Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam 2020
RR2020
Uitvoeringsprogramma RR2020
Meer Kwaliteit Meer Variatie Meer Tempo
RR2020 Uitvoeringsprogramma
Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam 2020
RR2020 Uitvoeringsprogramma RR2020
december 2005
Het Uitvoeringsprogramma RR2020 is op 22 november 2005 vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de stadsregio Rotterdam, op 13 december 2005 door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en op 21 december 2005 door de Regioraad van de stadsregio Rotterdam.
Uitvoeringsprogramma RR2020
Inhoud 1 Inleiding
5
2 Ruimtelijke programma’s en projecten (stadsregio)
9
2.1 Integrale ontwikkeling Noordas
2.2 Bedrijventerreinontwikkeling Zuidflank
11
9
2.3 Landelijk wonen
12
2.4 Knooppunten
12
2.5 Greenport B-driehoek
13
2.6 Rivierzoneprojecten
13
2.7 Gebiedsuitwerking Voorne
14
3 Sectorale programma’s (stadsregio)
15
3.1 Programma infrastructuur
15
3.2 Programma groen
18
3.3 Programma water
19
3.4 Programma wonen
20
3.5 Programma economie
24
3.6 Programma milieu
26
4 Gebiedsgerichte projecten (provincie en gemeenten)
29
4.1 Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam (IODS)
29
4.2 Driehoek Rotterdam-Zoetermeer-Gouda
29
4.3 Hoeksche Waard
30
4.4 Stedenbaan
31
4.5 Project Mainport Rotterdam
31
4.6 Rotterdam Centraal
32
4.7 Stadshavens
32
5 Uitvoeringsstrategie
35
5.1 Investeringsstrategie
35
5.2 Afspraken en commitment
36
5.3 Communicatie
37
5.4 Informatiebeheer en monitoring
37
5.5 Toetsing en advisering
38
5.6 Implementatiefase
39
Uitvoeringsprogramma RR2020
1
Inleiding Met het Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam 2020,
Tien punten voor de regio Rotterdam
kortweg RR2020, willen de provincie Zuid-Holland
Samenvatting van de ontwikkelingsstrategie (hoofdstuk 4, RR2020)
en de stadsregio Rotterdam meer kwaliteit, meer
De Noordas – de zone tussen Vlaardingen en de Zuidplaspolder
variatie en meer tempo brengen in de regionale
die zich verder kan ontwikkelen tot een divers stedelijk woon- en
ontwikkeling. Dat is hard nodig om de doelstel-
werkgebied. Als deel van de binnenflank van de Randstad biedt de
lingen van het plan te verwezenlijken: het verbe-
Noordas in het bijzonder groeikansen voor de kennis- en dienstene-
teren van de kwaliteit van de woon- en leefom-
conomie.
geving, het versterken en diversifiëren van het
De Zuidflank – het deltalandschap tussen de Maasvlakte en de
ruimtelijk-economisch ontwikkelingsperspectief
Hoeksche Waard, waar landschapsontwikkeling voor recreatie,
en het inspelen op de sociaal-culturele diversi-
water en natuur samengaat met groeimogelijkheden voor het
teit, zodanig dat de sociale samenhang toeneemt.
haven- en industriecomplex.
De regio moet voor grotere groepen mensen en
Internationaal Centrum Rotterdam – een cultuur- en zaken
meer soorten bedrijven een goede woon- of vesti-
centrum waar nieuwe topmilieus voor wonen en werken kunnen
gingsplaats zijn, die voldoet aan de hoge eisen die
komen (‘versterken’), dat zijn vleugels naar knooppunten verderop
mensen en ondernemingen in de 21e eeuw stellen.
uitslaat (‘verbreden’) en dat per hectare steeds intensiever gebruikt
Dat is een voorwaarde voor de leefbaarheid, duur-
wordt (‘verdichten’).
zaamheid en vitaliteit van de regio. Deze doelstel-
Greenport B-driehoek – een hoogwaardig glastuinbouwcomplex
lingen zijn uitgewerkt in ‘tien punten voor de regio
voor duurzame productie en de ontwikkeling van kennis, ingepast
Rotterdam’: vijf gebiedsgerichte opgaven en vijf
in een groen en suburbaan woongebied.
thematische opgaven die samen de kern vormen
Rivierzones – innoverende stedelijke ontwikkeling op de meest
van de regionale ontwikkelingsstrategie. Dit tien-
markante plekken van de regio: de oevers van de grote rivieren.
puntenplan leidt in RR2020 tot een uitvoerings
Woon- en werkmilieus op die plekken zullen aantrekkelijk zijn
agenda van ruim twintig projecten en programma’s
vanwege het nauwe contact met de haven en de scheepvaart, maar in
met regionale betekenis.
hun ontwerp rekening houden met de milieuinvloeden daarvan.
De provincie en de stadsregio hebben het plan eind
veelzijdiger aanbod van woonmilieus, in het bijzonder door bij
Trendbreuk in de herstructurering – de omslag naar een
2005 vastgesteld. Dat is gebeurd na een inten-
de herstructurering van naoorlogse woonwijken meer eengezins
sieve voorbereiding, waaraan veel partijen in de
woningen en stedelijke appartementen terug te bouwen.
regio hebben bijgedragen: inwoners, maatschap-
Pro-actieve aanpak van de milieuproblematiek – een methode
pelijke organisaties, gemeenten, waterschappen.
voor stedelijke ontwikkeling in gebieden met sterke milieu-invloeden,
De provincie en de stadsregio ontlenen daar het
waarbij het onderste uit de kan wordt gehaald om bij nieuwe woning-
vertrouwen aan dat de uitgangspunten en oplos-
bouw lawaai en luchtverontreiniging buiten de deur te houden.
singen van RR2020 breed worden gedeeld. Maar
Offensieve aanpak van groen en water – het voortvarend
pas na het vaststellen van het plan begint het
aanleggen van nieuwe natuur- en recreatievoorzieningen en
echte werk. Dan begint de uitvoering.
gebieden om water op te slaan, door drie landschappen in te richten als regioparken, het landschappelijke karakter van Voorne-Putten te versterken en nieuwe financieringsbronnen aan te boren.
Nieuwe wettelijke context
Investeren in de versterking van infrastructuur en knoop-
Het lijdt geen twijfel dat samenwerking in de uitvoe-
punten – bereikbaarheid is een voorwaarde voor iedere stedelijke
ring noodzakelijk is om de ambities waar te maken
ontwikkeling. Om die reden omvat de ontwikkelingsstrategie inves-
en het gewenste kwaliteitsniveau te bereiken. Par-
teringen in openbaar vervoer en snelwegen, en zullen de zeven
tijen die bij de regionale ontwikkeling betrokken zijn,
best bereikbare plekken (knooppunten) een intensieve stedelijke
moeten voor de uitvoering de handen ineen slaan. Uit
ontwikkeling doormaken.
RR2020 vloeit een groot aantal complexe en integrale
Versterken van de Zuidvleugelstructuur – de regio maakt
opgaven voort. Intussen veranderen de maatschap-
deel uit van de Zuidvleugel van de Randstad. Sommige projecten
pelijke en bestuurlijke verhoudingen. Marktpartijen
op Zuidvleugel-niveau liggen gedeeltelijk of helemaal buiten
raken eerder en intensiever bij de ruimtelijke ontwik-
het grondgebied van de regio, maar maken deel uit van de
keling betrokken, woningbouwcorporaties hebben
ontwikkelingsstrategie van RR2020, zoals de Zuidplaspolder en de
hun taakveld verbreed en overheden zoeken vaker de
noordzijde van de Hoeksche Waard. De provincie ontwikkelt hier
samenwerking, onder meer in het Bestuurlijk Platform
samen met de betrokken regionale en gemeentelijke overheden
Zuidvleugel. Met de Nota Ruimte en de herziening van
een aanpak voor.
de Wet op de ruimtelijke ordening heeft het rijk zijn
weg de meeste gevallen gemeenten verantwoordelijk
rol als regisseur over het verstedelijkingsprogramma
zijn. Een klein aantal van deze projecten heeft ook op
losgelaten. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden
zichzelf, buiten de programma’s om, een groot belang
zijn gedecentraliseerd en er ontstaan betere moge-
voor de ontwikkeling van de regio als geheel. In prin-
lijkheden voor een ontwikkelingsgerichte planologie.
cipe trekken gemeenten ook deze projecten. Als het
De stadsregio krijgt een nieuwe wettelijke basis na de
project de grenzen van de regio overschrijdt, ligt de
vervanging van de Kaderwet Bestuur in Verandering
verantwoordelijkheid bij de provincie. De uitvoerings-
door de Wet gemeenschappelijke regelingen-plus
projecten die hieruit zullen voortvloeien, zullen in prin-
(de Wgr+).
cipe weer door gemeenten worden opgepakt.
Sturen op kwaliteit en samenhang
Projecten die op zichzelf primair een lokale bete-
In dit sterk in beweging zijnde speelveld, neemt de
kenis hebben, volgt de stadsregio alleen via de
stadsregio de verantwoordelijkheid voor de aansturing
ruimtelijke en sectorale programma’s. De provincie
van projecten en programma’s met regionale beteke-
toetst deze projecten via de bestemmingsplan- of
nis op kwaliteit en samenhang. Het regionale schaalni-
artikel 19-procedure aan het planologisch kader
veau is tenslotte het meest geëigende om een samen-
van RR2020. De stadsregio adviseert hierbij. Na de
hangende regionale ontwikkeling te bevorderen. De
inwerkingtreding van de nieuwe Wet op de ruim-
stadsregio is daarom bestuurlijk verantwoordelijk
telijke ordening verandert de methode van hand
voor dit uitvoeringsprogramma, hoewel het in nauwe
having van het planologisch kader.
samenwerking met de provincie is opgesteld.
Periodiek voortgangsbesluit Dat gebeurt langs twee lijnen: via ruimtelijke program
Dit uitvoeringsprogramma markeert de start van
ma’s, gericht op het totstandbrengen van speerpunten
de uitvoering. Gedurende de uitvoering neemt de
in de regionale ontwikkeling, en via sectorale pro-
stadsregio periodiek een voortgangsbesluit. Bij
gramma’s, waarin de programmering van de verschil-
die gelegenheid wordt het uitvoeringsprogramma
lende beleidssectoren wordt afgestemd en bewaakt.
aangepast aan de voortgang van de projecten.
De ruimtelijke en sectorale programma’s bestaan elk
Ook als een of meer van de tien punten van de
uit talloze ruimtelijke projecten, waarvoor in verre-
regionale ontwikkelingsstrategie een onvoorziene
Tabel 1.1 Het uitvoeringsprogramma, verdeeld naar verantwoordelijkheid en karakter Provincie verantwoordelijk
Stadsregio verantwoordelijk
Gemeente(n) verantwoordelijk
Ruimtelijke programma’s
- Zuidvleugelprogramma - Glas-as - Stedenbaan
- Integrale Ontwikkeling Noordas - Bedrijventerreinen Zuidflank - Landelijk wonen - Knooppunten - Greenport B-driehoek - Rivierzoneprojecten
(Uitvoering van afzonderlijke projecten door gemeenten)
Sectorale programma’s
- Programma groen (deels, o.m. regioparken) - Programma water (toets)
- Programma infrastructuur - Programma groen (deels) - Programma water (voortgangs rapportage) - Programma wonen - Programma economie - Programma milieu
(Uitvoering van afzonderlijke projecten door gemeenten)
Gebiedsgerichte projecten
- Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam - Driehoek Rotterdam- Zoetermeer-Gouda - Hoeksche Waard - Stedenbaan - Project Mainport Rotterdam (groen)
- Gebiedsuitwerking Voorne
- Rotterdam Centraal - Stadshavens - Project Mainport Rotterdam (BRG en landaanwinning)
Uitvoeringsprogramma RR2020
Figuur 1.1 Het uitvoeringsprogramma RR2020 1 Rotterdam Centraal
8 Noordas
tendens vertoont, bijvoorbeeld een vertraging
2 Stadshavens
9 Bedrijventerreinen Zuidflank
of een kwaliteit die afwijkt van de voorgenomen
3a PMR (BRG en landaanwinning)
10 Landelijk wonen
ontwikkeling, zal dat consequenties hebben voor
3b PMR (750 ha groen)
11 Knooppunten
de inrichting van een of meer van de twintig
4 IODS
12 Greenport B-driehoek
projecten en programma’s. Het periodieke voort-
5 RZG Zuidplas
13 Rivierzoneprojecten
gangsbesluit is ook het moment waarop een project
6 Hoeksche Waard
14 Gebiedsuitwerking Voorne
of programma beëindigd kan worden, dan wel toegevoegd kan worden. Daarmee is het ook een
7 Stedenbaan
sturings- en monitoringsinstrument. Ruimtelijke programma’s
Implementatiefase in 2006
stadsregio verantwoordelijk
Dit uitvoeringsprogramma geeft verder invulling
Gebiedsgerichte projecten
de provincie en gemeenten. Het vormt onder meer
aan de taak- en rolverdeling tussen de stadsregio, de basis voor nieuwe uitvoeringsafspraken, die de
stadsregio/gemeente verantwoordelijk
stadsregio de komende maanden wil maken met Gebiedsgerichte projecten
gemeenten en andere betrokken partijen. Daartoe
provincie verantwoordelijk
benoemt dit uitvoeringsprogramma de inhoudelijke prioriteiten in de uitvoering en beschrijft het welke sturingsmiddelen de stadsregio inzet om
het beoogde resultaat te bereiken. Dat gebeurt
slothoofdstuk is aangegeven hoe de stadsregio
voor elk van de in totaal twintig projecten en
vorm geeft aan de uitvoering: welke investerings-
programma’s met regionale betekenis. Bestaande
strategie wordt gevoerd, welke instrumenten de
afspraken worden in principe gerespecteerd. Bij het
stadsregio ter beschikking staan, wat dat op hoofd-
opstellen van RR2020 hebben provincie en stads-
lijnen voor de organisatie betekent, enzovoort.
regio zich rekenschap gegeven van deze bestaande
De komende maanden zal de implementatie van
afspraken. Waar afwijkingen noodzakelijk bleken, is
de in het uitvoeringsprogramma genoemde voor-
dat expliciet aangegeven.
nemens voorbereid worden, zodat ze medio 2006 operationeel zijn.
Het uitvoeringsprogramma vormt ook de basis voor de afspraken over de uitvoeringsstrategie tussen de stadsregio en de provincie. In het
Tabel 1.2 Relatie regionale ontwikkelingsstrategie en projecten/programma’s met regionale betekenis Tienpuntenplan (regionale ontwikkelingsstrategie)
Stadsregionale sturing via:
1 – Noordas, diversiteit op de binnenflank van de Randstad
-
Integrale Ontwikkeling Noordas Landelijk wonen Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam Driehoek Rotterdam-Zoetermeer-Gouda Project Mainport Rotterdam (150 ha groen) Sectorale programma’s
2 – Zuidflank: deltalandschap
-
Bedrijventerreinen Zuidflank Landelijk wonen Gebiedsuitwerking Voorne-Putten Project Mainport Rotterdam (600 ha groen) Project Mainport Rotterdam (landaanwinning/BRG) Hoeksche Waard Sectorale programma’s
3 – Internationaal Centrum Rotterdam: versterken, verbreden, verdichten
- Rotterdam Centraal - Knooppunten - Sectorale programma’s
4 – Greenport B-driehoek: duurzaam glaslandschap
- Greenport B-driehoek - Sectorale programma’s
5 – Rivierzones: benutten van de regionale kanskaart
- Rivierzoneprojecten - Stadshavens - Sectorale programma’s
6 – Trendbreuk in de herstructurering
- Programma wonen
7 – Pro-actieve aanpak van de milieuproblematiek
- Rivierzones - Knooppunten - Programma milieu
8 – Offensieve aanpak van groen en water
-
Programma groen Programma water Landelijk wonen Project Mainport Rotterdam (groen)
9 – Investeren in de versterking van infrastructuur en knooppunten
-
Programma infrastructuur Knooppunten Stedenbaan Programma milieu
10 – Versterken van de Zuidvleugelstructuur
-
Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam Driehoek Rotterdam-Zoetermeer-Gouda Hoeksche Waard Stedenbaan
Uitvoeringsprogramma RR2020
2
Ruimtelijke programma’s en projecten (stadsregio) De grootste vernieuwing in de uitvoeringsagenda
zone te versterken en om de aansluiting van
van RR2020 zit in de definitie van zeven ruimtelijke
de projecten met de strategie voor de Noordas
programma’s en projecten. Dit zijn thematische
(‘diversiteit op de binnenflank van de Randstad’)
opgaven die verschillende delen van het grondge-
te bewaken. Om dat te bereiken is een duidelijke
bied van de regio betreffen, en waarin een gebun-
prioriteitenstelling nodig: een eenduidige inzet
delde inzet van sectorale programma’s noodzakelijk
van middelen en bestuurskracht rond een beperkt
is om het beoogde resultaat te bereiken. De pro-
aantal projecten.
gramma’s omvatten elk verscheidene projecten. De stadsregio neemt niet zelf de uitvoering ter hand.
In eerste instantie is de inzet vooral gericht op
Dat blijft in hoofdzaak een verantwoordelijkheid van
projecten in de Noordrand van Rotterdam, waar de
gemeenten. Wel neemt de stadsregio deel aan de
Groenzone Noordrand kruist met de zone kennis-
gebiedsontwikkeling en trekt indien nodig het initia-
clusters en waar veel geïnvesteerd moet worden
tief naar zich toe door gebiedsontwikkelingsplannen
in infrastructuur. Omdat een goede bereikbaarheid
op te stellen. De stadsregio is bovendien verant-
een voorwaarde is voor de beoogde aansluiting
woordelijk voor de programmatische samenhang
op de randstadgeoriënteerde kennis- en diensten
tussen ontwikkelingsprojecten binnen het ruimte-
economie, heeft een tempoversnelling in de plan-
lijke programma. De zeven ruimtelijke programma’s
voorbereiding van de A13/A16-verbinding (een
hangen volgens tabel 2.1 samen met de tien punten
rijksproject) en enkele regionale wegen prioriteit.
uit de regionale ontwikkelingsstrategie.
De Groenzone Noordrand moet in 2010 grotendeels gerealiseerd zijn of in uitvoering zijn genomen. Dat geldt voor 622 van de in totaal 712 hectare natuur-
2.1 Integrale ontwikkeling Noordas
en recreatiegebied.
Opgave
Stand van zaken
In de Noordas komen veel projecten samen (zie
Op dit moment is er onvoldoende samenhang in de
ook figuur 2.1), waaronder Groenzone Noord-
planning tussen de projecten. Recente woningbouw
rand (de ‘intermediaire zone’), kennisclusters
in de B-driehoek en bedrijventerreinen vereisen
(geconcentreerd in de zone tussen TU Delft/Tech-
tijdige bereikbaarheid door oplevering van natio-
nopolis en het Brainpark in Kralingen) en een
nale en regionale infrastructuurprojecten en vice
groot aantal infrastructuuropgaven (zoals de
versa. Daarnaast bestaat het risico van onder-
A13/A16-verbinding en Rotterdam Airport). Aan
linge concurrentie tussen de bedrijvenlocaties.
de flanken raakt de Noordas aan de ontwikkeling
Schieveen, Oudeland, Zestienhoven en Rotterdam
van de Zuidplaspolder en de Integrale Ontwikke-
Airport zetten, evenals Technopolis buiten de
ling Delft-Schiedam. De opgave van het ruimtelijke
regio, merendeels in op hoogwaardige bedrijven
programma ‘Integrale ontwikkeling Noordas’ is
en kantoren. Het geplande aanbod overstijgt de
om de samenhang tussen alle projecten in deze
huidige marktvraag aanzienlijk.
Tabel 2.1 Relatie ruimtelijke programma’s en projecten met regionale ontwikkelingsstrategie Programma
Verantwoordelijk
Referentie voor stadsregionale aansturing
Integrale ontwikkeling Noordas
stadsregio
1 – Noordas: diversiteit op de binnenflank van de Randstad
Bedrijventerreinen Zuidflank
stadsregio
2 – Zuidflank: deltalandschap
Landelijk wonen
stadsregio
1 – Noordas: diversiteit op de binnenflank van de Randstad 2 – Zuidflank: deltalandschap 8 – Offensieve aanpak van groen en water
Rivierzoneprojecten
stadsregio
5 – Rivierzones: benutten van de regionale kanskaart 7 – Pro-actieve aanpak van de milieuproblematiek
Knooppunten
stadsregio
3 – Internationaal Centrum Rotterdam: versterken, verbreden, verdichten 9 – Investeren in de versterking van infrastructuur en knooppunten
Greenport B-driehoek
stadsregio
4 – Greenport B-driehoek: duurzaam glaslandschap
Gebiedsuitwerking Voorne
stadsregio
2 – Zuidflank: deltalandschap
Figuur 2.1 Projecten Noordas
Intermediaire zone
Infrastructuur
a Invulling groengebieden
e1 N470
Sturing
e2 IODS (A4-noord)
De projecten in deze zone worden uitgevoerd door
Knooppuntdifferentiatie
e3 Verbreden Doenkade
verschillende partijen: gemeenten, provincie of rijk.
b1 Vijfsluizen
e4 -HOV Alexander - Delft
Bovendien behelzen de projecten veel verschillende
b2 Schieveste
-Oosttangent
beleidssectoren. Door deze bestuurlijk complexe
b3 Knooppunt Rotterdam Airport
-Noordtangent
situatie ontstaat er een grote behoefte aan een
b4 Brainpark centrum
e5 A13-16
sterke programmatische sturing. Vooral de wissel-
b5 Alexander
e6 Delen A13 & A20 stadsautoweg
werking tussen infrastructuur en groen aan de ene kant en vastgoedontwikkeling (kantoren, bedrijven,
e7 Vergroten capaciteit A20
woningen) aan de andere kant moet worden
Kennisclusters c1 Technopolis + TUD
Zuidplaspolder
verbeterd. De beoogde kwaliteit van de woon- en
c2 - Knooppunt R’dam Airport
d1 Landschapsontwikkeling
werkmilieus is sterk afhankelijk van tijdige inves-
- Rotterdam Airport
d2 Woon- en werkmilieus aan bypass stedenbaan
teringen in groen en infrastructuur. De stadsregio
- Science businesspark Schieveen
d3 Verbinding A20 -A12
organiseert de programmatische sturing door aan
d4 Bypass stedenbaan
te sturen op goede afspraken tussen alle betrokken
c3 Kralingse Zoom (EUR)
Studieproject s1 Stadsetalage
d5 Studie parkway Doenkade - Zuidplas
partijen, daarbij de kwaliteitsambitie voor de
d6 Landelijke woonmilieus, gekoppeld aan land-
Noordas voortdurend scherp in het oog te houden, de inzet van het planologische instrumentarium
schappelijke kwaliteiten
te organiseren en de fasering van investeringen in groen en infrastructuur af te stemmen en te bewaken.
Uitvoeringsprogramma RR2020
10
2.2 Bedrijventerreinontwikkeling Zuidflank
Concreet gaat dat om de volgende speerpunten:
•
het organiseren van een ‘bestuurlijke tafel’ om op basis van inspiratie, creativiteit en gezamenlijk optrekken de ambitie voor de Noordas naar een
Opgave
hoger plan te tillen. Aan de ‘bestuurlijke tafel’
Het RR2020 wijst naast de Waalhaven (onderdeel van
komen onder meer aan de orde:
Stadshavens) drie locaties op de Zuidflank aan voor
- de ontwikkeling van de A13-kennisboulevard;
de ontwikkeling van een regionaal bedrijventerrein:
- de lobby naar externe partijen voor financiering
Ridderster, Bernisse en Brielle. De opgave voor het
en ontwikkelcapaciteit;
stadsregionale programma ‘bedrijvenontwikkeling
- de gezamenlijke marketing van de gebiedsont-
Zuidflank’ is om de ontwikkeling van deze terreinen op te starten via gebiedsontwikkelingsplannen en de
wikkeling;
programmatische samenhang in lijn te houden met
- de voorbereiding van ontwikkelingen op langere termijn zoals de A20/spoorzone, Stadsetalages
de ruimtelijke strategie voor de Zuidflank (‘deltaland-
en HSL-shuttlestop;
schap’). Concreet gaat het daarbij om:
• het
• een
opzetten van een ontwikkelingsvisie en op
typering die aansluit bij het havengeoriënteerde
basis daarvan komen tot bindende afspraken met
logistiek-industriële complex waar dit deel van de
de betrokken gemeenten over programmaoptima-
regio zijn economische kracht aan ontleent;
• een
lisatie, in termen van differentiatie, prioritering
ruimtelijke inpassing die past bij de overgang
en fasering. Dit hoeft niet beperkt te blijven tot
van het haven- en industriecomplex naar het land-
beleidsmatige en bestuurlijke afspraken, maar
schap van Voorne-Putten;
• een
kan zich ook uitstrekken tot operationele sturing, zoals participatie en afspraken over uitgifte;
• het
positionering en een profilering die zich goed
verhouden met ontwikkelingen in de nabije omgeving: Waalhaven, Hoeksche Waard en Drechtsteden.
waarborgen van de realisatie van de groene
intermediaire zone door waar nodig planvorming en financiering van groenprojecten te organiseren
Stand van zaken
in samenwerking met de betrokken gemeenten,
Het programma wordt na vaststelling van het uitvoe-
provincie en waterschap, waarbij de gemeenten
ringsprogramma RR2020 opgestart.
eindverantwoordelijk blijven;
• voor
Sturing
een aantal bovenregionale en regionale
infrastructuuropgaven (de A13/A16-verbinding, de
De stadsregio neemt het initiatief, benadert
knoop A13-Doenkade, de verdubbeling Doenkade/
gemeenten en zal door het (in samenwerking met de
N209 en de verdubbeling van de N470) zet de
betrokken gemeenten) opstellen van gebiedsontwik-
stadsregio zich samen met de provincie in voor
kelingsplannen de realisatie voorbereiden.
een spoedige realisatie, onder meer binnen het
In dat plan worden ook nadere afspraken gemaakt
Bestuurlijk Platform Zuidvleugel.
over taken en rollen van partijen. De stadsregio zal:
• bindende
afspraken maken met de betrokken
Rolverdeling en afspraken
gemeenten over de programmaoptimalisatie in
tussen stadsregio en provincie
termen van differentiatie, prioritering en fasering;
• plan-
Stadsregio: bestuurlijk trekker van het programma
en marktontwikkeling monitoren om op
basis daarvan tot eventuele bijstellingen van het
management
programma te komen gedurende de uitvoerings-
Provincie: directe bestuurlijke betrokkenheid nodig gezien relaties en afstemming
fase.
met Technopolis, IODS, Driehoek RZG,
Rolverdeling en afspraken
Rotterdam Airport, de wegbeheerders
tussen stadsregio en provincie Nadere afspraken over:
• provinciale
Stadsregio: initiator en zonodig trekker van de
deelname aan de bestuurlijke
gebiedsontwikkelingsplannen
tafel voor de afstemming tussen IODS, RZG,
Provincie:
Technopolis, Rotterdam Airport;
• het
verantwoordelijk voor bovenregionale planning van bedrijventerreinen, ruimtelijk kaderstellend, plantoetser en subsi-
plan van aanpak voor de implementatiefase.
dieverstrekker
11
Nadere afspraken over:
Rolverdeling en afspraken
• de
tussen stadsregio en provincie
formele status van de gebiedsontwikkelings-
plannen van de stadsregio;
Stadsregio: trekker startnotities, initiator en
• financiële bijdragen uit bedrijventerreinsubsidies; • overleg over capaciteitsplanning in relatie tot
trekker gebiedsontwikkelingsplannen Provincie:
Hoeksche Waard en Drechtsteden.
vaststellen startnotities en gebiedsontwikkelingsplannen en plantoetser
Nadere afspraken over:
2.3 Landelijk wonen
• de
formele status van het gebiedsontwikkelings-
plan en de rol van de provincie in de uitwerking.
Opgave RR2020 introduceert projecten voor landelijk
2.4 Knooppunten
wonen in de regio Rotterdam. Dat dient twee doelen: het creëren van extra financiële middelen voor landschapsontwikkeling en het uitbreiden van
Opgave
het regionale woningaanbod met woningtypen waar
De verstedelijkingsstructuur wordt in grote mate
nu een tekort aan is. Dat laatste is belangrijk als
bepaald door het stelsel van knooppunten. Rond
vestigingsvoorwaarde voor de ontwikkeling van
de knooppunten vindt een verdichting plaats van
een hoogwaardige economie. De opgave van het
stedelijk functies: woningbouw, stedelijke voor-
stadsregionale programma ‘landelijk wonen’ is om
zieningen, kantoren en mobiliteitsvoorzieningen
zeker te stellen dat beide doelstellingen overeind
(waaronder P&R). Rotterdam Centraal is het enige
blijven en worden bereikt.
(inter)nationale knooppunt. Rondom het internationale centrum van Rotterdam ligt een ring van
Stand van zaken
kleinere knooppunten die functioneren op regionaal
Het programma voor landelijk wonen wordt na
of bovenregionaal niveau. Het programmatische
vaststelling van het uitvoeringsprogramma RR2020
aanbod op de verschillende knooppunten moet in overeenstemming zijn met elkaar, zodat onno-
opgestart.
dige onderlinge concurrentie wordt voorkomen, en
Sturing
met de investeringen in infrastructuur, zodat een
De inzet van de stadsregio bestaat uit de program-
optimale wederzijdse versterking wordt bereikt.
masturing en het opstarten van de ontwikkeling.
Die overeenstemming is de belangrijkste opgave
De sturing krijgt vorm in drie fases. Allereerst zal
van het stadsregionale programma ‘knooppunten’.
de stadsregio per locatie een startnotitie opstellen,
Segmentering, prioritering en fasering zijn daar
in samenwerking met de provincie en de betrokken
onderdelen van.
gemeenten. Hierin wordt de opgave verkend en Ongeveer tachtig procent van de kantoorruimte
worden projectdoelen geconcretiseerd, zowel op het gebied van landschapsontwikkeling als op het
wordt in de knooppunten gerealiseerd (zie het
gebied van de woningmarkt. Op basis van de start-
‘Programma economie’, hoofdstuk 3). Onderdeel
notities wordt per locatie een integraal gebiedsont-
van de opgave is om ervoor te zorgen dat dit
wikkelingsplan opgesteld, ter voorbereiding van de
percentage daadwerkelijk wordt gehaald.
realisatie. De stadsregio neemt hiervoor het initiatief en zal het gebiedsontwikkelingsplan in samen-
De opgave heeft een regiogrensoverschrijdende
werking met de betrokken gemeenten opstellen.
dimensie. Ook buiten de regio zijn knooppunten
In de derde fase wordt het landelijk wonen per
gepland of in ontwikkeling, die kunnen concur-
locatie geformuleerd als uitvoeringsproject en is
reren met de knooppunten in de regio Rotterdam
het in principe de gemeente die dat project trekt.
en die afstemming met de infrastructuurplanning
De stadsregio beperkt zich dan tot het monitoren in
vragen. Deze programmatische afstemming ligt op
relatie tot de marktontwikkeling.
het schaalniveau van de Zuidvleugel. Onderdeel
De stadsregio zal daarnaast het hele proces stimu-
van het ruimtelijke programma ‘knooppunten’ is
leren door het organiseren van kennis, ervaring en
het aanscherpen van deze grensoverschrijdende
inspiratie, ook gericht op kleinere locaties.
opgave.
Uitvoeringsprogramma RR2020
12
Stand van zaken
Stand van zaken
Het programma wordt na vaststelling van het
De ontwikkeling van het duurzaam glaslandschap is
uitvoeringsprogramma RR2020 opgestart.
al volop in gang. Op dit moment is er echter geen
Sturing
van de verschillende projecten te bewaken.
organisatiestructuur om de samenhang en kwaliteit De feitelijke ontwikkeling van knooppunten is en blijft een zaak van de gemeenten. De stadsregio
Sturing
geeft vorm aan haar sturing door:
De stadsregio wil komen tot bindende afspraken
• bindende
met ontwikkelende gemeenten over de fasering en
afspraken met de betrokken gemeenten
de te realiseren kwaliteit van de projecten voor het
over programmaoptimalisatie;
• monitoring
glastuinbouwcomplex, de groene en recreatieve
van plan- en marktontwikkeling om op
basis daarvan tot eventuele bijstellingen van het
dooradering en de woonomgeving. Dit zal vorm
programma te komen gedurende de uitvoerings-
krijgen in een gebiedsontwikkelingsvisie, bij voor-
fase;
keur in de vorm van een gemeentelijke structuur-
• bindende
visie van de op 1 januari 2007 nieuw te vormen
afspraken over verbetering van de
infrastructuur en de aansluiting op de knoop-
gemeente B-driehoek. De stadsregio neemt het
punten, gekoppeld aan de ontwikkelingsplanning
initiatief voor deze gebiedsontwikkelingsvisie, zal
en locatieprofiel van het betreffende knooppunt.
de gemeenten daartoe benaderen en zal zonodig
Ook na realisatie van het vastgoedprogramma
optreden als trekker van de visieontwikkeling.
blijft de mobiliteitsproblematiek (de positie in
Vooruitlopend hierop zal de stadsregio een plan
de ketenmobiliteit) een aandachtspunt waar
van aanpak opstellen met de randvoorwaarden en
afspraken voor nodig kunnen zijn (bijvoorbeeld
uitgangspunten.
parkmanagement).
Rolverdeling en afspraken Rolverdeling en afspraken
tussen stadsregio en provincie
tussen stadsregio en provincie
Stadsregio: initiator en zonodig trekker van de
Stadsregio: programmamanager en participant
gebiedsontwikkelingsvisie
knooppuntontwikkeling door investe-
Provincie:
positionering in de glas-as, plantoetser
ringen in de infrastructuur Provincie:
plantoetser en bevoegd gezag milieu
2.6 Rivierzoneprojecten Nadere afspraken over:
• de
Opgave
toepassing van de proactieve milieustrategie.
Langs de Nieuwe Maas en de Nieuwe Waterweg ligt een groot aantal verouderende bedrijventerreinen
2.5 Greenport B-driehoek
met grote kansen voor herstructurering of transfor-
Opgave
ties kunnen uitgroeien tot dragers van de regionale
matie tot een gemengd stedelijk milieu. Deze locaDe Greenport B-driehoek zal zich volgens RR2020
identiteit en bieden kansen op een substantieel
ontwikkelen als ‘duurzaam glaslandschap’.
programma aan bijzondere woon- en werkmilieus.
Verscheidene projecten ondersteunen deze ontwik-
Om die reden zijn de Rivierzones opgenomen in
keling: projecten binnen het glastuinbouwcomplex
de regionale ontwikkelingsstrategie als een van de
zelf, projecten om de groene en recreatieve door-
vijf gebiedsgerichte punten (‘Rivierzones: benutten
adering te versterken en projecten die de B-drie-
van de regionale kanskaart’). De opgave van het
hoek als woonomgeving versterken. Doorgaans
stadsregionaal programma ‘Rivierzoneprojecten’ is
zijn het gemeenten die deze projecten trekken.
om deze herstructurering en transformatie, die op
De opgave voor het stadsregio is om de samen-
diverse locaties speelt, onderling af te stemmen en
hang tussen de projecten te bewaken, zodanig dat
om de uitvoerende gemeenten te ondersteunen bij
ze tezamen het beoogde duurzame glaslandschap
een zorgvuldige plannings- en ontwerpstrategie.
creëren. De stadsregio kan daarbij sturen op fasering en kwaliteit.
13
Stand van zaken
consultatie van PS is vastgesteld door GS; dit
Gemeenten ontwikkelen hun Rivierzone projecten
geldt voor het hele plangebied van de streekplan-
zelf, maar ondervinden op vele terreinen knel-
uitwerking, dus ook voor Tinte, maar geldt voor-
punten, met name in de ontsluiting en de milieu
alsnog niet voor bestaande glasrechten;
• extra
kwaliteit. De programma’s op de verschillende loca-
ruimte voor glas wordt in beginsel alleen
ties kunnen tot een overaanbod leiden, door een
toegestaan in de glastuinbouwconcentratie
te eenzijdige nadruk in de woningbouw op appar-
gebieden, en alleen indien dit een bijdrage levert
tementen en door een ‘boeggolf’ aan opleveringen
aan de sanering van het verspreide glas;
• nieuwe
rond 2010.
bedrijven mogen zich alleen vestigen op
Voorne-Putten indien zij een substantiële (finan-
Sturing
ciële) bijdrage leveren aan de sanering van het verspreide glas;
De stadsregio wil komen tot bindende afspraken
• indien
met ontwikkelende gemeentes over:
• het
kan worden langs de N57 die zou bijdragen aan
ervaring uit te wisselen door afstemming met de
de doelstelling van het opruimen van verspreid
programma’s infrastructuur;
• de
uit de streekplanuitwerking zou blijken
dat bij Vierpolders glastuinbouw gerealiseerd
bieden van ondersteuning door kennis en
glas, is medewerking aan de uitvoering daarvan
kwaliteit en fasering van de te realiseren
woon- en werkprogramma’s.
wenselijk.
Rolverdeling en afspraken
Sturing
tussen stadsregio en provincie
De stadsregio heeft het initiatief in de voorberei-
Stadsregio: programmamanagement en samen-
ding van de streekplanherziening. Hiertoe stelt de
werkingspartner t.o.v. gemeenten
stadsregio in eerste instantie een plan van aanpak
Provincie:
subsidieverstrekker herstructurering
op waarin is uitgewerkt:
en bevoegd gezag milieutoetsing
• de
organisatie van de planvorming voor het
integraal gebiedsontwikkelingsplan (gebieds Nadere afspraken over:
• financiële
uitwerking) in samenwerking met de gemeenten;
• afspraken
bijdragen uit herstructureringssubsidies
voor bedrijventerreinen;
• de
over de procedure waarin het integraal
gebiedsontwikkelingsplan wordt vastgesteld als concept-streekplanuitwerking en de positie
toepassing van de proactieve milieustrategie.
van GS en de afzonderlijke portefeuillehouders daarbij;
2.7 Gebiedsuitwerking Voorne
• de
betrokkenheid van de betreffende gemeenten
bij de planvorming en uitvoering.
Opgave De sanering van het glas op Voorne-Putten wordt
Rolverdeling en afspraken
in een streekplanuitwerking nader vormgegeven.
tussen stadsregio en provincie
Hiervoor wordt een integraal gebiedsontwikkelings-
Stadsregio: opstellen plan van aanpak integraal
plan gemaakt waarvan water, groen en concentratie
gebiedsontwikkelingsplan en organi-
van glastuinbouw deel uitmaken. Vooralsnog wordt
seren uitvoering
er van uitgegaan, dat hier geen extra hectares
Provincie:
glastuinbouw voor nodig zijn. Aan de streekplan
king, provinciale glasstrategie.
uitwerking zijn de volgende uitwerkingsregels gekoppeld:
• voor
het gehele gebied wordt een integraal
gebiedsontwikkelingsplan gemaakt, waarvan een optimaal gebruik van de Ruimte-voor-Ruimte regeling, overige glasconcentratie-instrumenten, water en groen deel uitmaken;
• er
wordt geen nieuw glas toegestaan op Voorne-
Putten, voordat de streekplanuitwerking na
Uitvoeringsprogramma RR2020
vaststellen formele streekplanuitwer-
14
3
Sectorale programma’s (stadsregio) De opgaven binnen de sectorale programma’s
de stadsregio participeert. De samenwerking tussen
lopen per programma uiteen. In veel gevallen is
provincie en stadsregio loopt via drie vervoerregio’s,
het bestaande instrumentarium adequaat en leidt
waarin (gekoppeld aan het jaarlijkse MIT-proces bij
RR2020 alleen tot enkele inhoudelijke aanpas-
het rijk) afstemming over de investeringen plaats-
singen. In sommige gevallen spelen specifieke
vindt. Voor de projecten in het rijkswegennet geldt
opgaven die ook hun eigen organisatorische oplos-
de prioriteitsvolgorde:
sing vergen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de
1. Aanleg A4-Noord
trendbreuk in de herstructurering (onderdeel van
2. Verbreden A15
het programma wonen) en het programma water.
3. Aanleg A13/A16-verbinding
Sectorale programma’s vallen onder de verantwoor-
4. Aanleg A4-Zuid
delijkheid van de betreffende diensten en afdelingen van de stadsregio. RR2020 legt de samen-
Sturing
hang met andere programma’s en projecten. Secto-
De sturing binnen het stadsregionale programma
rale programma’s zijn rechtstreeks afkomstig uit
krijgt vorm door:
het RR2020 en zijn verbonden aan het planologisch
• het
verwerken van de benodigde aanpassingen
kader uit het RR2020, waarin de programmatische
en aanvullingen in het uitvoeringsprogramma van
kaders per sector zijn opgenomen (zie tabel 3.1).
het RVVP; via een concrete investeringsopgave voor de periode 2006–2010 en een indicatie voor de opgaven na 2010;
3.1 Programma infrastructuur
• de ontsluitingsproblematiek van Voorne-Putten een herkenbare plaats te geven in de netwerk
Opgave
analyse Zuidvleugel. Dit in verband met de
Zie voor het programma infrastructuur tabel 3.2 en 3.3.
bereikbaarheid van Voorne-Putten tot 2020 en het
Stand van zaken
ook de westelijke oeververbinding betrokken.
Bij de verkeer- en vervoersplannen van de stadsregio
De resultaten hiervan worden besproken tijdens
havengebied na 2020. In de netwerkanalyse wordt
het bestuurlijk (MIT-)overleg in 2006;
(RVVP) en de provincie (PVVP) zijn uitvoeringspro-
• monitoring
gramma’s opgenomen. Deze uitvoeringsprogramma’s
op de uitvoering via de bestaande
zijn op hoofdlijnen nog steeds actueel. Wel is er op
afstemmingssystematiek via de drie vervoer
basis van recente ontwikkelingen, nadere studies en
regio’s, gekoppeld aan het MIT-proces.
de ruimtelijke ambities uit het RR2020 een aantal aanpassingen en aanvullingen nodig. De ontsluiting van
Rolverdeling en afspraken
Voorne-Putten en de driehoek Rotterdam-Zoetermeer-
tussen stadsregio en provincie
Gouda (RZG) vraagt aandacht en de A4-Zuid krijgt
Stadsregio: vervoersautoriteit
als versterking van het nationale en internationale
Provincie:
wegbeheerder
verkeersnetwerk een hogere prioriteit. Voor de A4Zuid heeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat
Het programma infrastructuur geeft geen aanlei-
het PPS-project Mainportcorridor-Zuid gestart, waarin
ding tot nadere afspraken over de aansturing.
Tabel 3.1 Relatie sectorale programma’s met regionale ontwikkelingsstrategie Programma
Verantwoordelijk
Referentie voor stadsregionale sturing
Programma infrastructuur
stadsregio
1 t/m 5 – Gebiedsgerichte opgaven 9 – Investeren in de versterking van infrastructuur en knooppunten
Programma groen
stadsregio
1 t/m 5 – Gebiedsgerichte opgaven 8 – Offensieve aanpak van groen en water
Programma water
stadsregio
1 t/m 5 – Gebiedsgerichte opgaven 8 – Offensieve aanpak van groen en water
Programma wonen
stadsregio
1 t/m 5 – Gebiedsgerichte opgaven 6 – Trendbreuk in de herstructurering
Programma economie
stadsregio
1 t/m 5 – Gebiedsgerichte opgaven
Programma milieu
stadsregio
1 t/m 5 – Gebiedsgerichte opgaven 7 – Pro-actieve aanpak van de milieuproblematiek 9 – Investeren in de versterking van infrastructuur en knooppunten
15
Tabel 3.2 Programma infrastructuur rijkswegennet
periode
motief
synergie
A4 IODS
Gereed tussen 2010 en 2015
Ontbrekende schakel
Regiopark Delfland, knooppunt Vijfsluizen
A15
Gereed tussen 2010 en 2015
Aanpassen capaciteit aan uitbreiding Maasvlakte
Tweede Maasvlakte
A13/A16-verbinding
Tussen 2015 en 2020
Ontvlechting, verkeersveiligheid en ontsluiting B-driehoek
Ontwikkeling stadsetalage, A13 zone, regiopark Rottemeren
A4-zuid
Start voor 2020
Ontbrekende schakel, capaciteits uitbreiding richting Antwerpen
Ontsluiting Voorne-Putten, bedrijventerrein Hoeksche Waard
A20 tussen Nieuwerkerk aan de IJssel en (verlegde) aansluiting Moordrecht
1e fase: spitsstroken, gereed voor 2010 2e fase: structurele capaci teitsuitbreiding, tussen 2015 en 2020
Capaciteitsaanpassing
onderliggend wegennet
periode
motief
synergie
N470
1e fase: gereed 2007; 2e fase start voor 2015
1e fase: capaciteitsuitbreiding wegennet i.v.m. Vinex; 2e fase: uitbreiding capaciteit zuid- en westtak i.v.m. functie i.r.t. N209
Vinex, Groenblauwe Slinger
Tweede ontsluitingsweg Hoek van Holland
Gereed tussen 2005 en 2010
Veiligheid en capaciteits uitbreiding
Ontwikkeling Waterwegcentrum
Knoop A13-N209
1e fase tussen 2005 en 2010 2e fase na 2015
Capaciteitsuitbreiding
Ontwikkelingen B-driehoek en Noordkantoost van Rotterdam
Pleinweg/Vaanweg
Gereed voor 2010
Leefbaarheid en capaciteit
Herstructurering op zuid, Rotterdam Centrum
N209
Gereed voor 2010
Herinrichten op grond van functie, capaciteitsvergroting voor sommige delen i.v.m. Vinex en Schieveen
Vinex, Schieveen, Ontwikkeling kassencomplexen
Hartelcorridor
Gereed voor 2010
Capaciteitsuitbreiding
Ontwikkelingen Voorne-Putten
Harmsenbrug
Gereed voor 2010
Capaciteitsuitbreiding
Ontwikkelingen Voorne-Putten
1e fase: Duurzaam veilig inrichten en capaciteitsuitbreiding Harmsenbrug 2e fase: Gefaseerde capaciteits uitbreiding, na 2010
Ontwikkelingen op VoornePutten (bedrijventerreinen)
Ontwikkelingen noordrand van Rotterdam, Nesselande en driehoek RZG
N57
1e fase: Voor 2010 gereed
Kralingse Plein
1e fase voor 2010; 2e fase tussen 2010 en 2015
Capaciteitsuitbreiding
Fascinatio, Brainpark Centrum en Brainpark 3
Stadhoudersweg
Gereed tussen 2010 en 2015
Leefbaarheid en capaciteit
Ontwikkeling Rotterdam Centrum
Onderliggend wegennet subregio Noordoost
Gereed tussen 2010 en 2015
Capaciteitsaanpassing
Groei verkeer vanuit Capelle en Krimpen en ’s-Gravenland en ontwikkeling van knooppunt Alexander
Oostelijke ontsluiting Voorne-Putten
Gereed voor 2020
Extra ontsluiting Voorne-Putten
Ontwikkelingen Voorne-Putten
openbaar vervoer
periode
motief
synergie
Tramplus Schiedam – Vlaardingen
Gereed in 2006
Bereikbaarheidseisen tussen Schiedam-Centrum en Schiedam/Vlaardingen en richting de Esch
Tramplus lijn 5
Gereed voor 2010
Opwaardering huidige lijn
Centrum-Schiebroek
Randstadrail
Gereed voor 2010
Ontsluiting Vinex, tussengebied
Knooppunt R’dam Airport
Gereed voor 2010
Ontsluiting Vinex en ontbrekende schakel Zoetermeer – Rotterdam
Vinex
HOV Alexander – B‑driehoek
Gereed voor 2010
Ontsluiting Vinex, en ontbrekende schakel met Alexander
Vinex en knooppunt Alexander en regiopark
Ridderkerklijn
Gereed voor 2015
Ontsluiting bestaand stedelijk gebied: Ridderkerk
Knooppunt Parkstad
Oosttangent
2010-2020+
Ontbrekende schakel (1e fase)
Knooppunten Alexander, Brainpark Centrum en Parkstad. Derde stadsbrug. Ook gefaseerd aan te leggen.
Noordtangent
2010-2020+
Ontbrekende schakel (1e fase)
Knooppunten Alexander, R’dam Airport, Schieveste. Ook gefaseerd, bv. eerst als buslijn.
ZoRo-bus
Uitvoeringsprogramma RR2020
16
Tabel 3.2 Programma infrastructuur (vervolg) spoorprojecten
periode
motief
synergie
HSL-zuid
Gereed voor 2010
Versnellen reistijd
Rotterdam centraal
Havenspoorlijn/ Betuweroute
Gereed voor 2010
Groei van goederen vervoer over het spoor
Haven
Strandspoorlijn
Gereed voor 2010
Ontsluiting Hoek van Holland, Waterwegcentrum
Sterk afhankelijk van decentralisatie Hoekse Lijn
Hoekse lijn
Gereed voor 2010
Ontsluiting ontwikkelingen langs Hoekse lijn
Verstedelijking langs Hoekse lijn
St. Franciscusboog/ (partiële) viersporigheid Rotterdam-Gouda en HST-west/ Stedenbaan Goudse lijn
Tussen 2010 en 2020
Capaciteitsuitbreiding en benutting spoor voor regionaal OV
Ontwikkeling A20-as, knooppunt Alexander en Zuidplaspolder
(Partiële) viersporigheid Rotterdam-Delft/ Stedenbaan ‘oude lijn’
Tussen 2010 en 2020
Capaciteitsuitbreiding en benutting spoor voor regionaal OV
Station Spaland (2007)
Vervolg Rail Service Centre Maasvlakte en/of Waalhaven
Tussen 2010 en 2015
Groei van goederenvervoer over het spoor
Haven
Tabel 3.3 Indicatief P&R-programma P&R-terrein Schieveste
aantal plaatsen 2.000
Parkstad
1.000
Rotterdam Airport
2.000
Alexander
1.500
Brainpark Centrum
2.200
Vijfsluizen
1.000
Zuidplein
1.000
Totaal
10.700
17
3.2 Programma groen
programma groen worden afspraken gemaakt over de rol- en taakverdeling. Op hoofdlijnen is
Opgave
de provincie verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de regioparken en de groenzone Berkel-
Zie voor het programma groen tabel 3.4.
Pijnacker en de stadsregio voor de groenprojecten
Stand van zaken
op Voorne-Putten en de groenzones Noordrand
Aan het strategisch programma groen ligt het
en Maasmond. Provincie en stadsregio voeren
Regionaal Groenblauw Structuurplan 2 (RGSP2) ten
een gezamenlijke monitoring van het uitvoerings
grondslag, een gezamenlijk product van stadsregio
programma van het RGSP2.
Rotterdam en provincie Zuid-Holland. Het RGSP2 bestaat uit een visie op de gewenste groenblauwe
Rolverdeling en afspraken
structuur en een uitvoeringsprogramma. Een stads-
tussen stadsregio en provincie
regionaal systeem voor monitoring is in voorberei-
Stadsregio: financier en trekker projecten
ding. Voor de projecten tot 2010 ontbreekt nog een
Provincie:
financier en trekker projecten
financiële dekking van € 20 miljoen. Deze dekking moet op korte termijn worden georganiseerd, door
Nadere afspraken over:
op projectniveau met gemeenten, beheerders en
• de
overige partijen afspraken te maken.
taakverdeling en samenwerking tussen
provincie en stadsregio. Deze worden vastgelegd in een prestatiecontract tussen provincie en
Sturing
stadsregio (begin 2006).
Voor de uitvoering van de projecten binnen het Tabel 3.4 Programma groen: samenvatting uitvoeringsprogramma RGSP2 Naam gebied
Hectare
Type project
Totale planning
Projecten “laaghangend fruit” Regiopark IJsselmonde
211
GOS/EHS gebied
2004-2010
Regiopark Delfland
521
GOS
2004-2010
Regiopark Rottemeren
105
GOS
2004-2010
Voorne-Putten
156
GOS/ EHS gebied/ PEHS
Totaal laaghangend fruit
993
EHS/PEHS: 183 ha GOS: 810 ha
2004-2010 Af in 2010
Projecten eerste prioriteit Regiopark IJsselmonde
889
GOS
2005-2014
Groenzone Maasmond
316
GOS/EHS gebied/PEHS
2005-2013
Groenzone Berkel-Pijnacker
330
GOS
2005-2013
Intermediaire Zone (Groenzone Noordrand)
622
GOS/PEHS
2005-2014
Regiopark Rottemeren
250
GOS
2005-2014
Voorne-Putten
571
GOS/PEHS/EHS gebied
Totaal prioriteit 1
2978
EHS/PEHS: 619 ha GOS: 2359 ha
2005-2013 Start voor 2010
Projecten tweede prioriteit Intermediaire Zone (Groenzone Noordrand)
GOS/Stadspark
2010-2015
246
90
GOS/PEHS
2010-2015
79
GOS/PEHS
2010-2015
Voorne-Putten
236
GOS/PEHS
2010-2015
Groenzone Maasmond
193
GOS/PEHS
Totaal prioriteit 2
844
PEHS: 115 ha GOS: 689 ha Stadspark: 40 ha
Regiopark IJsselmonde
271
GOS
2015-2020
Voorne-Putten
829
GOS/natuur
2015-2020
Regiopark IJsselmonde Regiopark Rottemeren
2010-2015 Start voor 2015
Projecten derde prioriteit
Groenzone Maasmond Totaal prioriteit 3 GOS (P)EHS
PM 1100
GOS natuur: 30 ha GOS: 1070 ha
= groen om de stad; met het accent op recreatie = (provinciale) ecologische hoofdstructuur; accent op natuur
Uitvoeringsprogramma RR2020
18
2015-2020 Start voor 2020
Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Hoogheemraadschap van Delfland Waterschap Hollandse Delta
Figuur 3.1 Wateropgave
3.3 Programma water
Sturing Extra hectares voor water vormen een relatief
Opgave
nieuwe opgave in de ruimtelijke ordening, die nog
De wateropgave richt zich binnen RR2020 vooral op
geen logische inbedding in de uitvoeringsorgani-
de ruimtelijke voorwaarden voor voldoende water-
satie heeft gevonden. Een aanzienlijk deel van het
berging. Zie daarvoor tabel 3.5 en figuur 3.1.
programma bestaat uit lokale opgaven. Dat is en blijft een verantwoordelijkheid van waterschappen
Stand van zaken
en gemeenten. Bij hen ligt dan ook een opgave
De ruimtelijke kaders voor de wateropvang zijn
om de wijze van uitvoering van het programma
vastgelegd door de waterschappen en opgenomen
water verder uit te werken. De stadsregio maakt
in RR2020. Inhoudelijk werken de waterschappen
periodiek een voortgangsrapportage, waarin onder
de wateropgave de komende maanden per water-
meer aandacht is voor de aanpak van gemeente-
staatkundige eenheid verder uit.
grensoverschrijdende wateropgaven. De provincie kan, indien nodig, een rol spelen bij bovenregionale opgaven en treedt op als plantoetser.
Tabel 3.5 Programma water (wateropgave per
Rolverdeling en afspraken
waterschap binnen de plangrenzen)
tussen stadsregio en provincie Stadsregio: coördinerende rol t.o.v. gemeenten
Waterschap Hollandse Delta
Opgave in hectare
door middel van een periodieke voort-
141
Delfland Schieland en de Krimpenerwaard
Opgave in m3
gangsrapportage over de uitvoering 726.000
van het waterprogramma
106
Provincie:
19
plantoetser
Het programma water leidt niet tot de noodzaak
galerijflats). In de tuinsteden in Rotterdam-Zuid
voor nadere afspraken tussen provincie en stads-
lijkt de opgave moeilijker te realiseren, door de
regio.
schaal en de ligging van deze wijken. Er is op dit moment geen reden om uit te gaan van
3.4 Programma wonen
geheel andere bouw- en sloopprogramma’s in de verschillende herstructureringsgebieden dan waar
Opgave
RR2020 van uitgaat. Daarvoor zijn de programma’s
De opgave voor het programma wonen staat in
momenteel te veel in discussie en lijken de ver-
tabel 3.6. Naast deze per gemeente uitgesplitste
schillende partijen ook te veel bereid om lopende
opgave, is er een opgave voor 700 woningen in
trendvolgende programma’s ter discussie te stel-
landelijke milieus waarvoor een locatie gevonden
len. Die bereidheid heeft mogelijk te maken met de
moet worden (zie het ruimtelijk programma
discussie die onder meer via RR2020 (en onderlig-
‘Landelijk wonen’) en moeten er tot 2020 in de
gende onderzoeken zoals de Woningbehoefteonder-
Zuidplaspolder 5000 tot 10.000 woningen voor de
zoeken en Grote Woontest) is aangezwengeld, maar
regio Rotterdam worden gebouwd (zie het gebieds-
waarschijnlijker is dat corporaties momenteel zeer
gerichte project ‘Driehoek RZG’).
duidelijk de tucht van de markt ervaren. De vraag naar onaantrekkelijke woningen en woonmilieus
Een bijzonder onderdeel van het programma wonen
loopt radicaal terug, hetgeen in deze wijken leidt tot
is de trendbreuk in de herstructurering voor de op
onverhuurbaarheid en leegstand.
de plankaart van RR2020 aangegeven naoorlogse tuinsteden. De trendbreuk behelst een drastische
Sturing
transformatie van deze naoorlogse flatwijken naar
De verstedelijkingsafspraken en de stedelijke
suburbane, groene laagbouwwijken met plaatse-
vernieuwing zijn verantwoordelijkheden van de
lijke verdichting rond halteplaatsen van het hoog-
regio waarmee de nieuwbouw en (onderdelen van
waardig openbaar vervoer, die op een behoorlijke
de) herstructurering kunnen worden gestuurd.
schaal en in een flink tempo dient te worden
Deze afspraken maakt de stadsregio met alle
gemaakt. De betrokkenheid van de stadsregio, via
gemeenten, passend binnen de door het rijk en
het programma wonen, komt voort uit de program-
provincie gestelde kaders. Controle vindt plaats via
matische afstemming van de verschillende woning-
een melding van de start van de werkzaamheden.
bouwprojecten in de regio, in samenhang met
Voor de periode na 2010 zal rond 2007 de nieuwe
investeringen in infrastructuur, groen en water. Met
inzet moeten worden bepaald, waarbij rekening zal
name het draagvlak voor het openbaar vervoer in
worden gehouden met de nieuwe wet- en regel-
relatie tot de gewenste trendbreuk is een afstem-
geving (nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening,
mingsopgave voor de stadsregio.
Wgr+) en de dan spelende marktontwikkelingen.
Stand van zaken
Voor de tuinsteden in Rotterdam-Zuid kan te zijner
De noodzaak voor een trendbreuk wordt inmiddels
tijd een meer integrale aanpak noodzakelijk blijken,
breed gedeeld door gemeenten en corporaties en
waarbij de gewenste trendbreuk in relatie wordt
kent een vertaling in de Verstedelijkingsafspraken
gezien met de opgaven voor infrastructuur (met
2005–2010. Voor vrijwel alle wijken zijn plannen
name openbaar vervoer), groen en water.
of visies in ontwikkeling die deze trendbreuk bevestigen. Voor sommige wijken gloort nog niet
Rolverdeling en afspraken
een echte visie: dat geldt voor Overschie, Holy en
tussen stadsregio en provincie
Lombardijen. In Schiebroek en in IJsselmonde zien
Stadsregio: programmaverantwoordelijk
we een duidelijke afwijking van de ambitie naar
Provincie:
financiële bijdrage (delegatie ISV)
suburbaniteit. De voorgenomen terugbouw van gesloopte woningen betreft er in hoofdzaak appar-
Nadere afspraken over:
tementen. Ook in Groenoord blijft het aandeel
• de
appartementen hoog. Daar gaat het vaak ook niet om sloop maar om renovatie (relatief hoog aandeel
Uitvoeringsprogramma RR2020
bereidheid van de provincie om ook na 2010
ISV aan stadsregio te delegeren.
20
Tabel 3.6 Programma wonen Woningbouwopgave (indicatief)
2005-2010 Bouwen
Onttrekkingen
Locaties
2010-2020 Bouwen
Onttrekkingen
Locaties
gemeente Albrandswaard Uitleg
2.000
Portland
Landelijk subtotaal
2.000
0
500
Rhoon
500
Rhoon
1.000
0
gemeente Barendrecht Uitleg
3.000
Carnisselanden
900
Vrouwenpolder
Landelijk subtotaal
3.000
0
900
0
gemeente Bergschenhoek Uitleg
1.700
Parkzoom, Boterdorpsepolder
2.100
Boterdorpsepolder
Landelijk subtotaal
Hoekse Park 1.700
0
2.100
0
gemeente Berkel en Rodenrijs Overig binnen bestaand stads- en dorpsgebied
200
Uitleg
2.500
subtotaal
2.700
Centrum Meerpolder, Westpolder Bolwerk
0
300
Centrum
2.700
3.000
Meerpolder, Westpolder Bolwerk, Rodenrijsezoom 0
gemeente Bernisse Knopen en stations Overig binnen bestaand stads- en dorpsgebied
100
binnen kern
Uitleg
200
Zuidland Noordwest
300
Landelijk
subtotaal
Zuidland ecologische zone (zie landelijk wonen Voorne Putten) 300
0
300
0
gemeente Bleiswijk Overig binnen bestaand stads- en dorpsgebied
400
binnen kern
Uitleg subtotaal
100
binnen kern
200 400
0
300
Bleiswijk Zuid 0
gemeente Brielle Overig binnen bestaand stads- en dorpsgebied
200
binnen kern
Uitleg
400
buiten kern
subtotaal
600
0
300
300
binnen kern
0
gemeente Capelle aan den IJssel Rivieroevers
400
Knopen en stations
400
Herstructurering
Uitleg subtotaal
600
450
400 1.000
Oostgaarde, Bergen, Schenkel, Middelwatering
Schaardijk
400
600
1.200
600
Fascinatio 450
21
Oostgaarde, Schenkel
Tabel 3.6 Programma wonen (vervolg) Woningbouwopgave (indicatief)
2005-2010 Bouwen
Onttrekkingen
Locaties
2010-2020 Bouwen
Onttrekkingen
Locaties
gemeente Hellevoetsluis Overig binnen bestaand stads- en dorpsgebied
800
binnen kern
Uitleg
200
Ossenhoek
1.400
binnen kern
Landelijk
subtotaal
Hellevoetsluis west (zie landelijk wonen VoornePutten) 1.000
0
1.400
0
gemeente Krimpen aan den IJssel Rivieroevers
500
Stormpolder
Knopen en stations Overig binnen bestaand stads- en dorpsgebied
800
300
Centrum
400
100
900
100
Herstructurering Uitleg subtotaal
500 1.300
Lansing Zuid 300
gemeente Maassluis Rivieroevers
500
Balkon
850
Balkon, Kade
Knopen en stations
100
Koningshoek
250
Koningshoek
Burgemeesterwijk
200
Overig binnen bestaand stads- en dorpsgebied Herstructurering
800
700
Uitleg
200
2.000
Dijkpolder
Landelijk subtotaal
1.400
700
3.300
200
gemeente Ridderkerk Rivieroevers
400
Slikkeveer, Ringdijk
300
Slikkeveer, Ringdijk
450
Verdichten centrum, Slikkeveer/ Sportlaan
Knopen en stations Overig binnen bestaand stads- en dorpsgebied
Herstructurering
1.100
100
Verdichten centrum
100
200
Diverse
Uitleg
0
Rijsoord
Landelijk subtotaal
1.600
300
750
0
gemeente Schiedam Rivieroevers
1.600
Knopen en stations
Gusto, Houthavens, Wilhelminahaven
800
Schieveste
Overig binnen bestaand stads- en dorpsgebied Herstructurering Uitleg
1.900
1.300
400
Groenoord, Nieuwland
650
1.000
3.050
1.000
Groenoord, Nieuwland
Svea Parken
Landelijk subtotaal
2.300
1.300
Noot: In het gebied bij de Parnassialaan mag de gemeente Hellevoetsluis maximaal 900 woningen bouwen in hogere dichtheden. Deze 900 woningen worden gefaseerd gebouwd in afstemming met de ontwikkeling van binnenstedelijke locaties.
Uitvoeringsprogramma RR2020
22
Tabel 3.6 Programma wonen (vervolg) Woningbouwopgave (indicatief)
2005-2010 Bouwen
2010-2020
Onttrekkingen Locaties
Bouwen
Onttrekkingen Locaties
gemeente Rotterdam Rivieroevers
1.100
Veranda, Waterwegcentrum Oost en West
3.000
Merwehaven, Verolme, Waterweg centrum West
Knopen en stations
2.000
CS, Blaak, verdichting rond diverse metro stations
6.800
CS, Alexander, Blaak, Lombardijen, Noordrand, verdichting rond diverse metrostations,
Overig binnen bestaand stads- en dorpsgebied
2.400
2.000
Rotterdam centrum, Stadswijken, Park Zestienhoven
7.100
6.000
Rotterdam centrum, Stadswijken, Park Zestienhoven
Herstructurering
7.900
10.000
11.300
15.600
Pendrecht, Zuidwijk, Het lage land, Ommoord, Hoogvliet, IJsselmonde, Schiebroek, Oud Mathenesse, Kleinpolder
Uitleg
2.000
Pendrecht, Zuidwijk, Het Lage Land, Ommoord, Hoogvliet, IJsselmonde, Schiebroek Nesselande, Dirk van den Burghweg (HvH)
4.450
Nesselande, Dirk van den Burghweg, Krimsloot, Nieuwland1(HvH)
Landelijk
subtotaal
Oude Bovendijk, Oranje Buitenpolder, Schiezone 15.400
12.000
32.650
21.600
gemeente Rozenburg Herstructurering
200
200
subtotaal
200
200
diverse
400 400
diverse 0
gemeente Spijkenisse Rivieroevers
200
Rivieroever
Overig binnen bestaand stads- en dorpsgebied
800
Verdichten centrum
Herstructurering
400
400
diverse
400 1.600 400
400
Landelijk
subtotaal
diverse Hekelingen e.o. (zie landelijk wonen Voorne Putten)
1.400
400
2.400
400
gemeente Vlaardingen Rivieroevers
100
KW/haven
300
KW/haven
Knopen en stations
100
Station Vlaardingen
300
Station Vlaardingen
Babberspolder, Holy West
800
900
1.400
900
Herstructurering
1.200
800
subtotaal
1.400
800
gemeente Westvoorne Knopen en stations Overig binnen bestaand stads- en dorpsgebied
300
subtotaal
300
binnen de kernen 0
landelijk wonen Voorne-Putten totaal regio Rotterdam
200 200
0
1000 38.000
16.450
23
56.550
24.800
Babberspolder, Holy, West
3.5 Programma economie
Sturing Bij de ontwikkeling van nieuwe terreinen stuurt de
Opgave
stadsregio primair op de aansluiting op het econo-
Het programma economie bevat de kantoorontwik-
misch profiel van de verschillende ontwikkelings-
keling (zie tabel 3.7), nieuwe bedrijventerreinen
zones:
(zie tabel 3.8), te herstructureren bedrijven
• Noordas:
terreinen (zie tabel 3.9) en de glastuinbouw. Met
randstadgeoriënteerde kennis- en diens-
teneconomie;
• Zuidflank: logistiek-industrieel complex; • Internationaal Centrum Rotterdam: internationaal
name de opgave om verouderende bedrijven terreinen te herstructureren is immens, zeker gezien de omvangrijke financieringsopgave.
cultuur- en zakencentrum;
• Greenport De glastuinbouw in de regio Rotterdam is verdeeld
B-driehoek: hoogwaardige glastuin-
bouw;
• Rivierzones:
over vier glastuinbouwgebieden. Een ervan, name-
herstructurering en transformatie.
lijk de glastuinbouw bij Hoek van Holland zal de komende jaren worden getransformeerd tot bedrij-
Dit gebeurt door:
vigheid en woningbouw. Drie glasgebieden blijven
• afspraken
over. Dit zijn de B-driehoek (onderdeel van de
over de programmering in deze vijf
gebieden;
• het
glas-as), Tinte-Vierpolders (op Voorne-Putten) en
concretiseren van de regionale bedrijven-
Reijerwaard. Met name in Bleiswijk en Berkel zal
terreinen op de Zuidflank (zie het ruimtelijke
komende jaren nog glas ontwikkeld worden. Op
programma ‘Bedrijventerreinen Zuidflank’);
• het
Reijerwaard maakt RR2020 een gemengde ontwikkeling mogelijk van glastuinbouw en bedrijventer-
faciliteren en stimuleren van nieuwbouw en
herstructurering.
rein. De glastuinbouw op Voorne-Putten is onderwerp van een gebiedsuitwerking, waarvoor een
Over de ontwikkeling en herstructurering van
afzonderlijk project is geformuleerd
bedrijventerreinen, kantoorcapaciteit en glas-
(zie paragraaf 2.7).
tuinbouw zullen bindende afspraken worden gemaakt met de betrokken gemeenten over
Stand van zaken
omvang programma, segmentering en fasering.
De ontwikkeling en herstructurering van bedrij-
Deze afspraken hangen samen met eventuele
venterreinen is urgent. De regio kent een acuut
infrastructuurontsluiting of groenontwikkelingen
tekort aan bedrijventerreincapaciteit. Het ruimtelijk
(zie de investeringsstrategie, hoofdstuk 5). Voor
programma ‘bedrijventerreinen Zuidflank’ kan voor-
de herstructurering van bestaande terreinen zal
zien in een belangrijk deel van de behoefte, maar
worden aangesloten bij lopende onderzoeken naar
ook elders is nieuw of vernieuwd aanbod nodig.
aanpak en etikettering en bij bestuurlijke trajecten
Voor de herstructurering hebben de provincie en de
als het Regionaal Economisch Overleg (REO),
stadsregio in het regionale uitvoeringsprogramma
waarin provincie, stadsregio, regiogemeenten,
prioriteiten gesteld. Twee hoofdcriteria hebben
Kamer van Koophandel en het Platform Arbeids-
daarbij een bepalende rol gespeeld: de mate van
marktbeleid Rijnmond deelnemen.
urgentie en de uitvoerbaarheid. Voor de kantoorontwikkeling is de situatie minder gespannen. Het
De stadsregio zal de ontwikkeling monitoren en
in RR2020 opgenomen aanbod voldoet ruimschoots
actief participeren in de gebiedsontwikkeling,
aan de behoefte. In de glastuinbouwsector vinden
indien dat nodig is om het benodigde programma
de meeste ontwikkelingen plaats in de Greenport
(kwantitatief en kwalitatief) te realiseren.
B-driehoek. In de gemeente Bleiswijk bevindt zich het grootste aantal hectare, namelijk 336.
Rolverdeling en afspraken
In Berkel is dit 250 en in Bergschenhoek 142. In
tussen stadsregio en provincie
Berkel gaat het om de Noordpolder en in Bleiswijk
Stadsregio: trekker regionale programma bedrijven
om Wilgenlei en het afmaken van de Overbuurtse
Provincie: verantwoordelijk voor provinciaal
polder. Voor deze drie gebieden is inmiddels gestart
programma bedrijventerreinen en op
met een bestemmingsplanprocedure.
basis daarvan verstrekker subsidie
Uitvoeringsprogramma RR2020
24
Tabel 3.7 Indicatief programma kantoren, x 1000 m2 bvo (bruto vloeroppervlak) 2006-2010
2011-2015
2016-2020
totaal
Centrum
100
150
150
400
Rivierfrontlocaties: Kop van Zuid, Boompjes, Parkstad
100
50
50
200
Totaal Rotterdam Centrum
200
200
200
600
Brainpark Centrum e.o.
50
50
50
150
Alexander
25
25
25
Capelle a/d IJssel (Fascinatio)
25
Rotterdam Airport e.o.
25
25
25
75
Schieveste
25
50
50
125
-
25
25
50
25
-
-
25
Vlaardingen Vijfsluizen Zuidplein
75 25
25
25
25
75
Totaal knooppunten en overige centra
200
200
200
600
Woonwijken/bedrijventerreinen/haven
100
100
100
300
Totaal
500
500
500
1500
Overige centra aan de linkermaasoever (w.o. Bolnes-Z)
NB: Op de meeste locaties is nog een aanzienlijke restcapaciteit voor de periode na 2020.
Tabel 3.8 Indicatief programma bedrijventerreinen, in netto ha (* nieuw t.o.v. streekplan ‘96) Droge bedrijventerreinen
2006-2010
2011-2015
2016-2020
Voorne-Putten
2006-2020 130
• Hellevoetsluis Kickersbloem
20
20
20
60
• Voorne-Putten opties (Spijkenisse Zuidoost is afhankelijk van A4-Zuid en mogelijke aansluiting daarop)
40
20
10
70
• Ridderster Bolnes
20
20
• Ridderster Cornelisland
40
• Ridderster Reijerwaard (ten koste van glas)(*)
10
IJsselmonde
180 40 40 20
• Stadshavens (*)
20 50
Noordrand / B-driehoek 50
10
• Bleiswijk Prisma
20
10
• Bleiswijk Hoefweg
20
10
• Bergschenhoek N209 (*)
10
• Rotterdam Schieveen (*)
50
10
10
40 10
20
70 60
• Vlaardingen Rivieroever
20
• Maassluis Dijkpolder (*) • Hoek van Holland (deels ten koste van glas) (*)
20
Binnenstedelijk Totaal binnen grenzen van Stadsregio Rotterdam Hoeksche Waard
10
10
30
30
30
100
180
150
690 120
390 2006-2010
50
40
100
100
200
330
290
1010
2011-2015
2016-2020
2006-2020
500
500
1000
300
300
400
1000
300
800
900
2000
Maasvlakte II
25
10
40
30
Totaal
20
360
Zuidplaspolder
Totaal
70 30
Waterweg Noord
Binnen het bestaande Rotterdamse havengebied (incl. de PMR/BRG intensivering)
50 220
• Berkel Oudeland
Natte bedrijventerreinen
50
Nadere afspraken over:
(MSR) kan aanleiding geven tot wijzigingen in de
• werkwijze en positionering REO; • afstemming programma herstructurering; • financiële bijdragen.
planning en programmering. Op lokaal niveau zal de stadsregio voor locaties in de ‘rode’ en ‘oranje’ zone van de milieusignaalkaart in samenwerking met de betreffende gemeenten
Tabel 3.9 Indicatief programma
procedures starten om de ontwikkeling mogelijk te
herstructurering bedrijventerreinen,
maken. Daarbij wordt gewerkt in lijn met de proce-
in netto ha
dure die is opgenomen in de Interimwet Stad en
Locatie Barendrecht
Intensieve herstructurering
20
Bleiswijk
15
35 99
Maassluis
23
Ridderkerk 140
Spijkenisse Vlaardingen Totaal
Stand van zaken Initiatieven als het al lang lopende samenwerkingsverband ROM-Rijnmond en, mede daaruit voortvloeiend, het convenant voor de Rechtermaasoever
262
zijn te zien als wegbereiders voor de uitvoering van
12 71
het programma milieu. De regiobrede aanpak van
54
RR2020 zal tijdens de implementatiefase van dit
8 95
120
385
756
gebiedstypologieën; milieunormen.
112
Rozenburg Schiedam
3. onderbouwd en afgewogen afwijken van
3
Krimpen a/d IJssel
functieveranderingen;
2. (steden)bouwkundige maatregelen en
2 10
Hellevoetsluis
Rotterdam
1
Berkel & Rodenrijs
Brielle
1. het nemen van bronmaatregelen en
59
Bergschenhoek
Capelle a/d IJssel
Milieu. Deze behelst achtereenvolgens:
Upgrading
uitvoeringsprogramma worden uitgewerkt. Aankomende wetgeving, onder meer over de luchtkwaliteit, zal daarbij een rol spelen.
Sturing
3.6 Programma milieu
Sturing vindt plaats langs drie lijnen:
• Het
verbeteren van het leefklimaat en het
Opgave
verruimen van de ontwikkelingsmogelijkheden
De milieukwaliteit staat in de hele regio onder
door:
druk. Een goede milieukwaliteit vergt de volle inzet
- het voeren van bronbeleid daar waar de stads-
van stadsregio en provincie, zowel in het eigen
regio zelf beslissingen kan nemen, bijvoorbeeld
beleid als in het overleg met hogere overheden.
het voorschrijven van roetfilters bij verlening
De milieukwaliteit stelt harde voorwaarden aan
van OV-concessies;
ontwikkelingslocaties. Vooral bij knooppunten en
- het lobbyen voor beleidsmaatregelen van
binnen rivierzones, locaties die van groot belang
andere overheden, bijvoorbeeld op het gebied
zijn voor de regionale ontwikkeling, hebben deze
van luchtkwaliteit. Het rijk werkt op dit moment
voorwaarden een grote invloed op de mogelijk-
aan een saldobenadering, waarbij op regioni-
heden van ontwerp en programmering. Daarom
veau wordt bepaald of voldoende is gedaan om
is een pro-actieve milieustrategie onderdeel van
de overlast te beperken. RR2020 biedt hier-
de regionale ontwikkelingsstrategie van RR2020.
voor een goede basis, omdat bij de gekozen
Deze strategie bevat een dubbele borging: op
verstedelijkingsstructuur al is ingespeeld op de
regionaal niveau en op locatieniveau. Op regionaal
milieukwaliteit;
• Het
niveau is in RR2020 voor een verstedelijkingsstruc-
beschikbaar stellen van eenduidige milieu-
tuur gekozen die zo goed mogelijk aansluit bij de
informatie en het signaleren van milieuknel-
milieukwaliteit. De verdeling van de programma’s
punten bij geplande of reeds in uitvoering zijnde
is bijgestuurd mede op grond van de milieusignaal
gemeentelijke projecten. De Milieumonitoring
kaart (zie hoofdstuk 6, RR2020). Periodieke
Stadsregio Rotterdam (MSR) speelt daar een
herijking op basis van de regionale milieumonitor
centrale rol in, maar ook de databestanden van
Uitvoeringsprogramma RR2020
26
DCMR, provinciale en gemeentelijke diensten;
• Met
de betreffende gemeenten zullen bindende
afspraken worden gemaakt over de te volgen procedure om de betreffende projecten tijdig te kunnen realiseren. De gemeenten blijven zelf verantwoordelijk voor het doorlopen van de procedures en het realiseren van de projecten, maar de stadsregio biedt wel ondersteuning bij de procedures. De provincie is bevoegd gezag bij de beoordeling van de procedure en de afweging op het raakvlak van ruimtelijke ordening en milieu. Over de manier waarop de provincie deze bevoegdheden inzet worden nadere afspraken gemaakt. De drie lijnen worden in de implementatiefase inhoudelijk nader uitgewerkt door de milieu sectoren van stadsregio en provincie.
Rolverdeling en afspraken tussen stadsregio en provincie Stadsregio: faciliterende rol richting gemeenten ten aanzien van milieu-informatie en procedures RO-Milieu Provincie:
bevoegd gezag in plantoetsing, verstrekking milieuvergunningen en deelnemer DCMR
Nadere afspraken over:
• te
voeren milieubeleid om het algehele leef
klimaat te verbeteren en de ontwikkelings mogelijkheden te vergroten;
• organiseren
van periodieke herijking van
programma en planning aan de hand van de milieumonitor (MSR);
• de
door de gemeenten en stadsregio te hanteren
procedure en inhoudelijke criteria, in relatie tot de toetsing door de provincie.
27
Uitvoeringsprogramma RR2020
28
4
Gebiedsgerichte projecten (provincie en gemeenten) In en om de regio zijn acht gebiedsgerichte
Stand van zaken
projecten in voorbereiding of uitvoering die veel
De verschillende onderdelen van de IODS worden
invloed hebben op de ontwikkeling van de regio
momenteel verder uitgewerkt. Het project is opge-
als geheel (zie tabel 4.1). Een aantal daarvan is
deeld in een stedelijk en een landelijk deel. De
interregionaal, oftewel regiogrensoverschrijdend.
gemeente Schiedam is de trekker van het stedelijk
In principe draagt de provincie bij deze boven
deel. Het landelijk deel bestaat uit een aantal deel-
regionale projecten de verantwoordelijkheid voor
projecten.
de uitvoering. Een aantal speelt zich ook af binnen
Sturing
de grenzen van één gemeente, die dan ook verantwoordelijk is voor de uitvoering. Waar nodig zal de
De stadsregio is vertegenwoordigd in de projector-
stadsregio ondersteuning bij de uitvoering van de
ganisatie, die onder leiding staat van de provincie.
projecten organiseren.
De betrokkenheid van de stadsregio is daarmee afdoende geregeld.
4.1 Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam (IODS)
Rolverdeling en afspraken tussen stadsregio en provincie Stadsregio: deelnemer in het project
Opgave
Provincie:
projectverantwoordelijk
Het project IODS (Integrale Ontwikkeling DelftSchiedam) bestaat uit een samenstel van projecten
RR2020 leidt niet tot een noodzaak voor nadere
voor een betere doorstroming van langzaam
afspraken.
verkeer en snelverkeer door de aanleg van de A4Noord, voor kwaliteitsverbetering van het landelijk
4.2 Driehoek Rotterdam-Zoetermeer-Gouda
gebied en de steden Delft, Schiedam en Vlaardingen, voor schonere lucht en voor werkgelegenheid in de Zuidvleugel. Binnen de ontwikkelings-
Opgave
strategie van RR2020 is IODS vooral van belang in het licht van de ontwikkeling van de Noordas, het
Centraal in de stadsregionale opgave bij het
regiopark Delfland en de versterking van het infra-
bovenregionale project Driehoek RZG staat het
structuurnetwerk op Zuidvleugelniveau. De opgave
bevorderen van een goede samenhang tussen
voor de stadsregio is dan ook om een snelle aanleg
de Zuidplaspolder en de regio Rotterdam, zowel
van de A4-Noord en een goede inpassing in het
programmatisch als ruimtelijk. Een aantal
stedelijk gebied van Vlaardingen en Schiedam en in
uitgangspunten, in 2004 vastgelegd in bestuurlijke
het regiopark te bevorderen.
afspraken, is voorwaardelijk voor de aansluiting:
Tabel 4.1 Relatie gebiedsgerichte projecten met regionale ontwikkelingsstrategie Project
Verantwoordelijk
Referentie voor stadsregionale sturing:
Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam
provincie
1 9 10
Driehoek RotterdamZoetermeer-Gouda
provincie
1 - Noordas: diversiteit op de binnenflank van de Randstad 10 - Versterken van de Zuidvleugelstructuur
Hoeksche Waard
provincie
2 - Zuidflank: deltalandschap 10 - Versterken van de Zuidvleugelstructuur
Stedenbaan
provincie
9 - Investeren in de versterking van infrastructuur en knooppunten 10 - Versterken van de Zuidvleugelstructuur
Project Mainport Rotterdam
gemeente en provincie
1 - Noordas: diversiteit op de binnenflank van de Randstad 2 - Zuidflank: deltalandschap 8 - Offensieve aanpak van groen en water
Rotterdam Centraal
gemeente
3 - Internationaal Centrum Rotterdam: versterken, verbreden, verdichten 9 - Investeren in de versterking van infrastructuur en knooppunten
Stadshavens
gemeente
5 - Rivierzones: benutten van de regionale kanskaart
- Noordas: diversiteit op de binnenflank van de Randstad - Investeren in de versterking van infrastructuur en knooppunten - Versterken van de Zuidvleugelstructuur
29
• voorkomen
4.3 Hoeksche Waard
dat de woningbouw in de
Zuidplaspolder gaat concurreren met projecten in
Opgave
de Rotterdamse regio, zoals de gewenste trendbreuk in de herstructurering;
• nieuw
Voor de ontwikkeling van de Hoeksche Waard is een afsprakenkader ‘Ontwikkelingsperspectief
te ontwikkelen woonmilieus in de
Hoeksche Waard 2004’ opgesteld. Daarin wordt
Zuidplaspolder oriënteren op de regio Rotterdam;
• de
fasering van de geprognosticeerde vraag
uitgegaan van 180 hectare netto bedrijventerrein
aan bedrijventerreinen uit de regio Rotterdam
(250 hectare bruto) in de noordrand van de Hoek-
afstemmen met de fasering in de Zuidplaspolder
sche Waard, waarvan 60 hectare om aan eigen
en een substantieel deel van het bedrijvenpro-
regionale vraag te voldoen en 120 hectare voor
gramma goed oriënteren op de regio Rotterdam;
de behoefte van de regio Rotterdam. De rest van
• ten
de Hoeksche Waard wordt aangewezen als natio
behoeve van de stadsregio Rotterdam in de
Zuidplaspolder tot 2020 een programma reali-
naal landschap, waarbij de grens zodanig wordt
seren van 5000 tot 10.000 woningen en 200 ha.
getrokken dat de bedrijventerreinen en de eventueel aan te leggen A4-Zuid er buiten vallen. Voor
bedrijventerrein.
de regionale ontwikkelingsstrategie van RR2020
Stand van zaken
zijn van belang het bewaken van de claim voor
Het resultaat van het project driehoek RZG Zuid-
bedrijventerreinen voor de markt van de regio
plas zal bestaan uit een Interregionale Structuur-
Rotterdam, de programmatische afstemming met
visie (ISV) en een Intergemeentelijk Structuurplan
de bedrijventerreinontwikkeling in de gehele Zuid-
(ISP). De ISV is vastgesteld, het ISP is in voor-
flank en de integratie met groen en water. De
bereiding. Voor 2005/2006 is een nieuwe project
opgave voor de stadsregio bestaat uit het veilig-
aanpak vastgesteld. Voor de fase 2005/2006
stellen van deze punten in de planontwikkeling
verloopt het proces via de drie ‘P-sporen’: Plan-
en afstemming van de infrastructuurontwikkeling,
vormingspoor, Pecuniaspoor (Ontwikkelingsspoor),
onder meer via de netwerkanalyse Zuidvleugel.
Partijenspoor (Communicatie en Beleidsmarketing). Het geheel van deze sporen is de projectuitwerking
Stand van zaken
van ontwikkelingsplanologie in de Zuidplaspolder,
Het bestuurlijk overleg ‘afsprakenkader Hoek-
waaraan ook de Nota Ruimte refereert.
sche Waard’ heeft in de vergadering van 27 mei
Sturing
het afsprakenkader is afgerond. Hierdoor kan de
De stadsregio neemt deel aan het halfjaarlijkse Forum
uitwerking in gezamenlijkheid opgepakt worden.
2005 geconcludeerd dat de besluitvorming rond
voor de Driehoek RZG en participeert ambtelijk in de uitwerking van de infrastructuur. De monitoring
Sturing
gebeurt op basis van de bestuurlijke afspraken uit
De provincie trekt de planontwikkeling. De stads-
2004 over programmaclaims voor woningbouw en
regio heeft daar geen directe betrokkenheid bij.
bedrijven, de afstemming van glastuinbouwontwik-
De stadsregio zit wel in de begeleidingscommissie
keling en infrastructuur. Een goede positie van de
die de noodzaak van de bedrijventerreincapaciteit
stadsregio in de projectstructuur is essentieel om de
onderbouwt. Die commissie staat onder leiding van
stadsregionale opgave (de aansluiting op de regionale
het ministerie van Economische Zaken en vloeit
ontwikkelingsstrategie) waar te kunnen maken.
voort uit de Nota Ruimte.
Rolverdeling en afspraken
Rolverdeling en afspraken
tussen stadsregio en provincie
tussen stadsregio en provincie
Stadsregio: overlegpartner project RZG
Stadsregio: geen rol
Provincie:
Provincie: projectverantwoordelijk
projectverantwoordelijk
Nadere afspraken over:
Nadere afspraken over:
• de
• de
afstemming met de stadsregio via de verte-
genwoordiging van de stadsregio in de projectstructuur.
Uitvoeringsprogramma RR2020
afstemming met RR2020 over de ontwikkeling
van bedrijventerreinen en infrastructuur.
30
4.4 Stedenbaan
Rolverdeling en afspraken tussen stadsregio en provincie
Opgave
Stadsregio: deelnemer
Het project Stedenbaan leidt tot hoogfrequent open-
Provincie:
deelnemer
baar vervoer met metrokwaliteit op de spoorlijnen
BPZ:
projectverantwoordelijk
naar Dordrecht, Gouda en Delft/Den Haag. Dankzij de Stedenbaan zal de bereikbaarheid van een flink
RR2020 leidt niet tot een noodzaak voor nadere
aantal locaties in de Zuidvleugel aanzienlijk verbete-
afspraken.
ren. Gebieden binnen de invloedsfeer van bestaande en nieuwe stations kunnen worden ontwikkeld tot
4.5 Project Mainport Rotterdam
(sub)centra voor wonen, werken en voorzieningen. Daarmee is de Stedenbaan essentieel voor het verwezenlijken van de gezamenlijke ambitie binnen de Zuid-
Opgave
vleugel om minimaal de helft van de nieuwe woning-
Het Project Mainport Rotterdam is essentieel om de
voorraad binnenstedelijk te realiseren.
ruimtelijk-economische ambities van de Zuidflank waar te maken. Dat geldt voor alle deelprojecten:
De regionale ontwikkelingsstrategie van RR2020
1. Landaanwinning en natuurcompensatie: uitbrei-
speelt daarop in door bij halteplaatsen knoop-
ding van de Rotterdamse haven met een nieuw
punten te ontwikkelen of andere vormen van stede-
stuk land in zee (de Tweede Maasvlakte) en
lijke verdichting te projecteren. Het is daarvoor van
maatregelen om schade aan beschermde natuur te compenseren;
belang dat het vervoersconcept snel van de grond
2. 750 hectare natuur- en recreatiegebied: ontwik-
komt. Voor de regio betekent dat de invoering van een kwartiersdienst op de Stedenbaan en de
keling van nieuwe natuur- en recreatiegebieden
ontwikkeling van de stations Spaland en Spangen.
op Midden-IJsselmonde en (in de Noordas) de
Nieuwe stations op de route Rotterdam-Gouda en
Schiezone en de Vlinderstrik;
bij Bleiswijk zijn pas na 2020 te verwachten.
3. Bestaand Rotterdams Gebied: een serie projecten om het bestaande havengebied beter
Stand van zaken
te benutten en de kwaliteit van de leefomgeving
Het project Stedenbaan wordt getrokken door het
te verbeteren.
Bestuurlijk Platform Zuidvleugel. Momenteel vinden
De specifieke opgave van de stadsregio binnen het
drie uitwerkingen plaats: een verkenning naar het
Project Mainport Rotterdam is om de aansluiting
probleemoplossend vermogen van het concept
bij de beoogde ontwikkeling van de Zuidflank als
Stedenbaan voor de vraagstukken op het gebied
‘deltalandschap’, in economische zin gegrondvest
van mobiliteit en ruimtegebruik (door de uitvoe-
op het logistiek-industrieel complex, te bewaken.
ringsorganisatie Stedenbaan), marktverkenningen door onder meer de Nederlandse Spoorwegen en
Stand van zaken
acht pilots naar eventuele complicaties bij en de
De minister van Verkeer en Waterstaat, project-
(financiële) haalbaarheid van de beoogde ontwikke-
minister voor het PMR, verwacht in de eerste
ling van stationslocaties. Drie pilots zijn binnen de
helft van 2006 een herzien kabinetsbesluit aan de
regio Rotterdam gesitueerd: Lombardijen, Schie-
Tweede Kamer te kunnen aanbieden. Herstel is
veste en Bleiswijk/Zoetermeer.
nodig omdat de Raad van State in januari 2005 de zogeheten concrete beleidsbeslissingen uit de
Sturing
PKB-plus nietig verklaarde. Er wordt niettemin
De stadsregio is vertegenwoordigd in de projector-
van uitgegaan dat de Rotterdamse haven met een
ganisatie, en is daarom in staat om de bijdrage aan
nieuw havengebied in zee volgens planning in 2008
de regionale ontwikkelingsstrategie te bewaken.
kan worden gestart.
De provincie wordt gevraagd om periodiek te rapporteren over de projectvoortgang, om de stand van zaken te kunnen verwerken in het voortgangsbesluit.
31
Sturing
in de hoogstedelijke omgeving van Rotterdam-
‘PMR in uitvoering’ is de overkoepelende organi-
Centrum. Voor de stadsregio is het vooral van
satie voor de drie deelprojecten. PMR in Uitvoering
belang om de regionale ontsluiting van het knoop-
regelt de onderlinge afstemming en volgt of de
punt te verbeteren en het internationale profiel,
uitvoering en financiering van de deelprojecten
in onderscheid van andere knooppunten, veilig te
verlopen volgens de afspraken die de project
stellen.
partners en parlement zijn overeengekomen.
Stand van zaken De leefbaarheids- en intensiveringsprojecten in
Voor de ontwikkeling van Rotterdam Centraal is een
Bestaand Rotterdams Gebied vallen onder de
projectorganisatie opgezet onder aansturing van de
verantwoordelijkheid van de gemeente Rotterdam,
gemeente Rotterdam, waarbinnen rijk, gemeente
dat voor de uitvoering het programma ROM-Rijn-
en stadsregio samenwerken. De planontwikkeling is
mond heeft ingeschakeld. De gemeente Rotterdam
in volle gang.
is verantwoordelijk voor de landaanwinning. De
Sturing
provincie Zuid-Holland is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van 750 ha natuur- en recreatie-
De stadsregio is bij het project Rotterdam Centraal
gebied. De gemeente Rotterdam en het rijk zijn
betrokken als een van de ontwikkelingspartners.
verantwoordelijk voor de uitwerking van de natuur-
Daartoe heeft de stadsregio een uitvoeringsover-
compensatie die nodig is als gevolg van de land-
eenkomst afgesloten met de gemeente Rotterdam.
aanwinning. De stadsregio is contractpartner in de
De gemeente voert namens de stadsregio uit.
hele PMR-deal en heeft vanuit die positie voldoende
Vanuit deze positie kan de stadsregio haar speci-
mogelijkheden om de specifieke stadsregionale
fieke opgave waarmaken om de aansluiting bij de
opgave waar te maken. De projectverantwoor-
regionale ontwikkelingsstrategie te bewaken. Daar-
delijken wordt gevraagd om ieder over het eigen
voor zijn geen aanvullende maatregelen nodig.
deelproject periodiek aan de stadsregio te rappor-
Rolverdeling en afspraken
teren, ten behoeve van het voortgangsbesluit.
tussen stadsregio en provincie Rolverdeling en afspraken
Stadsregio: deelnemer
tussen stadsregio en provincie
Provincie:
geen rol
Stadsregio: contractpartner PMR Provincie:
contractpartner PMR en bestuurlijk
RR2020 leidt niet tot een noodzaak voor nadere
verantwoordelijk voor 750 hectare
afspraken.
groenontwikkeling
4.7 Stadshavens
RR2020 leidt niet tot een noodzaak voor nadere afspraken.
Opgave Stadshavens richt zich op het leggen van een
4.6 Rotterdam Centraal
verbinding tussen stad en haven. De ambitie van
Opgave
mix van haven en stedelijke functies gebruikma-
Het project Rotterdam Centraal, een van de zes
kend van de dynamiek van het gebied. De trans-
Stadshavens Rotterdam is het realiseren van een
‘nieuwe sleutelprojecten’ in de Nota Ruimte van
formatie is erop gericht de ruimte kwantitatief en
het rijk, is de belangrijkste motor voor de beoogde
kwalitatief beter te benutten en in te zetten voor
ontwikkeling van het Internationaal Centrum
sociale en economische vernieuwing van haven
Rotterdam. Het is het enige knooppunt in de
en stad. Het is de bedoeling om het gebied op
regio dat zijn profiel ontleent aan het internatio-
het niveau van Randstad, Zuidvleugel en stad op
nale netwerk, vooral dankzij de aansluiting van
langere termijn te positioneren als een gevarieerd
Rotterdam Centraal Station op het internationale
stedelijk milieu voor wonen en werken. Binnen
spoorwegnet (op korte termijn versterkt door de
RR2020 is Stadshavens het grootste Rivierzonepro-
opening van de hogesnelheidslijn) en de ligging
ject. Bijzondere aandachtspunten voor de stads-
Uitvoeringsprogramma RR2020
32
regio zijn de inbedding en fasering ten opzichte van het programma elders in de Rivierzones, de verhouding met de bedrijventerreinontwikkeling in de Zuidflank en de ontsluiting van het gebied.
Stand van zaken De Ontwikkelingsmaatschappij Stadshavens Rotterdam N.V. is opgericht om het veranderings proces voor de Stadshavens te begeleiden. Momenteel werkt de ontwikkelingsmaatschappij aan een ontwikkelingsstrategie die de kansen en mogelijkheden van het gebied in beeld brengt. Deze strategie vormt straks de basis voor het uitwerken van concrete projecten en programma’s. De stadsregio heeft geen directe betrokkenheid in de projectorganisatie voor Stadshavens. Wel wordt het opnemen van Stadshavens in het rijksprogramma en de aanvraag als sleutelproject actief ondersteund. Op termijn zal, wanneer de planontwikkeling vordert, de rol van de stadsregio toenemen. De gemeente Rotterdam wordt als projectverantwoordelijke gevraagd om periodiek te rapporteren ten behoeve van het voortgangsbesluit van de stadsregio.
Sturing De stadsregio volgt de planontwikkeling vanuit het regionaal perspectief. Daarvoor zijn bindende afspraken nodig over:
• programmaontwikkeling
(omvang, segment en
fasering);
• OV-ontsluiting en infrastructuur; • bedrijventerreinontwikkeling op Waalhaven-Zuid. Rolverdeling en afspraken tussen stadsregio en provincie Stadsregio: op dit moment geen directe betrokkenheid, wel ondersteunend Provincie:
bevoegd gezag milieu
Nadere afspraken:
• positie
stadsregio in projectorganisatie.
33
5
Uitvoeringsstrategie De stadsregio staat diverse middelen ter beschik-
fondsen van het rijk ingezet. De investeringen in
king om de uitvoering van de twintig projecten en
groen en water zijn in veel gevallen voorwaardelijk
programma’s te bevorderen en in goede banen te
voor de ontwikkeling van woon- en werklocaties en
leiden. Dit hoofdstuk omschrijft hoe de stadsregio
vice versa.
die middelen wil inzetten. Achtereenvolgens gaat het om de investeringsstrategie, de afspraken en
Voor het groen zijn na 2010 nog slechts beperkt
het commitment die de stadsregio met andere
rijksmiddelen beschikbaar. Alternatieve financie-
partijen aangaat, de communicatie, het informatie-
ringsbronnen zijn een continuering van het regio
beheer en de planjuridische toetsing en advisering.
nale omslagfonds en integrale gebiedsexploitaties, waarin ook stedelijke functies zijn opgenomen. Voor investeringen in infrastructuur beschikt de
Al deze elementen moeten doorwerken in de interne organisatie van de stadsregio en in de
stadsregio over drie fondsen: de gebundelde doel-
bestuurlijke afspraken die de provincie en de stads-
uitkering, het Bor-fonds en het omslagfonds. De
regio onderling maken over de verdeling van taken
provincie en het rijk beschikken over middelen voor
en bevoegdheden. Dat gebeurt in de implementa-
respectievelijk provinciale en nationale infrastruc-
tiefase tot medio 2006, waarover de slotparagraaf
tuurprojecten.
van dit hoofdstuk gaat.
Private investeringen
5.1 Investeringsstrategie
Woon- en werkfuncties zijn aan groen en infra-
De investeringsstrategie van het RR2020 kent voor
structuur gekoppeld door middel van afspraken
de stadsregio twee invalshoeken, afhankelijk van
met gemeenten. Deze afspraken zijn wederkerig:
de termijn waarop de investeringen plaatsvinden.
gemeenten leggen zich binnen redelijke marges
Deze komen erop neer dat:
vast op een gespecificeerd woningbouw- en bedrij-
• de
venprogramma en de stadsregio stelt daar (mede
financiële dekking van het lopend sectorbeleid
namens de provincie) een groen- en infrastructuur-
wordt gerealiseerd;
• voor
programma tegenover. Beide programma-onder-
de aanvullende ambities van RR2020 wordt
aangegeven op welke wijze de ontwikkeling en
delen zijn aan elkaar gekoppeld. Zo zijn afspraken
financiering wordt georganiseerd, mede in het
nodig om investeringen in de bereikbaarheid van
licht van de nieuwe mogelijkheden die voort-
knooppunten ook daadwerkelijk te benutten voor
vloeien uit de veranderende wet- en regelgeving
de ontwikkeling van het knooppunt. Dat stelt eisen
(vooral de herziening van de Wet op de ruimte-
aan de invulling van het knooppunt en aan het te
lijke ordening en de Wgr+).
realiseren gelijksoortige programma elders in de regio.
Op beide punten ligt voor de komende periode een opgave: respectievelijk om de financiering rond te
Publieke bijdragen aan woon- en werkfuncties zijn
krijgen en om de wijze van investeren in integrale
relatief gering. Dit zijn bij uitstek bestemmingen
en gebiedsgerichte projecten aan te scherpen.
die in publiek-private samenwerking gerealiseerd moeten worden. Zo kunnen rijkssubsidies die
Overheidsinvesteringen
op woningbouw zijn gericht, gezien worden als
Tot ongeveer 2010 wordt de financiële dekking
een aanmoedigingsbijdrage bij ontwikkelingspro-
alleen via de sectorale lijnen geregeld. Via die lijn
jecten. Het zijn de woningcorporaties, verhuur-
vindt ook de financiering plaats van gebiedsge-
ders en beleggers die substantieel investeren.
richte projecten en de ruimtelijke programma’s.
Voor de periode 2005-2010 zijn in het regionaal
Op langere termijn kunnen aan deze projecten
woningbouwscenario en het bijbehorende financieel
ook rechtstreeks bijdragen toegewezen worden.
scenario afspraken gemaakt over de financiële inzet
De financiering van groen en infrastructuur vindt
bij woningbouw. Na 2010 zal er nieuw instrumenta-
plaats via de bestaande sectorale uitvoeringspro-
rium moeten komen dat zich richt op het realiseren
gramma’s, respectievelijk bij het RGSP2 en het
van de beleidsdoelstellingen. Met name ISV gelden
RVVP. Op deze twee terreinen investeren de stads-
zouden verhoogd moeten worden. Daarnaast
regio en de provincie zelf. Daarvoor worden primair
kan gedacht worden aan bijdragen aan integrale
eigen middelen van de stadsregio (€60 mln.) en
projecten zoals Stadshavens.
35
De investeringsstrategie van provincie en stads-
projecten, streekplanautoriteit zijn, bevoegd gezag
regio zal na 2010 niet wezenlijk veranderen: zij
inzake plantoetsing en milieuvergunningen zijn
investeren voornamelijk in groen en infrastructuur,
en financiële middelen kunnen toekennen aan de
de markt investeert (aangestuurd door gemeenten)
(stads)regionale projecten en programma’s.
in woon- en werkfuncties. Wel is een intensivering van de investeringsstrategie nodig. De aankomende
Het college kent een gebiedsgedeputeerde en
veranderingen in wetgeving bieden daar nieuwe
sectorgedeputeerden. De sectorgedeputeerden
mogelijkheden voor. De intensivering van de inves-
zijn counterpart voor het maken en uitvoeren van
teringsstrategie krijgt op verschillende manieren
afspraken met portefeuillehouders van de stads-
gestalte. Binnen de stadsregio krijgt het bestaande,
regio over specifieke programma’s en projecten.
goed functionerende Omslagfonds een prominen-
De gebiedsgedeputeerde Rijnmond bewaakt de
tere rol.
algemene voortgang van de gemaakte afspraken
Daarnaast zal voor de periode na 2010 gewerkt
met de stadsregio en de bovenregionale projecten
worden aan een investeringsfonds om risicodragend
en is eerste portefeuillehouder voor streekplanuit-
in projecten te kunnen participeren. Een derde
werkingen, gebiedsuitwerkingen en plantoetsings-
manier waarop de investeringsstrategie geïntensi-
aangelegenheden. Twee keer per kwartaal vindt
veerd wordt, is het aangaan van nieuwe coalities
er voortgangsoverleg plaats tussen de portefeuil-
in de uitvoering. Een grotere betrokkenheid van
lehouder Ruimtelijke Ordening van de stadsregio en
private partijen in de projectvoorbereiding, leidt
de gebiedsgedeputeerde Rijnmond.
ook tot een verruiming van de mogelijkheden voor private (mede)financiering. Om de programma’s
De provincie zal de informatie over de bovenregio
voor groen en infrastructuur te kunnen waar-
nale projecten voor het voortgangsbesluit van
maken, is financiering door het rijk en de Europese
de stadsregio verstrekken. De provincie zal een
Unie onontbeerlijk. RR2020 legt daar een stevige
ambtelijk vertegenwoordiger aanwijzen. Deze
basis voor, niet alleen voor groen en infrastructuur
vertegenwoordiger is eerste aanspreekpunt voor de
maar vooral vanwege de integrale afweging van
stadsregio over de uitvoering van RR2020. Binnen
alle sectoren, waaronder de sociale aspecten en
de provinciale organisatie heeft deze vertegenwoor-
economie.
diger de taak om vraagstukken rond de uitwerkingstrajecten, streekplanuitwerkingen, gebieds-
5.2 Afspraken en commitment
uitwerkingen en plantoetsingsaangelegenheden
Voor een succesvolle uitvoering is de stadsregio
te coördineren. Gedeputeerde Staten geeft nader
afhankelijk van de inzet en inspanning van private
invulling aan deze opdracht.
en publieke partijen. Publieke partijen zoals gemeenten en de provincie nemen een deel van
Samenwerking met het Bestuurlijk Platform
de uitvoering van de projecten in RR2020 voor
Zuidvleugel en rijk
hun rekening. Daarnaast beheren zij middelen
Veel projecten uit de uitvoeringagenda van RR2020
als geld, bevoegdheden en informatie waarvan
komen ook voor op de agenda van het Bestuur-
de stadsregio afhankelijk is. In dit uitvoerings-
lijk Platform Zuidvleugel: het Project Mainport
programma is aangegeven welke doelen er met
Rotterdam, Rotterdam Centraal, de Integrale
elk project worden nagestreefd en welke over-
Ontwikkeling Delft-Schiedam, de Noordrand (deel
heid verantwoordelijk is. Dat is de eerste stap. Als
van de Integrale Ontwikkeling Noordas), de Drie-
tweede stap stelt de stadsregio zichzelf als doel om
hoek Rotterdam-Zoetermeer-Gouda, de Steden-
medio 2006 met deze publieke partijen afspraken
baan, Stadshavens en onderdelen van de program-
te hebben over de inzet van de middelen die de
ma’s groen, wonen en bedrijven. Deze projecten
komende jaren nodig zijn voor de uitvoering van de
volgen uit de prioriteitsstelling op Zuidvleugel
projecten en programma’s.
niveau, die de provincie in samenwerking met de Zuidvleugelpartners in het Bestuurlijk Platform
Samenwerking met de provincie Zuid-Holland
heeft vastgesteld.
Gedeputeerde Staten dragen bij aan de uitvoering van RR2020. Dit betekent dat zij verantwoorde-
De ‘Top 10 plus 3’ van uitvoeringsprojecten van
lijk zijn voor de uitvoering van de bovenregionale
het Bestuurlijk Platform Zuidvleugel en de proces
Uitvoeringsprogramma RR2020
36
afspraken voor het ontwikkelingsprogramma 2010-
parante verantwoording over de voortgang van het
2020 worden ingebracht in het rijksprogramma
uitvoeringstraject. Daarnaast heeft de communi-
voor de Zuidvleugel. In dat programma worden
catie een rol in het verwerven en behouden van
afspraken gemaakt over de participatie in en de
steun en draagvlak en in het bewaken van het
rolverdeling bij de daarin genoemde projecten.
gevoel van urgentie rond de boodschappen van
Andere projecten waarvoor rijksfinanciering nood-
RR2020. Communicatie draagt verder bij aan het
zakelijk is, moeten niet alleen een verankering
bewaken van het uitgangspunt van het plan: meer
vinden in het uitvoeringsprogramma van RR2020,
kwaliteit, meer variatie en meer tempo. De belang-
maar ook in de investeringsprogramma’s van het
rijkste elementen uit RR2020 en het uitvoerings-
rijk (zoals het MIT). De stadsregio zet zich daar-
programma worden samen met de daarbij horende
voor in.
dilemma’s op een heldere manier voor het voetlicht gebracht bij interne en externe partijen. Commu-
Samenwerking met gemeenten
nicatie heeft een faciliterende rol bij de onderhan-
Het primaire onderscheid per project bij de taak-
delingsprocessen tussen de stadsregio, provincie,
verdeling tussen provincie en stadsregio enerzijds
gemeenten en coalitiepartners.
en gemeenten anderzijds, is het onderscheid tussen programmamanagement en uitvoering.
Voor de communicatieve ondersteuning van het
De uitvoering van ontwikkelingsprojecten die niet
uitvoeringsproces wordt een aantal instrumenten
expliciet in de uitvoeringsagenda zijn opgenomen,
ingezet die ook zijn toegepast bij de voorbereiding
met name in de vastgoedsfeer, is in beginsel een
van RR2020 en een aantal nieuwe activiteiten geïn-
verantwoordelijkheid van gemeenten en markt-
troduceerd. Te noemen zijn de website
partijen. In veel gevallen zijn gemeenten daarbij
www.RR2020.nl, het organiseren van een bestuur-
de initiatiefnemers en nemen de marktpartijen
lijke conferentie voor alle betrokken bestuurders
de uitvoering voor hun rekening. In een aantal
en relevante uitvoeringspartijen, dynamobijeen
gevallen zullen echter ook de stadsregio en de
komsten om extra aandacht en energie te gene-
provincie een rol in de uitvoering kunnen spelen,
reren op proces of projectniveau, een introductie-
in het bijzonder voor groen en infrastructuur.
bijeenkomst voor nieuwe colleges ter continuering
De verhoudingen met de ontwikkelende partijen
van het gedachtegoed van RR2020 en nieuwsflitsen
worden per project georganiseerd. Uitgangspunten
of voortgangsberichten.
zijn maatwerk en geleidelijkheid: lopende projecten
5.4 Informatiebeheer en monitoring
zijn gebaat bij continuïteit.
Een goede informatievoorziening en –behandeling Om de voortgang van de uitvoering van RR2020
is essentieel voor een samenhangende uitvoering.
te volgen en gaandeweg bij te sturen, is een over-
De monitoring van de resultaten is ervan afhan-
legstructuur met gemeenten wenselijk. Wijzigingen
kelijk. Een openbaar informatiesysteem maakt
in het uitvoeringsprogramma, als gevolg van een
de voortgang voor iedereen zichtbaar en houdt
afwijkende ontwikkeling op een of meer van de
de ambities van RR2020 levend. De verzamelde
tien punten, werken immers rechtstreeks door in
informatie kan daarnaast zeer dienstbaar zijn aan
de programma’s en de projecten. Via bijstellingen
gemeenten en andere uitvoerders. Op veel plaatsen
in de sectorale programma’s kunnen dat ook klein-
bij gemeenten, stadsregio en provincie wordt
schalige projecten zijn die gemeenten autonoom
informatie bijgehouden. De stadsregio wil een rol
uitvoeren of die niet rechtstreeks samenhangen
vervullen als ‘portal’, oftewel intermediair tussen de
met de gebiedsgerichte projecten. Een dreigend
informatievragers en ‑aanbieders.
tekort op de ene ontwikkelingslocatie kan conseDaarbij valt in de eerste plaats te denken aan tech-
quenties hebben voor het programma elders in de regio.
nisch-inhoudelijke informatie, bestemd voor lokale ontwikkelingen, zoals milieu-informatie (via de
5.3 Communicatie
milieusignaalkaart) en bodemgegevens. De digitale
Een belangrijk sturingsinstrument bij de uitvoering
kaart speelt daarin een centrale rol. Op de website
is de communicatie. De communicatiestrategie is
van RR2020 is een voor iedereen raadpleegbare
bedoeld om bij te dragen aan een goede en trans-
digitale kaart opgenomen. RR2020 is daarmee
37
het hoogwaardig openbaar vervoer plaats?
conform DURP (Digitaal Uitwisselbare Ruimtelijke
• Tot
Plannen). Daarmee zijn de voorwaarden geschapen voor de procedure om gemeentelijke bestemmings-
welke resultaten leidt de pro-actieve aanpak
van de milieuproblematiek?
• Resulteert
plannen te koppelen. Het is de bedoeling om ook de monitoring, die veelal per beleidssector is geor-
de ontwikkeling van landelijke woonmi-
lieus tot het beoogde kwaliteitsbeeld?
ganiseerd, en informatie over de projectvoortgang
5.5 Toetsing en advisering
aan de digitale kaart te koppelen.
Handhaving van de kernpunten en structurerende Het informatiebeheer op deze wijze wordt de
elementen uit het planologisch kader is primair
komende jaren opgezet. Daarbij wordt een groei-
een verantwoordelijkheid van de provincie, niet
model gevolgd: het systeem begint in lichte vorm
van de stadsregio. De provincie beschikt immers
en wordt daarna stapsgewijs uitgebouwd. Daarbij
over de bevoegdheid om gemeentelijke bestem-
spelen de volgende onderdelen een rol:
mingsplannen te toetsen. Na de herziening van de
• het
Wet op de ruimtelijke ordening en enkele andere
opzetten van een systeem en een organisatie
wettelijke veranderingen, voorzien begin 2007, lijkt
om de digitale kaart RR2020 aan te bieden en te
deze plantoetsing te vervallen, maar zijn er wel
beheren;
• afspraken
andere middelen om beleid te effectueren: via een
met gemeenten over het aanleveren
van bestemmingsplannen op zodanige wijze dat
verordening (met generieke regels, zoals Regels
koppeling aan de digitale kaart mogelijk is;
voor Ruimte, te handhaven via overleg en zienswij-
• inventariseren
zeprocedures), via een aanwijzing (gericht op een
informatiebehoefte van ontwik-
kelende gemeenten en andere informatievragers,
specifiek geval) en via de bevoegdheid om zelf een
dat kan periodiek (bijvoorbeeld jaarlijks) worden
bestemmingsplan op te stellen.
herhaald;
• afspraken
Handhaving van het planologisch kader zal zich
met informatieaanbieders over de
koppeling van bestanden aan de RR2020-‘portal’,
in de toekomst echter ontwikkelen in de rich-
inclusief overeenkomsten over het up-to-date
ting van advisering vooraf, en minder dan nu de
houden en service;
vorm hebben van beoordeling achteraf. De manier
• afspraken
waarop dat vormkrijgt, is onderwerp van een
met beleidssectoren voor het digitaal
nadere uitwerking door provincie en stadsregio
aanleveren van hun monitoringsresultaten;
• afspraken
samen.
met gemeenten en andere uitvoer-
ders om de projectvoortgang digitaal door te geven, en de technische mogelijkheid daarvoor te
Provincie en stadsregio zullen afspraken maken
creëren.
over: 1. Het organiseren van een goed lopend toetsings-
Naast de feitelijke informatie die in de portal wordt
proces, zodanig dat provincie en stadsregio met
verzameld, is een meer beleidsmatig georiënteerde
één mond spreken en gemeenten en andere
monitoring gewenst die bijhoudt in hoeverre de
betrokkenen met slechts één aanspreekpunt te
doelen en beoogde effecten van de ontwikkelings-
maken hebben. Dubbels worden voorkomen en
strategie worden bereikt. Dat systeem wordt de
intern worden de standpunten van stadsregio
komende jaren ontwikkeld. Enkele willekeurige
en provincie goed op elkaar afgestemd voordat
voorbeelden van vragen die daarin worden behan-
ze met één gezamenlijk standpunt naar buiten
deld, zijn:
komen.
• In
2. Het vormgeven van de advisering als een uitvoe-
hoeverre kiezen randstadgeoriënteerde
bedrijven inderdaad voor de Noordas?
• Hoe
ringsinstrument voor gemeenten. De afgelopen periode zijn goede ervaringen opgedaan met
verloopt de programmatische afstemming
bezoeken aan gemeenten om over concrete
tussen de Zuidplaspolder en het RR2020?
• Hoe
planinitiatieven (van een gemeente of van de
verloopt het concentreren van verspreide
stadsregio) te overleggen. Daarnaast legt de
glastuinbouw op Voorne-Putten?
• Leidt
planbeoordelaar van de provincie halfjaarlijks
de herstructurering in naoorlogse tuinsteden
bezoeken af aan gemeenten. Tijdens deze
daadwerkelijk tot de gewenste trendbreuk?
• Vindt
bezoeken komen initiatieven vaak in een vroeg
de gewenste verdichting rond stations van
Uitvoeringsprogramma RR2020
38
stadium aan de orde. Dat geeft de mogelijkheid
onderdelen van de uitvoeringsstrategie, zoals de
tot meedenken, bijsturen en het tijdig signaleren
opzet van het informatiebeheer. Voor alle in dit
en oplossen van knelpunten. Dit instrument
uitvoeringsprogramma opgenomen projecten en
van het gemeentebezoek zal verder worden
programma’s zal een lid van het Dagelijks Bestuur
ontwikkeld.
optreden als bestuurlijke trekker.
Tot de invoering van de herziening van de Wro
Tussen de stadsregio en de provincie worden in
behoudt de provincie de bevoegdheid om bestem-
de implementatiefase afspraken gemaakt over de
mingsplannen en artikel 19-plannen te toetsen.
nadere rolverdeling binnen projecten en program-
Vóór de vaststelling van RR2020 adviseerde de
ma’s, de toepassing van bevoegdheden bij (ruimte-
stadsregio al bij de toetsing van bestemmings-
lijke) procedures, de beschikbaarheid van financiële
plannen en artikel 19–plannen die binnen de twee
middelen en informatie voor het periodieke voort-
destijds geldende regionale structuurplannen liggen
gangsbesluit. Tussen de stadsregio en gemeenten
(Midden-IJsselmonde en Noordrand). Beide struc-
kunnen soortgelijke afspraken nodig zijn. Daarvoor
tuurplannen zijn inmiddels vervangen door RR2020.
zullen de volgende activiteiten gestart worden:
Daarnaast vond op ad hoc-basis vooroverleg plaats
1 de stadsregio start uitwerkingstrajecten voor de
over plannen uit andere gebieden. Bij vaststelling
projecten en programma’s onder haar verant-
van RR2020 is deze advisering uitgebreid tot het
woordelijkheid en komt daarbinnen tot afspraken
totale grondgebied van de stadsregio. Daartoe is
over rol, procedures, prioritering, financiële inzet,
de stadsregio inmiddels vertegenwoordigd in de
enzovoort;
Provinciale Planologische Commissie. Het advies
2 de stadsregio definieert welke informatie zij
van de stadsregio is een gekwalificeerd advies. Dat
nodig heeft om de voortgang van de bovenregio
wil zeggen dat er ambtelijk en zonodig bestuur-
nale en gemeentelijke projecten te monitoren en
lijk overleg nodig is, indien de provincie ervan wil
maakt afspraken over de aanlevering daarvan.
afwijken. Tot slot zal in de implementatiefase het voornemen Gedurende de implementatiefase wordt de taak-
operationeel worden gemaakt om periodiek een
verdeling op het gebied van toetsing en advisering
voortgangsbesluit te nemen. De stadsregio zal
verder uitgewerkt. Op de volgende punten zijn
dit voortgangsbesluit vaststellen. De komende
nadere afspraken of uitwerkingen nodig:
maanden worden afspraken gemaakt over onder
• organisatie
meer de opzet, de samenwerking bij de totstand-
(incl. een procedure voor tegenstrij-
dige adviezen),
koming en de informatieverschaffing door project-
• communicatie met gemeenten, • juridische vormvereisten, • anticiperen op de herziening van de Wro, • inzet van doorzettingsmacht (aanwijzingsbe-
en programmaverantwoordelijken. Dan zal ook de verschijningsfrequentie worden bepaald en de datum waarop het eerste voortgangsbesluit kan worden vastgesteld.
voegdheid),
• wijze van omgaan met de uitwerkingen voor regio nale bedrijventerreinen en landelijk wonen,
• zonodig
nadere afspraken over interpretatiekwes-
ties (zoals functies op knooppunten).
5.6 Implementatiefase De komende maanden (tot medio 2006) zijn nodig om de voornemens van het uitvoeringsprogramma te implementeren in de organisatie van de stadsregio. Deze implementatiefase is bedoeld om het uitvoeringsprogramma operationeel te maken. Inhoudelijke uitwerkingen zijn nodig voor een aantal nieuwe projecten en programma’s, zoals voor het programma milieu, en voor een aantal
39
Colofon Het Uitvoeringsprogramma RR2020 is onderdeel
Zuid-Holland
van het Ruimtelijk Plan voor de Regio Rotterdam
Paul Meijer, beleidsadviseur ruimtelijke ordening,
dat op basis van een bestuurlijke samenwerkings-
stadsregio Rotterdam
overeenkomst van september 2002 is opgesteld
Beeno Radema, hoofd bureau streekplanning,
door de provincie Zuid-Holland en de stadsregio
provincie Zuid-Holland
Rotterdam. Het RR2020 bevat een strategisch
Rob van Schijndel, hoofd afdeling RO-regio, dS+V,
ruimtelijk ontwikkelingsprogramma voor de regio
gemeente Rotterdam
Rotterdam voor de periode van 2005 tot 2020. Het is formeel een herziening van het streekplan
Projectbureau RR2020
Rijnmond van de provincie Zuid Holland en een
Guus van de Hoef, projectdirecteur
uitvoeringsgericht regionaal structuurplan voor de
Erik Prins, projectleider Uitvoeringsprogramma
stadsregio Rotterdam, gecombineerd in één plan:
Peter Kuiper, procesmanager
het RR2020.
Miriam Damen, projectsecretaris Anja Kerklaan, projectleider Programma
Het RR2020 is onder leiding van het Bestuurlijk
Maurits Bongers, projectleider Ontwerp
Opdrachtgeversoverleg opgesteld door het Project-
Paul Meijer, ontwikkelingsstrategie en uitvoering
bureau RR2020. In een open planproces zijn vele
Beeno Radema, planologisch kader
maatschappelijke en bestuurlijke instanties regel-
Jeroen Heuvelink, gebiedsmanager Rijnmond
matig geconsulteerd. Ook zijn tijdens het werk-
Frank van den Beuken, stedenbouwkundig
proces het Ambtelijk Opdrachtgeversoverleg, de
ontwerper
gezamenlijke managementteams, het directiebe-
Marcel van Blijswijk, planoloog
raad, de bestuurlijke klankbordgroep met leden van
Ap van der Pijl, communicatieadviseur
provinciale staten en de regioraad, de gemeente-
Kathalijne van den Brekel, communicatieadviseur
lijke ro-vertegenwoordigers (ROROR) en de Provin-
Peter Paul Witsen, redacteur
ciale Planologische Commissie regelmatig formeel
Cartografie
en informeel geraadpleegd. De achttien regiogemeenten en de deelgemeenten van Rotterdam
dS+V, Stedenbouw, Wonen, Verkeer
hebben in onderlinge samenwerking zes deelge-
Provincie Zuid-Holland
biedstudies ingebracht. De website, www.rr2020.nl, heeft in het proces
Vormgeving
een belangrijke rol vervuld. Het gehele plan is
Mijs + Van der Wal
daarop raadpleegbaar en de website zal ook in de toekomst een basis bieden voor digitale uitwisse-
Nadere informatie
ling van ruimtelijke plangegevens.
Provincie Zuid-Holland Zuid-Hollandplein 1, 2596 AW Den Haag Postbus 90602, 2509 LP Den Haag
De projectorganisatie RR2020 bestaat uit:
telefoon: 070 441 66 11 website: www.zuid-holland.nl
Bestuurlijk Opdrachtgeversoverleg RR2020 Erik van Heijningen, gedeputeerde
Stadsregio Rotterdam
Provincie Zuid-Holland
Minervahuis I,
Jaap Wolf, portefeuillehouder stadsregio Rotterdam
Meent 106, 3011 JR Rotterdam
Ambtelijk Opdrachtgeversoverleg RR2020
telefoon: 010 - 417 23 89
Guus van de Hoef, projectdirecteur, voorzitter.
website: www.stadsregio.info
Cor van Hulst, hoofd sector ruimtelijke ordening,
email:
[email protected]
Postbus 21051, 3001 AB Rotterdam
wonen en economie, stadsregio Rotterdam Henk Ovink, hoofd ruimtelijk ordening, provincie
Uitvoeringsprogramma RR2020
Of de website van RR2020: www.rr2020.nl
40