagvlak daarvoor groot. Dat blijkt onder andere uit onderstaande figuur uit de Natuurverkenning 2010-2040 (figuur 2).
11
Figuur 2: Bewerking van gegevens van de Europese Commissie 2010, door het PBL, uit de Natuurverkenning 2010-2040. Bijschrift in de natuurverkenning: Nederlanders noemen meerdere drijfveren voor het stoppen van biodiversiteitsverlies. De stelling dat het behoud van natuur een morele verplichting is, krijgt de meeste bijval, gevolgd door de stelling dat de natuur producten levert.
Uit figuur 3 blijkt weliswaar dat 44% van de respondenten het economisch voordeel van natuur net zo belangrijk vindt als bescherming van dier- en plantensoorten, maar uit deze figuur blijkt niet exact hoeveel mensen het behoud van biodiversiteit minstens net zo belangrijk vindt. 16% vindt de bescherming van dier- en plantensoorten belangrijker dan het economisch voordeel van natuur. Gesteld kan dus worden dat minimaal 60% van de respondenten biodiversiteit minstens even belangrijk vindt als het economisch voordeel van natuur. Bovendien heeft de grootste groep (40%) aangegeven neutraal tegenover de stelling te staan. Het is niet duidelijk hoe deze groep tegenover een natuurbeleid met de focus op de bescherming van natuurwaarden staat. Wij zien in deze cijfers geen aanleiding om aan te nemen dat er slechts een beperkt draagvlak zou zijn voor een natuurbeleid dat gericht is op de bescherming van dier- en plantensoorten.
12
3: Bron: Kennis en houding van Nederlandse burgers ten aanzien van de nieuwe natuurvisie, Verslag van een opinieonderzoek van Veldkamp in opdracht van het ministerie van Economische Zaken naar de nieuwe koers in het natuurbeleid (2013).
Bestaande betekenis duinnatuur voor de samenleving De natuur in de duinen en de samenleving zijn al met elkaar verweven. Belangrijke maatschappelijke functies (ecosysteemdiensten) zijn onder andere: drinkwaterproductie, recreatie en waterveiligheid. Bovendien zorgen de duinen voor een gezonde leefomgeving en een goed vestigingsklimaat voor wonen en bedrijvigheid. Deze functies zijn in de huidige situatie al in behoorlijke mate geïntegreerd. Zo wordt er al lang fors geïnvesteerd in recreatie in de duinen en het beleefbaar maken van het duinlandschap. Een aanzienlijk deel van het geld dat voor natuurbeheer was bestemd is besteed aan recreatiebeheer (onderhoud paden en andere voorzieningen). Deze integratie is een verdienste van het natuurbeleid van de afgelopen decennia en Duinbehoud heeft zich er ook voor ingezet. Wij zien de wijzigingen in het Rijksnatuurbeleid en het provinciale natuurbeleid (aan de hand van het PAL-advies), met betrekking tot het versterken van natuur met de samenleving, dan ook meer als een accentverschuiving dan als een omslag. Communicatie en voorlichting Duinbehoud denkt dat deze accentverschuiving vooral communicatief van aard is. Met andere woorden: natuur en samenleving waren al met elkaar verweven, maar dit wordt nu duidelijker uitgedragen. Het bewustzijn van de betekenis van het duinlandschap voor de samenleving is bij de bevolking nog niet optimaal. Via publiekscommunicatie, educatie en onderwijs kan daar meer aan gedaan worden. Belangentegenstelling Het probleem met betrekking tot draagvlak zit hem meer in het feit dat wensen van bedrijfsleven/politiek/burgers soms onverenigbaar zijn met de afgesproken internationale, nationale en provinciale beleidsdoelen voor natuur en de vastgestelde wetgeving en verdragen over natuur. De overheid en de politiek hebben de afgelopen jaren voortdurend verkondigd de grenzen van de 13
internationale verplichtingen, die ze zelf zijn aangegaan, op te willen zoeken en deze op te willen rekken. Zij hebben dat ook werkelijk geprobeerd. Dit heeft soms ondermijnend gewerkt voor de doeltreffendheid van het eigen natuurbeleid. Het heeft er onder andere toe geleid dat de implementatie van Natura 2000 is vertraagd en nog steeds niet is voltooid. Dit brengt, onder andere ook voor het bedrijfsleven, voortdurende onduidelijkheden en onzekerheden met zich mee. Bovendien blijken de mogelijkheden om de grenzen van de internationale verplichtingen op te rekken vaak beperkt. Daardoor is het draagvlak voor het natuurbeleid met name bij het bedrijfsleven afgekalfd. In de publiciteit hebben bedrijfsleven, politiek en overheid de nadruk gelegd op de beperkingen die Natura 2000 met zich meebrengt voor de economie. Gecombineerd met de vertraging van de implementatie van Natura 2000 heeft dit voor een langdurige negatieve publiciteit voor het natuurbeleid gezorgd. In de communicatie is onvoldoende nadruk gelegd op de grote voordelen van het Natura 2000 beleid. Duidelijke grenzen, helder communiceren De overheid zou zich hierin verantwoordelijker, besluitvaardiger en daadkrachtiger op moeten stellen en duidelijkere grenzen moeten stellen. Dat is tegenwoordig extra noodzakelijk, doordat groepen van burgers (denk bijvoorbeeld aan verenigingen van hondenbezitters) mondiger zijn geworden en belangengroepen grotere druk uitoefenen om deelbelangen te laten prevaleren boven het algemene belang. De te stellen grenzen moeten recht doen aan internationale afspraken, aan nationale en provinciale beleidsdoelen en aan de door de bevolking erkende morele verplichting om de natuur te beschermen. Vervolgens kan de overheid het bedrijfsleven ondersteunen en stimuleren om zich aan de gestelde grenzen aan te passen en om met wensen en voorstellen te komen die wel verenigbaar zijn met het natuurbeleid. De overheid zou het eigen beleid moeten uitleggen en verdedigen. Daarbij is het ook van belang om niet alleen de nadruk te leggen op enkele beschermde dier- en plantensoorten, maar op de waarde van het beschermde natuurgebied als geheel met al zijn maatschappelijke functies (ecosysteemdiensten), die wel verenigbaar zijn met het behoud van kenmerkende natuurwaarden. Hierbij kunnen natuurorganisaties en natuurbeheerders een ondersteunende communicatieve rol spelen. Vertaling abstracte doelen naar lokale waarde De verplichtingen en afspraken m.b.t. natuurbescherming zijn op nationaal en internationaal niveau gemaakt. De doelen zijn daarbij abstract geformuleerd. De systematiek van de Habitatrichtlijn, met zijn habitattypenummers, is voor gewone mensen niet te begrijpen. De beperkingen die de verplichtingen en afspraken met zich meebrengen worden vooral lokaal ervaren, door overheden, burgers en bedrijven, terwijl de abstracte doelen daar niet worden begrepen en dus niet worden gedeeld. Bij de lokale uitvoering van het natuurbeleid (op gebiedsniveau of op kleinere schaal binnen de gebieden), zou dus eigenlijk een vertaalslag gemaakt moeten worden, waarbij op lokale schaal duidelijk gemaakt wordt welke natuurwaarden beschermd worden, wat daarvan de internationale betekenis is, hoe dit in het duinlandschap als geheel past en wat de waarde van het duinlandschap is voor de (lokale) samenleving. Dit is in hoofdzaak een communicatie-opgave. Mede in het licht van de decentralisatie van het natuurbeleid is de provincie een ideale intermediair om deze vertaalslag te maken. Voor de Duingebieden kan Duinbehoud hierin een ondersteunende rol spelen. Duinbehoud is van mening dat deze vertaalslag onderdeel moet zijn van de gebiedsgerichte integrale aanpak, die onder andere in dit advies, tijdens het debat en door de PAL wordt voorgesteld. Benutten en beleven De discussie over het relatieve belang van het economisch of maatschappelijk voordeel van natuur ten opzichte van de bescherming van zeldzame dier- en plantensoorten is niet van belang, als ervoor gezorgd wordt dat deze belangen met elkaar verenigd kunnen worden. In veel gevallen is het heel goed mogelijk om kenmerkende natuurwaarden te beschermen en tegelijkertijd invulling te geven aan andere functies van natuur. Overigens dragen de rijkdom aan soorten planten en dieren en de aanwezigheid van kenmerkende planten en dieren ook in belangrijke mate bij aan de 14
belevingswaarde van de duinen. Wij zien, in de benutting en beleving van natuur in de duinen en de ecosysteemdiensten-benadering, kansen voor verbetering van het draagvlak voor het behoud van het duinlandschap en haar biodiversiteit. Dit past in onze statutaire doelstelling: “het bevorderen van een integratie van verschillende functies, die de duinen vervullen, onder het behoud van – en ten dienste van het behoud van – de natuurlijke kwaliteiten van het duingebied en aangrenzende gebieden”. Wij blijven daarbij van mening dat het duurzaam voortbestaan van de kenmerkende natuurwaarden en het behoud van de biodiversiteit in de Natura 2000 gebieden een randvoorwaarde moet blijven voor andere ontwikkelingen. Dit om verdere (en mogelijk onomkeerbare) achteruitgang van de biodiversiteit te voorkomen. Zolang de biodiversiteit in de duinen achteruit gaat, kan Duinbehoud haar waakhondfunctie niet loslaten en zullen we er bij bevoegde gezagen op blijven aandringen om geen activiteiten toe te laten die de biodiversiteit verder bedreigen. We zullen ons daarnaast blijven richten op het bevorderen van ontwikkelingen die wel samen kunnen gaan met het behoud van biodiversiteit en die daarnaast kunnen bijdragen aan het draagvlak voor het in stand houden van het duinlandschap. De boodschap die we daarbij (in de toekomst duidelijker) naar voren willen brengen is dat het ons niet alleen gaat om specifieke beschermde soorten of habitats, maar om het duinlandschap en de aangrenzende gebieden en ecologische structuren als geheel, waarbij we belang hechten aan de samenhang tussen de grote biodiversiteit, het natuurlijke milieu, de natuurlijke processen die het landschap gevormd hebben en nog steeds vormen, de cultuurhistorische waarden en de belevingswaarde van het duinlandschap. Waterwinning Met betrekking tot de drinkwaterproductie in de duinen in combinatie met een verantwoord natuurbeheer door de duinwaterbedrijven, is Duinbehoud haar visie aan het heroverwegen. De duinwaterbedrijven hebben zich de afgelopen decennia ontwikkeld tot goede duinbeheerders, die ook in perioden waarin er minder overheidsgelden beschikbaar zijn, voor continuïteit van het natuurbeheer zorgen. In de praktijk werken we al samen met de duinwaterbedrijven. Met Dunea werken we momenteel aan een gezamenlijke visie op de grondwatergebonden duinnatuur in Berkheide. De waterwinning in het duingebied kan gezien worden als een ecostysteemdienst. Randvoorwaarde daarbij is dat deze dienst een meerwaarde moet opleveren voor de natuur in het duingebied (meer dan de verplichte instandhoudingsdoelstellingen). Dit is afgelopen jaren o.a. inhoud gegeven door de ontwikkeling van nieuwe natuur (De Klip, Hertekamp) en de uitvoering van natuurherstelprojecten (regeneratie). Deze lijn kan de komende jaren worden doorgezet. Regeneratieplannen Duinbehoud heeft in het verleden regeneratieplannen voorgesteld, die nog niet allemaal zijn uitgevoerd. De uitvoering hiervan kan bijdragen aan het robuuster maken van de duinnatuur en kan de integratie van de dinkwaterproductie in de duinen een stap verder brengen. Integrale gebiedsgerichte benadering Met name aan de randen van de duingebieden zien we, net als de deelnemers aan het debat, kansen voor verdere geïntegreerde oplossingen voor verschillende beleidsopgaven waarbij meerdere belangen gediend worden. Duinbehoud heeft zich altijd al ingezet voor geïntegreerde oplossingen, maar wil zich daar, aansluitend bij de huidige maatschappelijke ontwikkelingen, nog verder op toeleggen. De Nationale Parken Texel en Zuid-Kennemerland zien we als structuren waarin al eerste stappen gezet zijn richting een integrale gebiedsgerichte benadering. Als specifiek voorbeeld wordt daarbij het gastheerschap van recreatieondernemers genoemd. Recreatieondernemers hebben in die rol al geholpen om gemeenten te overtuigen dat toeristen en recreanten naar het gebied komen voor de beleving van rust, ruimte en natuur. 15
Financiering natuurbeheer De duinen zijn belangrijk als leefgebied voor kenmerkende flora en fauna. Dit is een algemene maatschappelijke dienst en derhalve ligt het voor de hand het beheer ten behoeve van deze dienst grotendeels te blijven financieren uit algemene middelen (generieke subsidies). Dit geldt vooral voor de duingebieden die zijn aangewezen als Natura 2000 gebied. Kosten die echter gepaard gaan met de functie van de duinen als fysieke locatie en decor voor recreatie, sport, zorg en gezondheid, wonen en economische activiteiten zouden in grotere mate verhaald kunnen worden op de groepen of sectoren die van deze ecosysteemdiensten profiteren. Veel van het geld dat voor duinbeheer bestemd is, gaat naar recreatieve voorzieningen. Kustgemeenten hebben daardoor gratis recreatiegebieden voor hun bevolking en hoeven zelf dus geen recreatief groen aan te leggen. Gemeenten zouden daarom financieel bij kunnen dragen aan het onderhoud van de recreatieve infrastructuur. Dit ligt in het verlengde van de aanbeveling van de Randstedelijke Rekenkamer om de verdeling van de beheergelden voor recreatie en natuurbeheer meer te baseren op reële kostprijzen voor natuurbeheer en recreatie (Natuurbeheer in beeld, Onderzoek naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van natuurbeheersubsidies in Noord-Holland, Randstedelijke Rekenkamer, 2014). Ten behoeve van de continuïteit van het natuurbeheer, willen we graag meedenken over aanvullende financieringsbronnen. Er zit ook een strijdigheid in de snelle afbouw van de financiering voor beheer en handhaving van bijvoorbeeld Zuid-Hollands Landschap en Staatsbosbeheer en de wensen ten aanzien van benutting en beleving van de duinen. Als er onvoldoende geld beschikbaar is om het beleid in het veld uit te dragen, uit te voeren en te handhaven, heeft dat zijn weerslag op de manier waarop het publiek de gebieden gebruikt, of juist niet gebruikt. Waardoor de stelling dat het natuurbeleid zich te weinig op gebruik richt juist bewaarheid wordt. Heroverweging inzet op procedures De provincie heeft gevraagd of Duinbehoud haar inzet op juridische procedures (tegen natuurbeschermingswetvergunningen) wil heroverwegen. Daarbij heeft de provincie specifiek verwezen naar onze procedures tegen de vergunning voor strandhuisjes bij de duincompensatie voor de Delflandse kust (Spanjaardsduin) en de Kapittelduinen en tegen de vergraving van een duin en een duinvallei t.b.v. de golfbaan in Noordwijk. Bij de strandhuisjes gaat het ons om het principe dat de effecten van strandhuisjes op de natuurdoelstellingen van Spanjaardsduin (ontstaan vochtige duinvallei en grijze duinen) en de Kapittelduinen (behoud van oppervlakte en verbetering van kwaliteit witte duinen) niet, voorafgaand aan vergunningverlening, naar behoren zijn getoetst. Deskundigen schatten in dat vooral aaneengesloten rijen strandhuisjes effecten hebben op de dynamiek van de direct daarachter liggende duinen. Het gaat daarbij om de belemmering van het instuiven van zand, maar ook om de beperking van de invloed van wind op de direct achter de strandhuisjes liggende duinen. Daardoor wordt ook het doorstuiven van het zand uit de duinen die direct achter de strandhuisjes liggen beïnvloed. Dynamiek in de zeereep is essentieel voor de kwaliteit van de instandhoudingsdoelstellingen voor verschillende habitattypen van de duinen. Effecten zijn vooral te verwachten op de witte duinen, maar als het doorstuiven van zand naar de grijze duinen (duingraslanden) teveel wordt belemmerd, zijn ook daar negatieve effecten niet uit te sluiten. De Hoor- en adviescommissie heeft ons echter gelijk gegeven in onze bezwaren tegen de strandhuisjes voor Spanjaardsduin (m.b.t. toetsing effecten op ontwikkeling duinvallei) en ongelijk gegeven m.b.t. de toetsing van de effecten op de witte duinen van de Kapittelduinen. De HAC heeft een advies gegeven aan GS, om het besluit om de vergunning gedeeltelijk in te trekken. GS heeft nog geen besluit genomen op ons bezwaar. 16
Bij de golfbaan gaat het ons om het principe dat het niet de bedoeling is om het prioritaire habitattype grijze duinen aan te tasten ten behoeve van een niet doorslaggevend maatschappelijk belang, ook niet als de schade in theorie kan worden gecompenseerd, door elders een gelijke oppervlakte van dat habitattype te laten ontstaan. De Golfclub heeft de maatregel opgevoerd als mitigatie, maar in feite gaat het om compensatie, omdat elders op het golfterrein het habitattype opnieuw ontwikkeld moet worden. In beide zaken hebben we de indruk dat we geldige ecologische en procedurele argumenten hebben en dat we daardoor kans hebben om de procedure te winnen. De principes wegen bij ons dermate zwaar dat we de procedures niet hebben ingetrokken. Het gaat ons er daarbij ook om dat er geen precedentwerking wordt geschapen m.b.t. ondeugdelijke toetsing van effecten aan de Natuurbeschermingswet en met betrekking tot het meerekenen van mitigatie bij de bepaling de significantie van negatieve effecten op een prioritair habitattype en het opvoeren van compenserende maatregelen als mitigerende maatregelen. Een recente uitspraak van het Europese hof van justitie m.b.t. de A2 ondersteunt deze laatste stellingname. Interne discussie inzet op procedures Duinbehoud is de laatste jaren relatief vaak in procedures terechtkomen, vooral ook in Zuid-Holland. Procederen is geen doel op zich voor Duinbehoud. We zien ook nadelen van procederen. Een procedure is alleen effectief als we hem geheel of gedeeltelijk winnen. Als we hem verliezen zijn we onze tijd en ons griffiegeld kwijt en hebben we niets bereikt. Een verloren procedure kan ongewenste jurisprudentie opleveren. Procedures kunnen, onafhankelijk van of je verliest of wint, ook negatieve effecten hebben op het draagvlak voor natuur bij het bedrijfsleven en overheden. Bovendien kunnen ze negatieve publiciteit opleveren en zo het draagvlak bij de bevolking negatief beïnvloeden. Als wij echter geconfronteerd worden met vergunningen voor activiteiten die onherstelbare en voor ons onacceptabele schade aan de natuurwaarden in de duinen, zien we geen andere mogelijkheid om voor ons belang op te komen. Dit wordt per geval gedegen afgewogen in het bestuur van Stichting Duinbehoud. In die afweging worden onder andere de geldigheid van de argumenten en de kans van slagen meegewogen. We procederen niet om het procederen, maar omdat we soms geen betere mogelijkheid zien om onze belangen te behartigen. Als er werkelijk spraken is van een belangentegenstelling en er al toezeggingen zijn gedaan aan initiatiefnemers, of gedoogsituaties zijn ontstaan, kan dat lastig zijn voor het bevoegd gezag, maar Duinbehoud blijft het van belang vinden dat de besluiten op basis van inhoudelijke argumenten worden genomen. Bovendien willen we, als er verschillende interpretaties van de wet mogelijk zijn, graag dat de rechtbank of de Raad van State daar duidelijkheid over geeft. We hebben inmiddels afspraken gemaakt met de Omgevingsdienst Haaglanden over vroegtijdige informatie-uitwisseling en inbreng van onze kennis in vergunningprocedures. Hiermee hopen we procedures te kunnen voorkomen. Om effectief juridische procedures te voorkomen is het echter ook van de belang dat er nog voor de vergunningaanvraag contact is tussen de Stichting Duinbehoud en de initiatiefnemer. In die fase van het proces kan nog overleg plaatsvinden over de voorgenomen activiteit en kan die eventueel bijgesteld worden. We willen ons nog meer inspannen, om eerder in het besluitvormingsproces betrokken te zijn. Het gaat dan om de fase waarin overheden, politici en ondernemers aan het lobbyen zijn voor hun ideeën en plannen. We kunnen dan nog meedenken en eventueel bijsturen. Ook kunnen we alternatieven die positieve (of geen negatieve) effecten op de natuurwaarden hebben, actiever steunen. Dit is intensief, maar kan in sommige gevallen ook weer tijd besparen, als we daardoor met minder procedures te maken krijgen. We moeten dan wel voeling hebben met wat er in een gemeente op politiek en ambtelijk niveau en bij het bedrijfsleven speelt, liefst nog voordat het in de publiciteit komt. Samenwerking met lokale natuurorganisaties is hierbij van belang. Dit past ook in de ideeën over een meer integrale gebiedsgerichte aanpak. Als we daar meer op inzetten en erin slagen om ervoor te zorgen dat het natuurbelang in het resultaat van die aanpak goed geborgd is, zijn minder procedures nodig. 17
Samenwerking De Stichting Duinbehoud heeft in de afgelopen jaren met diverse duinbeheerders een werkwijze afgesproken die invulling geeft aan de vraag om in een vroegtijdig stadium van planontwikkeling met elkaar in gesprek te gaan. Over vrijwillige natuurcompensatie is in hoofdstuk 2 al aangegeven dat we in een gemeente buiten Zuid-Holland initiatiefnemer zijn van een nog te sluiten overeenkomst waarin gemeente, projectontwikkelaar en Duinbehoud gezamenlijk voor ecologische verbindingen in de omgeving van een project zorgen, waarbij de projectontwikkelaar financieel bijdraagt aan de inrichting. Overigens moet hierbij wel vermeld worden, dat deze mogelijke overeenkomst pas bespreekbaar werd, nadat we een procedure gestart waren. De procedure is inmiddels ingetrokken. Volgens afspraken met de gemeente Westland heeft Duinbehoud drie procedures tegen recreatieve infrastructuur in de duinen beëindigd. De gemeente zal in een bestemmingsplan een strook tussen het Staelduinse Bos en het Oranjekanaal met hoge natuurwaarden de bestemming ‘natuur-natuur’ geven. De gemeente zal zich inzetten voor opname in de EHS van delen van het Natura 2000 gebied in de gemeente die daar nu nog niet toe behoren (met name de kustversterking) en deze delen binnen het bestemmingsplan ook als EHS beschermen. De strandslag Vlugtenburg wordt aan de zuidzijde uitgebreid in plaats van aan de natuurrijk noordzijde. Duinbehoud constateert dat de gemeente zich door deze afspraken meer bewust is geworden van de noodzaak om de EHS ruimtelijk te beschermen en vindt het hoopgevend dat de gemeente dit nu ook in andere dossiers voortvarend oppakt.
18
4. Debat Op 7 november 2014 heeft het debat ‘Robuuste duinnatuur, duurzaam verweven met de samenleving’ plaatsgevonden. In bijlage 1 is een verslag van het debat opgenomen. Tijdens het debat zijn vanuit verschillende invalshoeken presentaties gegeven en hebben aan thematafels discussies plaatsgevonden over maatschappelijk gebruik van de duinen. De uitkomsten hiervan zijn hieronder samengevat. Algemene indruk van het debat is dat er onder de deelnemers, Foto: Ruben de Faber die toch een diversiteit aan belangen vertegenwoordigden, een grote mate van overeenstemming is over de waarde van het duingebied en de manier waarop dat beschermd zou moeten worden. Integrale gebiedsgerichte aanpak Tijdens het debat is in diverse presentaties en aan de verschillende thematafels de noodzaak naar voren gekomen, om vooral op lokaal niveau verschillende opgaven in gezamenlijkheid op te lossen. Het behoud van kenmerkende natuurwaarden voor de duinen (biodiversiteit) is daarbij, naast andere opgaven voor het kustgebied, één van de beleidsdoelen. De bij het kustbeleid betrokken partijen uit de verschillende sectoren (kustveiligheid, waterkwaliteit, drinkwater, natuur, toerisme en recreatie en eventueel volksgezondheid), moeten hierin hun verantwoordelijkheid nemen door op het gebied van lokale opgaven samen te werken en initiatieven te nemen om samen te gaan werken. Van overheden wordt daarbij een coördinerende en kader stellende rol gevraagd. Tegelijk wordt van overheden gevraagd om meer flexibiliteit (met betrekking tot regels en plannen) en meer continuïteit (met betrekking tot beleidsdoelen) in het ruimtelijke ordeningsbeleid. Bijpassende ideeën Tijdens het debat zijn de volgende bij een integrale gebiedsgerichte aanpak passende ideeën naar voren gekomen: - De integrale benadering kan worden bevorderd door kaders te stellen voor een positieve externe werking van Natura 2000, waarmee in de randzone ontwikkelingen worden bevorderd die positief uitwerken voor de natuur in het gebied. - De invloed van natuur op (stedelijke) gebieden buiten Natura 2000 vergroten en de (emotionele) betrokkenheid met de natuur vergroten. Voorbeelden hiervan zijn het benutten van het schone kwelwater dat uit de duinen komt voor recreatieve en (blauw)groene functies in het achterland (bijvoorbeeld ecologische verbinding en bufferzone bij Lentevreugd); stadslandbouw; het gebruik van overhoekjes en plantsoenen voor de 19
-
-
ontwikkeling van voor het kustgebied kenmerkende natuurwaarden; het creëren van ruimte voor groen bij herstructureringsopgaven voor glastuinbouw, verblijfsrecreatie en bij revitalisering kustplaatsen. Inrichten en ontwikkelen van speelnatuur (in bestaande natuur, maar ook in nieuw aan te leggen groen). Ruimte voor passende economische functies tegen Natura 2000 gebieden aan. (Economische) activiteiten bedenken die goed zijn voor de (natuur in de) duinen. Over eigen grenzen heen kijken (natuurbeheerders en beschermers meer naar omgeving natuurgebieden; gebruikers en ondernemers meer naar de opgave: instandhouding van kenmerkende natuurwaarden). Het overbruggen van de discrepantie tussen de verwachtingen van gebruikers ten aanzien van het duinlandschap en de natuurlijke dynamiek die noodzakelijk is voor het behoud en herstel van biodiversiteit. Dit is behalve een integratie-opgave ook een communicatieopgave.
Synergie verblijfsrecreatie en natuur Er zijn voorbeelden in de verblijfsrecreatiesector, waar al wat meer geïntegreerd met natuur omgegaan wordt. Deze kunnen verder worden uitgebouwd en als inspiratie dienen voor gebiedsgerichte integrale benaderingen. Het gaat dan onder andere om: - Landschappelijke inpassing van huisjes - Natuurlijke inrichting van vakantieparken (bedrijfsnatuurplannen) - Gecombineerde aanleg natuur en vakantieparken (Waterdunen) - Gastenvoorlichting (natuurarrangementen) Strandbebouwing Ook bij strandbebouwing geldt dat een meer integrale aanpak wenselijk is. In een gebiedsgerichte aanpak gaat het dan om een betere inpassing van de bebouwing in het landschap, om aanpassingen aan de bebouwingsstructuur, die ervoor zorgen dat er voldoende dynamiek in de zeereep blijft en om een meer integrale belangenafweging. Als het om zonering gaat, moet echter ook op een bovenlokaal niveau beleid ontwikkeld worden. In die zonering is het gewenst om naast zones met mogelijkheden voor ontwikkeling van strandbebouwing ook zones voor rust en duinvoetreservaten aan te wijzen en in te richten. Structuur voor samenwerking Er is in het kader van de gebiedsgerichte integrale aanpak behoefte aan een structuur voor samenwerking. Daarbij kan aan een duurzame structuur worden gekozen (een soort productschap, met een bestuur dat de voortgang bewaakt) met natuurorganisaties, natuurbeheerders en commerciële partijen. Mogelijk kan een bestaande organisatie (duinbeheerder, stichting) de regie voeren en voor continuïteit zorgen. Er kan ook een nieuwe organisatie opgericht worden (Stichting Duin & Economie, of Duin & Samenleving). Een andere denkrichting is een tijdelijke structuur in de vorm van een programma. Hierbij is behoefte aan een ‘programmamanager’ die mogelijk door één van de participerende partijen geleverd kan worden. Een uitbreiding van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland (tot het Nationaal Park de Hollandse Duinen), zou ook de gewenste samenwerkingsstructuur kunnen leveren. Bij de integrale benadering op bovenlokale schaal (zoals m.b.t. zonering van strandbebouwing) kunnen de Kustcommunity (het Landelijk Overleg Kust) en het Provinciaal Overleg Kust een rol spelen. Bestaande verwevenheid duinen en samenleving De duinen zijn al verbonden met economie en samenleving. Ze dragen bij aan een goed woon-, leefen vestigingsklimaat in Zuid-Holland, aan de volksgezondheid (beleving, bewegen), aan de 20
aantrekkelijkheid van de provincie voor toeristen, aan de waterveiligheid, aan de productie en strategische voorraad van schoon drinkwater en sommige gebieden hebben een militaire functie. Deze functies zijn al grotendeels geïntegreerd en kunnen grotendeels samengaan met het in stand houden van kenmerkende natuurwaarden. Hoewel in sommige opzichten verdere integratie mogelijk en wenselijk is. Met betrekking tot de drinkwaterproductie is de integratie al ver gevorderd. De duinwaterbedrijven benutten de duinen, maar bieden de duinen ook ruimtelijke bescherming en een goed natuurbeheer. Bovendien bieden ze de bevolking (net als andere natuurbeheerders) de mogelijkheid om in de duinen te recreëren en dragen zij de waarde van de duinen uit in hun publiekscommunicatie. De bestaande betekenis van de duinen voor economie en samenleving moet sterker worden uitgedragen door middel van communicatie en voorlichting. Het gaat daarbij om het onderstrepen van het belang van de duinen voor de drinkwaterproductie, recreatie en toerisme , het vestigingsklimaat, kustveiligheid en volksgezondheid. Robuustere duinnatuur In het natuurbeleid van Rijk en provincies wordt meer nadruk gelegd op natuurlijke dynamiek en natuurlijke processen, waarmee randvoorwaarden worden gecreëerd waarbinnen kenmerkende natuurwaarden zich kunnen handhaven. De overheden willen daarmee een situatie creëren waarin de focus van het natuurbeleid minder hoeft te liggen op het beschermen van specifieke natuurwaarden (soorten) op specifieke plaatsen. De deelnemers van de Thematafel ‘De duinen intern verstevigen’ hebben zich over deze opgave gebogen. Kansen, voor het fysiek en ecologisch robuuster maken van de duinen, liggen vooral in het herstel van natuurlijke processen vanaf de zeezijde en in het versterken en realiseren van ecologische verbindingen tussen duingebieden. Bij het herstel van natuurlijke processen blijft maatwerk noodzakelijk, om te voorkomen dat te grootschalige dynamiek de bestaande kenmerkende natuurwaarden in gevaar brengt, terwijl nog niet zeker is of ze zich in de nieuw ontstane situatie kunnen handhaven. Het is niet zeker of herstel van (grootschalige) dynamiek de duinnatuur wel zo robuust maakt dat er meer ontwikkelingen in de duinen mogelijk zijn, terwijl de kenmerkende duinnatuur toch kan gedijen. Voordat dergelijke ontwikkelingen worden toegelaten, moet worden aangetoond dat de duinnatuur inderdaad robuuster is geworden en dat het duurzaam voortbestaan van de kenmerkende natuurwaarden gegarandeerd blijft. Binnenduinrand In de binnenduinrand komen veel belangen samen. Hier liggen dus bij uitstek kansen voor de integrale gebiedsgerichte benadering en het ontwikkelen van natuurcombinaties. Aan de Thematafel binnenduinrand zijn ideeën besproken over de binnenduinrand tussen Den Haag en Katwijk. De ideeën die Duinbehoud heeft ingebracht zijn weergegeven in de Discussienotitie Binnenduinrand, die voorafgaand aan het debat is verspreid onder de deelnemers aan de Thematafel Binnenduinrand (zie bijlage 2). Bij de aanwezige partijen is draagvlak voor een gezamenlijke ontwikkeling en uitwerking van plannen voor de groene recreatieve inrichting van dit gebied. Helaas hebben niet alle partijen die die belang hebben bij, en invloed hebben op, de Binnenduinrand deelgenomen aan deze Thematafel. Duinbehoud neemt het initiatief voor een vervolgbijeenkomst waar deze partijen wel bij aanwezig zijn. Financieringsmodellen voor duinnatuur Het heffen van entreegelden voor duingebieden, die nu vrij toegankelijk zijn, wordt niet als een oplossing gezien om de maatschappelijke waarde van duingebieden te verzilveren ten behoeve van het natuurbeheer. De maatschappelijke weerstand hiertegen is te groot. Het introduceren of verhogen van parkeergelden voor parkeerplaatsen bij de ingangen van de duingebieden, wordt iets beter geaccepteerd. 21
Indien er een goed verdienmodel voor de ondernemers aan gekoppeld kan worden, zijn eventueel bijdragen aan het beheer in combinatie met medegebruik bespreekbaar. De mate waarin dit kan bijdragen aan het behoud van kenmerkende natuurwaarden zal echter beperkt zijn, mede ook doordat de winstmarges in de sector beperkt zijn.
22
5. Overleg met Omgevingsdienst Haaglanden Op 21 oktober 2014 heeft een overleg plaatsgevonden van Duinbehoud (operationeel manager, bestuursleden en Zuid-Hollandse duinconsulenten) en de Omgevingsdienst Haaglanden (teamleider groen, lucht, geluid en externe veiligheid en coördinerend senior vergunningverlener Natuurbeschermingswet). In het gesprek hebben de organisaties nader kennis gemaakt, standpunten uitgewisseld en afspraken gemaakt over informatie-uitwisseling om zo mogelijk in de toekomst procedures te kunnen voorkomen.
23
6. Conclusies en aanbevelingen 1.
Maatschappelijk gebruik van de beschermde duingebieden (Natura 2000 en Natuurnetwerk Nederland) is al in sterke mate aan de orde en de verschillende gebruiksfuncties zijn redelijk goed met elkaar geïntegreerd. 2. De financiering van beheer ten behoeve van ecosysteemdiensten kan meer ten laste gelegd worden aan de groepen burgers, bedrijven, e.d. die daarvan profiteren. Hierbij kan gewerkt worden met gebiedsfondsen, waar de groepen en bedrijven die ervan profiteren geld in storten en waar de beheerders gebruik van kunnen maken voor het beheer ten behoeve van de ecosysteemdiensten. 3. Crowdfunding kan bijdragen aan het realiseren van concrete natuurprojecten. 4. Het bewustzijn bij de gebruikers van de duinen en de inwoners van Zuid-Holland, van de maatschappelijke functies van de duinen kan vergroot worden door middel van communicatie en educatie. 5. De biodiversiteit in de duinen is lang relatief hoog gebleven, maar gaat nu versneld achteruit, doordat het landschap aan het veranderen is. De belangrijkste oorzaak hiervan is stikstofdepositie (in combinatie met een aantal andere factoren die de natuurlijke dynamiek belemmeren). 6. De achteruitgang van de biodiversiteit heeft slechts een beperkte relatie met de huidige gebruiksfuncties. 7. Om de biodiversiteit in de duinen in stand te houden is het van belang dat er meer ruimte wordt gegeven aan natuurlijke processen. Het gaat dan met name om dynamisch kust-, zeereep- en duinbeheer. Dit komt al in enige mate aan de orde in de Natura 2000 beheerplannen en in het kader van de Progammatische Aanpak Stikstof. Duinbehoud beveelt aan om dit grootschaliger aan te pakken, onder andere door op plaatsen, waar dat vanuit veiligheidsoogpunt kan, tijdelijk kusterosie toe te laten door minder frequent te suppleren (de kustlijn kan na een periode van afslag, als de dynamiek in de zeereep goed op gang is gekomen, weer worden hersteld door grootschaliger suppleties). Hierover kunnen ambities worden opgenomen in een nieuwe Beleidsvisie Groen of in een Integrale Provinciale Omgevingsvisie (zie hoofdpunt 4, PAL advies). 8. Omdat maatschappelijk gebruik van duingebieden al in sterke mate aan de orde is en omdat de kenmerkende natuurwaarden in de duinen achteruit gaan, staan natuurbeheerders en natuurbeschermingsorganisaties terughoudend tegenover verdere uitbreiding en nieuwe vormen van maatschappelijk gebruik van de beschermde duingebieden. 9. Indien vastgesteld kan worden dat dit maatschappelijk gebruik verenigbaar is met de beleidsdoelstellingen op het gebied van biodiversiteit en met de andere reeds bestaande ecosysteemdiensten en dat dit het herstel van natuurlijke processen niet in de weg staat, moeten er wel mogelijkheden zijn voor uitbreiding en nieuwe vormen van gebruik van beschermde duingebieden. Randvoorwaarde is dat de ecosysteemdiensten een meerwaarde opleveren voor de biodiversiteit in de duinen. 10. Bezuinigingen op natuurbeheer bedreigen de kansen voor maatschappelijk gebruik van de duinen. 11. Om de beleidsdoelstellingen met betrekking tot biodiversiteit te borgen en om aan de internationale verplichtingen hieromtrent te voldoen, blijft bescherming van kenmerkende dieren plantensoorten en hun leefgebieden noodzakelijk. Dit geldt in ieder geval voor de duinen, omdat de biodiversiteit daar achteruit gaat. 12. Kansen, voor het fysiek en ecologisch robuuster maken van de duinen, liggen vooral in het herstel van natuurlijke processen vanaf de zeezijde en in het versterken en realiseren van ecologische verbindingen tussen duingebieden. Bij het herstel van natuurlijke processen blijft maatwerk noodzakelijk, om te voorkomen dat te grootschalige dynamiek de bestaande kenmerkende natuurwaarden in gevaar brengt, terwijl nog niet zeker is of de dynamiek de juiste condities met zich meebrengt voor herstel van deze natuurwaarden. 24
13. Met experimenten moet eerst worden aangetoond dat duingebieden door het herstel van natuurlijke processen voldoende robuust worden en dat dan een meer duurzame instandhouding van kenmerkende natuurwaarden gegarandeerd is. Pas als dat is aangetoond, kan worden overwogen om het accent te verschuiven van bescherming van dier- en plantensoorten op de plekken waar ze nu voorkomen naar het laten ontstaan van een robuustere natuur met meer ruimte voor natuurlijke processen. 14. Voor nieuwe combinaties van gebruiksfuncties en natuur liggen er vooral kansen aan de randen van de beschermde duingebieden en dan met name aan de binnenduinrand. Daarbij zijn ook combinaties en verbindingen met landgoederen en stadsparken kansrijk. 15. Er is draagvlak voor de ontwikkeling van een integrale gebiedsvisie voor de binnenduinrand tussen Den Haag en Katwijk, die aansluit bij ontwikkelingen rond Nieuw-Valkenburg en het Landschaps Ontwikkelings Plan, Duin, Horst en Weide. Er is bovendien draagvlak voor de uitvoering van concrete projecten voor de groene recreatieve invulling van het gebied, die in de gebiedsvisie uitgewerkt worden. 16. Bij het uitbreiden van gebruiksfuncties of het inpassen van nieuwe gebruiksfuncties in de duingebieden of het ontwikkelen van combinaties van functies aan de randen van de beschermde duingebieden heeft een integrale gebiedsgerichte benadering de voorkeur. 17. Bij deze integrale gebiedsgerichte benadering wordt van de overheid weliswaar een coördinerende en kaderstellende rol verwacht, maar ook andere partijen kunnen hierbij het initiatief nemen. 18. Voorwaarde voor een goede integratie van het natuurbeleid in de gebiedsgerichte benadering is het maken van een vertaalslag, van internationale afspraken en abstracte nationale beleidsdoelen, naar de natuurwaarden die lokaal beschermd worden, waarbij de nadruk gelegd wordt op de samenhang van die natuurwaarden met het duinlandschap als geheel en de waarde daarvan voor de samenleving (ecosysteemdiensten). 19. Bij strandbebouwing is een meer integrale belangenafweging gewenst, waarbij ook rekening gehouden wordt met de effecten op dynamiek in de zeereep (gebiedsgerichte integrale aanpak). 20. Voor strandbebouwing is het wenselijk om naast zones of regio’s waar strandbebouwing wordt toegelaten ook zones of regio’s aan te wijzen, waar geen verdere bebouwing wordt toegelaten en waar het accent meer op rust en natuur ligt. 21. Er bestaat behoefte aan een structuur voor samenwerking op het gebied van de gebiedsgerichte integrale aanpak. 22. Deze structuur kan worden geboden door een organisatie die zich als trekker opwerpt, door een nieuwe organisatie op te richten, of door een programma. Aansluiten bij lokale initiatieven die al lopen vergroot de kansen hierbij. 23. Duinbehoud heeft zich altijd al ingezet voor geïntegreerde oplossingen, maar wil zich daar, aansluitend bij de huidige maatschappelijke ontwikkelingen, nog verder op toeleggen. 24. Zolang de biodiversiteit in de duinen achteruit gaat en zolang er nog geen alternatieve methoden zijn, waarvan is aangetoond dat ze effectief zijn om die achteruitgang te stoppen, is het niet verantwoord om minder aandacht te besteden aan de bescherming van soorten en leefgebieden in de beschermde duingebieden. 25. Vroegtijdige betrokkenheid van de Stichting Duinbehoud bij nieuwe initiatieven kan juridische procedures in een later stadium voorkomen. Dit vergt van alle betrokken partijen dat zij zich inspannen om in een vroeger stadium met elkaar in contact te komen en het gesprek aangaan over kansen en knelpunten. Bevoegde gezagen zouden dit kunnen bevorderen door initiatiefnemers op deze mogelijkheid te wijzen en in contact met Duinbehoud te brengen.
25
Bijlage 1 – Verslag debat ‘Robuuste natuur, duurzaam verweven met de samenleving’ Dit debat vond plaats op 7 november 2014 van 10:00 uur tot 16:00 uur in de koffiekamer van het Provinciehuis van de Provincie Zuid-Holland.
1 Inleiding 1.1
Jacques Vroon (Hoofd afdeling Water en Groen, Provincie Zuid-Holland)
Het duin- en kustlandschap heeft verschillende gebruiksfuncties en waarden. Daardoor hebben verschillende partijen ook verschillende belangen en dat brengt ook weer verschillende verantwoordelijkheden met zich mee. We hebben dat gezien bij de Zandmotor, die primair bijdraagt aan de veiligheid, maar daarnaast ook een recreatieve functie heeft en een natuurfunctie. De Zandmotor had ook gevolgen voor de drinkwaterproductie en voor de bestaande natuurwaarden in de duinen. De Natura 2000 regelgeving wordt door de provincie als taaie materie gezien, omdat het beperkingen met zich meebrengt voor andere functies. Ontwikkelingen: veranderende samenleving, minder overheidsgeld beschikbaar, waterveiligheid, ruimtelijke opgaven, en natuur en recreatie. Gaan we die ontwikkelingen apart beschouwen of in samenhang? De overheid heeft onvoldoende financiële middelen problemen sectoraal en grootschalig aan te pakken. Daarom wordt gezocht naar gebiedsgerichte oplossingen, waarbij opgaven uit verschillende sectoren worden gecombineerd en waarbij private partijen samenwerken met natuurbeheerders en overheden. Elders in Zuid-Holland vinden al experimenten plaats met nieuwe manieren van samenwerken op het gebied van natuurbeheer en cultureel erfgoed. Voor de duinen ligt deze vraag nu ook op tafel. 1.2
Eddy van der Meijden (Instituut voor Biologie Leiden)
Het is een Puzzel. De maatschappij verandert. Culturele waarden veranderen. De mondigheid van de burger is enorm toegenomen. We zien exponentieel toenemende technologische ontwikkelingen, die de communicatie versnellen en bijdragen aan de grotere mondigheid van de burger. Mede door de vergrijzing zijn er meer mensen die meer vrije tijd hebben. Verandering van het natuurbeleid is daarom legitiem. Dit wordt goed verwoord in de Natuurverkenning 2010 – 2040 van Maarten Hajer van het Planbureau voor de Leefomgeving. Door de focus op intrinsieke waarden van de natuur was het belang van de benutting en beleving van de natuur op de achtergrond geraakt. Het gaat, tegen deze achtergrond, vandaag vooral om de beantwoording van 3 vragen: 1. Hoe maak je de natuur in de duinen en omgeving robuuster? 2. Hoe bevorder je het maatschappelijk draagvlak voor het behoud van de natuur in de duinen? 3. Wie gaat dat doen?
25
2 Presentaties 2.1
Rijksnatuurvisie, NAGW en duin- en kustlandschap
Doen we de morgen nog steeds de goede dingen? En doen we de dingen dan nog goed? Natuur in de wereld
Bevorderen
2
Ministerie van Economische Zaken 1 december 2014
26
Beoogde effecten natuurvisie • “Een bredere en meer doorleefde natuur die de samenleving dooradert • … die wordt gedragen door de inzet van burgers, bedrijven en particuliere organisaties • … die kan gedijen bij de invloed van de samenleving • … waarmee de natuurdoelen die zijn afgesproken in internationale verdragen en in het kader van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen worden gerealiseerd” 2
Ministerie van Economische Zaken 1 december 2014
Op weg naar maatschappelijke uitvoeringsagenda • Naar een akkoord op onderdelen: wie kan hoe … …bijdragen aan biodiversiteitsdoelen? … maatschappelijke & economische betekenis van natuur versterken? EZ en provincies ‘coördineren’ en ‘ondersteunen’ Samen met maatschappelijke partners (andere overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties en individuen Contactpersonen:
[email protected] [email protected] 1
Ministerie van Economische Zaken 1 december 2014
27
Contouren uitvoeringsprogramma SAMENVATTING 1. Waarom een uitvoeringsprogramma? 2. Waartoe dient het? 3. Wat wordt uitgevoerd? 4. Wat valt níet onder het programma? 5. Hoe werkt het? 6. Wie werken er aan? 7. Welke middelen zetten Rijk en provincies in? 8. Wanneer begint en eindigt het? 9. Welke producten levert het programma op? 10. Overige zaken 11. Waar kan ik meer te weten komen?
6
Ministerie van Economische Zaken 1 december 2014
6
Ministerie van Economische Zaken 1 december 2014
28
Natuurambitie Grote Wateren, duin- en kustgebied • Prachtige natuur die bijdraagt aan ons welzijn en economie • Samen werken aan een natuur van hoge kwaliteit die bruist van leven • Natuur waar mensen van genieten • Krachtige economie die goed samengaat met natuur • Uitgangspunten: 1. Aansluiten bij natuurlijke processen 2. Synergie met andere gebruiksfuncties 3. Natuur midden in de samenleving 4. Aansluiten bij autonome ontwikkelingen (klimaat) 9
Ministerie van Economische Zaken 1 december 2014
9
Ministerie van Economische Zaken 1 december 2014
29
9
Ministerie van Economische Zaken 1 december 2014
Toekomst zonder en met natuurambitie 9
Ministerie van Economische Zaken 1 december 2014
30
Kustgebied in 2050 en verder Brede en gevarieerde duinen; veilig en dynamisch Zandsuppleties en dynamisch kust- en duinbeheer Duinontwikkeling zeewaarts en kerven in de zeereep Ruimte voor verstuiving en afslag, open en vitale duinen Van dennenbossen naar oorspronkelijke open vegetatie; loofbossen in binnenduinrand (tegen onderstuiven) • Noord-Zuid-migraties • In verstedelijkte delen via natuur in en om de stad ecologische verbindingen maken • • • • •
• Instandhoudingsdoelstellingen beter te borgen
11
strandplevier 11
Ministerie van Economische Zaken 1 december 2014
grauwe klauwier Ministerie van Economische Zaken 1 december 2014
31
Vragen en discussie: ANWB: Duinen één van de drie meest aantrekkelijke recreatiegebieden in Nederland. Juicht meer integrale benadering in het natuurbeleid toe, maar is teleurgesteld in de nieuwe Natuurwet, die toch weer sterk neigt naar soorten beschermen. Maken Bewaren: Gemeenten weinig verstand van waarden en maatschappelijke baten van groen. Vooral focus op vastgoedwaarde. Wethouder Schoonhoven, Castricum: zeewaartse ontwikkeling van de kust, hoe planbaar is het? Als dat te plotsteling gebeurt, kunnen bijvoorbeeld strandpaviljoenhouders er niet op inspelen. Kees Vertegaal: In de Rijksnatuurvisie en de NAGW worden suggesties gedaan die nogal prijzig zijn, zoals zeewaartse duinontwikkeling. De vraag is: is daar wel geld voor? Bovendien is juist om die reden in het kader van het Deltaprogramma juist niet gekozen voor zeewaartse landuitbreiding. Reactie Siep Groen: Bij het opstellen van een visie moet je je niet meteen laten beperken door zulke praktische bezwaren als het ontbreken van geld, anders kom je nooit tot een visie. Het is een ideaalbeeld dat je op de middellange termijn stapsgewijs en misschien slechts deels kunt realiseren. In de Rijksnatuurvisie en de NAGW staat niet dat we op grote schaal zeewaartse landuitbreidingen willen, maar het is wel één van de denkrichtingen voor concretisering van het creëren van een robuustere natuur aan de kust. Eddy van der Meijden: Het is goed om te zien dat overheden verantwoordelijkheid blijven nemen voor het natuurbeleid.
32
2.2
Duinwaterbedrijven en Duinnatuur
Presentatie door Peter Spierenburg van Dunea Drinkwater legt een stevige basis onder duinnatuur. Nieuwe (economische) functies zijn eigenlijk niet nodig. De combinatie drinkwater en natuur is bij uitstek geschikt om het draagvlak bij het publiek voor robuuste duinnatuur te versterken. Natuurorganisaties (als Duinbehoud) moeten de drinkwaterbedrijven niet om ‘minder’ (waterwinning) vragen, maar om ‘meer’ (natuurbeheer). De uitdaging voor het verbinden van economie met robuuste duinnatuur ligt vooral in het beter integreren van de duinen met de omgeving.
Drinkwater en duinnatuur
7 november 2014 Peter Spierenburg Dunea
33
Wat kan drinkwater bijdragen aan maatschappelijk draagvlak voor robuuste duinnatuur? “Het gaat niet goed met de Nederlandse duinen. Driekwart van het duingebied is aangetast, vervuild of verdroogd. Een van de grote boosdoeners is de drinkwaterwinning. […..] Waterwinning zou voorgoed uit het duin moeten verdwijnen, vindt Stichting Duinbehoud.” RD augustus 1992
1
1.
Hoe heeft onze manier van kijken naar drinkwater en duinnatuur zich ontwikkeld?
2.
Wat betekent het huidig natuurbeleid voor drinkwater & duinnatuur?
3.
Wat kunnen we doen om draagvlak voor robuuste duinnatuur te versterken?
Dunea zorgt voor drinkwater en natuur drinkwater voor 1,3 mln mensen 2400 ha natuur 1 mln bezoeken
2
34
De natuurverkenning 2040 geeft nieuwe richting aan natuurbeleid vitale natuur
beleefbare natuur
functionele natuur
inpasbare natuur
2
1874-1940 ‘Functionele natuur’ stelt de duinen veilig
2
35
1940-1990 ‘Inpasbare natuur’ verweeft waterwinning met de duinen
2
natuur en waterwinning onlosmakelijk verbonden
2
36
1990-2005 ‘Vitale natuur’ is terug …
2
… via een ladder van innovaties en investeringen ………….. ………….. overstuifbare overstuifbare sprang sprang
verstuivings projecten begrazing op winning natuuroevers infiltratie nieuwe stijl slibverwijdering herstel vochtige duinvalleien vergaande voorzuivering
2
37
2005-2014 ‘Beleefbare natuur’ maakt de bezoeker welkom
2
De kijkrichtingen zijn in balans …
2
38
…. geeft dit draagvlak?
Bezoekers waarderen gebied met 8,2
50% klanten bezoekt de duinen 73% vindt het heel goed dat we natuurbeheer doen (18% maakt niet uit, 3% niet nodig, 6% weet niet, N=1024) Klanten die Dunea kennen als duinbeheerder geven hogere score imago en associëren Dunea vaker met de waarden die we belangrijk vinden (bijv betrouwbaar en professioneel) 3 recreatieonderzoek 2014, imago onderzoek 2010, 2013 Bron:
De rijksnatuurvisie zoekt draagvlak en verbreding
ambitie natuurvisie: natuur midden in de samenleving op zoek naar draagvlak en verbreding ‘natuurcombinaties’ natuur en economie verbinden
3
39
Wat betekent de rijksnatuurvisie voor duinen & drinkwater Interview Dijksma in Waterspiegel: •
“Drinkwaterbedrijven zijn onmisbaar voor natuur en economie; ze weten als geen ander dat natuur onmisbaar is voor ons welzijn”
•
“Deze gebieden moeten zoveel mogelijk toegankelijk zijn voor het publiek. Dat laat mensen ook beseffen dat er op die plaatsen water wordt gewonnen voor de productie”
14
Wat kunnen we doen om het draagvlak voor robuuste duinnatuur te versterken?
Drinkwater legt een stevige basis onder duinnatuur – nieuwe (economische) functies zijn eigenlijk niet nodig. De combinatie met drinkwater is bij uitstek geschikt om het draagvlak bij het
publiek voor robuuste duinnatuur te versterken. Vraag de drinkwaterbedrijven niet om ‘minder’ (waterwinning), maar om ‘meer’ (natuurbeheer). Minder versnippering tussen beheerders geeft kansen om draagvlak te versterken. De uitdaging voor het verbinden van economie met robuuste duinnatuur ligt vooral 14
in het beter integreren van de duinen met de omgeving.
40
2.3
Duinnatuur en duurzame recreatie
Presentatie door Gerd Jan Korte, Regiomanager Zuid-Holland van RECRON Ook de recreatiesector heeft met veranderingen te maken. De wensen van de klant veranderen. Knelpunten zijn langdurige procedures in de ruimtelijke ordening, beperkingen Natura 2000, vergrijzing ondernemers, herstructureringsopgaven, beperkte investeringsruimte. Er is ontwikkelingsruimte voor bedrijven die investeren in kwaliteit. Synergie met natuur en landschap is te vinden in: landschappelijke inpassing, natuurlijke inrichting vakantieparken, gecombineerde aanleg natuur en resorts (Waterdunen) en gastenvoorlichting. Bijdragen in het beheer zijn bespreekbaar, mits mede-gebruik mogelijk is.
“Duinnatuur en duurzame recreatie” 7 oktober 2014 in Den Haag
RECRON Gerd-Jan Korte, Regiomanager Zuid-Holland
41
RECRON dé brancheorganisatie •
RECRON = Vereniging voor Recreatieondernemers Nederland
•
Dé brancheorganisatie voor kampeer- en bungalowbedrijven, dagattracties, groepsaccommodaties, zwembaden, sauna’s en thermen en buitensport in Nederland
“Duinnatuur en duurzame recreatie”
42
Enkele trends en ontwikkelingen: •
Toeristisch kamperen dalende markt
•
Meer luxe, meer beleving (glamping)
•
Verstening (chaletisering)
•
Van bezit naar gebruik
•
Steeds kortere produktcyclus
•
Vaker op vakantie, maar wel korter
•
We boeken later
•
Meer concurrentie (minder trouwe gasten)
Grootste knelpunten en opgaven langs de kust: •
Ruimtelijke ordening (plannen duren 7-10 jaar!!!) Kustbedrijven in of tegen Natura 2000 zitten vaak op slot binnen hun eigen grenzen
•
Vergrijzing onder ondernemers (papa en mama bedrijven)
•
Herstructureringsopgaven (veel kleine campings/huisjes terreinen zonder toekomst)
•
Investeringsruimte (kapitaalintensief en traditioneel lage winstmarges)
43
Ruimtelijke kwaliteit? 1
Ontwikkelingsruimte voor bedrijven die investeren in kwaliteit
1
44
VISIE RECRON Duurzame concurrentiekracht =
duurzame innovatie x duurzame fysieke ontwikkelingsruimte
(Verblijfs-)Recreatie is een groene sector Voorbeelden: •zonne-, en windenergie, biomassa, vergisting, grijswater • aanleg, inrichting en beheer van groen(Bedrijfsnatuurplannen, streekeigen beplanting en landschapselementen) •gebruik van duurzame materialen (FSC-hout) Beleid van de sector - Green key, blauwe vlag, green deals - Actieprogramma Routekaart gastvrijheidseconomie (GVN, IPO)
45
“Z-Hollandse” voorbeelden verblijfsprodukten •
Recreatiecentrum De Noordduinen
•
Uitbreiding Helmgrasdak bungalows, duurzaam opgenomen in duinlandschap
“Z-Hollandse” voorbeelden verblijfsprodukten •
Vakantiepark Vlugtenburg aan zee
•
Uitbreiding kajuit bungalows, duinlandschap naar binnen getrokken
46
“Z-Hollandse” voorbeelden verblijfsprodukten •
Vakantiecentrum Kijkduinpark
•
Recreatiewoningen deel ontwikkeling duinvegetatie en paddenpoelen en gastenvoorlichting
“Z-Hollandse” voorbeelden verblijfsprodukten •
Strandresort Ouddorp duin
•
Na 20 jaar ontwikkeling van Recreatiewoningen achter de duinen
47
“Z-Hollandse” voorbeelden verblijfsprodukten •
Ontwikkeling Beachresort Punt West
•
Recreatiewoningen ontwikkeling aan de Grevelingen met aanleg nieuwe duinen
• Project Waterdunen in Zeeuws-Vlaanderen (www.waterdunen.com) Molecaten: 250 ha getijdennatuur, 400 recreatieverblijven, 300 kampeerplaatsen
1
48
Samenvattend:
Landschapsontwikkeling:
Pak kansen! •
N2000 kan een kans worden (starheid lijkt te verdwijnen!)
•
Beloon en faciliteer goede duurzame ondernemers (durf)
•
Regelluwe zone voor recreatie (prov. Pilots opzetten)
•
Green Deals (min. ELI): voor recreatie en natuur
•
Sluit arrangementen (RECRON - Vlinderstichting)
Samenvattend:
Landschapsbeheer:
Goed businessmodel?? •
Openbaar of (deels) besloten (duin)gebied (exclusiviteit heeft marktwaarde b.v. VIP toegangskaarten)
•
Toegang gratis of entree heffen? (toegangskaart Solleveld)
•
Mogen er ontwikkelingen plaatsvinden (waar, wat, wanneer?) Rust en reuring-gebieden
•
Welke eisen worden aan het beheer gesteld? (inkoop/aanbestedingsbeleid €? / Mag beheer privaat?)
•
Mede-gebruik door ondernemer (bijdrage voor dat gebruik, beheerstaak overnemen voor b.v. 80% budget) model landbouw!
49
Samenvattend: Bijdrage van de Verblijfsrecreatie sector aan duurzaam duinbehoud: •
Door beperkt rendement bij recreatiebedrijven is financiering vanuit de sector voor duinbehoud een utopie.
•
Recreatiebedrijven zorgen wel voor (laaggeschoolde) werkgelegenheid en extra omzet bij de middenstand
•
De duinen worden vooral recreatief door de eigen inwoners gebruikt. Toeristen betalen voor gebruik van toeristische infrastructuur al via Toeristenbelasting
•
Recreatieondernemers zijn in staat om gasten voorlichting te geven over de duinen (b.v. via Ambassadeurs van het Landschap
Veel toegevoegde waarde € kan verdienmodel zijn
Contact met RECRON Regiomanager Gerd-Jan Korte Postbus 102
3970 AC Driebergen M: 06 10 77 58 79 F: 0343 - 52 47 01
M:
[email protected] W: www.recron.nl Vragen en discussie: Jeanine Engels: Solleveld geen dagkaarten, daardoor kunnen mensen niet ervaren hoe bijzonder het gebied is. Gerd Jan Korte: Camping Kijkduin, Particuliere eigenaars huisjes hebben geld gereserveerd om de duinnatuur nog meer naar binnen te halen op het park. Andere goede voorbeelden zijn bedrijfsnatuurplannen voor campings en huisjesparken en natuurarrangementen (vlinderstichting).
50
Vraag Eddy: is er een dialoog tussen Recron en Duinbeheerders, over recreatieve mogelijkheden voor verblijfsrecreanten? Antwoord Gerd Jan: te weinig. 2.4
Worstelen in het zand
Lezing van Rudi van Venetië van Staatsbosbeheer. Staatsbosbeheer werkt aan een gezonde en duurzame balans tussen beschermen, beleven en benutten. Omdat het duinsystem kwetsbaar en van internationale betekenis is, staat bescherming en robuuste duinontwikkeling voorop. Voor beleven en benutten is voor ieder voorstel een zorgvuldige afweging noodzakelijk. “Geachte collega’s, duinworstelaars, Staatsbosbeheer is al vele jaren de grootste eigenaar en beheerder (ruim 12.000 ha) van de duinen in ons land. Ook hier, in de provincie Zuid-Holland zijn we de grootste eigenaar (2900 ha) /beheerder (18oo ha) . Dat is iets om trots op te zijn, maar het schept ook verplichting. Die verplichting heeft een formele kan en een morele kant. We zijn immers bij Wet verplicht om de aan onze zorg toevertrouwde natuurgebieden tot in lengte der jaren te hoeden. We mogen niet, en zullen dus ook niet onze gronden in de duinen verkopen. Verplichting in de zin van morele gids als het gaat om het duurzame beheer van die duinen. Dat valt niet mee: we moeten namelijk werken aan een gezonde een duurzame balans tussen én Beschermen, én Beleven, én Benutten. Ik licht dat toe. Beschermen: Ja: robuust, winddynamiek, met de hele successie werkend en zichtbaar, van naald naar loof, vochtige duinvallei en droge duinvlakte, open en besloten. Voedselarm. Kalkrijk en kalkarm. Beleven: JA: De tijd is voorbij, dat de overheid alleen met verwijzing naar “de intrinsieke waarde” het ecologische duinsysteem kan bewaken. Zonder tussenkomst van haar inwoners. Laat de mensen het duin beleven: Bert Garthoff zei het al in zijn radioprogramma “Weer, of geen weer”, nu “Vroege Vogels : van “natuur zien, komt inzien; van inzien komt ontzien”. Benutten: JA: Ministerie geeft ons opdracht om meer geld uit de markt te verdienen. Elke concreet initiatief, van onszelf of van anderen, moeten we dus steeds toetsen aan die drie doelstellingen. En dat is worstelen: intern met die materie, extern met actoren die iets willen, of iets willen tegenhouden. De Stichting Duinbehoud worstelt er ongetwijfeld ook mee. Het duinsysteem is echter kwetsbaar, en van internationale betekenis, daarom staat wat mij betreft Bescherming en robuuste duinontwikkeling voorop. Beleving en Benutting staan wat mij betreft op de tweede en derde plaats. Maar wat houdt dat dan in, die eerste tweede en derde plaats: Wat kan er dan wel en wat kan er dan niet? Ik geef kleine en grote voorbeelden uit mijn eigen praktijk: Stikstofdepositie anno 2014: Een grootschalig probleem: dus streng zijn. We werken mee aan de SOK om de stikstofemissies in de Rotterdamse haven te beperken. Als SBB voeren we echter ook loyaal het rijksbeleid uit: we voeren effectgerichte maatregelen in onze duingebieden uit met geld van de provincie. Dat is goed voor het duin, maar, het kent ook zijn grenzen.
51
Pannenkoeken op ons infocentrum: Anno 2008 Kleinschalige ontwikkeling: genuanceerd zijn dus: Initiatief van lokale ondernemer. Voor ons interessant, want info centrum staat er verlaten bij. Echter: de Gemeenteraad stemt tegen, met verwijzing naar N2000. Landelijke Hardloop voor ambtenaren: Anno 2008 Grootschalige activiteit: Gemeente Katwijk heeft toegezegd aan andere gemeenten om de jaarlijkse landelijke ambtenaren loop te organiseren. SBB tegen: dwars door Berkhei (Katwijkers spreken van hun Zuidduinen), dwars door een Schotse Hooglander gebied, en midden in het broedseizoen. Theatervoorstellingen in Piet Florisdal: kleinschalig, grote beleving, beperkte verstoring. Genuanceerd zijn dus: Moet kunnen. Stichting Duinbehoud kan deze voorbeelden ongetwijfeld aanvullen met vele andere. Ik zou als stelling aan de stichting willen voorleggen: wees streng op bescherming van het grote, en wees genuanceerd op het kleine: Blijf de waakhond van het robuuste duinsysteem , Geef je juridische wapens niet uit handen, als het gaat om de grote bedreigingen Maar, ik roep jullie ook op om de nuance te zoeken: wees niet heilig op de vierkante centimeter, als beleven en benutten aan de orde is. Staatsbosbeheer ziet in de Stichting Duinbehoud een belangrijke partner als het gaat om de bescherming van het duinsysteem, en dankt haar voor het werk dat ze doet !!” Vragen en discussie: Uit de zaal (Stichting Duinbehoud): Mensen hechten aan het vertrouwde, zoals dennenbossen en vergraste en verstruikte duinen, vanuit die emotie willen ze de orde der dingen behouden. Dit is strijdig met dynamiek. Ook daar zouden we genuanceerd mee om moeten gaan. Ben ter Haar (Stichting Duinbehoud): Met betrekking tot beleving en benutting. Evenementen in duingebieden beginnen vaak klein. Duinbehoud denkt dan mee, over de beste inpassing. We juichen deze vorm van beleving op beperkte schaal ook toe. In volgende jaren nemen ze vaak een stijgende omvang aan. Ook het aantal evenementen neemt toe. Bij elkaar kunnen ze, met name in het broedseizoen, een behoorlijke verstoring veroorzaken. Het is nodig om de grenzen waarbuiten de natuurbeschadigd zal raken goed te bewaken.
2.5
Maatschappelijk gebruik van de duinen en biodiversiteit
Presentatie van Dr. Anton van Haperen, OBN Deskundigenteam duin- en kustlandschap Het duinlandschap is een hotspot van biodiversiteit, dankzij een specifieke set van dynamische milieucondities en doordat het relatief weinig in cultuur is gebracht. Daardoor is de biodiversiteit in de duinen meer op peil gebleven dan in de rest van Nederland. Toch hebben mensen de duinen vaak intensief gebruikt (voorbeeld: begrazing). Dit gebruik heeft bijgedragen aan de biodiversiteit. Een 52
samenloop van omstandigheden, waarvan een deel door mensen wordt veroorzaakt, leidt nu echter in de duinen tot minder dynamiek en daardoor een versnelde achteruitgang van de biodiversiteit (negatieve inhaalslag). Behoud biodiversiteit is een integrale opgave voor alle duingebruik (kustverdediging, waterwinning, recreatie en strandbebouwing). Opgaven voor verschillende partijen: Natuurbeschermers: stel je open voor actief duingebruik en betrokkenheid van anderen Duinbegruikers: incorporeer behoud en beheer biodiversiteit in je plannen en activiteiten Overheid: neem de regie gericht op het borgen van de balans tussen behoud biodiversiteit en verstandig gebruik. In de voorgestelde puzzel, waarbij het de bedoeling is dat er meer nadruk wordt gelegd op de gebruiksfuncties van de natuur in de duinen is het van groot belang dat de overheid de regie houdt en het speelveld afpaalt, anders zijn conflicten tussen beschermers en gebruikers onvermijdelijk.
Biodiversiteit en duingebruik
53
De duinen: hotspot van biodiversiteit
60% van de Nederlandse insectenfauna komt in het duinlandschap voor
Bron: Duin, dec. 2001
54
Oorzaken voor hoge biodiversiteit o Specifieke set van dynamische milieucondities, die duinlandschap geschikt maken voor planten en dieren van pioniermilieu’s en xerotherme omstandigheden o Duinlandschap is in vergelijking met de rest van Nederland weinig in cultuur gebracht
Biodiversiteit duinen kent negatieve inhaalslag
Bron: CBS, Vlinderstichting
55
Oorzaak: het duinlandschap is veranderd; dynamiek is nagenoeg verdwenen
beheer en gebruik door de mens speelt een rol
56
West-, Middel- en Oostduinen Goeree
in 300 jaar weinig veranderd
soortenrijke binnenduingraslanden aan de monding van het Haringvliet
57
mensen hebben duinen vaak intensief gebruikt
economie was sturend Pachtopbrengst Oost- en Westduinen Goeree 600
120
500
100
400
80
300
60
200
40
konijnenvangst begrazing met runderen landbouwgrond
100
20
0
0 1600
1640
1680
1720
1760
1800
Behoud biodiversiteit is integrale opgave voor alle duingebruik o o o o
Kustverdediging Waterwinning Recreatie Strandbebouwing
58
Integraal beheer biodiversiteit: opgaven voor verschillende partijen - Natuurbeschermers: stel je open voor actief duingebruik en betrokkenheid van anderen - Duingebruikers: incorporeer behoud en beheer biodiversiteit in je plannen en activiteiten - Overheid: neem de regie gericht op het borgen balans tussen behoud biodiversiteit en verstandig gebruik
Vragen en discussie Ton van Schie: recreatiedruk in veel duingebieden nu al te hoog en daarbij komen nog andere ontwikkelingen, zoals toenemende strandbebouwing. Anton van Haperen: Mee eens en daarom moet de overheid grenzen stellen. Maar daarbij mag de overheid ook meer inspanning vragen van de partijen. Kees Vertegaal: Is het wel mogelijk om de achteruitgang van de biodiversiteit te stoppen zonder dat daar extra geld voor wordt gereserveerd? Anton van Haperen: de opgave blijft bestaan, ook als er minder geld is. Bovendien is er wel geld. Er is alleen minder geld bij de overheid, dus moeten we het elders vandaan halen.
59
3 Thematafels 1. Duinen verbinden met strand en zee Jeroen Rietdijk Adri Remeeus
Hoogheemraadschap van Delfland Stichting Duinbehoud
Ton van Schie Jeannine Engels T.G. (Tirza) Molegraaf Msc
Stichting Duinbehoud Hoogheemraadschap van Delfland Provincie Zuid-Holland
Voorzitter Plenaire presentatie
Stelling: Een dynamischer kustbeheer biedt kansen voor het realiseren van robuuste duinen en een veilige en duurzame kusteconomie. Presentatie: Ton van Schie, Duinconsulent Delflandse Kust: Solleveld & Kapittelduinen + Westduinpark). Vragen: a. Hoe kan de dynamiek aan de Zuid-Hollandse kust verder bevorderd worden?
Specifiek voor een smalle kust: dat kan door ervoor te zorgen (en d.m.v. monitoring te bewaken) dat er meer zand in gaat dan eruit gaat. Experimenteren daar waar het kan -> innovatie Ideeën: dynamiek bevorderen, door de konijnenpopulatie te bevorderen (uitzetten resistente exemplaren), creëren van kleine kerven, bijvoorbeeld door het laten ontstaan van struinpaden in de zeereep.
b. Hoe kan de betrokkenheid van de samenleving hierbij worden vergroot?
Door middel van communicatie en voorlichting -> met aandacht voor emoties
c. Met welke functies kan natuur aan de strandkant van de duinen samen optrekken in natuurcombinaties?
Waterwinning Veiligheid Recreatie
d. Welke partijen zijn er nu al bij betrokken en dragen al verantwoordelijkheden?
Overheden Terreinbeheerders Natuurorganisaties (Ondernemers) Kennisinstellingen
60
e. Welke nieuwe partijen kunnen hierbij betrokken worden en kunnen de verantwoordelijkheden voor dynamisch zeereepbeheer mede dragen? Bewonersgroepen Gebruikersgroepen RWS f.
Welke rol kunnen de verschillende partijen spelen? (liefst zo concreet mogelijk maken) RWS/HHD Kaderstellend Duinbehoud -> voorlichting in dialoogvorm, enthousiasmeren Provincie/overheden -> coördinerend, zorgen voor balans tussen economie, kustveiligheid, ruimtelijke ordening en natuur.
61
2. Strandbebouwing Bert van der Valk Joost Veer Jelle van Dijk Gert de Groot Adrie Lute Jeroen Struving Wilfred van Luijk Andre Smit L. Van Schoonhoven Paul Moerman Albert Gort Bert Barnhoorn Ruben de Faber
Deltares Hoogheemraadschap van Rijnland Natuur- en Vogelbescherming Noordwijk Natuurmonumenten Presentatie Stichting Duinbehoud Voorzitter Stichting Leef met de Zee Presentatie Strandpark Vlugtenburg AVN en IVN Gemeente Castricum Gemeente Westland Hoogheemraadschap van Delfland Vrienden van Ockenburgh Stichting Duinbehoud
Aanw. Aanw. Aanw. Aanw. Aanw. Aanw. Aanw. Aanw. Aanw. Niet aanw. Niet aanw. Aanw. Aanw.
Strandbebouwing en de intensiteit van het gebruik ervan neemt toe in Nederland. Strandpaviljoens die voorheen alleen in het zomerseizoen aanwezig waren, worden jaarrond paviljoens. Met name plannen voor rijen aaneengesloten strandhuisjes voor Natura 2000 gebieden zijn voor natuurorganisaties een heikel punt. Deze massale ontwikkeling die nu langs vrijwel de gehele Nederlandse kust op gang komt, verstoort de natuur en de beleving van het open kustlandschap en belemmert de natuurlijke dynamiek in de zeereep. Presentatie: Adrie Lute (duinconsulent Castricum, voorheen voorzitter Platform Ons Strand) Er zaten veel partijen aan tafel. Daardoor was er aanvankelijk verwarring over begrippen, zoals natuurwaarde en onbekendheid met elkaars belang. In dat opzicht zijn we wijzer van elkaar geworden. De formuleringen van de vraagstellingen voor de discussie nemen een conflict als uitgangspunt. Als rekening wordt gehouden met het onderstaande dan hoeven natuurbeleving en bebouwing elkaar niet in de weg te staan.
Vragen: a. Is er een formule te vinden waarbij strandbebouwing en -exploitatie mogelijk is naast (of kan bijdragen aan) de instandhouding en/of het herstel van kenmerkende natuurwaarden en natuurlijke processen van de kust? b. Kunnen oplossingen worden gevonden in de richting van zonering, compensatie of mitigatie?
Zonering niet lokaal te regelen -> landelijk / provinciaal Compensatie is niet mogelijk. Strandbebouwing gaat ten koste van ruimte op het strand en in de duinvoet en die ruimte kun je er niet zomaar bijmaken. Mitigatie is wel mogelijk. De bebouwing kan worden aangepast en ingepast in het landschap. Ook de positie ten opzichte van de duinvoet is hierbij van belang. Hoe verder de bebouwing er vanaf staat hoe meer verstuiving er mogelijk is. Dit geeft echter weer problemen met de veiligheid en schade bij hoog water. Met betrekking tot de invloed van de bebouwingsstructuur op de dynamiek in de zeereep en de daarmee samenhangende natuurwaarden in de zeereep en het achterliggende duingrasland moeten nog kennisleemten worden opgevuld. Recent is gebleken dat het doorstuiven van zand vanaf het strand naar de zeereep in de zomer even belangrijk is als het doorstuiven in de winter. Dit verandert de kijk op de gevolgen van strandbebouwing die alleen in de zomer aanwezig is. Rijen strandhuisjes zouden “zomerstuivend permeabel” moeten zijn. Overigens zijn publicaties en onderzoeken op dit gebied (door waterschappen 62
en Deltares) vooral vanuit veiligheidsoogpunt opgesteld. Voor natuurwaarden in de zeereep en in de duinen erachter is naast het instuiven vooral ook het doorstuiven/uitstuiven in de zeereep van belang. Mogelijk heeft de aanwezigheid van strandbebouwing daar ook invloed op. Daarover bestaan nog steeds kennisleemten. Via zonering en verdienmodellen kan de ontwikkeling van strandbebouwing eventueel worden gekoppeld aan natuurbeschermingsprojecten in de omgeving. Niet alleen maar financieel afwegingskader kijken maar rekening houden met alle aspecten en waarden. Voorkom horizonvervuiling door een goede landschappelijke inpassing Houd rekening met de licht/donker beleving Rust op het strand waarborgen Voorkom verstoring flora- en fauna, ook door invloed op instuiven, doorstuiven en uitstuiven van zand. Daar de bebouwing op aanpassen. Huur versus particulier bezit (bij bezit is de verwachting dat eigenaars meer betrokken zijn bij de omgeving, maar bij huur kan een hogere bezettingsgraad worden gerealiseerd, waardoor minder huisjes nodig zijn en het ruimtebeslag kleiner is) Bij revitalisering (na een levenscyclus van de huisjes) niet zomaar vernieuwen (bestaande rechten), maar alles opnieuw beoordelen. NGO’s betrekken in de besluitvorming. De afwegingskaders van het openbaar bestuur dienen transparant te zijn en inzichtelijk voor alle betrokkenen. Overheden dienen een integrale afweging te maken, ook met betrekking tot bedrijfseconomie in het achterland. Door ontwikkelingen op het strand toe te staan komen meer in het achterland gelegen ondernemingen in de verdrukking. Zo heeft de gemeenschap geen voordeel van de ontwikkelingen omdat er per saldo geen extra economisch voordeel is. Dit werd met wat voorbeelden in Zeeland geïllustreerd.
c. Kan strandbebouwing en -exploitatie een functie zijn waarmee natuur gezamenlijk kan optrekken in een natuurcombinatie?
Dat kan.
d. Welke partijen spelen nu een rol met betrekking tot strandbebouwing? Zijn er nieuwe partijen denkbaar die verantwoordelijkheid kunnen dragen voor het op duurzame wijze samengaan van natuur en strandbebouwing en -exploitatie?
Veel partijen, overheden op alle niveau’s (EU, RWS,Provincie Nbw, Gemeenten Wabo, waterschappen, watervergunning) Belangenorganisaties van gebruikers, exploitanten en eigenaars van strandhuisjes, zoals Stichting Leef met de Zee. De partijen die aan de tafel zaten moeten het samen doen.
e. Welke rol kunnen de verschillende partijen spelen? (liefst zo concreet mogelijk maken)
Opmerking vanuit het publiek (Niemeijer, Maken Bewaren): Zonering landelijk regelen, maar Rijksoverheid treedt juist terug. Antwoord Tirza: LOK, afstemming tussen overheden, kan toch landelijk of bovenlokaal geregeld worden.
63
Nadere informatie: - http://www.strandhuisjes.info/ - Notitie Strandbebouwing Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland 3. Duinen verbinden met het achterland en de stad
Antje Ehrenburg Annelies Peyrer Hans Buisman Corine Emmelkamp Marc Janssen Ckees van Oijen Siep Groen Renee Gelauff Didi Felderhof Julius Röntgen
Antje Ehrenburg Ecologisch bureau, educatie & tekstredactie Gemeente Westland Hoogheemraadschap van Delfland IVN Zuid-Holland Stichting Duinbehoud
notulist
Voorzitter, plenaire presentatie
Ministerie van EZ Gemeente Westland Stichting Duinbehoud Stichting Duinbehoud
Stelling: De duinen beginnen voor je deur: tuinen, openbaar groen, watergangen, natuurvriendelijke oevers, groene recreatieve zones, bufferzones langs de duinen dragen bij aan de duinbeleving van de bewoners van kustgemeenten. Tegelijkertijd kan deze fijnmazige groene recreatieve structuur een bijdrage leveren aan de biodiversiteit en de natuurkwaliteit. Wat?
Wie?
Verkeersregulatie (tijdens topdagen), verkeersknelpunten in verbindingen tussen stad en duin oplossen, waterverbinding vanuit de Nieuwe Waterweg naar verschillende plekken op het strand. Revitalisering Water benutten (schone kwel uit de duinen, natuurvriendelijke oevers, bredere watergangen voor waterberging, groenblauwe dooradering) Overhoekjes bij tuinders benutten voor natuur en het (recreatief) aantrekkelijk maken van het landschap Concentratiepunten Herbezinning zonering Langere termijnbeleid ontwikkelen voor glastuinbouw (weg uit de binnenduinrand, ruimte benutten voor openbaar groen) Robuust, hokjesgeest loslaten en samenwerken -> o.a. via Nationaal Park (Hollandse duinen één groot Nationaal Park, uitbreiding van NPZK). Landgoederen ook opnemen in het NP.
RO te star, alles gefixeerd in bestemmingsplannen en structuurvisies -> overheden moeten zorgen voor meer flexibiliteit / continuïteit. 64
Hoe?
Draagvlak -> combinaties zoeken en dialoog aangaan (stimuleren) (Voorbeeld NieuwValkenburg: rol natuurbeheerders is daarbij te beperkt) Beheerder naar buiten Ondernemer naar binnen
Particulier initiatief serieus nemen, omarmen en inpassen in organisatiestructuur of organisatiestructuur aanpassen. Ambassadeurs van het landschap
Vragen: a. Met welke functies kan natuur op het grensvlak tussen de duinen en achterland en stad samen optrekken in natuurcombinaties? b. Kunnen deze natuurcombinaties bijdragen aan robuustere duingebieden? c. Welke partijen kunnen hierbij betrokken worden en kunnen verantwoordelijkheid dragen voor het ontwikkelen van deze natuurcombinaties? d. Welke rol kunnen de verschillende partijen spelen? (liefst zo concreet mogelijk maken)
65
4. Duinen intern verstevigen / Duinen zelf robuuster maken
Hans Lucas (J.J.J.M.) Jaap Riemens Kees Vertegaal Luc Geelen Esther Vogelaar Jan van der Kroft
Dunea Ministerie van Defensie Vertegaal Ecologisch Advies en Onderzoek Waternet Gemeente Den Haag Stichting Duinbehoud
Voorzitter, plenaire presentatie Plenaire presentatie
Definitie Robuustheid. Er bestaan verschillende beelden bij: Fysieke (ecologische) robuustheid -> ecologische verbindingen tussen (duin)gebieden -> Voldoende ruimte Maatschappelijke robuustheid: samenwerking, gezamenlijkheid Spanningsveld robuustheid en kwetsbaarheid (kenmerkende natuurwaarden) Stelling: Een grotere nadruk op herstel van natuurlijke dynamiek en landschapsvormende processen in de duinen draagt in belangrijke mate bij aan behoud en herstel van de kenmerkende natuurwaarden en de natuurkwaliteit. Vragen: a. Zijn er in de Zuid-Hollandse duinen nog kansen voor verdere opschaling van natuurlijke dynamiek?
Vooral vanaf de zeezijde, dynamisch zeereepbeheer Bredere samenwerkingsverbanden aan de binnenduinrand
b. Kan het behoud van kenmerkende natuurwaarden door een dergelijke opschaling op termijn gegarandeerd worden?
Het gaat om het behoud van kenmerkende natuurwaarden (dat is biodiversiteit, dus het beleidsdoel). Bij te grootschalige dynamiek kun je die kenmerkende natuurwaarden ook in gevaar brengen. Risico: “kind & badwater”
c. Is het daardoor mogelijk op termijn minder nadruk te leggen op bescherming van soorten en habitats op plaatsen waar ze nu voorkomen?
Nee, niet a priori. Eerst aantonen dat het werkt.
d. Hoe kan de betrokkenheid van de samenleving hierbij worden vergroot?
Meer integraal -> kustcommunity, overheden gezamenlijk dezelfde kant op, maatschappelijke partijen mee communicatie
66
e. Zijn er functies denkbaar die in natuurcombinaties kunnen bijdragen aan herstel en bevordering van natuurlijke dynamiek?
Kaders voor positieve externe werking (Natura 2000 -> harde regels, negatief, dingen mogen niet -> omkeren: aan de randzone ontwikkelingen bevorderen die positief uitwerken voor de natuur in het gebied.
f.
Welke partijen zijn er nu bij betrokken en welke nieuwe partijen zouden betrokken kunnen worden? g. Welke rol kunnen de verschillende partijen spelen? (liefst zo concreet mogelijk maken)
Gemeente Projectontwikkelaars Bedrijfssponsoring
67
5. Duinen verbinden met economie en samenleving
Albert Kling Peter Spierenburg drs. P.P. van Kleij Flip Kromhout Gerd-Jan Korte Rudi van Venetië Jacco Duindam Marijtje Mulder Joanne Gendronneau Eveline Kong
Vakantiepark Vlugtenburg Dunea Ministerie van Defensie Recreatiecentrum De Noordduinen RECRON Staatsbosbeheer Stichting Duinbehoud Broedplaats Maken Bewaren Gemeente Den Haag Stichting Duinbehoud
Voorzitter
Notulist
Stellingen Peter Spierenburg
Drinkwater legt een stevige basis onder duinnatuur – nieuwe (economische) functies zijn eigenlijk niet nodig. De combinatie met drinkwater is bij uitstek geschikt om het draagvlak bij het publiek voor robuuste duinnatuur te versterken. Vraag de drinkwaterbedrijven niet om ‘minder’ (waterwinning), maar om ‘meer’ (natuurbeheer). Minder versnippering tussen beheerders geeft kansen om draagvlak te versterken. De uitdaging voor het verbinden van economie met robuuste duinnatuur ligt vooral in het beter integreren van de duinen in de omgeving.
De duinen zijn al verbonden met economie en samenleving. Ze dragen bij aan een goed woon-, leef- en vestigingsklimaat in Zuid-Holland, aan de volksgezondheid (beleving, bewegen), aan de aantrekkelijkheid van de provincie voor toeristen, aan de waterveiligheid, aan de productie en strategische voorraad van schoon drinkwater en hebben een militaire functie. Vragen: a. Hoe kan de unieke bijdrage van de duinen aan de economie en samenleving van Zuid-Holland worden versterkt, onder behoud (of uitbreiding) van kenmerkende natuurwaarden?
Sommigen van de aanwezigen vinden dat de bestaande economische en maatschappelijke betekenis van de duinen al ruim voldoende is, maar dat dit zich nog onvoldoende vertaalt in maatschappelijk draagvlak, doordat men zich er onvoldoende van bewust is. Daarom zou die betekenis meer en beter moeten worden uitgedragen. (Het gaat dan om drinkwaterproductie, waterveiligheid, recreatie en in beperkte mate defensie). Anderen vinden dat er nog onvoldoende verbinding met de samenleving is. De behoefte om kenmerkende duinsoorten (=biodiversiteit) te beschermen is aanwezig bij een kleine elitaire groep burgers. Educatieprojecten e.d. hebben een tijdelijke werking, maar er is geen duurzame structuur voor integratie van natuur en economie. De groep als geheel constateert: verbindingen zijn er al, de vraag is dus “kan het meer? Het antwoord: “Ja” en het moet ook, want het is van belang voor het draagvlak. 68
Discussie over begrenzing van het gebied waar we naar kijken. Het gaat niet alleen om de duinen, maar het hele systeem waarin interactie is met de duinen en om het kustlandschap vanaf vooroever en strand tot en met het strandwallenlandschap. Samenhangend met de begrenzing van het gebied waar we naar kijken: Omkering: niet alleen kijken naar bedreigingen voor Natura 2000 gebied, maar ook naar kansen om de invloed van natuur op (stedelijke) gebieden buiten Natura 2000 te vergroten en om de (emotionele) betrokkenheid met de natuur te vergroten.(voorbeeld: stadslandbouw) Activiteiten bedenken die goed zijn voor de duinen (vgl: konijnen fokken en begrazen uit historie Goeree). Ander idee: economische benutting schoon kwelwater uit de duinen, als manier om de economie te verduurzamen. Kansen: passende economische functies tegen de duinen aan, ook nieuwe activiteiten (dus niet alleen de druk buiten de duinen opvangen). Elkaar opzoeken rond bepaalde thema’s en er samen voor gaan. Voor behoud (en herstel) biodiversiteit is natuurlijke dynamiek nodig. Dit is vaak onbekend bij gebruikers (recreanten), die weer andere ideeën en verwachtingen hebben bij de duinen. Uitgezocht moet worden in hoeverre dat te matchen is. Door entreegelden te vragen voor duingebieden kan de waarde van duingebieden voor de mensen direct worden omgezet in inkomsten. Daar is echter grote maatschappelijke weerstand tegen (de natuur wordt gezien als iets dat van iedereen is en wat je niet op deze manier te gelde mag maken). Het heffen van parkeergelden op parkeerplaatsen bij ingangen van natuurgebieden wordt wel maatschappelijk geaccepteerd.
b. Welke natuurcombinaties kunnen de verwevenheid van robuuste duinnatuur met de samenleving en de economie versterken?
Op campings en vakantieparken in de omgeving van de duinen de duinnatuur naar binnen halen, door middel van bedrijfsnatuurplannen. Kleinschalige speelnatuur in en rond de duinen, zodat kinderen kunnen kennismaken met de duinen en zich erbij betrokken gaan voelen. Deze verbinding dan vervolgens ook uitdragen (beeldend). Een duurzame structuur voor samenwerking ontwikkelen (een soort productschap, met een bestuur dat de voortgang bewaakt) met natuurorganisaties, natuurbeheerders en commerciële partijen, waarin bijvoorbeeld ook bezoekerscentra een plek krijgen. Hier fondsenwerving en de vorming van een fonds aan koppelen. Via deze structuur kan bijvoorbeeld op structurele basis excursies worden aangeboden aan de klanten van de verblijfshoreca. Waarschijnlijk is lokaal maatwerk vereist, dus lokaal opzetten. Van overheid wordt helderheid verwacht over wat wel en niet kan op dit gebied. Mensen zoeken die invloed hebben bij de overheid en initiatiefnemers die vaart kunnen maken. Één organisatie (duinbeheerder, stichting) zou de regie moeten voeren en voor continuïteit moeten zorgen. Mogelijk een nieuw op te richten stichting “Duin & Economie” of “Duin & Samenleving”. Programma: verbinding behoeften (tegenwicht tegen de versnipperde belangen). Marketing: eenheid brengen v. organisaties. “Hollandse Duinen”. Bij elkaar brengen van bestaande initiatieven. Van belang hierbij is niet alleen welke partijen zich hiervoor willen inzetten, maar ook dat er een goed beeld is van wie de klant is (verblijfsrecreanten, bewoners e.d.) en wat die klant wil. Hierbij is behoefte aan een ‘programmamanager’ die mogelijk door één van de participerende partijen geleverd kan worden, of door ervoor te kiezen om dit onder te brengen bij een bestaand initiatief. De samenwerking moet in eerste instantie simpel gehouden worden door één thema te kiezen. Dat moet een gezamenlijk thema zijn, dat de partijen verbindt.
69
Tuinders het openbaar groen laten verzorgen (en daarvoor betalen), koppeling met streekproducten.
c. Welke partijen zijn hier al bij betrokken en welke nieuwe partijen kunnen her verantwoordelijkheid in dragen?
Het gaat niet om nieuwe partijen, het nieuwe moet hem er vooral in zitten dat de bestaande partijen meer gaan samenwerken.
d. Welke rol kunnen de verschillende partijen spelen? (liefst zo concreet mogelijk maken)
Overheden: coördineren, borging (regels), structuur (hoe het te organiseren, dat blijft nog open), financiering De partijen die samenwerken moeten het zelf organiseren. Het moet klikken tussen de mensen. Hiervoor niet naar de overheid kijken, want dan wordt het weer een speelbal van de politiek. Overheid kan wel faciliteren, ondersteunen en indien nodig bemiddelen (voorbeeld: conflict tussen ondernemers, gemeente, natuurbeschermers over beachcleanen, provincie heeft bemiddeld).
70
6. Binnenduinrand Leo Jalink Saskia de Zee Albert Meijvogel Ben Ter Haar Jolande Niemeijer Hans Grotenhuis
Provincie Zuid-Holland Broedplaats Maken Bewaren Broedplaats Maken Bewaren Stichting Duinbehoud Gemeente Katwijk Provincie Zuid-Holland
Voorzitter
De deelnemers aan de thematafel Binnenduinrand zijn van mening dat er kansen zijn voor een integrale gebiedsgerichte aanpak voor de recreatieve invulling en verbetering van de binnenduinrand tussen Den Haag en Katwijk.
Mient Kooltuin recreatief inrichten Kwel benutten (ecologische aanpak) 2e Pan Bos Fiets + wandelpaden Wandelroute Zanderij – Panbos Ondernemingen (o.a. in de barakken) integreren in routes Ruiterpaden Verleggen N441 naar het oosten Doorsteek Lentevreugd Panbos (Oost-West toegang tot duinen uitbreiden Noord-zuid wandelroute: Katwijk – Den Haag 2 – 3 oost-west fietsroutes, voor ontsluiting binnenduinrand Vanaf punten op de fietsroutes: wandelontsluitingen in de duinen Aansluiting zoeken met bestaande initiatieven, zoals LOP Duin, Horst & weide, Groene Klaver en bufferzone Nieuw-Valkenburg
71
Deelnemers Debat Antje Ehrenburg Ko Droogers Andre Smit Marijtje Mulder Saskia de Zee Albert Meijvogel Henk Berendsen (via F.J. Van Riel) Bert van der Valk Juun de Boer Hans Lucas (J.J.J.M.) Peter Spierenburg Erik van Dijk Esther Schonenberg L. Van Schoonhoven Esther Vogelaar Joanne Gendronneau Irene Mulder Jolande Niemeijer Peter Ouwendijk Paul Moerman Annelies Peyrer Renee Gelauff Jeroen Rietdijk Jeannine Engels Albert Gort Hans Buisman Joost Veer Corine Emmelkamp Jaap Riemens drs. P.P. van Kleij Siep Groen Jelle van Dijk Gert de Groot Anton van Haperen T.G. (Tirza) Molegraaf Msc Leo Jalink Hans Grotenhuis Jacques Vroon Flip Kromhout Gerd-Jan Korte Rudi van Venetië Adri Remeeus Ton van Schie Eric Wisse
organisatie/bedrijf/gemeente Antje Ehrenburg Ecologisch bureau, educatie & tekstredactie ANWB AVN en IVN Broedplaats Maken Bewaren Broedplaats Maken Bewaren Broedplaats Maken Bewaren Bronovo ziekenhuis Deltares Duinadviesraad/Dunea Dunea Dunea EUCC/Kust & Zee Festina Lentetuin Katwijk Gemeente Castricum Gemeente Den Haag Gemeente Den Haag Gemeente Den Haag Gemeente Katwijk Gemeente Westland Gemeente Westland Gemeente Westland Gemeente Westland Hoogheemraadschap van Delfland Hoogheemraadschap van Delfland Hoogheemraadschap van Delfland Hoogheemraadschap van Delfland Hoogheemraadschap van Rijnland IVN Zuid-Holland Ministerie van Defensie Ministerie van Defensie Ministerie van EZ Natuur- en Vogelbescherming Noordwijk Natuurmonumenten OBN-Deskundigenteam Duin- en kustlandschap Provincie Zuid-Holland Provincie Zuid-Holland Provincie Zuid-Holland Provincie Zuid-Holland Recreatiecentrum De Noordduinen RECRON Staatsbosbeheer Stichting Duinbehoud Stichting Duinbehoud Stichting Duinbehoud 72
Adri Lute Marc Janssen Didi Felderhof Julius Röntgen Jan van der Kroft Jacco Duindam Ben Ter Haar Arnoud van der Meulen Ckees van Oijen Jeroen Struving Wilfred van Luijk Eddy van der Meijden (dagvoorzitter) Albert Kling Kees Vertegaal Bert Barnhoorn Luc Geelen
Stichting Duinbehoud Stichting Duinbehoud Stichting Duinbehoud Stichting Duinbehoud Stichting Duinbehoud Stichting Duinbehoud Stichting Duinbehoud Stichting Duinbehoud Stichting Ideewinkel / Broedplaats Maken Bewaren Stichting Leef met de Zee Strandpark Vlugtenburg UL Intitute of Biology Leiden Vakantiepark Vlugtenburg Vertegaal Ecologisch Advies en Onderzoek Vrienden van Ockenburgh Waternet
73
Bijlage 2 – Discussienotitie Verkennende workshop Binnenduinrand van Katwijk tot Den Haag
1. Inleiding De bedoeling van deze discussienotitie is nadrukkelijk om een discussie op te starten over de groene recreatieve inrichting van de binnenduinrand. We willen met deze discussie verkennen of er een draagvlak is bij de partijen die verantwoordelijk zijn voor de inrichting van de binnenduinrand, of die daarvoor verantwoordelijkheid willen gaan dragen, om gemeenschappelijke ideeën verder uit te werken in concrete en uitvoerbare plannen. De ideeën die Duinbehoud in deze notitie geeft voor de optimalisatie van de groene recreatieve inrichting van de binnenduinrand moeten in dit licht beschouwd worden en dus niet als eisen worden gezien. In het ideaalbeeld van de Stichting Duinbehoud wordt de binnenduinrand tussen Den Haag en Katwijk een aaneengesloten groene recreatiezone, waarin het mogelijk is om genietend van hoge natuurwaarden en een prachtig landschap van Den Haag naar Katwijk te wandelen en te fietsen. Dit kan gerealiseerd worden door bestaande recreatieve voorzieningen op een slimme manier met elkaar te verbinden en door het inrichten van een groene recreatieve groene bufferzone tussen Berkheide en Nieuw-Valkenburg, naast een recreatieve groene bufferzone tussen Nieuw-Valkenburg en Wassenaar. Via communicatieve middelen, zoals wandel- en fietsroutes in foldervorm en op websites en publicitaire aandacht hiervoor, worden de bewoners van de regio gewezen op de mogelijkheden voor recreatie in de binnenduinrand. Hierdoor kan het toenemende aantal recreanten, als gevolg van grote nieuwbouwprojecten en demografische en sociaaleconomische ontwikkelingen, worden opgevangen in de binnenduinrand, in plaats van in de meer verstoringsgevoelige open duingebieden. Een goede landschappelijke en ecologische inpassing voorkomt dat de in de binnenduinrand aanwezige kwetsbare natuurwaarden worden aangetast.
2. Aanleiding Er is een groeiende behoefte aan recreatieruimte aan de Hollandse kust en in het bijzonder in het gebied tussen Den Haag en Katwijk. Oorzaken hiervan zijn de toenemende hoeveelheid vrije tijd, onder andere als gevolg van vergrijzing, de blijvende groei van de bevolking in de Randstad, woningbouwprojecten in de nabijheid van de kust (15.000 woningen op de As Leiden-Katwijk) en toenemende aantallen bezoekers van buiten de regio. Duinbehoud vindt het van belang dat de bewoners van Zuid-Holland de unieke Europese topnatuur in de duinen kunnen beleven en zich bewust zijn van de grote waarde ervan. Recreanten zijn daarom van harte welkom in de duinen, maar de duinen zijn ook kwetsbaar en de recreatiedruk is ook nu al hoog op de duingebieden van de Zuid-Hollandse vastelandskust. Als gevolg van de 74
klimaatverandering zullen de verspreidingsgebieden van planten en diersoorten naar het noorden opschuiven. Daarom zijn de duinen belangrijk voor de instandhouding van de Europese biodiversiteit. Ze vormen immers een keten van natuurgebieden van Noord-Frankrijk tot in Denemarken, waarlangs plantensoorten en diersoorten naar het noorden kunnen migreren. We willen ook dat toekomstige generaties kunnen genieten van het landschap en de biodiversiteit in de duinen. Daarom is het noodzakelijk om te zorgen voor extra opvangcapaciteit voor recreanten buiten de kwetsbare Natura 2000 gebieden. In de duinen en de aangrenzende gebieden, wordt in de huidige situatie door middel van zonering, gezorgd voor afstemming tussen recreatie en de bescherming van natuurwaarden. Omdat de recreatiedruk gaat toenemen, willen we onderzoeken of verdere optimalisering op dat gebied mogelijk is.
3. Doelstelling Verkennen of er, bij de partijen die verantwoordelijk zijn voor de groene recreatieve inrichting van de binnenduinrand en de partijen die die verantwoordelijkheid mede op zich willen nemen, draagvlak is voor een verdere gezamenlijke uitwerking tot een breed gedragen, concreet en uitvoerbaar plan voor verbeteringen van de recreatieve voorzieningen en het recreatieve groen in de binnenduinrand tussen Den Haag en Katwijk.
4. Doelgroep De discussie wordt gevoerd door de partijen die van belang zijn voor de realisatie van het plan. Het gaat daarbij om de kustgemeenten (Katwijk, Wassenaar, Den Haag), eventueel gemeente Leiden (omdat veel recreanten voor het gebied uit Leiden komen), de regio’s (Holland Rijnland en Haaglanden), Hoogheemraadschap van Rijnland, de natuurbeheerders (Dunea, Staatsbosbeheer, particuliere eigenaren), andere grondeigenaren (zoals akkerbouwers), belangenorganisaties onder andere uit de natuur- en recreatiesector, Rijksvastgoedbedrijf, ondernemers en de Provincie Zuid-Holland.
5. Randvoorwaarden Belangrijke voorwaarde is het behoud en de versterking van natuurwaarden en landschappelijke waarden in de binnenduinrand, de landgoederenzone en het Natura 2000 gebied Berkheide Meijendel.
6. Ruimtelijke afbakening De discussie gaat over de binnenduinrand tussen Den Haag en Katwijk. Onder de binnenduinrand verstaan we de overgangszone tussen het duingebied met een natuurlijke begroeiing en het verstedelijkte of agrarische gebied daarbuiten, inclusief de landgoederenzone. Indien relevant voor de recreatieve invulling 75
(bereikbaarheid en aantrekkelijk recreatief netwerk) en de ecologie, worden ook verbanden gelegd met structuren die verder in het achterland liggen. Bij de binnenduinrand bij Nieuw valkenburg wordt aansluiting gezocht bij het te ontwikkelen recreatieve groen en de watergangen in de nieuwe woonwijk (groenblauwe dooradering).
7. Thematische afbakening De verkenning richt zich primair op de verbetering van het recreatief netwerk en de verbetering van de kwaliteit van bestaande recreatiegebieden. Waar mogelijk wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij andere thema´s en ontwikkelingen, zoals waterberging (klimaatbuffer), cultuurhistorie, de inrichting van gemeentelijk groen, of een gezonde basis voor grondgebonden landbouw. Zo kan bijvoorbeeld verkend worden of de tuinders in het plangebied voor Nieuw valkenburg een plek kunnen krijgen in de bufferzone tussen recreatiegebied.
8. Ideeën voor de inrichting van de binnenduinrand 8.1 Groene recreatieve bufferzones Bufferzone tussen Nieuw-Valkenburg en Berkheide Om tegemoet te komen aan de toenemende behoefte aan recreatieruimte is de inrichting van een bufferzone tussen Nieuw Valkenburg en Berkheide noodzakelijk. Duinbehoud stelt voor om dit ruim op te zetten in de vorm van een nieuw groen recreatiegebied met een regionale functie en een bijpassende opvangcapaciteit, met een minimale omvang als de Pan van Persijn (45 ha). Een geheel met Pan van Persijn en Berkheide We willen onderzoeken of de infrastructuur in het gebied zo aangepast kan worden dat de bufferzone, het duingebied en de Pan van Persijn, zowel ecologisch als in de beleving van de recreant zoveel mogelijk één geheel gaan vormen. Dit kan bijvoorbeeld door het omleiden van de verkeersstroom die nu over de Wassenaarseweg gaat. Barakken Mientkant Bij de totstandkoming van het plan moeten ook functies worden vastgesteld voor de barakken in de Mientkant. Daarbij kan onder andere gedacht worden aan een natuureducatief centrum. Bufferzone tussen Nieuw-Valkenburg en Wassenaar Tussen de gemeente Wassenaar en Nieuw-Valkenburg is een bufferzone gepland, waar de ecologische verbinding van Lentevreugd via Maaldrift richting de Horsten en verder richting het Groene Hart in moet komen te liggen. Duinbehoud pleit voor een zo robuust mogelijke ecologische inrichting van de gehele bufferzone waarbinnen dan voldoende ruimte moet zijn voor groene recreatie (wandelen, fietsen, kanoën e.d.).
76
Aansluiting bij bestaand recreatief netwerk De groene recreatieve bufferzones gaan integraal onderdeel uitmaken van het bestaande recreatieve netwerk in binnenduinrand en wordt ingebed in het grootschaliger recreatieve netwerk van de omgeving. In dit verband wordt onder andere onderzocht of er mogelijkheden zijn voor uitbreiding van het TOP netwerk in de bufferzone. Aansluiting groenblauwe dooradering Nieuw Valkenburg We willen de recreatieve en groene structuur van de bufferzones zo veel mogelijk laten aansluiten bij de recreatieve en groenblauwe structuren binnen de woonwijk Nieuw valkenburg (de bewoners moeten door het groen in de wijk naar de bufferzone kunnen lopen en/of fietsen). Grondgebonden landbouw Onderzocht wordt of de bestaande en achterblijvende grondgebonden landbouw een rol kan spelen in het toekomstige pakket van recreatieve voorzieningen. In het plangebied zijn tuinders aanwezig. Bij de ontwikkelingsplannen voor Nieuw valkenburg is niet duidelijk wat er met deze tuinders gebeurt. Door deze vorm van landbouw te integreren in de groene recreatieve inrichting van het gebied kunnen meerdere doelen bereikt worden. Tijdelijke natuur en recreatiemogelijkheden braakliggende grond Indien de economie zorgt voor verdere vertraging van de bouwplannen op de As Leiden-Katwijk en met name voor Nieuw-Valkenburg, dan kan de ontwikkeling van tijdelijke natuur en recreatiemogelijkheden op de braakliggende grond bevorderd worden.
8.2 Verbetering van de groene recreatieve structuren en voorzieningen Verbinden bestaande voorzieningen We willen de recreatieve structuur in de binnenduinrand tussen Den Haag en Katwijk verbeteren door op een slimme manier de bestaande recreatieve voorzieningen (zoals de wandel-, fiets en ruiterpadenstructuur), in de verschillende deelgebieden (en van verschillende eigenaren en beheerders) met elkaar te verbinden. Handhaven bestaande zonering Om aantasting van de natuurwaarden te voorkomen willen we zeer terughoudend zijn met het aanleggen van nieuwe voorzieningen (zoals paden) in de bestaande natuurgebieden. Bovendien willen we de bestaande en goed functionerende recreatieve zonering van Meijendel en Berkheijde in stand houden. Wel willen we samen met de beheerders Dunea en Staatsbosbeheer kijken of er gelet op de ontwikkelingen in de omgeving aanpassingen noodzakelijk zijn. Wandelroute Den Haag - Katwijk De ontwikkeling van een wandelroute van Den Haag naar Katwijk door de landgoederenzone vergroot het recreatieve aanbod. Voorwaarde is wel dat dit ecologisch goed ingepast wordt. Het is daarvoor noodzakelijk dat de bestaande recreatieve infrastructuur van de verschillende beheerders in de binnenduinrand en de landgoederenzone op een slimme manier aan elkaar geknoopt wordt. Een 77
voorbeeld is het realiseren van een wandelverbinding tussen Lentevreugd en Panbos (knelpunt: heffing toegangsprijs Panbos). Aansluiting bij bestaande plannen Er wordt aansluiting gezocht bij bestaande plannen voor de duinrand tussen Den Haag en Katwijk en aanpalende gebieden, zoals Duin, Horst en Weide. Indien nodig worden ontbrekende schakels in dit plan uitgevoerd.
8.3 Bevordering gewenste recreatie d.m.v. communicatie Recreatieve mogelijkheden binnenduinrand Er zijn op dit moment al veel recreatieve mogelijkheden in de binnenduinrand tussen Katwijk en Den Haag. De bekendheid hiervan en van nieuw te ontwikkelen mogelijkheden kan worden vergroot, door erover te communiceren. Zo kan de recreatie daar bevorderd worden. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van folders en websites met wandel- en fietsroutes. Samenwerking Hierbij kan ook samenwerking gezocht worden met de verschillende beheerders van natuur en recreatiegebieden, met de lokale vvv’s, met de betrokken overheden en met vertegenwoordigers van gebruikersgroepen.
9. Discussie a. Kan de verder optimalisatie van de groene recreatieve inrichting van de binnenduinrand tussen Katwijk en Den Haag bijdragen aan de vervulling van de groeiende behoefte aan recreatieruimte in de regio? b. Vinden de verantwoordelijke partijen het wenselijk om gezamenlijk een concreet en uitvoerbaar plan te ontwikkelen (dat aansluit op eerdere planvorming zoals het LOP Duin, Horst en Weide)? c. Zijn er mogelijkheden om private partijen bij de ontwikkeling en uitvoering van dit plan medeverantwoordelijkheid van voor de groene recreatieve inrichting en het beheer van de groene recreatieruimte te laten dragen? d. Worden de bovenstaande ideeën met betrekking tot de bufferzones tussen Nieuw-Valkenburg en Berkheide en tussen Nieuw-Valkenburg en Wassenaar gedeeld? Zijn er andere ideeën op dit gebied? e. Worden de bovenstaande ideeën met betrekking tot de verbetering van de bestaande groene recreatieve structuren gedeeld? Zijn er andere ideeën op dit gebied? f. Worden de bovenstaande ideeën met betrekking tot de bevordering van recreatie in de binnenduinrand d.m.v. communicatie gedeeld? g. Welke partijen kunnen en willen verantwoordelijkheid dragen voor de gezamenlijke uitwerking van een concreet en uitvoerbaar plan voor de binnenduinrand?
78
Bijlage 3 – Verslag overleg Omgevingsdienst Haaglanden – Duinbehoud Den Haag, 21 oktober 2014 Aanwezig: ODH afdeling toetsing en vergunningverlening: Charlotte Los (coördinerend senior vergunningverlening Natuurbeschermingswet), Klaas Alblas (Teamleider Groen, geluid, lucht en externe veiligheid) Stichting Duinbehoud: Didi Felderhof (duinconsulent Noordwijk), Jan van der Kroft (duinconsulent Noordwijk), Ben ter Haar (voorzitter, duinconsulent Berkheide en Coepelduynen), Eric Wisse (duinconsulent Westduinpark), Ton van Schie (duinconsulent Solleveld, Kapittelduinen en Westduinpark), Arnoud van der Meulen (operationeel manager, verslag) ODH en Duinbehoud komen met elkaar in aanraking doordat Duinbehoud geregeld bezwaar maakt en in beroep gaat tegen natuurbeschermingswetvergunningen die door ODH zijn opgesteld. De afgelopen jaren is dit in aanzienlijke mate gebeurd. - Dit komt deels doordat relatief veel vergunningen verleend zijn, wetgeving inclusief jurisprudentie sterk aan verandering onderhevig is en er daardoor onduidelijkheid is over interpretaties en toepassing. - Voorheen werd Duinbehoud in een vroeg stadium betrokken bij de vergunningverlening, doordat de aanvraag werd toegezonden met het verzoek om een zienswijze te geven. Daardoor konden duinconsulenten hun gebiedskennis vroeg in de procedure inbrengen en aangeven waar knelpunten bij de vergunningverlening te verwachten waren. De vergunningverleners konden daar rekening mee houden met als gevolg dat Duinbehoud bij minder procedures bezwaar hoefde te maken. Toezenden van vergunningaanvragen aan belanghebbenden is echter niet wettelijk verplicht en de laatste jaren kiezen provincie en ODH er voor om alleen aan de wettelijke verplichting (bekendmaking van het besluit in een lokale krant) te voldoen. - Duinbehoud meent dat ook het politieke klimaat op dit moment meespeelt. Het bestuur van de provincie wil (economische) ontwikkelingen zo min mogelijk dwarszitten en neigt daardoor naar een minder kritische vergunningverlening. - Verder speelt mee dat gemeenten vaak bij het opstellen van bestemmingsplannen en visies en het verlenen van omgevingsvergunningen geen rekening houden met de Natuurbeschermingswet, waardoor situaties ontstaan waarbij de Nbw-vergunning het struikelblok wordt en ook dat leidt dan tot bezwaar- en/of beroepsprocedures. - Duinbehoud geeft aan dat ecologische rapporten, die ter onderbouwing van vergunningaanvragen worden overlegd, vaak een onvoldoende kwaliteit hebben. Ze bevatten onder andere vaak feitelijke onjuistheden, als het bijvoorbeeld gaat om het voorkomen van soorten die kenmerkend zijn voor bepaalde habitattypen. Dit is eenvoudig te controleren door de databank van het natuurloket NDFF te raadplegen. Door een verhoging van de kwaliteit van het ecologisch onderzoek en de ecologische rapportages en door de juiste weergave van de feiten kunnen volgens Duinbehoud procedures worden voorkomen. De ODH zou dat volgens Duinbehoud kunnen bevorderen door de ecologische rapporten strenger te beoordelen. - De groene wetgeving is een gebied dat volop in ontwikkeling is. In de wetgeving komen soms vage termen voor, zoals significante effecten e.d.. Deze begrippen kunnen op verschillende wijzen worden geïnterpreteerd. Een van de manieren om hieruit te komen is de verschillende 79
interpretaties te laten toetsen door de rechter of de Raad van State en zo jurisprudentie te laten ontstaan. - Ondanks de bovenstaande omstandigheden is Duinbehoud ook van mening dat de kwaliteit van de vergunningverlening verbeterd kan worden. Wij winnen, zonder al teveel juridische expertise, procedures, omdat er vergunningen worden verleend, die niet in overeenstemming zijn met de Natuurbeschermingswet. Omschrijving werkgebied Duinbehoud: - De Natura 2000 gebieden: Kennemerland-Zuid Coepelduijnen Berkheide & Meijendel Westduinpark & Wapendal Solleveld en Kapittelduinen Voornes Duin Duinen van Goeree & Kwade Hoek De Voordelta (het gedeelte dat een ecologische relatie heeft met de duinen en/of dat van invloed is op de natuurbeleving in de duinen, dus embryonale duinen, strand, vooroever, zandplaten). - De zeereep en het strand bij kustplaatsen (al of niet onderdeel van EHS / Natuurnetwerk) - Groenstroken en parken in kustplaatsen die een ecologische rol spelen of kunnen spelen als verbindingen en stepping stones tussen duingebieden. - Het strandwallenlandschap (landgoederenzone) en de bollenstreek, inclusief ecologische verbindingen van de duinen naar het achterland. Klaas Alblas geeft aan dat de ODH en Duinbehoud een groot gemeenschappelijk belang hebben, maar een ieder wel een verschillende rol en verantwoordelijkheid. In de uitvoering van de NBW kunnen we veel tijd en energie besparen door Duinbehoud eerder te betrekken bij voor het duingebied gevoelige procedures. De ODH is dan ook bereid om Duinbehoud in het vervolg informeel te betrekken bij de verlening van vergunningen die van invloed zijn op de duinen. Er kan dan dus geen zienswijze ingediend worden. Afgesproken wordt dat ODH contact opneemt met de betreffende duinconsulent over aanvragen voor vergunningen betreffende de volgende activiteiten of plannen: - Beheermaatregelen. Voor de zekerheid wordt Duinbehoud hierover toch graag geïnformeerd, ondanks het feit dat Duinbehoud over het algemeen op één lijn zit met de beheerders en beheermaatregelen vaak al voor de vergunningaanvraag zijn doorgesproken met de duinconsulenten. Soms kunnen duinbeheerders om financiële redenen, of omdat andere belangen meespelen, keuzes maken die het natuurbelang niet optimaal dienen. En soms gaan er wel eens dingen mis en worden maatregelen per ongeluk niet met ons besproken. Het kritisch volgen en scherp houden van beheerders is één van de kerntaken van Duinbehoud. - Evenementen. Ook hierbij geldt dat Duinbehoud graag betrokken willen worden. In veel gevallen hebben duinconsulenten al contact met de organisatoren en zijn er vaak al afspraken gemaakt die geleid hebben tot de aanvraag van de vergunning.
80
- Ballonvaarten en andere vliegbewegingen boven de duinen die van invloed kunnen zijn op de natuurwaarden. De toetsing van dit soort activiteiten (TUG ontheffingen worden door DCMR verleend) wordt ook door ODH gedaan. - Strandbebouwing - Infrastructuur, zowel nieuwe als verbreding van bestaande. - Waterwinning - Bebouwing Voor de ruimtelijke plannen waarbij de bovenstaande voor de duinen mogelijk bedreigende activiteiten of ontwikkeling mogelijk worden gemaakt is het van groot belang dat Duinbehoud in dat vroege stadium al reageert naar het bevoegd gezag (de gemeente) en indien nodig bezwaar/beroep aantekent. De ODH geeft aan dat nu nog te vaak voor komt dat dit in het stadium van de vergunningverlening NBW pas wordt aangevochten (bijv. strandhuisjes). Voor vergunningen voor activiteiten (buiten de duingebieden) die leiden tot een verhoogde stikstofdepositie in de duingebieden vindt de ODH het niet wenselijk om Duinbehoud erbij te betrekken. Duinbehoud geeft aan de ontwikkelingen wel nauwlettend te willen volgen, omdat er twijfels zijn over de effectiviteit van de PAS ten aanzien van de terugdringing van stikstofemissies. Bovendien zijn er twijfels over de houdbaarheid van de PAS, wanneer deze voorgelegd gaat worden aan het Europese Hof van Justitie voor toetsing aan de Habitatrichtlijn. De ODH neemt voor het duingebied relevante (concept-) aanvragen NBW contact op met de duinconsulent van het gebied. Duinbehoud voegt aan het verslag van dit gesprek een lijst met duinconsulenten met hun gebieden en contactgegevens toe. De ecologen van ODH zijn Adri van Heerden, Marlies van der Welle en Rogier Kuil. Afgesproken wordt dat Duinbehoud activiteiten die misschien vergunningplichtig zijn, zal melden bij de handhavers van OZHZ. OZHZ neemt dan contact op met ODH over de vergunningplicht en de vergunbaarheid van de activiteit.
81
Contactpersonen ODH Omgevingsdienst Haaglanden Vergunningen Afdeling Toetsing & Vergunningverlening Milieu bureau Groen, Geluid, Lucht & EV Postbus 14060 2501 GB Den Haag Secretariaat: 070 21 899 02 Adrie van Heerden
Natuurbeschermingswet
Annemiek Tubbing
Juridisch adviseur Natuurbeschermingswet
Bert de Bles
Vergunningverlener Natuurbeschermingswet
Bob Schoutsen
Vergunningverlener Natuurbeschermingswet
Charlotte Los
coördinerend senior vergunningverlener Natuurbeschermingswet Juridisch adviseur Natuurbeschermingswet
Emilie van Schaik Klaas (K.J.) Alblas Marlies de Koning
Teamleider Groen, geluid, lucht en externe veiligheid Vergunningverlener Natuurbeschermingswet
Marlies van der Welle Rogier de Boer
Ecoloog
Rogier Kuil
Ecoloog
Rutger van Weerd
Vergunningverlener Natuurbeschermingswet
Vergunningverlener Natuurbeschermingswet
82
[email protected] 06-46837252
[email protected] 06-24405506
[email protected] 06-50445541
[email protected] 06-52884448
[email protected] 06-52884257
[email protected] 06-11903544
[email protected] 06 528 84 251
[email protected] 070 21 899 00 06 52 88 42 11
[email protected] 06-52884228
[email protected] 06-52884433
[email protected] 06-46831522
[email protected] 06-52884201
Duinconsulenten Gebied Noordwijk (Zuid-Hollands deel Amsterdamse Waterleidingduinen, Noordduinen van Noordwijk, Coepelduijnen). Katwijk (Coepelduijnen, Berkheide) Wassenaar, Den Haag (Meijendel, Westduinpark)
Consulent Didi Felderhof en Jan van der Kroft
Contactgegevens
[email protected] [email protected] 0252 371424 06-536911886
Ben ter Haar
Westduinpark & Wapendal
Eric Wisse
Den Haag, Westland, Hoek van Holland (Westduinpark, Ockenburgh, Ockenrode, Solleveld & Kapittelduinen) Den Haag, Westland, Hoek van Holland (Ockenburgh, Ockenrode, Solleveld & Kapittelduinen) Voorne (Voornesduin, Maasvlaktes)
Ton van Schie
[email protected] 06-22779835
[email protected] 070-3815906 06 53425602
[email protected] 070 - 368 07 78 06 - 30 1988 94
[email protected] 0174-624264 06-15534649
Goeree (Duinen van Goeree, Brouwersdam)
Krijn Tanis
Adri Remeeus
Jacco Duindam
[email protected] 0174-540158
Julius Röntgen
[email protected] 0181-413035 06-44622691
[email protected] 0187 681045
83