Verandering van papier geeft inspiratie
Eerste druk, 2014 © 2014 Cindy Rodermond-Snabilié isbn: nur:
9789048430857 530
Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (I) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (II) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is.
Verandering van papier geeft inspiratie Een beknopt overzicht over papier en haar eigenschappen om de kunstenaar te helpen experimenteren.
Inhoudsopgave
Voorwoord9 Hoofdstuk 1: een korte historie 11 1.1 Voorlopers van papier 11 1.2 De historie van papier 13 Hoofdstuk 2: fabricage van papier 16 2.1 Westerse papiersoorten 16 2.2 Oosterse papiersoorten 18 2.3 Machinaal gemaakt papier 23 Hoofdstuk 3: kwaliteit en kenmerken van papier 27 Hoofdstuk 4: invloed van tijd, warmte, vocht en licht 40 4.1 Papier voor conservering 41 Hoofdstuk 5: gebruik van papier 44 5.1 Grafische technieken 44 5.2 Boekbinden 47 5.3 Schilder- en tekenpapieren 50 5.4 Elektronische output 51 5.5 Papiersoorten 53 Hoofdstuk 6: papierbeschrijvingen 59 6.1 Welk papier bij welke techniek 108
Woordenlijst112 Bibliografie122 Nawoord124 Bijlage126
Voorwoord
Er zijn talloze boeken geschreven over papier en er zullen waarschijnlijk nog vele volgen. Waarom dan dit boekje? Omdat niet iedereen de tijd en gelegenheid heeft om al die boeken door te lezen. In deze uitgave heb ik geprobeerd allerhande informatie, zo beknopt mogelijk weer te geven om een aantal uiteenlopende redenen. Allereerst is het bedoeld als een soort naslagwerk waarin zoveel mogelijk informatie en wetenswaardigheden over papier is verzameld. In de tweede plaats vult het een leemte in de opleiding van leerlingen aan de teken- en kunstacademies waar weinig tijd aan materiaalkennis wordt besteed. Ten slotte moet het een handvat bieden aan kunstenaars die eens met andere papiersoorten willen experimenteren in hun kunst. De gegevens in dit boekje zijn verre van volledig en dat zou ook onmogelijk zijn. Er worden nog steeds nieuwe papiersoorten ontwikkeld naast de duizenden soorten die er al bestaan. En ook de wetenschap zorgt voor steeds meer mogelijkheden. Hierbij kan worden gedacht aan de papiersoorten die in een printer kunnen worden gebruikt. Ik hoop echter dat de navolgende gegevens wat hulp en inspiratie kunnen bieden voor degenen die daar naar zoeken.
9
Hoofdstuk 1: een korte historie
1.1 Voorlopers van papier
Een van de oudste vormen van papier – maar dat geen papier genoemd kan worden – komt uit het Midden-Oosten en met name Egypte. Daar schreef men vierduizend jaar voor Christus al op papyrus. Papyrus wordt gemaakt van het onderste deel van de cypres papyrus, een waterplant. Bij de productie tot papyrus wordt de bast verwijderd en de mergstengel in zo breed mogelijke dunne repen gesneden. Deze repen worden een nacht in water geweekt om ongerechtigheden los te weken, daarna wordt er met een soort deegroller overheen gerold om het opgeloste materiaal te verwijderen en dan wordt het wederom geweekt en gerold. Vervolgens worden ze naast elkaar gelegd met dwars daarop een tweede laag. Beide lagen worden dan stevig op elkaar geperst. Na het drogen wordt het vel buigbaar gemaakt door het met hamers te bewerken en gepolijst met stenen. Ten slotte wordt het vel bestreken met een oplossing van tarwemeel in water met een scheutje azijn voor de beschrijfbaarheid. Het is een duurzaam product gebleken dat bewezen heeft duizenden jaren mee te gaan. In de tweede eeuw voor Christus kreeg papyrus concurrentie van perkament omdat de export van papyrus door de Egyptische heersers werd verboden. Hoewel de uitvinding wordt toegeschreven aan het plaatsje Pergamum dateert het gebruik waarschijnlijk al van vijftienhonderd voor Christus. Het bleek makkelijker te beschrijven met een ganzenveer en fouten konden gewoonweg worden weggeschraapt. Langzaam maar zeker werd perkament de standaard om op te schrijven in het Westen en vanaf de derde eeuw was het volledig ingeburgerd. 11
Papyrus De fabricage van perkament is echter tijdrovend en kostbaar. Allereerst moeten huiden in een kalkoplossing worden geweekt om de haren makkelijk te kunnen verwijderen en de andere zijde moet worden ontvleesd. Daarna worden de huiden nog enkele weken nagekalkt en vervolgens ontkalkt. Na deze handelingen volgt het opspannen van de huid om te drogen. Ten slotte wordt de huid geschuurd en gepolijst om het beschrijfbaar te maken. Afhankelijk van welk dier de huid afkomstig is krijgt men andere soorten perkament. Zo wordt de huid van een schaap gespleten en die van kalf, geit en lam in het geheel gebruikt. De schapenhuid is echter minder sterk omdat het een minder compacte structuur heeft. Tussen haar- en vleeszijde van het perkament is een verschil waarneembaar. De vleeszijde is iets witter. Dit verschil kan worden opgevangen door meer kalk en puimsteen aan de haarzijde te gebruiken. Ook plaatsten de schrijvers haarzijde tegenover haarzijde en vleeszijde tegenover vleeszijde zodat kleurverschillen minder snel werden opgemerkt. 12
In Midden-Amerika ontwikkelde zich onafhankelijk een soortgelijk beschrijfbaar materiaal dat Huun (Maya) en Amatl (Azteken) werd genoemd. Bij het maken van dit product wordt de binnenbast van bomen (Ficussoorten) gebruikt dat eerst wordt gekookt met as en kalk. Daarna worden de repen bast gewassen en vervolgens overlappend naast elkaar gelegd op een plank om daarna tot één geheel te worden geslagen. De op deze manier ontstane vellen worden door de huidige nazaten heden ten dage nog steeds op deze wijze gemaakt en gebruikt in hekserij en bezweringen. Zo ontstond er op meerdere plaatsen in de wereld een vorm van papier dat nog geen papier was. Ondanks dat in sommige gevallen wel dezelfde grondstoffen worden gebruikt kunnen we nog niet spreken van papier omdat de grondstof nog niet tot vezels uiteen is gevallen en de vellen papier niet worden gevormd door middel van een schepraam.
1.2 De historie van papier
Hoewel algemeen wordt aangenomen dat de Chinees Tsai Lun in 105 AD de eerste papiermaker was zoals wij dat nu nog kennen, zijn er in China op diverse plaatsen fragmenten papier gevonden van eerdere datum. Uit archeologische vondsten mogen we concluderen dat papier al twee à drie eeuwen eerder bekend was. Vanuit China verbreidde de kunst van het papier maken zich naar Korea en Japan. Vooral in Japan werd het een belangrijk onderdeel van de cultuur en meer nog dan in andere oosterse landen was en is papier daar van religieuze betekenis. Niet voor niets is het woord kami een homoniem voor zowel de inheemse goden als voor papier. De Arabieren leerden de kunst van het papier maken van de Chinezen die zij in 751 gevangen hadden genomen tijdens de overwinning op de stad Samarkand. Zij verbeterden het fabricageproces en brachten de kunst over naar Europa. De vroegste Europese fabricage vinden we in Cordoba (Spanje) in 1036 waar papier uit linnen en vodden werd gemaakt. De eerste pa13
piermolen verschijnt in Xativa in het midden van de twaalfde eeuw. Via Spanje verbreidde de kennis zich naar Italië en de eerste vermelding vond plaats in de stad Fabriano waar in 1268 een papiermolen werd opgericht. De rest van Europa volgde slechts langzaam en men geeft lange tijd de voorkeur aan importeren of het gebruik van perkament. Het was tenslotte een product van de heidense Arabieren en veel kwetsbaarder dan het stugge perkament waar men stevig met een ganzenveer op kon krassen. Andere grondstoffen, een totaal verschillende manier van papierscheppen en het lijmen van papier zorgden voor een stuggere papiersoort dat beter geschikt was voor de westerse manier van schrijven. Nederland begon zijn eigen papier pas in 1586 te maken met de vestiging van de molens De Luipart en Van Aelst in de buurt van Dordrecht. De vraag naar papier groeide en stimuleerde daarmee de behoefte tot het mechaniseren van de productie. In 1798 vond de Fransman Nicolas Louis Robert het principe van het machinaal vervaardigen van papier uit zodat de pulp niet langer meer met de hand geschept hoefde te worden maar op een soort lopende band werd uitgegoten. Het waren echter de Gebr. Fourdrinier die met behulp van Brian Donkin de machine in 1803 verbeterden en in productie namen. Doordat het hele proces nu enorm werd versneld kwam er al snel een tekort aan textielvezels en was men genoodzaakt op zoek te gaan naar andere grondstoffen. Geïnspireerd door een wespensoort dat houtvezels fijnkauwt en vermengt met speeksel tot papieren nestwanden, kwam men in het midden van de negentiende eeuw op het idee om houtslijp te combineren met linnen. Pas later slaagt men erin om met behulp van chemicaliën zuivere cellulosevezels vrij te maken uit hout en wordt dit de nieuwe grondstof. Uit deze grondstof kwam slechts 50% cellulose vrij en de rest werd geloosd in het milieu. Ook het bleken van houtslijp met chloor was zeer milieuonvriendelijk. Gelukkig is men zich daar steeds meer van bewust geworden en is papier tegenwoordig een milieuvriendelijk en recyclebaar product geworden dat op een zodanige manier wordt vervaardigd dat het geen belasting vormt voor onze omgeving. 14
Nederland is lange tijd zijn papier op traditionele wijze blijven vervaardigen met wind- en watermolens. De Zaanstreek was daarbij de belangrijkste papierproducerende regio dat voornamelijk draaide op windmolens, gevolgd door de Veluwe dat gebruik maakte van watermolens. Mede door de Nederlandse uitvinding van de zogenaamde Hollander werd de vervezeling van het papier aanzienlijk verbeterd. De kwaliteit van het Nederlandse handgeschepte papier stond in zeer hoog aanzien waardoor het heel lang duurde voordat men in Nederland overging tot het machinaal vervaardigen van papier. Omdat het handgeschepte papier zich duidelijk wilde onderscheiden van het machine gemaakte papier lieten de scheppers nu de scheprand aan het papier zitten als kenmerk van kwaliteit. Ook de productiekosten van machinaal vervaardigd papier waren in het begin nauwelijks lager dan handgeschept papier door de investeringskosten en de brandstof voor de stoommachine. Medio negentiende eeuw kwam daar echter een einde aan toen de papierprijs scherp begon te dalen en de vraag naar minder kostbare papiersoorten en verpakkingspapier enorm toenam. De komst van moderne papierfabrieken was niet langer meer tegen te houden. Door de groei van de papiernijverheid kwam er een nijpend tekort aan de belangrijkste grondstof: lompen. Na enige experimenten met stro, grassoorten en houtslijp kwam in de jaren tachtig van de negentiende eeuw de doorbraak met het gebruik van houtcellulose. De productie werd verder uitgebreid en de prijs van papier ging omlaag. Dit betekende het einde van de traditionele papiermolens.
15