VEILIGHEIDSRAPPORTAGE REGIO ROTTERDAM 2014

VEILIGHEIDSRAPPORTAGE REGIO ROTTERDAM 2014

Veiligheidsrapportage Regio Rotterdam 2014

Colofon April 2014 Uitgave van Veiligheidsalliantie Regio Rotterdam en politie Rotterdam, in opdracht van Regionaal Veiligheidsoverleg Eenheid Rotterdam. Bevolkingsonderzoek uitgevoerd door I&O Research en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)

Veiligheidsalliantie Regio Rotterdam (VAR) telefoon secretariaat 06 150 237 61 Politie Rotterdam telefoon secretariaat 010

27 40051

© Auteursrecht voorbehouden Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/ of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, digitale verwerking of anderszins, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de hiervoor genoemde instanties.


Woord vooraf Het verheugt mij u namens de Veiligheidsalliantie Regio Rotterdam de Regionale Veiligheidsrapportage 2014 aan te kunnen bieden. . De Veiligheidsalliantie is een regionaal samenwerkingsverband van en voor de veiligheidspartners - de 33 gemeenten, het OM en de politie binnen de eenheid Rotterdam - op het gebied van integraal veiligheidsbeleid. De Regionale Veiligheidsrapportage 2014 is de eerste die onder verantwoordelijkheid van de nieuw gevormde Veiligheidsalliantie wordt uitgebracht. In de oude politieregio RotterdamRijnmond werd viermaal een Regionale Veiligheidsrapportage uitgebracht. De uitvoering van de Veiligheidsrapportage 2014 was in handen van de afdeling Controlling van de Politie Rotterdam. De verantwoordelijkheid voor het proces berust bij de Veiligheidsalliantie Regio Rotterdam. Het doel van de Regionale Veiligheidsrapportage is drieledig. In de eerste plaats schetst de rapportage een betrouwbaar beeld van de veiligheidssituatie in de hele regio. Daarnaast geeft de rapportage aan individuele gemeenten inzicht in de sterke kanten en de verbeterpunten in de gemeentelijke veiligheidssituatie. En tenslotte verstrekt de rapportage informatie die gebruikt kan worden om het veiligheidsbeleid waar nodig bij te stellen. De rapportage maakt hierbij gebruik van cijfers van de politie en van de resultaten van de landelijke Veiligheidsmonitor 2013. Hiermee worden objectieve en subjectieve informatie in één rapportage bijeen gebracht. Het is de bedoeling dat deze uitgebreide rapportage tweejaarlijks gaat verschijnen. In de tussenliggende jaren wordt de veiligheidssituatie gevolgd aan de hand van de feitelijke cijfers. Uit de meting van 2013 blijkt dat het aantal misdrijven bij de meerderheid van de in deze rapportage onderzochte delicten op regioniveau - is gedaald ten opzichte van 2011. Met name de daling van woninginbraak en geweld waarvan de aanpak prioriteit heeft, is verheugend. Dit is een stimulans om de veiligheid in onze regio verder te verhogen. Dat vraagt om een blijvende inspanning van gemeenten en veiligheidspartners. Ik hoop dat de informatie uit de Regionale Veiligheidsrapportage 2014 inspiratie levert om het veiligheidsbeleid verder te verbeteren. J. Heijkoop Burgemeester van Hendrik-Ido-Ambacht Voorzitter van de Veiligheidsalliantie Regio Rotterdam



Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 Hoofdstuk 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 Hoofdstuk 3 3.1 3.2 3.3 Hoofdstuk 4 4.1 4.2 4.3 Hoofdstuk 5 5.1 5.2 5.3 Hoofdstuk 6 6.1 6.2 6.3 Hoofdstuk 7 7.1 7.2

Inleiding

7

Algemeen .................................................................................................. 7 Uitleg rapportage ....................................................................................... 7 Over de politieregistratie ............................................................................. 7 Over de Veiligheidsmonitor.......................................................................... 8 Presentatie van de cijfers ............................................................................ 9 Samenvatting

12

Geweld .....................................................................................................12 Inbraak in woning en schuur ......................................................................12 Diefstal.....................................................................................................13 Vandalisme ...............................................................................................13 Cybercrime ...............................................................................................14 Overlast....................................................................................................14 Tevredenheid woonbuurt en onveiligheidsgevoel ..........................................14 Conclusie ..................................................................................................15 Geweld

16

Misdrijven .................................................................................................16 Slachtofferschap........................................................................................30 Resumé ....................................................................................................40 Inbraak in woning en schuur

42

Misdrijven .................................................................................................42 Slachtofferschap........................................................................................46 Resumé ....................................................................................................50 Diefstal

52

Misdrijven .................................................................................................52 Slachtofferschap........................................................................................62 Resumé ....................................................................................................72 Vandalisme

74

Misdrijven .................................................................................................74 Slachtofferschap........................................................................................78 Resumé ....................................................................................................82 Internetcriminaliteit

84

Slachtofferschap........................................................................................84 Resumé ....................................................................................................94

5


Hoofdstuk 8 8.1 8.2 Hoofdstuk 9 9.1 9.2 9.3 Bijlagen

6

Overlast

96

Beleving ...................................................................................................96 Resumé ..................................................................................................104 Leefbaarheid en veiligheidsbeleving

106

Leefbaarheid in woonbuurt.......................................................................106 Veiligheidsbeleving in woonbuurt en algemeen...........................................112 Resumé ..................................................................................................124 125


1

Inleiding

1.1

Algemeen

1.1.1 Aanleiding Per 1 januari 2013 is de vorming van de nationale politie een feit geworden. Dit had tot gevolg dat de oude politieregio s Zuid Holland Zuid (ZHZ) en Rotterdam-Rijnmond (RNM) werden samengevoegd tot de nieuwe Eenheid Rotterdam. Ook de Veiligheidssociëteit ZHZ en de Begeleidingscommissie Integraal Veiligheidsbeleid RNM, die het veiligheidsbeleid in de oude regio s ondersteunden, werden samengevoegd tot de Veiligheidsalliantie Regio Rotterdam (VAR). In de beide oude regio s waren er al vormen van veiligheidsrapportages. Om tot een eenduidige ondersteuning van het veiligheidsbeleid te komen heeft het Regionaal Veiligheidsoverleg Eenheid Rotterdam de VAR opdracht gegeven om een nieuwe Regionale Veiligheidsrapportage op te laten stellen, waarbij gebruik is gemaakt van de reeds eerder opgedane ervaringen in de oude regio s. 1.1.2 Doel van de rapportage De Regionale Veiligheidsrapportage heeft de volgende doelen: Een beeld verschaffen van de veiligheidssituatie van de totale regio en de ontwikkelingen daarin; het signaleren van sterke punten en verbeterpunten; het verstrekken van informatie die gebruikt kan worden om het veiligheidsbeleid waar nodig bij te sturen.

1.2

Uitleg rapportage

In deze rapportage worden de objectieve en subjectieve cijfers over de veiligheidssituatie in de Politie Eenheid Rotterdam op een rij gezet. De objectieve cijfers zijn afkomstig uit de politieregistratie. Het gaat om misdrijven in de periode 2010-2013 die geregistreerd zijn bij de politie, hetzij door aangifte, hetzij door eigen waarneming door agenten. De subjectieve cijfers komen uit de Veiligheidsmonitor. Dit is een jaarlijks enquêteonderzoek dat ingaat op onder meer overlast, veiligheidsbeleving, slachtofferschap en leefbaarheid. Vanwege een methodebreuk zijn hier alleen de resultaten van 2013 gepresenteerd.

1.3

Over de politieregistratie

Bij de vorming van de nationale politie is besloten om over criminaliteit te rapporteren over misdrijven en niet meer over aangiften zoals tot dan toe gebruikelijk was. Dit was o.a. omdat van een aantal misdrijven niet altijd meer een formele aangifte werd opgenomen (bijvoorbeeld bij huiselijk geweld). Als misdrijf wordt geteld een politieregistratie van een feit, dat bij wet als misdrijf is aangeduid en waarbij in de politieregistratie minimaal één persoon is opgenomen als aangever, slachtoffer of verdachte. Het aantal misdrijven is minimaal gelijk aan of hoger dan het aantal aangiften. Om die reden kunnen cijfers van misdrijven niet vergeleken worden met cijfers van aangiften (de misdrijfcijfers uit deze rapportage mogen bijvoorbeeld daarom niet vergeleken worden met de

7


aangiftecijfers uit de eerdere regionale veiligheidsrapportages uit de oude politieregio RotterdamRijnmond). Om een zo eerlijk mogelijke vergelijking te maken tussen gemeenten van verschillende grootte zijn alle misdrijfcijfers omgerekend naar aantallen per 1.000 inwoners (behalve voor woninginbraak en inbraak schuur etc.; deze zijn omgerekend naar aantallen per 1.000 woningen).

1.4

Over de Veiligheidsmonitor

1.4.1 Introductie De Veiligheidsmonitor is een jaarlijks terugkerend bevolkingsonderzoek naar veiligheid, leefbaarheid en slachtofferschap. De Veiligheidsmonitor wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, gemeenten en politie. In 2013 hebben de gemeenten binnen de Politie Eenheid Rotterdam meegedaan aan de Veiligheidsmonitor. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie laat jaarlijks 65.000 enquêtes onder de Nederlandse bevolking afnemen door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en I&O Research. Politie eenheden die verder willen inzoomen binnen de regio en individuele gemeenten kunnen zich aansluiten bij de Veiligheidsmonitor (deelnemers). Deelnemers aan de Veiligheidsmonitor laten extra enquêtes uitvoeren door I&O Research, bovenop de enquêtes die vanuit het landelijke deel voor hun eigen gebied beschikbaar zijn. Daarbij kunnen deelnemers zelf kiezen met welke frequentie ze aan de VM willen deelnemen. Meer informatie over de Veiligheidsmonitor is na te lezen op de website van de Veiligheidsmonitor (www.veiligheidsmonitor.nl). 1.4.2 Methodebreuk Bureau Veiligheidsmonitor heeft, in opdracht van de Raad voor de Veiligheidsmonitor, voor het jaar 2012 aanpassingen gedaan in het onderzoeksdesign (één veldwerkbureau en geen telefonische afname) en de vragenlijst van de Veiligheidsmonitor. Door deze methodebreuk adviseert Bureau Veiligheidsmonitor de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor in 2012-2013 niet zonder meer te vergelijken met de uitkomsten van de Integrale Veiligheidsmonitor in 2008-2011. In dit rapport wordt vergelijking met de Integrale Veiligheidsmonitor 2009 en 2011 dan ook achterwege gelaten. De gemeenten zijn over deze methodebreuk geïnformeerd door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) via een brief (24 april 2012; Doorontwikkeling Integrale Veiligheidsmonitor). 1.4.3 Werkwijze De vragenlijst van de Veiligheidsmonitor bestaat uit 12 vragenblokken waarin verschillende onderwerpen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid aan bod komen. Voor dit onderzoek zijn in de periode september tot en met november 2013 de vragenlijsten uitgezet. Door middel van een steekproef geselecteerde inwoners kregen een brief thuis met een persoonlijke uitnodiging voor deelname aan het onderzoek en konden vervolgens online de vragenlijst invullen. Aan nonresponders is tweemaal een herinnering met papieren vragenlijst per post gestuurd. Als zij niet reageerden, werden zij nagebeld en telefonisch gemotiveerd om alsnog deel te nemen. In totaal hebben 17.530 inwoners van de gemeenten binnen de Politie Eenheid Rotterdam een volledige vragenlijst ingevuld. Een uitgebreide toelichting op de gevolgde werkwijze is opgenomen in de bijlagen.

8


1.5

Presentatie van de cijfers

In dit rapport wordt een groot deel van de resultaten uit de Veiligheidsmonitor gepresenteerd in de vorm van percentages, bijvoorbeeld het percentage dat slachtoffer van een misdrijf is geworden. De percentages hebben betrekking op persoonsniveau en de percentagebasis wordt gevormd door alle inwoners van 15 jaar en ouder van een gebied. Bij misdrijven die weinig voorkomen zoals beroving en autodiefstal kan het voorkomen dat er toevallig geen slachtoffer van dit misdrijf in de steekproef zit. Het slachtofferschappercentage is dan 0, hoewel er misschien toch wel een dergelijk misdrijf in de gemeente heeft plaats gevonden. De overige resultaten uit de Veiligheidsmonitor in dit rapport betreffen rapportcijfers (voor leefbaarheid en veiligheid) en schaalscores (voor fysieke kwaliteit en sociale cohesie). De schaalscores zijn cijfermatige samenvattingen van meerdere met elkaar samenhangende vragen. De waarde van iedere schaalscore varieert op een schaal tussen 0 en 10. Let op! Deze schaalscore staat niet gelijk aan een rapportcijfer, omdat de indicatoren zijn samengesteld op basis van percentages en niet op basis van rapportcijfers.

Tabel 1.1

Inwoners en stedelijkheid

gemeent en Eenheid Rot t erdam gemeente Rotterdam Dordrecht Schiedam Vlaardingen Spijkenisse Capelle aan den IJssel Barendrecht Ridderkerk Zwijndrecht Hellevoetsluis Gorinchem Papendrecht Maassluis Krimpen aan den IJssel Hendrik-Ido-Ambacht Sliedrecht Lansingerland Oud-Beijerland Leerdam Alblasserdam Binnenmaas Albrandswaard Hardinxveld-Giessendam Brielle Westvoorne Cromstrijen Strijen Goeree-Overflakkee Molenwaard Giessenlanden Zederik Bernisse Korendijk Eenheid Rotterdam

inwoners stedelijkheid 616.294 1 118.466 1 76.216 1 70.905 1 72.375 2 66.024 2 47.371 2 45.330 2 44.610 2 39.086 2 35.128 2 32.082 2 31.985 2 28.855 2 28.641 2 24.389 2 56.506 3 23.441 3 20.718 3 19.643 3 28.964 4 25.101 4 17.722 4 16.320 4 13.890 4 12.762 4 8.777 4 48.259 4 29.190 5 14.466 5 13.538 5 12.398 5 10.774 5 1.750.226 -

9


De gegevens uit de Politieregistratie en de Veiligheidsmonitor worden op gemeenteniveau gepresenteerd in grafieken. De gemeenten zijn steeds op dezelfde wijze gesorteerd: op stedelijkheid (aflopend) en, daarna, op inwonertal (aflopend). Dus van Rotterdam naar Korendijk (tabel 1.1). Onderaan elke grafiek staat het regiogemiddelde van de Eenheid Rotterdam. Er is een verschil in presentatie tussen de objectieve cijfers uit de Politieregistratie en de subjectieve cijfers uit de Veiligheidsmonitor. Van de Veiligheidsmonitor is alleen 2013 beschikbaar. Hiervan wordt per gemeente de uitkomst van 2013 getoond in een cijfer en in een staafdiagram, alsmede de plek van de gemeente op de ranglijst van 33 gemeenten in de regio. De cijfers uit de Politieregistratie hebben betrekking op de jaren 2010, 2011, 2012 en 2013. Naast de ontwikkeling van misdrijven tussen 2012 en 2013 (in cijfers en in een staafdiagram), wordt de ontwikkeling van de rangorde sinds 2010 ook in beeld gebracht. De rangordening vindt plaats op basis van de inhoud. Er zijn in totaal 33 gemeenten in de regio. De gemeente met het meest gunstige cijfer krijgt de hoogste rang 1; de gemeente met het meest ongunstige cijfer komt onderaan de ranglijst en heeft rang 33. Daarbij is tevens met kleuren de volgorde van meest ongunstig (dieprood) naar meest gunstig (diepgroen) aangegeven. In de laatste kolom is bijgehouden hoeveel rangen een gemeente in 2013 is gestegen of gedaald ten opzicht van 2012. Daarbij worden verschuivingen van vijf of meer rangen aangegeven met groen (stijging) of rood (daling). Dit uitgangspunt van vijf rangen is ook in de beschrijving aangehouden.

10


Aantal plekken gestegen of gedaald in de rangorde (2013 t.o.v. 2012) Voorbeeldfiguur Aantal geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners Geweldsmisdrijven

33 gemeenten, gesorteerd op stedelijkheid en inwonertal

rangorde

2012

2013

Rotterdam

14,7

13,4

2013 2012 2011 2010 33

33

33

33

0

Dordrecht

10,9

9,4

32

32

29

31

0

Schiedam

10,2

8,3

29

30

31

30

1

Vlaardingen

9,6

8,0

28

29

32

29

1

Spijkenisse

10,3

9,3

31

31

28

28

0

Capelle aan den IJssel

8,8

7,3

27

28

27

26

1

Barendrecht

4,7

4,6

19

16

19

15

-3

Ridderkerk

5,5

5,1

23

22

17

22

-1

Zwijndrecht

5,1

4,7

20

20

21

20

0

Hellevoetsluis

5,7

5,8

24

23

26

25

-1

Gorinchem

8,6

8,3

30

27

30

32

-3

Papendrecht

4,3

3,6

11

14

12

14

3

Maassluis

7,8

6,1

25

26

25

27

1

Krimpen aan den IJssel

3,5

3,8

15

8

18

11

-7

Hendrik-Ido-Ambacht

2,8

2,9

8

4

6

4

-4

Sliedrecht

5,1

4,2

18

21

22

24

3

Lansingerland

3,8

4,2

17

12

11

7

-5

Oud-Beijerland

4,5

3,8

14

15

20

18

1

Leerdam

5,9

5,1

22

24

23

21

2

Alblasserdam

5,0

4,0

16

19

15

16

3

Binnenmaas

4,1

3,2

9

13

14

8

4

Albrandswaard

4,8

4,9

21

18

16

17

-3

Hardinxveld-Giessendam

3,5

2,2

5

9

2

9

4

Brielle

6,5

6,3

26

25

24

23

-1

Westvoorne

4,7

3,7

13

17

13

19

4

Cromstrijen

3,1

1,8

1

5

10

12

4

Strijen

3,2

2,2

4

6

9

13

2

Goeree-Overflakkee

3,6

3,2

10

11

3

10

1

Molenwaard

3,3

2,3

7

7

4

5

0

Giessenlanden

2,1

2,3

6

1

1

3

-5

Zederik

2,3

1,9

3

3

8

1

0

Regiogemiddelde

Bernisse

3,5

3,7

12

10

7

6

-2

Korendijk

2,1

1,9

2

2

5

2

0

Eenheid Rotterdam

9,5

8,5 0

5

10

15

Cijfers 2012 (smalle paarse staaf) en 2013 (brede blauwe staaf) met schaal

11


2

Samenvatting

In deze samenvatting worden de meest opvallende resultaten van de Veiligheidsrapportage Regio Rotterdam 2014 beschreven. Hierbij worden de misdrijven uit de politiecijfers en de percentages slachtofferschap en de oordelen over de buurt en de onveiligheidsgevoelens samengevat.

2.1

Geweld

In de gemeente Rotterdam komen, net als de voorgaande jaren, de meeste geweldsmisdrijven (per 1.000 inwoners) voor. Globaal genomen worden de meeste geweldsmisdrijven gepleegd in de gemeenten met de grootste bevolking die sterk verstedelijkt zijn. Het aantal geweldsmisdrijven is gemiddeld in het gebied van de Eenheid Rotterdam teruggelopen en dat geldt ook voor bijna alle gemeenten afzonderlijk. De daling van het aantal geweldsmisdrijven heeft zich (gemiddeld) voorgedaan bij mishandeling, bedreiging met lichamelijk geweld en vooral bij straatroof en overvallen. Bij zedenmisdrijven en openlijk geweld tegen personen is er gemiddeld in het gehele gebied van Eenheid Rotterdam geen ontwikkeling. Gemeenten kunnen worden gerangschikt op aantallen misdrijven (per 1.000 inwoners). Wanneer de rangordes over de jaren worden vergeleken blijken er een aantal constanten , zoals over het algemeen genomen de meeste misdrijven in de sterk verstedelijkte gemeenten. Vooral bij de misdrijven die minder vaak voorkomen, zoals zedenmisdrijven en openlijk geweld, zijn er echter grote fluctuaties. Relatief veel inwoners van Rotterdam en Schiedam schatten de kans hoog in dat ze slachtoffer zullen worden van beroving of mishandeling.

2.2

Inbraak in woning en schuur

Relatief de meeste woninginbraken zijn er in de kleinere gemeenten Lansingerland en Westvoorne. In deze gemeenten is het aantal woninginbraken ten opzichte van 2012 toegenomen. Rotterdam komt op de derde plaats en hier was een daling zichtbaar ten opzichte van 2012. In het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam is het aantal woninginbraken per 1.000 woningen gedaald. Ook het aantal inbraken in garages en schuren is gedaald, maar in kleinere mate. Inwoners van de gemeente Rotterdam zijn het vaakst slachtoffer geweest van (poging tot) woninginbraak. Onder inwoners van Spijkenisse, Westvoorne, Sliedrecht en Hendrik-Ido-Ambacht zijn ook relatief veel slachtoffer van (poging tot) woninginbraak. Inwoners van Westvoorne schatten de kans om slachtoffer te worden van een woninginbraak het hoogst in. Ook relatief veel inwoners van Rotterdam, Lansingerland en Albrandswaard schatten de kans (zeer) hoog in.

12


2.3

Diefstal

Rotterdam is koploper bij diefstal van motorvoertuigen en bij diefstal uit of vanaf motorvoertuigen. Het aantal diefstallen van motorvoertuigen (per 1.000 inwoners) is wel gedaald. In Schiedam komen deze misdrijven ook relatief veel voor en hier is sprake van een toename. In het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam is het aantal diefstallen van motorvoertuigen gelijk gebleven en is het aantal diefstallen uit of vanaf motorvoertuigen toegenomen. In Schiedam komen de meeste (brom)fietsdiefstallen en diefstallen uit of vanaf andere motorvoertuigen voor. In het gebied van de Eenheid Rotterdam is het aantal (brom)fietsdiefstallen gedaald en het aantal diefstallen uit of vanaf overige motorvoertuigen gestegen. Rotterdam heeft het meest te maken met zakkenrollerij. De verschillen met de andere gemeenten zijn groot. In Schiedam komen, na Rotterdam, de meeste gevallen van zakkenrollerij voor, maar het cijfer is minder dan de helft van dat van Rotterdam. Het slachtofferschap van diefstal van auto en fiets en van overige motorvoertuigen is niet het hoogst in Rotterdam. Relatief gezien zijn inwoners van Hendrik-Ido-Ambacht en Capelle aan den IJssel het vaakst slachtoffer van autodiefstal. Inwoners van Schiedam zijn het vaakst slachtoffer van fietsdiefstal. Inwoners van Gorinchem zijn relatief vaak slachtoffer van zakkenrollerij. Ook inwoners van Rotterdam en Schiedam zijn duidelijk vaker slachtoffer van zakkenrollerij dan gemiddeld in het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam. Inwoners van Rotterdam denken het vaakst dat ze een (zeer) grote kans lopen slachtoffer te worden van zakkenrollerij.

2.4

Vandalisme

In Spijkenisse is in 2013 relatief het meest sprake van vernieling van zaken aan de buitenkant van de auto en dit aantal misdrijven is ten opzichte van 2012 toegenomen. In Schiedam werden in 2013 de meeste misdrijven overige vernieling gepleegd. Per 1.000 inwoners gaat het om 8,1 misdrijven. In 2013 zijn er in Rotterdam ten opzichte van 2012 minder misdrijven vernieling, zowel aan auto s als overige. In het gebied van de Eenheid Rotterdam is zowel het aantal misdrijven vernieling aan auto s als overige vernieling gedaald ten opzichte van 2012. Inwoners van Schiedam zijn in 2013 het vaakst slachtoffer van vernieling aan de auto. Ook inwoners van Leerdam, Rotterdam en Hendrik-Ido-Ambacht kregen hier relatief veel mee te maken. Inwoners van Korendijk, Oud-Beijerland en Leerdam zijn relatief vaak slachtoffer van overige vernieling (buiten vernieling aan de auto). Opvallend is dat inwoners van Schiedam en Rotterdam minder vaak slachtoffer zijn van overige vernieling dan het gemiddelde slachtofferschap voor het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam.

13


2.5

Cybercrime

De verschillen wat betreft slachtofferschap van cybercrime tussen de gemeenten zijn groot. Vooral inwoners van Hendrik-Ido-Ambacht, Leerdam en Korendijk waren relatief vaak slachtoffer. Relatief weinig inwoners van Zwijndrecht waren slachtoffer van cybercrime. Omdat internet niet aan plaats is gebonden betekent dit, dat door de aard van deze vorm van criminaliteit er geen sterke relatie is met gemeenten. Verschillen per gemeente zijn daardoor lastiger te verklaren. Hacken is de vorm van internetcriminaliteit met het hoogste slachtofferschap. In Korendijk en Zederik zijn er relatief de meeste slachtoffers. Inwoners van Giessenlanden en Zwijndrecht waren het minst vaak slachtoffer van hacken. Ook cyberpesten komt relatief veel voor. Het slachtofferschap is het hoogst in Hendrik-Ido-Ambacht en Leerdam. Het minste slachtofferschap was er in Hardinxveld-Giessendam en Cromstrijen. Ook bij de koop- en verkoopfraude zijn er grote verschillen tussen gemeenten. De meeste slachtoffers zijn er relatief gezien in Hendrik-Ido-Ambacht. Slachtofferschap van identiteitsfraude is het grootst in Strijen, terwijl er in Papendrecht en Alblasserdam geen slachtoffers zijn.

2.6

Overlast

Overlast van verkeer in de buurt is in het gebied van de Eenheid Rotterdam de overlastvorm waar inwoners het vaakst veel last van hebben. Inwoners van Schiedam ervaren het meest verkeersoverlast. Fysieke verloedering komt op de tweede plaats wat betreft de mate van overlast. De ervaren overlast is hoger in de grote steden en is het hoogst in Schiedam. In kleinere gemeenten is deze overlast over het algemeen geringer. Ook sociale overlast komt globaal genomen het meest voor in de grote steden. In Schiedam is deze overlast het grootst, duidelijk groter dan gemiddeld in het gebied van de Eenheid Rotterdam. Een van de vormen van sociale overlast is overlast van rondhangende jongeren. Met name in Rotterdam en Schiedam ervaren inwoners veel vaker veel overlast van rondhangende jongeren.

2.7

Tevredenheid woonbuurt en onveiligheidsgevoel

Het gemiddelde rapportcijfer voor de leefbaarheid in de woonbuurt in het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam is 7,1. Inwoners van Rotterdam en vooral Schiedam geven een lager rapportcijfer. Inwoners van kleinere gemeenten geven hogere rapportcijfers voor de leefbaarheid van de buurt dan inwoners van grote steden. Hetzelfde beeld is zichtbaar bij het oordeel over de sociale cohesie. De schaalscore voor Rotterdam en Schiedam is lager dan het gemiddelde voor het gebied van de Eenheid Rotterdam en die voor de kleinere gemeenten is hoger. Voor het oordeel over de fysieke voorzieningen is er nauwelijks tot geen samenhang met de omvang van de gemeente. De laagste schaalscore is er zelfs voor de kleinere gemeenten Bernisse en Westvoorne.

14


Inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam geven gemiddeld een 6,9 als rapportcijfer voor de veiligheid van de woonbuurt. Inwoners van grote gemeenten geven lagere rapportcijfers voor de veiligheid in hun woonbuurt, met name die van Rotterdam en Schiedam. Hoge rapportcijfers worden gegeven door inwoners van kleinere gemeenten. Wanneer inwoners wordt gevraagd of ze zich wel eens onveilig voelen in de eigen woonbuurt, ontstaat globaal hetzelfde beeld. Inwoners van de grote steden en dan vooral Rotterdam en Schiedam zijn ook vaker bang om zelf slachtoffer te worden van criminaliteit. Inwoners van de grote steden voelen zich vaker wel eens onveilig dan inwoners van de kleinere gemeenten, maar in verhouding zijn de verschillen geringer dan bij de specifieke vragen over onveiligheidsgevoelens.

2.8

Conclusie

Bij veel misdrijven neemt de mate waarin deze voorkomen globaal toe met de omvang en stedelijkheid van de gemeente. Zo is bijvoorbeeld Rotterdam koploper bij veel geweldsmisdrijven, autodiefstal en zakkenrollerij. Dit verband is er niet zo sterk bij cybercrime en vandalisme. Het aantal geweldsmisdrijven, inbraken, autodiefstallen (brom)fietsdiefstallen en misdrijven vernieling is in het gebied van de Eenheid Rotterdam gedaald. Ook voor wat het slachtofferschap betreft, kunnen we concluderen dat dit gemiddeld genomen hoger ligt in de grotere, meer stedelijke gemeenten. Zoals bij 1.4.2 al is aangegeven is er door de methodebreuk voor slachtofferschap geen historische vergelijking te maken. Voor overlast geldt dat inwoners van Schiedam hier het vaakst last van hebben. Inwoners van kleinere gemeenten voelen zich over het algemeen veiliger en zijn meer tevreden over de leefbaarheid. Dat geldt echter niet per se voor de tevredenheid over de fysieke voorzieningen in de buurt.

15


3

Geweld

3.1

Misdrijven

Zedenmisdrijven, openlijke geweldpleging tegen personen, straatroof, overval, bedreiging en mishandeling worden samengevat onder de noemer geweldsdelicten . In figuur 3.1 is de optelling weergegeven van alle misdrijven (aantallen per 1.000 inwoners) van deze verschillende geweldsmisdrijven. De misdrijfcijfers van de afzonderlijke delicten komen in de figuren daarna aan bod. Apart weergegeven is het aantal misdrijven van huiselijk geweld. 3.1.1 Geweldsmisdrijven totaal In de gemeente Rotterdam zijn in 2013 per 1.000 inwoners 13,4 geweldmisdrijven gepleegd. De gemeente Rotterdam is daarmee koploper in de regio, net als in 2012, 2011 en 2010. Het aantal misdrijven is echter wel gedaald van 14,7 per 1.000 inwoners in 2012 naar 13,4 in 2013. In het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam zijn 8,5 geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners gepleegd, wat een daling is ten opzichte van 2012, toen dit 9,5 misdrijven per 1.000 inwoners was. Figuur 3.1 laat zien dat in stedelijke gemeenten met een grotere bevolkingsomvang over het algemeen, per 1.000 inwoners, meer geweldsmisdrijven worden gepleegd dan in gemeenten met minder inwoners. Ten opzichte van 2012 zijn er over het algemeen geringe verschuivingen in de rangorde van de gemeenten in het gebied van de Eenheid Rotterdam. Geen enkele gemeente is met vijf plaatsen of meer geklommen. Wel hebben enkele gemeenten een dergelijk aantal plaatsen verloren. Krimpen aan den IJssel is van de 8e naar de 15e plaats gezakt en is daarmee de sterkste daler in de rangorde van geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners. Lansingerland en Giessenlanden verloren vijf plaatsen. Voor deze drie gemeenten geldt wel dat het aantal misdrijven (per 1.000 inwoners) minder dan de helft bedraagt van het gemiddelde in het gebied van de Eenheid Rotterdam.

16


Figuur 3.1

Aantal geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners Geweldsmisdrijven

rangorde

2012

2013

Rotterdam

14,7

13,4

2013 2012 2011 2010 33

33

33

33

0

Dordrecht

10,9

9,4

32

32

29

31

0

Schiedam

10,2

8,3

29

30

31

30

1

Vlaardingen

9,6

8,0

28

29

32

29

1

Spijkenisse

10,3

9,3

31

31

28

28

0


8,8

7,3

27

28

27

26

1

Barendrecht

4,7

4,6

19

16

19

15

-3

Ridderkerk

5,5

5,1

23

22

17

22

-1

Zwijndrecht

5,1

4,7

20

20

21

20

0

Hellevoetsluis

5,7

5,8

24

23

26

25

-1

Gorinchem

8,6

8,3

30

27

30

32

-3

Papendrecht

4,3

3,6

11

14

12

14

3

Maassluis

7,8

6,1

25

26

25

27

1


3,5

3,8

15

8

18

11

-7

Hendrik-Ido-Ambacht

2,8

2,9

8

4

6

4

-4

Sliedrecht

5,1

4,2

18

21

22

24

3

Lansingerland

3,8

4,2

17

12

11

7

-5

Oud-Beijerland

4,5

3,8

14

15

20

18

1

Leerdam

5,9

5,1

22

24

23

21

2

Alblasserdam

5,0

4,0

16

19

15

16

3

Binnenmaas

4,1

3,2

9

13

14

8

4

Albrandswaard

4,8

4,9

21

18

16

17

-3


3,5

2,2

5

9

2

9

4

Brielle

6,5

6,3

26

25

24

23

-1

Westvoorne

4,7

3,7

13

17

13

19

4

Cromstrijen

3,1

1,8

1

5

10

12

4

Strijen

3,2

2,2

4

6

9

13

2

Goeree-Overflakkee

3,6

3,2

10

11

3

10

1

Molenwaard

3,3

2,3

7

7

4

5

0

Giessenlanden

2,1

2,3

6

1

1

3

-5

Zederik

2,3

1,9

3

3

8

1

0

Bernisse

3,5

3,7

12

10

7

6

-2

Korendijk

2,1

1,9

2

2

5

2

0

Eenheid Rotterdam

9,5

8,5 0

5

10

15

17


3.1.2 Zedenmisdrijven Het aantal zedenmisdrijven is in 2013 (per 1.000 inwoners) met 1,0 het hoogst in Gorinchem. Ten opzichte van 2012 is er in Gorinchem sprake van een verdubbeling. In het gebied van de Eenheid Rotterdam werden 0,6 zedenmisdrijven per 1.000 inwoners gepleegd in 2013, evenveel als in 2012. Er zijn grote veranderingen in de rangordening in de gemeenten ten opzichte van 2012. Het gaat echter om kleine absolute aantallen en om kleine verschillen in absolute zin, zodat daar geen conclusies aan kunnen worden verbonden (figuur 3.2).

18


Figuur 3.2

Aantal zedenmisdrijven per 1.000 inwoners Zedenmisdrijven

rangorde

2012

2013

Rotterdam

0,9

0,8

2013 2012 2011 2010 31

32

31

32

1

Dordrecht

0,9

0,8

30

33

27

30

3 0

Schiedam

0,6

0,4

18

26

26

19

8 0

Vlaardingen

0,6

0,4

11

27

30

21

16 0

Spijkenisse

0,7

0,6

23

29

25

23

6 0


0,5

0,7

26

20

15

20

-6 0

Barendrecht

0,5

0,4

17

21

18

2

4 0

Ridderkerk

0,8

0,7

28

31

20

29

3 0

Zwijndrecht

0,4

0,4

16

18

10

11

2 0

Hellevoetsluis

0,6

0,5

22

28

9

25

6 0

Gorinchem

0,5

1,0

33

24

33

28

-9 0

Papendrecht

0,4

0,3

7

16

6

10

9 0

Maassluis

0,4

0,4

13

19

16

12

6 0


0,3

0,4

15

12

29

9

-3 0

Hendrik-Ido-Ambacht

0,3

0,3

8

9

8

6

1 0

Sliedrecht

0,7

0,7

29

30

24

31

1 0

Lansingerland

0,3

0,5

20

11

12

13

-9 0

Oud-Beijerland

0,3

0,6

25

7

14

14

-18 0

Leerdam

0,2

0,8

32

6

32

24

-26 0

Alblasserdam

0,4

0,4

10

13

3

18

3 0

Binnenmaas

0,2

0,3

6

4

17

4

-2 0

Albrandswaard

0,3

0,6

24

8

22

16

-16 0


0,3

0,7

27

10

4

26

-17 0

Brielle

0,4

0,4

12

15

13

27

3 0

Westvoorne

0,6

0,0

1

25

23

1

24 0

Cromstrijen

0,2

0,1

2

5

5

8

3 0

Strijen

0,1

0,2

3

2

11

33

-1 0

Goeree-Overflakkee

0,4

0,3

4

14

21

15

10 0

Molenwaard

0,5

0,5

21

22

19

17

1 0

Giessenlanden

0,1

0,4

14

3

2

22

-11 0

Zederik

0,5

0,3

5

23

7

7

18 0

Bernisse

0,4

0,3

9

17

28

3

8 0

Korendijk

0,0

0,5

19

1

1

5

-18

Eenheid Rotterdam

0,6

0,6 0

5

19


3.1.3 Openlijk geweld Per 1.000 inwoners is het aantal misdrijven openlijk geweld tegen personen het hoogst in Rotterdam. Ten opzichte van 2012 is dit cijfer echter licht gedaald, van 0,9 per 1.000 inwoners naar 0,8. Over het algemeen is het aantal misdrijven openlijk geweld hoger in gemeenten met meer inwoners. Uitzonderingen zijn de kleinere gemeenten Brielle en Oud-Beijerland met relatief veel openlijk geweld tegen personen. In het gebied van de Eenheid Rotterdam bedraagt het aantal gevallen van openlijk geweld tegen personen 0,5 per 1.000 inwoners in 2013, gelijk aan het cijfer voor 2012. Er is een aantal grote verschuivingen in de rangorde. De opvallendste veranderingen in positieve zin is de winst van 10 plaatsen in de rangorde voor Barendrecht en Capelle aan den IJssel. In negatieve zin vallen vooral Ridderkerk (10 plaatsen verlies) en Oud-Beijerland (verlies van 15 plaatsen) op (figuur 3.3).

20


Figuur 3.3

Aantal misdrijven openlijk geweld per 1.000 inwoners Openlijk geweld tegen personen

rangorde

2012

2013

2013 2012 2011 2010

Rotterdam

0,9

0,8

33

33

33

33

0

Dordrecht

0,4

0,5

29

23

30

20

-6 0

Schiedam

0,5

0,4

24

24

27

24

0 0

Vlaardingen

0,5

0,5

26

26

31

30

0 0

Spijkenisse

0,7

0,6

31

30

25

28

-1 0


0,6

0,2

17

27

29

25

10 0

Barendrecht

0,5

0,2

15

25

28

27

10 0

Ridderkerk

0,3

0,5

28

18

14

22

-10 0

Zwijndrecht

0,2

0,2

9

14

13

19

5 0

Hellevoetsluis

0,4

0,3

20

21

26

29

1 0

Gorinchem

0,7

0,3

22

28

17

26

6 0

Papendrecht

0,2

0,2

10

11

20

5

1 0

Maassluis

0,7

0,5

25

29

22

31

4 0


0,3

0,4

23

20

16

13

-3 0

Hendrik-Ido-Ambacht

0,1

0,1

7

8

8

12

1 0

Sliedrecht

0,0

0,2

13

1

21

23

-12 0

Lansingerland

0,2

0,2

18

16

15

17

-2 0

Oud-Beijerland

0,3

0,6

32

17

23

10

-15 0

Leerdam

0,4

0,3

21

22

19

18

1 0

Alblasserdam

0,0

0,2

12

1

4

7

-11 0

Binnenmaas

0,1

0,2

14

9

12

6

-5 0

Albrandswaard

0,0

0,2

11

1

6

14

-10 0


0,2

0,1

5

12

10

11

7 0

Brielle

0,9

0,6

30

32

32

32

2 0

Westvoorne

0,7

0,2

16

31

24

21

15 0

Cromstrijen

0,2

0,0

1

15

1

4

14 0

Strijen

0,1

0,0

1

10

5

8

9 0

Goeree-Overflakkee

0,2

0,2

19

13

9

15

-6 0

Molenwaard

0,0

0,1

6

1

11

9

-5 0

Giessenlanden

0,0

0,1

8

1

7

1

-7 0

Zederik

0,0

0,0

1

1

2

3

0 0

Bernisse

0,3

0,5

27

19

18

16

-8 0

Korendijk

0,0

0,0

1

1

3

1

0

Eenheid Rotterdam

0,5

0,5 0

5

21


3.1.4 Straatroof of overval Het aantal straatroven en overvallen is (misdrijven per 1.000 inwoners) het hoogst in Rotterdam en ligt in 2013 op 1,8. Dat is een duidelijke daling ten opzichte van 2012, toen dit cijfer 2,6 bedroeg. Relatief veel straatroven en overvallen zijn er ook in Schiedam en Vlaardingen en ook in deze gemeenten is er een forse daling ten opzichte van 2012. Gemiddeld is in 2013 in het gebied van de Eenheid Rotterdam het aantal straatroven en overvallen 0,9 keer per 1.000 inwoners, een daling ten opzichte van 2012 toen dit 1,3 keer was. Tussen 2012 en 2013 zijn er enkele grote verschuivingen in de rangorde. Bernisse en vooral Krimpen aan den IJssel gaan sterk omlaag, met respectievelijk 12 en 17 plaatsen verlies. Albrandswaard en Strijen verbeteren hun positie in de rangorde aanzienlijk, met 12 en 17 plaatsen winst (figuur 3.4). In tabel 3.1 is het absoluut aantal misdrijven straatroof en overvallen weergegeven, omdat dit in de meeste gemeenten om kleine aantallen gaat, vooral bij overvallen. Tabel 3.1

Aantal misdrijven straatroof en overval

St raat roof Gemeente Rotterdam Dordrecht Schiedam Vlaardingen Spijkenisse Capelle aan den IJssel Barendrecht Ridderkerk Zwijndrecht Hellevoetsluis Gorinchem Papendrecht Maassluis Krimpen aan den IJssel Hendrik-Ido-Ambacht Sliedrecht Lansingerland Oud-Beijerland Leerdam Alblasserdam Binnenmaas Albrandswaard Hardinxveld-Giessendam Brielle Westvoorne Cromstrijen Strijen Goeree-Overflakkee Molenwaard Giessenlanden Zederik Bernisse Korendijk Eenheid Rotterdam

22

2013 951 49 57 48 34 34 21 16 6 8 12 1 4 6 7 4 10 1 1 0 0 3 0 1 1 0 0 1 0 0 1 4 0 1.281

2012 1.346 84 100 62 48 47 25 21 8 11 8 4 9 0 2 3 8 4 2 1 2 13 1 1 2 0 1 1 0 0 1 2 1 1.818

Overval 2013-2012 -395 -35 -43 -14 -14 -13 -4 -5 -2 -3 4 -3 -5 6 5 1 2 -3 -1 -1 -2 -10 -1 0 -1 0 -1 0 0 0 0 2 -1 -537

2013 161 16 13 16 6 16 6 6 6 2 2 1 2 5 2 2 2 1 5 1 1 1 0 2 1 0 0 0 1 0 0 1 1 279

2012 237 17 29 31 12 12 3 13 5 4 3 1 2 2 3 0 2 0 4 2 0 3 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 1 388

2013-2012 -76 -1 -16 -15 -6 4 3 -7 1 -2 -1 0 0 3 -1 2 0 1 1 -1 1 -2 0 1 1 0 -1 0 1 0 0 1 0 -109


Figuur 3.4

Aantal misdrijven straatroof en overval per 1.000 inwoners Straatroof/ Overval

rangorde

2012

2013

Rotterdam

2,6

1,8

2013 2012 2011 2010 33

33

33

33

0

Dordrecht

0,8

0,5

29

29

24

28

0 0

Schiedam

1,7

0,9

32

32

32

32

0 0

Vlaardingen

1,3

0,9

31

31

31

31

0 0

Spijkenisse

0,8

0,6

28

28

30

30

0 0


0,9

0,8

30

30

29

29

0 0

Barendrecht

0,6

0,6

27

25

28

26

-2 0

Ridderkerk

0,8

0,5

26

27

22

27

1 0

Zwijndrecht

0,3

0,3

20

22

26

23

2 0

Hellevoetsluis

0,4

0,3

19

24

20

18

5 0

Gorinchem

0,3

0,4

24

21

23

17

-3 0

Papendrecht

0,2

0,1

9

11

16

15

2 0

Maassluis

0,3

0,2

16

23

21

20

7 0


0,1

0,4

23

6

1

8

-17 0

Hendrik-Ido-Ambacht

0,2

0,3

21

17

14

1

-4 0

Sliedrecht

0,1

0,2

18

14

13

19

-4 0

Lansingerland

0,2

0,2

17

19

15

21

2 0

Oud-Beijerland

0,2

0,1

11

15

10

14

4 0

Leerdam

0,3

0,3

22

20

11

24

-2 0

Alblasserdam

0,2

0,1

8

9

17

12

1 0

Binnenmaas

0,1

0,0

1

5

1

1

4 0

Albrandswaard

0,6

0,2

14

26

27

22

12 0


0,1

0,0

1

3

1

1

2 0

Brielle

0,1

0,2

15

10

19

7

-5 0

Westvoorne

0,1

0,1

13

12

1

25

-1 0

Cromstrijen

0,0

0,0

1

8

12

16

7 0

Strijen

0,2

0,0

1

18

9

13

17 0

Goeree-Overflakkee

0,0

0,0

1

1

6

6

0 0

Molenwaard

0,0

0,0

1

1

7

1

0 0

Giessenlanden

0,0

0,0

1

4

1

1

3 0

Zederik

0,1

0,1

10

7

8

9

-3 0

Bernisse

0,2

0,4

25

13

18

10

-12 0

Korendijk

0,2

0,1

12

16

25

11

4

Eenheid Rotterdam

1,3

0,9 0

5

23


3.1.5 Bedreiging Het aantal bedreigingen met lichamelijk geweld is het hoogst in Rotterdam, met 4,3 misdrijven per 1.000 inwoners. Dit is een daling ten opzichte van 2012, toen dit cijfer 4,5 bedroeg. Relatief hoge cijfers zijn er ook in Dordrecht, Spijkenisse en Schiedam. Maar ook in deze gemeenten is het aantal bedreigingen met lichamelijk geweld ten opzichte van 2012 gedaald (met 0,5 per 1.000 inwoners). In het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam is het aantal bedreigingen in 2013 2,8 misdrijven per 1.000 inwoners, een daling ten opzichte van 2012, toen dit cijfer 3,0 was. In de rangorde zijn de posities van Sliedrecht, Hardinxveld-Giessendam en vooral Leerdam sterk verbeterd. In de rangorde van 2013 staat Leerdam 15 plaatsen hoger dan in 2012. Barendrecht is de gemeente met het grootste verlies in de rangorde en staat in 2013 9 plaatsen lager dan in 2012.

24


Figuur 3.5

Aantal bedreigingen per 1.000 inwoners Bedreiging

rangorde

2012

2013

Rotterdam

4,5

4,3

2013 2012 2011 2010 33

33

33

33

0

Dordrecht

3,9

3,4

32

32

32

32

0 0

Schiedam

3,5

2,9

30

31

31

31

1 0

Vlaardingen

3,0

2,6

29

27

30

30

-2 0

Spijkenisse

3,5

3,0

31

30

28

26

-1 0


3,1

2,3

27

29

27

28

2 0

Barendrecht

1,2

1,7

21

12

10

9

-9 0

Ridderkerk

1,9

1,8

23

22

9

16

-1 0

Zwijndrecht

1,6

1,6

20

20

26

20

0 0

Hellevoetsluis

1,9

1,9

24

21

25

24

-3 0

Gorinchem

3,0

2,4

28

28

29

29

0 0

Papendrecht

1,5

1,3

17

17

15

17

0 0

Maassluis

2,7

2,2

26

26

23

27

0 0


1,0

1,1

13

9

17

15

-4 0

Hendrik-Ido-Ambacht

0,7

0,7

7

1

12

3

-6 0

Sliedrecht

1,6

1,0

12

19

24

19

7 0

Lansingerland

1,3

1,4

18

13

19

7

-5 0

Oud-Beijerland

1,3

0,9

9

14

20

25

5 0

Leerdam

2,2

1,0

10

25

21

22

15 0

Alblasserdam

2,0

1,5

19

23

22

23

4 0

Binnenmaas

1,5

1,2

15

18

18

21

3 0

Albrandswaard

1,5

1,8

22

16

16

18

-6 0


1,2

0,7

5

11

5

12

6 0

Brielle

2,1

2,1

25

24

14

11

-1 0

Westvoorne

1,2

1,2

16

10

8

13

-6 0

Cromstrijen

0,8

0,7

8

3

11

8

-5 0

Strijen

0,9

0,7

6

6

7

10

0 0

Goeree-Overflakkee

1,4

1,1

14

15

3

14

1 0

Molenwaard

0,9

0,6

4

4

4

6

0 0

Giessenlanden

0,9

0,5

2

5

1

4

3 0

Zederik

0,7

0,3

1

2

13

1

1 0

Bernisse

1,0

1,0

11

8

2

5

-3 0

Korendijk

0,9

0,6

3

7

6

2

4

Eenheid Rotterdam

3,0

2,8 0

5

25


3.1.6 Mishandeling Per 1.000 inwoners waren er in 2013 in Rotterdam 5,7 misdrijven mishandeling en dat is net als in 2012 het hoogste cijfer van de gemeenten in het gebied van de Eenheid Rotterdam. Er is wel een daling ten opzichte van 2012, toen dit cijfer 5,9 was. In Gorinchem en Spijkenisse is het aantal mishandelingen ook relatief hoog. In het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam ligt het aantal mishandelingen per 1.000 inwoners op 3,7. In 2012 lag dit cijfer hoger, met 4,0 per 1.000 inwoners. De gemeenten Oud-Beijerland, Cromstrijen en Molenwaard laten de grootste verbetering zien (8 en 9 plaatsen) van hun positie in de rangorde. Lansingerland verliest de meeste plaatsen (10 plaatsen).

26


Figuur 3.6

Aantal misdrijven mishandeling per 1.000 inwoners Mishandeling

rangorde

2012

2013

Rotterdam

5,9

5,7

2013 2012 2011 2010 33

33

33

33

0

Dordrecht

4,7

4,0

30

32

31

31

2 0

Schiedam

3,8

3,6

28

28

29

29

0 0

Vlaardingen

4,1

3,7

29

30

28

27

1 0

Spijkenisse

4,6

4,5

32

31

30

28

-1 0


3,8

3,2

27

27

27

26

0 0

Barendrecht

1,9

1,7

15

14

18

9

-1 0

Ridderkerk

1,8

1,7

14

10

13

21

-4 0

Zwijndrecht

2,5

2,2

22

19

20

20

-3 0

Hellevoetsluis

2,5

2,9

25

20

25

24

-5 0

Gorinchem

4,1

4,2

31

29

32

32

-2 0

Papendrecht

2,2

1,7

16

16

11

17

0 0

Maassluis

3,7

2,8

24

26

23

30

2 0


1,7

1,5

10

7

12

14

-3 0

Hendrik-Ido-Ambacht

1,5

1,5

9

4

6

5

-5 0

Sliedrecht

2,6

2,1

19

23

21

23

4 0

Lansingerland

1,7

1,9

18

8

9

7

-10 0

Oud-Beijerland

2,5

1,6

13

22

26

15

9 0

Leerdam

2,9

2,7

23

24

22

18

1 0

Alblasserdam

2,5

1,8

17

21

15

13

4 0

Binnenmaas

2,2

1,5

8

17

17

8

9 0

Albrandswaard

2,4

2,2

21

18

8

16

-3 0


1,8

0,8

2

9

4

11

7 0

Brielle

3,0

3,0

26

25

24

25

-1 0

Westvoorne

2,2

2,2

20

15

14

22

-5 0

Cromstrijen

1,8

1,0

3

11

19

19

8 0

Strijen

1,8

1,3

6

12

16

12

6 0

Goeree-Overflakkee

1,6

1,6

12

5

2

10

-7 0

Molenwaard

1,8

1,1

4

13

5

3

9 0

Giessenlanden

1,0

1,2

5

1

1

2

-4 0

Zederik

1,0

1,3

7

2

10

1

-5 0

Bernisse

1,7

1,5

11

6

7

6

-5 0

Korendijk

1,0

0,7

1

3

3

4

2

Eenheid Rotterdam

4,0

3,7 0

5

10

27


3.1.7 Huiselijk geweld Bij bovengenoemde vormen van geweld is ook gekeken of het geweld plaats vond in huiselijke kring. De meeste misdrijven huiselijk geweld zijn er in de gemeente Rotterdam. Per 1.000 inwoners zijn er 3,8 misdrijven huiselijk geweld in 2013 en dat is een daling ten opzichte van 2012, toen dit cijfer 4,1 was. In 2013 waren er ook relatief veel gevallen van huiselijk geweld in Spijkenisse (3,6 per 1.000 inwoners). In het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam ligt het cijfer in 2013 op 2,5 per 1.000 inwoners. In 2012 was dit 2,7. Ten opzichte van 2012 hebben vooral Ridderkerk en Sliedrecht hun positie in de rangorde verbeterd en wel met 7 plaatsen. De opvallendste daling in de rangorde is er voor de gemeente Westvoorne. Ten opzichte van 2012 verliest deze gemeente 10 plaatsen.

28


Figuur 3.7

Aantal misdrijven huiselijk geweld per 1.000 inwoners Huiselijk geweld

rangorde

2012

2013

Rotterdam

4,1

3,8

2013 2012 2011 2010 33

33

33

33

Dordrecht

2,9

2,3

28

29

28

28

1 0

Schiedam

3,1

2,7

31

30

32

29

-1 0

Vlaardingen

2,7

2,3

29

28

29

26

-1 0

Spijkenisse

3,6

3,6

32

32

31

27

0 0


3,4

2,4

30

31

30

32

1 0

Barendrecht

1,1

1,3

20

14

10

12

-6 0

Ridderkerk

1,6

1,2

17

24

19

23

7 0

0

Zwijndrecht

1,4

1,3

19

21

24

22

2 0

Hellevoetsluis

1,9

1,9

26

25

25

25

-1 0

Gorinchem

2,0

2,1

27

26

26

30

-1 0

Papendrecht

1,2

1,3

18

17

23

20

-1 0

Maassluis

2,4

1,7

25

27

27

31

2 0


1,2

1,0

11

16

13

15

5 0

Hendrik-Ido-Ambacht

0,6

1,0

10

5

8

5

-5 0

Sliedrecht

1,4

1,1

15

22

22

16

7 0

Lansingerland

1,2

1,1

12

15

12

11

3 0

Oud-Beijerland

0,9

0,6

3

9

18

14

6 0

Leerdam

1,5

1,4

21

23

14

24

2 0

Alblasserdam

1,3

1,4

22

19

20

21

-3 0

Binnenmaas

1,0

0,8

6

12

4

9

6 0

Albrandswaard

1,3

1,1

13

18

17

18

5 0


0,8

0,4

1

7

1

3

6 0

Brielle

1,4

1,7

24

20

16

17

-4 0

Westvoorne

1,1

1,5

23

13

7

10

-10 0

Cromstrijen

0,8

0,9

8

6

21

19

-2 0

Strijen

0,5

0,6

2

2

5

2

0 0

Goeree-Overflakkee

0,9

1,1

14

10

11

13

-4 0

Molenwaard

0,9

0,7

5

8

6

7

3 0

Giessenlanden

0,6

0,8

7

4

2

6

-3 0

Zederik

0,3

1,0

9

1

15

1

-8 0

Bernisse

1,0

1,2

16

11

9

8

-5 0

Korendijk

0,6

0,6

4

3

3

4

-1

Eenheid Rotterdam

2,7

2,5 0

5

29


3.2

Slachtofferschap

Van een drietal geweldsmisdrijven is aan de steekproef van de bewoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam gevraagd of zij daar slachtoffer van zijn geworden: beroving, bedreiging met geweld en mishandeling. Vanwege de methodebreuk sinds 2012 is vergelijking met eerdere jaren niet mogelijk. 3.2.1 Beroving (straatroof) In het gebied van de Eenheid Rotterdam zijn inwoners van Schiedam in 2013 het vaakst slachtoffer van beroving. Van de inwoners zegt 0,7 procent hiermee te maken te hebben gehad. Inwoners van Vlaardingen en Rotterdam zijn ook relatief vaak slachtoffer van dit misdrijf. Opvallend is dat Rotterdammers niet het vaakst slachtoffer zijn, terwijl in Rotterdam wel het vaakst misdrijven zijn geregistreerd. Mogelijk heeft dit te maken met slachtofferschap van inwoners van andere gemeenten in het gebied van de Eenheid Rotterdam. Voor het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam komt het slachtofferschap van beroving uit op 0,2 procent.

30


Figuur 3.8

Slachtofferschap beroving (percentage) Beroving

rangorde

2013

2013

Rotterdam

0,3

30

Dordrecht

0,0

1

Schiedam

0,7

33

Vlaardingen

0,3

31

Spijkenisse

0,0

1


0,0

1

Barendrecht

0,0

1

Ridderkerk

0,1

28

Zwijndrecht

0,0

1

Hellevoetsluis

0,0

1

Gorinchem

0,0

1

Papendrecht

0,0

1

Maassluis

0,0

1


0,0

1

Hendrik-Ido-Ambacht

0,0

1

Sliedrecht

0,0

1

Lansingerland

0,3

32

Oud-Beijerland

0,0

1

Leerdam

0,0

1

Alblasserdam

0,0

1

Binnenmaas

0,0

1

Albrandswaard

0,2

29


0,0

1

Brielle

0,0

1

Westvoorne

0,0

1

Cromstrijen

0,0

1

Strijen

0,0

1

Goeree-Overflakkee

0,0

1

Molenwaard

0,0

1

Giessenlanden

0,0

1

Zederik

0,0

1

Bernisse

0,0

1

Korendijk

0,0

1

Eenheid Rotterdam

0,2 0

5

31


3.2.2 Mishandeling Inwoners van Strijen zijn relatief het vaakst slachtoffer van mishandeling. Van de inwoners is in 2013 1,4 procent slachtoffer geweest van mishandeling. Ook inwoners van Schiedam zijn relatief vaak slachtoffer van mishandeling (1,1 procent). Ook hier geldt voor Rotterdam dat de rangorde voor slachtofferschap duidelijk lager uitkomt dan voor misdrijven. Dit zal samenhangen met het feit dat inwoners van andere gemeenten in Rotterdam slachtoffer zijn van mishandeling (bijvoorbeeld bij het uitgaan). Het slachtofferschap van mishandeling in het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam komt uit op 0,8 procent.

32


Figuur 3.9

Slachtofferschap mishandeling (percentage) Mishandeling

rangorde

2013

2013

Rotterdam

0,9

23

Dordrecht

0,6

14

Schiedam

1,3

32

Vlaardingen

0,9

24

Spijkenisse

1,1

26


1,1

27

Barendrecht

0,6

15

Ridderkerk

0,3

4

Zwijndrecht

0,4

5

Hellevoetsluis

1,1

28

Gorinchem

0,6

16

Papendrecht

1,1

29

Maassluis

0,5

10


0,4

6

Hendrik-Ido-Ambacht

0,7

19

Sliedrecht

0,0

1

Lansingerland

1,1

30

Oud-Beijerland

0,6

17

Leerdam

0,5

11

Alblasserdam

0,4

7

Binnenmaas

0,9

25

Albrandswaard

0,4

8


0,0

1

Brielle

0,4

9

Westvoorne

0,1

3

Cromstrijen

0,5

12

Strijen

1,4

33

Goeree-Overflakkee

0,8

21

Molenwaard

1,1

31

Giessenlanden

0,7

20

Zederik

0,5

13

Bernisse

0,8

22

Korendijk

0,6

18

Eenheid Rotterdam

0,8 0

5

33


3.2.3 Bedreiging Inwoners van Sliedrecht werden in 2013 het vaakst geconfronteerd met bedreiging met lichamelijk geweld (2,8 procent). Ook inwoners van Papendrecht kregen relatief vaak te maken met bedreiging. Inwoners van Rotterdam zeggen net zo vaak slachtoffer te zijn van bedreiging met geweld als gemiddeld in het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam. In het gebied van de Eenheid Rotterdam zegt 1,4 procent van de inwoners in 2013 slachtoffer te zijn van bedreiging met lichamelijk geweld.

34


Figuur 3.10

Slachtofferschap bedreiging (percentage) Bedreiging met lichamelijk geweld

rangorde

2013

2013

Rotterdam

1,4

19

Dordrecht

1,4

20

Schiedam

2,0

26

Vlaardingen

1,7

23

Spijkenisse

2,0

27


1,0

13

Barendrecht

2,1

29

Ridderkerk

1,3

18

Zwijndrecht

1,2

16

Hellevoetsluis

0,6

9

Gorinchem

0,5

8

Papendrecht

2,5

32

Maassluis

0,0

1


1,7

24

Hendrik-Ido-Ambacht

1,0

14

Sliedrecht

2,8

33

Lansingerland

1,8

25

Oud-Beijerland

2,0

28

Leerdam

0,9

12

Alblasserdam

0,3

5

Binnenmaas

0,3

6

Albrandswaard

0,4

7


1,5

21

Brielle

2,1

30

Westvoorne

1,0

15

Cromstrijen

1,6

22

Strijen

0,0

1

Goeree-Overflakkee

0,2

4

Molenwaard

2,3

31

Giessenlanden

0,8

11

Zederik

0,6

10

Bernisse

0,0

1

Korendijk

1,2

17

Eenheid Rotterdam

1,4 0

5

35


3.2.4 Inschatting kans slachtofferschap beroving Inwoners van Schiedam schatten de kans om slachtoffer te worden van beroving met geweld op straat hoger in dan de inwoners van andere gemeenten in het gebied van de Eenheid Rotterdam. Die kans wordt door 9,1 procent van de Schiedammers als groot of zeer groot ingeschat. Ook inwoners van Rotterdam en Vlaardingen schatten de kans relatief hoog in. Gemiddeld denkt bijna 5 procent van de inwoners van het gebied van Eenheid Rotterdam een (zeer) grote kans te maken om slachtoffer te worden van beroving met geweld op straat.

36


Figuur 3.11

Inschatting kans op beroving op straat (percentage (zeer) grote kans) I nschatting kans op beroving

rangorde

2013

2013

Rotterdam

8,3

32

Dordrecht

2,0

17

Schiedam

9,1

33

Vlaardingen

7,1

31

Spijkenisse

4,5

29


4,8

30

Barendrecht

3,5

26

Ridderkerk

4,0

28

Zwijndrecht

3,8

27

Hellevoetsluis

2,0

18

Gorinchem

1,7

14

Papendrecht

0,3

2

Maassluis

3,0

24


2,9

22

Hendrik-Ido-Ambacht

0,6

4

Sliedrecht

3,2

25

Lansingerland

1,1

7

Oud-Beijerland

0,0

1

Leerdam

1,3

13

Alblasserdam

1,9

15

Binnenmaas

1,1

8

Albrandswaard

2,9

23


1,2

11

Brielle

2,7

21

Westvoorne

1,2

12

Cromstrijen

2,6

20

Strijen

1,1

9

Goeree-Overflakkee

0,9

6

Molenwaard

0,6

5

Giessenlanden

1,1

10

Zederik

0,4

3

Bernisse

2,0

19

Korendijk

1,9

16

Eenheid Rotterdam

4,9 0

5

10

37


3.2.5 Inschatting kans mishandeling Net als de kans op beroving schatten de inwoners van Schiedam vaker dan de inwoners van andere gemeenten de kans (zeer) hoog in dat ze slachtoffer zullen worden van mishandeling. Van de inwoners van Schiedam denkt 5,6 procent dat de kans (zeer) groot is dat ze slachtoffer zullen worden. Inwoners van Rotterdam schatten die kans vrijwel even hoog in als Schiedammers. Daarna komen inwoners van het minder stedelijke Sliedrecht (met 4,7 procent). Zij denken dus opvallend vaak een grote kans te hebben slachtoffer te worden van mishandeling. Gemiddeld denkt 3,6 procent van de inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam dat de kans (zeer) groot is om slachtoffer te worden van mishandeling.

38


Figuur 3. 12

Inschatting kans op mishandeling (percentage (zeer) grote kans) I nschatting kans op mishandeling

rangorde

2013

2013

Rotterdam

5,5

32

Dordrecht

3,2

28

Schiedam

5,6

33

Vlaardingen

4,8

31

Spijkenisse

3,3

29


2,4

21

Barendrecht

1,9

13

Ridderkerk

2,6

22

Zwijndrecht

1,8

12

Hellevoetsluis

2,3

20

Gorinchem

2,2

17

Papendrecht

2,2

18

Maassluis

2,9

26


2,6

23

Hendrik-Ido-Ambacht

1,3

7

Sliedrecht

4,7

30

Lansingerland

1,9

14

Oud-Beijerland

0,6

2

Leerdam

3,0

27

Alblasserdam

1,2

6

Binnenmaas

0,9

3

Albrandswaard

1,7

9


2,7

24

Brielle

1,9

15

Westvoorne

2,2

19

Cromstrijen

2,1

16

Strijen

1,7

10

Goeree-Overflakkee

1,0

5

Molenwaard

0,5

1

Giessenlanden

2,8

25

Zederik

1,5

8

Bernisse

1,7

11

Korendijk

0,9

4

Eenheid Rotterdam

3,6 0

5

10

39


3.3

Resumé

In de gemeente Rotterdam komen, net als de voorgaande jaren, de meeste geweldsmisdrijven (per 1.000 inwoners) voor. Globaal genomen worden de meeste geweldsmisdrijven gepleegd in de gemeenten met de grootste bevolking die sterk verstedelijkt zijn. Uitzonderingen zijn Gorinchem, Maassluis en Brielle die ook relatief veel geweldsmisdrijven laten zien. Het aantal geweldsmisdrijven is gemiddeld in het gebied van de Eenheid Rotterdam teruggelopen en dat geldt ook voor bijna alle gemeenten afzonderlijk. De daling van het aantal geweldsmisdrijven heeft zich (gemiddeld) voorgedaan bij mishandeling, bedreiging met lichamelijk geweld en vooral bij straatroof en overvallen. Bij zedenmisdrijven en openlijk geweld tegen personen is er gemiddeld in het gehele gebied van Eenheid Rotterdam geen ontwikkeling. Gemeenten kunnen worden gerangschikt op aantallen misdrijven (per 1.000 inwoners). Wanneer de rangordes over de jaren worden vergeleken, blijken er een aantal constanten , zoals over het algemeen genomen de meeste misdrijven in de sterk verstedelijkte gemeenten. Vooral bij de misdrijven die minder vaak voorkomen, zoals zedenmisdrijven en openlijk geweld, zijn er echter grote fluctuaties. Inwoners van Rotterdam en Schiedam schatten de kans hoog in dat ze slachtoffer zullen worden van beroving of mishandeling. Inwoners van Sliedrecht schatten de kans om slachtoffer te worden van mishandeling opvallend hoog in.

40


41


4

Inbraak in woning en schuur

4.1

Misdrijven

In deze paragraaf worden twee vormen van inbraak behandeld: inbraken in woningen en inbraken in onderdelen of bijgebouwen van woningen, zoals garages en schuren. 4.1.1 Woninginbraak Per 1.000 woningen zijn er in 2013 de meeste woningbraken in Lansingerland (15,7) en Westvoorne (15,3). In deze gemeenten is het aantal woninginbraken ten opzichte van 2012 toegenomen. Na deze gemeenten zijn er de meeste woninginbraken in Rotterdam. In 2013 zijn er 14,4 woninginbraken per 1.000 woningen en dat betekent een daling ten opzichte van 2012 toen dit 15,1 was. In het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam waren er in 2013 11,3 woninginbraken per 1.000 woningen, wat een daling is ten opzichte van 2012, toen dit 11,7 was. Voor Brielle en Bernisse betekent de stijging van het aantal woninginbraken een sterke daling in de rangorde van respectievelijk 16 en 12 plaatsen. Een aantal gemeenten laat een sterke positieverbetering in de rangorde zien, waaronder Cromstrijen, Korendijk en Dordrecht. De belangrijkste verbetering is er voor Barendrecht, dat 17 plaatsen stijgt door een halvering van het aantal woninginbraken.

42


Figuur 4. 1

Aantal woninginbraken per 1.000 woningen Woninginbraak

rangorde

2012

2013

Rotterdam

15,1

14,4

2013 2012 2011 2010 31

31

31

32

0

Dordrecht

10,7

7,6

13

25

21

23

12 0

Schiedam

10,9

11,4

26

27

22

28

1 0

Vlaardingen

10,8

11,9

28

26

16

24

-2 0

Spijkenisse

11,9

12,6

29

29

30

15

0 0


10,0

10,1

22

23

25

31

1 0

Barendrecht

16,5

8,4

16

33

23

29

17 0

Ridderkerk

8,2

9,9

20

14

10

11

-6 0

Zwijndrecht

8,7

10,0

21

18

12

16

-3 0

Hellevoetsluis

7,9

8,7

17

12

19

12

-5 0

Gorinchem

10,5

11,7

27

24

18

25

-3 0

Papendrecht

7,4

5,8

6

10

6

7

4 0

Maassluis

9,5

10,7

24

21

29

27

-3 0


4,2

5,9

7

2

3

5

-5 0

Hendrik-Ido-Ambacht

6,9

7,8

15

8

24

9

-7 0

Sliedrecht

8,2

7,5

12

13

9

14

1 0

Lansingerland

15,5

15,7

33

32

28

33

-1 0

Oud-Beijerland

2,7

3,2

1

1

1

2

0 0

Leerdam

8,4

6,3

8

16

13

26

8 0

Alblasserdam

4,3

7,0

10

4

7

18

-6 0

Binnenmaas

4,3

4,2

3

3

5

6

0 0

Albrandswaard

11,6

13,8

30

28

11

30

-2 0


8,6

7,3

11

17

4

21

6 0

Brielle

7,0

11,3

25

9

26

13

-16 0

Westvoorne

12,2

15,3

32

30

33

20

-2 0

Cromstrijen

9,2

5,2

4

20

20

4

16 0

Strijen

5,7

5,7

5

5

2

10

0 0

Goeree-Overflakkee

6,1

7,7

14

6

14

3

-8 0

Molenwaard

9,1

6,6

9

19

15

17

10 0

Giessenlanden

7,5

8,9

18

11

17

19

-7 0

Zederik

9,8

10,4

23

22

32

22

-1 0

Bernisse

6,4

9,6

19

7

27

8

-12 0

Korendijk

8,2

3,9

2

15

8

1

13

Eenheid Rotterdam

11,7

11,3 0

5

10

15

20

43


4.1.2 Inbraak in garages, schuren etc. Het grootste aantal inbraken in garages, schuren etc. vindt (misdrijven per 1.000 woningen) in 2013 plaats in Schiedam. In 2013 ligt dit cijfer op 6,0 en dat is een stijging ten opzichte van 2012, toen dit cijfer 3,5 bedroeg. Relatief veel inbraken in garages en schuren zijn er ook in Vlaardingen en Sliedrecht. Ten opzichte van 2012 is in het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam het aantal inbraken in garages en schuren licht gedaald, van 3,2 naar 3,1 per 1.000 woningen. Er zijn grote fluctuaties in de rangorde van gemeenten voor wat betreft inbraken in garages en schuren. De sterkste positieverbeteringen zijn er voor Strijen (24 plaatsen), Lansingerland (15 plaatsen) en Barendrecht (15 plaatsen). Zeer sterke dalingen in de rangorde zijn er voor Ridderkerk (-24 plaatsen), Krimpen aan den IJssel (-22 plaatsen) en Brielle (-20 plaatsen).

44


Figuur 4.2

Aantal inbraken in garages, schuren etc. per 1.000 woningen I nbraak in garage, schuur etc.

rangorde

2012

2013

Rotterdam

4,0

3,9

2013 2012 2011 2010 30

30

31

32

Dordrecht

4,9

2,9

25

32

28

22

7 0

Schiedam

3,5

6,0

33

28

29

33

-5 0

Vlaardingen

6,3

4,8

32

33

33

30

1 0

Spijkenisse

2,0

2,2

17

20

23

23

3 0


4,3

2,6

22

31

26

31

9 0

Barendrecht

2,1

1,2

8

23

18

26

15 0

Ridderkerk

1,0

3,4

29

5

24

28

-24 0

0

Zwijndrecht

1,4

2,3

19

14

14

10

-5 0

Hellevoetsluis

1,8

2,0

15

18

32

21

3 0

Gorinchem

1,3

2,3

20

12

16

12

-8 0

Papendrecht

2,1

1,4

9

22

19

20

13 0

Maassluis

4,0

2,2

18

29

30

29

11 0


0,9

3,1

26

4

10

15

-22 0

Hendrik-Ido-Ambacht

0,8

1,9

13

2

1

5

-11 0

Sliedrecht

2,2

4,7

31

24

15

18

-7 0

Lansingerland

2,5

1,7

12

27

21

19

15 0

Oud-Beijerland

1,8

1,5

10

17

22

7

7 0

Leerdam

1,3

1,6

11

11

6

16

0 0

Alblasserdam

1,1

0,7

3

7

9

14

4 0

Binnenmaas

1,9

2,1

16

19

8

3

3 0

Albrandswaard

1,3

0,9

4

9

3

13

5 0


0,9

1,2

7

3

12

11

-4 0

Brielle

0,4

2,3

21

1

11

17

-20 0

Westvoorne

2,5

3,3

27

26

27

27

-1 0

Cromstrijen

1,5

0,6

2

16

2

2

14 0

Strijen

2,3

0,5

1

25

17

4

24 0

Goeree-Overflakkee

1,4

2,7

24

13

25

25

-11 0

Molenwaard

1,3

1,9

14

10

7

8

-4 0

Giessenlanden

1,4

2,7

23

15

5

9

-8 0

Zederik

2,0

3,3

28

21

13

6

-7 0

Bernisse

1,1

1,1

6

6

20

24

0 0

Korendijk

1,1

0,9

5

8

4

1

3

Eenheid Rotterdam

3,2

3,1 0

5

10

45


4.2

Slachtofferschap

Over woninginbraken is aan de steekproef van de bewoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam gevraagd of ze er slachtoffer van zijn geweest en hoe ze de kans inschatten slachtoffer te worden van dit misdrijf. 4.2.1 Woninginbraak Inwoners van de gemeente Rotterdam zijn het vaakst slachtoffer van (poging tot) woninginbraak. Van de inwoners van Rotterdam zegt 4,4 procent in 2013 slachtoffer te zijn geweest van (poging tot) woninginbraak. Onder inwoners van Spijkenisse, Westvoorne, Sliedrecht en Hendrik-IdoAmbacht zijn ook relatief veel slachtoffers van (poging tot) woninginbraak, met slachtofferpercentages boven de 3 procent in 2013.

46


Figuur 4.3

Slachtofferschap woninginbraak (percentage) ( poging tot) Woninginbraak

rangorde

2013

2013

Rotterdam

4,4

33

Dordrecht

2,4

19

Schiedam

2,7

26

Vlaardingen

2,3

17

Spijkenisse

3,3

32


2,6

23

Barendrecht

2,4

20

Ridderkerk

1,7

11

Zwijndrecht

2,3

18

Hellevoetsluis

1,5

7

Gorinchem

2,2

14

Papendrecht

1,5

8

Maassluis

2,5

22


2,6

24

Hendrik-Ido-Ambacht

3,1

29

Sliedrecht

3,1

30

Lansingerland

2,9

27

Oud-Beijerland

0,9

3

Leerdam

1,5

9

Alblasserdam

1,7

12

Binnenmaas

0,7

2

Albrandswaard

2,2

15


2,2

16

Brielle

2,9

28

Westvoorne

3,2

31

Cromstrijen

1,0

4

Strijen

1,3

5

Goeree-Overflakkee

1,5

10

Molenwaard

1,3

6

Giessenlanden

0,3

1

Zederik

2,1

13

Bernisse

2,4

21

Korendijk

2,6

25

Eenheid Rotterdam

3,0 0

5

47


4.2.2 Inschatting kans woninginbraak In 2013 schatten inwoners van Westvoorne de kans om slachtoffer te worden van een woninginbraak het hoogst in. Van de inwoners denkt 18,5 procent in 2013 dat deze kans (zeer) groot is. Ook inwoners van Rotterdam, Lansingerland en Albrandswaard schatten de kans (zeer) hoog in (16 procent of meer). De inschatting van de kans door inwoners van Albrandswaard sluit niet aan bij het feitelijk slachtofferschap in 2013 in deze gemeente.

48


Figuur 4.4

Inschatting kans op woninginbraak (percentage (zeer) grote kans) I nschatting kans op woninginbraak

rangorde

2013

2013

17,8

32

Dordrecht

9,5

14

Schiedam

14,7

29

Vlaardingen

14,3

26

Spijkenisse

13,8

25


13,5

24

Barendrecht

14,6

28

Ridderkerk

12,2

22

Rotterdam

Zwijndrecht

11,9

21

Hellevoetsluis

9,1

11

Gorinchem

10,7

16

Papendrecht

8,5

8

Maassluis

12,3

23


9,1

12

Hendrik-Ido-Ambacht

11,4

18

Sliedrecht

8,7

10

Lansingerland

16,5

31

Oud-Beijerland

3,8

1

Leerdam

14,3

27

Alblasserdam

8,6

9

Binnenmaas

4,6

2

Albrandswaard

16,4

30


7,6

6

Brielle

9,4

13

Westvoorne

18,5

33

Cromstrijen

11,4

19

Strijen

7,3

4

Goeree-Overflakkee

11,8

20

Molenwaard

6,5

3

Giessenlanden

8,0

7

Zederik

10,3

15

Bernisse

11,1

17

Korendijk

7,5

5

Eenheid Rotterdam

13,8 0

5

10

15

20

49


4.3

Resumé

Relatief de meeste woninginbraken zijn er in 2013 in Lansingerland (15,7 per 1.000 woningen) en Westvoorne (15,3 per 1.000 woningen). In deze gemeenten is het aantal woninginbraken ten opzichte van 2012 toegenomen. In Rotterdam zijn er 14,4 woninginbraken per 1.000 woningen en dat betekent een daling ten opzichte van 2012 toen dit 15,1 was. In het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam waren er in 2013 11,3 woninginbraken per 1.000 woningen, wat een daling is ten opzichte van 2012, toen dit 11,7 was. Ook het aantal inbraken in garages en schuren is gedaald, maar lichter: van 3,2 naar 3,1 per 1.000 woningen. Vooral voor inbraken in garages en schuren geldt dat de fluctuaties groot zijn. De belangrijkste verbetering bij woninginbraken is er voor Barendrecht en ook het aantal inbraken in garages en schuren is in deze gemeente duidelijk gedaald. Inwoners van de gemeente Rotterdam zijn het vaakst slachtoffer van (poging tot) woninginbraak. Van de inwoners van Rotterdam zegt 4,4 procent in 2013 slachtoffer te zijn geweest van (poging tot) woninginbraak. Onder inwoners van Spijkenisse, Westvoorne, Sliedrecht en Hendrik-IdoAmbacht zijn ook relatief veel slachtoffers van (poging tot) woninginbraak. In 2013 schatten inwoners van Westvoorne de kans om slachtoffer te worden van een woninginbraak het hoogst in. Van de inwoners denkt 18,5 procent in 2013 dat deze kans (zeer) groot is. Ook inwoners van Rotterdam, Lansingerland en Albrandswaard schatten de kans (zeer) hoog in (16 procent of meer). De inschatting van de kans door inwoners van Albrandswaard sluit niet aan bij het feitelijk slachtofferschap in 2013 in deze gemeente.

50


51


5

Diefstal

5.1

Misdrijven

De aantallen motorvoertuigen per gemeente zijn niet beschikbaar voor recente jaren waarin misdrijven plaatsvinden. Daarom is het aantal misdrijven in dit hoofdstuk steeds per 1.000 inwoners weergegeven. Het gemiddelde autobezit (en bezit van andere motorvoertuigen) kan verschillen tussen gemeenten. Gemiddeld bezitten inwoners van zeer sterk verstedelijkte gemeenten minder vaak een auto dan inwoners van minder verstedelijkte gemeenten. Dit is van belang bij de interpretatie van cijfers. Onder motorvoertuigen worden personenauto s of motoren verstaan. 5.1.1 Diefstal uit of vanaf motorvoertuigen Per 1.000 inwoners vindt diefstal uit of vanaf motorvoertuigen het meest plaats in Rotterdam. Het gaat in 2013 om 11,0 dergelijke misdrijven per 1.000 inwoners. Dit aantal is licht gedaald ten opzichte van 2012, toen dit 11,2 bedroeg. Ook in Ridderkerk en Schiedam vindt relatief vaak diefstal uit of vanaf motorvoertuigen plaats (respectievelijk 9,7 en 9,6 misdrijven per 1.000 inwoners) en in deze gemeenten is er sprake van een duidelijke stijging. In het gebied van de Eenheid Rotterdam is er sprake van een lichte stijging van het aantal diefstallen uit of vanaf motorvoertuigen, van 7,0 (per 1.000 inwoners) in 2012 naar 7,2 in 2013. Spijkenisse, Barendrecht en vooral Albrandswaard verliezen veel posities in de rangorde voor diefstallen uit of vanaf motorvoertuigen. Duidelijke positieverbeteringen zijn er voor Dordrecht (+ 9 plaatsen) en Hellevoetsluis (+11 plaatsen).

52


Figuur 5.1

Aantal misdrijven diefstal uit of vanaf motorvoertuigen per 1.000 inwoners Diefstal uit of vanaf motorvoertuigen

rangorde

2012

2013

Rotterdam

11,2

11,0

2013 2012 2011 2010 33

33

33

33

Dordrecht

7,6

5,5

22

31

30

26

9 0

Schiedam

7,1

9,6

31

30

32

32

-1 0

Vlaardingen

5,7

6,0

25

27

25

27

2 0

Spijkenisse

2,7

3,6

17

9

27

18

-8 0


8,4

7,1

28

32

31

31

4 0

Barendrecht

4,5

7,1

29

21

29

30

-8 0

Ridderkerk

5,8

9,7

32

28

23

25

-4 0

0

Zwijndrecht

6,0

6,9

27

29

26

24

2 0

Hellevoetsluis

5,1

3,2

13

24

13

20

11 0

Gorinchem

5,6

6,3

26

26

17

23

0 0

Papendrecht

3,8

5,7

24

19

19

15

-5 0

Maassluis

3,4

3,3

14

15

24

17

1 0


2,7

2,9

10

8

5

7

-2 0

Hendrik-Ido-Ambacht

4,2

4,1

20

20

10

21

0 0

Sliedrecht

3,7

5,6

23

18

22

12

-5 0

Lansingerland

5,5

5,0

21

25

20

29

4 0

Oud-Beijerland

2,2

2,3

4

5

6

11

1 0

Leerdam

3,4

3,4

16

16

9

9

0 0

Alblasserdam

2,9

1,9

3

10

18

16

7 0

Binnenmaas

2,4

2,5

6

6

16

13

0 0

Albrandswaard

3,2

7,8

30

13

28

28

-17 0


1,3

2,7

7

1

11

5

-6 0

Brielle

3,2

3,4

15

11

8

10

-4 0

Westvoorne

3,2

3,0

11

12

7

2

1 0

Cromstrijen

4,6

4,1

19

22

21

22

3 0

Strijen

2,5

2,8

8

7

3

6

-1 0

Goeree-Overflakkee

3,5

3,1

12

17

14

19

5 0

Molenwaard

1,3

0,9

1

2

2

1

1 0

Giessenlanden

1,8

2,3

5

3

4

8

-2 0

Zederik

4,8

3,8

18

23

12

14

5 0

Bernisse

3,3

2,9

9

14

15

3

5 0

Korendijk

1,9

1,7

2

4

1

4

2

Eenheid Rotterdam

7,0

7,2 0

5

10

15

53


5.1.2 Diefstal van motorvoertuigen Diefstal van motorvoertuigen komt het meest voor (per 1.000 inwoners) in Rotterdam. Het aantal diefstallen is toegenomen. In 2012 waren er 2,1 diefstallen van motorvoertuigen (per 1.000 inwoners) en in 2013 is dit 2,3. Zoveel zijn er ook in Schiedam. Hier is een toename (van 1,7 naar 2,3). In het totale gebied van de Eenheid Rotterdam is het aantal diefstallen van motorvoertuigen gelijk gebleven met 1,4 diefstallen per 1.000 inwoners in 2012 en 2013. De stijging van het aantal diefstallen van motorvoertuigen in Vlaardingen, Sliedrecht en Brielle betekent voor deze gemeenten een daling in de rangorde. Vooral Leerdam stijgt juist flink in de rangorde.

54


Figuur 5.2

Aantal misdrijven diefstal van motorvoertuigen per 1.000 inwoners Diefstal van motorvoertuigen

rangorde

2012

2013

Rotterdam

2,1

2,3

2013 2012 2011 2010 33

33

33

33

0

Dordrecht

1,3

0,9

22

28

23

28

6 0

Schiedam

1,7

2,3

32

30

32

30

-2 0

Vlaardingen

0,9

1,5

30

22

26

31

-8 0

Spijkenisse

0,7

0,8

21

19

24

20

-2 0


2,5

2,0

31

32

31

29

1 0

Barendrecht

1,2

1,1

25

25

29

26

0 0

Ridderkerk

1,1

1,2

28

24

28

27

-4 0

Zwijndrecht

1,3

1,2

26

29

21

23

3 0

Hellevoetsluis

0,6

0,6

15

16

10

10

1 0

Gorinchem

0,8

0,8

19

20

25

21

1 0

Papendrecht

0,7

0,5

11

18

22

14

7 0

Maassluis

1,3

1,2

29

27

17

32

-2 0


1,2

0,8

18

26

20

8

8 0

Hendrik-Ido-Ambacht

1,9

1,0

23

31

27

24

8 0

Sliedrecht

0,3

0,7

16

6

7

16

-10 0

Lansingerland

1,0

1,2

27

23

19

25

-4 0

Oud-Beijerland

0,3

0,3

8

7

14

13

-1 0

Leerdam

0,6

0,1

2

14

13

17

12 0

Alblasserdam

0,5

0,7

17

13

12

5

-4 0

Binnenmaas

0,4

0,1

4

8

11

3

4 0

Albrandswaard

0,9

1,1

24

21

30

22

-3 0


0,6

0,3

7

15

9

12

8 0

Brielle

0,4

0,8

20

10

16

15

-10 0

Westvoorne

0,6

0,4

10

17

4

11

7 0

Cromstrijen

0,4

0,1

1

9

8

2

8 0

Strijen

0,1

0,1

3

2

5

19

-1 0

Goeree-Overflakkee

0,3

0,4

9

5

6

7

-4 0

Molenwaard

0,2

0,2

5

3

2

6

-2 0

Giessenlanden

0,2

0,5

12

4

3

4

-8 0

Zederik

0,4

0,5

13

11

18

18

-2 0

Bernisse

0,5

0,6

14

12

15

9

-2 0

Korendijk

0,1

0,3

6

1

1

1

-5

Eenheid Rotterdam

1,4

1,4 0

5

55


5.1.3 Diefstal van (brom)fiets per 1.000 inwoners In Schiedam worden (per 1.000 inwoners) de meeste (brom)fietsdiefstallen gepleegd, namelijk 10,8 wat net zoveel is als in 2012. Ook in Dordrecht en Vlaardingen vinden relatief veel (brom)fietsdiefstallen plaats. Gemiddeld is het aantal (brom)fietsdiefstallen in het gebied van de Eenheid Rotterdam wat gedaald, van 6,0 (per 1.000 inwoners) naar 5,7. Ridderkerk, Hendrik-Ido-Ambacht en Leerdam zijn in 2013 het sterkst gedaald in de rangorde met zes tot elf plaatsen verlies. Albrandswaard, Giessenlanden en Strijen stijgen sterk in de rangorde.

56


Figuur 5.3

Aantal misdrijven diefstal van (brom)fietsen per 1.000 inwoners Diefstal van ( brom) fiets

Rotterdam

rangorde

2012

2013

2013 2012 2011 2010

8,0

7,4

30

31

30

29

1

Dordrecht

8,5

8,5

32

32

32

31

0 0

Schiedam

10,8

10,8

33

33

33

33

0 0

Vlaardingen

7,7

8,3

31

30

31

32

-1 0

Spijkenisse

4,7

5,2

28

22

24

26

-6 0


6,2

4,9

27

29

25

21

2 0

Barendrecht

6,0

3,9

22

28

28

30

6 0

Ridderkerk

3,3

5,4

29

18

27

28

-11 0

Zwijndrecht

4,7

4,5

25

21

29

27

-4 0

Hellevoetsluis

4,2

3,8

21

20

21

20

-1 0

Gorinchem

5,4

4,1

24

26

20

25

2 0

Papendrecht

2,9

2,5

13

16

19

18

3 0

Maassluis

5,9

4,7

26

27

26

23

1 0


3,5

2,7

16

19

14

10

3 0

Hendrik-Ido-Ambacht

2,0

2,8

18

10

17

15

-8 0

Sliedrecht

4,8

4,0

23

24

15

17

1 0

Lansingerland

4,7

3,7

20

23

22

24

3 0

Oud-Beijerland

2,2

2,7

17

13

11

22

-4 0

Leerdam

1,8

2,7

15

9

16

12

-6 0

Alblasserdam

1,7

2,3

11

7

13

14

-4 0

Binnenmaas

1,6

1,4

7

6

8

9

-1 0

Albrandswaard

5,2

2,2

10

25

23

19

15 0


1,5

1,4

6

5

12

11

-1 0

Brielle

3,0

2,5

14

17

18

16

3 0

Westvoorne

1,8

2,3

12

8

9

13

-4 0

Cromstrijen

2,5

3,1

19

14

7

6

-5 0

Strijen

2,1

1,1

4

12

4

5

8 0

Goeree-Overflakkee

2,0

1,8

9

11

10

7

2 0

Molenwaard

0,8

1,1

3

3

1

2

0 0

Giessenlanden

2,9

1,3

5

15

2

4

10 0

Zederik

0,7

0,9

1

2

3

3

1 0

Bernisse

1,0

1,7

8

4

5

8

-4 0

Korendijk

0,6

1,0

2

1

6

1

-1

Eenheid Rotterdam

6,0

5,7 0

5

10

15

57


5.1.4 Diefstal uit of vanaf overige voertuigen per 1.000 inwoners In Schiedam en Dordrecht vinden de meeste diefstallen uit of vanaf overige voertuigen (anders dan auto of motorfiets, meestal bestelwagens) plaats. Per 1.000 inwoners gaat het om 1,9 diefstallen en dat is meer dan in 2012. In het gebied van de Eenheid Rotterdam is het aantallen diefstallen uit of vanaf overige voertuigen licht gestegen ten opzichte van 2012, van 1,0 naar 1,1. Door de kleine aantallen misdrijven treden er zeer grote fluctuaties op binnen de rangorde. De meest opvallende zijn de verschuivingen in Barendrecht (- 22 plaatsen), Korendijk (- 25 plaatsen) en Strijen (+32 plaatsen).

58


Figuur 5.4

Aantal misdrijven diefstal uit of vanaf overige voertuigen per 1.000 inwoners Diefstal uit of vanaf overige voertuigen

rangorde

2012

2013

2013 2012 2011 2010

Rotterdam

1,3

1,3

30

29

33

30

Dordrecht

1,4

1,9

32

32

32

19

0 0

Schiedam

1,3

1,9

33

30

26

33

-3 0

Vlaardingen

1,0

1,3

29

25

31

29

-4 0

Spijkenisse

0,5

0,6

10

9

20

25

-1 0


1,1

1,0

23

27

15

27

4 0

Barendrecht

1,0

0,5

4

26

8

18

22 0

-1

Ridderkerk

0,9

1,0

22

22

23

26

0 0

Zwijndrecht

1,3

1,2

26

28

29

24

2 0

Hellevoetsluis

0,6

0,6

7

12

18

32

5 0

Gorinchem

0,8

0,8

20

21

13

21

1 0

Papendrecht

0,8

1,2

25

20

17

8

-5 0

Maassluis

0,8

0,7

13

19

14

17

6 0


0,4

0,6

9

3

6

2

-6 0

Hendrik-Ido-Ambacht

0,7

0,7

14

17

21

10

3 0

Sliedrecht

0,7

1,4

31

16

30

16

-15 0

Lansingerland

0,6

0,8

21

11

10

22

-10 0

Oud-Beijerland

0,5

0,3

3

5

2

4

2 0

Leerdam

1,0

0,6

11

24

3

3

13 0

Alblasserdam

0,3

0,6

6

1

11

13

-5 0

Binnenmaas

0,9

0,6

5

23

19

12

18 0

Albrandswaard

0,7

0,7

12

15

22

15

3 0


0,5

1,1

24

8

27

9

-16 0

Brielle

0,7

0,7

18

13

25

14

-5 0

Westvoorne

0,5

0,6

8

7

7

11

-1 0

Cromstrijen

0,4

0,7

15

4

12

7

-11 0

Strijen

2,0

0,2

1

33

4

31

32 0

Goeree-Overflakkee

0,6

0,7

17

10

28

23

-7 0

Molenwaard

0,7

0,7

16

14

1

6

-2 0

Giessenlanden

1,4

1,2

28

31

5

20

3 0

Zederik

0,7

0,7

19

18

24

28

-1 0

Bernisse

0,5

0,2

2

6

9

5

4 0

Korendijk

0,4

1,2

27

2

16

1

-25

Eenheid Rotterdam

1,0

1,1 0

5

59


5.1.5 Zakkenrollerij Rotterdam heeft het meest te maken met zakkenrollerij. In 2013 zijn er 5,1 van deze misdrijven per 1.000 inwoners en dat is hoger dan de 4,9 in 2012. De verschillen met de andere gemeenten zijn groot. In Schiedam komen, na Rotterdam, de meeste gevallen van zakkenrollerij voor, maar het cijfer (2,0 per 1.000 inwoners) is minder dan de helft van dat van Rotterdam. Door het grote aantal misdrijven in Rotterdam ligt het gemiddelde voor het gebied van de Eenheid Rotterdam op 2,5 (per 1.000 inwoners) en dat is hoger dan het cijfer voor alle andere gemeenten. Het regiocijfer voor 2013 is gelijk aan dat voor 2012. De grootste stijging in de rangorde is er voor Krimpen aan den IJssel (+ 9 plaatsen) en daarna in Bernisse (+8 plaatsen). Grote dalingen zijn er voor Zederik (-7 plaatsen) en Leerdam en Hellevoetsluis (-6 plaatsen).

60


Figuur 5.5

Aantal misdrijven zakkenrollerij per 1.000 inwoners Zakkenrollerij

rangorde

2012

2013

2013 2012 2011 2010

Rotterdam

4,9

5,1

33

33

33

33

0

Dordrecht

2,0

1,7

30

29

28

28

-1 0

Schiedam

2,4

2,0

32

32

31

31

0 0

Vlaardingen

2,0

1,4

26

30

27

32

4 0

Spijkenisse

1,8

1,6

29

28

30

29

-1 0


1,6

1,4

27

27

26

25

0 0

Barendrecht

0,9

0,8

16

15

17

17

-1 0

Ridderkerk

1,3

1,2

23

25

25

26

2 0

Zwijndrecht

1,0

0,8

15

19

18

21

4 0

Hellevoetsluis

0,9

1,2

22

16

23

19

-6 0

Gorinchem

2,3

2,0

31

31

32

27

0 0

Papendrecht

1,5

1,6

28

26

29

24

-2 0

Maassluis

1,0

1,3

25

20

21

22

-5 0


1,1

0,7

14

23

15

16

9 0

Hendrik-Ido-Ambacht

0,7

0,7

13

13

8

10

0 0

Sliedrecht

1,0

1,0

20

21

24

23

1 0

Lansingerland

0,5

0,5

11

10

14

13

-1 0

Oud-Beijerland

0,7

0,9

17

14

12

12

-3 0

Leerdam

1,0

1,3

24

18

19

20

-6 0

Alblasserdam

1,2

1,0

19

24

22

30

5 0

Binnenmaas

0,2

0,1

4

5

5

2

1 0

Albrandswaard

0,6

0,4

9

12

13

14

3 0


0,9

0,9

18

17

16

6

-1 0

Brielle

1,1

1,0

21

22

20

18

1 0

Westvoorne

0,5

0,6

12

9

10

4

-3 0

Cromstrijen

0,1

0,0

1

2

2

15

1 0

Strijen

0,3

0,1

5

8

3

1

3 0

Goeree-Overflakkee

0,2

0,3

8

7

9

7

-1 0

Molenwaard

0,2

0,2

7

4

4

3

-3 0

Giessenlanden

0,0

0,1

6

1

1

8

-5 0

Zederik

0,1

0,4

10

3

7

11

-7 0

Bernisse

0,6

0,1

3

11

11

9

8 0

Korendijk

0,2

0,0

2

6

6

5

4

Eenheid Rotterdam

2,5

2,5 0

5

10

61


5.2

Slachtofferschap

Aan de steekproef van de bewoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam is gevraagd of ze slachtoffer zijn geweest van auto- of fietsdiefstal van zakkenrollerij of van een andere diefstal. Verder is hun gevraagd hoe ze de kans inschatten slachtoffer te worden van zakkenrollerij. 5.2.1 Autodiefstal Relatief gezien zijn inwoners van Hendrik-Ido-Ambacht en Capelle aan den IJssel het vaakst slachtoffer van autodiefstal. In 2013 overkwam dit 0,5 procent van de inwoners. In het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam ligt het slachtofferschap op 0,3 procent. In 13 gemeenten zijn in het geheel geen slachtoffers van autodiefstal.

62


Figuur 5.6

Slachtofferschap autodiefstal (percentage) Autodiefstal

rangorde

2013

2013

Rotterdam

0,4

26

Dordrecht

0,2

14

Schiedam

0,4

27

Vlaardingen

0,3

20

Spijkenisse

0,4

28


0,5

32

Barendrecht

0,3

21

Ridderkerk

0,2

15

Zwijndrecht

0,0

1

Hellevoetsluis

0,4

29

Gorinchem

0,0

1

Papendrecht

0,0

1

Maassluis

0,2

16


0,2

17

Hendrik-Ido-Ambacht

0,5

33

Sliedrecht

0,3

22

Lansingerland

0,2

18

Oud-Beijerland

0,0

1

Leerdam

0,3

23

Alblasserdam

0,0

1

Binnenmaas

0,0

1

Albrandswaard

0,3

24


0,4

30

Brielle

0,0

1

Westvoorne

0,0

1

Cromstrijen

0,0

1

Strijen

0,2

19

Goeree-Overflakkee

0,3

25

Molenwaard

0,0

1

Giessenlanden

0,4

31

Zederik

0,0

1

Bernisse

0,0

1

Korendijk

0,0

1

Eenheid Rotterdam

0,3 0

5

63


5.2.2 Fietsdiefstal Per 100 inwoners zijn de meeste slachtoffers van fietsdiefstal in Schiedam. Het slachtofferschap ligt hier op 5,8 procent. De op één na meeste slachtoffers van fietsdiefstal zijn er in Rotterdam, namelijk 5,1 procent. Het gemiddelde in het gebied van de Eenheid Rotterdam komt uit op 3,2 procent.

64


Figuur 5.7

Slachtofferschap fietsdiefstal (percentage) Fietsdiefstal

rangorde

2013

2013

Rotterdam

5,1

32

Dordrecht

2,9

27

Schiedam

5,8

33

Vlaardingen

3,9

31

Spijkenisse

1,4

13


2,7

25

Barendrecht

2,2

22

Ridderkerk

1,7

19

Zwijndrecht

1,4

14

Hellevoetsluis

1,5

16

Gorinchem

1,5

17

Papendrecht

0,6

6

Maassluis

2,7

26


1,3

11

Hendrik-Ido-Ambacht

1,5

18

Sliedrecht

2,6

24

Lansingerland

2,9

28

Oud-Beijerland

1,7

20

Leerdam

1,4

15

Alblasserdam

1,1

9

Binnenmaas

0,5

5

Albrandswaard

2,2

23


2,9

29

Brielle

1,0

8

Westvoorne

1,1

10

Cromstrijen

1,8

21

Strijen

0,0

1

Goeree-Overflakkee

0,8

7

Molenwaard

0,0

1

Giessenlanden

1,3

12

Zederik

3,5

30

Bernisse

0,0

1

Korendijk

0,0

1

Eenheid Rotterdam

3,2 0

5

10

65


5.2.3 Diefstal ander motorvoertuig De meeste slachtoffers van diefstallen van andere motorvoertuigen (onder andere bromfiets, scooter en motor) zijn te vinden in Maassluis (1,8 procent) en in Schiedam en Papendrecht (1,6 procent). Deze percentages liggen ruim boven het gemiddelde in het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam, dat op 0,7 procent ligt.

66


Figuur 5.8

Slachtofferschap diefstal ander motorvoertuig (percentage) Diefstal ander motorvoertuig

rangorde

2013

2013

Rotterdam

0,7

24

Dordrecht

0,4

12

Schiedam

1,6

31

Vlaardingen

0,5

16

Spijkenisse

0,5

17


0,9

27

Barendrecht

0,9

28

Ridderkerk

0,7

25

Zwijndrecht

0,6

20

Hellevoetsluis

0,4

13

Gorinchem

0,6

21

Papendrecht

1,6

32

Maassluis

1,8

33


0,2

11

Hendrik-Ido-Ambacht

0,6

22

Sliedrecht

0,0

1

Lansingerland

0,4

14

Oud-Beijerland

0,0

1

Leerdam

0,0

1

Alblasserdam

0,0

1

Binnenmaas

0,4

15

Albrandswaard

0,5

18


0,5

19

Brielle

0,0

1

Westvoorne

0,0

1

Cromstrijen

0,6

23

Strijen

0,0

1

Goeree-Overflakkee

0,7

26

Molenwaard

0,0

1

Giessenlanden

1,1

29

Zederik

1,2

30

Bernisse

0,0

1

Korendijk

0,0

1

Eenheid Rotterdam

0,7 0

5

67


5.2.4 Zakkenrollerij Inwoners van Gorinchem zijn relatief vaak slachtoffer van zakkenrollerij. In 2013 was 3,6 procent slachtoffer van dit misdrijf. Ook inwoners van Bernisse zijn relatief vaak slachtoffer, met 2,9 procent. Evenals inwoners van Rotterdam en Schiedam die met 2,3 procent duidelijk vaker slachtoffer van zakkenrollerij zijn dan gemiddeld in het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam (1,6 procent).

68


Figuur 5.9

Slachtofferschap van zakkenrollerij (percentage) Zakkenrollerij

rangorde

2013

2013

Rotterdam

2,3

30

Dordrecht

0,4

6

Schiedam

2,3

31

Vlaardingen

1,5

24

Spijkenisse

1,7

28


1,6

27

Barendrecht

1,0

15

Ridderkerk

1,8

29

Zwijndrecht

0,7

10

Hellevoetsluis

1,5

25

Gorinchem

3,6

33

Papendrecht

0,9

14

Maassluis

1,0

16


1,0

17

Hendrik-Ido-Ambacht

0,4

7

Sliedrecht

0,0

1

Lansingerland

0,7

11

Oud-Beijerland

0,0

1

Leerdam

1,3

21

Alblasserdam

0,0

1

Binnenmaas

1,5

26

Albrandswaard

0,7

12


1,2

20

Brielle

0,4

8

Westvoorne

1,4

23

Cromstrijen

0,5

9

Strijen

1,0

18

Goeree-Overflakkee

1,1

19

Molenwaard

1,3

22

Giessenlanden

0,0

1

Zederik

0,8

13

Bernisse

2,9

32

Korendijk

0,0

1

Eenheid Rotterdam

1,6 0

5

69


5.2.5 Inschatting kans op zakkenrollerij Inwoners van Rotterdam denken het vaakst dat ze een (zeer) grote kans lopen slachtoffer te worden van zakkenrollerij. Een op de tien inwoners uit de steekproef denkt dit. Dat is circa vier keer zo vaak als het slachtofferschap in 2013. Inwoners van Gorinchem, met het grootste slachtofferschap in 2013, schatten de kans relatief hoog in, maar wel lager dan de inwoners van meerdere gemeenten, waaronder Rotterdam, Schiedam en Ridderkerk. Gemiddeld denkt 7,1 procent van de inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam dat de kans (zeer) groot is om slachtoffer te worden van zakenrollerij.

70


Figuur 5.10

Inschatting kans op zakkenrollerij (percentage (zeer) grote kans) I nschatting kans op zakkenrollerij rangorde 2013

2013

Rotterdam

10,0

33

Dordrecht

6,3

23

Schiedam

9,2

32

Vlaardingen

7,4

28

Spijkenisse

6,7

26


5,3

18

Barendrecht

5,3

19

Ridderkerk

8,6

31

Zwijndrecht

6,0

21

Hellevoetsluis

4,1

12

Gorinchem

7,0

27

Papendrecht

4,7

15

Maassluis

7,4

29


5,5

20

Hendrik-Ido-Ambacht

7,5

30

Sliedrecht

6,3

24

Lansingerland

3,1

9

Oud-Beijerland

4,1

13

Leerdam

6,1

22

Alblasserdam

2,7

7

Binnenmaas

2,9

8

Albrandswaard

3,5

10


6,5

25

Brielle

3,8

11

Westvoorne

2,5

5

Cromstrijen

4,7

16

Strijen

1,4

1

Goeree-Overflakkee

2,3

4

Molenwaard

2,5

6

Giessenlanden

2,1

3

Zederik

4,9

17

Bernisse

1,8

2

Korendijk

4,2

14

Eenheid Rotterdam

7,1 0

5

10

71


5.3

Resumé

Rotterdam is in negatieve zin koploper bij diefstal van motorvoertuigen en bij diefstal uit of vanaf motorvoertuigen. Het aantal diefstallen van motorvoertuigen (per 1.000 inwoners) is wel gedaald. In Schiedam komen deze misdrijven ook relatief veel voor en hier is sprake van een toename. In het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam is het aantal diefstallen van motorvoertuigen gelijk gebleven en is het aantal diefstallen uit of vanaf motorvoertuigen toegenomen. In Schiedam komen de meeste (brom)fietsdiefstallen en diefstallen uit of vanaf andere motorvoertuigen voor. In het gebied van de Eenheid Rotterdam is het aantal (brom)fietsdiefstallen gedaald en het aantal diefstallen uit of vanaf overige motorvoertuigen gestegen. Rotterdam heeft het meest te maken met zakkenrollerij (zonder geweld). In 2013 zijn er 5,1 van deze misdrijven per 1.000 inwoners en dat is hoger dan de 4,9 in 2012. De verschillen met de andere gemeenten zijn groot. In Schiedam komen, na Rotterdam, de meeste gevallen van zakkenrollerij voor, maar het cijfer is minder dan de helft van dat voor Rotterdam. Het slachtofferschap van diefstal van auto, fiets en overige motorvoertuigen is niet het hoogst in Rotterdam. Relatief gezien zijn inwoners van Hendrik-Ido-Ambacht en Capelle aan den IJssel het vaakst slachtoffer van autodiefstal. In 2013 overkwam dit 0,5 procent van de inwoners, hoger dan het gemiddelde in het gebied van de Eenheid Rotterdam (0,3 procent). Inwoners van Schiedam zijn het vaakst slachtoffer van fietsdiefstal. Het slachtofferschap ligt hier op 5,8 procent. Op de tweede plaats komt Rotterdam. Het gemiddelde in het gebied van de Eenheid Rotterdam komt uit op 3,2 procent. Inwoners van Gorinchem zijn relatief vaak slachtoffer van zakkenrollerij. In 2013 was 3,6 procent slachtoffer. Ook inwoners van Rotterdam en Schiedam zijn met 2,3 procent duidelijk vaker slachtoffer van zakkenrollerij dan gemiddeld in het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam (1,6 procent). Inwoners van Rotterdam denken het vaakst dat ze een (zeer) grote kans lopen slachtoffer te worden van zakkenrollerij. Een op de tien inwoners uit de steekproef denkt dit. Inwoners van Gorinchem, met het hoogste slachtofferschap in 2013, schatten de kans relatief hoog in, maar wel lager dan de inwoners van meerdere andere gemeenten.

72


73


6

Vandalisme

In dit hoofdstuk komen de misdrijven vernieling van zaken aan de buitenkant van de auto en van overige vernielingen aan de orde, evenals het slachtofferschap van beide misdrijven.

6.1

Misdrijven

6.1.1 Vernieling van auto s In Spijkenisse is in 2013 het vaakst sprake van vernieling van zaken aan de buitenkant van de auto. Per 1.000 inwoners werden 4,8 misdrijven gepleegd. Ook in Leerdam en Rotterdam gaat het om meer dan 4 misdrijven vernieling van auto s per 1.000 inwoners. In Spijkenisse en Leerdam komen deze misdrijven in 2013 vaker voor dan in 2012, in Rotterdam, waar het om 4,2 misdrijven gaat, iets minder. In het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam kwamen in 2013 per 1.000 inwoners 3,5 misdrijven vernieling aan auto s voor, een daling ten opzichte van 2012, toen dit cijfer 3,8 bedroeg. Ten opzichte van 2012 zijn Korendijk, Leerdam en vooral Alblasserdam sterk gedaald in de rangorde. Voor Alblasserdam gaat het om -19 plaatsen. Sterk gestegen in de rangorde zijn Cromstrijen (13 plaatsen) en Brielle (21 plaatsen).

74


Figuur 6.1

Aantal misdrijven vernieling van auto s per 1.000 inw oners Vernieling van de auto

rangorde

2012

2013

2013 2012 2011 2010

Rotterdam

4,3

4,2

31

29

29

23

-2

Dordrecht

3,8

3,5

26

20

21

29

-6 0

Schiedam

3,9

3,3

24

22

27

17

-2 0

Vlaardingen

4,1

3,6

29

25

32

30

-4 0

Spijkenisse

4,3

4,8

33

33

20

18

0 0


4,3

3,1

20

27

30

10

7 0

Barendrecht

3,2

2,7

15

17

22

15

2 0

Ridderkerk

3,4

2,9

19

18

25

14

-1 0

Zwijndrecht

3,6

2,9

18

19

33

22

1 0

Hellevoetsluis

4,3

3,5

28

28

26

27

0 0

Gorinchem

4,6

3,8

30

31

24

28

1 0

Papendrecht

4,1

3,3

23

24

19

33

1 0

Maassluis

4,1

3,2

22

23

31

21

1 0


2,5

2,3

8

11

17

6

3 0

Hendrik-Ido-Ambacht

2,7

2,4

10

14

12

13

4 0

Sliedrecht

4,9

3,4

25

32

18

25

7 0

Lansingerland

2,5

2,6

12

10

11

5

-2 0

Oud-Beijerland

4,1

3,2

21

26

28

31

5 0

Leerdam

3,9

4,3

32

21

23

20

-11 0

Alblasserdam

2,4

3,5

27

8

6

11

-19 0

Binnenmaas

2,6

2,4

11

12

10

26

1 0

Albrandswaard

3,2

2,7

16

16

13

9

0 0


2,3

2,6

13

7

8

16

-6 0

Brielle

4,4

2,3

9

30

14

2

21 0

Westvoorne

1,7

2,2

7

3

5

8

-4 0

Cromstrijen

3,1

1,3

2

15

16

24

13 0

Strijen

2,1

1,6

4

6

9

32

2 0

Goeree-Overflakkee

2,4

2,6

14

9

15

12

-5 0

Molenwaard

2,7

1,7

5

13

3

19

8 0

Giessenlanden

1,6

1,3

1

2

1

4

1 0

Zederik

1,1

1,8

6

1

2

1

-5 0

Bernisse

1,9

1,5

3

4

7

3

1 0

Korendijk

1,9

2,8

17

5

4

7

-12

Eenheid Rotterdam

3,8

3,5 0

5

10

75


6.1.2 Overige vernieling In Schiedam zijn in 2013 de meeste misdrijven overige vernieling gepleegd. Het gaat in 2013 om 8,1 misdrijven per 1.000 inwoners. Dit betekent wel een daling ten opzichte van 2012, toen er 8,8 misdrijven overige vernieling per 1.000 inwoners werden gepleegd. Relatief veel misdrijven worden er ook gepleegd in Spijkenisse (7,2 misdrijven per 1.000 inwoners) en in Brielle (6,2 misdrijven per 1.000 inwoners). In Brielle is het aantal misdrijven wel sterk gedaald. In het gebied van de Eenheid Rotterdam werden in 2013 4,7 misdrijven overige vernieling per 1.000 inwoners gepleegd, een daling ten opzichte van 2012, toen er 5,5 misdrijven per 1.000 inwoners werden gepleegd. De gemeenten Binnenmaas en vooral Cromstrijen kregen te maken met een stijging van het aantal misdrijven overige vernieling die zich vertaald in een verlies in de rangorde. Het verlies is 11 plaatsen voor Binnenmaas en 15 plaatsen voor Cromstrijen. Veel minder misdrijven en een verbetering in de rangorde zijn er voor Capelle aan den IJssel, Hardinxveld-Giessendam, Strijen en GoereeOverflakkee, alle met een verbetering van 10 plaatsen.

76


Figuur 6.2

Aantal misdrijven overige vernieling per 1.000 inwoners Overige vernieling

rangorde

2012

2013

Rotterdam

6,1

5,7

2013 2012 2011 2010 30

26

27

19

-4

Dordrecht

7,5

5,6

29

31

30

30

2 0

Schiedam

8,8

8,1

33

33

31

16

0 0

Vlaardingen

4,7

4,9

26

22

24

9

-4 0

Spijkenisse

7,2

7,2

32

29

28

31

-3 0


7,3

3,7

20

30

17

10

10 0

Barendrecht

3,5

2,1

5

14

16

18

9 0

Ridderkerk

4,3

3,0

13

19

3

6

6 0

Zwijndrecht

4,6

3,8

21

21

23

29

0 0

Hellevoetsluis

3,2

2,5

7

10

15

17

3 0

Gorinchem

5,8

5,1

28

24

26

32

-4 0

Papendrecht

3,6

3,3

15

15

5

28

0 0

Maassluis

7,2

4,2

24

28

29

26

4 0


6,0

4,6

25

25

32

33

0 0

Hendrik-Ido-Ambacht

2,5

2,7

8

3

20

23

-5 0

Sliedrecht

3,2

3,0

11

8

14

20

-3 0

Lansingerland

3,2

2,1

3

7

8

4

4 0

Oud-Beijerland

6,6

5,0

27

27

22

24

0 0

Leerdam

3,8

3,5

18

18

21

25

0 0

Alblasserdam

3,8

3,9

22

17

25

8

-5 0

Binnenmaas

3,1

3,5

17

6

18

27

-11 0

Albrandswaard

5,8

4,1

23

23

12

3

0 0


3,4

2,0

2

12

9

5

10 0

Brielle

7,8

6,2

31

32

33

21

1 0

Westvoorne

3,3

3,2

14

11

7

12

-3 0

Cromstrijen

1,5

3,3

16

1

11

22

-15 0

Strijen

3,7

2,2

6

16

13

15

10 0

Goeree-Overflakkee

4,6

2,8

10

20

19

14

10 0

Molenwaard

3,4

3,7

19

13

4

7

-6 0

Giessenlanden

2,6

2,1

4

4

2

2

0 0

Zederik

1,9

1,3

1

2

1

1

1 0

Bernisse

3,2

2,7

9

9

10

11

0 0

Korendijk

3,0

3,0

12

5

6

13

-7

Eenheid Rotterdam

5,5

4,7 0

5

10

77


6.2

Slachtofferschap

De steekproef van bewoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam is gevraagd of ze slachtoffer zijn geweest van vernieling aan de auto en van overige vernielingen. 6.2.1 Vernieling aan auto s Inwoners van Schiedam zijn het vaakst slachtoffer van vernieling aan de auto. In 2013 gaat het om 7,0 procent van de bevolking. Ook inwoners van Leerdam (6,0 procent van de bevolking) en van Rotterdam en Hendrik-Ido-Ambacht (beide 5,8 procent van de bevolking) kregen hier relatief veel mee te maken. In het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam komt het slachtofferschap van vernieling aan de auto uit op 4,9 procent van de bevolking. De uitkomsten kunnen enigszins beïnvloed zijn door verschillen in autobezit, dat lager ligt in grote steden.

78


Figuur 6.3

Slachtofferschap van vernieling aan auto (percentage) Vernieling aan auto

rangorde

2013

2013

Rotterdam

5,8

30

Dordrecht

4,9

23

Schiedam

7,0

33

Vlaardingen

5,4

28

Spijkenisse

5,3

27


4,1

17

Barendrecht

3,6

12

Ridderkerk

4,6

21

Zwijndrecht

3,2

6

Hellevoetsluis

3,6

13

Gorinchem

3,4

10

Papendrecht

4,4

19

Maassluis

4,5

20


4,1

18

Hendrik-Ido-Ambacht

5,8

31

Sliedrecht

2,5

4

Lansingerland

5,2

26

Oud-Beijerland

4,9

24

Leerdam

6,0

32

Alblasserdam

5,4

29

Binnenmaas

3,9

15

Albrandswaard

4,9

25


1,2

2

Brielle

3,2

7

Westvoorne

3,7

14

Cromstrijen

4,7

22

Strijen

1,0

1

Goeree-Overflakkee

3,4

11

Molenwaard

3,3

9

Giessenlanden

1,4

3

Zederik

2,7

5

Bernisse

4,0

16

Korendijk

3,2

8

Eenheid Rotterdam

4,9 0

5

10

79


6.2.2 Overige vernieling Inwoners van Korendijk, Oud-Beijerland en Leerdam zijn relatief vaak slachtoffer van overige vernieling (buiten vernieling aan de auto). In Korendijk was in 2013 4,9 procent van de inwoners slachtoffer van overige vernieling. Opvallend is dat inwoners van Schiedam en Rotterdam, vergeleken met het slachtofferschap van vernieling aan de auto, minder slachtoffer zijn van overige vernieling (respectievelijk 2,3 procent en 2,5 procent van de bevolking). Deze percentages liggen nog wat lager dan het gemiddelde slachtofferschap voor het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam, dat in 2013 uitkomt op 2,6 procent van de bevolking.

80


Figuur 6.4

Slachtofferschap van overige vernieling (percentage) Overige vernieling

rangorde

2013

2013

Rotterdam

2,5

19

Dordrecht

3,4

26

Schiedam

2,3

13

Vlaardingen

2,4

17

Spijkenisse

2,6

20


2,4

18

Barendrecht

2,8

22

Ridderkerk

3,6

28

Zwijndrecht

2,8

23

Hellevoetsluis

2,7

21

Gorinchem

1,0

3

Papendrecht

4,2

30

Maassluis

3,5

27


2,0

8

Hendrik-Ido-Ambacht

0,8

2

Sliedrecht

2,0

9

Lansingerland

2,1

11

Oud-Beijerland

4,8

32

Leerdam

4,4

31

Alblasserdam

3,2

25

Binnenmaas

2,3

14

Albrandswaard

2,1

12


1,8

7

Brielle

2,0

10

Westvoorne

2,3

15

Cromstrijen

0,0

1

Strijen

2,3

16

Goeree-Overflakkee

4,0

29

Molenwaard

1,5

4

Giessenlanden

1,6

6

Zederik

1,5

5

Bernisse

2,8

24

Korendijk

4,9

33

Eenheid Rotterdam

2,6 0

5

10

81


6.3

Resumé

In Spijkenisse is in 2013 relatief het vaakst sprake van vernieling van zaken aan de buitenkant van de auto (4,8 misdrijven per 1.000 inwoners) en dit aantal misdrijven is ten opzichte van 2012 toegenomen. In Schiedam werden in 2013 de meeste misdrijven overige vernieling gepleegd. Per 1.000 inwoners gaat het om 8,1 misdrijven. Het aantal misdrijven vernieling, zowel aan auto s als overige, is in Rotterdam in 2013 gedaald ten opzichte van 2012. In het gebied van de Eenheid Rotterdam is zowel het aantal misdrijven vernieling aan auto s als overige vernieling gedaald ten opzichte van 2012. Inwoners van Schiedam zijn in 2013 het vaakst slachtoffer van vernieling aan de auto. Ook inwoners van Leerdam, Rotterdam en Hendrik-Ido-Ambacht kregen hier relatief veel mee te maken. In het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam komt het slachtofferschap van vernieling aan de auto uit op 4,9 procent van de bevolking. Inwoners van Korendijk, Oud-Beijerland en Leerdam zijn relatief vaak slachtoffer van overige vernieling (buiten vernieling aan de auto). Opvallend is dat inwoners van Schiedam en Rotterdam, in tegenstelling tot veel andere vormen van slachtofferschap, minder vaak slachtoffer zijn van overige vernieling dan het gemiddelde slachtofferschap voor het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam, dat in 2013 uitkomt op 2,6 procent van de bevolking.

82


83


7

Internetcriminaliteit

7.1

Slachtofferschap

Aan de steekproef van inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam is gevraagd of ze slachtoffer zijn geweest van vormen van internetcriminaliteit, namelijk identiteitsfraude, aan- en verkoopfraude, hacken en cyberpesten. Bovendien is het totaal aan internetcriminaliteit (cybercrime) berekend. Omdat internet niet aan plaats is gebonden, betekent dit dat door de aard van deze vorm van criminaliteit er geen sterke relatie is met gemeenten. Verschillen per gemeente zijn daardoor lastiger te verklaren.

7.1.1 Cybercrime totaal Van de inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam is in totaal 12,1 procent slachtoffer geweest van cybercrime. Er zijn enkele gemeenten waarvan de bevolking nog aanzienlijk vaker slachtoffer was. Vooral inwoners van Hendrik-Ido-Ambacht (18,1 procent van de bevolking), Leerdam (17,2 procent van de bevolking) en Korendijk (15,5 procent van de bevolking) waren relatief vaak slachtoffer. Deze aandelen liggen veel hoger dan geldt voor Zwijndrecht. Hier was slechts 6,5 procent van de bevolking in 2013 slachtoffer van cybercrime.

84


Figuur 7.1

Slachtofferschap van totale cybercrime (percentage) Cybercrime

rangorde

2013

2013

Rotterdam

11,8

15

Dordrecht

10,5

8

Schiedam

14,4

30

Vlaardingen

13,7

24

Spijkenisse

12,7

17


14,2

28

Barendrecht

11,9

16

Ridderkerk

11,5

14

Zwijndrecht

6,5

1

Hellevoetsluis

13,6

23

Gorinchem

11,1

12

Papendrecht

13,8

26

Maassluis

9,2

3


11,0

11

Hendrik-Ido-Ambacht

18,1

33

Sliedrecht

10,6

9

Lansingerland

13,4

21

Oud-Beijerland

10,4

7

Leerdam

17,2

32

Alblasserdam

11,4

13

Binnenmaas

8,9

2

Albrandswaard

13,0

19


10,9

10

Brielle

9,5

5

Westvoorne

13,7

25

Cromstrijen

9,8

6

Strijen

13,0

20

Goeree-Overflakkee

14,3

29

Molenwaard

9,3

4

Giessenlanden

12,9

18

Zederik

13,5

22

Bernisse

13,8

27

Korendijk

15,5

31

Eenheid Rotterdam

12,1 0

5

10

15

20

85


7.1.2 Identiteitsfraude Gemiddeld is 1 procent van de bevolking van het gebied van de Eenheid Rotterdam in 2013 slachtoffer van identiteitsfraude (onterecht gebruik van persoonsgegevens voor financieel gewin). Dat ligt iets hoger dan het slachtofferschap in Rotterdam (0,9 procent van de bevolking). Tussen de gemeenten zijn er grote verschillen. Het hoogste percentage slachtofferschap is er in Strijen (5,1 procent van de bevolking), terwijl er in Papendrecht en Alblasserdam geen slachtoffers zijn.

86


Figuur 7.2

Slachtofferschap van identiteitsfraude (percentage) I dentiteitsfraude

rangorde

2013

2013

Rotterdam

0,9

14

Dordrecht

1,5

30

Schiedam

1,1

19

Vlaardingen

1,0

16

Spijkenisse

1,3

27


1,2

24

Barendrecht

0,8

11

Ridderkerk

1,4

29

Zwijndrecht

0,7

9

Hellevoetsluis

1,0

17

Gorinchem

0,8

12

Papendrecht

0,0

1

Maassluis

0,6

7


3,0

31

Hendrik-Ido-Ambacht

0,7

10

Sliedrecht

0,9

15

Lansingerland

1,1

20

Oud-Beijerland

0,5

5

Leerdam

1,2

25

Alblasserdam

0,0

1

Binnenmaas

1,1

21

Albrandswaard

1,2

26


1,0

18

Brielle

0,2

3

Westvoorne

0,6

8

Cromstrijen

0,8

13

Strijen

5,1

33

Goeree-Overflakkee

1,1

22

Molenwaard

1,1

23

Giessenlanden

3,4

32

Zederik

1,3

28

Bernisse

0,5

6

Korendijk

0,3

4

Eenheid Rotterdam

1,0 0

5

10

87


7.1.3 Koop- en verkoopfraude In 2013 was 2,9 procent van de bevolking van het gebied van de Eenheid Rotterdam slachtoffer van koop- of verkoopfraude (oplichting via internet bij het kopen of verkopen van goederen, bijvoorbeeld doordat gekochte goederen niet geleverd werden of niet betaald werd voor geleverde diensten). Ook bij deze vorm van internetcriminaliteit zijn er grote verschillen tussen gemeenten. De meeste slachtoffers zijn er relatief gezien in Hendrik-Ido-Ambacht, waar 6,4 procent van de bevolking slachtoffer van koop- of verkoopfraude was. In Zwijndrecht zijn er geen slachtoffers van deze criminaliteit.

88


Figuur 7.3

Slachtofferschap van koop- en verkoopfraude (percentage) Koop- en verkoopfraude

rangorde

2013

2013

Rotterdam

2,6

10

Dordrecht

2,7

12

Schiedam

3,0

15

Vlaardingen

3,1

19

Spijkenisse

3,0

16


2,4

6

Barendrecht

3,8

24

Ridderkerk

2,7

13

Zwijndrecht

0,0

1

Hellevoetsluis

3,1

20

Gorinchem

2,5

9

Papendrecht

4,5

29

Maassluis

2,0

4


2,4

7

Hendrik-Ido-Ambacht

6,4

33

Sliedrecht

2,6

11

Lansingerland

3,9

25

Oud-Beijerland

2,7

14

Leerdam

3,4

21

Alblasserdam

5,2

32

Binnenmaas

1,9

3

Albrandswaard

2,4

8


3,6

23

Brielle

2,0

5

Westvoorne

4,6

30

Cromstrijen

3,0

17

Strijen

0,8

2

Goeree-Overflakkee

3,9

26

Molenwaard

3,0

18

Giessenlanden

4,2

28

Zederik

4,0

27

Bernisse

3,4

22

Korendijk

4,9

31

Eenheid Rotterdam

2,9 0

5

10

89


7.1.4 Hacken In 2013 ligt het slachtofferschap van hacken in het gebied van de Eenheid Rotterdam op 6,0 procent. In Korendijk en Zederik zijn er relatief de meeste slachtoffers. Respectievelijk 8,8 procent en 8,7 procent van de bevolking was slachtoffer van hacken. Inwoners van Giessenlanden (3,3 procent van de bevolking) en Zwijndrecht (3,6 procent van de bevolking) waren het minst vaak slachtoffer van hacken.

90


Figuur 7.4

Slachtofferschap van hacken (percentage) Hacken

rangorde

2013

2013

Rotterdam

5,9

15

Dordrecht

5,9

16

Schiedam

6,5

24

Vlaardingen

7,5

28

Spijkenisse

6,1

18


7,3

27

Barendrecht

5,6

10

Ridderkerk

5,5

9

Zwijndrecht

3,6

2

Hellevoetsluis

6,3

22

Gorinchem

6,7

26

Papendrecht

6,4

23

Maassluis

4,1

3


5,6

11

Hendrik-Ido-Ambacht

6,0

17

Sliedrecht

5,2

8

Lansingerland

8,0

30

Oud-Beijerland

4,4

5

Leerdam

7,5

29

Alblasserdam

5,8

14

Binnenmaas

4,1

4

Albrandswaard

8,0

31


5,6

12

Brielle

5,6

13

Westvoorne

6,1

19

Cromstrijen

4,5

6

Strijen

6,6

25

Goeree-Overflakkee

6,1

20

Molenwaard

4,5

7

Giessenlanden

3,3

1

Zederik

8,7

32

Bernisse

6,2

21

Korendijk

8,8

33

Eenheid Rotterdam

6,0 0

5

10

91


7.1.5 Cyberpesten Van cyberpesten was in 2013 3,7 procent van de inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam het slachtoffer. Dat is vrijwel gelijk aan het slachtofferschap in Rotterdam, waar 3,8 procent van de inwoners slachtoffer was van cyberpesten. Het slachtofferschap is het hoogst in HendrikIdo-Ambacht (7,8 procent van de bevolking) en Leerdam (6,6 procent van de bevolking). Het laagste slachtofferschap was er in Hardinxveld-Giessendam en Cromstrijen (beide 1,5 procent van de bevolking).

92


Figuur 7.5

Slachtofferschap van cyberpesten (percentage) Cyberpesten

rangorde

2013

2013

Rotterdam

3,8

21

Dordrecht

3,1

11

Schiedam

5,4

31

Vlaardingen

3,4

15

Spijkenisse

3,3

14


4,2

29

Barendrecht

3,2

12

Ridderkerk

3,8

22

Zwijndrecht

3,7

20

Hellevoetsluis

4,0

24

Gorinchem

3,9

23

Papendrecht

4,0

25

Maassluis

3,6

19


1,7

4

Hendrik-Ido-Ambacht

7,8

33

Sliedrecht

4,0

26

Lansingerland

2,4

8

Oud-Beijerland

3,4

16

Leerdam

6,6

32

Alblasserdam

3,4

17

Binnenmaas

3,2

13

Albrandswaard

2,9

10


1,5

1

Brielle

2,2

7

Westvoorne

4,1

28

Cromstrijen

1,5

2

Strijen

1,6

3

Goeree-Overflakkee

4,0

27

Molenwaard

1,7

5

Giessenlanden

3,4

18

Zederik

2,0

6

Bernisse

4,7

30

Korendijk

2,5

9

Eenheid Rotterdam

3,7 0

5

10

93


7.2

Resumé

In totaal 12,1 procent van de inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam is slachtoffer geweest van cybercrime. De verschillen tussen de gemeenten zijn groot. Vooral inwoners van Hendrik-Ido-Ambacht, Leerdam en Korendijk waren relatief vaak slachtoffer. Relatief weinig inwoners van Zwijndrecht waren slachtoffer van cybercrime. Gemiddeld is 1 procent van de bevolking van het gebied van de Eenheid Rotterdam in 2013 slachtoffer van identiteitsfraude. Tussen de gemeenten zijn er grote verschillen. Het hoogste percentage slachtofferschap is er in Strijen, terwijl er in Papendrecht en Alblasserdam geen slachtoffers zijn. In 2013 was 2,9 procent van de bevolking van het gebied van de Eenheid Rotterdam slachtoffer van koop- of verkoopfraude. Ook bij deze vorm van internetcriminaliteit zijn er grote verschillen tussen gemeenten. De meeste slachtoffers zijn er relatief gezien in Hendrik-Ido-Ambacht. In 2013 ligt het slachtofferschap van hacken in het gebied van de Eenheid Rotterdam op 6,0 procent en dit is de vorm van internetcriminaliteit waarvan inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam het vaakst slachtoffer zijn. In Korendijk en Zederik zijn er relatief de meeste slachtoffers. Inwoners van Giessenlanden en Zwijndrecht waren het minst vaak slachtoffer van hacken. Van cyberpesten was in 2013 3,7 procent van de inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam het slachtoffer. Het slachtofferschap is het hoogst in Hendrik-Ido-Ambacht en Leerdam. Het laagste slachtofferschap was er in Hardinxveld-Giessendam en Cromstrijen.

94


95


8

Overlast

8.1

Beleving

Aan de steekproef van inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam zijn vragen voorgelegd over het ervaren van vormen van overlast. Het gaat dan om fysieke overlast, sociale overlast, verkeersoverlast en overlast van rondhangende jongeren. 8.1.1 Fysieke overlast Onder fysieke verloedering wordt verstaan bekladde muren of gebouwen, hondenpoep op straat of in de perken, rommel op straat en vernieling van straatmeubilair. Gemiddeld heeft 27,9 procent van de inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam veel last van een of meer vormen van fysieke verloedering in de buurt. In de grote steden ligt dit percentage hoger, het hoogst in Schiedam, met 36,7 procent. In de kleinere gemeenten hebben inwoners veel minder fysieke overlast, met uitzondering van Korendijk. Van de inwoners van Korendijk heeft 31,8 procent veel last van een of meer vormen van fysieke overlast.

96


Figuur 8.1 Veel overlast van een of meer vormen van fysieke verloedering (percentage ervaart vaak overlast) Veel overlast fysieke verloedering

rangorde

2013

2013

Rotterdam

32,0

32

Dordrecht

27,7

26

Schiedam

36,7

33

Vlaardingen

30,1

29

Spijkenisse

31,8

30


25,6

23

Barendrecht

18,6

6

Ridderkerk

24,4

18

Zwijndrecht

25,4

22

Hellevoetsluis

28,8

28

Gorinchem

22,8

12

Papendrecht

24,0

16

Maassluis

25,0

21


21,1

9

Hendrik-Ido-Ambacht

24,6

19

Sliedrecht

23,6

14

Lansingerland

23,6

15

Oud-Beijerland

28,4

27

Leerdam

27,4

25

Alblasserdam

20,4

8

Binnenmaas

16,2

2

Albrandswaard

23,5

13


26,4

24

Brielle

17,7

4

Westvoorne

24,1

17

Cromstrijen

21,9

10

Strijen

17,7

5

Goeree-Overflakkee

24,7

20

Molenwaard

17,4

3

Giessenlanden

9,4

1

Zederik

19,2

7

Bernisse

22,6

11

Korendijk

31,8

31

Eenheid Rotterdam

27,9 0

5

10 15 20 25 30 35 40

97


8.1.2 Sociale overlast Onder sociale overlast wordt hier verstaan overlast door dronken mensen op straat, door drugsgebruik of handel, door lastig vallen van mensen op straat en door rondhangende jongeren. Ook voor sociale overlast geldt dat deze globaal gezien in de grote steden het meeste voorkomt, met uitzondering van Dordrecht. Inwoners van Schiedam kregen het meest te maken met sociale overlast. Van de inwoners ervaart 20 procent veel overlast van een of meer vormen van sociale overlast. Dat is ruim boven het gemiddelde voor het gebied van de Eenheid Rotterdam. In dit gebied heeft 12,5 procent van de inwoners veel overlast van een of meer vormen van sociale overlast. Over het algemeen is de sociale overlast geringer voor inwoners van kleinere gemeenten.

98


Figuur 8.2 Veel overlast van een of meer vormen van sociale overlast (percentage ervaart vaak overlast) Veel sociale overlast

rangorde

2013

2013

Rotterdam

18,9

32

Dordrecht

8,3

21

Schiedam

20,0

33

Vlaardingen

13,3

31

Spijkenisse

12,1

28


13,0

29

Barendrecht

8,0

20

Ridderkerk

8,9

23

Zwijndrecht

9,0

24

Hellevoetsluis

8,7

22

Gorinchem

6,7

17

Papendrecht

4,3

6

Maassluis

7,9

19


6,1

14

Hendrik-Ido-Ambacht

4,0

5

Sliedrecht

11,1

27

Lansingerland

5,1

9

Oud-Beijerland

10,7

26

Leerdam

13,0

30

Alblasserdam

4,7

8

Binnenmaas

3,5

3

Albrandswaard

4,4

7


5,7

11

Brielle

6,3

15

Westvoorne

6,9

18

Cromstrijen

9,5

25

Strijen

3,7

4

Goeree-Overflakkee

5,8

12

Molenwaard

6,3

16

Giessenlanden

2,5

2

Zederik

1,9

1

Bernisse

5,5

10

Korendijk

5,9

13

Eenheid Rotterdam

12,5 0

5

10

15

20

99


8.1.3 Verkeersoverlast Onder verkeersoverlast wordt hier verstaan te hard rijden, agressief gedrag in het verkeer en parkeerproblemen in de buurt Ruim een derde (35,8 procent) van de inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam ervaart veel verkeersoverlast in de buurt. Inwoners van Schiedam ervaren de meeste overlast. Van de inwoners ervaart 44,1 procent overlast van een of meer vormen. Inwoners van kleinere gemeenten ervaren over het algemeen minder verkeersoverlast.

100


Figuur 8.3 Veel overlast van een of meer vormen van verkeersoverlast (percentage ervaart vaak overlast) Veel verkeersoverlast

rangorde

2013

2013

Rotterdam

38,7

30

Dordrecht

32,2

14

Schiedam

44,1

33

Vlaardingen

34,8

22

Spijkenisse

38,1

28


38,3

29

Barendrecht

31,7

12

Ridderkerk

36,6

26

Zwijndrecht

38,8

31

Hellevoetsluis

37,3

27

Gorinchem

28,3

5

Papendrecht

29,2

7

Maassluis

32,9

18


29,7

8

Hendrik-Ido-Ambacht

36,1

23

Sliedrecht

34,0

19

Lansingerland

30,2

9

Oud-Beijerland

34,1

20

Leerdam

39,5

32

Alblasserdam

36,5

24

Binnenmaas

27,0

3

Albrandswaard

27,6

4


36,5

25

Brielle

34,2

21

Westvoorne

31,6

11

Cromstrijen

32,8

17

Strijen

26,0

1

Goeree-Overflakkee

30,2

10

Molenwaard

32,2

15

Giessenlanden

26,6

2

Zederik

28,6

6

Bernisse

31,7

13

Korendijk

32,5

16

Eenheid Rotterdam

35,8 0

10

20

30

40

50

101


8.1.4 Overlast rondhangende jongeren Overlast door rondhangende jongeren is een van de vormen van sociale overlast en wordt hier apart gepresenteerd. Gemiddeld ervaart 8,7 procent van de inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam veel overlast van rondhangende jongeren. In Rotterdam en Schiedam ervaren inwoners veel meer overlast. In Rotterdam ervaart 13,0 procent veel overlast en in Schiedam is dit 12,5 procent. Over het algemeen is de ervaren overlast door rondhangende jongeren veel geringer in de kleinere gemeenten.

102


Figuur 8.4

Veel overlast van rondhangende jongeren (percentage ervaart veel overlast) Veel overlast rondhangende jongeren

rangorde

2013

2013

Rotterdam

13,0

33

Dordrecht

4,7

15

Schiedam

12,5

32

Vlaardingen

7,5

23

Spijkenisse

8,3

28


9,7

31

Barendrecht

6,6

21

Ridderkerk

7,6

24

Zwijndrecht

7,7

25

Hellevoetsluis

6,1

20

Gorinchem

5,7

19

Papendrecht

3,0

6

Maassluis

7,4

22


5,1

18

Hendrik-Ido-Ambacht

3,3

7

Sliedrecht

7,7

26

Lansingerland

4,6

13

Oud-Beijerland

8,3

29

Leerdam

9,2

30

Alblasserdam

4,4

11

Binnenmaas

2,8

5

Albrandswaard

2,6

4


3,9

9

Brielle

4,3

10

Westvoorne

4,6

14

Cromstrijen

7,9

27

Strijen

2,3

3

Goeree-Overflakkee

3,3

8

Molenwaard

4,5

12

Giessenlanden

1,8

2

Zederik

1,5

1

Bernisse

4,8

16

Korendijk

4,8

17

Eenheid Rotterdam

8,7 0

5

10

15

20

103


8.2

Resumé

Overlast van verkeer in de buurt is in het gebied van de Eenheid Rotterdam overlast waar inwoners het vaakst veel last van hebben. In het gehele gebied ervaart 35,8 procent hier veel overlast van. Inwoners van Schiedam ervaren het meest verkeersoverlast. Fysieke verloedering zorgt voor 27,9 procent van de inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam voor veel overlast. Dit percentage ligt hoger in de grote steden en is het hoogst in Schiedam. In kleinere gemeenten is deze overlast over het algemeen geringer. Ook sociale overlast komt globaal genomen het meest voor in de grote steden. In Schiedam is deze overlast het grootst, duidelijk groter dan gemiddeld in het gebied van de Eenheid Rotterdam. Hier heeft 12,5 procent veel overlast van sociale overlast. Een van de vormen van sociale overlast is overlast van rondhangende jongeren. Gemiddeld ervaart 8,7 procent van de inwoners van het gebied van de Eenheid hier veel overlast van. Met name in Rotterdam en Schiedam ervaren inwoners veel vaker veel overlast van rondhangende jongeren.

104


105


9

Leefbaarheid en veiligheidsbeleving

9.1

Leefbaarheid in woonbuurt

Aan de steekproef van inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam is gevraagd welk rapportcijfer ze geven voor de leefbaarheid in de buurt. Bovendien zijn hen stellingen voorgelegd die betrekking hebben op de voorzieningen in de buurt en op de sociale samenhang. 9.1.1 Rapportcijfer leefbaarheid Het gemiddelde rapportcijfer voor de leefbaarheid in de woonbuurt dat inwoners in het gebied van de Eenheid Rotterdam geven is 7,1. Dit gemiddelde wordt gedrukt door het rapportcijfer 6,9 dat inwoners van Rotterdam geven. Het laagste rapportcijfer geven inwoners van Schiedam, namelijk 6,7. Inwoners van kleinere gemeenten beoordelen de leefbaarheid in de woonbuurt (veel) beter. Het hoogste rapportcijfer (7,8) geven inwoners van Giessenlanden en Molenwaard.

106


Figuur 9.1

Rapportcijfer leefbaarheid in de woonbuurt (cijfer 1 - 10) Rapportcijfer leefbaarheid

rangorde

2013

2013

Rotterdam

6,9

32

Dordrecht

7,1

28

Schiedam

6,7

33

Vlaardingen

7,0

30

Spijkenisse

7,1

28


7,0

30

Barendrecht

7,5

8

Ridderkerk

7,3

20

Zwijndrecht

7,3

20

Hellevoetsluis

7,3

20

Gorinchem

7,3

20

Papendrecht

7,5

8

Maassluis

7,3

20


7,5

8

Hendrik-Ido-Ambacht

7,5

8

Sliedrecht

7,2

26

Lansingerland

7,6

5

Oud-Beijerland

7,5

8

Leerdam

7,2

26

Alblasserdam

7,3

20

Binnenmaas

7,7

3

Albrandswaard

7,6

5


7,5

8

Brielle

7,5

8

Westvoorne

7,7

3

Cromstrijen

7,5

8

Strijen

7,6

5

Goeree-Overflakkee

7,5

8

Molenwaard

7,8

1

Giessenlanden

7,8

1

Zederik

7,5

8

Bernisse

7,5

8

Korendijk

7,5

8

Eenheid Rotterdam

7,1 0

5

10

107


9.1.2 Fysieke voorzieningen Het oordeel over de fysieke voorzieningen in de buurt is uitgedrukt in een schaalscore, die is gebaseerd op de antwoorden op 5 stellingen, namelijk: in de buurt zijn: de wegen, paden en pleintjes goed onderhouden , zijn de perken, plantsoenen en parken goed onderhouden , is de buurt goed verlicht , zijn goede speelplekken voor kinderen en zijn goede voorzieningen voor jongeren . De schaalscore voor fysieke voorzieningen komt voor het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam uit op 6,2. Dat is iets hoger dan de score voor Rotterdam (6,1). De schaalscore varieert tussen gemeenten, onafhankelijk van de omvang en stedelijkheid. De hoogste score is er voor Barendrecht, Ridderkerk, Hendrik-Ido-Ambacht en Brielle (6,5) en de laagste voor Bernisse (5,5) en Westvoorne (5,9).

108


Figuur 9.2

Schaalscore fysieke voorzieningen in de buurt (cijfer 1 - 10) Fysieke voorzieningen in de buurt

rangorde

2013

2013

Rotterdam

6,1

22

Dordrecht

6,2

16

Schiedam

6,0

26

Vlaardingen

6,2

16

Spijkenisse

6,0

26


6,0

26

Barendrecht

6,5

1

Ridderkerk

6,5

1

Zwijndrecht

6,0

26

Hellevoetsluis

6,1

22

Gorinchem

6,4

5

Papendrecht

6,3

10

Maassluis

6,2

16


6,1

22

Hendrik-Ido-Ambacht

6,5

1

Sliedrecht

6,2

16

Lansingerland

6,4

5

Oud-Beijerland

6,3

10

Leerdam

6,2

16

Alblasserdam

6,4

5

Binnenmaas

6,4

5

Albrandswaard

6,3

10


6,0

26

Brielle

6,5

1

Westvoorne

5,9

32

Cromstrijen

6,3

10

Strijen

6,2

16

Goeree-Overflakkee

6,0

26

Molenwaard

6,3

10

Giessenlanden

6,4

5

Zederik

6,3

10

Bernisse

5,5

33

Korendijk

6,1

22

Eenheid Rotterdam

6,2 0

5

10

109


9.1.3 Sociale cohesie De sociale samenhang of cohesie in de buurt is een schaalscore die is gebaseerd op de antwoorden op 4 stellingen, namelijk de mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om , ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen , ik woon in een gezellige buurt waar veel saamhorigheid is en de mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks . De schaalscore voor het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam komt uit op 5,9. In de kleinere gemeenten is de schaalscore hoger dan in de grote steden. De hoogste schaalscore voor de sociale cohesie is die in Giessenlanden (7,4). De laagste schaalscores zijn er voor Rotterdam (5,5) en Schiedam (5,6).

110


Figuur 9.3

Schaalscore sociale cohesie buurt (cijfer 1 - 10) Sociale cohesie in de buurt

rangorde

2013

2013

Rotterdam

5,5

33

Dordrecht

5,9

25

Schiedam

5,6

32

Vlaardingen

5,8

29

Spijkenisse

5,7

30


5,7

30

Barendrecht

6,1

20

Ridderkerk

5,9

25

Zwijndrecht

5,9

25

Hellevoetsluis

5,9

25

Gorinchem

6,2

15

Papendrecht

6,0

23

Maassluis

6,2

15


6,2

15

Hendrik-Ido-Ambacht

6,0

23

Sliedrecht

6,2

15

Lansingerland

6,4

11

Oud-Beijerland

6,2

15

Leerdam

6,1

20

Alblasserdam

6,1

20

Binnenmaas

6,5

8

Albrandswaard

6,3

14


6,7

4

Brielle

6,4

11

Westvoorne

6,4

11

Cromstrijen

6,5

8

Strijen

6,6

6

Goeree-Overflakkee

6,6

6

Molenwaard

7,1

2

Giessenlanden

7,4

1

Zederik

7,1

2

Bernisse

6,5

8

Korendijk

6,7

4

Eenheid Rotterdam

5,9 0

5

10

111


9.2

Veiligheidsbeleving in woonbuurt en algemeen

Inwoners uit de steekproef zijn vragen voorgelegd over de veiligheidsbeleving in de woonbuurt en meer in het algemeen. Bovendien is gevraagd een rapportcijfer voor de veiligheid in de woonbuurt te geven. 9.2.1 Veiligheid woonbuurt Inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam geven gemiddeld een 6,9 als rapportcijfer voor de veiligheid van de woonbuurt. Inwoners van vijf grote gemeenten geven lagere rapportcijfers voor de veiligheid in hun woonbuurt. Inwoners van Rotterdam en Schiedam geven een 6,5, inwoners van Vlaardingen een 6,6, inwoners van Spijkenisse een 6,7 en inwoners van Capelle aan den IJssel een 6,8. Hoge rapportcijfers worden gegeven door inwoners van kleinere gemeenten. Het hoogste rapportcijfer geven inwoners van Giessenlanden (7,8).

112


Figuur 9.4

Rapportcijfer voor veiligheid woonbuurt (cijfer 1 - 10) Rapportcijfer veiligheid woonbuurt

rangorde

2013

2013

Rotterdam

6,5

32

Dordrecht

7,0

25

Schiedam

6,5

32

Vlaardingen

6,6

31

Spijkenisse

6,7

30


6,8

29

Barendrecht

7,1

21

Ridderkerk

7,0

25

Zwijndrecht

7,2

18

Hellevoetsluis

7,1

21

Gorinchem

7,2

18

Papendrecht

7,3

12

Maassluis

7,0

25


7,4

9

Hendrik-Ido-Ambacht

7,3

12

Sliedrecht

7,1

21

Lansingerland

7,3

12

Oud-Beijerland

7,5

6

Leerdam

6,9

28

Alblasserdam

7,2

18

Binnenmaas

7,6

3

Albrandswaard

7,1

21


7,5

6

Brielle

7,4

9

Westvoorne

7,3

12

Cromstrijen

7,3

12

Strijen

7,6

3

Goeree-Overflakkee

7,4

9

Molenwaard

7,7

2

Giessenlanden

7,8

1

Zederik

7,6

3

Bernisse

7,3

12

Korendijk

7,5

6

Eenheid Rotterdam

6,9 0

5

10

113


9.2.2 Onveiligheidsgevoel in woonbuurt Wanneer inwoners wordt gevraagd of ze zich wel eens onveilig voelen in de eigen woonbuurt, ontstaat globaal het zelfde beeld als bij de vraag een rapportcijfer te geven voor de veiligheid in de buurt. Van de inwoners van Rotterdam voelt 30,7 procent zich wel eens onveilig in de woonbuurt en dat geldt voor 29,2 procent van de inwoners van Schiedam. Gemiddeld voelt 21,8 procent van de inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam zich wel eens onveilig in de eigen woonbuurt. Inwoners van de kleinere gemeenten voelen zich minder vaak onveilig in de eigen woonbuurt dan inwoners van de grote steden. Van de inwoners van Giessenlanden voelt 6,6 procent zich wel eens onveilig in de eigen buurt, wat het laagste percentage is van alle gemeenten.

114


Figuur 9.5

Onveiligheidsgevoel in woonbuurt ( percentage wel eens onveilig) Wel eens onveilig gevoel in woonbuurt

rangorde

2013

2013

Rotterdam

30,7

33

Dordrecht

18,4

27

Schiedam

29,2

32

Vlaardingen

28,7

31

Spijkenisse

23,2

30


19,0

29

Barendrecht

16,6

23

Ridderkerk

17,9

26

Zwijndrecht

10,5

9

Hellevoetsluis

16,9

24

Gorinchem

16,1

22

Papendrecht

9,4

6

Maassluis

18,6

28


13,5

16

Hendrik-Ido-Ambacht

14,8

19

Sliedrecht

12,7

15

Lansingerland

15,1

20

Oud-Beijerland

11,2

11

Leerdam

17,7

25

Alblasserdam

14,5

18

Binnenmaas

10,2

8

Albrandswaard

15,1

21


12,2

13

Brielle

10,0

7

Westvoorne

14,4

17

Cromstrijen

10,8

10

Strijen

7,3

2

Goeree-Overflakkee

11,6

12

Molenwaard

7,6

3

Giessenlanden

6,6

1

Zederik

9,3

5

Bernisse

12,3

14

Korendijk

7,8

4

Eenheid Rotterdam

21,8 0

5

10 15 20 25 30 35 40

115


9.2.3 Onveiligheidsgevoel s avonds Van alle inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam voelt 3,1 procent zich s avonds, wanneer er niemand anders thuis is, vaak onveilig. In Rotterdam, Leerdam, Schiedam en Vlaardingen ligt dit percentage aanzienlijk hoger. Het hoogst is het in Rotterdam, waar 4,7 procent van de bevolking zich in deze situatie vaak onveilig voelt. In de kleinere gemeenten komt dit onveiligheidsgevoel minder voor en in Papendrecht en Zederik komt het in het geheel niet voor.

116


Figuur 9.6 Onveiligheidsgevoel s avonds, w anneer alleen thuis ( percentage komt vaak voor) Vaak onveilig gevoel 's avonds thuis

rangorde

2013

2013

Rotterdam

4,7

33

Dordrecht

1,6

13

Schiedam

4,4

30

Vlaardingen

4,4

31

Spijkenisse

3,8

29


3,0

25

Barendrecht

3,4

28

Ridderkerk

1,2

9

Zwijndrecht

0,7

5

Hellevoetsluis

1,6

14

Gorinchem

2,5

24

Papendrecht

0,0

1

Maassluis

1,6

15


1,7

16

Hendrik-Ido-Ambacht

3,2

27

Sliedrecht

2,1

22

Lansingerland

1,9

20

Oud-Beijerland

1,7

17

Leerdam

4,5

32

Alblasserdam

1,7

18

Binnenmaas

0,8

7

Albrandswaard

1,3

10


0,5

4

Brielle

1,4

12

Westvoorne

2,1

23

Cromstrijen

3,1

26

Strijen

0,4

3

Goeree-Overflakkee

2,0

21

Molenwaard

1,3

11

Giessenlanden

0,7

6

Zederik

0,0

1

Bernisse

1,1

8

Korendijk

1,8

19

Eenheid Rotterdam

3,1 0

5

117


9.2.4 Angst slachtoffer te worden Van de inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam is 4,6 procent vaak bang om slachtoffer te worden van criminaliteit. Inwoners van de grote steden en dan vooral Rotterdam en Schiedam hebben deze angst vaker. In Rotterdam is 6,9 procent van de inwoners vaak bang om slachtoffer te worden van criminaliteit en in Schiedam is dit 6,6 procent. Over het algemeen zijn inwoners van kleinere gemeenten minder vaak bang om zelf slachtoffer te worden. Inwoners van Albrandswaard en Cromstrijen vormen in zekere zin een uitzondering. Zij zijn minder vaak bang om zelf slachtoffer te worden van criminaliteit, maar wel duidelijk vaker dan inwoners van andere kleine gemeenten.

118


Figuur 9.7 Bang om zelf slachtoffer te worden van criminaliteit ( percentage komt vaak voor) Vaak bang slachtoffer te worden

rangorde

2013

2013

Rotterdam

6,9

33

Dordrecht

2,4

14

Schiedam

6,6

32

Vlaardingen

5,7

30

Spijkenisse

5,7

31


4,5

28

Barendrecht

5,4

29

Ridderkerk

3,6

25

Zwijndrecht

2,1

12

Hellevoetsluis

3,4

22

Gorinchem

3,5

23

Papendrecht

2,6

17

Maassluis

3,0

19


1,2

6

Hendrik-Ido-Ambacht

0,0

1

Sliedrecht

3,3

20

Lansingerland

3,3

21

Oud-Beijerland

0,9

5

Leerdam

4,4

27

Alblasserdam

2,4

15

Binnenmaas

2,6

18

Albrandswaard

4,2

26


0,5

4

Brielle

1,9

11

Westvoorne

2,4

16

Cromstrijen

3,5

24

Strijen

0,2

2

Goeree-Overflakkee

2,1

13

Molenwaard

1,8

10

Giessenlanden

0,3

3

Zederik

1,2

7

Bernisse

1,6

9

Korendijk

1,2

8

Eenheid Rotterdam

4,6 0

5

10

119


9.2.5 Wel eens onveilig gevoel Van de inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam voelt 38,1 procent zich in het algemeen wel eens onveilig. Inwoners van de grote steden voelen zich vaker wel eens onveilig dan inwoners van de kleinere gemeenten, maar in verhouding zijn de verschillen geringer dan bij de specifieke vragen over onveiligheidsgevoelens. Inwoners van Schiedam voelen zich in de grootste mate wel eens onveilig. Bijna de helft (45,1 procent) voelt zich in het algemeen wel eens onveilig. Van de inwoners van Goeree-Overflakkee voelt 21,6 procent zich wel eens onveilig en dat is het laagste percentage binnen het gebied van de Eenheid Rotterdam.

120


Figuur 9.8

Voelt zich wel eens onveilig ( percentage ja) Wel eens onveilig gevoel

rangorde

2013

2013

Rotterdam

43,6

32

Dordrecht

36,2

25

Schiedam

45,1

33

Vlaardingen

41,9

31

Spijkenisse

40,0

29


35,9

23

Barendrecht

37,3

26

Ridderkerk

35,9

24

Zwijndrecht

38,8

28

Hellevoetsluis

34,1

19

Gorinchem

32,4

15

Papendrecht

26,0

3

Maassluis

41,3

30


33,9

18

Hendrik-Ido-Ambacht

37,9

27

Sliedrecht

29,4

9

Lansingerland

35,1

22

Oud-Beijerland

31,0

12

Leerdam

30,4

11

Alblasserdam

28,4

7

Binnenmaas

34,8

20

Albrandswaard

35,0

21


33,8

17

Brielle

26,9

5

Westvoorne

32,0

14

Cromstrijen

24,6

2

Strijen

28,6

8

Goeree-Overflakkee

21,6

1

Molenwaard

26,2

4

Giessenlanden

27,4

6

Zederik

30,3

10

Bernisse

31,6

13

Korendijk

33,0

16

Eenheid Rotterdam

38,1 0

10

20

30

40

50

121


9.2.6 Vaak onveilig gevoel Het deel van de bevolking dat zich vaak in het algemeen onveilig voelt, is veel kleiner dan het deel dat zich wel eens onveilig voelt. Gemiddeld gaat het in het hele gebied van de Eenheid Rotterdam om 2,4 procent van de inwoners. Inwoners van Schiedam en Rotterdam voelen zich in grotere mate vaak onveilig. Respectievelijk 4,0 procent en 3,7 procent voelt zich vaak onveilig. Van de inwoners van Hardinxveld-Giessendam en Strijen is er geen die zich vaak onveilig voelt.

122


Figuur 9.9

Voelt zich vaak onveilig ( percentage vaak) Vaak onveilig gevoel

rangorde

2013

2013

Rotterdam

3,7

32

Dordrecht

1,8

22

Schiedam

4,0

33

Vlaardingen

2,7

30

Spijkenisse

2,1

26


2,9

31

Barendrecht

1,3

14

Ridderkerk

1,3

15

Zwijndrecht

1,6

18

Hellevoetsluis

0,8

9

Gorinchem

2,0

25

Papendrecht

0,4

4

Maassluis

0,7

8


1,4

16

Hendrik-Ido-Ambacht

1,9

24

Sliedrecht

2,4

28

Lansingerland

1,6

19

Oud-Beijerland

0,4

5

Leerdam

1,8

23

Alblasserdam

1,6

20

Binnenmaas

1,0

10

Albrandswaard

1,6

21


0,0

1

Brielle

1,0

11

Westvoorne

1,0

12

Cromstrijen

2,3

27

Strijen

0,0

1

Goeree-Overflakkee

1,0

13

Molenwaard

0,6

6

Giessenlanden

0,3

3

Zederik

0,6

7

Bernisse

1,5

17

Korendijk

2,6

29

Eenheid Rotterdam

2,4 0

5

123


9.3

Resumé

Het gemiddelde rapportcijfer voor de leefbaarheid in de woonbuurt in het gehele gebied van de Eenheid Rotterdam is 7,1. Inwoners van Rotterdam en vooral Schiedam geven een lager rapportcijfer. Inwoners van kleinere gemeenten geven hogere rapportcijfers voor de leefbaarheid van de buurt dan inwoners van grote steden. Hetzelfde beeld is zichtbaar bij het oordeel over de sociale cohesie. De schaalscore voor Rotterdam en Schiedam is lager dan het gemiddelde voor het gebied van de Eenheid Rotterdam en die van de kleinere gemeenten is hoger. Voor het oordeel over de fysieke voorzieningen is er nauwelijks tot geen samenhang met de omvang van de gemeente. De laagste schaalscore is er zelfs voor de kleinere gemeenten Bernisse en Westvoorne. Inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam geven gemiddeld een 6,9 als rapportcijfer voor de veiligheid van de woonbuurt. Inwoners van 5 grote gemeenten geven lagere rapportcijfers voor de veiligheid in hun woonbuurt, met name die van Rotterdam en Schiedam. Hoge rapportcijfers worden gegeven door inwoners van kleinere gemeenten. Wanneer inwoners wordt gevraagd of ze zich wel eens onveilig voelen in de eigen woonbuurt, ontstaat globaal het zelfde beeld. Inwoners van de kleinere gemeenten voelen zich minder vaak onveilig in de eigen woonbuurt dan inwoners van de grote steden. In Rotterdam, Leerdam, Schiedam en Vlaardingen ligt het percentage inwoners dat zich, s avonds en alleen thuis, vaak onveilig voelt aanzienlijk hoger dan het gemiddelde. Inwoners van de grote steden en dan vooral Rotterdam en Schiedam zijn ook vaker bang om zelf slachtoffer te worden van criminaliteit. Van de inwoners van het gebied van de Eenheid Rotterdam voelt 38,1 procent zich in het algemeen wel eens onveilig. Inwoners van de grote steden voelen zich vaker wel eens onveilig dan inwoners van de kleinere gemeenten, maar in verhouding zijn de verschillen geringer dan bij de specifieke vragen over onveiligheidsgevoelens. Het deel van de bevolking dat zich vaak in het algemeen onveilig voelt, is veel kleiner dan het deel dat zich wel eens onveilig voelt. Gemiddeld gaat het in het hele gebied van de Eenheid Rotterdam om 2,4 procent van de inwoners. Inwoners van Schiedam en Rotterdam voelen zich in grotere mate vaak onveilig.

124


Bijlage 1 - Werkwijze De vragenlijst van de Veiligheidsmonitor bestaat uit 12 vragenblokken waarin verschillende onderwerpen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid aan bod komen. Tabel 1 geeft een overzicht hiervan. Tabel 0. Overzicht van vraagblokken in vragenlijst Veiligheidsmonitor. nr. vraagblokken 1

leefbaarheid woonbuurt

2

beleving overlast in de buurt

3

veiligheidsbeleving

4

slachtofferschap

5

tevredenheid laatste politiecontact

6

oordeel functioneren politie in de buurt

7

oordeel functioneren politie algemeen

8

oordeel functioneren gemeente

9

preventie

10

onveilige plekken

11

respectloos gedrag

12

achtergrondkenmerken

Voor dit onderzoek is door het CBS een aselecte steekproef getrokken van 38.448 inwoners1 uit de Gemeentelijke Basisadministraties (GBA) van de gemeenten binnen de Politie Eenheid Rotterdam. In de periode september tot en met november 2013 zijn de vragenlijsten uitgezet. De geselecteerde inwoners kregen een brief thuis met een persoonlijke uitnodiging voor deelname aan het onderzoek en konden vervolgens online de vragenlijst invullen. Aan non-responders is tweemaal een herinnering met papieren vragenlijst per post gestuurd. Als zij niet reageerden, werden zij nagebeld en telefonisch gemotiveerd om alsnog deel te nemen. In totaal hebben 14.795 van de geselecteerde inwoners een volledige vragenlijst ingevuld. Dit komt neer op een respons van 38,5 procent. Daarnaast hebben 2.735 inwoners deelgenomen aan de landelijke Veiligheidsmonitor. Deze zijn toegevoegd aan het respondentenbestand. De totale respons in de Politie Eenheid Rotterdam komt daarmee uit op 17.530. Daarvan heeft 47 procent de vragenlijst online ingevuld en 53 procent schriftelijk. In bijlage 2 zijn de achtergrondkenmerken van de respondenten opgenomen, alsmede de respons per gemeente.

1

Het betreft inwoners van 15 jaar en ouder in particuliere huishoudens. Dit is exclusief inwoners die verblijven in instellingen, inrichtingen en tehuizen.

125


Voor steekproefonderzoek is het van groot belang dat de steekproef op grond waarvan uitspraken worden gedaan zo veel mogelijk representatief is voor de populatie waarnaar wordt gegeneraliseerd. Dit is in de meeste gevallen een ideaal dat niet geheel kan worden bereikt. Verschillende factoren kunnen ervoor zorgen dat de behaalde respons in samenstelling afwijkt van de populatie als geheel. Deze afwijking kan geminimaliseerd worden door de respons te wegen. Weging is een rekenkundige bewerking, die ervoor zorgt dat een eventuele scheefheid van de respons ten opzichte van de populatie wordt gecorrigeerd. Dit gebeurt door bevolkingsgroepen die in de respons onder- dan wel oververtegenwoordigd zijn zwaarder of juist minder zwaar in de resultaten mee te laten tellen. Aan het databestand van de Veiligheidsmonitor is door het CBS een weging toegevoegd. In deze weging zijn onder andere de volgende kenmerken meegenomen: leeftijd, geslacht, huishoudgrootte, stedelijkheidsgraad en herkomst. In dit rapport wordt een groot deel van de resultaten uit de Veiligheidsmonitor gepresenteerd in de vorm van gewogen percentages, bijvoorbeeld het percentage dat slachtoffer van een misdrijf is geworden. De percentages hebben betrekking op persoonsniveau en de percentagebasis wordt gevormd door alle inwoners van 15 jaar en ouder van een gebied. Bij de berekening van de percentages in deze rapportage is de werkwijze van het CBS gevolgd: de weigert - en weet niet antwoorden zijn niet buiten beschouwing gelaten. De overige resultaten uit de Veiligheidsmonitor in dit rapport betreffen rapportcijfers (voor leefbaarheid en veiligheid) en schaalscores (voor fysieke kwaliteit en sociale cohesie). De rapportcijfers worden gepresenteerd in de vorm van het gewogen gemiddelde rapportcijfer. De schaalscores zijn cijfermatige samenvattingen van meerdere met elkaar samenhangende vragen. Bij de berekening van deze scores is de werkwijze van het CBS gevolgd: de waarde van iedere schaalscore varieert op een schaal tussen 0 en 10. Let op! Deze schaalscore staat niet gelijk aan een rapportcijfer, omdat de indicatoren zijn samengesteld op basis van percentages en niet op basis van rapportcijfers. Bij de berekening van de schaalscores zijn de weigert - en weet niet -antwoorden, eveneens conform CBS-werkwijze, wel buiten beschouwing gelaten. Meer (technische) informatie is te vinden op http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/7F48CF73-01A24B3B-A953-FFDCBE7E9D5B/0/2014veiligheidsmonitor2013pub.pdf

126


Bijlage 2 - Achtergrondkenmerken sekse respondent en geslacht

percentage

man

46,8%

vrouw

53,2%

totaal

100%

leeft ijd respondent en leeftijd

percentage

15/24 jr

9,2%

25/34 jr

10,6%

35/44 jr

13,5%

45/54 jr

17,9%

55/64 jr

20,4%

65/74 jr

18,1%

75/84 jr

8,6%

85 jr en ouder

1,8%

totaal

100%

herkomst respondent en herkomstgroep autochtoon

percentage 83,6%

marokko

0,7%

turkije

1,8%

suriname

2,3%

antillen/aruba

0,9%

overig niet westers

2,9%

westers allochtoon

7,9%

totaal

100%

127


huishoudgroot t e respondent en huishoudgrootte

percentage

1 persoon

17,9%

2 personen

44,5%

3 personen

15,5%

4 personen

15,7% 6,4%

5 of meer personen totaal

100%

opleidingsniveau respondent en opleiding

percentage

lager onderwijs

37,1%

middelbaar onderwijs

30,5%

hoger onderwijs

25,4%

onbekend totaal

7,0% 100%

respondent en, bet aald werk werkend

percentage

betaald werk

47,5%

waarvan > 12 uur/week

94,8%

soort woning respondent en soort

percentage

grondgebonden

66,5%

flat, boven/benedenwoning

28,7%

ander soort woning

2,2%

soort woning onbekend

2,7%

totaal

100%

woning respondent en, eigendom koop/huur

percentage

koopwoning

65,2%

huurwoning

32,9%

onbekend totaal

128

1,9% 100%

VEILIGHEIDSRAPPORTAGE REGIO ROTTERDAM 2014

Recommend Documents