12 juni 2014
Verantwoordings- en Perspectiefnota 2014
Inhoudsopgave Voorwoord Deel A
Deel B
Bijlage
Inleiding 1. Het financieel meerjarenperspectief 2. De uitvoering van het hoofdlijnenakkoord
4 10
Thema‟s 1. Heerenveen 2. Heerenveen 3. Heerenveen 4. Heerenveen 5. Heerenveen 6. Heerenveen
15 31 39 55 67 75
bestuurt en organiseert werkt kiest voor leefbaarheid bevordert meedoen stimuleert duurzaamheid ontwikkelt
1. Lange termijn agenda (is beschikbaar bij de raadsbehandeling van de Verantwoordings- en Perspectiefnota 2014)
1
Voorwoord
Met deze Verantwoordings- en Perspectiefnota 2014 presenteren wij u een sluitend meerjarenperspectief en leggen wij verantwoording af over het jaar 2013. Onze financiële positie vraagt om scherpe keuzes Het sluitend meerjarenperspectief van deze Verantwoordings- en Perspectiefnota 2014 is het resultaat van een scherp afwegingsproces. Door de vele bezuinigingen van de afgelopen jaren is onze keuzevrijheid tot een minimum beperkt. Immers, onze reserve is negatief, onze schuldenlast hoog en de formatie van onze ambtelijke organisatie behoort tot de „best in class‟ in de benchmark van Berenschot. Bovendien verhouden onze lokale lasten zich, zoals onze toezichthouder terecht duidt, in Fryslân betrekkelijk gunstig ten opzichte van andere gemeenten maar zijn deze landelijk bovengemiddeld. Wij kiezen daarom, conform onze opvattingen over financieel herstel uit ons collegeprogramma, voor bestendiging van de afspraken uit de Verantwoordings- en Perspectiefnota 2013 en stellen alleen nieuw beleid of andere uitzettingen aan u voor als daar een strikte noodzaak toe is. En zelfs als uw raad deze lijn overneemt, zal onze meerjarenbegroting de komende jaren kwetsbaar zijn. Uitvoering van het hoofdlijnenakkoord 2014 – 2018 In het collegeprogramma “Heerenveen, volop in beweging” beschrijven wij onze visie op Heerenveen en de belangrijkste opdrachten die wij voorzien voor deze collegeperiode: “In de gemeente Heerenveen werken we aan een solidaire samenleving waarin iedereen een fatsoenlijk bestaan heeft en in deze lastige periode de mogelijkheid heeft om vooruit te komen en iets van zijn leven te maken. De nieuwe gemeente Heerenveen wil een prima plek zijn om te wonen, te werken en te recreëren. Wij hebben de kwaliteit van onze voorzieningen in beeld en werken aan het op niveau houden van deze voorzieningen. Heerenveen kenmerkt zich ook in de toekomst als een sociale en ondernemende gemeente waarin mensen zorgen voor en omzien naar elkaar.” In het collegeprogramma werken we deze visie uit in leidende principes als solidariteit en rechtvaardigheid als de basis van ons handelen, dienstbaarheid aan onze inwoners en ruimte voor ontplooiing en eigen verantwoordelijkheid. We streven maatwerk in dienstverlening na, zijn ondernemend en tonen daadkracht en zijn zorgzaam voor wie dat echt nodig heeft. Voor bedrijven en middenstand wil het college dat Heerenveen een aantrekkelijke vestigingsplaats blijft. Hierbij nemen wij een faciliterende rol in en investeren in goede relaties met de regio, de provincie Fryslân en het Rijk. De Verantwoordings- en Perspectiefnota 2014 is de eerste stap in de samenhangende uitvoering van ons hoofdlijnenakkoord. De thema‟s uit het akkoord werken wij in de inleiding uit. Ook de accenten in beleid uit deel 4 van het akkoord vindt u terug. Het is ons voornemen in overleg met de auditcommissie en uw raad de aansturing van de realisatie van en verantwoording over het collegeprogramma herkenbaar in de Planning & Control cyclus (P&C cyclus) te duiden en te koppelen aan de lange termijn agenda van de gemeenteraad. Behoud van identiteit Ons hoofdlijnenakkoord geeft deze raadsperiode prioriteit aan vier thema‟s: Financiën, Werk(gelegenheid) en inkomen, Drie decentralisaties en Onderwijs en sport. Wij vinden het zinvol deze prioriteiten naast de identiteit van onze gemeente te leggen. Immers, wij voeren onze visie en het collegeprogramma uit in een context, een regio en samen met partners. Onze visie mag er niet toe leiden dat wij onze ogen sluiten voor de beelden en verwachtingen die onze eigen inwoners, andere overheden en ondernemers hebben over Heerenveen.
2
De gemeente Heerenveen roept bij velen de associaties “sport” en “bereikbaarheid” op. Dat behoeft geen nadere uitleg. Met de bouw van een nieuw Thialf en de investeringen in de bereikbaarheid van Heerenveen ontwikkelt Heerenveen zich deze collegeperiode op deze onderwerpen sterk, ondanks dat ze geen expliciet onderdeel uitmaken van de prioritaire thema‟s uit het hoofdlijnenakkoord. In deze ontwikkelingen is Heerenveen niet leidend of financier. Raad en college sturen echter wel, bijvoorbeeld in de ruimtelijke planvorming, op deze identiteitsdragers van Heerenveen. Hiermee ontstaat naar ons oordeel continuïteit in de identiteit van Heerenveen. Voldoen aan basisbehoeften Wij realiseren ons dat voor inwoners vooral van belang is dat hun gemeente zorgt voor schoon, heel en veilig en een vangnet voor diegenen die dat nodig hebben. Deze basisbehoeften van onze inwoners beschouwen wij als een randvoorwaarde voor de verdere ontwikkeling van Heerenveen. En wij zijn niet eerlijk als wij de spanning die hier kan ontstaan zouden ontkennen. Immers, onze financiële positie heeft in het recente verleden al geleid tot bezuinigingen op het onderhoud van de openbare ruimte, het minimabeleid en onze dienstverlening. Wij zullen onze voorstellen aan de raad over ons financieel meerjarenperspectief door de ogen van onze inwoners bezien op die primaire eisen aan ons gemeentelijk beleid. burgemeester en wethouders van Heerenveen. De gemeentesecretaris, De burgemeester,
F.H. Perdok
T.J. van der Zwan
3
Deel A
Inleiding
De inleiding van de Verantwoordings- en Perspectiefnota 2014 bestaat uit een toelichting op het financieel meerjarenperspectief en de manier waarop wij ons hoofdlijnenakkoord willen uitvoeren.
Paragraaf 1. Het financieel meerjarenperspectief De financiële positie van Heerenveen staat sinds de afgelopen jaren, met name als gevolg van de resultaten van de grondexploitaties, sterk onder druk. Voor de ontwikkeling van het meerjarenperspectief van Heerenveen zijn de volgende documenten en ontwikkelingen relevant:
De themarekening 2013; Het meerjarenperspectief in cijfers inclusief nadere bezuinigingen; De ontwikkeling van de (negatieve) Algemene reserve; Afspraken met provincie over preventief toezicht; De ontwikkeling van de schuldenpositie; De ontwikkeling van de grondexploitaties; De frictiekosten door de herindeling met Boarnsterhim.
In paragraaf 1 zullen wij deze documenten en ontwikkeling nader toelichten. Themarekening 2013 Er is sprake van een positief resultaat in de jaarrekening 2013 van circa € 1 miljoen (inclusief projecten grondbedrijf). Enerzijds is er op de zes thema‟s ten opzichte van de vastgestelde begroting sprake van een voordeel van circa € 3,0 miljoen (bijna 2,5%) en anderzijds is er een nadeel op de projecten van het grondbedrijf (€ 2,1 miljoen). De afwijkingen zijn in de themarekening 2013 toegelicht. In de rekening 2013 wordt voorgesteld om het resultaat 2013 als volgt te bestemmen: Overheveling budgetten van 2013 naar 2014 € 401.000 Alternatief voor bezuiniging sober werkgeverschap 2014 € 240.000 Toevoeging (negatieve) algemene reserve € 338.000 Totaal € 979.000 Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de Themarekening 2013. Het meerjarenperspectief in cijfers inclusief nadere bezuinigingen Vanaf 2010 wordt er invulling gegeven aan de bezuinigingen. In onderstaande bezuinigingsrondes heeft besluitvorming door uw raad plaats gevonden, met dien verstande dat de specifieke invulling van de rondes 5 en 6 nog moet plaatsvinden. Voorstellen hierover zijn in deze nota opgenomen. Daarnaast treft u enkele voorstellen aan van niet haalbare bezuinigingen, waarvan wordt voorgesteld om hier op een andere wijze mee om te gaan. Rondes
2010 2011 2012 2013 x 1.000 x 1.000 x 1.000 x 1.000 Ingevulde bezuinigingsrondes Ronde 1 963 2.076 2.771 3.479 Ronde 2 0 0 2.063 3.316 Ronde 3 0 0 0 3.674 Ronde 4 0 0 0 0 Ronde 6 0 0 0 0 Totaal 963 2.076 4.834 10.469 In te vullen bezuinigingsrondes Ronde 5 0 0 Ronde 6 0 0 Totaal 0 0 Totaal
963
2.076
2014 x 1.000
2015 x 1.000
2016 x 1.000
2017 x 1.000
2018 x 1.000
3.479 4.722 3.505 1.486 1.000 14.192
3.479 4.769 3.436 1.581 1.000 14.265
3.479 4.769 3.983 1.636 1.000 14.867
3.479 4.769 3.983 1.636 1.000 14.867
3.479 4.769 3.983 1.636 1.000 14.867
0 0 0
0 0 0
0 0 0
1.200 1.150 2.350
1.500 1.150 2.650
1.800 1.150 2.950
1.800 1.150 2.950
4.834
10.469
14.192
16.615
17.517
17.817
17.817
Wij stellen voor om de nog in te vullen bezuinigingsrondes (5 & 6) als volgt in te vullen:
4
Bedrijfsvoering (€ 0,8 miljoen) Bij de aanbieding van de begroting 2014 benoemden wij de taakstelling van € 0,8 miljoen op de bedrijfsvoering. Deze taakstelling was het gevolg van de afname van de opbrengsten uit projecten en grondexploitaties. Van de totale afname van opbrengsten € 1,8 miljoen structureel hebben wij met de begroting 2014 € 1,0 miljoen ingevuld door verlaging van de ambtelijke kosten en inhuur. De resterende € 0,8 miljoen willen wij als volgt realiseren:
Een verlaging of vrijval van diverse budgetten (burgerjaarverslag, budget voor incidentele kosten van wijkbeheer, wervingsactiviteiten en arbo-dienst); Formatiereductie bij de ondersteunende afdelingen (2,5 fulltime-equivalent; fte). Hierbij hebben wij de uitkomsten van het Berenschot-rapport als vertrekpunt genomen; Een extra huuropbrengst in Werkstate.
De totale bezuiniging van deze maatregelen is € 580.000 structureel. Voor het resterend deel wordt in de voorbereiding van de begroting 2015 gezocht naar aanvullende bezuinigingen. Een van de mogelijkheden die wij onderzoeken is het beperken van de kosten van het diftar-systeem. Wij denken dan met name aan de nota‟s die wij meerdere keren per jaar moeten verzenden. Hier ligt vanzelfsprekend wel een relatie met de kostendekkendheid. Verhoging onroerende zaakbelastingen (€ 0,5 miljoen) Naast de gebruikelijke jaarlijkse inflatiecorrectie stellen wij voor om met ingang van 2015 de tarieven van de onroerende zaakbelastingen met 4% extra te verhogen (extra opbrengst € 500.000) en in 2016, 2017 en 2018 met 0,5% (extra opbrengst € 60.000 per jaar). Hiermee geven wij invulling aan het raadsbesluit over de Verantwoordings- en Perspectiefnota 2013 waarin een verhoging van onze lasten per 2015 voorzien was. Inzetten extra middelen accommodatiebeleid (€ 0,3 miljoen) De in de begroting opgenomen middelen (€ 300.000) zijn door uw raad toebedeeld aan het accommodatiebeleid voor met name vervangingsinvesteringen op het gebied van sport, onderwijs en cultuur. Het beleid is dat er in principe geen middelen vooraf worden gereserveerd voor accommodatiebeleid. Op basis van de investeringsbehoefte en de bijbehorende meerjarenraming worden jaarlijks bij de begroting de benodigde middelen gevraagd. Door de jaarlijkse bijdrage van € 300.000 wordt een kleine buffer gecreëerd voor toekomstige en onverwachte investeringen. Door te bezuinigen op deze jaarlijkse bijdrage vervalt de buffer. Onderwijs, cultuur en sport (€ 0,2 miljoen) Deze bezuinigingen van € 100.000 per 2016 en € 200.000 per 2017 zullen onderdeel zijn van integrale afweging sociaal beleid. Concrete voorstellen zullen we u in de Verantwoordings- en Perspectiefnota 2015 voorleggen. Verkoop bezittingen (€ 0,15 miljoen) Bij de vaststelling van de Themabegroting 2013 in de gemeenteraad op 8 november 2012 is o.m. ingestemd met een gedragslijn om de Heerenveense financiële situatie te verbeteren (zie ook Hoofdlijnenakkoord). Eén van de aandachtsgebieden daarbij is het verkopen van (overbodig) gemeentebezit en het onderbrengen van vastgoed in een Commanditaire Vennootschap (CV) constructie. In het geval van een CV-constructie wordt het eigendom van de investering op afstand gezet in een CV. De financiering van het onroerend goed in de CV wordt volledig gefinancierd door externe partijen. Deze partij (de stille vennoot) treedt uitsluitend op als financier. Als tegenprestatie wordt een rendement gevraagd. Voor onze gemeente zou deze constructie van toepassing kunnen zijn op de Geerts Willigen-garage, Werkstate, de gemeentewerf en het gemeentehuis inclusief Crackstate, Heerenveense School (onder voorbehoud). Ook bruggen zou binnen een dergelijke constructie ondergebracht kunnen worden. De voorbereiding van besluitvorming hierover vordert. De consequenties zijn echter verstrekkend. Gelet op de zorgvuldigheid van de besluitvorming hierover stellen wij voor dit najaar met uw raad hierover in gesprek te gaan. Wijziging afschrijvingsmethodiek (€ 0,05 miljoen) In 2014 zal aan de gemeenteraad een voorstel worden voorgelegd om de Financiële Verordening (artikel 212 Gemeentewet) opnieuw vast te stellen. Daarbij zal ook worden geadviseerd om de afschrijvingstermijnen te verlengen. De betekenis hiervan is dat er voordelen op kapitaallasten zullen ontstaan die worden ingeschat op € 50.000 structureel vanaf 2015.
5
Afvalstoffenheffing/Rioolheffing (€ 0,425 miljoen) Wij zijn voornemens om vanuit de reguliere producten een aantal kostenposten over te hevelen naar de producten afvalinzameling en riolering en te verdisconteren in de tarieven van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Gelet op de kostendekkendheid (100%) van beide producten ontstaat er op deze wijze in de exploitatie budgettaire ruimte. Na onderzoek blijkt dat het product afval al volledig wordt belast en dat er geen kosten uit de algemene dienst meer kunnen worden toegerekend. Voor het product riolering geldt dat er maximaal € 425.000 aan reguliere budgetten aan het product kunnen worden toegerekend. Het zal gaan om een extra verhoging van de rioolheffing van circa 9%. Gelet op de wettelijke kaders is onderzocht in welke mate met name de kosten van het baggeren, onderhoud aan kademuren en damwanden, onderhoud aan duikers, onderhoud van verhardingen en groot veegonderhoud aan het product riolering toegerekend kan worden. Bij de behandeling van de Themabegroting 2015 zal het (rioolheffingtarief)voorstel aan u worden voorgelegd. Resumé om schrijving Bedrijfsvoering Vacatureruimte Boarnsterhim Onroerende zaakbelastingen Accommodatiebeleid Onderwijs, cultuur en sport Verkoop bezittingen Wijzigingen afschrijvingsmethodiek Afvalstoffenheffing/rioolheffing Totaal voorgenomen correctie bezuinigingsrondes 5 en 6
S S S S S S S S S S S S
2014 x 1.000
0 0
2015 x 1.000 800 100 500 300 0 150 50 425 2.325 -2.350 -25
2016 x 1.000 800 200 560 300 100 150 50 425 2.585 -2.650 -65
2017 x 1.000 800 400 620 300 200 150 50 425 2.945 -2.950 -5
2018 x 1.000 800 400 680 300 200 150 50 425 3.005 -2.950 55
Meerjarenperspectief in cijfers Structureel thema 1 2 3 4 5 6
om schrijving Heerenveen bestuurt en organiseert Heerenveen werkt Heerenveen kiest voor leefbaarheid Heerenveen bevordert meedoen Heerenveen stimuleert duurzaamheid Heerenveen ontwikkelt Totaal mutaties structureel
S S S S S S S
2014 2015 2016 2017 2018 x 1.000 x 1.000 x 1.000 x 1.000 x 1.000 454 966 1.081 1.196 1.246 0 -8 -8 -8 -8 -102 -162 -172 -172 -172 -10 -70 -70 -70 -70 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 342 726 831 946 996
Eenmalig thema 1 2 3 4 5 6
om schrijving
I
Heerenveen bestuurt en organiseert Heerenveen werkt Heerenveen kiest voor leefbaarheid Heerenveen bevordert meedoen Heerenveen stimuleert duurzaamheid Heerenveen ontwikkelt Totaal mutaties incidenteel
I I I I I I
2014 2015 2016 2017 2018 x 1.000 x 1.000 x 1.000 x 1.000 x 1.000 836 255 235 0 0 0 -100 -115 -90 -25 -468 0 0 0 0 -114 -209 -205 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 254 -54 -85 -90 -25
Voor een specificatie van bovenvermelde totaalbedragen (per thema) verwijzen wij u naar de zes thema‟s, waar zowel de structurele- als eenmalige effecten zijn weergegeven en nader zijn toegelicht. Einduitkomsten Op basis van deze Verantwoordings- en Perspectiefnota 2014 met een beperkt aantal nieuwe uitzettingen is het financieel overzicht voor de jaren 2014–2018 als volgt:
6
om schrijving
S/I
einduitkomsten begroting 2014 mutaties structureel (zie 6 thema's) verzamelbesluiten 2014-1 en 2014-2 correctie bezuinigingsrondes 5 en 6 einduitkomsten 2013-2018 (structureel)
S S S S S
2014 2015 2016 2017 2018 x 1.000 x 1.000 x 1.000 x 1.000 x 1.000 118 -310 207 24 -580 342 726 831 946 996 0 -92 -92 -92 -92 0 -25 -65 -5 55 460 299 881 873 379
Wij wijzen u erop dat in deze uitkomsten de extra middelen voor armoedebeleid en bijzondere bijstand (€ 260.000 – onderdeel van de Algemene uitkering) verwerkt zijn. Indien u bij de integrale afweging van de drie decentralisaties op 30 juni aanstaande deze middelen anders wilt inzetten, zal dit leiden tot nieuwe bezuinigingen. Voor de toelichting verwijzen we naar Thema 4. Ontwikkeling (negatieve) Algemene reserve De financiële positie van de gemeente Heerenveen is als gevolg van het aanzienlijke risicoprofiel van het grondbedrijf, de omvangrijke schuldpositie en de negatieve algemene reserve zorgelijk. Als gevolg van dit laatste ontbreekt op dit moment een weerstandsvermogen dat ons in staat moet stellen financiële tegenvallers op te vangen. Om die reden is het noodzakelijk om zo spoedig mogelijk weer een adequaat weerstandsvermogen op te bouwen. De gemeente Heerenveen staat ook bloot aan externe factoren zoals rijksbezuinigingen, risico‟s voortvloeiende uit verbonden partijen e.a. waaruit de noodzaak van een adequaat weerstandsvermogen blijkt. Gedurende het herstel van de reservepositie is het weerstandsvermogen van Heerenveen nihil. Tegenvallers leiden direct tot aanvullende bezuinigingen. In dit verband maken met name de decentralisaties in het sociale domein, eventuele nieuwe rijksbezuinigingen, de onzekere uitkomst over de heffing van precariobelasting op leidingen, de ontwikkeling van de werkgelegenheid en parallel daaraan de bijstand en een aantal deelnemingen van Heerenveen (waaronder Caparis en Sportstad) het financieel meerjarenperspectief uiterst kwetsbaar. Het voorstel is alle incidentele overschotten uit het meerjarenperspectief toe te voegen aan de algemene reserve. Hierdoor groeit op basis van deze ramingen de algemene reserve in totaal met € 3,392 miljoen in de periode 2014–2018. Extra storting algemene reserve Dit betreft einduitkomsten structureel. omschrijving
S/I
Extra storting algemene reserve
2014 2015 2016 2017 2018 x 1.000 x 1.000 x 1.000 x 1.000 x 1.000 960 299 881 873 379
I
Ontwikkeling algemene reserve (inclusief extra storting)
x € 1.000
Ontwikkeling algemene reserve
15.000
11.058 8.480
10.000
5.902 3.323
5.000 0
745 -1.833
-5.000
-4.791
-10.000 -15.000
-8.069
-13.652 2014
-11.219
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
Afspraken met provincie over preventief toezicht Wegens de herindeling met de gemeente Boarnsterhim en de grenscorrectie Skarsterlân heeft de gemeenteraad op 7 november de Themabegroting 2014 voorlopig vastgesteld. Omdat daarmee de wettelijke termijn voor het indienen van de begroting 2014 is overschreden, heeft de
7
toezichthouder (Gedeputeerde Staten (GS) van Fryslân) aangegeven, dat daarmee het preventief toezicht voor het begrotingsjaar 2014 van toepassing is. Vervolgens is de Themabegroting 2014 op 28 januari 2014 door u vastgesteld en ingezonden aan GS van Fryslân. De toezichthouder heeft vastgesteld dat in de Themabegroting 2014 geen structureel en reëel evenwicht aanwezig is en ook niet in de eerstkomende jaren zal worden hersteld. De oorzaak hiervan is de problematiek van de grondexploitaties. Het vorenstaande betekent, dat het preventief toezicht voor het jaar 2014, na inzending van de vastgestelde Themabegroting 2014, gehandhaafd blijft en wel om financiële redenen. Het gevolg hiervan is dat de Themabegroting voor het jaar 2014, evenals de daarop betrekking hebbende begrotingswijzigingen, de goedkeuring van GS van Fryslân behoeven. Hoewel wij worden gecomplimenteerd over de daadkrachtige aanpak van onze financiële problematiek, met name de in gang gezette (en gerealiseerde) bezuinigingstaakstellingen in de afgelopen jaren, zullen met GS van Fryslân nadere afspraken worden gemaakt om tot een volledig financieel herstel te komen. Ontwikkeling schuldenpositie Heerenveen kent een hoge schuldpositie voornamelijk als gevolg van de grote voorraad (afgewaardeerde) grond. Per 1 januari 2014 bedraagt de geldleningenportefeuille van Heerenveen circa € 164,6 miljoen. Hoewel in 2013 de schuldpositie met circa € 13,3 miljoen is afgenomen, blijft onze schuldpositie zorgelijk. Wij voorzien dat alleen met onze voorstellen over de CV constructie in het najaar van 2014 naast de structurele opbrengst, versneld onze schuldpositie kan reduceren.
Verloop schuldpositie 180.000 160.000 140.000 120.000
164.649 141.759 121.469
106.827
100.000
94.099
84.190
80.000 60.000
Stand per 31 december
40.000 20.000 0
Opmerkingen In bovenstaande tabel zijn alleen de reguliere aflossingen verwerkt; Er is rekening gehouden met het herfinancieren van aflopende leningen; Er is geen rekening gehouden met nieuwe investeringen. Ontwikkeling grondexploitaties Het is te vroeg om te concluderen of er sprake is van een structurele opleving van de markt maar met de komst van de zuivelindustrie is een positieve lijn ingezet. Binnen de woningbouwlocaties worden diverse initiatieven genomen om de afzet te vergroten (cf. de onlangs vastgestelde nota grondbeleid). Dit richt zich met name op het lage- en middensegment. De verwachte afzet is gebaseerd op nieuwe afspraken die met de provincie zijn gemaakt. Wij kunnen echter een worstcase-scenario voor de woningbouw nog niet uitsluiten. Als gevolg van de zuivelindustrie is de verwachting voor de bedrijventerreinen dat ook een deel van de gronden binnen het Internationaal Businesspark Friesland (IBF), waarvan eerder werd verwacht dat deze niet meer zou worden uitgegeven, wordt ontwikkeld. Als gevolg van de in de jaarrekening getroffen voorziening, enkele nieuwe ontwikkelingen binnen het grondbedrijf en de afwikkeling van projecten ontstaat er een eenmalig voordeel van € 260.000. Een uitgebreide toelichting wordt in thema 6 weergegeven.
8
Frictiekosten Boarnsterhim Vanaf 1 januari 2014 behoort het grondgebied van Akkrum, Nes en Aldeboarn tot ons areaal. Deze bijzondere herindeling werkt door in onze bedrijfsvoering in 2014. De voorbereiding van de splitsing samen met Leeuwarden, De Friese Meren en Sudwest-Fryslân is bijzonder goed verlopen. Dit betekent echter niet dat wij op 1 januari het nieuwe grondgebied 100% in beeld hadden. Op 19 december 2013 hebben wij u geïnformeerd (brief met kenmerk 13.3007649) over de onduidelijkheid over de overdracht van de kapitaalgoederen en specifiek over verhardingen in Boarnsterhim. In reactie op de slotwijziging van Boarnsterhim met een positief
begrotingsresultaat hebben wij Gedeputeerde Staten (in de rol van toezichthouder) hierop gewezen. Voor de zomer stelt Gedeputeerde Staten de splitsingsbalans van Boarnsterhim vast. En hebben wij definitief zicht op de reserves en voorzieningen van Boarnsterhim inclusief de artikel 12 middelen voor achterstallig onderhoud die aan Heerenveen toekomen. In 2014 zullen wij nadere kennis opdoen van het areaal en deze afzetten tegen de beschikbare middelen. Voor dit meerwerk hebben de ontvangende gemeenten de beschikking over de frictiemiddelen van het ministerie van Binnenlandse Zaken die vanaf dit jaar vier jaar lang beschikbaar komen. Voorgesteld wordt om deze middelen, na aftrek van de eenmalige herindelingskosten, in te zetten om het nieuwe grondgebied nader te verkennen.
Deze verkenning zal antwoord geven op de vraag of Boarnsterhim daadwerkelijk schoon opgeleverd is. Overigens is het van belang hierbij ook de zienswijze van Leeuwarden en Heerenveen over het artikel 12 rapport van het voorjaar van 2013 te betrekken. Hierbij wezen wij het ministerie op een aantal aandachtspunten over het achterstallig onderhoud. Het ministerie heeft de zienswijze niet overgenomen. Indien in 2014 blijkt dat bijvoorbeeld het onderhoud van kapitaalgoederen aanleiding is tot uitzettingen zullen wij hierover bij de Verantwoordings- en Perspectiefnota 2015 nadere voorstellen doen. Slotoverweging bij de meerjarenraming Afsluitend willen wij de volgende overweging met de raad delen over ons meerjarenperspectief. Wij hebben ons maximaal ingezet om na de diverse bezuinigingsrondes het meerjarenperspectief opnieuw sluitend te maken. En daar zijn wij ondanks de scherpe keuzes die gemaakt moesten worden in geslaagd. Ook staan wij achter het evenwicht dat wij hierin vonden, namelijk realisatie van de taakstelling voor bijna de helft door verhoging van inkomsten en het overige deel door bezuinigingen. Zoals u in het thema Heerenveen bevordert meedoen kan lezen, leiden de drie decentralisaties echter in 2015 op basis van huidig beleid en de huidige ramingen tot een aanzienlijk financieel risico. De overheveling van taken Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en Jeugdzorg gaan gepaard met een forse korting van respectievelijk 25% en 15% op landelijk niveau. Binnen de Participatiewet ontstaat een financieel probleem door de korting op de subsidie voor de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW). Daarbij is nog geen rekening gehouden met de stijgende behoefte aan ondersteuning zowel bij ouderen als bij jeugd. Ook is geen rekening gehouden met het stijgende aantal inwoners dat een beroep doet op de Wet Werk en Bijstand (WWB)/Participatiewet. De budgetten zijn gebaseerd op het gebruik in 2012, terwijl bekend is dat het gebruik daarna verder is gestegen. Ook wijzen wij u op de onzekere inkomsten uit de MAU (Meerjarige Aanvullende Uitkering) en de mogelijke korting op de Participatiewet. Uitgangspunt van de gemeente Heerenveen is om de over te hevelen taken van de 3D’s budgettair neutraal uit te voeren. De opgave is om zodanig bij te sturen dat cliënten adequate zorg en ondersteuning krijgen binnen de beschikbare budgetten. Om te voorkomen dat de opgaven risico’s worden zijn scherpe keuzes nodig. In de raad van 30 juni zullen we een voorstel voorleggen over een integrale afweging van beleidskeuzes en inzet van de nieuwe budgetten. De resultaten hiervan zullen we daarna verwerken in de begroting 2015 en in de drie beleidsnota’s op het sociaal domein (Werk & Inkomen, Wmo en Zorg voor jeugd) die u in het najaar ontvangt. Wij houden conform onze brief van april jongstleden vast aan het uitgangspunt van budgettair neutrale uitvoering, maar achten het desondanks onze verantwoordelijkheid ons voor te bereiden op het scenario waarin de decentralisaties onze gemeente financieel nadeel opleveren. Immers, onze reservepositie is negatief.
9
Ons voornemen is, zoals opgeschreven in het hoofdlijnenakkoord, om aan het einde van deze collegeperiode een sluitende meerbegroting te kunnen presenteren met een geprognosticeerd positief minimaal eigen vermogen in 2021. Hiermee vervalt dan de grond voor het preventief toezicht. Waar wij echter veronderstelden dat dit scenario reëel was, zien wij door de drie decentralisaties dat dit scenario, ondanks de extra toevoeging, wellicht het meest gunstige is. Daarom zullen wij voorbereidingen treffen die leiden tot voorstellen aan de raad waarmee wij, mocht daar aanleiding toe zijn, tegenvallers kunnen opvangen. Wij denken hierbij vooralsnog aan bezuiniging op taken en dienstverlening en het verhogen van inkomsten door verhoging van lokale lasten. Andere mogelijkheden dan deze en het verschuiven van het einde van het preventief toezicht zien wij op dit moment niet. Graag gaan wij hierover, als wij met significante tegenvallers geconfronteerd worden, met uw raad in gesprek.
Paragraaf 2. Uitvoering hoofdlijnenakkoord Na de vaststelling van het collegeprogramma hebben wij het programma nader uitgewerkt. De weerslag hiervan is in onderstaande thema‟s opgenomen. Financiën In ons collegeprogramma hebben wij voor het thema Financiën de volgende beoogde resultaten opgenomen: 1. Aan het einde van de raadsperiode 2014 – 2018 is voldoende perspectief op beëindiging van preventief toezicht. De laatste jaarschijf van de Verantwoordings- en Perspectiefnota 2017 (2021) is onze meerjarenbegroting structureel sluitend en heeft de algemene reserve een minimale omvang van € 2,5 miljoen; 2. Onze tarieven zijn maximaal kostendekkend; 3. De optimale balans tussen kostenbewustzijn en toekomstbestendig beheer en onderhoud van de openbare ruimte; 4. Beleid voorbereiden over borgstelling en garanties aan derden en ter vaststelling voorleggen aan de gemeenteraad. Over de gemeentefinanciën stelde de raad eerder al richtlijnen vast. De gemeenteraad besloot in november 2012 tot de Gedragslijn herstel vermogen. Deze gedragslijn houdt in dat Heerenveen het geplande investeringsvolume versobert, bespoedigt dat de voorraden bouwgronden verkocht worden, overbodig gemeentebezit verkoopt en positieve resultaten in de exploitatie (meevallers) creëert en toevoegt aan de algemene reserves. En met de motie Grip op financiën heeft de gemeenteraad op 4 juli besloten tot tweemaandelijkse verzamelbesluiten waarmee de raad begrotingswijzigingen autoriseert. De financiële informatievoorziening aan de gemeenteraad is hiermee uitgebreid. Ook de Nota Grondbeleid, door de raad vastgesteld in november 2013, omvat relevante doelstellingen voor het herstel van de Heerenveense gemeentefinanciën. Als wij de voorgenomen resultaten uit het hoofdlijnenakkoord binnen de kaders die de raad vaststelde plaatsen, komen wij tot de volgende voornemens voor de komende twee jaar: Het twee-maandelijks monitoren van de grondexploitaties en, indien nodig, formuleren van bijsturingsmaatregelen; Een project gericht op de Verkoop en inzet van gemeentebezittingen waaronder onroerende goederen; De uitwerking van de stelposten uit de Verantwoordings- en Perspectiefnota 2013 in de Verantwoordings- en Perspectiefnota 2014; Het realiseren van de taakstelling op bedrijfsvoering (€ 800.000); Nadere afspraken met provincie over de invulling van het preventief toezicht; De ontwikkeling van een slecht weer scenario voor het financieel meerjarenperspectief; Het traject optimale balans kostenbewustzijn en toekomstbestendig beheer en onderhoud van de openbare ruimte; Een voorstel over borgstelling en garanties (reeds vastgesteld); Raadsvoorstellen conform de gedragslijn herstel vermogen; Grip krijgen op risico‟s en het controleren van de aanwezigheid, werking en toepassing van controlesystemen gebaseerd op risicomanagement; Een jaarlijkse onafhankelijke rapportage van de concerncontroller gericht op een specifiek risico(gebied). Deze maatregelen hebben wij in de bijlage bij deze Verantwoordings- en Perspectiefnota 2014 uitgewerkt in een lange termijn agenda (LTA) van de raad. Deze LTA omvat overigens naast de
10
voornemens uit het hoofdlijnenakkoord ook de planning van raadsvoorstellen die bijvoorbeeld voortkomen uit wettelijke taken of initiatieven van derden. Werk(gelegenheid) en Inkomen In de periode 2014 – 2018 boekt het college de volgende resultaten: 1. Een integrale aanpak voor de begeleiding naar werk of participatie uitgaande van maatwerk waarin de kansen die de Participatiewet geeft optimaal worden benut; 2. Verbetering van het investeringsklimaat door samenwerking met Leeuwarden, Smallingerland en Sûdwest-Fryslân en aansluiting tussen ondernemers en onderwijs; 3. De herstructurering van Caparis waardoor de meest effectieve inzet van de beperkte middelen voor begeleiding wordt gerealiseerd. Functie gaat boven instelling; 4. Een vangnet voor die groepen die geen eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen en niet op hun omgeving kunnen terugvallen. Bovendien zetten wij in op het versterken van het ondernemersklimaat door in het kader van energielandschap de kansen op het gebied van uitwisseling en kennis, reststromen en personeel en maatschappelijk verantwoord ondernemen optimaal te benutten. Binnen dit thema komen verschillende taakgebieden van de gemeente samen. Uit het combineren van deze taakgebieden, en de netwerken die wij als gemeente binnen deze taakgebieden hebben, verwachten wij inhoudelijk nog meer successen te kunnen halen. Vernieuwende werkwijzen om mensen aan het werk te krijgen, beter gebruik maken van netwerken met werkgevers, scholen, andere overheden, het verbinden van behoeften werkgevers met mogelijkheden doelgroep. Uit analyses blijkt: er komen banen bij maar deze komen vaak niet naar inwoners van Heerenveen, laat staan naar onze cliënten. Het college is zich bewust van de beperkte invloed die we als gemeente hebben op welke bedrijven zich in Heerenveen vestigen. Vanuit onze grondpositie geredeneerd zijn alle bedrijven in principe welkom. Vertrekpunt is dan vervolgens de vraag van deze werkgever Binnen dit thema ligt in 2014 de nadruk op de onderdelen die samenhangen met de 3 Decentralisaties (3 D‟s), andere onderdelen zullen noodzakelijkerwijs iets verder in de tijd worden gepland. U ziet de majeure doelstellingen rond Werk en Inkomen terug in de beleidsvorming rond de Participatiewet. Ondertussen worden op uitvoeringsniveau slagen gemaakt ten aanzien van aansluiting werkzaamheden economische zaken en uitvoering (nu nog) Wet Werk en Bijstand en integrale aanpak jeugdwerkloosheid. Beleidsinitiatieven op deze onderwerpen zullen in verband met de tijdsdruk op de drie decentralisaties eerst in de periode 2015-2017 verwacht kunnen worden. Voor 2014 zijn de activiteiten: Invoering Participatiewet; 1e fase Integrale aanpak jeugdwerkloosheid, met name in de regionale samenwerking; Voortgang transitie Caparis en Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening (GR SW); Aansluiting op uitvoeringsniveau economische zaken en werk en inkomen (strategisch en planmatige inzet bedrijfsbezoeken college); De gemeente als werkgever (verkenning van de mogelijkheden); Oprichten platform onderwijs-arbeidsmarkt; Opdoen ervaring social return bij inkoopopdrachten. Drie Decentralisaties In de periode 2014 – 2018 boekt het college de volgende resultaten: 1. Per 1 januari 2015 zijn conform rijksbeleid de drie decentralisaties ingevoerd; 2. Gemeenteraad, college en organisaties sturen vroegtijdig op financiën zodat de uitvoering binnen de bestaande middelen wordt gerealiseerd; 3. Het gebruik van individuele en specialistische voorzieningen daalt door eigen kracht van inwoners en hun netwerk en preventieve voorzieningen; 4. De benadering van inwoners kent minder regels en procedures, meer maatwerk en korte informele lijnen. Bij alle maatregelen geldt: functie gaat boven instelling. Onlangs is uw raad geïnformeerd over de financiële sturingsopgave, de (on-)mogelijkheden van beïnvloeding en de manier waarop we u in staat willen stellen hierover een integrale afweging te
11
maken. Dit alles om te komen tot een adequate zorg en ondersteuning voor cliënten binnen de beschikbare budgetten. Uw raad spreekt hier over op 30 juni. De resultaten hiervan zullen we daarna verwerken in de begroting 2015 en in de drie beleidsnota‟s op het sociaal domein (Werk & Inkomen, Wmo en Zorg voor jeugd) die u in het najaar ontvangt. Onderwijs en sport Over accommodatiebeleid en wat daarmee samenhangt is in het collegeprogramma het volgende opgenomen: Onderwijs In de periode 2014 – 2018 boekt het college de volgende resultaten: 1. De Multi Functionele Accommodatie (MFA) in de Akkers wordt gerealiseerd. De huidige plannen voor de MFA zijn kostenbewust en kunnen rekenen op draagvlak van alle partijen. Het financiële voordeel ten opzichte van het geraamde budget in de begroting wordt aangewend voor de bezuinigingstaakstelling; 2. Verkenningen naar nieuwe (multifunctionele) accommodaties in Heerenveen vinden pas plaats als zicht is op dekking van te bouwen accommodatie. 3. Wij verwachten met deze helderheid op een constructieve wijze het gesprek met partners over schoolaccommodaties te kunnen voeren. Dit gesprek gaat wat ons betreft over de verwachtingen rond de veranderende samenstelling van de bevolking, maatschappelijke en economische veranderingen en de beschikbare middelen zo slim mogelijk inzetten. Sport In de periode 2014 – 2018 boekt het college de volgende resultaten: 1. Sportverenigingen hebben meer verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van accommodaties, bijvoorbeeld door privatisering; 2. Sportverenigingen maken gezamenlijk gebruik van accommodaties; 3. Voorafgaand aan investeringen in sportaccommodaties vindt een analyse plaats van de demografische ontwikkeling van mogelijke gebruikers en de spreiding van accommodaties; 4. Sportverenigingen dragen bij aan de investering in sportaccommodaties. Cultuur Er vinden samen met de instellingen verkenningen plaats rond samenwerking en de toekomst van de culturele functies (in de vorm van een vernieuwend cultureel concept). Een variant is concentratie van functies in de Heerenveense School. Er is geen gemeentelijke cofinanciering anders dan besparingen uit samenwerking (voor zover deze hoger zijn dan de al bestaande taakstellingen) of niet verder te gaan met een van de bestaande instellingen. Een NUON aanvraag is onlangs afgewezen. Hierdoor zullen wij in nader overleg gaan met de instellingen over de wijze waarop de culturele functie binnen de financiële meerjarenbegroting behouden kan worden. Voor 2014 ligt de nadruk op onder andere : Vervolg traject samenwerking culturele instellingen; Actualisering bezettingsgegevens binnen- en buitensport; Inpassen sportaccommodaties en schoolgebouwen Boarnsterhim/Haskerdijken in onderhoudsplanning en meerjarenplanning. De resultaten hiervan zullen in de periode vanaf 2015 terugkomen in de herijking van het integraal accommodatiebeleid. Nieuwe rollen van de gemeente Leidende principes voor het college zijn:
Binnen Heerenveen is er bij inwoners een grote mate van verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid, die wordt ondersteund door een sterke sociale betrokkenheid. Het college zal deze zelfredzaamheid en sociale betrokkenheid versterken en aanspreken. Het college sluit daarbij niemand uit en vraagt van ieder naar vermogen bij te dragen; Het college is dienstbaar aan inwoners en wil een vangnet bieden aan die mensen die dat nodig hebben. Daarom investeert het college in de „mienskip‟ en stelt het college dorpen, wijken, verenigingen, inwoners en ondernemers in staat een leefgemeenschap in stand te houden en uit te bouwen. Ons bestaande dorpenbeleid heeft zich bewezen als een effectieve manier om
12
uitvoering te geven aan actief kernenbeleid. De dorpsvisies beschouwen wij als belangrijke uitingen van betrokkenheid en het nemen van verantwoordelijkheid; De gemeente Heerenveen beperkt zich tot taken die er toe doen en doet deze taken goed. Kernkwaliteiten van de gemeente zijn maatwerk in dienstverlening, ondernemend, daadkracht en zorgzaam voor wie dat echt nodig heeft. Dit kan omdat er veel mensen zijn die een steentje aan onze samenleving willen bijdragen, die anderen willen helpen en die goede ideeën hebben voor hun wijk, hun (sport)vereniging of de gemeenschap.
In de periode 2014–2018 boekt het college de volgende resultaten: 1. Eind 2014 hebben college en gemeenteraad een gezamenlijk beeld over de nieuwe rollen van de gemeente Heerenveen; 2. Het gezamenlijk beeld is leidend voor de wijze waarop Heerenveen beleid ontwikkelt, regie voert en diensten verleent. De insteek van dit thema is niet alleen de financiële positie waarin we als gemeente verkeren, maar ook de tijdgeest, waarbij betrokkenheid op elkaar nog steeds groot is, de zorg voor elkaar vanuit herkenbaarheid en leefbare vormen ontstaat en niet vanuit instituties. Dat maakt ook een nieuwe norm, waarbij voorzieningen er moeten zijn, maar niet meer van iemand hoeven te zijn, waarin we van een individuele samenleving naar een netwerksamenleving ontwikkelen, mede omdat afstanden fysiek steeds meer vervagen. Deze nieuwe rol maakt ook dat de gemeente juist vanuit die andere rol, ook nieuwe doelen zal moeten stellen waar het resultaten betreft: de gemeente bepaalt de inhoudelijke doelen immers niet altijd meer op voorhand, maar organiseert vooral het proces om tot een gezamenlijk resultaat te komen. Kernvraag is: Hoe gaan we anders in op initiatieven vanuit de samenleving? Hoe stimuleren en faciliteren we die? Wat moeten we hiervoor loslaten? Wat gaan we niet meer doen? Wat is onze nieuwe rol? Waar sturen we dan op? Hoe gaan we bewust herkenbaar anders beleid en projecten ontwikkelen, regie voeren en uitvoeren? Wat zijn resultaten en hoe verhoudt zich dat met de behoefte om Smart te formuleren. En als afgeleide: Wat vraagt dit aan competenties? Hoe begeleiden we deze verandering? Kortom: op zoek naar de nieuwe rol van de gemeente in veranderende tijden. Sleutelwoorden zijn: van bepalen naar faciliteren, van buiten naar binnen halen, van opleggen naar verleiden, heb vertrouwen, meer samenwerken met partners op basis van gelijkwaardigheid, actief in netwerken, taken loslaten en overlaten aan bewoners of particulier initiatief, slim samenwerken, over je eigen vakgebied kijken, partijen vragen wat ze zelf kunnen doen, alleen de meest kansrijke projecten oppakken, mede ingegeven door onze eigen noodzaak om keuzes te maken.
13
Deel B.
THEMA’S
14
Thema 1: Heerenveen bestuurt en organiseert !
1.1
Beschrijving en hoofdstructuur
Dit thema bevat naast inhoudelijke doelen ook organisatiedoelen. De inhoudelijke doelen zijn onder het subthema Heerenveen bestuurt samengebracht en de organisatiedoelen onder het subthema Heerenveen organiseert. Heerenveen organiseert omvat alle thema‟s van deze begroting, om de procesmatige en projectmatige ondersteuning van de organisatie als geheel in beeld te kunnen brengen.
Heerenveen bestuurt en organiseert
Heerenveen bestuurt inhoudelijke doelen
bestuurt faciliteert werkt bevordert verleent en heft evenementen samen veiligheid diensten regelt
Heerenveen organiseert procesmatige en ondersteunende doelen
handhaaft koopt in
15
beheert eigendommen en zaken
v erbetert de organisatie
1.2
Koers van Heerenveen
Het Collegeprogramma 2014-2018 geeft op hoofdlijnen de door het college gekozen koers aan. In de periode 2014-2018 boekt het college de navolgende resultaten: 1. De MFA in de Akkers wordt gerealiseerd. De huidige plannen voor de MFA zijn kostenbewust en kunnen rekenen op draagvlak van alle partijen. Het financiële voordeel ten opzichte van het geraamde budget in de begroting wordt aangewend voor de bezuinigingstaakstelling; 2. Verkenningen naar nieuwe (multifunctionele) accommodaties in Heerenveen vinden pas plaats als zicht is op dekking van te bouwen accommodatie; 3. Eind 2014 hebben college en gemeenteraad een gezamenlijk beeld over de nieuwe rollen van de gemeente Heerenveen; 4. Het gezamenlijk beeld is leidend voor de wijze waarop Heerenveen beleid ontwikkelt, regie voert en diensten verleent; 5. Uitwerking van de nieuwe rollen van de gemeente Heerenveen en de uitkomsten van de externe onderzoeken voor de gemeentelijke organisatie, waarbij de omvang van de organisatie maximaal de omvang is van soortgelijke gemeenten; 6. Aan het einde van de raadsperiode 2014 – 2018 is voldoende perspectief op beëindiging van preventief toezicht. De laatste jaarschijf van de Verantwoordings- en Perspectiefnota 2017 (2021) is onze meerjarenbegroting structureel sluitend en heeft de algemene reserve een minimale omvang van € 2,5 miljoen; 7. Beleid voorbereiden over borgstelling en garanties aan derden en ter vaststelling voorleggen aan de gemeenteraad; 8. Gemeenteraad, college en organisaties sturen vroegtijdig op financiën zodat de uitvoering binnen de bestaande middelen wordt gerealiseerd.
1.3
Doelen, resultaten en beoogde maatschappelijke effecten
1.3.1 Heerenveen bestuurt en regelt
◄verleden
■ heden ► toekomst
ER-doelen Kleinere afstand tussen bestuur en burgers Minder regelgeving Verkiezingen ◄ N.v.t. ■ Uitvoering Europese Verkiezingen op 22 mei 2014 conform de Kieswet. ► Provinciale State verkiezingen op 18 maart 2015 conform de Kieswet; Tweede Kamerverkiezingen op 3 mei 2017 conform de Kieswet.
1.3.2 Heerenveen heft ◄verleden
■ heden
► toekomst
ER-doelen Tijdig en volledig opleggen aanslagen lokale belastingen en heffingen Gemeentelijke belastingen De lokale belastingen vormen voor de gemeente algemene middelen. Een voorbeeld hiervan is de Onroerende Zaakbelasting. Leges worden geheven om dienstverlening aan burgers en bedrijven zoveel mogelijk kostendekkend te laten verlopen. De leges mogen de kosten niet overstijgen. Precariobelasting ◄ Sinds 1 juli 2011 worden aanslagen Precariobelasting opgelegd aan nuts- en particuliere bedrijven die eigenaar zijn van kabels en leidingen in gemeentegrond. Liander, de eigenaar van deze leidingnetten heeft tegen de aanslagen een beroepsprocedure gestart. In het verleden zijn met exploitanten overeenkomsten gesloten die hen vrijstellen van belasting op hun leidingen in gemeentegrond. Hun rechtsopvolgers beroepen zich op deze
16
■
►
overeenkomsten. In genoemde rechtzaak schuilt een risico op terugbetaling van belasting. In verband met dat risico wordt een deel van de precario-opbrengsten in een voorziening voor terugbetaling apart gehouden. Deze heeft op 31 december 2013 een omvang van € 2,4 miljoen. Tot en met 2013 is € 4 miljoen aangewend als algemeen dekkingsmiddel. In de loop van 2014 zal een inventarisatie worden gepleegd van de aanwezige leidingen in het grondgebied van voormalig Boarnsterhim en de grenscorrectie De Friese Meren, zodat die leidingen bij de aanslagen over 2014 in de nieuwe gemeente Heerenveen kunnen worden betrokken. Verwacht wordt, dat genoemde aanslagen in januari 2015 zullen worden opgelegd. De laatste mutaties in de aantallen meters leiding kunnen dan nog worden verwerkt. In de begroting is voor Precario een opbrengst van € 2,6 miljoen geraamd waarvan € 1,8 miljoen aan de voorziening wordt toegevoegd en € 0,8 miljoen in de begroting als algemeen dekkingsmiddel is ingezet. Verwacht wordt dat deze waarden hoger uit zullen vallen als gevolg van de herindeling en de grenscorrectie. Met ingang van 2015 wordt de opbrengst van de precarioheffing volledig aan de terugbetalingsvoorziening toegevoegd. De uitkomst van de gerechtelijke beroepsprocedure blijft vooralsnog ongewis.
Kwijtschelding kleine zelfstandigen ◄ N.v.t. ■ Op grond van besluitvorming in de vergadering van uw raad van 7 januari 2014 wordt thans de regeling kwijtschelding uitgevoerd, zoals die tot en met 2013 van toepassing was. Dus zonder verruiming. De uitvoering geschiedt op generieke grondslag, er is geen sprake van besluitvorming om maatwerk toe te passen. In genoemde vergadering is afgesproken, dat het onderwerp Verruiming kwijtschelding apart zou worden voorgelegd. In de begroting voor 2014 is € 500.000 beschikbaar voor de toekenning van kwijtschelding voor de afvalstoffen- en rioolheffing. Tot en met maart is, op grond van de oude regeling, bijna € 480.000 (inclusief OZB) uitgegeven. In 2012 is wegens kwijtschelding € 522.000 in de jaarrekening verantwoord. In 2013 was sprake van € 440.000. Achtergrond van de lagere uitgaven is de koppeling van bestanden met het Inlichtingenbureau, waardoor in eerste instantie een grote mate van uitval optrad en wij op een duizendtal aanvragen een uitgebreide behandeling moesten toepassen. Uitgaande van de kosten 2012 vermeerderd met enige autonome groei is de toename binnen de bestaande regeling eerder op een bedrag van € 35.000 geschat. Wij vinden het echter nog prematuur om dit bedrag nu ter afweging aan te melden. De voorstellen voor verruiming betreffen ondernemers/kleine zelfstandigen en in beperkte mate de kosten voor kinderopvang, respectievelijk € 37.000 en € 4.000. Zoals verwoord onder het staande beleid berusten deze cijfers op eerdere schattingen. Uitgegaan is van een 100-tal aanvragen van kleine zelfstandigen c.q. zzp‟ers (zelfstandige zonder persoeneel), met een gemiddelde waarde van € 360 per aanvraag. Het getal van 100 aanvragen is een aanname die is gebaseerd op het hoge aantal zzp‟ers in Heerenveen die mogelijk vanwege de recessie een beroep zullen doen op de verruimingsmogelijkheid. Daarnaast zijn er organisatiekosten mee gemoeid om de aanvragen af te kunnen handelen. Voor het vaststellen van het recht op kwijtschelding moet gekeken worden hoe hoog het inkomen – het salaris - is die een zelfstandige maandelijks genereert uit zijn werkzaamheden en hoeveel privévermogen de zelfstandige heeft. De winst c.q. vermogen in de onderneming wordt buiten beschouwing gelaten. Deze situatie is op zich niet lastig te toetsen. De lastige aanvragen zijn die van ondernemers of kleine zelfstandigen die een deel van de privéwoning gebruiken voor de bedrijfsvoering. Het betreft dan vooral het antwoord op de vraag welk deel van de OZB en diftar dan betrekking heeft op het privé deel en wat op het zakelijk deel. Gezien de complexiteit en het verhoogd risico op bezwaar en beroep hierbij ramen wij hiervoor € 36.000. Hierbij gaan wij ervan uit dat wij de uitvoering hiervan onderbrengen bij Bureau Zelfstandigen Fryslan. Bovengenoemde bedragen zijn recessiegevoelig. Zodra de markt weer aantrekt verwachten wij dat het beslag op de verruiming zal gaan afnemen. Aangezien wij hiervan nog geen echte signalen ontvangen houden wij het bedrag vooralsnog structureel aan. Gedurende 2014 en 2015 zullen wij het beslag op de
17
►
Kwijtschelding monitoren en via de reguliere concerncyclus waar nodig aanpassen. Voor de jaren 2015 en verder de uitzetting van het taakveld kwijtscheldingen voor ondernemers/kleine zelfstandigen, via de solidariteitsheffing te verdisconteren in de tarieven OZB en deze met ingang van 2015 te verhogen met ± 0,6% (€ 77.000).
Onroerende zaakbelastingen ◄ De belasting op de Onroerende Zaken in de gemeente wordt geheven van eigenaren van woningen en bedrijfspanden en gebruikers, alleen voorzover het gaat om bedrijfspanden. In 2013 lag de opbrengst op € 10,1 miljoen. ■ In 2014 is de OZB per einde maart nagenoeg volledig opgelegd. In de gebieden van de herindeling Boarnsterhim en de grenscorrectie De Friese Meren zullen tot de zomer van 2014 nog een aantal objecten gecorrigeerd worden. Daarna worden de aanslagen aan die objecten opgelegd. Op dat moment zal sprake zijn van het volledig opleggen van de Onroerende zaakbelastingen in 2014. Naar verwachting zal de geraamde opbrengst worden gehaald. Voor 2014 ligt de raming op € 12.653.000. Per einde maart is € 12.533.000 gerealiseerd. Een groot aantal objecten uit voormalig Boarnsterhim en de grenscorrectie waren al correct in onze WOZ-administratie overgekomen. Die objecten zijn in genoemde realisatie betrokken. ► De totale mutaties in de onroerende zaakbelastingen komen in deze Verantwoordings- en Perspectiefnota uit op de volgende getallen: 2015 2016 2017 2018 % +4,6% +0,5% + 0,5% + 0,5% € + € 577.000 + € 60.000 + € 60.000 + € 60.000 Taakstelling belastingen ◄ N.v.t. ■ N.v.t. ► Eén van de maatregelen in Bezuinigingsronde drie is Belastingen. De maatregel stak in op samenwerking op ICT-gebied met collega-gemeenten en Wetterskip Fryslân. Voor Heerenveen werd gedacht dat een besparing van € 100.000 mogelijk zou moeten zijn, onder meer op ICT-kosten en op personele inzet. Na uitvoerig onderzoek door de samenwerkende gemeenten en het Wetterskip blijkt dat Heerenveen hieruit geen bezuiniging kan realiseren. Onze verwerkingskosten zijn dermate laag, dat samenwerking en toerekening van alle kosten onderling tot hogere uitgaven zou leiden. Als alternatief wordt voorgesteld de maatregel in te vullen uit het WOZ-accres, waarbij de objectwaarden van de nieuwe zuivelfabrieken op peildatum 1 januari 2014, zijn gewaardeerd. Preventiemedewerker ◄ N.v.t. ■ N.v.t. ► Gedurende de afgelopen jaren werden de kosten voor fraude en preventie bij WIMO betaald uit het overschot op de rijksbijdrage voor de bijstandsuitkeringen. Inhoudelijke overweging daarbij was dat inzet op deze werkzaamheden een besparing op genoemde middelen zou worden gerealiseerd. Deze overweging geldt nog steeds maar er is geen overschot meer op de uitvoering van de bijstand. Daarbij past het in de lijn van het gezond maken van de begroting om vaste formatie ook te voorzien van dekking vanuit de algemene middelen. Daarom wordt voorgesteld deze constructie te saneren en voor de taken preventie en handhaving structureel € 60.000 beschikbaar te stellen. Omgevingsvergunningen ◄ Over 2013 is wegens leges omgevingsvergunningen € 533.000 bij burgers en bedrijven in rekening gebracht. In 2013 was niet sprake van grote bouwprojecten. ■ In het eerste kwartaal van 2014 is sprake van een realisatie van € 159.000. De raming voor 2014 bedraagt € 841.000. Op basis van de huidige realisatie zal de raming moeten worden aangepast in één van de volgende Verzamelbesluiten/Bestuursrapportage, als er zch geen aanvragen met grotere bouwsommen aandienen. Door één van de aanvragers uit 2010 en 2011 was een bezwaarprocedure begonnen. Dit gaf aanleiding om betreffende legesnota‟s met € 30.000 te verlagen. Deze verlagingen
18
►
zijn overeenkomstig de legesverordening. Deze biedt de mogelijkheid om (achteraf) correcties aan te brengen als de bouwsommen uiteindelijk lager waren dan ten tijde van de indiening bekend was. Voorgesteld wordt om voor genoemde teruggave een bedrag van € 30.000 beschikbaar te stellen. Legesinkomsten zijn door onze systematiek van legesheffing, waarbij niet zozeer het aantal aanvragen maar veel meer de bouwkosten per aanvraag bepalend zijn voor de totale legesinkomsten, altijd erg grillig en onvoorspelbaar geweest. Er wordt begroot op basis van inschattingen waarbij zowel het verleden als verwachtingen voor de komende tijd worden betrokken. Met name het afkomen van grotere bouw-aanvragen is in de huidige jaren zeer onzeker.
1.3.3
Heerenveen faciliteert evenementen
◄verleden ■ heden
► toekomst
ER-doelen Meer bezoekers en bestedingen in het centrum van Heerenveen en omgeving; Zorgdragen voor een kwaliteitsimpuls van evenementen door mogelijkheden van clustering te onderzoeken. Dit moet leiden tot een grotere kwaliteit en wervingskracht waardoor per saldo een grotere herkenbaarheid wordt verkregen en de identiteit van Heerenveen wordt versterkt Evenementen ◄ De gemeente heeft op basis van de kadernota profilering actief bijgedragen aan het tot stand komen van de gezamenlijke citymarketingorganisatie Heerenveen „n gouden plak. ■ De vereniging ‟n gouden plak is opgericht; Diverse gezamenlijke activiteiten zijn ontwikkeld (schaatsmaand, lichtfestival, Thialf actie) onder de noemer van „Heerenveen ‟ n gouden plak‟. ► Verstevigen positie „Heerenveen ‟n gouden plak‟ en versterken duidelijkheid over gemeentelijke rol hierbij; Vanuit inhoud en creativiteit blijven bijdragen aan „Heerenveen „n gouden plak‟.
1.3.4
Heerenveen werkt samen
◄verleden
■ heden ► toekomst
ER-doelen Samenwerking bevorderen met partners, andere overheden en in het bijzonder met onze omliggende gemeenten; Verdere professionalisering van de brandweerzorg ten behoeve van een adequate hulpverlening door het onderbrengen van de brandweer binnen de Veiligheidsregio Fryslân per 1 januari 2014 op grond van Wet Veiligheidsregio‟s. Sociaal domein ◄ Het rijk heeft bepaald, dat er op onderdelen van de decentralisaties op het sociale domein moet worden samengewerkt met andere gemeenten in congruente regio‟s. Alle friese gemeenten vormen een regio. Dat geldt bijvoorbeeld voor de arbeidsmarkt (het werkbedrijf), de specialistische voorzieningen jeugdzorg en de bovenregionale onderdelen begeleiding AWBZ. Voor de jeugdzorg is er nog een onderverdeling naar de subregio. Dat is de RMC (Regionale Meld- en Coördinatiefunctie)-regio Zuidoost Friesland. ■ Het uitgangspunt is lokaal waar het kan en regionaal/provinciaal waar het moet. Bij regionale/provincial taken maken we zoveel mogelijk gebruik van „couleur local‟: de ruimte om lokaal maatwerkafspraken te maken. ► Voor enkele regionale taken zijn we als gezamenlijke gemeenten opdrachtgever naar zorgaanbieders. Het aankomend jaar moet duidelijk worden in welke vorm dit wenselijk is (bv. Constructie centrumgemeente, GR). We gaan voor een transparante en eenvoudige samenwerkingsvorm. Samenwerking op ICT-gebied Heerenveen, Leeuwarden en Smallingerland ◄ De onderzoeken naar samenwerking hebben in 2013 niet geleid tot concrete stappen. De prioriteit van Leeuwarden lag bij hun eigen organisatieontwikkeling en de focus was gericht
19
op de waddeneilanden. ■ N.v.t. ► De samenwerking met Drachten was vooral gericht op kwaliteitsverbetering en van elkaar leren, zonder daarbij concrete resultaten te benoemen. Om die reden hebben wij dan ook gemeend het vizier naar het westen te gaan richten en zijn er oriënterende gesprekken met de gemeente Sudwest Fryslân gepland.
1.3.5
Heerenveen bevordert veiligheid
◄verleden ■ heden
► toekomst
ER-doelen Zowel bestuurlijk als operationeel optimaal voorbereid blijven op rampen en grootschalige incidenten; Verder inrichten en faciliteren van de veiligheidsketen, zodat steeds passend en op de juiste schaal kan blijven worden gereageerd op signalen van (dreigende) onveiligheid. Veiligheidshuis ◄ Het Veiligheidshuis is een bovenlokale voorziening in de keten van welzijn, zorg en justitie. Casussen die een bovenlokale aanpak vergen, omdat er sprake is van meerdere interventies in de keten van welzijn en justitie, worden voor regie neergelegd bij het Veiligheidshuis. Daarnaast vervult het Veiligheidshuis een expertiserol bij de aanpak van specifieke groepen zoals voetbalhooligans. In de pilotfase werd het Veiligheidshuis gefinancierd door Justitie. ■ Voor dit jaar is een eenmalige bijdrage overeengekomen. De bijdrage van justitie is gestopt en de gemeenten zijn volwaardig partner. De meerwaarde van het Veiligheidshuis is helder. In de praktijk zal nog de nodige doorontwikkeling plaatsvinden om die meerwaarde ook optimaal te realiseren. Met de komst van de Jeugdwet naar de gemeenten is het Veiligheidshuis ook een belangrijke partner in jeugdzorgzaken waar sprake is van dwang en drang. ► De samenwerking in het Veiligheidshuis is van belang maar moet nog verder worden geoptimaliseerd. De financiering dient structureel te worden gemaakt. De bijdrage is minimaal € 8.000 per jaar en maximaal € 24.000 per jaar. Wij zijn nog in onderhandeling met het Veiligheidshuis over de toedeling van kosten. Wij zijn van mening dat wij nu een groter aandeel in de kosten krijgen toebedeeld dan dat er feitelijk ondersteuning wordt geboden. Verzocht wordt om € 8.000 structureel beschikbaar te stellen. Beleidsplan integrale veiligheid ◄ In verband met tekort aan capaciteit (door ziekte) heeft de uitvoering van het beleidsplan in 2013 zich beperkt tot de going concerntaken. ■ Het beleidsplan integrale veiligheid loopt af eind 2014. ► Evaluatie van het beleidsplan vindt plaats in 2015 zodat het nieuwe alsdan vastgestelde beleid vanaf 2016 uitgevoerd kan worden. Veiligheidsregio Fryslân ◄ N.v.t. ■ N.v.t. ► Met ingang van 2015 wordt de bijdrage aan de Veiligheidsregio niet meer verdeeld op basis van inwoneraantallen, maar op basis van de cluster OOV (Openbare Orde en Veiligheid) van het gemeentefonds. Er is sprake van een voordelig effect en ontstaat er de komende vier jaren een structureel voordeel van € 65.000 per jaar, oplopend tot € 260.000 in 2018.
1.3.6
Heerenveen verleent diensten
◄verleden ■ heden ► toekomst
ER-doelen Meer eigen verantwoordelijkheid voor burgers en bedrijven bij aanvragen om vergunningen en de naleving van regels; Het aanvragen van diensten en producten toegankelijker maken door zowel in te zetten op de website als op de digitale balie.
20
Algemeen Beleidskader Garanties ◄ N.v.t. ■ In de raadsvergadering van 14 april 2014 is het Algemeen Beleidskader voor garanties van de gemeente Heerenveen vastgesteld. Daarbij is het mogelijk gemaakt om middels het verlenen van een garantie, instellingen (stichtingen, verenigingen e.a.) zelf de verantwoordelijkheid te geven om investeringen te financieren, waarbij de gemeente Heerenveen als achtervang fungeert in de vorm van borgstelling. Gelet op de huidige (minimale) financiële positie, wordt geadviseerd om voor te verlenen garanties (met een geringe omvang) een voorziening te vormen voor het afdekken van mogelijke toekomstige risico‟s die hieruit voort kunnen vloeien. Voorgesteld om in 2014 een Voorziening garanties in te stellen en hierin een eenmalig bedrag te storten van € 100.000. ► N.v.t. ICT/Digitalisering ◄ Uitgewerkte visie van de informatiehuishouding. Implementatie van papierloos vergaderen door het College, Directie, Portefeuillehouderoverleg en OR. ■ Gestart met de verkenning voor de volgende fase, het digitaliseren van de werkprocessen rondom bestuurlijke besluitvorming. Eerste aanzet in het koppelen van vakinhoudelijke systemen aan het financiele system. Er is invulling gegeven aan het archiveren van webcontent (Wettelijke verplichting om de content en context op de website te archiveren). ► Digitalisering van de gemeentelijke informatiehuishouding is een doorgaande ontwikkeling die meerdere jaren in beslag neemt. Doorgaande digitalisering moet leiden tot vergroting van de doeltreffendheid en/of doelmatigheid van de gemeentelijke dienstverlening. Het beoogde resultaat is de gemeentelijke informatiehuishouding grotendeels (> 70%) “verzekerd digitaal” is, conform de wet- en regelgeving en goedgekeurd door het toezicht van de hogere overheid. Hiernaast zijn we op grond van medebewind genoodzaakt digitalisering verder door te voeren (Nationaal Uitvoerings Programma; NUP etc.) Zaakgericht werken ◄ Proof of concept (PoC) is afgerond en heeft informatie opgeleverd voor de manier waarop zaakgericht werken succesvol geïmplementeerd kan worden in de organisatie (Evaluatierapportage). ■ Plan van aanpak voor de implementatie van zaakgericht werken in de komende jaren is opgesteld. Uitvoering geven aan fase 1 zaakgericht werken (tot 1 januari 2015). Er zijn verkennende gesprekken gevoerd met de leverancier over de invulling van fase 1. ► Het beoogde resultaat op termijn is een gemeentelijke dienstverlening waarin de afhandeling van klantvragen en het volgen en bewaken van dat proces grotendeels digitaal verloopt. Het KCC kan vanuit haar rol als voorportaal van de gemeentelijke dienstverlening vele 1e lijns klantvragen direct beantwoorden met beschikbare digitale informatie. Daarbij wordt via Mijnoverheid.nl informatie - zoals statusinformatie beschikbaar gesteld voor de burger. KCC ◄ Vanuit het Project Klant Contact Centrum (KCC) wordt meer samengewerkt met andere afdelingen, waarbij gemeentelijke producten en diensten binnen het KCC worden afgehandeld. Van alle klantvragen die binnenkomen via het 14+ nummer wordt 45% beantwoord, zoals vragen die normaliter door de afdeling Belastingen beantwoord worden na de oplegging van het eerste kohier OZB. Alleen de specialistische vragen worden naar de afdeling Belastingen doorgezet. ■ Bij het project KCC vormen het wettelijk kader (uiterlijk 2015 moeten alle gemeenten een KCC hebben als herkenbare ingang waar burgers, bedrijven en instellingen terecht kunnen voor alle producten en diensten van de overheid), de zelfredzaamheid, maar ook de wens van de burger, de uitgangspunten voor de vormgeving van producten en diensten. Binnen de organisatie tekenen de contouren van een centraal gepositioneerd KCC (centraal punt betreffende dienstverlening) zich steeds sterker af. ► Doel is om het KCC van de gemeente Heerenveen per 31 december 2014 volledig in bedrijf te hebben en alle klantvragen die aan de balie, telefonisch, via internet, per email of met de inkomende post gesteld worden, in het 1e lijns klantcontact te
21
beantwoorden. Het wordt zaak blijvend op dienstverlening te focussen na 1 januari 2015, wanneer het Programma Eén in Dienstverlening en het Project KCC eindigen. De huidige website voldoet volledig aan de webrichtlijnen en is net als vorig jaar gecertificeerd met de hoogst haalbare score. Omdat er meer behoefte is aan een website met meer dan alleen informatie over gemeentelijke producten en diensten wordt er samen met „Heerenveen „n gouden plak‟. (VVV en Ondernemersvereniging) gewerkt aan een portal, www.heerenveen.nl. De portal www.heerenveen.nl wordt een mix van onze gemeentelijke communicatie aan de burger en informatie van private instellingen. Via de portal kan de bezoeker niet alleen informatie vinden over, of aanvragen van de gemeentelijke producten en diensten, maar ook informatie over, en doorverwijzing naar, ketenpartners, wijkverenigingen en meer. In combinatie met Zaakgericht werken en Mijnoverheid.nl worden producten en diensten zoveel mogelijk digitaal aangeboden. Voor de digibeten of inwoners zonder computer, zijn pc‟s in de publiekshal beschikbaar met ondersteuning van een gastheer/vrouw.
1.3.7 Heerenveen handhaaft
◄verleden ■ heden ► toekomst
ER-doelen Sober (en helder) handhaven van wet- en regelgeving, waar mogelijk op het wettelijk minimum-niveau en met duidelijke prioriteiten Meer vertrouwen in de samenleving bij de naleving van regels maar wanneer dit vertrouwen beschaamd wordt, kan handhavend opgetreden worden Handhaven (Verbeterplan VTH-kwaliteit) ◄ De evaluatie van het handhavingsbeleid heeft geleid tot de nieuwe beleidsnotitie “Helder en Haalbaar Handhaven“. ■ N.v.t. ► In de bestuursrapportage 2013 is melding gemaakt van de kwaliteitscriteria waaraan vergunningverlening, toezicht en handhaving in het omgevingsrecht (milieu, bouw, ruimtelijke ordening, monumenten, natuurbescherming, flora en fauna, water) aan moeten voldoen. Deze kwaliteitscriteria zijn bedoeld om de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (de VTH-taken) door gemeenten en provincies in het omgevingsrecht te professionaliseren en de kwaliteit in organisaties te borgen. Het is de bedoeling, dat deze criteria wettelijk vastgelegd worden in de Wet VTH, die volgens planning op 1 januari 2015 in werking treedt. Op dat moment moet ook onze gemeente aan deze criteria voldoen. Op basis van een zelfevaluatie is naar voren gekomen, dat wij zelfstandig niet kunnen voldoen aan de specifieke capaciteitscriteria voor enkele specialistische deskundigheidsgebieden. (bijvoorbeeld externe veiligheid, cultuurhistorie en geluidsmetingen). Daarnaast zal geïnvesteerd moeten worden in opleidingen. Hiertoe is een concept-verbeterplan opgesteld. Onze insteek is om deze kosten tot een minimum te beperken door het komende halfjaar intensief met de provincie Fryslân en andere Friese gemeenten op te trekken omdat deze met hetzelfde probleem zitten als Heerenveen, zodat efficiëncyvoordelen gehaald kunnen worden. Hierbij zal ook onderzocht worden of middels zgn. ervaringscertificaten de opleidingskosten beperkt kunnen worden. Zodra inzichtelijk is welke kosten noodzakelijk zijn om aan de kwaliteitscriteria te voldoen zullen wij via de Bestuursrapportage 2014 of de Verantwoordings- en Perspectiefnota 2015 met een voorstel bij uw raad komen. Overigens zien wij zelf geen aanleiding voor een verbetertraject omdat wij geen knelpunten zien in de kwaliteit van de vergunningverlening en handhaving. Landelijke afspraken/regelgeving nopen ons daartoe. Financiële consequenties voor het op het structureel op orde brengen van de BAG Basisregistratie Adressen en Gebouwen) ◄ Om aan de wettelijke taak, om de BAG op orde te hebben en houden naar de normen van de wetgever, uitvoering te kunnen geven zijn extra inspanningen nodig, zowel in
22
■ ►
structurele als eenmalige zin. De benodigde extra inspanningen zijn zowel eenmalig als structureel. Naar verwachting zal de –eenmalige- inhaalslag € 184.000 kosten. Deze kosten zijn gemoeid met het beoordelen en verwerken van mutaties voortvloeiend uit luchtfotovergelijkingen. Het streven is om de – structurele- extra benodigde loonkosten te dekken uit reeds beschikbare middelen. Wat de structurele kosten van de luchtfotovergelijking (€ 15.000 per jaar) betreft wordt voorgesteld om deze kosten vooralsnog voor de duur van twee jaar te bekostigen. In die twee jaar kan dan onderzocht en vastgesteld worden of een mogelijk terugverdieneffect vanuit de OZB ook gerealiseerd wordt (want meer onroerend goed kan leiden tot hogere OZB waarden en dus tot meer OZB opbrengsten).
1.3.8
Heerenveen koopt in
◄verleden
■ heden ► toekomst
ER-doelen Doelmatiger en rechtmatig inkopen; Maatschappelijk verantwoord inkopen/duurzaam inkopen. Inkoop ◄ Uit de praktijk blijkt, dat het grootste deel van de gunningen aan het (Midden en kleinbedrijf (MKB) worden gedaan en dat bijna 50% aan Friese bedrijven wordt gegund. In 2013 zijn een rekenkamer onderzoek en een onderzoek van de afdeling Kwaliteit & Analyse uitgevoerd met als onderwerp inkoop. In 2013 is een tweede rekenkamer onderzoek van start gegaan met als onderwerp inkoop van een deel van inhuur externen/personae. ■ Nieuwe Aanbestedingswet van kracht geworden. Er is een (voorlopig) aangepast Inkoop/aanbestedingsbeleid door ons vastgesteld. Tevens hebben wij beleid op het gebied van Social Return vastgesteld. ► In de tweede helft 2014 wordt een dialoog aangegaan met de gemeenteraad inzake het Inkoop-/aanbestedingsbeleid. Daarbij worden o.a. bovengenoemde onderzoeken betrokken. Per 1 juli 2014 wordt een nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijn van kracht, welke binnen twee jaar door het Rijk moet worden geïmplementeerd in nationale wetgeving (aanpassing Aanbestedingswet).
1.3.9
Heerenveen beheert eigendommen en zaken
◄verleden ■ heden ► toekomst
ER-doelen Beter en gecentraliseerd beheer van gemeentelijke (te beheren) zaken en eigendommen; Inspelen op marktontwikkelingen en anticiperen op ontwikkeld beleid(vastgoed)beheer. Werkstate ◄ In WerkState zijn de gemeentelijke afdeling WIMO (Werk, inkomen en maatschappelijke ondersteuning) en diverse externe partijen gehuisvest. Er wordt maxiale invulling nagestreefd maar de economische situatie werkt niet mee. Met de komst van het Centrum voor Jeugd en Gezin is een leemte ingevuld en een huurder voor langere termijn binnengehaald. ■ Door groeiende interesse van marktpartijen is het perspectief voor de verhuurbaarheid positief. ► Er wordt onderzocht of WerkState onderdeel kan uitmaken van een CV constructie, waarbij het gemeentelijk vastgoed op afstand wordt gezet (zie inleiding; Verkoop bezittingen).
23
Onroerende zaken Boarnsterhim De onroerende zaken uit voormalige gemeente Boarnsterhim die reeds eigendom zijn van de gemeente Heerenveen zijn geïnventariseerd maar contractueel nog niet bijgewerkt. Vanwege complexiteit en onduidelijke contractsituaties vergt bijwerking meer tijd dan vooraf ingeschat. Tevens is gebleken dat niet alle onderhoudskosten gedekt zijn via onderhoudsbudgetten. Hier ontstaat een zeker financieel risico. Diverse opstallen welke zijn overgekomen vanuit de voormalige gemeente Boarnsterhim kampen met achterstallig onderhoud of er dient onderhoud te worden uitgevoerd. De bestaande budgetten zijn niet toereikend.
Specifiek onderhoudstechnisch hieronder nog enkele aandachtspunten:
Sporthal Utingeradeel te Akkrum Naar aanleiding van een inspectie is opgevallen dat de stalen dakplaten enigszins doorhangen. Door Bureau 44 is een controleberekening gemaakt om na te gaan of de staalconstructie in relatie tot de belastingen nog wel voldoet. Conclusie: de onderregels van de vakwerkspanten moeten worden versterkt, de rest van het dak voldoet maar zit volledig in de „reserve‟. In de loop van 2014 zullen de financiële consequenties duidelijk worden. Jeugdcentrum Medium (Aldeboarn) Voor dit gebouw moet een keuze worden gemaakt: of een complete renovatie of afstoten. Er is jarenlang onvoldoende onderhoud gepleegd. In 2014 zal een voorstel volgen over de mogelijkheden.
Verkoop voormalige schoollocaties Door het vrijkomen van voormalige schoollocaties, ontstaan op diverse plaatsen binnen de gemeente mogelijkheden tot een alternatieve invulling of een ontwikkeling. Diverse initiatieven worden geuit. Dit biedt kansen voor de omgeving maar de doorlooptijd is langer vanwege planologische voorwaarden. Reeds een achttal voormalige schoollocaties worden op dit moment beheerd in afwachting van verkoop of een andere ontwikkeling. Voor het beheer is geen budget gereserveerd. In 2014 volgt een collegevoorstel over hoe om te gaan met deze ontwikkeling met in de Berap de financiële consequenties. Verkoop agrarische gronden In 2014 zullen overtollige agrarische gronden worden verkocht. Indien echter in de toekomst bestemmingswijzigingen aan de orde zijn zal bijbetaling verschuldigd zijn. Voor specifieke locaties worden de mogelijkheden verkend voor invulling als energieveld. Dierenasiel ’t Heerveld De landelijke Dierenbescherming heeft contacten met de locatie ‟t Heerveld en wellicht interesse in de dierenopvang. Momenteel fungeert de opvang zelfstandig en de beheerders hebben ook de wens geuit dit zo te houden. Op dit moment wordt het voordeel van een dierenopvang „op afstand‟ niet gezien. Vanwege de herindeling moet rekening worden gehouden met een structureel hogere bijdrage aan opvangkosten omdat er, op jaarbasis, meer zwerfdieren moeten worden opgevangen. Overigens is het opvangen van zwerfdieren een wettelijke taak van de gemeente. De voorlopige raming is dat er op jaarbasis circa 25% meer katten zullen worden opgevangen. Dit komt overeen met een structureel bedrag van circa € 5.000 per jaar. Subsidies molens ◄ N.v.t. ■/► Door de herindeling is de Melle-molen overgegaan naar de gemeente Heerenveen. Hiervoor zijn geen aanvullende financiële middelen meegekomen. Het bestaande budget voor de Tjongermolen is niet toereikend. Er is m.i.v. 2014 een structurele aanvulling nodig van het budget met € 3.000 per jaar. Verkoop boerderij Rottumerweg ◄ N.v.t. ■ De verkoopopbrengst bedraagt in eerste instantie € 300.000 en een (mogelijke) uitgestelde verkoopopbrengst van € 50.000, die op een later moment wordt uitgekeerd. Deze incidentele baat van € 300.000 moet nog worden verminderd met een eenmalige
24
►
kostenpost van € 10.000 zijnde de verkoopkosten. N.v.t.
1.3.10
Heerenveen verbetert de organisatie
◄verleden
■ heden
► toekomst
ER-doelen Verdere professionalisering van de bedrijfsvoering Verbetering infrastructuur Applicatieomgeving ◄ Een aanzet voor doorlichting van de applicatieomgeving en voor het werken met business cases is gemaakt. Kaders voor het kritisch beoordelen van nut en noodzaak van nieuwe software of vervanging van software zijn ontwikkeld. ■ De aanzet voor doorlichting en het werken met business cases is nog niet goed genoeg. Het implementeren van de kaders loopt. ► Aanzet doorlichting en business cases verbeteren gevolgd door doorlichten applicatieomgeving en toepassen business cases. Afronden implementatie van de kaders. Basisregistraties ◄ Beleid op basisregistraties is gerealiseerd. Dit beleid volgt het beleid van het Rijk en is gemeentespecifiek gemaakt waar nodig. De 1e fase van de implementatie van de basisregistratie grootschalige topografie (BGT) is gestart. ■ Beleid is in uitvoering. Uitvoering 1e fase BGT. ► 1e fase BGT loopt door tot 2015. e-HRM ◄ Concept plan van aanpak voor invoering van electronic Human Resource Management (eHRM) is gerealiseerd. De aanpak bestaat uit 3 fasen. De uitvoering van de eerste twee fasen moet leiden tot verbetering van de doelmatigheid en daarmee een bijdrage aan de bezuiniging op bedrijfsvoering. Ook moeten deze fasen leiden tot het buiten de deur plaatsen van de salarisadministratie omdat na implementatie van deze fasen de schaal te klein wordt om in eigen beheer kwalitatief een goede salarisadministratie te kunnen voeren. Fase 3 is afhankelijk van het resultaat van de daarvoor ter zijner tijd te maken business case. ■ Concept plan van aanpak. ► Advisering en besluitvorming en uitvoering plan van aanpak in 2014 t/m 2016. HRM visie De visie op Human Resource Management (HRM) bevat diverse speerpunten: ◄ Gerealiseerd is het speerpunt Strategische Personeelsplanning/mobiliteit. We boeken successen met het opleiden en inpassen van eigen (soms boventallige) medewerkers op vacatures. Daarmee geven we tegelijk invulling aan goed werkgeverschap maar worden ook WW-rechten voorkomen. Gestart is met het vorm en inhoud geven aan de speerpunten leiderschapstijl, functioneren, beoordelen en belonen. Het speerpunt werving en selectie is nagenoeg gerealiseerd. ■ Vorm en inhoud geven aan diverse speerpunten in uitvoering. ► Afronding in de komende jaren. Doorontwikkeling van mobiliteit naar een groter repertoire voor re-integratie door middel van werk-naar-werk-trajecten (gedwongen en vrijwillig). Functiewaardering ◄ De implementatie van HR21, een gemeentebreed gebruikt systeem voor functiewaardering, is gestart. ■ De implementatie is tijdelijk stil gezet, mede als gevolg van de organisatiewijziging. ► Afronden implementatie na afronding organisatiewijziging. GVOP (Gemeentelijke Voorziening voor Officiële publicaties) ◄ De implementatie van de GVOP is gestart. Door middel van deze implementatie moet de bezuiniging op Crackstate Nijs gerealiseerd worden.
25
■ ►
Implementatie is in uitvoering. Afronding implementatie per 1 april 2014. N.v.t.
Mobiele apparatuur ◄ Als gevolg van gebruik en daarmee gepaard gaande stijging van de kosten van mobiele apparatuur was er een onvermijdelijke overschrijding van het budget. ■ De nieuwe aanbesteding in 2014 met een groter volume aan mobiele apparaten leverde een dusdanig gunstige uitkomst op dat bij gelijkblijvende kosten de komende twee jaar de budgetoverschrijding is geneutraliseerd. ► N.v.t. Bestuurlijke besluitvorming (iBabs) ◄ N.v.t. ■ N.v.t. ► Eind 2012 heeft de gemeenteraad Heerenveen de keuze gemaakt om papierloos te gaan vergaderen, en uiteindelijk heeft dit geresulteerd in een oplossing, iBabs. Een van de processen die onder de loep is genomen bij het onderzoek Efficiency Bedrijfsvoeringsprocessen is het besluitvormingsproces. De winst zit op velerlei vlakken: maken en aanbieden van voorstel, paraferen, agenderen, besluiten registratie, archiveren, zoekfunctionalitieit. Daarnaast is vanuit de Raad al meermalen de behoefte geuit aan een goede oplossing voor de Lange Termijn Agenda (LTA). Momenteel wordt aan de koppeling met iBabs gewerkt, waardoor hierin kan worden voorzien. IBabs wordt vooralsnog alleen gebruikt voor collegevergaderingen, directievergaderingen en portefeuilleoverleg. De implementatie en inrichting van iBabs voor het bestuurlijk besluitvormingsproces vraagt een eenmalige investering van € 30.000. Concerncontrol ◄ N.v.t. ■ In het collegeprogramma hebben wij als resultaat benoemd dat de omvang van de gemeentelijke organisatie maximaal de omvang is van soortgelijke gemeenten. Om hier mede invulling aan te geven vinden wij het van belang om periodiek mee te doen aan een benchmark die de gemeentelijke organisatie vergelijkt met soortgelijke gemeenten. Tevens vinden wij het van belang, dat de organisatie meer inzet op het beheersen en voorkomen van risico‟s (risicomanagement) van de organisatie. Het gevraagde (structurele) budget van € 5.000 zal dan ook worden ingezet ten behoeve van het beheersen van de organisatie; zowel meerjaarlijks ten behoeve van een benchmark als andere manieren van beheersing (control). ► N.v.t. Algemene uitkering gemeentefonds (circulaires) ◄ In de Themarekening 2013 is sprake van een hogere algemene uitkering dan geraamd (circa € 1,5 miljoen). Hiervan heeft € 1,1 miljoen betrekking op het jaar 2013 en circa € 0,4 miljoen op de jaren 2011 en 2012. In de Themarekening is rekening gehouden met de verwerking van de december-circulaire 2013 (herfstakkoord en aanpassing accressen). Bij het vervaardigen van de Themarekening 2013 is tevens rekening gehouden met recent ontvangen geactualiseerde gegevens van het CBS (met name hogere aantallen bijstandsontvangers, uitkeringsontvangers, woonruimten, bedrijfsvestigingen enz). Als gevolg hiervan stijgt de algemene uitkering vanaf 2013 structureel met € 425.000. Daarnaast is er sprake van eenmalige positieve effecten gedurende de jaren 2013 t/m 2016. In de raming van de Algemene uitkering Gemeentefonds is rekening gehouden met het toegenomen aantal bijstandsgerechtigden in Heerenveen op 1 januari 2014. ■ In het financieel Verzamelbesluit (2014-2) e.a. zijn voor het jaar 2014 de belangrijkste onderdelen uit de december-circulaire voor het jaar 2014 benoemd, t.w. het herfstakkoord, intensivering van het armoedebeleid, de herindelingsbijdrage en de doorbetalingsverplichting voor de Fumo (de laatste twee onderwerpen zijn in de Themabegroting 2014 financieel reeds verwerkt). Daarnaast zijn in de jaarschijf 2014 de positieve effecten vanuit 2013 (decembercirculaire, aantallen en accressen) in deze nota verwerkt. ► Naast de doorwerking van positieve effecten vanuit de jaren 2013 en 2014 (december-
26
circulaire, aantallen, accressen), is er sprake van een bijstelling in de lonen en prijzen vanaf 2015. Tenslotte is er rekening gehouden met een verwachte structurele korting in de algemene uitkering als gevolg van de herijking van het gemeentefonds vanaf 2015 (circa € 4,00 per inwoner - € 200.000). Het laatste betreft ten tijde van het schrijven van deze nota een inschatting. Resumé: omschrijving intensivering armoedebeleid herfstakkoord herverdeling Gemeentefonds aantallen, accressen bijstelling lonen en prijzen raadsvoorstel Fumo afrondingen totaal hogere uitkering correctie lonen en prijzen bijdrage fumo netto mutatie aantallen, accressen herindelingsbijdrage herindelingsbijdrage
Totaal netto-mutaties
E/S S S S S S S S S S S S E E E E
2014 2015 2016 2017 2018 213.000 260.000 260.000 260.000 260.000 -180.000 500.000 500.000 550.000 550.000 0 -200.000 -200.000 -200.000 -200.000 425.000 425.000 425.000 425.000 425.000 0 200.000 200.000 100.000 100.000 0 100.000 100.000 100.000 100.000 42.000 30.000 80.000 80.000 65.000 500.000 1.315.000 1.365.000 1.315.000 1.300.000 0 -200.000 -200.000 -100.000 -100.000 0 -100.000 -100.000 -100.000 -100.000 500.000 1.015.000 1.065.000 1.115.000 1.100.000 700.000 0 0 700.000
300.000 385.000 -385.000 300.000
250.000 385.000 -385.000 250.000
0 385.000 -385.000 0
0 0 0 0
E/S 1.200.000 1.315.000 1.315.000 1.115.000 1.100.000
Opmerking intensivering armoedebeleid: Ten aanzien van de beschikbare gestelde middelen voor de intensivering van het armoedebeleid (vanaf 2014 € 213.000) wordt opgemerkt, dat deze middelen conform onze financiële systematiek niet voor dit doel zijn gereserveerd. Algemene reserve ◄ In de Verantwoordings- en Perspectiefnota 2013 zijn de tot dan toe bestaande algemene reserves (algemene reserve geblokkeerd, algemene reserve niet geblokkeerd en algemene reserve grondbedrijf) samengevoegd en is er een nieuwe algemene reserve gevormd met een omvang van circa € 16,4 miljoen (zie V&P-nota 2013, bladzijde 14). Als gevolg van de afwaardering van de boekwaarden in het Grondbedrijf, is de stand van deze nieuw gevormde reserve per ultimo 2013 circa € 16,6 miljoen negatief. ■ In de begroting 2014 is een structurele spaarcomponent geraamd van bijna € 2,0 miljoen. Ook incidentele meevallers gedurende het jaar zullen worden toegevoegd aan deze reserve. Per 31 december zal de stand van de algemene reserve circa € 14,6 miljoen zijn. ► Rekening houdende met een oplopende jaarlijkse spaarcomponent tot circa € 2,578 miljoen, zal de omslag (van negatief naar positief) in het jaar 2021 kunnen ontstaan. Dit is exclusief de extra toevoeging, zoals is beschreven in de inleiding. In de notitie reserves en voorzieningen zijn de minimale en maximale standen van de reserves door u vastgesteld. Ten tijde van het vaststellen van deze notitie was er van de nieuwe algemene reserve nog geen sprake. Om te kunnen aangeven in welk jaar de minimale stand zal worden bereikt, is het van belang dat ook voor deze nieuwe algemene reserve door u in ieder geval de minimale stand wordt bepaald. Geadviseerd wordt, mede gelet op de huidige financiële risico‟s, een voorlopige minimale stand aan te houden van € 2,5 miljoen. Rekening houdende met het vorenstaande zal de algemene reserve op basis van de huidige gegevens in 2022 kunnen voldoen aan de geformuleerde minimale positieve stand. In de bovenstaande cijfers is nog geen rekening gehouden met de fianciële effecten die voortvloeien uit de Verantwoordings- en Perspectiefnota 2014, maar is gebaseerd op vastgesteld beleid. Financiële afwikkeling herindeling Boarnsterhim/grenscorrectie Skarsterlân ◄ N.v.t. ■ Per 1 januari 2014 is de herindeling met de gemeente Boarnsterhim feitelijk geregeld. Als rechtsopvolger is de gemeente Leeuwarden belast met de financiële afwikkeling, met
27
►
name de jaarrekening 2013 en de splitsingsbalans. Voormalig Boarnsterhim eindigt, na controle van de accountant, uiteindelijk met een tekort van € 0,8 miljoen. De gemeenten Leeuwarden, Heerenveen, De Friese Meren en Súdwest-Fryslân verdelen dit bedrag volgens een vast percentage. Voor Heerenveen betekent dit een te betalen bedrag van € 230.000. In de voorlopige splitsingsbalans (verdeling activa en passiva) is voor Heerenveen een netto te betalen bedrag van circa € 5,4 miljoen opgenomen (te betalen aan de rechtsopvolger, de gemeente Leeuwarden, omdat deze gemeente verantwoordelijk is voor de financiële afwikkeling). In de Themabegroting 2014 is hiermee rekening gehouden. Bij de verdeling van Boarnsterhim is afgesproken, dat alle bezittingen, die grondgebonden zijn, overgaan naar de ontvangende gemeente. In totaal krijgt de gemeente Heerenveen € 12,5 miljoen aan bezittingen over vanuit de herindeling Boarnsterhim. Dit zijn bijvoorbeeld bruggen, wegen, riolering. Er wordt voor € 7,1 miljoen aan reserves en voorzieningen verrekend. Op grond van de Wet Arhi wordt de splitsingsbalans vastgesteld door GS van Fryslân. N.v.t.
Vacatureruimte herindeling Boarnsterhim ◄ In de begroting 2014 is een budget opgenomen met betrekking tot de plaatsing van personeel van de voormalige gemeente Boarnsterhim. De gevraagde vacatures zijn maar voor een gedeelte ingevuld door personeel uit Boarnsterhim. ■ In de begroting 2014 is rekening gehouden met een salarispost van € 2,7 miljoen. De werkelijke kosten van de ingevulde formatie betreft € 2,0 miljoen. Van de totale onderuitputting is in de Verantwoordings- en Perspectiefnota 2013 een bedrag taakstellend ingevuld oplopend tot € 400.000 in 2017. De resterende ruimte dient nog te worden ingevuld voor de extra werkzaamheden die de schaalvergroting door de herindeling met zich mee brengt. De vrijval over 2014 is berekend op € 430.000. Voorgesteld word om dit bedrag toe te voegen aan de reserve concernfrictie, ter dekking van de personele kosten. Ter uitvoering van het beleidsplan herijking re-integratie 2012 heeft het college op 15 mei 2013 besloten om in het kader van de afbouw van Wiw/Id als gemeente zelf 3 Wiwwerknemers bij Wijkbeheer in dienst te nemen. Hierdoor wordt structureel € 80.000 vrijgespeeld uit het Participatiebudget, dat vervolgens kan worden ingezet om mensen in de bijstand aan het werk te helpen. We geven daarmee ook invulling aan onze voorbeeldfunctie voor werkgevers om in beweging te komen . Deze uitzetting op de personeelsbegroting kan gedeeltelijk gedekt worden door inzet van niet ingevulde vacatureruimte in het kader van de herindeling Boarnsterhim. Deze dekking biedt daarvoor ruimte tot een bedrag van € 47.000. Voor het resterend deel van € 33.000 wordt voorgesteld deze middelen beschikbaar te stellen. ► N.v.t. Taakstelling Wendbare organisatie ◄ In de Verantwoordings- en Perspectiefnota 2012 is een taakstelling opgenomen voor de „Wendbare organisatie‟ per 2015. ■ Door de organisatiewijziging per 1 april 2014 en het uit dienst treden van personeel is een gedeelte van de taakstelling al in 2014 ingevuld. Voorgesteld wordt dit incidentele voordeel ad. € 160.000 in 2014, toe te voegen aan de reserve concernfrictie ter dekking van de personele kosten. ► N.v.t. Concern Frictiereserve ◄ N.v.t. ■ In de begroting 2014 is een rekening gehouden met een onttrekking uit de Concern Frictiereserve van € 754.200. Daarbij is echter nog geen rekening gehouden met de onttrekkingen voor frictiekosten personele aangelegenheden voortvloeiende uit bezuinigingen, voorbereidingskosten 3 Decentralisaties, uitvoering HR21 en personele inzet WIMO. Geadviseerd wordt genoemd totaalbedrag beschikbaar te stellen.
28
Frictiekosten personeel bezuinigingen Voorbereidingskosten 3 D‟s HR 21 Personele inzet WIMO Totaal onttrekking concernfrictie
►
65.000 135.000 32.000 430.000 662.000
Verloop frictiereserve Stand per 1 januari 2014 3.407.100 Stortingen 2014 1.090.000 Onttrekkingen 2014-2019 -/- 3.594.845 Totaal mutaties -/- 2.504.845 Stand per 31 december 2019 902.255 Gelet op de positieve stand van de frictiereserve, stellen wij voor € 0,5 miljoen vrij te laten vallen ten gunste van de algemene reserve. N.v.t.
Algemene reserve niet geblokkeerd ◄ N.v.t. ■ In 2013 zijn er extra middelen (€ 238.000) van het rijk ontvangen, ter dekking van de eenmalige kosten voortvloeiende uit de herindeling Boarnsterhim. Deze middelen zijn, in afwachting van de definitieve afrekening, gereserveerd in de algemene reserve niet geblokkeerd. Hoewel de definitieve afrekening van de eenmalig gemaakte kosten met betrekking tot de herindeling Boarnsterhim nog moet worden opgemaakt, is al wel duidelijk dat genoemd bedrag hiervoor niet benodigd zal zijn. Om die reden wordt geadviseerd om het gereserveerde bedrag van € 238.000 in 2014 vrij te laten vallen en deze in te zetten voor de frictiekosten Boarnsterhim. ► N.v.t.
29
1.4
Financiële mutaties om schrijving
S
Kwijtschelding zelfstandigen/ondernemers Solidariteitsheffing kwijtscheldingen Taakstelling belastingen WOZ accres Preventiemedewerker Samenwerking Veiligheidshuis Veiligheidsregia Fryslân Dierenopvang Subsidie Melle-Molen Concerncontrol algemene uitkering gemeentefonds WIW'ers Vacatureruimte Boarnsterhim
S S S S S S S S S S S S S
2014 x 1.000
Totaal mutaties structureel
om schrijving
I
Kwijtschelding zelfstandigen/ondernemrs Omgevingsvergunningen Algemeen beleidskader garanties BAG Verkoop Rottumerweg 17 IBABS algemene uitkering gemeentefonds Vacatureruimte herindeling Boarnsterhim Taakstelling Wendbare organisatie Storting reserve concernfrictie Onttrekking reserve concernfrictie Personeelskosten Vrijval Frictiereserve Storting Algemene Reserve Vrijval algemene reserve niet geblokkeerd
I I I I I I I I I I I I I I I
2015 x 1.000
2016 x 1.000
2017 x 1.000
2018 x 1.000
-5 -3 -5 500 -80 47
-77 77 -100 100 -60 -8 65 -5 -3 -5 1.015 -80 47
-77 77 -100 100 -60 -8 130 -5 -3 -5 1.065 -80 47
-77 77 -100 100 -60 -8 195 -5 -3 -5 1.115 -80 47
-77 77 -100 100 -60 -8 260 -5 -3 -5 1.100 -80 47
454
966
1.081
1.196
1.246
2014 x 1.000 -77 -30 -100 -185 290 700 430 160 -590 662 -662 500 -500 238
2015 x 1.000
2016 x 1.000
-15
-15
-30 300
250
255
235
2017 x 1.000
2018 x 1.000
, Totaal mutaties incidenteel
836
30
0
0
Thema 2: Heerenveen werkt !
2.1 Beschrijving en hoofdstructuur Onder het thema ‘Heerenveen werkt’ vallen alle activiteiten die leiden tot economische participatie en tot een structurele en duurzame versterking van de economie van Heerenveen. Het achterliggende doel is om daarmee het gemiddeld besteedbaar inkomen te vergroten van de inwoners van Heerenveen en van hen die hier werken. Het versterken van de economie betekent, dat wij streven naar het vergroten van de werkgelegenheid en het verkleinen van de werkloosheid. Enerzijds is daarvoor een economisch beleid gericht op het faciliteren en stimuleren van ondernemers(schap) nodig, anderzijds een sterk sociaal beleid. Het arbeidsmarktbeleid is de verbindende schakel tussen het economisch en het sociaal beleid.
Heerenveen werkt
Versterken economie
Sport en zorgeconomie
Logistiek en metaal
Nieuwe energie
Toerisme en cultuur
Versterken economische participatie van inwoners
Basistaken going conern
Iedereen aan hetaan werk Zoveel mogelijk mensen het werk ja
Iedereen passend werk
31
nee
Iedereen maatschappelijk sociaal actief
2.2 Koers van Heerenveen Het Collegeprogramma 2014-2018 geeft op hoofdlijnen de door het college gekozen koers aan. In de periode 2014-2018 boekt het college de navolgende resultaten: 1. Een integrale aanpak voor de begeleiding naar werk of participatie uitgaande van maatwerk waarin de kansen die de Participatiewet geeft optimaal worden benut; 2. Verbetering van het investeringsklimaat door samenwerking met Leeuwarden, Smallingerland en Sûdwest-Fryslân en aansluiting tussen ondernemers en onderwijs; 3. De herstructurering van Caparis waardoor de meest effectieve inzet van de beperkte middelen voor begeleiding wordt gerealiseerd. Functie gaat boven instelling.
2.3 Doelen, resultaten en maatschappelijke effecten 2.3.1 Sport en zorgeconomie: dynamiek en innovatie ◄verleden ■ heden ► toekomst ER-doelen Beter benutten van de economische kansen van Healthy Ageing en Sportstad Heerenveen Meer bezoekers en bestedingen in Heerenveen en omgeving. Zie thema 6.3.1.
2.3.2 Logistiek en Metaal: Innovatie en kwaliteit ◄verleden ■ heden ► toekomst ER-doelen Duurzame ontwikkeling van de logistiek, metaal (en techniek) in Heerenveen; Meer werkgelegenheid voor lager opgeleiden en betere aansluiting onderwijs en bedrijvigheid. ◄ ■
►
In gezamenlijkheid met scholen en ondernemers is een brede overlegtafel onderwijsarbeidsmarkt voorbereid, genaamd platform onderwijs-arbeidsmarkt Heerenveen. - Het platform onderwijs-arbeidsmarkt richt zich op het verbeteren van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt door het organiseren en afstemmen van (loopbaanoriëntatie) activiteiten die scholen in het bedrijf, en bedrijven in de school brengen; - Samenwerking met Dairy Chain en de gemeente Leeuwarden: nu vooral gericht op acute personeelsbehoefte en plaatsing van mensen uit gemeentelijke kaartenbak bij de grote zuivelbedrijven. Samen met platform onderwijs-arbeidsmarkt aan de slag om loopbaanoriëntatie trajecten te verbeteren en af stemmen (logistiek en techniek lopen voorop); Onderzoeken of Heerenveen met Leeuwarden en Dairy Chain qua marketing en promotie gericht op de zuivel en de daaraan gerelateerde bedrijvigheid (toeleveren en uitbesteden) meer samen op kan trekken.
2.3.3 Nieuwe energie: Innovatie en duurzaamheid ◄verleden ■ heden ► toekomst ER-doelen Meer aandacht voor duurzaamheid, Maatschappelijk verantwoord ondernemen(MVO) en fair-trade bij ondernemers en instellingen; Meer starters en het vergroten van de slagingskans van nieuwe ondernemers. ◄
Breedbandaanpak F4 gericht op de kern Heerenveen stagneert, in provinciale traject focus op buitengebied; Het Koplopertraject gericht op duurzaam ondernemen is gecontinueerd met meer dan 10 Heerenveense bedrijven; Het proces om Fair Trade gemeente te worden stagneert op dit moment in verband met economische situatie en focus bij ondernemers op andere zaken; De Broedstoof als centrum voor ondernemerschap is ingevuld en wordt verder
32
■
►
ontwikkeld. We stimuleren projectinitiatieven van ondernemers en anderen om wifi in de kern Heerenveen en Akkrum te realiseren, evenals initiatieven voor breedbandprojecten in het buitengebied (provinciale subsidie-instrumenten); In de wereldwinkel is een Fair Trade inloop voor raadsleden georganiseerd. Wij stimuleren ondernemers om concreet aan de slag te gaan met Fair Trade; Het jaarlijkse Koplopersymposium is in Heerenveen gehouden en de bijbehorende website is gelanceerd. Het komende half jaar zal duidelijk worden of een marktpartij wil investeren in breedband in en rondom de kern Heerenveen; In F4 verband gaan we aan de slag met een op starters gerichte aanpak (informatie, voorlichting); We onderzoeken de mogelijkheden voor het versterken van het incubatorconcept in Heerenveen. De broedstoof is voor ons daarin de partij; We hebben een klankbordgroep gericht op het Economisch cluster A7 ingesteld; We verkennen met de ondernemerskring Heerenveen haar rol in dergelijke trajecten.
2.3.4 Toerisme en cultuur(historie): Slow en kwaliteit ◄verleden ■ heden ► toekomst ER-doelen ◄
■
►
Meer bezoekers en meer bestedingen in Heerenveen en omgeving; Meer samenwerking tussen ondernemers op het gebied van toerisme, sport en cultuur; Verder versterken van de opgebouwde toeristische diensteninfrastructuur (provinciale VVV, toeristisch netwerk Friese Wouden). Werkgroep oranjetoerisme (jaarplan ontwikkeld); Oprichting ‘Heerenveen ‘n gouden plak’ (samenwerking ondernemers breed); Input geleverd aan nieuw op te richten provinciale marketingorganisatie; Continuering toeristisch aanjager (dienstverlening aan ondernemers); Ontwikkeling wandelroutenetwerk. Start proces notitie recreatie en toerisme; Verstevigen positie ‘Heerenveen ’n gouden plak’ en versterken duidelijkheid over gemeentelijke rol hierbij. Voor de zomer bieden wij u de notitie recreatie en toerisme aan. Deze notitie werkt de al bestaande beleidskaders verder uit, met een aantal samenwerkingspartners en ondernemers, en zoekt naar het verbinden van de kansen die er liggen.
Beheer wandelnetwerk Heerenveen door Marrekrite. ◄ Vanuit de gemeente is een budget van € 19.000 beschikbaar gesteld als cofinanciering voor de ontwikkeling van vier wandelroutenetwerken in Heerenveen, onderdeel van het te realiseren wandelroutenetwerk De Friese Wouden. Het wandelroutentwerk Oranjewoud is de eerste die opgeleverd wordt. ■ Momenteel worden in Heerenveen vier wandelroutenetwerken aangelegd, die uiteindelijk deel gaan uitmaken van een integraal wandelroutenetwerk in Zuidoost Friesland en Friesland. Dat zijn wandelnetwerk Oranjewoud e.o. (opening mei 2014) Landschap rond dorpen, Wandelnetwerk de Frije Wiken en wandelnetwerk Boarnsterhim. ► Om de uitvoering en beheer uniform te laten zijn wordt dit uitbesteed aan de Marrekrite, die de ambitie heeft om naast waterrecreatievoorzieningen ook landrecreatievoorzieningen te beheren. Om dit te bekostigen is vanaf 2015 aanvullend als gemeentelijke bijdrage aan de Marrekrite € 8.000 (schatting) per jaar nodig. Het onderhouden van het wandelroutenetwerk is noodzakelijk omdat anders sprake is van een forse kapitaalsvernietiging (de investering die is gepleegd in totaal in de regio bedraagt bijna € 400.000)
33
2.3.5 Basistaken: going concern
◄verleden ■ heden ► toekomst
ER-doelen Meer werkgelegenheid en een betere verankering van bedrijven aan de gemeente Heerenveen; Betere externe communicatie over beleid en ontwikkelingen (monitoring). Economische samenwerking in F4 verband (Leeuwarden, Smallingerland en Sûdwest-Fryslân) \ ◄ Wij hebben de uitvoerings- en ontwikkelagenda F4 vastgesteld. ■ We zijn gestart met: het verkennen van de mogelijkheden om op het gebied van bedrijventerreinen, marketing en acquisitie samen te werken; het onderzoeken van de mogelijkheden voor een gezamenlijke incubator met lokale speerpunten; meer samenwerken op het gebied van dairy; het opstellen van een lobby-agenda en het aansluiten bij noordelijke speerpunten. ► We willen in F4 verband nadrukkelijker aan de slag met LWD2018 en het verduurzamen van de woningvoorraad. Ambtelijke capaciteit is daarbij een knelpunt. Werkgelegenheid integratie met werk en inkomen ◄ In ons collegeprogramma is nadrukkelijk de samenhang tussen economie en de gemeentelijke problematiek van de kaartenbakken geschetst. ■ Op praktisch niveau is er sprake van een sterkere afstemming waarbij bedrijfscontacten en relatiebeheer een belangrijke rol spelen. ► De interne samenwerking (mede gericht op contacten met en communicatie met het bedrijfsleven) wordt verder ontwikkeld. De interne capaciteit is vooralsnog een knelpunt om ook strategischer zaken op te pakken. Werkgelegenheidsontwikkeling in Heerenveen met procentuele ontwikkeling en cijfers van de andere F4 gemeenten en provincie sector Landbouw/visserij
2003
2010
2011
2012
20122013 2013 abs.
20122013 %
520
435
430
425
430
5
1,2
2930
3225
3210
3155
3135
-20
-0,6
105
270
260
75
105
30
40
Bouwnijverheid
1090
1160
1165
1035
965
-70
-6,8
Handel en reparatie
2730
3125
3145
3110
2990
-120
-3,9
Vervoer, opslag en communicatie
1095
1710
1745
1790
2025
235
13,1
Horeca
385
385
420
390
370
-20
-5,1
Financiële instellingen
585
515
540
550
695
145
26,4
2135
2670
2695
2735
2795
60
2,2
895
735
710
690
515
-175
-25,4
Onderwijs
1105
1590
1605
1505
1495
-10
-0,7
Gezondheids- en welzijnszorg
2860
3840
3900
4170
4065
-105
-2,5
Industrie/delfstoffenwinning Nutsbedrijven
Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur en overheid
Overige dienstverlening
625
855
895
910
925
15
1,6
17060
20510
20720
20535
20510
-25
-0,1
Smallingerland
21755
22960
23360
22595
22275
-320
-1,4
SWF
28245
30080
30055
30295
29825
-470
-1,6
Leeuwarden
53875
54140
54445
54235
53335
-900
-1,7
9095
10045
10000
10035
9795
-240
-2,4
218475 228355 229085 227115 223300
-3815
-1,7
Totaal
vergelijking met andere gemeenten
Skarsterlan Fryslan
34
De gemeentelijke (beroeps)bevolking herbergt in verhouding een hoog percentage met een laag opleidingsniveau. Dit is van invloed op de kosten voor bijstand. Gecombineerd met de specifieke omstandigheid dat er weinig vacatures voor laagopgeleiden zijn in onze regio/buurgemeenten werkt dit in ons nadeel.
2.3.6
Zoveel mogelijk mensen aan het werk ◄verleden ■ heden ► toekomst
ER-doelen Lagere instroom cliënten in de WWB/Participatiewet; Meer uitstroom van cliënten WWB/Participatiewet naar regulier werk; Zoveel mogelijk jongeren sluiten de schoolloopbaan af met een diploma dat past bij hun kwaliteiten; Zoveel mogelijk jongeren vinden na afsluiting van hun schoolloopbaan regulier werk
Ontwikkeling werkgelegenheid vs.ontwikkeling werkloosheid: gevolgen instroom WWB ◄ Als gevolg van de economische crisis is het aantal mensen dat afhankelijk is van een uitkering flink gestegen. ■ Aantallen (april 2014) Aantal Wajongers (bij UWV; Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) 800 Aantal WW (bij UWV) 1.745 Aantal bijstand en IOAZ/IOAW (gemeente) 1.300 (IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) (IOAW: Inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers) Aantal se (Sociale Equivalent) WSW (Wet Sociale Werkvoorziening) (gemeente) 400 In onze aanvraag voor een meerjarige aanvullende uitkering van het rijk zijn de volgende specifieke factoren aan het licht gekomen die een negatieve werking op onze bijstandsontwikkeling hebben: - Hoger % MBO- scholieren geeft verdringing op de arbeidsmarkt; - De relatief hogere grijze druk levert in het licht van het langer doorwerken verdringing op onze arbeidsmarkt op; - Het hogere % doorval WW (Werkloosheid Wet) naar de WWB. In Nederland was in 2011 het gemiddelde 6,1%. In onze gemeente was dit 6,9%. Het jaar daarvoor zelfs 8,6%. - Een hoger % laag opgeleiden Heerenveense bevolking 15- 65 jaar (23,81% in Heerenveen, versus 22,31% in Nederland); - Hoog risico op een ongezonde bevolking; - Een sterke stijging van het aantal geregistreerde niet werkende werkzoekende (nww) in het afgelopen jaar; - De arbeidsmarktinfrastructuur en % uitkeringsdichtheid (problematiek faillissementen, zzp’ers, Wajongers en WSW’ers); - Braindrain door vertrek hoger opgeleiden; - Krimp in de regio; - Relatief veel goedkope woningen; - Goede ligging zorgt voor veel pendel, dat zorgt voor verdringing van werk voor mensen uit Heerenveen; - Banenontwikkeling sluit niet aan op aanbod van werkzoekenden - Relatief gezien meer allochtonen en echtscheidingen - Stijging van het aantal voortijdig schoolverlaters. Het aantal arbeidsongeschikte jongeren, WSW’ers en WWB’ers is in onze gemeente hoog in vergelijking met het Nederlands gemiddelde. ► Het Centraal Plan Bureau (CPB) verwacht voor 2014 een stijging van de werkloosheid van 11%. Voor 2015 volgt een verdere stijging van 7%. Verder heeft het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) haar prognoses voor de stijging van het aantal WW-uitkeringen bijgesteld van 8% naar 12%. De doelgroep waar de gemeente verantwoordelijk voor is, stijgt vanaf 2015 door invoering
35
van de Participatiewet met de mensen die anders in de Wajong en Wsw zouden instromen. Omdat de WW teruggaat naar max. 2 jaar ontstaat een weglekeffect naar de WWB/Participatiewet. In de jaarschijf 2014 ontvangt Heerenveen € 1.917.000. Voor de jaren 2015, 2016, 2017 en 2018 wordt uitgegaan van een bijdrage van dezelfde omvang, dus € 1.917.000. Naar verwachting zal nog sprake zijn van rijksbezuinigingen, doch ook van toevoegingen, omdat de doelgroep gaat groeien (met onder meer Wajongers en WSW’ers). Uitgangspunt is dat beide elkaar in evenwicht zullen houden. Participatiewet ◄ Beleid Social return bij aanbestedingen boven € 100.000 is vastgesteld. We experimenten dit jaar met inzet consulent social return en passen social return inmiddels toe bij enkele recente aanbestedingen. Hierdoor doen we evaring op met dit nieuwe instrument ■ Herijking projectplan Participatiewet door wijzigingen coalitieakkoord van februari 2014. Gestart met doelgroepanalyse om werkzaamheden voor gemeente in kaart te brengen. Opstellen van een communicatiekalender Participatiewet. ► Per 1 januari 2015 voeren we de wet conform de vast te stellen verordeningen (o.a. toeslagen, reintegratie, tegenprestatie,loonkostensubsidie) uit en is het werkbedrijf operationeel. Bij ongewijzigd beleid lopen we een risico op de uitvoering van de Participatiewet van € 0,9 miljoen in 2015 oplopend naar € 1,7 miljoen per 2018. De mogelijkheden om te sturen om binnen de beschikbare budgetten uit te komen zijn: - Versnelde afbouw WSW; - Het vergroten van de verdiencapaciteit van de WSW-ers; - Scherpe keuzes over beleid ten aanzien van handhaving en re-integratie van bijstandsgerechtigden en daaraan gekoppeld de inzet van het Participatiebudget Zie verder bij 2.3.7 onder het kopje WSW. Werkbedrijf ◄ De vorming van de Werkbedrijven is vastgelegd in de Participatiewet 2015. Ze moeten de schakel gaan vormen tussen de werkgever en de mensen met een arbeidsbeperking met arbeidsvermogen die aan een baan worden geholpen. ■ In de regio zijn wij als gemeenten momenteel druk bezig om een doorontwikkeling van de arbeidsmarktregio Fryslan te realiseren zodat wij klaar zijn voor het werkbedrijf als netwerkorganisatie. Taken van het Werkbedrijf zijn onder andere: Werkgeversdienstverlening; Verstrekking van voorzieningen (o.a. werkplekaanpassingen); Inzet van de no-risk polis; Zorg dragen voor eenduidige inzet van instrumenten (o.a. loonkostensubsidie, proefplaatsing en jobcoaching); Maken van afspraken over de organisatie van Beschut Werken ► We houden u op de hoogte van de ontwikkelingen en zullen de keuzes aan u voorleggen via de Kadernota Werk & inkomen. Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt ◄ Uitvoering regionale aanpak onderwijs-arbeidsmarkt is gestart; wordt aangehaakt bij de lokale initiatieven onderwijs-arbeidsmarkt. ■ Er is een platform opgericht voor aansluiting 3 O’s in Heerenveen. ► Beoogde resultaten: Afstemming over activiteiten die leiden tot verbetering van de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt. Verbetering in loopbaanoriëntatie waardoor jongeren bewustere keuzes voor vervolgopleiding of werk maken en het vermijden van switchen van opleiding of vroegtijdig schoolverlaten. Afstemming en samenwerking in de aanpak om meer kwetsbare jongeren toe te leiden naar de arbeidsmarkt. Dit alles moet leiden tot vermindering van jeugdwerkloosheid en het beter kunnen invullen van de vraag van ondernemers naar arbeidskrachten.
36
Aanpak jeugdwerkloosheid ◄ Samen met andere Friese gemeenten nemen we deel aan een Europees Sociaal Fonds (ESF)-project om de jeugdwerkloosheid te verminderen. Het Actieteam Jeugdwerkloosheid werkte met een team dat gebruik maakte van een intensieve en zeer activerende aanpak. Met de aangemelde jongeren werd eerst acht weken een traject doorlopen waarbij directe bemiddeling richting regulier werk centraal staat. ■ Per 1 april 2014 bevinden zich in totaal 179 jongeren in de Wwb. Dit betreft ca. 13,5% van het totale bestand. Een gering deel van deze jongeren hebben (momenteel) geen groeipotentieel, maar het overgrote deel heeft groeipotentieel. Wij zullen ons actief inzetten om deze jongeren aan het werk of aan het leren te krijgen. ► De arbeidsregio Fryslân heeft alle partijen die betrokken zijn bij jongeren en het onderwerp jeugdwerkloosheid verzameld om – waar mogelijk en nodig – in gezamenlijkheid op te trekken in de strijd tegen jeugdwerkloosheid. Gemeente Leeuwarden is als centrumgemeente trekker voor de arbeidsmarktregio en heeft namens de deelnemende partijen eind juni 2013 een Actieplan ingediend bij het ministerie. Een aangepast voorstel op grond van de extra ESF-middelen is in december 2013 bij het ministerie ingediend. Wij verwachten binnenkort besluitvorming over het aangepaste voorstel op grond van ESF-middelen (met name ophoging van aantallen). Het actieplan loopt tot mei 2015 en bevat de volgende speerpunten: Realiseren van zoveel mogelijk (leer)werkplekken Kwalificeren voor de arbeidsmarkt Imagoverbetering kansrijke sectoren Realiseren van een bredere participatie bij jongeren met een achterstand op de arbeidsmarkt Aansluiting zoeken bij landelijke sectorale plannen Concrete instrumenten uit het Actieplan zijn: Jobhunting Jobcoaching Activeringstrajecten Scholingstrajecten Jongerenvouchers/scholingsvouchers E-portfolio Beleid werk & inkomen ◄ Voor de periode 2014- 2016 is een Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU) aangevraagd. In de aanvraag is een uitgebreide analyse opgenomen van onze gemeente en de verdeelstoornissen die maken dat wij hogere bijstandsuitgaven hebben dan de compensatie in verdeelmodel. Hier is uw raad inmiddels over geïnformeerd. ■ De evaluatie van de herijking reintegratie en armoedebeleid wordt voor de zomer aan uw raad voorgelegd. ► Deze wordt gevolgd door de vaststelling van de kadernota Werk& Inkomen 2014-2018 in de tweede helft van het jaar.
2.3.7
Iedereen passend werk ◄verleden ■ heden ► toekomst
ER-doelen Meer mensen met een arbeidshandicap of een afstand tot de arbeidsmarkt aangepast werk bieden Meer greep op de aansturing van de sociale werkvoorziening en op het beheersen van de kosten. Herstructurering Sociale werkvoorziening/Caparis ◄ De gemeente heeft voor 2014 een taakstelling van 400 se. Vooruitlopend op de besluitvorming over de versnelde afbouw van de WSW heeft u in de meerjarenbegroting 2014 – 2017 al rekening gehouden met een versnelde afbouw van 75 WSW’ers per jaar. De beschikbaar gestelde middelen zijn hierop gebaseerd. ■ Bij de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening (GR SW) zijn onderzoeken
37
gestart naar de mogelijkheden voor versnelde afbouw van de WSW. Deze onderzoeken vormen de basis voor meerdere scenario’s onder de Participatiewet (bv. beschut werken, inzet van WWB-ers of afstoten van diverse andere onderdelen). We verwachten dat in de tweede helft van het jaar de uitwerking van deze business case aan uw raad voor te leggen en u te vragen in te stemmen met een van de uitgewerkte scenario’s. Onze inzet is erop gericht om in de GR SW ook discussie te voeren over slimme constructies voor herstructurering van de GR SW en Caparis BV. WSW ► Vanaf 1 januari 2015 bestaat de WSW niet meer. Die gaat over in de Participatiewet. De huidige Wsw-ers behouden wel hun rechten. 2015 is het eerste jaar dat we 75 WSW-ers zelf zullen plaatsen bij werkgevers of in projecten. We onderzoeken hoe we hier invulling aan kunnen geven. Naar verwachting levert dit in 2015 geen probleem op. Elke volgende jaar zal het echter meer inspanning vragen om WSW-ers zelf te plaatsen. Als de versnelde afbouw niet wordt gehaald, bestaat een risico van maximaal € 1,7 miljoen tekort op de Wsw per 2018 waarvoor geen dekking is binnen de begroting. Door de versnelde herstructurering van de Wsw is het risico dat er frictiekosten bij Caparis NV ontstaan. Om binnen de beschikbare middelen uit te komen sturen we op uitstroom, op het vergroten van de verdiencapaciteit per WSW-er en op een verlaging van de netto kosten per WSW-er. Hierbij dienen nog twee kanttekeningen geplaatst te worden. Bovenstaande middelen zijn gebaseerd op de verwachte afbouw van circa 75 se per jaar. Indien dit niet wordt gerealiseerd zal het tekort oplopen. Daarnaast bestaat de kans op een verdere stijging van de gemiddelde loonsom doordat de ‘goedkope se’ers’ als eerste uitstromen. Het betreft hier mensen waarvan de contracten met bepaalde tijd niet worden verlengd en nog relatief laag zijn ingeschaald. Anderzijds zal een deel van de uitstroom worden gerealiseerd door mensen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt en vaak ook maximaal zijn ingeschaald. Dit laat de gemiddelde loonsom wellicht iets afnemen. Het daadwerkelijke effect op de gemiddelde loonsom is op dit moment dan ook moeilijk vast te stellen. Tevens is gebleken dat de conceptbegroting 2015 GR SW Fryslan uit gaat van een verwachte loonsomstijging van 1,9%. In de gemeentelijke begroting is voor de jaren 2015-2018 geen rekening gehouden met deze stijging. In hoeverre zich dit ook daadwerkelijk voordoet, is onzeker aangezien er nog geen nieuwe CAO-afspraken zijn gemaakt. Uitgaande van een stijging van 1,8% voor 2015 en een loonsomstijging van 1% voor de jaren erna, vragen wij u de volgende middelen beschikbaar te stellen: 2015: € 100.000 2016: € 115.000 2017: € 90.000 2018: € 25.000
2.4
Financiële mutaties om schrijving
Marrekrite
S
0
I
2014 x 1.000
GR WSW Totaal mutaties incidenteel
2015 x 1.000
S
Totaal mutaties structureel
om schrijving
2014 x 1.000
0
2016 x 1.000
2017 x 1.000
2018 x 1.000
-8
-8
-8
-8
-8
-8
-8
-8
2015 x 1.000
2016 x 1.000
2017 x 1.000
2018 x 1.000
-100
-115
-90
-25
-100
-115
-90
-25
38
Thema 3: Heerenveen kiest voor leefbaarheid wijken en dorpen !
3.1 Beschrijving en hoofdstructuur Onder het thema „Heerenveen kiest voor leefbaarheid wijken en dorpen‟ vallen alle activiteiten die een bijdrage leveren aan het zoveel mogelijk op peil houden van leefbare buurten, wijken en dorpen. Het betreft activiteiten gericht op veiligheid, wonen en de woon-/leefomgeving, opvoeding/onderwijs, en participatie van inwoners in hun leefomgeving. Dit thema is enerzijds gericht op behoud van de fysieke en de sociale leefomgeving, anderzijds op het meer betrekken van burgers bij hun leefomgeving met versterking van de sociale samenhang en daarmee de leefbaarheid ten doel.
Heerenveen kiest voor leefbaarheid wijken en dorpen
Woon- en leefomgeving Stedelijke vernieuwing
Stedelijke vernieuwing
Verkeer en openbaar vervoer
Opvoeding/ ondersteuning/onderwijs
Inrichting en beheer openbare ruimte
39
Veiligheid
Participatie in Wijken en dorpen
3.2 Koers van Heerenveen Het Collegeprogramma 2014-2018 geeft op hoofdlijnen de door het college gekozen koers aan. In de periode 2014-2018 boekt het college de navolgende resultaten: 1. Sportverenigingen hebben meer verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van accommodaties, bijvoorbeeld door privatisering; 2. Sportverenigingen maken gezamenlijk gebruik van accommodaties; 3. Voorafgaand aan investeringen in sportaccommodaties vindt een analyse plaats van de demografische ontwikkeling van mogelijke gebruikers en de spreiding van accommodaties; 4. Sportverenigingen dragen bij aan de investering in sportaccommodaties; 5. De optimale balans tussen kostenbewustzijn en toekomstbestendig beheer en onderhoud van de openbare ruimte.
3.3 Doelen, resultaten en maatschappelijke effecten 3.3.1 Woon- en leefomgeving–Stedelijke vernieuwing ◄verleden ■ heden ► toekomst ER-doelen Beperking kwaliteitsverlaging van bestaande woonmilieus; Meer gemêleerde, heterogene wijken wat betreft samenstelling van bevolking en leefstijlen; Behoud van mogelijkheden voor mensen om, los van welke zorgvraag dan ook, zo lang en zo zelfstandig mogelijk te kunnen blijven functioneren in hun eigen wijk en/of dorp. Project Midden (Telle, Kempenaerssingel) ◄ Tellepark: Op 4 oktober 2012 is de 1e paal geslagen voor het door WoonFriesland te realiseren appartementencomplex (67 huurappartementen en 18 wooneenheden) in het Tellepark te Heerenveen. In 2013 zijn de eerste appartementen opgeleverd. De bouw van de woningen aan de Taconishof is begin 2013 gestart, eind 2013 zijn de eerste woningen al opgeleverd. De projecten Tuindorp, West-Indische buurt zijn afgerond. ■ Tellepark: de resterende appartementen zijn opgeleverd. Taconishof: alle woningen zijn opgeleverd, de beoogde koopwoningen zijn eerst verhuurd. ► Taconishof – Het woonrijp maken van het gebied wordt begin 2014 afgerond. Tellepark:In de eerste helft van 2014 wordt de openbare ruimte rondom de nieuwbouw door de gemeente (her)ingericht, inclusief de afsluiting ter plaatse van een deel van de Europalaan. De plannen vorderen gestaag. Er is samenhang met het achterliggende gebied „Kop van Midden‟, waar mogelijk een herziene stedenbouwkundige situatie wordt gedacht. Project Centrum Compagnonsstraat ◄ Accolade gaat de woningen aan de Sieger van der Laanstraat, Van Dekemalaan en de Compagnonsstraat aanpakken. Het betreft deels sloop en vervangende nieuwbouw en deels grootschalige renovatie. Betrokken bewoners zijn op de hoogte gesteld van de plannen. Voor de Compagnonstraat zijn plannen gemaakt voor een grootschalige renovatie. De woningen zijn aangewezen tot gemeentelijk monument en behoren tot de oudste sociale woningbouw in Heerenveen. De bedoeling is de woningen weer in oude staat te herstellen. Voorwaarde voor de investering van Accolade is dat ook de omgeving passend bij het historische karakter wordt ingericht. Het college heeft hierover een principebesluit genomen. Daadwerkelijke realisatie is afhankelijk van het beschikbaar komen van Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) middelen. ■ De sloop van de woningen aan de van Dekemalaan is voorbereid. De aanbestedingsprocedure voor de renovatie van de woningen aan de Compagnonsstraat is opgestart. ► De woningen aan de Van Dekemalaan worden in het voorjaar 2014 gesloopt. In
40
afwachting van eventuele plannen voor het Molenplein blijft het terrein voorlopig braak liggen. Na de zomer van 2014 start de renovatie van de woningen aan de Compagnonsstraat. Rond deze periode is er ook duidelijkheid over ISV middelen, en kan ontwerpproces voor de inrichting openbare ruimte worden opgestart. Project Bloemenbuurt Heerenveen-Noord ◄ In het najaar van 2012 is door Accolade gestart met de sloop van de woningen in de Bloemenbuurt. Er komt een nieuwe woonwijk voor terug, bestaande uit 56 nieuwe huuren 14 koopwoningen. De eerste fase van de huurwoningen is in 2013 opgeleverd. ■ De tweede fase van de huurwoningen zijn begin 2014 opgeleverd. ► In april 2014 is de start bouw van een deel van de koopwoningen in het gebied. Beleid: wonen/welzijn/zorg (relatie met wmo-beleid) ◄ in 2013 is er een quick-scan uitgevoerd ten aanzien van de bereikte resultaten op enerzijds het wonen (de geplande woningbouw) en anderzijds de bereikte zorgresultaten. Hieruit is gebleken dat de afgelopen jaren verschillende projecten van de grond zijn gekomen en dat er vanuit diverse partijen geïnvesteerd is in het verbinden van wonen, welzijn en zorg. Zoals bijvoorbeeld de realisatie van diverse MFA‟s, maar ook de realisatie van bijzondere woonvormen (Focus en J.P. van den Bent Stichting, oplevering in 2014). ■ Rekeninghoudende met de toekomstige (concept) uitbreiding van zorgtaken (o.a. Wmo 2015), maakt het noodzakelijk dat er een verdergaande analyse en actualisatie van de nota Woonservice zones wordt uitgevoerd ten aanzien van de demografische ontwikkelingen en soort benodigde woningen in relatie tot het „langer thuis wonen‟. Een aantal zorgpartijen is inmiddels gestart met visievorming op het eigen vastgoed. ► Gelet op de toekomstige verantwoordelijkheden op grond van de Wmo 2015 is het van belang om de (zorg)partijen opnieuw samen te brengen en met hun in overleg te treden. Het moment waarop dit opgestart kan worden is afhankelijk van de invoeringsdatum van de nieuwe Wmo 2015 (waarschijnlijk 1 januari 2015). Zodra bekend is op welke wijze (invoeringsdata, middelen) de hervormingen in de langdurige zorg door het Rijk vorm zullen worden gegeven, kan, na afronding van de decentralisatie vraagstukken, het herijkingsproces worden opgestart.
3.3.2 Woon- en leefomgeving – Verkeer en openbaar vervoer ◄verleden ■ heden ► toekomst ER-doelen Vergroten van de verkeersveiligheid (Duurzaam Veilig); Behoud van en zo mogelijk verbeteren parkeervoorzieningen in het centrum van Heerenveen voor bezoekers en bewoners; Aandacht voor voetgangers en fietsers in het centrum en in nieuwe plannen (collegeprogramma 2010-2014). Verkeerseducatie ◄ In het kader van het uitvoeringsplan 2013 “Manifest Verkeersveiligheid 2011-2015” zijn acties op het gebied van verkeerseducatie uitgevoerd. De acties betroffen ondermeer praktisch en theoretisch verkeersexamen op lagere scholen en verkeersmarkten en lessen op het voortgezet onderwijs. Daarnaast is er aandacht besteed aan de veiligheidstraining voor landbouwvoertuigen. ■ In het kader van het convenant “Manifest Verkeersveiligheid 2011-2015” zijn in 2011 tussen provincie en gemeente afspraken gemaakt over de financiering van de acties op het gebied van verkeerseducatie. De door de gemeente gemaakte kosten in 2013 worden voor 50% gefinancierd door de provincie. ► Duurzaam Veilig is en blijft voor ons uitgangspunt bij wegreconstructies en kruispunt aanpassingen. Naast infrastructurele aanpassingen wordt ingezet op verkeerseducatie gericht op specifieke doelgroepen. Dit vloeit voort uit genoemde convenant met de provincie, die in 2015 afloopt. In 2014 wordt uitvoering gegeven aan een nieuw Uitvoeringsplan. De speerpunten hierin zijn: de jonge beginnend bestuurder, fietsers en ouderen. De acties worden uitgevoerd door onze partners op het gebied van
41
verkeersveiligheid zoals Veilig Verkeer Nederland, Stichting Bevordering Verkeerseducatie en de Chauffeursvereniging Fryslân. De provincie wil na 2015 het huidige Convenant onder dezelfde voorwaarden prolongeren. Dit zal inhouden, indien de raad daarvoor kiest, dat na 2015 voor een periode van 5 jaar een bedrag van € 10.000 per jaar nodig zal zijn. Bij V&P-nota 2015 komen we hier op terug. Inkomsten parkeren ◄ N.v.t. ■ De opbrengsten van het betaald parkeren zijn in 2013 gestegen met ca. 14% door genoemde tariefsverhoging en de invoering van betaald parkeren P&R westzijde NS station. De opbrengsten blijven echter wel achter bij de begrote opbrengsten. De taakstelling voor P&R west is gerealiseerd. Het aantal verkochte kaartjes betreffende parkeren op straat, is licht afgenomen maar de Geerts Willigengarage en Molenplein laten een toename zien. ► Per 1 januari 2014 zijn de kosten voor een bewoners en bezoekersvergunning verhoogd van € 35 naar € 45 per jaar conform raadsbesluit 2011. Met deze verhoging wordt een meer kostendekkend tarief voor vergunningen gevraagd aan de bewoners. Dit in het kader van het profijtbeginsel. Daarnaast zullen mede gezien de ontwikkeling van de parkeeropbrengsten nadere analyses worden gedaan van parkeermanagement en gratis parkeren op redelijke afstand van het centrum. Gezien de landelijke trend, die ook in Heerenveen zichtbaar is, zijn de parkeerinkomsten structureel lager dan waar bij de ramingen vanuit was gegaan. Eind 2013 heeft de provincie vanuit haar toezichthoudende rol, besloten geen goedkeuring te verlenen aan het project „Molenplein‟. Voorgesteld wordt om de beschikbare middelen, ad. € 200.000 voor de parkeervoorziening op het Molenplein, vanaf 2015 aan te wenden voor de structureel lagere inkomsten binnen het product Betaald parkeren. Belparkeren ◄ In maart 2013 is het belparkeren (betaald parkeren met de mobiele telefoon) ingevoerd. Hiermee worden kort parkerende bezoekers gefaciliteerd en het parkeergemak verbeterd. De bezoeker betaalt achteraf de werkelijke betaalde parkeerminuten. ■ Het gebruik van het aantal “belparkeeracties” laat een positief beeld zien, het aantal is t.o.v. de introductie in maart 2013 verdubbeld. Nu wordt circa 10% van de betalingen middels “belparkeren” afgehandeld.. ► Het gebruik van belparkeren wordt in 2014 verder gepromoot. Naast de landelijke campagnes zullen we ook lokaal hier aandacht aan besteden. Het is nog onbekend wat het meest aanslaat. Maar gedacht wordt aan het voorzien van informatie op de parkeerautomaten. Parkeerbeheer ◄ In 2010 is het parkeerbeheer aanbesteed en gegund aan P1. P1 draagt in opdracht van de gemeente Heerenveen zorg voor ondermeer de afgifte van parkeervergunningen, onderhoud parkeerautomaten, beheer parkeergarage en handhaving. ■ Dit jaar eindigt de overeenkomst met P1. In 2013 is een quick scan geweest naar de mogelijkheden om het parkeerbeheer in de eigen organisatie onder te brengen. Het vergt veel organisatorische en personele investeringen om hieraan in eigen beheer vorm te geven. Gelet op de schaalgrootte van onze gemeente kan de markt het goedkoper. ► In 2014 wordt daarom het parkeerbeheer Heerenveen opnieuw aanbesteed. Gunning vindt plaats per 1 januari 2015. In dit kader zal tevens de digitalisering van parkeervergunningen worden doorgevoerd. Hiermee wordt zonder extra kosten meer service, gemak en maatwerk verleend aan de bezoeker en bewoners voor wat betreft parkeren. Daarnaast zullen door het wegvallen van de Chipknip en afschrijving/veroudering waardoor de werking niet meer gegarandeerd kan worden, een aantal nieuwe parkeerautomaten worden vervangen. Binnen het product betaald parkeren is hier rekening mee gehouden. De investering is geraamd op maximaal € 55.000.
42
Bezuinigingstaakstelling Onderzoek betaald parkeren bij (sport)evenementen ◄ ■
►
N.v.t. De raad heeft op 28 juni 2012 in het kader van de “Jaarrekening 2011 en Verantwoording- en Perspectiefnota 2012” ingestemd met de bestuurlijke kaders voor uitwerking van de bezuinigingsvoorstellen 2013-2016. Voor parkeren is dat het bestuurlijk kader 10: “Meer regie op parkeren”. Eén van de onderdelen hiervan is het meer opbrengsten genereren uit parkeren in verschillende delen van Heerenveen, waaronder het parkeren bij evenementen in het Sportstadgebied. Op het onderdeel “Vergoeding voor het parkeren bij evenementen Sportstad” is een taakstelling ingeboekt van € 125.000 per jaar ingaande in 2014. Overleg met sportclub Heerenveen heeft tot nu toe geen resultaat opgeleverd. Wij zetten in op realisatie van de taakstelling en zullen hierover op korte termijn het gesprek met de sportclub aangaan. In meerjarenramingen is deze taakstelling structureel ingeboekt.
3.3.3 Woon- en leefomgeving – Inrichting openbare ruimte ◄verleden ■ heden ► toekomst ER-doel Efficiënt beheer van de openbare ruimte (wegen, groen, water, evenementen, terugdringing CO2 via openbare verlichting, etc.). Uitschakelen openbare verlichting in de Gemeente ◄ In de periode 2009–2013 zijn diverse maatregelen uitgevoerd die een besparing hebben opgeleverd van ruim 100.000 kWh en 60.000 kg CO2 op jaarbasis. Bijkomend voordeel van deze maatregelen is minder nadelige effecten als verblinding, lichtvervuiling en meer comfort, doelstellingen binnen het lichtbeleid. Communicatie bij het toepassen van het nieuwe verlichten is essentieel. De visie vanuit de Lightchallenge 2011 en 2013 en het in 2012 gemaakte voorstel voor het uitschakelen lichtmasten, hebben samen bijgedragen aan nieuwe vormen van verlichten. ■ In 2014 wordt er vervolg gegeven aan het uitschakelen / dimmen van nog eens 2000 lichtmasten. Hieruit ontstaat energievoordeel van 340.000 kWh op jaarbasis en een reductie van 190.000 kg CO2. De jaarlijkse besparing op energiekosten bedraagt ongeveer € 50.000. Dit financiële voordeel wordt aangewend voor de opgelegde taakstelling/ bezuiniging. Communicatie van het uitschakelen van de lichtmasten is essentieel en vereist veel zorgvuldigheid. Uitgeschakelde lichtmasten kunnen op termijn in het kader van groot onderhoud worden verwijderd. Het uitschakelen van de lichtmast vergt een eenmalige investering van € 16.000. ► De overall taakstelling van nagenoeg € 120.000 kan, zeker in huidige tempo niet worden gerealiseerd. Het vergt een grotere investering op gebied van zowel menskracht (rondom communicatie) als ook financieel. Ingeschat wordt dat de bovengenoemde € 50.000 redelijkerwijs het maximaal haalbare is. Willen we meer realiseren, dan is de consequentie dat meer verlichting eenvoudigweg “uit” moet en lichtmasten (getemporiseerd) weggehaald moeten worden, wat gepaard gaat met een extra investering. Het overige binnen deze taakstelling, zijnde € 70.000, zal structureel niet gehaald worden. Uitbreiding areaal ten gevolge van fusie en grenscorrectie ◄ Per 1 januari 2014 is het areaal ten gevolge van fusie met deel Boarnsterhim en grenscorrectie met Gemeente De Friese Meren met ruim 1500 lichtmasten uitgebreid. ■ N.v.t. ► Aanpassingen binnen deze verlichting worden eveneens conform het lichtbeleid uitgevoerd. Voor het in stand houden van de bestaande verlichting is budget beschikbaar (energiekosten en kosten van o.a. verhelpen van storingen, lampvervanging e.d.). Voor vervangingen van complete verlichtingsinstallaties is voor het deel Boarnsterhim budget beschikbaar. Voor het deel De Friese Meren is medio 2014 budget beschikbaar voor vervangingen. Beleid Wegen ◄ In 2013 is er uitvoering gegeven aan het onderhoudsplan „2013‟ , de volgende projecten
43
■
►
zijn uitgevoerd: Herinrichting Herenwal Herinrichting Van Maasdijkstraat Reconstructie P.W. Janssenweg Renovatie “Jubbega”: Schoolweg. Ekke Dijkstraweg, K. Molweg, Sluiswegje en Ericalaan Renovatie “de Greiden”: Lepelaarstraat en Scholeksterstraat Reconstructie Fietspaden: De Zanden, D.S. Kingweg en Haskeruitgang Naast genoemde projecten is er regulier asfalt- en straatwerk onderhoud uitgevoerd aan diverse wegen in de gemeente Heerenveen. Voor 2014 staat de volgende projecten op het programma / zijn in voorbereiding: Herinrichting / renovatie „omgeving Schotanuslaan‟ Herinrichting / renovatie Jan Mankeslaan Herinrichting / renovatie Amelandlaan en Sallandlaan Renovatie Kolklaan Renovatie diverse wegen „Bloemenbuurt‟ Renovatie „de Greiden‟: Dotterhof, Uilevlucht, Gruttostraat en Tureluurstraat. Regulier asfaltonderhoud: Renovatie Miedwei en Pastorijereed (Hoornsterzwaag) Renovatie Oudeweg (Gersloot) Renovatie Tjongervallei (deels) Renovatie „stroomwegen Heerenveen‟: Burgemeester Falkenaweg, Tolhuisweg en gedeelte Marktweg. Actualisatie van het beleid “Wegen” voor het deel Boarnsterhim en Friese Meren. Het Heerenveens beleid is hier in leidend. Deel Friese Meren is naar deze maatstaven op orde gebracht en overgedragen. Voor het deel Boarnsterhim is het gewenste resultaat “Basis” niet gehaald. Er rest voor het deel Boarnsterhim nog voor ± € 500.000 aan achterstallig onderhoud. Deze middelen worden via de splitsing van de balans van Boarnsterhim, overgedragen aan de gemeente Heerenveen. Met het vaststellen/actualisatie van het beleid wordt deze risicoparagraaf verder uitgewerkt. Tevens is er geen rekening gehouden met „klein onderhoud‟ aan verharding (klachten / kleine reparaties). In het beleid Heerenveen is dit versleuteld in de wijken. In Boarnsterhim is dit werk altijd “buiten de deur gezet” naar aannemers. Willen we de burgers van het „nieuwe‟ deel Heerenveen op dezelfde wijze bedienen als de burgers van Heerenveen, is er een budget benodigd voor klein onderhoud van € 25.000. Wij vragen u dit bedrag structureel op te nemen in de begroting. Bestrating centrum Onderzoek ( stroefheidmetingen) heeft uitgewezen dat de huidige natuursteenbestrating dusdanig aan stroefheid heeft ingeboet dat ingrijpen noodzakelijk is. De natuursteen is in de periode van 2000–2002 aangelegd. Natuursteen (hardsteen) heeft als eigenschap dat het door gebruik maar ook door het schoonmaken / reinigen (borstelen) door de jaren heen „gladder‟/gepolijst wordt. Op diverse locaties, in het winkelcentrum, zijn proefvakken aangebracht om te beoordelen wat het beste resultaat/ op welke wijze de natuursteen opgeruwd kan worden. Uit de proefvakken is naar voren gekomen dat opruwen d.m.v. stralen (met water) het beste resultaat geeft. Met deze methoden komt de stroefheid, van de natuursteen, weer ruim in de veilige range. De totale kosten om alle natuursteen op genoemde wijze op te ruwen bedraagt incidenteel € 32.000. Hiervoor is geen dekking in de reguliere begroting. Wij vragen u dan ook dit bedrag eenmalig op te nemen in de begroting. Wat nog niet bepaald kan worden is een tijdstermijn wanneer deze actie opnieuw, door polijsten natuursteen, moet plaatsvinden. Hiervoor dient, na opruwen, nader onderzoek (monitoren) plaats te vinden. Hiermee kan dan een tijdslijn opgezet worden om te bepalen wat op „lange‟ termijn de kosten zijn. In de Verantwoordings- en Perspectiefnota 2015 komen we hier op terug.
Beleid Civiel Technische Kunstwerken ◄ 2013: er is uitvoering gegeven aan het regulier onderhoudsprogramma: schoonmaken diverse Civiel Technische (CT) kunstwerken,diverse herstelwerkzaamheden aan fiets- en
44
■
►
voetgangersbruggen. Terbandsterbrug: In het voorbereidingstraject heeft nader onderzoek uitgewezen dat het kelderdek niet voldoet aan de huidige constructie eisen. Hierdoor moest er een nieuw vergunningstraject opgestart worden inclusief bijbehorende procedures. Opdracht kon derhalve pas begin december gegeven worden vandaar niet volgens planning gestart in 2013. Start renovatie: maart 2014. Voor 2014 staan er diverse kleine vervangingen van voetgangersbruggen op de planning (wandelgebied De Heide). Daarnaast regulier onderhoud aan diverse fiets- en voetgangersbruggen. Opzet maken voor meerjaren contract „schilder / schoonmaak beweegbare bruggen‟. Opstellen „plan van aanpak‟ achterstallig onderhoud bruggen Boarnsterhim. Afronding renovatie Terbandsterbrug, uitvoering (maart t/m mei). Actualisatie van het “Beleid CT Kunstwerken” . Door toevoeging van, vooral beweegbare, bruggen is uitzetting van het budget “calamiteiten/storingsdienst” noodzakelijk: raming uitzetting € 60.000 (op basis van vrijblijvende prijsopgaaf). Hiervoor is nu geen dekking in de reguliere budgetten. Wij vragen u, voor een goede afhandeling van storingen en calamiteiten ten behoeve van de watersport, dit bedrag structureel op te nemen in de begroting. Voorziening „achterstallig onderhoud‟ bruggen Boarnsterhim bedraagt € 2.400.000. Een quick scan geeft nog vele vraagtekens/risico‟s of dit budget wel voldoende dekking geeft voor al het achterstallig onderhoud van de bruggen in Boarnsterhim. Er volgt een nadere inspectie met hierop volgend een plan van aanpak.
Beleid kades en oevers ◄ Naast calamiteiten onderhoud is er gezamenlijk met bewoners aan de Valeriaan (particulier eigendom) de damwand vervangen. Het project kade Herenwal is afgerond. ■ Er is geen vastgesteld beleid of onderhoudsplan. Daarom staat voor 2014 alleen calamiteiten onderhoud op het programma. ► Het concept beleidsplan, inclusief het kostendekkingsplan, wordt vanwege de uitbreiding van het areaal na de herindeling herzien en in de tweede helft van dit jaar aan u aangeboden ter vaststelling. De financiële consequenties zullen bij de begroting 2015 aan u worden voorgelegd. Beleid Gladheidbestrijding ◄ Uitvoering gegeven aan het strooiplan 2013 -2014, seizoen gladheidbestrijding loopt van 1 november t/m 1 april daarop volgend. Boarnsterhim is volgens het “oude” beleid Boarnsterhim gestrooid (volgens afspraak vanuit budget Boarnsterhim). Hiervoor is gebruik gemaakt van strooiunits van Boarnsterhim en is er één strooiunit gehuurd. ■ 2014 opstellen nieuw beleidsplan en strooiplan waarbij het Heerenveens beleid leidend zal zijn. Met als uitgangspunt het „Heerenveen Beleid‟ is wel duidelijk dat de uitvoering (strooiplan) geoptimaliseerd dient te worden. Dit geldt voor uitbreiding meteodienst / meetpunten maar ook voor het materieel. Dit om een goede uitvoering van het strooiplan te waarborgen (zorgplicht). Geplande investeringen: gelet op de hoge kosten voor huur van de strooiunit wordt geadviseerd om over te gaan tot koop (€ 27.000); uitbreiding meteodienst/meetpunten (€ 20.000); Naast genoemde optimalisering is er ook, door uitbreiding materieel, onvoldoende ruimte voor deugdelijke stalling van het materieel, uitbreiding van stalling is dan ook gewenst (€ 60.000). De totale kapitaallasten voor aanpassing beleid met deel Boarnsterhim: € 10.000. Hiervoor is geen dekking in de huidige begroting. Wij vragen u derhalve dit bedrag op te nemen in de begroting. ► N.v.t. Uitbreiding Gemeentewerf ◄ Voor het gebied Kop van Midden in de wijk Heerenveen Midden zijn twee ontwikkelingen gepland. Een nieuwe doorgang creëren tussen de Sieger van der Laanstraat en de Kempenaerssingel en het doorzetten van de hofjesstructuur zoals die ook in de West Indische buurt is toegepast. Om de ontsluiting en doorgang optimaal te realiseren is sloop
45
■
►
gepland van de voormalige gemeentewerfloods. In nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen wordt de loods (met cultuurhistorische waarde) alsnog definitief gehandhaafd. De Broedstoof heeft zich aangemeld voor koop van deze loods. Het concept van de Broedstoof (kantoorruimten met werkplaatsen) spreekt zeer aan in de markt en is in te passen in de nieuwe ruimtelijke plannen. Vanuit het werkveld RO kan de verkoop van de loods mogelijk een versterking leveren aan de financiële positie. Dit betekent dat gemeentewerken en andere gebruikers het tijdelijk gebruik stoppen en deze ruimten vrij zullen moeten maken. Voor gemeentewerken is onderzocht naar een alternatief voor gebruik van de huidige locatie achter de Broedstoof. Alternatieven zijn nieuwbouw plegen bij de huidige gemeentewerf of het in gebruik nemen van het voormalig pand van de Blinde. De jaarlasten bij in gebruik nemen van het pand de Blinde zijn hoger dan de huidige kosten van ruimtegebruik. Investeren in nieuwbouw levert een jaarlast die bijna overeenkomt met de huidige uitgaven van 13.000 euro. Financieel heeft het de voorkeur om bij de gemeentewerf op de Kavels een kleine uitbreiding te maken. Hiermee verbetert de bedrijfsvoering eveneens. Om de loods spoedig te verkopen (wens van De Broedstoof) is het noodzakelijk om in 2014 voor de nieuwbouw een investering te plegen voor nieuwbouw. Daarom vragen wij om in de begroting een bedrag van € 169.000 op te nemen, waarvan de lasten worden gedekt uit de huidige uitgaven. De verkoop van de loods is nog niet definitief. Er zal niet eerder worden overgegaan tot nieuwbouw op de Gemeentewerf, alvorens de loods daadwerkelijk is verkocht. De opbrengst van de loods zal worden verantwoord in de bestuursrapportage 2014. We zullen tijdig anticiperen op de nieuwe huisvesting van de voedselbank als daar, door de verkoop, aanleiding toe is.
Adoptie rotondes ◄ In 2013 is een pilot met een periode van een jaar gestart t.b.v. de adoptie van rotondes in de plaats Heerenveen door Tenge Hoveniersbedrijf en Groenewegen. Alle gestelde doelen van de pilot zijn gehaald en het resultaat is voldoende positief om een vervolg te geven aan adoptie van rotondes incl. verkeersdruppels. ■ Begin 2014 is een openbare biedprocedure gestart ten behoeve van de adoptie van 10 rotondes incl. verkeersdruppels in Heerenveen voor een periode van 3 jaar met de mogelijkheid tot 2 maal verlenging met een jaar. Daarnaast wordt de overeenkomst met Tenge verlengd t.a.v. 2 rotondes. De opdracht wordt begin april gegund. Vanaf mei 2014 worden 12 rotondes incl. verkeersdruppels voor een periode van minimaal 3 en maximaal 5 jaar geadopteerd. De adoptant onderhoudt de rotonde en omliggende verkeersdruppels en krijgt het alleenrecht op het plaatsen van reclame. Het voordeel voor de gemeente is dat de beeldkwaliteit verhoogd wordt zonder dat er kosten aan verbonden zijn. Daarnaast levert de adoptie financieel voordeel op bestaande uit de bieding van de adoptant van € 4.000 per jaar en een besparing op onderhoud van € 3.000 per jaar. ► N.v.t. Harmonisatie kapbeleid ◄ In het kader van deregulering hebben we het kapbeleid van Heerenveen in 2013 vereenvoudigd. Daartoe is oa een Bomenlijst opgesteld. In de voormalige gemeente Boarnsterhim is in 2010 eveneens een bomenlijst vastgesteld, echter met veel ruimere criteria dan de criteria die de gemeente Heerenveen hanteert. Dat heeft tot gevolg dat er veel vaker een omgevingsvergunning aangevraagd moet worden dan in Heerenveen, wat niet past bij de dereguleringsgedachte. De lijst moet daarom geactualiseerd en aan de Heerenveense criteria aangepast worden. Ook moet de Groene kaart uit het kapbeleid aangepast worden. Deze harmonisatie heeft nog niet plaatsgevonden. ■ Het was niet haalbaar om het kapbeleid incl. bomenlijst al in 2013 te harmoniseren (incl. ter inzage legging) daarom dient dit in 2014 plaats te vinden. Totdat de lijst is gecontroleerd, de nieuwe bomenlijst van Heerenveen is vastgesteld en het kapbeleid voor de nieuwe delen van de gemeente geldt, wordt het oude beleid van Boarnsterhim toegepast. Dat wil zeggen dat voor kap van bomen op de huidige lijst altijd een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd. Aanvragers wordt wel geadviseerd om, indien mogelijk, te wachten met de aanvraag tot na aanpassing van de bomenlijst, om zodoende het aantal aanvragen te beperken.
46
►
In het najaar van 2014 is de controle (in het veld) van de bomenlijsten van zowel Boarnsterhim als De Friese Meren gereed en zijn uitsluitend de bomen die aan onze criteria voldoen aan de bomenlijst toegevoegd (zie ook Thema 5, cultuurhistorische kwaliteiten). Het kapbeleid wordt „uitgevouwen‟ over de nieuwe delen van de gemeente (aanpassing groene kaart). Ook wordt bekeken of het nodig is om een Bebouwde Kom Boswet vast te stellen in het deel Boarnsterhim om daarmee het aantal meldingen voor de Boswet te beperken. Eind 2014 wordt de vaststellingsprocedure incl. ter inzage legging van het beleid met de nieuwe bomenlijst gestart.
Beeldkwaliteit groen ◄ In Heerenveen wordt de openbare ruimte volgens beeldkwaliteit onderhouden. Dit beleid is echter nooit formeel vastgesteld. Het beleid houdt in dat vooraf een gewenst kwaliteitsniveau wordt vastgesteld waarna aannemers of eigen dienst zelf hun onderhoudsregiem bepalen om aan de beeldkwaliteit te voldoen. In Heerenveen hebben we bepaald dat het centrum van Heerenveen en het stadiongebied op kwaliteitsniveau „Hoog‟ wordt onderhouden en de wijken en buurten op niveau „Basis‟. Ook natuurlijk beheer valt onder basis. We hanteren hierbij de „Meetlat‟ en ook schouwmethodiek van Oranjewoud (Anthea) maar deze is vergelijkbaar met de landelijk toegepaste methodiek van de CROW (kennisorganisatie op het gebied van infrastructuur, openbare ruimte, verkeer en vervoer) ■ Als gevolg van meerdere bezuinigingstaakstellingen op beheer van de openbare ruimte is het kwaliteitsniveau hoog niet meer haalbaar en verschuift ook het niveau basis hier en daar naar de ondermarge. Het beheer en de beeldkwaliteit van de openbare ruimte is dan ook aanzienlijk versoberd en zal nog verder versoberen. ► In de loop van 2014 zal de na te streven beeldkwaliteit worden herzien en formeel worden vastgesteld, zodat deze aansluit bij de huidige praktijk en die van de komende jaren en ter informatie aan uw raad worden voorgelegd. Vaststelling en communicatie van de beeldkwaliteit biedt duidelijkheid aan eigen medewerkers en naar bewoners van Heerenveen. Begraafplaatsen Boarnsterhim ◄ De begraafplaatsen in Akkrum en Aldeboarn voldoen niet aan de wettelijke eisen van de Wet op de Lijkbezorging. In Aldeboarn is de grondwaterstand structureel hoger dan wettelijk toegestaan en in Akkrum is deze in de winterperiode te hoog. Voorlopig accepteren we (evenals voormalig Boarnsterhim) deze situatie en begraven wel op de begraafplaatsen, mede omdat het aantal begravingen beperkt is. ■ In 2013 heeft bureau KYBYS, in opdracht van Boarnsterhim, een onderzoek uitgevoerd naar de problematiek en heeft een oplossingsrichting incl. kostenraming aangedragen. Het benodigde bedrag voor de aangedragen technische oplossing bedraagt € 203.200,- (incl. BTW). Via de „slotwijziging begroting 2013‟ is dit bedrag overgedragen aan de gemeente Heerenveen en is beschikbaar voor oplossen van het grondwaterprobleem. Er is geen jaar van uitvoering aan gekoppeld. Er mag aangenomen worden dat er geen financieel risico ontstaat, indien we de aanbeveling van het bureau volgen. ► In de tweede helft van 2014 zal de raad een afweging maken ten aanzien van de verschillende opties die er zijn t.a.v. het probleem en toekomst van de begraafplaatsen. Eventuele uitvoering van de aangedragen technische oplossing kan na de zomer van dit jaar voorbereid en in de zomer van 2015 (lage waterstand in de zomer) uitgevoerd worden. Actualisatie Landschapsbeleidsplan ZOF (Zuid Oost Friesland) ◄ Het huidige Landschapsbeleidsplan beslaat de periode 2004-2014 en betreft een integraal plan van alle gemeenten in Zuidoost Friesland en de provincie Fryslan. Vanuit het samenwerkingsverband is in 2013 een evaluatie van het LBP uitgevoerd. De conclusie (op hoofdlijnen) is dat het huidige LBP goed gefunctioneerd heeft en dat er ook in de toekomst behoefte is aan een duidelijke visie op het landschap. Het is niet nodig om een geheel nieuw plan op te stellen, het huidige plan biedt voldoende basis maar moet wel geactualiseerd worden, qua inhoud en visie. ■ Doordat alle partners de uitkomst van de evaluatie onderschreven is de actualisatie van
47
►
het LBP als projectplan met prioriteit op de Streekagenda Zuidoost opgenomen. Uw raad heeft begin 2014 ingestemd met de Streekagenda Zuidoost en het bijbehorende jaarplan waarin onze financiële bijdrage is opgenomen. Alle partners hebben ingestemd met de Streekagenda en het jaarplan. Actualisatie van het Landschapsbeleidsplan ZOF wordt in 2014 opgestart met (in eerste instantie) de provincie Fryslân als trekker. De kosten zijn gedekt vanuit de Streekagenda Zuidoost.
Sober beheer en onderhoud openbare ruimte ◄ Afgelopen jaren heeft de raad in meerdere rondes diverse bezuinigingstaakstellingen vastgesteld ten aanzien van beheer van de openbare ruimte. De taakstellingen hebben een versobering van beeld, kwaliteit en beheer en onderhoud tot gevolg. Het beheer en onderhoud waar niet op bezuinigd is moet met minder mensen gedaan worden. Er is een achterstand op bomenonderhoud in de hele gemeente Heerenveen, die door de stormen van 2013 verder opgelopen is, waardoor veel bomen momenteel niet voldoende veilig zijn en we niet aan onze zorgplicht voldoen. ■ De versobering in beheer en onderhoud is in toenemende mate zichtbaar in de openbare ruimte: onkruid op bestrating, lang gras rond obstakels, zwerfvuil, onkruid bij het stadion en paden in het Skoatterwâld (gebieden die altijd op een hoger niveau onderhouden werden), recreatieve schelpenpaden verdwijnen en gedurende de hele zomer zal er lang gras in bermen en grasvelden aanwezig zijn omdat er nog 1x per jaar, in het najaar, gemaaid wordt (ook in Heerenveen). Daarnaast versobert de kwaliteit van de openbare ruimte doordat steeds meer beplanting vervangen wordt door gras om de beheerkosten te drukken. Wijkteams hebben moeite met het beeld dat ze achter moeten laten bij onderhoudsrondes. Bewoners van Heerenveen lijken het veranderde beeld geaccepteerd te hebben maar ondernemers hebben meer moeite met de lagere beeldkwaliteit van hun werkomgeving. ► De versobering in beeld, kwaliteit en beheer en onderhoud zal verder doorzetten door bezuinigingen. De laatste bezuinigingen op beheer openbare ruimte (€ 105.000) worden dit voorjaar gecommuniceerd naar bewoners en ondernemers. Herindeling, beheerbegroting openbare ruimte ◄ Vanuit de begrotingen van Boarnsterhim en De Friese Meren zijn in het kader van de herindeling bedragen toegekend voor beheer van de openbare ruimte. Vanwege verschillen in beleid, beheer, kwaliteit en bedrijfsvoering zijn de toegekende beheerbudgetten waarschijnlijk niet toereikend voor het werk dat er voor uitgevoerd moet worden. Daarbij zijn Heerenveens beleid en kwaliteit- en veiligheidseisen bepalend voor het benodigde budget. ■ De harmonisatie van Boarnsterhim loopt en dit jaar zullen we inventariseren welke financiële middelen benodigd zijn voor het onderhouden van de openbare ruimte. Voor deze werkzaamheden vragen we u een bedrag van € 100.000 beschikbaar te stellen om de financiële gevolgen van de herindeling te dekken. ► In 2014 verder inventariseren wat er werkelijk aan middelen beschikbaar moet komen. Hekkelspecie ◄ De gemeente Heerenveen heeft een grondbank, waar vrijkomend hekkelmateriaal naartoe wordt afgevoerd. Na indroging en bemonstering wordt het materiaal vanaf de grondbank toegepast voor hergebruik op onder andere De Kavels en IBF. De verwerkingskosten worden gedekt vanuit de begroting. ■ Momenteel ligt er op de grondbank circa 14.000 ton. Doordat de waterkwaliteit van de watergangen steeds beter wordt, vindt er een verschuiving plaats van de verhouding van de samenstelling. Meer organisch materiaal (planten materiaal), minder grond. Hierdoor is verwerking van het materiaal op De Kavels / IBF niet meer toegestaan. Zoals het er nu naar uitziet, zijn ook andere verwerkingsmogelijkheden momenteel niet voor handen. De partij hekkelmateriaal ligt thans op de grondbank, maar moet op enig moment wel worden afgevoerd (i.v.m. ruimtegebrek). De enige verwerking is storten of naar een erkende verwerker. Dit vergt, een eenmalige extra kostenpost. In afwachting van het lopende onderzoek, worden er vooralsnog geen extra middelen aangevraagd. ► Het ziet er naar uit dat verwerking van het hekkelmateriaal, dat dit jaar vrij komt bij het
48
hekkelen van de watergangen in de gemeente, ook niet kan worden aangewend op De Kavels of het IBF. Een bijkomend nadeel is dat op de grondbank niet onbeperkt ruimte is. Jaarlijks komt er circa 8.000 ton vrij. Bij het ministerie willen we aankaarten dat dit probleem bestaat en dat, ondanks dat hekkelmateriaal nagenoeg schoon is, duur verwerkt dient te worden. Echter ons probleem is dat het verwerken van 8.000 ton hekkelmateriaal een structurele extra kostenpost met zich mee brengt. Onderzocht wordt nog of (een deel van) de kosten ten laste kunnen worden gebracht van het gemeentelijk watertakenplan. (zie thema 5; Watertakenplan wordt dit jaar geactualiseerd.) Ook zal er worden onderzocht om een gedeelte van het hekkelmateriaal als bodemverbeteraar te gebruiken. Spelen en speelbeleid ◄ In juni 2001 is het speelbeleid vastgesteld. De uitgangspunten van dit beleid zijn o.a.: • jaarlijks een eerlijke verdeling van de beschikbare budgetten over de verschillende wijken en dorpen; • de wijken en dorpen beslissen zelf over waar de plekken komen en hoeveel geld ze er vanuit hun budget aan willen uitgeven; • niet besteed budget kan worden gespaard voor de toekomst. Op 18 maart 2009 is door het college het gemeentelijke playgroundbeleid 12+ vastgesteld. Uitgangspunt is de realisatie van een uitdagende en stimulerende omgeving voor jongeren met aandacht voor fysieke en sociale elementen en een vrije invulling van jeugdigen. ■ In de loop der jaren is door een geleidelijke uitbreiding van het speelareaal een jaarlijks tekort ontstaan op het budget voor het onderhoud van de toestellen. Recentelijk zijn de jaarlijkse veiligheidsinspecties uitgevoerd. Hieruit komt naar voren dat de komende 5 jaar meer dan helft van de speeltoestellen afgeschreven is. Het beschikbare budget is ontoereikend om het voorzieningenniveau in stand te houden. Het in 2001 vastgesteld speelruimtebeleid is financieel niet meer uitvoerbaar. Playgrounds zijn openbare sportvelden met een eigen inrichting en afmeting van uitstekende kwaliteit, vaak voorzien van kunstgras of beton/asfalt. Vanuit dit beleid zijn veel voorzieningen gerealiseerd en goede resultaten behaald. ► We staan voor de lastige opgave, maar tegelijk uitdaging, om met de beperkt beschikbare middelen een toekomstbestendig speelruimtebeleid te ontwikkelen. Alle speeltoestellen behouden is met de huidige financiële middelen niet mogelijk. Er zullen keuzes gemaakt moeten worden, waar en welke speeltoestellen behouden blijven. Centraal uitgangspunt blijft de kwaliteit en diversiteit van speelplekken. De kosten voor het onderhoud zullen worden beperkt door vermindering van het aantal speeltoestellen en het clusteren van bestaande voorzieningen. Voor wat betreft het vervolg voor de playgrounds is het beleid gericht op terughoudendheid. De financiële aanjaagfunctie uit het verleden is met de begrote middelen niet meer uitvoerbaar. Voor het vervolg zal worden ingezet op het afsluiten van beheer- en onderhoudscontracten voor de voorzieningen waarvoor dat nog niet is georganiseerd. Projecten die nog wel ontwikkeld worden zijn: skate- en bikepark, playground Het Meer en De Akkerwille. Stormschade 2013 ◄ In 2013 is de gemeente Heerenveen 2 maal getroffen door een zware storm. Met inzet van eigen personeel (wijkteams) is getracht de overlast tot een minimum te beperken. De inzet was er vooral op gericht om zo snel als mogelijk de omgewaaide bomen en afgewaaide takken op te ruimen. Wat resteert zijn nog de werkzaamheden om de gevolgschade aan bomen weg te werken. ■ Door de storm is er veel schades in/aan de bomen ontstaan, de beschikbare capaciteit van personeel en materieel is niet voldoende om de controle en herstel werkzaamheden (in een keer) uit te voeren. Om aan de wettelijke zorgplicht te voldoen dient er personeel en materieel (hoogwerkers) ingehuurd te worden voor het verwijderen van afgewaaide /gebroken takken en het controleren van bomen. De gemeente Heerenveen heeft , als eigenaar, een zorgplicht voor deugdelijk onderhoud aan „haar‟ bomen. Wordt deze zorgplicht niet nagekomen, dan kan bij schade er een schuldvraag ontstaan: wie is aansprakelijk! Bij wet (Nederlands recht) gaat het om schuldaansprakelijkheid: bij eventuele schade door omgewaaide bomen en/of vallende takken zal de eiser moeten
49
aantonen dat de boomeigenaar nalatig en/of verweten kan worden dat er geen of onvoldoende zorg is uitgevoerd door de boomeigenaar. Om te voldoen aan de zorgplicht / onderhoud aan bomen, dient de opgelopen achterstand, stormschade, ingelopen te worden. De totale kosten hiervoor bedragen € 260.000. (30 weken 2 hoogwerkers met bediening) Daarnaast is er ook schade ontstaan aan verhardingen. Deze schade is ontstaan door omgewaaide bomen waarbij het wortelgestel een deel van de verharding heeft “meegenomen”. Totale schade aan verhardingen (voor beide stormen) is € 30.000. Voor genoemde stormschade (calamiteit) is geen dekking, wij vragen u derhalve (totaal) € 290.000 eenmalig een budget beschikbaar te stellen voor het „herstel stormschade‟. Indien de schade aan de bomen niet wordt hersteld (alsmede gevaarzetting weggenomen) wordt ons mogelijk nalatigheid verweten bij toekomstige schade. M.b.t. de verhardingen zijn trottoirbanden ontwricht en is asfalt en bestrating beschadigd. Dit is altijd langs de zijkant van de verhardingen. Deze zijn bedoeld als goede kantopsluiting omdat anders de weg „uitgereden‟ wordt of de constructie verzwakt. Het niet oppakken van deze schades leidt tot grotere (financiële) gevolgschades en / of verkeersgevaarlijke situaties. Onderhoud bermen ◄ Door extreem nat weer en het minimale onderhoud aan bermen is er veel schade en spoorvorming ontstaan. Utstel van deze werkzaamheden heeft tot gevolg dat er gevaarlijke situaties ontstaan en de gemeente aansprakelijk wordt gesteld voor ontstane schades. ■ N.v.t. ► Door deze werkzaamheden zelf uit te voeren zijn er geen kosten voor het transport maar alleen kosten voor een mobiele kraan, deze werkzaamheden zullen ongeveer 10 weken in beslag nemen, verdeeld over het hele jaar. Hiervoor is geen dekking in de huidige begroting, wij vragen u derhalve € 30.000 eenmalig op te nemen in de begroting. Verkeersborden deel oud Boarnsterhim en ANWB nu te noemen NBD bewegwijzering. ◄ Met de samenvoeging/herindeling zuidelijk deel Boarnsterhim hebben wij een uitbreiding van ons areaal verkeerborden en NBD bewegwijzering gekregen. Het betreft ongeveer 500 verkeersborden en 25 NBD masten. Deze verkeersborden zijn vrijwel allemaal reflectieklasse 1, die wettelijk niet meer voldoen. Wat betreft de NBD bewegwijzering geeft de uitgevoerde inventarisatie een beeld van veel achterstallig onderhoud. ■ In de WegenverkeersWet RVV 1990 BABW staat in hoofdstuk 2 paragraaf 2 onder 6: De waarneembaarheid van verkeersborden moet dag en nacht verzekerd zijn. Met klasse 1 borden voldoen wij niet aan dit voorschrift. Van de 500 verkeersborden zullen er, in het kader van bordensanering, naar verwachting een 100 tal komen te vervallen. ► Wanneer we de verkeersborden en NBD masten weer op een minimaal onderhoudsniveau willen brengen, dan is ingrijpen noodzakelijk. De uitvoering willen wij in het lopende jaar 2014 uitvoeren. We stellen u voor om een investeringskrediet van € 47.000 beschikbaar te stellen en de structurele kapitaallasten van € 4.000 in de begroting op te nemen.
3.3.4 Opvoeding / ondersteuning / onderwijs
◄verleden ■ heden ► toekomst
ER-doelen Adequate netwerken op wijk- en dorpsniveau ten behoeve van de ontwikkeling van kinderen en jongeren; Adequate netwerken op wijk- en dorpsniveau ten behoeve van de ondersteuning van ouderen e.d. (woonservicezones); Behoud van huisvesting van scholen Verdere concentratie van accommodaties op basis van “gebundelde kwaliteit”; Minder schoolverzuim.
50
Herijken integraal accommodatiebeleid sport en onderwijs ◄ De raad heeft op 2 juni 2008 het Accommodatiebeleidsplan 2008-2014 “H♥rt voor Accommodaties!” vastgesteld. Volgens dit plan vindt in 2014 een (eerste) 6-jaarljkse actualisering ervan plaats. Bovendien wordt het accommodatiebeleid nu ook van kracht voor de delen van het grondgebied dat voorheen tot de gemeenten Boarnsterhim en Skarsterlân behoorde. ■ Gezien het huidige financiële (meerjaren)perspectief ligt een integrale actualisering van het Accommodatiebeleidsplan op dit moment niet voor de hand. Wij kiezen voor een meer pragmatische benadering waarbij op basis van het moeten voldoen aan de wettelijke verplichtingen op het gebied van de voorzieningen voor sport en onderwijs (de minimale variant), onder anderen de reële investeringsbehoefte voor de komende jaren nader in beeld zal worden gebracht. ► De daadwerkelijke herijking van het Accommodatiebeleid wordt opgenomen in de Lange Termijn Agenda van de raad in 2016/2017. MFA de Akkers ◄ Het college heeft op 17 december 2013 besloten de in de begroting opgenomen gelden beschikbaar te stellen voor de herhuisvesting van de basisscholen in De Akkers te Heerenveen. Het budget is beperkt tot het wettelijk noodzakelijke. De schoolbesturen is gevraagd nu eerst met een Plan van Aanpak voor de nieuwbouw te komen. ■ De schoolbesturen van De Basis en Meilân werken aan het Plan van Aanpak, waarin informatie wordt opgenomen over het programma van eisen, bestek, begroting, voorlopig ontwerp etc. Tevens komen de scholen met een voorstel voor de financiering. ► In de loop van dit jaar besluit de gemeenteraad naar verwachting om met inzet van de beschikbare gemeentelijke middelen medewerking te verlenen aan het plan van de beide schoolbesturen voor de nieuwbouw/herhuisvesting van de basisscholen op de locatie Commanderije in De Akkers. Sportaccommodaties (renovatie, vervanging, uitbreiding, garantstsellingen sport en toepassing sportbesluit) ◄ Vanuit de Voorziening Sportvelden en de Vervangingsinvesteringen zijn middelen beschikbaar voor onder anderen de renovatie van de toplaag van de kunststofatletiekbaan, renovatie van een voetbalveld bij de vv Heerenveense Boys, renovatie van de kleedkamers ca. bij de sportvelden in De Knipe en Heerenveen (Buitenbaan en Skoatterwâld) en er is een plan voor de herinrichting van de sportvelden in Jubbega (samenvoegen van de voetbal- en korfbalvereniging op één complex). Daar waar sprake is van gemeentelijke investeringen op dit terrein, wordt rekening gehouden met het Sportbesluit om de verschuldigde BTW te kunnen verrekenen. Bovendien wordt in geval van een renovatie ingezet op de eigendomsoverdracht van de desbetreffende kleedruimten aan de vereniging. In de raad van 9 december 2013 is aan de Stichting Samenwerking Bevordert Vooruitgang het “groene licht” gegeven voor de vervangende nieuwbouw van het gymlokaal en de kleedkamers voor de buitensport in Tjalleberd, zulks in combinatie met de nieuwbouw van het dorpshuis. ■ Er wordt deels gewerkt aan de uitwerking, bestek klaarmaken, etc. van de verschillende plannen en hier en daar is overleg met de verenigingen gaande. ► In de loop van dit jaar zijn een aantal werkzaamheden uitgevoerd, dan wel bevindt de voorbereiding voor uitvoering zich in een afrondende fase en is in Tjalleberd begonnen met de bouw.
3.3.5 Veiligheid ◄verleden ■ heden ► toekomst Zie Thema 1 onder 1.3.5 Heerenveen bevordert Veiligheid.
51
3.3.6 Participatie in wijken en dorpen ◄verleden ■ heden ► toekomst ER-doelen Meer verantwoordelijkheid bij burgers en bedrijven voor de leefbaarheid van wijken en dorpen; Betere werkwijzen ontwikkelen ter ondersteuning van het organiserend vermogen van burgers en hun organisaties. Streekagenda ◄ In 2013 is samen met de andere partners (gemeenten Zuidoost Fryslân, de provincie en Wetterskip Fryslân) de Streekagenda Zuidoost opgesteld, inclusief het Jaarplan 2014. Wij hebben hiermee ingestemd. In verband met de herindeling heeft de instemming van de raad in januari 2014 plaatsgevonden. ■ De uitvoering conform het Jaarplan 2014 vindt nu plaats en er wordt gewerkt aan het opstellen van het Jaarplan 2015. ► De verschillende ontwikkelprojecten en uitvoeringsprojecten in de regio Zuidoost worden door de betrokken partijen nader uitgewerkt c.q. gerealiseerd. De gemeente Heerenveen heeft geen lopende projecten als uitvoeringsproject in de Streekagenda opgevoerd. Net als alle andere partners doen wij mee aan de vier ontwikkelprojecten die zijn opgenomen in het Jaarplan 2014 en wij denken mee aan welke ontwikkelprojecten opgenomen moeten worden in het Jaarplan 2015. Wijkmanagement ◄ In 2013 zijn verschillende bewonersprojecten gestart (wandelnetwerken, Akkerwille, Skoattertûn, Wolfsklauw Jubbega, Burenhulpprojecten, Energiecorporatie in Aengwirden en het opzetten van een eigen wijkvisie in Heerenveen Midden). In 2013 zijn verschillende bewonersprojecten afgerond (Bremsingel, Nijehaske, spelen Overtuin, nieuwe opzet Buurtsuper Oudeschoot). ■ Het terugtreden van de overheid op tal van gebieden is merkbaar in de samenleving. Steeds meer burgers pakken initiatieven op. Of het nu om het gezamenlijk schoonmaken van de openbare ruimte gaat (Kattebos), groot onderhoud van een fietspad (Oudehorne) of om het samen nadenken over leefbaarheid, de toekomst van het dorpshuis en de scholen en de zorg voor ouderen. Het zijn steeds meer initiatieven vanuit de samenleving waarbij de gemeente slechts een faciliterende rol bij speelt. ► Het in toenemende mate faciliteren en begeleiden van de discussie tussen verschillende partijen (organisaties, bedrijven, bewoners) bij initiatieven. Hierbij stelt het wijkmanagement met name zijn netwerk en toegang tot kennis en kunde beschikbaar. Verlening subsidie Landschap ZO Fryslân t.b.v. project Landschap rond dorpen gemeente Heerenveen ◄ N.v.t. ■ Van de Provinsje Fryslân hebben we een bijdrage ontvangen van € 53.150 ten hoeve van „landschap rond dorpen‟. Dit bedrag is nog niet verantwoord in de begroting 2014. ► N.v.t. Herindeling Boarnsterhim ◄ N.v.t. ■ In de primitieve begroting 2014 is een kapitaallast geraamd ter dekking van de het regulier onderhoud verhardingen van het gedeelte voormalig Boarnsterhim. Voorgesteld wordt om het investeringskrediet ad. € 265.000 te formaliseren en op te nemen in de staat van geactiveerde kapitaallasten van de „nieuwe‟ gemeente Heerenveen. ► N.v.t.
52
3.4
Financiële mutaties om schrijving
S
Verkeerseducatie Taakstelling openbare verlichting Onderhoud verhardingen Calamiteiten CT Kunstwerken Gladheidbestrijding Adoptie rotondes Achterstallig onderhoud verkeersborden
S S S S S S S
Totaal mutaties structureel
om schrijving
Uitschakelen openbare verlichting Bestrating centrum herindeling openbare ruimte Herstel stormschade Onderhoud bermen
I
I I I I I
Totaal mutaties incidenteel
om schrijving
Apparatuur parkeerbeheer Gladheidbestrijding Uitbreiding gemeentewerf Verkeersborden Verhardingen Totaal mutaties investeringen
2014 x 1.000
INV INV INV INV INV
2016 x 1.000
2017 x 1.000
2018 x 1.000
-10 7 -4
-70 -25 -60 -10 7 -4
-10 -70 -25 -60 -10 7 -4
-10 -70 -25 -60 -10 7 -4
-10 -70 -25 -60 -10 7 -4
-102
-162
-172
-172
-172
-70 -25
2014 x 1.000
2015 x 1.000
2016 x 1.000
2017 x 1.000
2018 x 1.000
-16 -32 -100 -290 -30 -468
Inv.
2015 x 1.000
2014 x 1.000
0
2015 x 1.000
0
2016 x 1.000
0
2017 x 1.000
0
2018 x 1.000
-55 -107 -169 -47 -265 -643
53
0
0
0
0
54
4: Heerenveen bevordert meedoen!
4.1
Beschrijving en hoofdstructuur
Dit thema is opgebouwd rond de sociale participatie en maatschappelijke participatie van inwoners van de gemeente Heerenveen. Het thema is gericht op het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden, die leiden tot het verkrijgen of behouden van aansluiting met het maatschappelijk verkeer. Participatie die leidt tot (economische) zelfstandigheid heeft daarbij prioriteit. Heerenveen bevordert meedoen
Bevorderen meedoen inwoners
Algemene voorzieningen, faciliteren verenigingsleven/ sport/cultuur, preventieve zorg faciliteren ontmoeting
4.2.
Versterken zelfredzaamheid
Versterken sociale netwerken, vrijwilligers, mantelzorg, volwasseneneducatie
Bieden vangnet aan inwoners
Vroegtijdig herkennen en signaleren van problemen voorzieningen bieden cliëntondersteuning
Koers van Heerenveen
Het Collegeprogramma 2014-2018 geeft op hoofdlijnen de door het college gekozen koers aan. In de periode 2014-2018 boekt het college de navolgende resultaten: 1. Per 1 januari 2015 zijn conform rijksbeleid de drie decentralisaties ingevoerd; 2. Het gebruik van individuele en specialistische voorzieningen daalt door eigen kracht van inwoners en hun netwerk en preventieve voorzieningen; 3. De benadering van inwoners kent minder regels en procedures, meer maatwerk en korte informele lijnen; 4. Een vangnet voor die groepen die geen eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen en niet op hun omgeving kunnen terugvallen; 5. Bij alle maatregelen geldt: functie gaat boven instelling.
55
4.3.
Doelen, resultaten en maatschappelijke effecten
4.3.1. Bevorderen meedoen inwoners
◄verleden ■ heden ► toekomst
ER-doelen Meer ruimte aan initiatieven van bewoners om de leefbaarheid en sociale cohesie te vergroten. Kansrijke ontwikkelingsmogelijkheden voor kinderen en jongeren. Meer inzet op vroegsignalering en preventie om het gebruik van individuele voorzieningen te verminderen; Meer inwoners die cultureel en sportief actief zijn, al dan niet in verenigingsverband Decentralisaties op sociaal domein Algemeen o Overkoepelende onderwerpen ◄ Vaststelling overkoepelende visie sociaal beleid; Notitie uitwerking toegang en start 2 projecten om te komen tot een integrale gebiedsgerichte toegang: project toegang leefdomeinen meedoen & leefbaarheid en werk & inkomen met meitinkers en project toegang met CJG (Centrum Jeugd & Gezin)-partners voor leefdomein opvoeden & opgroeien; Risico‟s Drie Decentralisaties (3D‟s) geanalyseerd en beheersmaatregelen genomen. ■ Er is een communicatiestrategie voor de veranderingen in het sociaal domein opgesteld, aangevuld met een communicatiekalender. We schatten in dat we bij ongewijzigd beleid (rijksbeleid voortzetten) in 2015 het risico lopen op een tekort van € 6 a € 7 miljoen. Dit geeft de opgave aan om bij te sturen, zodat we budgettair neutraal uitkomen. Over het algemeen beperkt het overgangsrecht onze mogelijkheid om te sturen op de financiële risico‟s. Ondanks dat zullen wij natuurlijk alle mogelijkheden aangrijpen om wel bij te sturen. Daarbij zullen we voorstellen de maximale sturingsmogelijkheden te benutten. Dit alles om te komen tot een adequate zorg en ondersteuning voor cliënten binnen de beschikbare budgetten. In de raad van 30 juni a.s. zullen we u een voorstel voorleggen, waarbij beleidskeuzes zijn afgestemd op dat uitgangspunt. De 2 belangrijkste instrumenten om de kosten bij te sturen zijn de toegang (zie bij 4.3.2) en de contractering van aanbieders. Daarnaast is een keuze nodig bij de inzet van de nieuwe budgetten en een heroverweging van bestaande taken en budgetten in het sociaal domein. Het is een keus om budgetten flexibeler in te zetten. We komen hierover met een voorstel. De resultaten hiervan zullen we daarna verwerken in de begroting 2015, de meerjarenbegroting 2015-2019 en in de 3 beleidsnota‟s op het sociaal domein die u in het najaar ontvangt. Onlangs heeft u hierover een brief ontvangen. Start van de procedure over de inkoop van zorg en ondersteuning bij aanbieders. ► Van september tot december: met alle cliënten die nu gebruik maken van te decentraliseren taken gaan we communiceren wat er voor hen verandert. We maken bij de inkoop van zorg afspraken over een goede continuïteit van zorg voor huidige cliënten, de zgn. „zachte landing‟. Dit is voor een groot deel ook al geregeld in het overgangsrecht; Het rijk wil binnen het gemeentefonds een deelfonds sociaal domein instellen waarin o.a. de rijksbijdrage voor de nieuwe taken deel van uitmaakt. In de begroting 2015 zal dit voor de eerste keer zichtbaar worden. Aanbesteding inkoop zorg en ondersteuning. De lokale taken kopen we lokaal in. Dat zijn vooral de begeleiding voor zowel jeugd als volwassenen uit de AWBZ. We sturen hier vooral d.m.v. een scherpe prijs. De inkoop hiervan moet voor 1 oktober afgerond zijn. De taken waarin we samenwerken met regiogemeenten (vooral in jeugdzorg) kopen we gezamenlijk in. Zie verder bij thema Heerenveen werkt samen: 1.3.4. Decentralisatie AWBZ ◄ Sinds 2012 zijn wij als gemeente bezig met de voorbereiding op de decentralisatie van taken uit de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) naar de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning). Onderdelen vanuit deze voorbereiding zijn: Segmentatieonderzoek 1.0 nieuwe doelgroep WMO 2015; Afronding samenwerkingsverband Skillslab; Start Pilot project „Meedoen in Heerenveen‟: hierin doen we ervaring op met nieuwe
56
■
►
cliënten uit de AWBZ en de nieuwe werkwijze. Beoogd effect is een verschuiving van individuele voorzieningen naar algemene. Risicoanalyse uitgevoerd en koppeling beheersmaatregelen gemaakt; Vaststelling kadernota AWBZ najaar 2013; Projectplan 2.0; Start pilot De Kempenaer, „Meedoen in Midden‟. Dit past in de verschuiving van individuele naar algemene voorzieningen; Werkbezoeken zorgboerderijen (kleine zorgaanbieders); Verkenning van mogelijk gemeentelijke samenwerking heeft plaatsgevonden. We liggen op koers met de planning van het landelijk transitiebureau waarbij in 2014 de nadruk zal komen te liggen op de voorbereiding en implementatie. Waarbij verder onderzoek naar de doelgroep vorm zal krijgen middels de segmentatieonderzoeken 2.0 en 3.0, waarbij een aantal pilots verder vorm zullen krijgen, inkoop van maatschappelijke ondersteuning geëffectueerd zal worden en de WMO-verordening met onderliggende verstrekkings- (beleids-)regels (toelichting) in het 4e kwartaal aan u zal worden voorgelegd. Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente Heerenveen toegerust voor het bieden van maatschappelijke ondersteuning (voorheen begeleiding individueel & groep, kortdurend verblijf en vervoer) als onderdeel van de nieuwe WMO 2015. Dit enerzijds aan inwoners die daarop voor het eerst een beroep doen en anderzijds voor de doelgroep die in 2014 nog zorg ontleenden vanuit de AWBZ. Voor deze laatste doelgroep is in meerdere gevallen per 2015 overgangsrecht van toepassing welke door ons eerbiedigd zal worden. Bij ongewijzigd beleid verwachten we in 2015 een tekort op de uitvoering van de nieuwe en bestaande taken in de WMO van € 3 miljoen. Dat geeft de opgave aan om bij te sturen. In 2015 zullen we via de toegang alleen kunnen sturen bij nieuwe cliënten. We stellen u voor om te sturen op een scherpe prijs bij de inkoop van zorg bij zorgaanbieders en in te zetten op eigen bijdragen van cliënten. We onderzoeken de mogelijkheden om algemene voorzieningen te creëren in plaats van individuele.
Decentralisatie Jeugdzorg en doorontwikkeling CJG ◄ De gemeenteraad heeft de visie en bestuursopdracht Zorg voor jeugd vastgesteld; Er is ingestemd met het Regionaal Transitiearrangement (RTA) en het omvormingsplan. De Eerste Kamer heeft ingestemd met de nieuwe Jeugdwet. Deze wordt op 1 januari 2015 van kracht. De CJG-partners hebben het project “Werkplaats integratie 1e lijn” gestart. Het doel is te komen tot een integrale werkwijze en daarmee voor te sorteren op de transitie jeugdzorg. Dit project heeft geleid tot veel meer vroegtijdig signaleren en interveniëren. Echter de middelen om deze toenemende stroom op te vangen zijn niet aanwezig waardoor er wachtlijsten ontstaan. ■ In samenwerking met de CJG kernpartners zijn focusspeerpunten en doelstellingen geformuleerd die ervoor moeten zorgen dat de gemeente en het CJG klaar zijn voor de transitie jeugdzorg per 1 januari 2015. De focusspeerpunten zijn: 1. Toegang/front office; 2. Samenwerking binnen het CJG en daarbuiten; 3. Verdergaande professionalisering van de CJG professionals en de professionals op de vindplaatsen; 4. Aanbod. Deze focusspeerpunten 1 tot en met 3 komen bij elkaar in de nieuwe visie Toegang Opvoeden en Opgroeien. Tevens is dit jaar gestart met de pilot zorg in de school. De nieuwe werkwijze van de Werkplaats integratie 1e lijn én de pilot zorg in de school leiden tot het eerder signaleren van problemen en behoefte aan ondersteuning. Dit leidt tot een hoge druk op de preventieve voorzieningen die worden aangeboden in de werkplaats. Er zijn zelfs wachtlijsten ontstaan. Er zijn verzoeken gedaan aan de provincie en aan het Friesland College (via de door hen verkregen subsidie van de ziektekostenverzekeraar) om mensen en/of middelen in te zetten om de Werkplaats te ontlasten. Ondanks goede intenties heeft dit nog niet geleid tot extra inzet. Verzocht wordt om dit jaar eenmalig een bedrag van € 50.000 beschikbaar te stellen voor het oplossen van de ontstane wachtlijsten in de werkplaats. Door tijdige en lichtere interventies kan doorstroom naar (duurdere) specialistische zorg worden voorkomen.
57
►
In 2014 worden een beleidsplan en een verordening opgesteld, in samenspraak met cliëntenorganisaties, participatieraad en aanbieders. Er is een beleidsplan Zorg voor jeugd vastgesteld. Er zijn afspraken gemaakt met instellingen over de inkoop van jeugdhulp. Er zijn afspraken gemaakt met de kernpartners CJG over de invulling van de Toegang Opvoeden en Opgroeien. Bij ongewijzigd beleid lopen we in 2015 een financieel risico van € 1,4 tot € 2,4 miljoen op de nieuwe jeugdzorgtaken. Dit geeft de opgave aan om bij te sturen. De huidige aanbieders in de jeugdzorg hebben een omzetgarantie. In 2015 zullen we vooral sturen op een scherpe indicatie waardoor het beroep op de dure specialistische zorg afneemt. Wij zullen uw raad keuzes voorleggen om adequate ondersteuning te bieden, voor zover mogelijk, binnen de beschikbare budgetten. Dit gebeurt in de vorm van integrale afweging van beleid en budgetten 3D‟s. Om de duurdere specialistische zorg terug te dringen (afschaling van 2e naar 1e en 0e lijn) is het noodzakelijk om te investeren in preventie en vroegsignalering. Uit de pilots van de Werkplaats en Zorg in de school is gebleken dat vroeger signaleren leidt tot eerdere maar lichtere interventies waardoor instroom in duurdere specialistische zorg wordt verminderd. Wij stellen uw raad derhalve voor om in de jaren 2015 en 2016 eenmalig extra middelen ter beschikking te stellen van € 150.000 per jaar. Daarna verwachten wij dat het versterken van de preventie kan worden gefinancierd uit een verschuiving van middelen van specialistische zorg naar 1e lijns zorg.
Voorbereidingskosten Invoering Drie Decentralisaties ◄ N.v.t. ■ Na inventarisatie van alle noodzakelijke werkzaamheden om de invoering van de drie decentralisaties Jeugdzorg, AWBZ/WMO en Participatie succesvol af te ronden stellen wij vast, dat aanvullend nog (eenmalig) € 135.000 benodigd is. De werkzaamheden betreffen personele kosten voor communicatie naar o.a. inwoners en cliënten. Zoals bekend draagt het Rijk die taken per 1 januari 2015 aan de gemeenten over. Om het restant ad. € 135.000 van dekking te voorzien wordt voorgesteld een beroep te doen op middelen voor frictie (zie thema 1 - concern frictiereserve). ► N.v.t. Beleid WMO ◄ Met ingang van 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning ingevoerd. Dit heeft geleid tot het WMO-beleidsplan „Kiemen voor een sterke en solidaire samenleving‟. ■ Formeel is het hiervoor genoemde beleidsplan nog van toepassing. Op 14 januari 2014 heeft de staatssecretaris van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) de (nieuwe) Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 naar de Tweede Kamer ter vaststelling gestuurd. Aanleiding om per 1 januari 2015 te komen tot een nieuwe WMO is de landelijke hervorming van de langdurige zorg (AWBZ, Zorgverzekeringswet en WMO). Onze voorbereidingen om per 1 januari 2015 te komen tot lokaal WMO-beleid (samenhang met de AWBZ-decentralisatie) zijn reeds gaande. ► Ingaande 1 januari 2015 is de nieuwe WMO 2015 van toepassing en hebben wij de betreffende beleidsdoelen geformuleerd . Deze beleidsdoelen worden uw raad in het laatste kwartaal van 2014 voorgelegd ter vaststelling. Vooruitlopend hierop worden aan uw raad keuzes voorgelegd op het brede sociale domein. Integraal Jeugdbeleid ◄ Eind 2013 is in samenwerking met de betrokken partners binnen het Integraal Jeugdbeleid een uitvoeringsprogramma opgesteld voor de focus-speerpunten zoals die begin 2013 door het bestuurlijk overleg IJB (Integraal Jeugd Beleid) zijn bepaald; De focusspeerpunten zijn: Voor en vroegschoolse educatie (VVE), aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt, Pilot CJG op school (VO/MBO) en Actief burgerschap jongeren; De uitwerkingen van de focus-speerpunten zijn in de vorm van een opdrachtbeschrijving vormgegeven. ■ De projectgroepen gekoppeld aan de geformuleerde focusspeerpunten zijn bezig met de uitvoering van de opdrachtbeschrijvingen. De uitwerking hiervan staat in het uitvoeringsprogramma IJB.
58
►
Er ligt een aangepaste werkwijze voor het bestuurlijk overleg Integraal Jeugdbeleid waarin een efficiëntere overlegstructuur is opgenomen met relevante samenwerkingspartijen; Er wordt één keer per jaar een breed overleg/thema middag georganiseerd waarbij alle samenwerkingspartners geïnformeerd worden over de stand van zaken binnen het integraal jeugdbeleid en andere relevante beleidsterreinen. Ook is er dan ruimte voor uitwisseling van ervaringen en ideeën voor nieuwe speerpunten binnen het IJB.
Personele inzet Jongerenpunt ◄ N.v.t. ■ Tot op heden vindt dekking van de kosten van het Jongerenpunt steeds incidenteel plaats vanuit CJG-middelen (€ 10.000) en vanuit de rijksbijdrage voor Re-integratie (€ 60.000). ► Mede op aandringen van uw raad hebben wij het Jongerenpunt nu structureel ingevuld. In lijn met ons streven om vaste formatie uit de algemene middelen te bekostigen, zetten wij erop in het gebruik van de re-integratiebudgetten zo zuiver mogelijk te organiseren en alleen voor specifieke re-integratietaken in te zetten, waarvoor het uiteindelijk ook bedoeld is. Voorgesteld wordt dan ook om voor de bezetting van het jongerenpunt € 60.000 beschikbaar te stellen. Cultuurbedrijf ◄ In opdracht van de culturele instellingen en de gemeente is er een haalbaarheidsonderzoek naar een cultuurhuis Heerenveen uitgevoerd. Wij hebben het rapport voor kennisgeving aangenomen; dit rapport bood te weinig aanknopingspunten omdat er te veel vanuit de instellingen werd geredeneerd in plaats vanuit de gezamenlijke culturele functie. ■ In opdracht van de culturele instellingen en de gemeente wordt momenteel een plan voor een „Cultuurbedrijf Heerenveen‟ opgesteld (zie ook het Collegeakkoord). Betrokken instellingen zijn: Openbare Bibliotheek Sud-West Fryslan; Ateliers Majeur; Museum Willem van Haren en het Posthuis Theater. Het initiatief van het Posthuis Theater om te komen tot een Culturele Coöperatie Heerenveen zal in de hier boven genoemde samenwerking een plaats krijgen, net als het Cultuurfonds, een gezamenlijk initiatief van Posthuis Theater en Ateliers Majeur. Dit zal in de loop van 2014, uitlopend naar 2015, verder worden uitgewerkt. ► Wij verwachten u ons standpunt ten aanzien van het plan Cultuurbedrijf Heerenveen eind 2e kwartaal aan u voor te kunnen leggen. In het plan geven de culturele instellingen onder andere aan hoe ze denken invulling te geven aan de bezuinigingstaakstelling van de V&P Nota 2013 door middel van nauwere samenwerking. Verder zal het plan het toekomstperspectief voor het culturele aanbod in Heerenveen schetsen. Posthuis Theater ◄ Het theater heeft 20% bezuinigingen gerealiseerd door kostenverlaging en inkomstenverhoging. In 2013 was er sprake van een tekort, dat voor een deel incidenteel was. Voor het structurele deel van het tekort worden binnenkort maatregelen voorgesteld. ■ Het theater werkt door aan het bijstellen van de eigen organisatie met het doel het theater toekomstbestendig te maken en te houden. Voor 2014 e.v. zijn nog aanvullende taakstellingen opgelegd. Naast de samenwerking in de I&MC (inkoop en marketing combinatie), waarin het theater met 11 andere podia samenwerkt om beter en goedkoper te kunnen inkopen, blijft het theater actief om in samenwerking met andere partijen een hoogwaardig product te blijven leveren tegen lagere kosten. ► Zie onder Cultuurbedrijf. Cultuur: Contract Ateliers Majeur ◄ In 2010 is – in het kader van cultuureducatie- een overeenkomst afgesloten met Ateliers Majeur. Deze overeenkomst eindigt op 1 januari 2015 van rechtswege. ■ Dit jaar worden nieuwe afspraken gemaakt met Ateliers Majeur rekening houdend met de diverse opgelegde taakstellende bezuinigingen per 2015. De bezuinigingsmaatregelen moeten in het nieuwe contract ingaande 2015 worden opgenomen. Hieruit vloeit voort, dat de bijdrage in 2014 éénmalig € 57.500 hoger uitvalt, omdat de realisatie één jaar opschuift. ► Zie onder Cultuurbedrijf
59
Drank en Horecawet: preventie en handhaving ◄ In 2010 is het gemeentelijk beleid inzake Jeugd, Alcohol- en Middelengebruik „Nuchter: een beetje raar, wel vet‟ 2010-2012 vastgesteld en heeft in 2013 een evaluatie daarvan plaatsgevonden. Financieel gezien was er in totaal voor de uitvoering eenmalig € 90.000 beschikbaar, jaarlijks € 30.000. Dekking daarvan was destijds mogelijk vanuit gemeentelijk Jeugd- en onderwijsbeleid en een subsidie, groot € 20.000, van de Provincie. In uitvoering is destijds ingezet op o.a. outreachend jongerenwerk en preventie & voorlichting onderwijs. Ter overbrugging naar nieuwe wetgeving is dit preventieve beleid, naast besluitvorming over wijzigingen in de drank- en horecawet 2013, ook in 2013 geldend geweest. ■ Per 1 januari 2014 is er sprake van wijzigingen in de nieuwe Drank- en Horecawet voor gemeenten, met als belangrijkste onderdeel de verhoging van de leeftijd waarop alcohol gedronken mag worden van 16 naar 18 jaar. Daarnaast dienen gemeenten op 1 juli 2014 preventie- en handhavingsbeleid hebben vastgesteld. Besluitvorming daarover zal aan het eind van het 2e kwartaal aan u worden voorgelegd. Vanuit de eenmalige gelden uit het eerder genoemde budget is dit jaar invulling gegeven aan het Outreachend jongerenwerk, de gezonde school- en genotmiddelen van VNN (Verslavingszorg Noord Nederland) en de methode gezonde school van de GGD (Gemeenschappelijke gezondheidsdienst) Fryslân. ► Na besluitvorming medio 2014 zal uitvoering worden gegeven aan het vastgestelde beleid inzake preventie en handhaving. Om dit beleid waaronder het outreachend jongerenwerk VNN, mysteryshopper onderzoek en lokale en Provinciale samenwerking binnen de Nuchtere Fries te vervolgen en invulling te geven aan de wettelijke verplichting tot de uitvoering van een preventie- en handhavingsplan 2014 - 2017 zijn nieuwe middelen benodigd ten bedrage van € 50.000 jaarlijks. Wij stellen uw raad voor om dit bedrag voor 2015 en 2016 beschikbaar te stellen. Subsidie jongerencentrum CASA ◄ In de raadsvergadering van 21 januari 2013 is besloten ten behoeve van de huur en exploitatie van het jongerencentrum CASA in Heerenveen over de jaren 2013 en 2014 een eenmalige subsidie van maximaal € 40.000 beschikbaar te stellen. In 2013 is reeds € 33.000 aan subsidie verleend aan het jongerencentrum. ■ Het resterende deel ad. € 7.000 dient in 2014 betaalbaar te worden gesteld. ► Evaluatie vindt plaats in 2015. Tekort budget gymvervoer ◄ N.v.t. ■/► Na de grenscorrectie per 1 januari 2014 met Skarsterlân is de openbare basisschool It Fiifde Sté in Haskerdijken binnen de gemeente Heerenveen komen te liggen. De leerlingen van deze school krijgen deels hun gymlessen in Heerenveen vanwege het ontbreken van een adequaat gymnastieklokaal. In verband hiermee worden deze leerlingen eenmaal in de week door Oenema naar Heerenveen vervoerd. De vervoerskosten worden op jaarbasis op circa € 10.000 geraamd (inclusief BTW). Deze zaak moest eind vorig jaar met spoed worden geregeld; andere opties zijn onderzocht maar niet uitvoerbaar. In het harmonisatiebudget dat Heerenveen in verband met de grenscorrectie heeft overgekregen is geen rekening gehouden met dit aspect van het gymnastiekvervoer. Deze kosten zijn onontkoombaar gezien de verplichting tot het faciliteren van het bewegingsonderwijs
4.3.2. Versterken van de zelfredzaamheid van inwoners staat centraal ◄verleden ■ heden ► toekomst ER-doelen Minder jeugdigen die te kampen hebben met onderwijsachterstanden; Meer inwoners die hun sociale netwerk versterken en steun krijgen uit dit netwerk; Meer inwoners die zich belangeloos inzetten voor andere inwoners, i.c. meer mantelzorgers en vrijwilligers; Meer vluchtelingen die zich sociaal en maatschappelijk kunnen redden;
60
Eerder signaleren van problemen bij inwoners, zodat er sneller hulp op maat kan worden gegeven die minder zwaar is Toegang dichter bij de leefomgeving van de burger organiseren
Toegang o Algemeen ◄ Een van de drie speerpunten in de visie op het sociale domein (2013) is de ontwikkeling van de toegang nieuwe stijl. Kernwoorden daarbij zijn gebiedsgericht, integraal en maatwerk. De toegang is een dienstverleningsconcept, een werkwijze om de eigen kracht van inwoners te versterken en een manier om te sturen op besparing van dure professionele zorg. ■ Om versneld voor onze inwoners te komen tot één eenduidige toegang voor alle vragen om hulp en ondersteuning op alle leefdomeinen maken we gebruik van de ervaring en het draagvlak bij zowel CJG-partners als bij de meitinkers. Parallel aan elkaar zijn twee projecten gestart. Een project met de CJG-partners voor het leefdomein opvoeden & opgroeien en een project vanuit de gemeente voor de leefdomeinen meedoen & leefbaarheid en werk & inkomen met de meitinkers. ► Het is van belang dat de toegang per 1 januari 2015 klaar is om de nieuwe clienten te ondersteunen. Een scherpe toetsing aan de poort is nodig om het beroep op de dure specialistische zorg te beperken. De huidige clienten uit de AWBZ hebben in 2015 nog een overgangsrecht, dat geldt minder voor huidige clienten in de jeugdzorg. Uiterlijk in 2016 zullen beide projecten worden samengevoegd zodat er voor de inwoners sprake is van één eenduidige toegang. Toegang leefdomeinen Meedoen & leefbaarheid, Werk & inkomen ◄ In oktober 2013 zijn wij gestart met de gebiedsgerichte toegang voor de leefdomeinen Meedoen & Leefbaarheid, Werk en Inkomen.In elke woonservicezone zijn twee meitinkers benoemd. Begin dit jaar zijn daar de beide meitinkers uit het voormalige Boarnsterhim aan toegevoegd. Wij hebben gekozen voor een organische ontwikkeling van de toegang. Dit houdt in dat wij inzetten op de professionele ontwikkeling van het meitinkerschap en inzicht in de vraag en problematiek in de woonservicezones. ■ De meitinkers professionaliseren zich momenteel door intervisie op casuïstiek. Daarnaast wordt er inzicht verkregen via vergroting van het network en worden er zogenaamde wijkscans gemaakt. ► In het voorjaar willen wij aan de hand van de wijkscans en ervaringen van de meitinkers een dienstverleningsaanbod per wijkservicezone gaan opzetten. Wij streven er naar om hiermee na de zomervakantie per woonservicezone te kunnen experimenteren. Begin mei worden hiertoe extra faciliteiten geboden voor professionele procesbegeleiding van de meitinkers en zullen de meitinkers voor hun ontwikkeling als meitinker voor een dag in de week hiervoor worden vrijgesteld. Toegang leefdomein Opvoeden en Opgroeien ◄ Vanuit de Werkplaats integratie 1e lijn is het initiatief genomen om de toegang tot zorg en ondersteuning voor het leefdomein opvoeden en opgroeien te ontwikkelen. ■ Het versterken van een laagdrempelige en herkenbare toegang door o.a. te werken met integrale gebiedsgerichte toegang en een gemeentebreed Ondersteuningsteam heeft nu prioriteit. We geven dit vorm door de ervaringen uit de Werkplaats in te brengen in de organisatie van de Toegang Opvoeden en Opgroeien. Nu al zien we dat door de, in de Werkplaats, ontwikkelde werkwijze zwaardere (en duurdere) hulp wordt voorkomen. Het is de bedoeling dat er in elke woonservicezone medewerkers Jeugd en Gezin werkzaam zijn. Een laagdrempelige integrale toegang heeft een preventieve functie die dichtbij de burger wordt georganiseerd. ► In de loop van 2014 starten we met de daadwerkelijke inrichting van de toegang. We zetten nu al in op samenwerking en afstemming tussen beide toegangen. Kern van de Toegang Opvoeden en Opgroeien is de huidige werkwijze met vaste contactpersonen van het CJG op de vindplaatsen (scholen, peuterspeelzalen en kinderopvang). Deze CJG preventiemedewerkers beantwoorden vragen van kinderen, ouders en professionals, pikken signalen op en geven lichte ondersteuning waar dat nodig is. Daarnaast ligt de focus op het versterken van de professionals op vindplaatsen ten aanzien van
61
vroegsignalering . Een gemeentebreed werkend CJG ondersteuningsteam wordt ingeschakeld als er meer nodig is en er een ondersteuningsplan moet worden gemaakt (één kind, één gezin, één plan). Dit ondersteuningsteam gaat fungeren als toegang tot de specialistische jeugdzorg. In 2014 wordt deze toegang voorbereid zodat alle lopende dossiers én nieuwe instroom vanaf 2015 lopen via de Toegang Jeugd. Versterking VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) ◄ In de Wet Onderwijskansen door Kwaliteit en Educatie (wet OKE; Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie) is wettelijk vastgelegd wat de rol en verantwoordelijkheden zijn van de gemeente en de instellingen voor peuterwerk, kinderopvang en basisscholen. Doel is om risico‟s op een (taal-)achterstand van peuters en kleuters te voorkomen. De gemeente is verantwoordelijk voor het garanderen van een goede basiskwaliteit op peuterspeelzalen, het financieel toegankelijk houden van peuterspeelzalen en een goede toeleiding naar voorschoolse educatie van alle kinderen met een risico op achterstanden. Het rijk geeft op basis van een verdeelsleutel aan Heerenveen een doeluitkering om voor 45 VVE peuters een extra aanbod te realiseren. Deze middelen zijn gegarandeerd tot en met 2015. Daarnaast worden er jaarlijks rijksgelden toegekend voor de kwaliteitsverbetering van peuterspeelzalen. ■ De VVE wordt uitgevoerd door Kinderwoud en na de herindeling in Akkrum door Sisa kinderopvang. Vanuit het integraal jeugdbeleid is er een projectgroep gestart bestaande uit het CJG, peuterspeelzalen, primair onderwijs en gemeente die zich bezighoudt met monitoring en de effectiviteit van de VVE. Dit naar aanleiding van het inspectierapport over de kwaliteit van de VVE in Heerenveen. Er is een toenemend gebruik van peuters op de peuterspeelzalen. De stijging van de kosten zullen worden meegenomen in de afweging hoe wij de wijziging naar peuteropvang gaan organiseren. ► De harmonisatie van het Heerenveense beleid na de herindeling betekent dat er meer financiële middelen nodig zijn dan dat er tot nu toe beschikbaar zijn. Daarbij komt dat het rijk aangekondigd heeft in december 2013 dat van af 2016 de uitvoering van kinderopvang en peuterspeelzalenwerk geharmoniseerd wordt en peuteropvang van start gaat. De condities en financiering zijn nog onvoldoende bekend om hierop nu in te gaan maar zijn wel bepalend hoe ons voorzieningenniveau voor het voor- en vroegschoolse onderwijs eruit gaat zien. Ook initiatieven om tot IKC- vorming te komen zijn belangrijk in het kader van de doorgaande leerlijn. De VVE wordt binnen de beschikbare en geoormerkte middelen van het rijk uitgevoerd. Harmonisatie subsidies als gevolg van herindeling. ◄ N.v.t. ■ Als gevolg van de herindeling is per 2014 is al een groot deel van de subsidies geharmoniseerd; uw raad heeft hiertoe in januari 2014 een besluit genomen. ► Een klein deel van de subsidies moet worden geharmoniseerd per 2015. Hiervoor is structureel een bedrag van € 9000 benodigd m.i.v. 2015. Daarnaast wordt ook een aantal subsidies beëindigd. Dit gaat deels via afbouw vanaf 2015 en levert op termijn ongeveer een zelfde bedrag op. De uitzetting bedraagt derhalve in 2015 € 9.000, in 2016 nog € 5.000 en is per 2017 budgettair neutraal. Mantelzorg en vrijwilligerswerk ◄ Nadat het familiespreekuur mantelzorg niet voldoende voldeed aan de vraag, ondersteunen de Omtinkers (tegenwoordig Meitinkers) van Caleidoscoop de mantelzorgers. In 2013 heeft de evaluatie van het vrijwilligerswerk plaatsgevonden. ■ Naar aanleiding van de nieuwe WMO 2015, waarin mantelzorg en vrijwilligerswerk een prominente plaats zal krijgen, worden per 1 januari 2015 concrete beleidsdoelen van toepassing voor onder andere deze twee onderwerpen. Dit proces loopt gelijktijdig op met de voorbereidingen van het WMO-beleid 2015. ► Per 1 januari 2015 zijn concrete mantelzorg- en vrijwilligersdoelen geformuleerd. Door het rijk worden extra middelen ingezet. Er vindt integrale afweging plaats eind juni van alle nieuwe taken en budgetten.
62
Vluchtelingenwerk ◄ In 2013 is opnieuw de taakstelling voor de huisvesting van asielzoekers verhoogd. Deze landelijke trend is gerelateerd aan het toenemend aantal asielzoekers in Nederland. In 2013 is in een aantal schrijnende situaties van in Heerenveen wonende vluchtelingen succesvol bemiddeld naar de minister van Justitie. ■ De taakstelling voor huisvesting is voor 2014 verhoogd van 24 naar 38 personen. Daarnaast is de taakstelling eenmalig opgehoogd met 13 personen in verband met de achterstand van het deel Boarnsterhim. Een verhoging van 33% ten opzichte van 2013. Deze verhoogde taakstelling kan worden opgevangen binnen de hiervoor beschikbaar gestelde extra middelen.
4.3.3. Bieden van een vangnet voor inwoners die het (tijdelijk) niet redden ◄verleden ■ heden ► toekomst ER-doelen Meer cliënten die ondersteuning krijgen vanuit het uitgangspunt: 1 kind, 1 gezin, 1 plan, 1 contactpersoon, 1 mandaat Minder cliënten in de hulpverlening die tussen wal en schip vallen door betere afstemming tussen hulpverleners onderling. Minder gebruik van individuele voorzieningen en meer gebruik van algemene en collectieve voorzieningen Minder doorverwijzingen naar specialistische hulpverleners Meer zorgarrangementen op maat waarbij ook gebruik wordt gemaakt van het sociale netwerk en vrijwilligers Minder inwoners met problematische schulden Vangnet ◄ De visie op het sociaal domein geeft aan dat er een vernieuwing nodig is van het huidige sociale vangnet dat de gemeente en partners bieden. Het vangnet moet integraal tot stand komen en worden afgestemd met meerdere hulpverleners. Bij complexe en/of langdurige zorg is zorgcoördinatie nodig vanuit het principe: een kind, een gezin, een plan, een contactpersoon, een budget. ■ We ontwikkelen een notitie waarin het vernieuwde vangnet wordt uitgewerkt. Net als bij de toegang gaan we voor een integraal concept dat voor alle leefdomeinen geldt. ► Op basis hiervan kunnen we concreet invulling geven aan het vernieuwde vangnet. Bijstandsverlening ◄ Onderstaand grafisch de ontwikkeling van de bijstandverlening.
WWB
aantal
1500 1000 instroom
500
uitstroom uitkeringsgerechtigd
0 2007 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 kalenderjaar ■
Volgens opgave van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zou Heerenveen voor 2014 een Voorlopige rijksbijdrage van € 19.274.500 ontvangen. Naar huidige inzichten verwacht het Ministerie, dat gemeenten in 2014 minder aan bijstand uit zullen geven dan ten tijde van de bekendmaking van de Voorlopige bijdrage werd verwacht.
63
Landelijk is namelijk sprake van een afvlakkende groei van het beroep op bijstand. Het Centraal Plan Bureau heeft het aantal werklozen in het Centraal Economisch Plan voor 2014 met 8 % verminderd ten opzichte van de Macro Economische Verkenningen (MEV) van 2013. De Voorlopige rijksbijdrage voor de bijstand is op die MEV gebaseerd. Naast deze ontwikkelingen is bovendien sprake van een gemiddeld lager aantal bijstandsuitkeringen over 2013 dan waarmee bij de berekening van de Voorlopige rijksbijdrage bijstand voor 2014 rekening is gehouden. Op grond van deze ontwikkelingen kondigt het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid thans een verlaging aan van de rijksbijdrage Bijstand in 2014, oplopend tot maximaal 8 %. Ten opzichte van de huidige rijkssubsidie houdt dit een maximaal tekort in van € 1.500.000. Afhankelijk van de definitieve korting en de uitstroom van cliënten, zijn er in de cijfers vooralsnog geen bijstellingen gedaan. Eind maart 2014 heeft Heerenveen een aanvraag Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU) bij de Toetsingscommissie Wet werk en bijstand ingediend voor de jaren 2014, 2015 en 2016. Bij de beoordeling van een MAU kan de Toetsingscommissie voor gemeenten een Eigen risico van 7,5%, 5% of 2,5% hanteren. Bij een Eigen risico van 7,5% voor Heerenveen, zouden wij in 2015 en 2016 respectievelijk € 1.457.000 en € 538.000 toegekend kunnen krijgen. Onder gelijke omstandigheden zou een MAU-aanvraag voor de jaren 2017 en 2018 tot een toekenning van € 915.000 en € 1.125.000 kunnen leiden. Voorgesteld wordt deze bedragen in de meerjarenbegroting 2015–2018 te verwerken. In de Wet werk en bijstand dragen gemeenten een algemeen eigen risico van 10 % van de rijksbijdrage. Om dit risico af te dekken is in de meerjarenbegroting € 1.800.000 geraamd.
►
Bovenstaande houdt in dat wij u voorstellen de raming van € 450.000 in de jaren 2014 tot en met 2018 beschikbaar te houden voor de onzekere kortingen op de rijksbijdrage voor de bijstand. Dit in relatie tot de onzekere inkomsten uit de MAU, welke risicovol is en kan leiden tot toename van de tekorten. Zoals gesteld berust de korting op een aankondiging en is nog niet definitief. Voor ons reden om de risico‟s rond de ontwikkeling van de rijksbijdrage, de cliëntaantallen en de MAU kritisch te monitoren en na de zomer de stand van zaken opnieuw te bezien en de ramingen in de begroting bij te stellen. Deze risico‟s betrekken wij bij de ontwikkeling van het slecht weer scenario dat wij in de inleiding duiden.
Personele inzet Wet werk en bijstand en Wet maatschappelijke ondersteuning ◄ N.v.t. ■ De huidige formatie voor deze taakvelden is ten enen male onvoldoende om de stroom aanvragen Wet werk en bijstand en Wet maatschappelijke ondersteuning te behandelen, voldoende activiteiten op uitstroom naar werk in te zetten en de bijdrage aan de voorbereiding op de Drie decentralisaties te borgen. De werkzaamheden leggen een onevenredig beslag op de uitvoeringscapaciteit. Wij achten het noodzakelijk de stijgende caseload het hoofd te bieden, de bedrijfsvoering opnieuw in te richten en ons inhoudelijk voor te bereiden op de komende veranderingen. Voor alle werkzaamheden ramen wij in 2014 eenmalig € 905.000. Daarvan kan € 475.000 uit rijksmiddelen voor re-integratie worden gedekt. Deze middelen zijn in de begroting voor 2014 beschikbaar. Om het restant ad € 430.000 van dekking te voorzien wordt voorgesteld een beroep te doen op middelen voor frictie (zie thema 1 - concern frictiereserve). ► Via de integrale afweging worden aan uw raad scherpe keuzes voorgelegd om de taken in het sociaal domein binnen de beschikbare middelen te kunnen uitvoeren. Hierbij zullen ook de uitvoeringskosten worden betrokken. Keuzes om taken niet meer uit te voeren of op een lager niveau zullen kunnen bijdragen aan een uitvoeringsorganisatie met een capaciteit die past bij de uit te voeren taken. WMO – De Kanteling ◄ Onderstaand is grafisch in beeld gebracht in welke mate gebruik wordt gemaakt van de WMO.
64
WMO 4000
aantal
3000 2000
cliënten aanvragen
1000
verstrekkingen Afwijzingen
0 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
kalenderjaar
■
►
Bij de ontwikkeling van de WMO valt op dat het aantal toekenningen in 2013 is ten opzichte van 2012 met bijna 200 is gestegen. Een verklaring hiervoor is dat we zijn gestopt met het laten meewegen van de financiële situatie van inwoners die een beroep doen op de WMO bij de individuele beoordeling van een aanvraag. Dit in verband met de uitspraak in beroep door de rechtbank Leeuwarden. Dit heeft het college begin 2013 besloten door middel van het tijdelijk buiten werking stellen van de betreffende beleidsregels. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de WMO alleen de mogelijkheid biedt voor het heffen van de eigen bijdrage en het eigen aandeel. Hierdoor hebben wij ons beleid met betrekking tot de beoordeling van het inkomen en vermogen definitief buiten werking gesteld. Daarom zal de stijging van het aantal aanvragen zich naar verwachting voortzetten in 2014. De daling van het aantal toekenningen tot 2012 is wel rechtstreeks te linken aan het gekantelde beleid. Waarschijnlijk zal het aantal toekenningen in 2014 dalen ondanks het feit dat wij de eigen financiële capaciteit niet meer mogen laten meewegen. De gekantelde uitvoering wordt voortgezet door nog steeds tijdens een gesprek met de aanvrager de eigen mogelijkheden en de zelfredzaamheid aan de orde te stellen. Altijd wordt eerst onderzocht naar wat de aanvrager zelf nog kan, waardoor een beroep op de WMO niet nodig hoeft te zijn. De WMO wordt begin 2015 uitgebreid via de decentralisatie AWBZ. Momenteel bereiden wij ons daarop voor. Wij zullen ook deze uitbreiding oppakken op de gekantelde wijze zoals wij dat de afgelopen jaren succesvol hebben weten uit te voeren. Via de integrale afweging van nieuwe taken en budgetten zullen wij uw raad scherpe keuzes moeten voorleggen om de uitvoering van de taken, voor zover mogelijk, binnen de budgetten uit te voeren. Daarbij zullen wij ook bestaande taken in heroverweging moeten nemen.
Bijzondere bijstand en schuldhulpverlening ◄ De verordening langdurigheidheidstoeslag is aangepast. De armoederegelingen zijn omgezet van generiek naar maatwerk in natura (o.a Stichting Leergeld en witgoedregeling in natura). De beleidsindicatoren schuldhulpverlening zijn vastgesteld door uw raad. Het project budgetmaatjes is gestart en 3 groepen van 15 vrijwilligers zijn geworven, geselecteerd, getraind en gekoppeld aan inwoners met problematische schulden; deze nieuwe werkwijze is succesvol en wordt voortgezet. Stichting Leergeld is gestart met de nieuwe werkwijze waardoor kinderen uit minimagezinnen in natura worden geholpen om deel te nemen aan sport, cultuur en schoolactiviteiten, zonder een financiële drempel. In 2013 was er sprake van een tekort op de bijzondere bijstand van € 136.000 en € 157.000 op de schuldhulpverlening. Belangrijkste oorzaken zijn het toenemend aantal inwoners dat door de economische crisis in de financiële problemen raakt. ■ Het Jeugdsportfonds, Jeugdcultuurfonds, Stichting Leergeld en de gemeente zijn overeengekomen om tot en met 2015 gezamenlijk in te zetten om kinderen uit
65
►
minimagezinnen te laten meedoen. De publiek-private samenwerking levert extra middelen op en biedt een groter bereik van de doelgroep; Bij de vaststelling van de begroting 2014 met de afschaffing van de categoriale regelingen is een bezuiniging ingevuld en is er ruim twee ton extra beschikbaar gesteld voor maatwerk bijzondere bijstand. Ook zijn de kosten van kwijtschelding gemeentelijke belastingen (€ 500.000) gedekt door de (her)invoering van de solidariteitsheffing op de afvalstoffenheffing en de rioolheffing (50%-50%). Hiermee verwachten wij het meerjarige tekort voorlopig te hebben opgevangen en hebben wij tegen deze achtergrond de extra middelen voor armoedebeleid en bijzondere bijstand ingezet als algemeen dekkingsmiddellen. Met de eigen inzet op de Schuldhulpverlening verwachten wij tevens dat er een afbouw plaatsvindt van de oude dossiers schuldhulpverlening. De uitvoering van de schuldhulpverlening wordt verder geoptimaliseerd. Een belangrijk onderdeel hiervan is de bewindvoering, zie hieronder.
Bewindvoering ◄ Het aantal onderbewindstellingen stijgt. Hierdoor ontstaat een aantal knelpunten: Het beroep op bijzondere bijstand stijgt; Onderbewindstelling wordt voor onbepaalde tijd uitgesproken, waardoor de aanspraak op bijzondere bijstand langdurig is; Onderbewindstelling bevordert niet de zelfredzaamheid van klanten; Er zijn een aantal malafide bewindvoerders actief die de problemen van de klanten verergeren. ■ De stijging van de instroom in het beschermingsbewind is samen met ander Friese gemeenten besproken met de rechtbank in Leeuwarden. Ook zij constateren de laatste jaren een verdrie-verviervoudiging van het aantal aanvragen. De nieuwe landelijke wetgeving geeft naar verwachting handvatten om meer grip te krijgen op deze verzoeken; De kosten van het extra gebruik van het beschermingsbewind worden op de gemeente afgewenteld, omdat vaak bijzondere bijstand wordt aangevraagd voor de vergoeding die de bewindvoerder vraagt. Dit is een landelijk probleem; Heerenveen besteedt hiervoor nu ongeveer €180.000 aan bijzondere bijstand. ► Afhankelijk van de wettelijk mogelijkheden die we krijgen zal er een plan komen die ervoor zorgt dat het aantal onderbewindstellingen afneemt en noodzakelijke (tijdelijke) ondersteuning binnen de integrale gemeentelijke schuldhulpverlening wordt opgepakt.
4.4
Financiële mutaties om schrijving
Jongerenpunt Gymvervoer (grenscorrectie)
S
S S
Totaal mutaties structureel om schrijving
Jeugdzorg en CJG Ateliers Majeur Drank & horecawet
Jongerencentrum CASA Harmonisatie subsidies Totaal mutaties incidenteel
I
I I I I I
2014 x 1.000
2015 x 1.000
2016 x 1.000
2017 x 1.000
2018 x 1.000
-10
-60 -10
-60 -10
-60 -10
-60 -10
-10
-70
-70
-70
-70
2014 x 1.000
2015 x 1.000
-50 -57
2016 x 1.000
-150
-150
-50
-50
-9
-5
-209
-205
2017 x 1.000
2018 x 1.000
-7
-114
66
0
0
Thema 5: Heerenveen stimuleert duurzaamheid !
5.1
Beschrijving en hoofdstructuur
Onder dit thema vallen alle activiteiten die leiden tot een verbetering van de duurzaamheid van Heerenveen. Gehanteerde kernbegrippen bij Duurzaam zijn naast grote houdbaarheid en lange bruikbaarheid, ook een goede kwaliteit en respect voor het leefmilieu van toekomstige generaties. Dit thema is niet alleen gericht op heden en toekomst, maar ook op het verleden: -
Onderliggende doelen gericht op heden en toekomst, kennen twee sporen: het bieden van een beter milieu en een duurzamer ontwikkeling van Heerenveen; Onderliggende doelen gericht op het verleden, betreffen de waardering van duurzame bewijzen uit het verleden in relatie tot cultuurhistorie en archeologie.
Gericht op heden en toekomst
Gericht op verleden
67
5.2
Koers van Heerenveen
Rond duurzaamheid liggen kansen waar het gaan om de verbinding met innovatie en economische ontwikkeling. De gemeente speelt daarbij een actieve en verbindende rol tussen ondernemers. Inspanningen in deze sfeer verdienen zich over het algemeen in maatschappelijke zin meer dan terug. Accenten liggen op stimuleren van innovatie, kennisdeling, samenwerking en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daarnaast verwachten wij een toename van coöperatieve initiatieven rond energie en duurzaamheid (zowel toekomstgericht, lage woonlasten). Binnen dat perspectief is het logisch dat de gemeente in gesprek gaat met partners in de keten als coöperaties, ontwikkelaars en energieleveranciers. Richting gevende uitgangspunten voor wat betreft ambitie, rol van de gemeente als verbinder en het operationaliseren daarvan komen dit jaar aan de orde bij het proces om te komen tot een nieuwe visie op duurzaamheid (deze vervangt het vigerende milieubeleidsplan).
5.3
Beleidsmatige ontwikkelingen ◄verleden ■ heden ► toekomst
5.3.1 Heerenveen verbetert het milieu – energie ER-doelen Minder energieverbruik door de gemeente; Zelf meer duurzame energie opwekken; Minder energieverbruik door het woningbestand; Betere bewustwording bij bevolking en bedrijfsleven om energie te besparen en duurzame energie te gebruiken. LightChallenge ◄ Het project Light Challenge heeft na twee succesvolle edities bewezen een prachtig concept te zijn voor de ontwikkeling van nieuwe innovaties en brengt daarmee bedrijfsleven, onderwijs en overheid bij elkaar. Daarnaast heeft het de gemeente Heerenveen op de kaart gezet als het gaat om het innovatief toepassen van alternatieven voor / in licht / verlichten openbare ruimte. Het project Light Challenge 2013 is financieel positief afgesloten. Verder heeft het netwerk van de Light Challenge ons enorm geholpen met het realiseren van het eerste Lichtfestival. ■ Momenteel ligt de voorbereiding van Light Challenge 2015 op de tekentafel. Waarbij een belangrijk item moet zijn “de opmaat” naar Culturele Hoofdstad 2018. We koersen op ongeveer 8-10 deelnemende gemeenten en alles moet, net als voorgaande versies kostenneutraal / kostendekkend gerealiseerd worden. ► Na formulering van de opdracht begint het wervingstraject voor de Light Challenge. Grote bedrijven en opleidingsinstanties hebben hun interesse reeds getoond. Werving omhelst: fondsenwerving (provincie en rijk, Europa) partnerwerving (bedrijfsleven) studentenwerving deelnemende gemeenten Light Challenge 2015 start januari 2015 en loopt tot begin juli 2015. Resultaten vanuit de Light Challenge/Lichtfestival maken deel uit van de “in kind” bijdrage van de gemeente Heerenveen aan Culturele Hoofdstad 2018. Over hoe dit in 2018 vorm zal worden gegeven zal in 2017 worden uitgewerkt. Energiebesparing ◄ Vóór en tijdens onderhouds- en vervangingsmomenten wordt rekening gehouden met energiebesparing. Energieverbruiken worden gemonitord, en waar nodig worden acties ondernomen. Het toepassen van energierbesparende maatregelen vindt plaats indien dit redelijkerwijs binnen het budget mogelijk is. ■ Voor de openbare verlichting is er recentelijk nieuw beleid opgesteld, het
68
►
Lichtbeleidsplan 2014-2020, donker waar het kan, licht waar het moet. Door ook aandacht te geven aan het „uitdunnen‟ van lichtmasten en vervanging door energiezuinige lampen zal energie worden bespaard. Het lichtbeleidsplan wordt in 2014 aan uw raad voorgelegd. Bij nieuwe projecten wordt hier echter al rekening mee gehouden.
Opwekking duurzame energie ◄ N.v.t. ■/► Hier zijn verschillende mogelijkheden voor. Op korte termijn wordt gedacht aan het plaatsen van (extra) zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen en extra zonnepanelen op de gemeentewerf. Een en ander is in onderzoek. Smuk en Sunich ◄ Er is een subsidie ingesteld voor het energiezuiniger maken van woningen voor maximaal 75 huishoudingen. ■ Er zijn tot nu toe 42 subsidieaanvragen ingediend. De subsidietermijn is verlengd tot 1 januari 2015. Er zijn begin 2014 2 duurzaam wonen café‟s georganiseerd in Akkrum en Nieuwehorne. Deze bijeenkomsten zijn goed bezocht met overwegend positieve reacties. ► Er is nog geen duidelijkheid over het vervolg van het project Smûk & Sunich. Eind dit jaar is het beschikbaar gestelde budget naar verwachting zo goed als op. Er wordt gezocht naar financiële middelen om het project (wellicht in gewijzigde vorm) ook na 2014 door te laten gaan. Duurzaamheidsplan (voorheen Milieubeleidsplan) ◄ Alhoewel het Milieubeleidsplan niet meer actueel is (looptijd 2008-2011), zijn milieu- en duurzaamheidsmaatregelen doorontwikkeld en uitgevoerd c.q. in uitvoering. Enkele voorbeelden: - Gratis energiecoach bij belangstellenden kavels Skoatterwald - Light Challenge part II - Energiecafé‟s tbv informatie en enthousiasmeren particuliere woningbezitters om hun eigen woning energetisch te verbeteren - Koplopersproject part II; bedrijven stimuleren hun bedrijfsvoering te verduurzamen middels een energie- MVO- en milieuscan en plan van aanpak - Voorbereiden Energielandschap part II, het verbinden van bedrijven in en rond Heerenveen rond het thema energie, duurzaamheid en biodiversiteit - Voorbereiden implementatie Heerenveens beleid op gehele nieuwe gemeentegebied tav geurbeleid, bodembeleid. ■ Zie hiervoor ► Rond de zomer 2014 start de voorbereiding van een nieuw Duurzaamheidsplan Heerenveen. Daarin worden de duurzaamheidsvisie en ambities van de gemeente tot in ieder geval 2020 beschreven. Bedoeling is om in een interactief proces samen met stakeholders (w.o. bedrijfsleven, Plaatselijke belangen/wijkraden, woningcorporaties, sport, agrariërs, milieuorganisaties) doelen, thema‟s en uitvoeringsprojecten te definiëren. De ambities moeten leiden tot een „volhoudbare‟ ontwikkeling van de Heerenveense samenleving; een ontwikkeling waarbij er een goede balans is tussen economie, sociale en culturele zaken, natuur en milieu. Oplaadpunt elektrische auto’s ◄ We hebben in de afgelopen periode een gedegen oplaadstructuur gerealiseerd voor elektrische auto‟s in de plaats Heerenveen, met 6 openbare oplaadpunten en zelfs met twee snelladers wat gezien de strategische ligging van wegen wenselijk was. Heerenveen heeft landelijk gezien een toppositie als het om oplaadstructuur gaat. ■ In toenemende mate ontvangen wij verzoeken van particulieren voor private oplaadplaatsen; nu moet dat geregeld worden met verkeersbesluit en recht van opstal en is de toetsing (soms) lastig. Er moet o.a. rekening mee worden gehouden dat het „toekennen‟ van eigen laadstations /-locaties niet leidt tot precedentwerking. ► Op korte termijn richtlijnen vastleggen die toetsing voor particuliere oplaadpunten eenvoudiger maakt en bij positief advies de uitvoering eenvoudiger (en goedkoper)
69
maakt voor particuliere oplaadpunten; Inventariseren of de publieke oplaadstructuur uitbreiding behoeft en indien dit het geval is, meeliften op provinciale aanbesteding van publieke oplaadpunten.
Energielandschap (zie thema 6)
5.3.2 Heerenveen verbetert het milieu – water ◄verleden ■ heden ► toekomst ER-doelen Voldoen aan de landelijke hergebruik- en rioleringsdoelstellingen; Bevorderen van gescheiden afvalstromen; Instandhouden ecologische kwaliteit oppervlaktewateren; Minder wateroverlast voor burgers en bedrijven; Riolering ◄ Aanleg regenwaterriool Herenwal, waarmee straatwater en toekomstig water van woningen kan wordt afgevoerd naar Herensloot; Rioolvervanging en aanleg drainage Jubbega omgeving Schoolweg/K.J. Molweg; Start aanleg debietmeting rioolgemalen samen met Wetterskip Fryslân; Gezamenlijke sturing afvalwaterketen; Besparing kosten beheer en onderhoud (afronding 2014); Aanleg rioolleiding zuivelfabrieken IBF in combinatie met warmte(terug)winning (afronding 2014); Opstellen basis rioleringsplan Akkrum/Aldeboarn (afronding 2014); Onderzoek risicogestuurd rioolbeheer; Maatschappelijke risico‟s uitgezet tegen investeringen en beheer en onderhoud (afronding 2014). ■ Rioolvervanging en aanleg regenwaterriool Amelandlaan e.o.; Rioolvervanging en aanleg regenwaterriool Uitvindersbuurt Oudeschoot; Gemeentelijke watertakenplan wordt herzien en er komt een nieuw kostendekkingsplan, waarin ook het deel van oude Boarnsterhim is opgenomen. Op basis daarvan worden de nieuwe riooltarieven vastgesteld voor 2015 en verder. ► Beheer, onderhoud en renovatie/vervaningen conform nieuw opgestelde gemeentelijke Watertakenplan.
5.3.3 Heerenveen verbetert het milieu–microklimaat ◄verleden ■ heden ► toekomst ER-doelen Meer gebiedsgerichte beïnvloeding van het microklimaat (bodem, geluid, geur, etc.); Minder zwerfafval in Heerenveen; Meer afvalscheiding. Diftar ◄ De afgelopen jaren hebben diverse ontwikkelingen plaatsgevonden die primair zijn gericht op een verbeterd grondstoffengebruik van diverse afvalcomponenten o.a. uit huishoudens. ■ Sommige ontwikkelingen staan haaks op het principe Diftar: kunststoffen en mogelijk straks ook sappakken, worden via het systeem van nascheiding hergebruikt en moeten dus via de grijze mini-container worden aangeboden terwijl ons diftar systeem is geënt op een zo laag mogelijk aanbod van containers (volume/frequentiesysteem). Ook vragen wij ons af of de huidige tarieven voor de burger nog prikkelend genoeg zijn om de huidige systematiek van afval inzamelen, te continueren. We zullen nagaan in hoeverre het variabele tarief voor restafval verder verhoogd moet gaan worden. ► Met het oog hierop willen we het Diftar systeem nog eens in de volle breedte doorlichten waarbij ook met name gekeken zal worden naar kostencomponenten betrekking hebbend op bijvoorbeeld de kostentoerekening van de ondersteunende ambtelijke organisatie daarbij een onderscheid makend tussen een systeem met en zonder Diftar.
70
Onderzoek breder gebruik milieustraat ◄ N.v.t. ■ Tezamen met Omrin zijn de Friese gemeenten een onderzoek gestart waarbij wordt overwogen een netwerk aan milieustraten in de provincie te hebben waarbij de burger ongeacht de gemeentegrenzen gebruik kan maken van de dichtstbijzijnde milieustraat. Een burger uit Joure zou bijvoorbeeld ook gebruik kunnen maken van de milieustraat in Heerenveen, dit onder nader te bepalen voorwaarden. Daarbij zal ook een provinciebrede verrekening systematiek moeten worden afgesproken die betrekking heeft op de aangeboden afvalcomponent(en). Een samenwerking die meerdere doelen dient: voldoende schaalgrootte, financieel rendement, optimaler scheidingsgedrag en een hoog serviceniveau aan de burger. De mogelijkheid goed geoutilleerde milieustraten in stand te houden en daarmee het behoud van de belangrijke rol die milieustraten spelen in afvalscheiding en hergebruik van grondstoffen. Hierbij is uniformiteit in het acceptatiebeleid een pre, maar geen noodzaak ► Voor de toekomst wordt onderzocht of het brede netwerk van milieustraten in de gehele Provincie ook willekeurig door inwoners van andere gemeenten mag worden gebruikt. Proef verdergaande bronscheiding ◄ N.v.t. ■ Februari 2014 is in de wijk Heidemeer/Heiderijk te Heerenveen en het gehele dorp de Knipe een proef gestart die gericht is op een verdergaande bronscheiding van afvalstoffen, afkomstig uit huishoudens. Doel van de proeven is verbetering van het scheidingsgedrag van de grondstoffen gft-afval, papier, glas en textiel door de inzamelfrequentie van het restafval van tweewekelijks naar driewekelijks te verlagen, de gft-container seizoensafhankelijk in te zamelen tegen € 0-tarief en daarnaast een uitgebreid communicatietraject te starten over scheidingsregels van de verschillende grondstoffen en wat er na recycling mee gebeurt. Daarnaast worden drankenkartons gescheiden ingezameld. ► De resultaten zullen in het najaar worden geëvalueerd.
5.3.4 Cultuurhistorische kwaliteiten ◄verleden ■ heden ► toekomst ER-doelen Behoud aandacht voor het versterken van bestaande cultuurhistorische kwaliteiten. Harmonisatie, archeologie en cultuurhistorisch beleid ◄ In 2010 is in de oude Gemeente Heerenveen de nota cultuurhistorisch erfgoed vastgesteld. Naar aanleiding hiervan is de hele gemeente geïnventariseerd op cultuurhistorische waardevolle objecten die we willen beschermen via de gemeentelijke monumentenlijst. Procedure van aanwijzing voor een serie objecten is gestart. Vervolgens is er vanuit de visie deregulering bekeken hoe we vanuit dit perspectief met cultuurhistorisch erfgoed willen omgegaan. Dit heeft geleid tot aanpassing van de erfgoedverordening in 2013 en een vertraging in het proces van aanwijzing nieuwe gemeentelijke monumenten. ■ Archeologisch erfgoed ligt hoofdzakelijk nog in de bodem, op de plekken waar mensen in het verleden hun sporen hebben achtergelaten. Het bestaat niet alleen uit voorwerpen, maar heeft ook betrekking op bijvoorbeeld door de mens gegraven kuilen, sloten en omgewoelde en bodemlagen. Op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) is de gemeente verplicht om bij het vaststellen van bijvoorbeeld bestemmingsplannen rekening te houden met de in de grond aanwezig, dan wel te verwachten archeologische monumenten. De mate waarin een archeologische waarde wordt verwacht in de bodem, bepaalt of archeologisch onderzoek verplicht is en in welke vorm. De provincie Fryslân heeft voor de hele provincie de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra gemaakt (FAMKE). Famke geeft inzicht in de verwachte ligging, verspreiding en aard van dit zogenaamde bodemarchief. Op dit moment zijn wij in samenwerking met de provincie bezig met een verdiepingsslag te maken voor de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra
71
(FAMKE), die meer recht doet aan de ontstaansgeschiedenis van Heerenveen.
►
Cultuurhistorisch erfgoed gaat over zichtbare objecten. Dat kunnen gebouwen zijn, maar ook inrichting van een tuin, bomen of een (landschappelijke) structuur. Uitvoering van het cultuurhistorisch erfgoedbeleid vindt deels plaats via de monumentenlijsten en erfgoedverordening. Maar uitvoering van het beleid vindt ook plaats via sturing bij nieuwe ontwikkelingen, en bijvoorbeeld de visiekaart dereguleren en ruimtelijke kwaliteit „De kracht van Heerenveen – loslaten waar kan, sturen waar nodig‟. De aanwijzingsprocedure voor nieuwe gemeentelijke monumenten wordt verder vervolgd conform de dereguleringsvisie. De verdiepingsslag voor de Famke die i.s.m. de provincie wordt gemaakt, zal naar verwachting op zijn vroegst volgend jaar klaar zijn. In verband met de samenvoeging met Boarnsterhim-zuid, zal het erfgoedbeleid geharmoniseerd worden. Daarvoor zal eerst de (oude) Heerenveense parapluvisie worden vertaald naar de hele nieuwe gemeente. Cultuurhistorisch beleid is een van de instrumenten waarmee sturing gegeven kan worden op de ruimtelijke kwaliteit. De nieuwe (geharmoniseerde) parapluvisie over ruimtelijke kwaliteit verwachten we volgend jaar in procedure te brengen. Zo zal er dan ook weer een nieuwe (geharmoniseerde) welstandsnota moeten komen. Wat het cultuurhistorisch beleid betreft zal echt een keuze gemaakt moeten worden. Boarnsterhim had geen gemeentelijke monumenten, maar veel via bestemmingsplannen op cultuurhistorische gronden beschermde panden. Het beleid van de oude gemeente Heerenveen was om monumentale panden niet via het bestemmingsplan maar via een monumentenlijst (en erfgoedverordening) te beschermen. Volgend jaar zal de het cultuurhistorisch beleid wat hieraan ter grondslag ligt, voor de hele nieuwe gemeente moeten worden geharmoniseerd.
Harmonisatie Bomenlijst Heerenveen (zie ook relatie met Thema 3 : Harmonisatie kapbeleid). ◄ In 2013 is een bomenlijst met waardevolle en monumentale bomen in de gemeente Heerenveen vastgesteld, als onderdeel van het gedereguleerde kapbeleid dat in 2013 in werking is getreden. Boarnsterhim heeft ook een vastgestelde lijst met bomen en boomstructuren, De Friese Meren is nog bezig met het opstellen van een lijst. ■ De gehanteerde criteria in Boarnsterhim wijken zodanig af van Heerenveen dat we de bomenlijst niet een op een over kunnen nemen. De lijst is veel te uitgebreid daarom moet in 2014 onderzocht worden welke bomen aan onze criteria voldoen en op de lijst thuishoren en welke niet. De bomen op lijst van De Friese Meren in Haskerdijken en Nieuwebrug worden in 2014 bekend en worden ook aan onze criteria getoetst. ► De bomenlijst met waardevolle/monumentale bomen en lanen en het kapbeleid worden in 2014 geharmoniseerd voor de nieuwe delen van de gemeente. Daarbij zullen we net als bij de Heerenveense Bomenlijst wederom samenwerken met de werkgroep Bomenstichting in Heerenveen. Herindeling Boarnsterhim ◄ N.v.t. ■ In de primitieve begroting 2014 is een kapitaallast geraamd ter dekking van de urnenmuur op de begraafplaats in Akkrum. Voorgesteld wordt om het investeringskrediet ad € 34.000 te formaliseren en op te nemen in de staat van geactiveerde kapitaallasten van de „nieuwe‟ gemeente Heerenveen. ► N.v.t.
72
5.4
Financiële mutaties om schrijving
S
Totaal mutaties structureel
I
Totaal mutaties incidenteel
Urnenmuur Akkrum
2015 x 1.000
0
om schrijving
om schrijving
2014 x 1.000
2014 x 1.000
0
2015 x 1.000
0
Inv.
INV
Totaal mutaties investeringen
2014 x 1.000
0
2015 x 1.000
2016 x 1.000
0
2016 x 1.000
0
2016 x 1.000
2017 x 1.000
0
2017 x 1.000
0
2017 x 1.000
2018 x 1.000
0
2018 x 1.000
0
2018 x 1.000
-34 -34
0
73
0
0
0
74
Thema 6: Heerenveen ontwikkelt !
6.1
Beschrijving en hoofdstructuur
Heerenveen ligt centraal in het regionaal stedelijk netwerk Sneek-Heerenveen-Drachten van de A7-zone zoals genoemd in de nota Ruimte, op het kruispunt van de snelwegen en aan de Intercity spoorlijn Zwolle – Leeuwarden. Deze uitstekende bereikbaarheid is een belangrijke factor voor de sociaal-economische ontwikkeling van Heerenveen. Voor de toekomst zetten wij in op een evenwichtige balans voor wonen, werken en voorzieningen in Zuidoost Fryslân. Wij vinden het noodzakelijk dat Heerenveen ook op langere termijn een economisch sterk presterende gemeente blijft, goed bereikbaar en gelegen in een schoon en aantrekkelijk landsdeel. Daarbij maakt de sport(cultuur) deel uit van de samenleving en zorgt zij voor een herkenbare identiteit. Binnen de financiële kaders voor de komende jaren is deze ambitie richtinggevend voor de toekomstige ontwikkelingen.
Heerenveen ontwikkelt
Ontwikkelt structuurbeleid, instrumenten en projecten
75
6.2
Koers van Heerenveen
Het Collegeprogramma 2014-2018 geeft op hoofdlijnen de door het college gekozen koers aan.
6.3
Doelen, resultaten en maatschappelijke effecten
6.3.1 Heerenveen ontwikkelt structuurbeleid, instrumenten en projecten ◄verleden ■ heden ► toekomst ER-doelen Handhaven van de bovenregionale/ economische positie van Heerenveen; Betere bereikbaarheid; Handhaven van het kwaliteitsniveau van het centrumgebied; Versterken en uitbouwen van Sportstad als structuurversterkend en imagobepalend project met bovenregionale uitstraling Samenwerkingsagenda ◄ Investeringsagenda Heerenveen-Drachten: In het verlengde van de samenwerkingsagenda is een Investeringsagenda HeerenveenDrachten vastgesteld. Daar gaat het om een aantal investeringsmaatregelen als compensatie voor het niet doorgaan van de spoorlijn Heerenveen – Groningen. Er is financiering geregeld voor al de projecten in de Investeringsagenda. ■ Samen met de andere partijen (provincie, gemeente Smallingerland en VNO-NCW Noord) wordt een projectorganisatie opgericht die moet zorgen voor de uitvoering van de Investeringsagenda. Voor de gemeente Heerenveen is het grootste project de Bereikbaarheid A32-zone. ► De verschillende projecten in de Investeringsagenda worden opgepakt: Bereikbaarheid A32-zone: het budget van € 30,5 mln wordt volledig gefinancierd uit provinciale middelen . In de 1e helft van 2014 zal d.m.v. enkele workshops nog eens worden stilgestaan bij de uitgangspunten, de veronderstelde effecten en te bereiken doelen, de effectiviteit en doelmatigheid en validiteit van de gehanteerde aannames. Met zowel de provincie als verkeer en waterstaat is overeenstemming over de aanpak en bemensing. De gemeente initieert en trekt de structuurvisie A32-zone en de provincie trekt de verdere ontwikkeling (bestek, aanbesteding) van de infrastructuur en levert ook de verkeerskundige inbreng. E.e.a. vanuit een gezamenlijke koepel provincie, gemeente en rijk. Het opstellen van de structuurvisie (inclusief participatietraject) zal pas in de 2e helft van 2014 aan de orde zijn. Omdat de gemeente de infrastructuur na aanleg krijgt overgedragen zal de rol van eindgebruiker van de infrastructuur worden ingebracht, belegd en geborgd. Bereikbaarheid IBF: is als quick-win opgevoerd. De bedoeling is de rotonde situatie bij de afslag A7 te verbeteren (turbo-rotonde). Het ontwerp is gereed. Na de bestek- en aanbestedingsfase in het voorjaar 2014 vindt realisatie plaats najaar 2014 (voordat de zuivelfabrieken operationeel zijn). Afhechting met RWS en Provincie qua inhoud en subsidie-techniek is in een afrondend stadium. Uit de investeringsagenda wordt 0,5 miljoen euro gesubsidieerd. De maatregelen maken deel uit van een omvangrijkere aanpak van de infrastructuur op het IBF. Het betreffende plan wordt voor de zomer aan de raad voorgelegd ter vaststelling. Daarbij wordt de raad gevraagd uitvoeringskredieten beschikbaar te stellen en wordt een dekkingsvoorstel uitgewerkt (combinatie van subsidie en exploitatie IBF ca). De volgende tabel geeft een overzicht van de Heerenveense projecten. Hierbij de kanttekening dat het project “brug Heerenveens Kanaal”waarschijnlijk wordt ingewisseld voor een alternatief project waar geen co-financiering van de gemeente is vereist.
76
Project Investeringsagenda H‟veen-Drachten Bereikbaarheid A32 c.a.
Korte schets
Financiering
Convenant Rijks, Provincie en gemeente: bereikbaarheid Heerenveen op peil houden om economische potenties te kunnen faciliteren
Bereikbaarheid IBF
Op peil houden bereikbaarheid door aanpassen hoofd infra
Sportstad Buiten
Proeftuin voor buitensport in stadiongebied; initiatief van Sportstad, CTO, Thialf, Friesland College en gemeente; past binnen kaders investeringsagenda Project is opgenomen in investeringsagenda; echter heroriëntatie nodig gelet op nut, noodzaak en (on)mogelijkheden cofinanciering gemeente Provincie is eigenaar. Busstation wordt vernieuwd en verbeterd in samenhang met overige functies rond het station Project om de veiligheid voor fietsers te verbeteren. Een initiatief van provincie en Prorail.
Budget € 30,5 miljoen; wordt volledig gefinancierd uit provinciale middelen (RSP en NUON) Gemeente financiert opstellen structuurvisie A32-zone (ruimtelijke onderbouwing c.a.) Deels uit exploitatie IBF en € 0,5 miljoen uit provinciale middelen investeringsagenda Binnen investeringsagenda € 0,5 mln toegekend. Resterende financiering uit private businesscase en/of bijstellen ambities Totale kosten bedragen € 2,5 mln; waarvan € 1,5 mln uit provinciale middelen investeringsagenda
Brug Heerenveens Kanaal
Busstation Heerenveen
Spoorwegovergang Rotstergaastweg
Geen gemeentelijk cofinanciering nodig
Gemeentelijke co-financiering wordt volledig vergoed vanuit de investeringsagenda door de provincie.
Projecten Herontwikkeling Molenplein/Van Dekemalaan: ◄ Op initiatief van betrokken partijen, alternatieven besproken, om alsnog supermarkten op het Molenplein te huisvesten, maar dan gecombineerd met maaiveldparkeren. Woningen Van Dekemalaan zijn door Accolade geheel ontruimd en gereed voor sloop. ■ Voor de komende zomer is het nieuwe initiatief voor het Molenplein + aanliggende strook Van Dekemalaan uitgewerkt en is realiseerbaarheid van de vastgoedexploitatie en grondexploitatie getoetst. Waarna nog voor de zomer het inspraaktraject wordt gestart. ► Nadat (bij groen licht) in de tweede helft van 2014 de plannen zijn uitgewerkt en de procedures zijn doorlopen kan in het voorjaar van 2015 met de bouw worden gestart. Herontwikkeling Gedempte Molenwijk ◄ Wij hebben afgelopen jaar geconcludeerd dat de ingezette lijn om de locatie Peerenboom te herontwikkelen met een commerciële plint met daarboven gezinswoningen (oa met behulp van een proces met collectief particulier opdrachtgeverschap) markttechnisch niet haalbaar is. Reden om alternatieven te verkennen waarbij op onderdelen wordt afgeweken van de functionele uitgangspunten zoals die zijn verwoord in de Structuurvisie CentrumBreed. ■ Gesprekken met lokale initiatiefnemers voor haalbare herontwikkeling zijn gaande. ► Gewerkt wordt aan het sluiten van een intentieovereenkomst op basis waarvan in de tweede helft van 2014 de plannen kunnen worden uitgewerkt en de procedures zijn doorlopen. Dan kan in de loop van 2015 met de bouw worden gestart.
77
Project Nieuwehorne ■ Het bestemmingsplan De Fjilden is in procedure. ► Naar verwachting zal het bestemmingsplan in het voorjaar van 2014 onherroepelijk worden. De crisis op de woningmarkt gaat ook niet aan Oude- en Nieuwehorne voorbij. Besluitvorming over het (gedeeltelijk) bouwrijp maken van de eerste fase van het plan zal in de loop van het jaar plaatsvinden. Als er geen uitzicht is op de verkoop van kavels zal de Fjilden niet bouwrijp worden gemaakt. De start van de verkoop van de kavels is gepland in juni 2014. Energielandschap ◄ Eind 2012 heeft de gemeenteraad besloten tot verdere aanpak en uitwerking van het Energielandschap (biobased economy/sluiten van kringlopen/duurzame energieopwekking) samen met de provincie. ■ Overleg met stakeholders en provincie is gaande; ontwikkelingen worden gevolgd. ► Brede procesaanpak richting bedrijfsleven is niet eerder dan het 3e kwartaal 2014 i.v.m. andere prioriteiten bij verschillende interne disciplines. Proces Heroriëntatie centrum ◄ In het kader van de ontwikkelingen Molenplein hebben wij ons beraden over de positie van het centrum en geconcludeerd dat een strategische heroriëntatie op het centrum noodzakelijk is. Dit in verband met de toenemende leegstand en de noodzaak naar de toekomst toe de bakens te verzetten. ■ In het 3e kwartaal starten wij met dit proces waarbij we diverse stakeholders willen betrekken. De dynamiek van „Heerenveen ‟n gouden plak‟ willen we hiervoor doelgericht inzetten. Op dit moment steken we vooral daar onze energie in. ► Rond de zomer stellen wij een een plan van aanpak vast waarin wordt voorzien in een brede werkconferentie. Dan is er ook helderheid over het project Molenplein. In dit verband zal na de zomer de actualisering van het bestemmingsplan centrum worden gestart (i.p.v. 2e kwartaal). Stad van Sport (Sportstad/Thialf/CTO; Centrum voor Topsport en Onderwijs) ◄ Sportstad Thialf: De bouw van nieuw Thialf is aanbesteed; Bij de jaarrekening zijn de voorbereidingskredieten geëvalueerd en is een dekking gepresenteerd voor de nog niet gedekte voorbereidingskosten. ■ Samenwerking tussen de partners binnen Stad van Sport is geïntensiveerd en gericht op het versterken van de structuur en de inhoud. Het verbreden van het draagvlak en de draagkracht van het CTO staat centraal. ► Samenwerking wordt verder ingevuld en waar nodig ondersteund door aanpassingen binnen de governancestructuur van de afzonderlijke entiteiten. Culturele functies (zie thema 4 cultuurfuncties) ◄ In de V&P Nota 2013 is aangegeven dat op het gebied van cultuur de functies leidend zijn en de instellingen daarop volgend. ■ Deze insteek dient als basis voor het businessplan Cultuurbedrijf Heerenveen dat momenteel wordt opgesteld (zie thema 4). ► Het businessplan Cultuurbedrijf schetst het toekomstperspectief van de culturele functies in Heerenveen (zie thema 4). Actualisering bestemmingsplannen ◄ Op grond van artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) geldt de verplichting dat een bestemmingsplan ten minste één maal in de tien jaar moet worden herzien. Voor bestemmingsplannen die al verouderd waren toen deze wet werd ingevoerd, gold dat deze uiterlijk per 1 juli 2013 moesten zijn herzien. Door allerlei oorzaken zijn wij er niet in geslaagd tijdig uitvoering te geven aan deze verplichting. Wij hebben u daar in 2013 schriftelijk over geïinformeerd. ■ Dit is van toepassing op een aantal bestemmingsplannen, waarvan de belangrijke hieronder zijn opgesomd. (stand van zaken per 1-1-2014) Heerenveen – Zuid (Oudeschoot), (1992)
78
►
Heerenveen – De Greiden, (1994) Skoatterwâld-Zuid, (2001) Oude- en Nieuwehorne, (2000) De Knipe-Veensluis, (2001) Centrum, (1990) De Heide, (1972, 1976, 1983) Bedrijventerrein Het Meer (1979) Kanaal-West (1994)* Zandwinput Oudehaske (1998)* De Wierde (1999)* Bedrijventerrein Noordzijde A7 (2001)* *) deze plannen behoorden voor 1 januari 2014 tot de (voormalige) gemeente Skarsterlân. Er wordt extra capaciteit ingezet om de ontstane achterstand in actualisering weg te werken en daarmee ook het risico op verlies van legesinkomsten te elimineren. Aan het einde van dit jaar moet beoordeeld worden in hoeverre de achterstand is weggewerkt.
Akkrum-Rondweg-Sinnebuorren ◄ Het project is recent overgenomen van de gemeente Boarnsterhim, en het college heeft besloten het project verder in gang te zetten. Door de provinciaal financieel toezichthouder is aangegeven dat zij dit project bestempelen als bestaand beleid. Dit omdat destijds in het kader van art. 12 Boarnsterhim het project deel uitmaakte van het pakket aan investeringen wat ten grondslag lag aan de steun vanuit het rijk. Eventuele heroverweging van het project zal daarom bij provincie en rijk gemotiveerd moeten worden. Het college concludeert dat de geraamde kapitaallasten in het geconsolideerde (Boarnsterhim + Heerenveen) meerjarenperspectief toereikend zijn, om de structurele kosten van het project te kunnen dekken. In het voorliggende Meerjaren Perspectief zijn de kapitaallasten van het project expliciet zichtbaar gemaakt. ■ Inmiddels heeft op 4 december 2013 een bijeenkomst in het dorp plaatsgevonden, waarbij een beeld is ontstaan van de aspecten en gevoelens rondom de randweg. Ook hebben verkeerstellingen plaatsgevonden. Omdat de opstart van het project meer tijd vraagt, is begin 2014 nog geen plan van aanpak aan de raad voorgelegd. In het project wordt een onderscheid gemaakt tussen de werkzaamheden aan de randweg en bruggen enerzijds (nieuwe brug Polsleat / opknappen/vervangen brug Trigreppel) en de herstructurering rond de Sinnebuorren anderzijds (woningen Elkien en openbare ruimte). Onderdeel randweg en bruggen is primair gericht op uitvoering en een goede communicatie met belanghebbenden; hiervoor is vooralsnog geen planologische procedure vereist. Verkeerstellingen en uitkomsten 4 december worden momenteel verwerkt in een plan van aanpak voor de randweg. Voor het onderdeel herstructurering moet een nieuw bestemmingsplan worden vastgesteld. Als basis hiervoor wordt momenteel het concept stedenbouwkundig plan opgesteld, op basis van de uitgangspunten sober en doelmatig en duurzaam. Dit plan is medio april met het dorp gecommuniceerd. Door Boarnsterhim is het totale project geraamd op € 5,7 miljoen. Hiervan was € 0,3 miljoen ISV subsidie. Doordat deze subsidie niet is aangevraagd, wordt nu uitgegaan van een taakstellend budget van € 5,4 miljoen. ► Voor de zomer (juni), zal een plan van aanpak voor het totale project, en specifiek voor de aanpak van de randweg, met financiële uitgangspunten (waaronder de financiering zelf i.v.m. onze schuldenproblematiek), aan de raad worden voorgelegd. Ook zal er dan worden ingegaan hoe het project gefinancierd gaat worden. Na de zomer zal het stedenbouwkundig plan, samen met de uitkomsten van de inspraak die in april/mei gehouden is, aan de raad worden voorgelegd. Vervolgens zal de procedure voor het bestemmingsplan worden opgestart, met het oog op realisatie van de eerste fase van herstructurering medio voorjaar 2015.
79
Brug Ulbe Twijnstrawei ◄ N.v.t. ■/► De huidige beweegbare brug in de Ulbe Twijnstrawei (verlengde van de bovengenoemde randweg) is aan vervanging toe. Bij thema 3 (Beleid Civiel Technische kunstwerken) hebben wij aangegeven dat er een voorziening “achterstallig onderhoud bruggen Boarnsterhim” ter grootte van € 2,4 miljoen is getroffen. We hebben daarbij de kanttekening geplaatst dat het de vraag is of deze voorziening wel voldoende dekking geeft voor de risico‟s. De UT-brug is in het bruggenprogramma gelabeld voor een bedrag van € 696.000. Dit bedrag is ontoereikend. Een beweegbare brug vergt een investering van meer dan € 1 miljoen euro (excl. exploitatielasten). Een vaste brug ramen wij op een bedrag dat ligt boven € 0,7 miljoen. Aanleg van de randweg brengt met zich mee dat op korte termijn geld voor deze brug moet worden vrijgemaakt. Gelet op de spanning in het totale bruggen-areaal tussen noodzakelijk kosten en aanwezige dekking ligt het voor de hand kritische keuzes te maken. In dat licht is er veel voor te zeggen, gelet op het ondergeschikte recreatieve belang van de betreffende brug, een inzet te kiezen waarbij wordt uitgegaan van een vaste brug en daar bij de presentatie van de plannen ook rekening mee te houden
80
Grondbedrijf Grondbeleid Eind 2013 is de nieuwe nota grondbeleid vastgesteld door de gemeenteraad. De actuele nota Grondbeleid, die op 7 november 2013 door de gemeenteraad is vastgesteld, geeft nieuwe kaders. Kaders in de vorm van beleidsregels waarbij het accent ligt op het acteren in een situatie waarbij er sprake is van veel grond en relatief weinig programma en een hoog risicoprofiel. De nota richt zich, anders dan de vorige nota, dan ook vooral op het beheersbaar maken van risico‟s, het verbeteren van de processen binnen het grondbedrijf, het beter structureren van de informatievoorziening en bovenal op een sterkere focus op de projectenen grondportefeuille. Binnen de gegeven kaders van het nieuw geformuleerde grondbeleid, heeft de gemeenteraad op 7 november 2013 voor de belangrijkste grondposities een concrete en richtinggevende uitwerking geformuleerd en vastgesteld. Ontwikkeling woningbouw (nieuwe aanpak)/Grondbeleid/woonbeleid ◄ In november 2013 is de Nota Grondbeleid vastgesteld. De nota legt prioriteit bij „anders ontwikkelen‟ en risicobeheersing. Naast het grondbeleid is een stimuleringspakket verkoop particuliere kavels vastgesteld. In de regio Zuidoost Friesland zijn woningbouwafspraken met de provincie Fryslân gemaakt. Op basis van nieuwe provinciale prognoses, waarbij sprake is van afnemende groei van het aantal huishoudens, is het beschikbare woningbouwcontingent is uitgesmeerd over een langere periode tot 2020. ■ Na een aantal jaren van minimale activiteit in de woningbouw, zien we tekenen van licht herstel. In de nieuwbouw zien we de vraag overigens nog voornamelijk in het lage segment. De korting op de kavelprijzen heeft geleid tot een lichte toename in de kavelverkopen. ► De nieuwe woningbouwafspraken, het nieuwe grondbeleid en de herindeling zijn aanleiding om een beknopte actualisatie van de woonvisie te maken. De prioritering vanuit de nota grondbeleid wordt verwerkt in een nieuw woningbouwprogramma. Hoogste prioriteit ligt bij de verdere ontwikkeling van Skoatterwald. Er lopen diverse gesprekken over de invulling van de derde fase. Waaronder gesprekken met geïnteresseerde beleggers die in het laagste en midden segment willen beleggen. Tevens worden gesprekken gevoerd met partijen om de haalbaarheid van een concessiemodel voor een deel van de derde fase te toetsen. Er wordt een uitwerkingsplan voorbereid wat het mogelijk maakt om snel op nieuwe initiatieven te kunnen inspelen. Woningbouw Op basis van demografische ontwikkelingen (afnemende groei aantal huishoudens) zijn nieuwe woningbouwafspraken met de provincie Fryslân gemaakt. Het beschikbare woningbouwcontingent is over een langere periode uitgesmeerd. De gemiddelde capaciteit van het aantal te bouwen woningen is daarmee afgenomen van 150 naar ongeveer 100 woningen per jaar. Daarvan mag maximaal 70% op uitbreidingslocaties worden gerealiseerd. Het gaat dan om Skoatterwâld, Nieuwehorne de Fjilden en Tjalleberd de Eide. In Nieuwehorne en Tjalleberd verwachten we de komende jaren enkele woningen op jaarbasis te kunnen afzetten. De beschikbare capaciteit is voor het overgrote deel beschikbaar voor Skoatterwâld. In Skoatterwâld zien we tekenen van licht herstel. De kavelverkoop trekt licht aan. Er worden diverse gesprekken gevoerd met ontwikkelende partijen over met name de ontwikkeling van de derde fase maar ook enkele resterende vlekken in de tweede fase. Het herstel van de woningmarkt laat wel langer op zich wachten dan verwacht. Het aantal verkochte woningen valt lager uit dan geraamd in de exploitatie. Bovendien is het herstel vooralsnog alleen zichtbaar in het lagere segment. De exploitatie is in die zin aangepast dat het accent de komende jaren ligt op dat segment en in de jaren erna een omslag volgt naar het middeldure en dure segment. Het effect van deze beweging leidt tot een verlies in de grondexploitatie omdat de rentelasten van de boekwaarde zwaarder doorwerken.
81
Om de gevoeligheid van de grondexploitatie voor dergelijke verschuivingen van duurder naar goedkoper segment inzichtelijk te maken is een analyse gemaakt. Daarbij is ten opzichte van de basisexploitatie zoals die nu voorligt een worst casescenario gemaakt waarbij sprake is van een structurele verschuiving naar een goedkoper segment. Deze analyse laat zien dat de bandbreedte oploopt tot een maximaal verlies van € 7 miljoen in plaats van het nu gecalculeerde verlies van € 2,3 miljoen. Wij gaan ervan uit dat dit scenario zich niet voordoet en dat de huidige aanpassing in het woningsegment zich over enkele jaren herstelt. Voor de oriëntatie merken wij op dat in de basisexploitatie tot einde looptijd de totale nominale nog te realiseren opbrengsten ca. € 61 miljoen bedragen. Voorraad bedrijventerrein Per 2014 is totaal ruim 80-100 ha bedrijventerrein beschikbaar, afhankelijk van het uitgiftepatroon (zie hierna). Bron - jaarrekening 2013:
Tabel bedrijventerrein locatie/plannen
Int. Busisness park friesland IBF IBF geen bestemming na 2032 De Kavels Haskerveen (Bedrijvenpark A7) Klaverblad NO bruto 141 ha Spikerboor Zuid na Herindeling
Totaal Terugname programma programma netto P&V nota 2012 ha ha 152 8,5 20,2 57 -100,3 18 89 89 1,8 --
Gerealiseerd ha 65,7 -53,7 65 -0,3
Nog te realiseren programma ha 57,6 pm 3,3 17,3 pm 1,5
uitgifte = cashflow grondbedrijf In onderstaande de ramingen is rekening gehouden met de prognose van rijk en provincie, dat er na 2020 nauwelijks nog vraag naar bedrijventerrein zal zijn. Internationaal Bedrijvenpark Friesland Uitgifte zal hier vooral plaatsvinden. Er is voldoende bouwgrond beschikbaar voor kleinere tot middelgrote kavels, gedifferentieerd qua ligging. Bouwkavels groter dan 7 ha zijn niet meer beschikbaar. De nieuwe zuivelbedrijven leiden tot een gunstiger exploitatie dan in 2013 voorzien. Het leidt voor de komende jaren tot de volgende uitgifteprognose: 2014 - 16,5 ha (waaronder Ausnutria ca) 2015, 2016 en 2017 - 3,5 ha (regulier verwachte uitgifte) 2018 - 11,1 ha (waaronder invulle optie Aware/Fonterra) 2019 en 2020 - 2,5 ha (regulier, maar iets teruglopende uitgifte) Van 2021 tot en met einde looptijd exploitatie IBF in 2032 leveren verschillende scenario‟s het volgende positieve resultaat op netto contante waarde (NCW) op: 1 ha per jaar - 5 miljoen 1,5 ha per jaar - 7,6 miljoen 2 ha per jaar - 9,9 miljoen 2,5 ha per jaar - 13 miljoen Na 2032 is vervolgens nog ca.20,2 ha op het IBF (Internationaal Business Park), op basis van het meest voorzichtige scenario, beschikbaar. IBF BV/CV Medio 1996 is de gemeente in gezamenlijkheid met de provincie gestart met de ontwikkeling van het bedrijventerrein IBF. Als gevolg van de koerswijziging in 2004 is de gemeente alleen verder gegaan het gebied te ontwikkelen. Dit heeft tot gevolg gehad dat IBF vanuit twee rechtspersonen wordt ontwikkeld; IBF BV/CV (Besloten Vennootschap/Commanditaire Vennootschap) en IBF 2 (grondbedrijf gemeente). In de praktijk beschouwen wij dit als één
82
complex echter formeel is dit niet het geval. Op dit moment bestuderen wij op welke wijze wij de BV/CV kunnen opheffen en vervolgens als één complex verder te gaan. Dit heeft als gevolg dat een deel van de geprognotiseerde winst binnen deze totale exploitatie kan worden gerealiseerd. Op dit moment vindt hierover nog overleg met de accountant. De winst die mogelijk vrijvalt varieert tussen de € 1,5 miljoen en € 5,5 miljoen. De Kavels De resterende 3,3 ha ligt verspreid over het terrein in kleinere kavels. De exploitatie heeft een looptijd tot en met 2023. De kaveluitgifte is over deze jaren verspreid. Op basis van deze raming is het exploitatieresultaat op NCW € 1,2 miljoen positief. Haskerveen (onderdeel van Bedrijvenparken A7) De exploitatie Haskerveen heeft een looptijd tot en met 2039. De verwachte uitgifte is: 2014, 2015 en 2016 - 0,5 ha 2017, 2018 en 2019 - 1,5 ha 2021 t/m 2039 - 0,5 ha In 2013 zijn geen gronden verkocht. Op basis van lopende onderhandelingen wordt er van uitgegaan dat dit in 2014 wordt ingelopen. Het eindresultaat op NCW is € 2,8 miljoen negatief (voor ieder van de deelnemende gemeenten De Friese Meren en Heerenveen: € 1,4 miljoen negatief). In de themarekening 2013 is hiervan € 1,3 miljoen en in de themarekening 2013 € 0,1 miljoen in de voorziening gestort. Klaverblad Noordoost Klaverblad Noordoost is een logische keuze voor bedrijfsvestigingen die op andere locatie niet op een adequate manier kunnen worden geaccommodeerd. Daarvoor is een bestemmingswijziging en exploitatieberekening nodig. De gronden hebben een agrarische boekwaarde. Spikerboor Zuid De 1,5 ha nog uitgeefbare grond op Spikerboor zuid. Uitgifteprognose is 0,5 ha per jaar (looptijd t/m 2016). Op basis hiervan is het exploitatieresultaat „nihil‟. Financiële gevolgen In de primitieve begroting wordt rekening gehouden met een last voor alle grondexploitaties en overige gronden van € 515.000. Voor diverse complexen, gronden in en nog niet in exploitatie zijn de exploitatieberekeningen ten behoeve van de Jaarrekening geactualiseerd op basis van de werkelijke realisatie 2013. Daarnaast zijn er autonome ontwikkelingen die bij de samenstelling van de begroting nog niet voorzien waren of anders geraamd waren. Binnen de dekking voor de Buurtvernieuwing Tuindorp was rekening gehouden met een bijdrage vanuit het complex Tellegebied van € 350.000. Bij de financiële afrekening van Tuindorp is dit bedrag in 2011 voorlopig gedekt door een onttrekking aan de Algemene Reserve Grondbedrijf. In 2014 komt dit bedrag beschikbaar en kan worden toegevoegd aan de Algemene Reserve. Omdat er binnen de grondexploitaties een nadeel is van € 90.000, wordt voorgesteld om dit bedrag minder toe te voegen aan de Algemene Reserve.
83
Binnen de grondexploitaties is voor 2014 geen rekening gehouden met de complexen, die als gevolg van de grenscorrectie overkomen van de gemeente Skarsterlân. Verlies verkoop woning Meer 2 De verkoop van alle gronden binnen “Landelijk wonen Tjalleberd” is al in 2013 gerealiseerd. Voor 2014 was voor dit complex rekening gehouden met een positief resultaat dat niet “meer wordt gerealiseerd Diverse kleinere verschillen Bijdrage complex Tellegebied Totaal
6.4
-/- € -/- €
31.000 30.000
-/- € 22.000 -/- € 9.000 € 350.000 € 260.000
Financiële mutaties om schrijving
S
2014 x 1.000
2015 x 1.000
2016 x 1.000
2017 x 1.000
2018 x 1.000
S
Totaal mutaties structureel
om schrijving
Resultaat Grondbedrijf Storting algemene reserve
0
I
I I
2014 x 1.000
0
2015 x 1.000
0
2016 x 1.000
0
2017 x 1.000
0
2018 x 1.000
260 -260
Totaal mutaties incidenteel
0
84
0
0
0
0