Verbeterplan Naleving Drank- en Horecawet door Sportkantines Pijlers: Beleid en Regelgeving & Handhaving
1
1
Beleid en Regelgeving
Gemeenten kunnen in hun beleid en regelgeving een aantal maatregelen nemen om alcoholgebruik onder jongeren te beperken. Ook sportkantines zelf kunnen initiatief nemen tot beperking van de verkrijgbaarheid van alcohol voor jongeren. Met die nieuwe Drank- en Horecawet per 1 januari 2013 zijn er voor de gemeente een aantal nieuwe taken, bevoegdheden, verplichtingen en mogelijkheden bij gekomen. Zo zijn gemeenten in ieder geval verplicht om regels m.b.t. paracommercialisme op te nemen in de gemeentelijke verordening. Daarnaast zijn er in de gemeentelijke verordening mogelijkheden om bepaalde prijsacties van alcoholhoudende drank te verbieden. Vanuit het regionale alcoholmatigingsproject ‘Laat je niet flessen!’ is hiervoor een advies over de modelverordening opgesteld die gemeenten lokaal kunnen overnemen. Dit document ‘advies over modelverordening nieuwe DHW’ is terug te vinden op www.ljnf.nl. Voor de toelichting per advies willen we u ook graag verwijzen naar het document op de website. 1.1 Prijsafspraken In sportkantines worden lagere consumptieprijzen gehanteerd dan in de reguliere horeca. Uit onderzoek is bekend dat de prijs van alcohol van invloed is op het drinkgedrag van jongeren. Hoe hoger de prijs, hoe minder jongeren drinken. De nieuwe Drank- en Horecawet (artikel 25d) maakt het mogelijk om, ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde, in de gemeentelijke verordening bepaalde prijsacties te verbieden. Hierin kan een gemeente bijvoorbeeld bepalen dat prijsacties die het gebruik van alcohol stimuleren, zoals happy hours, meters bier en rondjes van de zaak in de kantine niet zijn toegestaan. In het kader van alcoholmatiging wordt er vanuit ‘Laat je niet flessen!’ daarom geadviseerd om de volgende twee artikelen op te nemen in de gemeentelijke verordening: Verbod happy hours Ter bescherming van de volksgezondheid en in het belang van de openbare orde is het verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de desbetreffende horecalokaliteit op of het desbetreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd. Prijsacties detailhandel Ter bescherming van de volksgezondheid en in het belang van de openbare orde is het verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken aan te bieden voor gebruik anders dan ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van één week of korter lager is dan 70% van de prijs die in het betreffende verkooppunt gewoonlijk wordt gevraagd. Voor een toelichting hierop kunt u terecht bij het document ‘advies over de modelverordening nieuwe DHW’, op www.ljnf.nl
Van paracommercialisme is sprake als, meestal onder ongelijke voorwaarden, de gewone horecabedrijven ongewenste concurrentie van bepaalde instellingen ondervinden. De ongelijke voorw aarden kunnen onder andere bestaan uit: het krijgen van subsidies, het niet als bedrijf ingeschrevene staan in het handelsregister, het in beginsel niet-inschrijfplichtig zijn bij het Bedrijfschap Horeca en catering met als gevolg dat men zich niet hoeft te houden aan de horeca-CAO, het dikwijls werken met vrijwilligers, het van toepassing zijn van fiscaal gunstiger voorwaarden.
2
1.2
Privé-feesten in de sportkantine, verhuuractiviteiten
Onder andere artikel 4 van de nieuwe Drank- en Horecawet geeft gemeenten de plicht om bij gemeentelijke verordening regels te stellen ter voorkoming van oneerlijke mededinging. Onder artikel 4 vallen bijeenkomsten gericht op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de sportvereniging vallen. Het gaat hier dus om privé feesten zoals bruiloften of verjaardagen, maar ook verhuuractiviteiten. Het advies vanuit LJNF is om een verbod op te leggen om tijdens de hiervoor genoemde bijeenkomsten alcoholhoudende drank te verstrekken. Het advies luidt als volgt en kan als zodanig worden overgenomen in de gemeentelijke verordening: “Paracommerciële rechtspersonen verstrekken geen alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken.” Dit advies komt uit het document ‘Advies modelverordening nieuwe DHW’, onder artikel 2:34b: bijeenkomsten bij paracommerciële rechtspersonen. 1.3 Schenktijden sportkantines In paragraaf 2.2 is de gemeentelijke verplichting om regels op te stellen m.b.t. bijeenkomsten bij paracommerciële rechtspersonen al aan bod gekomen. Gemeenten zijn ook verplicht om de schenktijden van paracommerciële rechtspersonen bij gemeentelijke verordening vast te stellen. Vanuit het alcoholmatigingsproject ‘Laat je niet flessen!’ wordt er geadviseerd om de schenktijden zoals in onderstaand artikel te hanteren: Artikel 2:34a schenktijden paracommerciële rechtspersonen 1. Paracommerciële rechtspersonen die zich richten op activiteiten van sportieve aard verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank op: a. maandag tot en met vrijdag na 17:00 uur en tot 23:00 uur; b. zaterdag na 15:00 uur en tot 21:00 uur; en c. zondag na 12:00 uur en tot 21:00 uur. 2. Voor zover er bij paracommerciële rechtspersonen als bedoeld in het eerste lid verenigings- of wedstrijdactiviteiten plaatsvinden die eindigen tijdens de laatste één uur vóór het verlopen of na afloop van de in dat lid genoemde schenktijden, is het deze paracommerciële rechtspersonen toegestaan, in aanvulling op de schenktijden genoemd in dat lid, alcoholhoudende drank te verstrekken tot één uur na beëindiging van deze activiteiten, maar niet later dan 01.00 uur. 3. Overige paracommerciële rechtspersonen verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank gedurende de periode beginnende met één uur voor aanvang en eindigende met één uur na beëindiging van activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon, maar niet later dan 01.00 uur. Het advies en toelichting op dit artikel staan beschreven in het advies over de modelverordening vanuit LJNF.
3
1.4 Subsidies De Algemene wet bestuursrecht regelt in titel 4.2 de subsidies. Dat wil zeggen: aanspraken op financiële middelen, door het bestuursorgaan verstrekt, met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager. Het verlenen van een subsidie onder voorwaarden is mogelijk. Deze voorwaarden moeten dan wel in de beschikking worden vermeld. Uitgangspunt van een gemeentelijk subsidiebeleid kan, in het kader van paracommercialisme, zijn dat te verlenen subsidies betrekking hebben op de activiteiten die overeenstemmen met de doelstellingen van de aanvrager (bijvoorbeeld een vereniging of stichting, die functioneert als paracommerciële instelling). Indien een instelling feitelijk wordt geëxploiteerd als een volwaardig horecabedrijf, kan dat aanleiding zijn om de subsidieverlening geheel te heroverwegen. Hierbij merken we op dat subsidies met een bepaald doel worden verstrekt. Het is natuurlijk niet mogelijk om op de subsidie voor jeugdleden te korten omdat er alcohol wordt geschonken aan jongeren beneden de 16 in een kantine. Deze subsidie is juist bedoeld om jongeren aan het sporten te krijgen. Dit is dan oneigenlijk gebruik van de subsidie. Hiervoor zijn andere middelen aanwezig. Als sportkantines besluiten om strikt de leeftijdsgrenzen te gaan hanteren en tijdens jeugdsporturen in het geheel geen alcohol te schenken, kan dat betekenen dat de omzet van de kantine daalt. Gemeenten kunnen besluiten aan de sportclub een (eenmalige) waarderingssubsidie toe te kennen ter compensatie en als blijk van waardering. Daarnaast kan een gemeente aan sportclubs die aantonen het goed voor te hebben met de jeugd door de genomen alcoholmaatregelen, subsidie verstrekken in de vorm van IVA-cursussen of andere cursussen die de club en de gezondheid van de sporters ten goede komen. 1.5 Privaatrechtelijke regelingen Overeenkomsten op privaatrechtelijke basis tussen de eigenaar (veelal de gemeente) van de accommodatie (grond en/of gebouw) en de (pc-)instelling bieden een mogelijkheid om paracommercieel handelen te voorkomen of te beperken. Het gaat dan om erfpachtovereenkomsten en (ver)huurovereenkomsten, waarin bepalingen over paracommercialisme kunnen worden opgenomen. Privaatrechtelijke regelingen op dit vlak kunnen echter niet in de plaats van toepassing van de artikelen 4 tot en met 6 Drank- en Horecawet treden. Dan zouden privaatrechtelijke regelingen immers het publiekrechtelijke regime doorkruisen (twee-wegenleer). Het publiekrechtelijke regime biedt bescherming aan derden. Met het oog daarop moeten derden in de eerste plaats de mogelijkheid hebben het gemeentebestuur te verzoeken om handhaving van beperkingen of voorschriften die aan paracommerciële instellingen zijn opgelegd. In de tweede plaats voorziet artikel 6 van de Drank- en Horecawet in een openbare voorbereidingsprocedure ten aanzien van beslissingen omtrent het verlenen van een drank- en horecavergunning. Deze procedure wordt omzeild indien uitsluitend privaatrechtelijke beperkingen zouden worden gehanteerd. 1.6 Overige mogelijkheden tot het voeren van beleid Andere mogelijkheden tot het voeren van beleid om paracommercialisme te voorkomen of te beperken, zijn: het geregeld informeren van alle paracommerciële instellingen over het verschijnsel paracommercialisme, hen te wijzen op de gemeentelijke verordening m.b.t. paracommercialisme en op de controles die door de gemeentelijke toezichthouders wordt uitgevoerd op de naleving van de DHW. Ten slotte kan er een beleidsregel omtrent het instrument schorsing van de Drank- en Horecavergunning worden opgesteld. Als de burgemeester gebruik wil gaan maken van het instrument schorsing, kan hij in de beleidsregel aangeven in welke situatie overgegaan wordt tot schorsing van de vergunning als handhavingsmaatregel. Dit kan als onderdeel van het totale handhavingsbeleid.
4
1.7 Verbod op verstrekken van sterke dranken Naast de voorwaarden en beperkingen aan vergunningen van paracommerciële instellingen of meer in het bijzonder sportkantines zoals hiervoor genoemd, kunnen op grond van artikel 25a DHW, eerste en tweede lid, in een gemeentelijke verordening voorschriften worden opgenomen met betrekking tot het verbod op verstrekking van alcoholhoudende drank. Wij adviseren dit verbod op te nemen voor het verstrekken van sterke drank. In zo'n verordening is in dat kader vaak bepaald dat het is verboden, tenzij om niet, sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting: die uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt voor het geven van onderwijs; die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of instellingen; die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportorganisaties of instellingen; die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij kerkelijke instellingen of organisaties. De burgemeester kan van het gestelde verbod ontheffing verlenen. Overigens heeft de gemeente ook mogelijkheden om het verbod op het verstrekken van sterke drank in een beleidsnotitie vast te leggen en daarmee (in afstemming met sportverenigingen) deze bepaling op te nemen in het bestuursreglement.
1.8
Mogelijkheid bepalen van toegangsleeftijden
Artikel 25b 1. Bij gemeentelijke verordening kan worden verboden dat in horecalokaliteiten en op terrassen bezoekers worden toegelaten beneden een bij die verordening te bepalen leeftijd welke echter niet hoger mag zijn dan 21 jaar. 2. Bij zodanige verordening kan worden bepaald dat: het verbod slechts geldt voor horecalokaliteiten en terrassen van een bij die verordening aangewezen aard, in bij die verordening aangewezen delen van de gemeente of voor een bij die verordening aangewezen tijdsruimte; 1.9 Aandacht van gemeenten voor D&H-vergunningen Vaak hebben gemeenten alleen aandacht voor de vergunningverlening op zich. Anders dan bijvoorbeeld bij bouw- en milieuvergunningen, is de Drank- en Horecavergunningen een bestand dat veel aandacht en onderhoud behoeft. Dat is noodzakelijk, werkt preventief en kan veel handhaving achteraf voorkomen. Als handhaving plaatsvindt, wordt vaak geen gebruik gemaakt van de kennis die aanwezig is bij de ambtenaren die de vergunningverlening hebben gedaan. Regelmatig overleg tussen de afdeling vergunningen en de afdeling handhaving binnen de gemeente, bevordert de kennis van de ambtenaren en stimuleert de actualisatie van de vergunningen. 1.10 Controle op bestaande bestuursreglementen en eventuele aanpassing. In het verlengde van punt 1.7, moeten ook de bestaande bestuursreglementen met enige regelmaat op inhoud gecontroleerd en eventueel aangepast worden. Dit is noodzakelijk en mogelijk bij wijziging van beleid of plaatselijke omstandigheden en moet door de handhaver (gemeente) en/of door de desbetreffende paracommerciële instelling gebeuren. Bij veel gemeenten is hier momenteel geen aandacht en tijd voor.
5
2
Handhaving
Handhaving is het sluitstuk van de keten. Beleid en voorlichting werken alleen als deze gevolgd worden door repressie. De kracht van de keten wordt bepaald door de zwakste schakel. Tot nu toe was dit de handhaving van beleidsregels en regelgeving. Tot nu toe was de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (nVWA) verantwoordelijk voor de controle van naleving van de Drank- en Horecawet, wat bij hen weinig tot geen prioriteit heeft. Deze taak ligt per 1 januari 2013 bij de gemeente, die buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s) kunnen inschakelen. Aan te bevelen is om alle sportkantines in de gemeente in de controlecyclus op te nemen, en vooral de zogenaamde hot spots te controleren. In iedere gemeente bestaan er wel hot spots. Dit zijn sportkantines waarvan bekend is dat zij alcohol verstrekken aan jongeren beneden de 16 jaar of het niet zo nauw nemen met de naleving van hun eigen bestuursreglement. Deze locaties moeten extra in de controlefrequentie meegenomen worden van de boa’s. 2.1 Controle op IVA-opleiding barvrijwilligers De boa controleert of er tijdens de inspectie een leidinggevende of een opgeleide barvrijwilliger in de sportkantine aanwezig is die voldoet aan de eisen zoals beschreven in artikel 24 lid 2 DHW.. Indien dit niet het geval is kan de boa hiertegen optreden door middel van een bestuurlijke boete. Zie voor het proces het ‘Handhavingsstappenplan’ van de werkgroep Beleid & Regelgeving ‘Laat je niet flessen!’, te vinden op www.ljnf.nl. Deze eisen aan de aanwezigheid van leidinggevenden dient opgenomen te worden in het bestuursreglement. Artikel 24 lid 2 DHW: 2. In afwijking van het eerste lid is het een paracommerciële rechtspersoon verboden een horecalokaliteit, gedurende de tijd dat daar alcoholhoudende drank wordt verstrekt, geopend te houden, indien in de inrichting niet aanwezig is: a. een leidinggevende die vermeld staat op het aanhangsel bij de vergunning, bedoeld in artikel 29, tweede lid, met betrekking tot die inrichting of een andere vergunning van dezelfde vergunninghouder of b. een persoon wiens bijschrijving op grond van artikel 30a, eerste lid, is gevraagd, mits de ontvangst van die aanvraag is bevestigd, zolang nog niet op die aanvraag is beslist of c. een barvrijwilliger van 18 jaar of ouder, die een voorlichtingsinstructie als bedoeld in artikel 9, tweede lid, heeft gekregen. 2.2 Controle op leeftijdsgrenzen De burgemeester is het bestuursorgaan dat de Drank- en Horecawet in medebewind uitvoert. De toezichthouders op de naleving van de DHW worden door de burgemeester aangewezen via: Aanwijzingsbesluit Bijzondere Opsporingsambtenaren (artikel 41 lid 1 sub b DHW) De toezichthouder (boa) controleert de naleving van de Drank- en Horecawet in sportkantines. Hierbij wordt gelet op het schenken van alcohol aan jongeren beneden de 16 jaar (en sterke drank beneden de 18 jaar). De controleurs bezoeken onaangekondigd, onopvallend of herkenbaar in uniform, de sportkantines. Na constatering van een overtreding maken de controleurs een boeterapport op. Gemeenten kunnen bepaalde sportkantines aanmelden als “hot spot” als de indruk of verdenking bestaat dat daar alcohol aan jongeren beneden de 16 jaar wordt verstrekt. Deze “hot spots” krijgen extra aandacht bij de controles van de boa’s. De gemeente kan bestuursrechtelijke handhaving toepassen. Dit proces is vastgelegd in het handhavingsstappenplan danwel beleidsregels van uw gemeente (zie hierna Handhavingstappenplan, paragraaf 3.5). Beleidsregel bestuurlijke boete (artikel 44a DHW) In het ‘Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet’ staat voor welke overtredingen van de DHW een bestuurlijke boete opgelegd kan worden. De burgemeester kan in een beleidsregel aangeven voor welke overtredingen hij een bestuurlijke boete op zal leggen. Hij heeft hierin een eigen bevoegdheid; hij hoeft geen boete op te leggen, maar kan hiervoor kiezen.
6
2.3 Nalevingshulp; geven van ondersteuning aan vereniging, ook oplossingen Naast het controleren van de regels geeft de boa ook informatie over deze regels. Wat kan de ondernemer of de beheerder van een sportkantine zelf doen? Altijd om een identiteitsbewijs (ID) vragen wanneer men twijfelt of de jongere wel oud genoeg is en zorgen voor een aanduiding van de leeftijdsgrenzen zijn wettelijk verplicht. Maar de sportvereniging kan ook zelf preventieve maatregelen nemen. Men kan daarbij bijvoorbeeld gebruik maken van selectief deurbeleid zoals in een discotheek, polsbandjes tijdens een feest of een piepsignaal bij de kassa laten afgaan. Ook is het belangrijk dat het personeel of barvrijwilligers goed geïnstrueerd zijn en weet hoe zij ‘nee’ moeten verkopen. Deze informatie, en informatie over de regels en de sancties, is voor ondernemers en sportverenigingen beschikbaar via de informatiekaart leeftijdsgrenzen ‘Zonder ID geen alcohol mee’. De controleurs delen deze infokaart uit aan de gecontroleerde alcoholverstrekkers. 2.4 Controle op sluitingstijden De politie kan controleren op de sluitingstijden van sportkantines. Deze tijden zijn vastgelegd in het bestuursreglement en dit reglement maakt onderdeel uit van de Drank- en Horecavergunning. Indien de tijden worden overtreden kan de politie verbaliserend optreden. 2.5 Handhavingstappenplan Op de website www.ljnf.nl treft u het Handhavingstappenplan dat door de werkgroep regelgeving is ontwikkeld. Hierin wordt duidelijk aangegeven hoe gehandeld dient te worden bij overtreding van art. 20 DHW (leeftijdsgrenzen). Dit stappenplan kan ook bij sportkantines worden toegepast. Toepassing van dit aangepaste plan betekent dat de Drank- en horecavergunning van een notoire overtreder sneller kan worden ingetrokken of geschorst.
7