Veiligheidsplan Waterpad V3.0

Veiligheidsplan Waterpad V3.0

Door Fieke Reijntjes - December 2012


1

Inhoudsopgave: Inleiding ....................................................................................................................................................... 3 Eenheid van instructie ................................................................................................................................. 4 Omschrijving niveau en taakomschrijving begeleiders ............................................................................... 8 Begeleidersratio (verhouding instructeur/deelnemers) ............................................................................. 9 Noodplan ................................................................................................................................................... 10 Preventie plan ....................................................................................................................................... 12 Communicatieplan ................................................................................................................................ 15 Calamiteitenplan ................................................................................................................................... 16 Kort Noodplan: ...................................................................................................................................... 19 Materiaal beheer en check........................................................................................................................ 21 Vergunningen ............................................................................................................................................ 22 Verplaatsing naar activiteit ....................................................................................................................... 23 Bijlagen: ..................................................................................................................................................... 24 Docentenprotocol.............................................................................................................................. 25 Eigen risico formulier:........................................................................................................................ 29 ( Bijna ) Ongevallen registratie: ......................................................................................................... 31 Materialen formulier: ........................................................................................................................ 33


2

Inleiding Dit veiligheidsplan komt voort uit de risico analyse voor Het Waterpad, een educatieve kanotocht voor basisschoolleerlingen in de gemeente Venray en Horst aan de Maas. In de risico analyse is gebleken dat er een aantal zaken beheersmaatregelen nodig hebben om de risico’s aanvaardbaar te maken. Een deel van deze zaken staan bij aanbevelingen. Een groot deel van deze aanbevelingen behoeven meer uitleg en deze is gegeven in dit veiligheidsplan. Een risicoanalyse zonder een veiligheidsplan is half werk. Wanneer het veiligheidsplan wordt gelezen en gebruikt tijdens de uitvoering van de activiteiten op de Molenbeek worden de aanwezige risico’s beperkt en klein gehouden.


3

Eenheid van instructie Materiaal deelnemers: Zwemvest Helm Goed schoeisel Goede kleding Droge kleding en een handdoek in de bus Materiaal instructeur: Zwemvest Helm Fluitje Goed schoeisel Goede kleding Waterdicht tonnetje EHBO Mobiele telefoon en Kort Noodplan Gehele veiligheidsplan in de bus Uitleg: Inleiding: Jezelf voorstellen en vertellen wat de activiteit inhoudt. Materiaal: Helm: Een helm zit goed wanneer je met je hoofd kan schudden zonder dat de helm (te erg) mee schudt. Het bandje onder de kin moet zo strak zitten dat die niet meer over je kin naar boven kan schuiven. Zwemvest: Het zwemvest moet rondom je buik zo strak zitten dat je deze niet aan de schouderbanden over je hoofd omhoog kan trekken. Basistechnieken: Kano: Uitleg over de voor en achterkant van de boot en de manier van zitten in de boot Plaats in de boot: De persoon achterin is de stuurman. Dit persoon zal het meeste sturen. Beide personen halen de peddel aan de linker- en rechterkant door het water. Dit gebeurt om en om zodat er op hetzelfde moment aan beide kanten een peddel in het water is.


4

Peddelgreep: De handen moeten zover uit elkaar staan, dat wanneer de peddel boven het hoofd wordt gehouden, de onder- en bovenarm een rechte hoek vormen. De vingers liggen gemakkelijk om de steel. De kootjes van duim en wijsvinger liggen ongeveer op elkaar als de steel wordt omklemd. Draaiing van de bladen: Om minder last te hebben van de wind tijdens de overhaal heeft men bedacht dat de bladen van de peddel haaks op elkaar moeten staan. De peddel draait in de linkerhand. De rechterhand heeft de peddel stevig vast en de linkerhand moet dus telkens ontspannen om de peddel te laten draaien. Rechtdoor varen: Rechtop in de boot zitten. Zet de peddel in bij je voeten en haal deze langs de boot naar achteren

. Sturen: Je kan op 3 manieren sturen. Extra slagen om een bepaalde kant op te gaan, de boogslag om geleidelijk te sturen en de remslag om snel te sturen. 1. Extra slagen: Wanneer je met twee personen alleen slagen maakt aan de rechter kant van de boot zal de boot naar links gaan. Dit is andersom ook zo, wanneer je alleen slagen maakt aan de linker kant zal de boot naar rechts gaan.

2. Boogslag

De boogslag is een slag waarmee je de kano kan sturen. De peddel voor bij je voeten in het water zetten en in een wijde boog naar achter halen. Wanneer je de boogslag aan de rechter kant uitvoert zal de voorkant van de boot naar links gaan, en andersom.


5

3. Remslag

De remslag is een slag waarmee je de boot snel een andere kant op kan sturen. Deze gebruik je als je snel van richting moet veranderen. Je zet de peddel achter je lichaam in het water en haalt deze met een boog naar voren. Wanneer je de remslag uitvoert aan de rechterkant van de boot zal de voorkant van de boot naar rechts gaan, en andersom. Omslaan: Probeer niet om te slaan, wanneer je wilt zwemmen kan dat aan het einde van de tocht. Wanneer je omslaat moet je er voor zorgen dat je jezelf in veiligheid brengt door boven water te komen en eventuele obstakels te vermijden. Wanneer je onder de boot boven water komt blijf dan rustig, pak de rand van de boot vast en duw jezelf onder de boot uit. Probeer tijdens het zwemmen aan het oppervlakte te blijven. Ga niet staan en probeer de bodem niet aan te raken met je voeten. Op deze manier komen je voeten niet vast te zitten tussen stenen die op de bodem liggen. Wanneer je rustig en veilig bent kan je naar de boot zwemmen en deze proberen om te draaien zodat er niet meer water in kan lopen. Hierna zwem je met de voor- of achterkant van de boot naar de kant. Wanneer het niet lukt de boot om te draaien zwem je ook met de boot op de kop naar de kant. Eenmaal aan de kant probeer je samen met je maatje de boot op de kant te trekken. Wanneer de boot te zwaar en te vol is probeer je de boot te kantelen zodat er alvast wat water uitloopt. Uiteindelijk trek je de boot helemaal op de kant. Draai de boot op de kop en ga elk aan één uiteinde van de boot staan. Vervolgens til je om en om de voor- en achterkant van de boot omhoog (als een wip) tot de boot leeg is. Obstakels op het water: Wanneer je een lage brug of laag hangende tak op het water passeert dan moet je voorover buigen om de obstakels niet te raken. Tik met je neus je knieën aan en je helm en zwemvest beschermen je. Pak de obstakels vooral niet vast want dan wordt je uit de boot getrokken. Ga ook niet achterover leunen, de kans dat je de gezicht openhaalt is dan groot. Wanneer we voorbij het kasteeltje in Meerlo komen is er een brug waaronder metalen haakjes zitten. Dit zal op tijd worden doorgegeven, pas op voor deze haakjes! Wanneer er een obstakel in de beek is waardoor je niet verder kan varen zal dit optijd worden aangegeven door de eerste begeleider. Wanneer deze begeleider zegt dat je niet verder kan moet je zo snel mogelijk naar de kant en daar een plekje vinden waar je de boot kan aanleggen en eventueel kan uitstappen zodat je niet verder vaart. Geef deze boodschap altijd en zo snel mogelijk door naar achteren. Veiligheidsplan Waterpad V3.0

6

Regels: - Helm en zwemvest blijven aan - Luister altijd naar de begeleiders - Elkaar niet expres omduwen of aanvaren - Niet uit de kano of vanaf de kant in het water springen, het kan heel ondiep zijn. - Wanneer je hulp nodig hebt moet je dit via een boodschap via de kano voor of achter je aan de begeleiders doorgeven. Dit is ook de manier van de begeleiders om je te waarschuwen voor gevaren! Geef een belangrijke boodschap die je krijgt dus altijd door. - Wanneer je de regels niet goed opvolgt kunnen de begeleiders er voor kiezen de tocht voor jou te beëindigen. Algemeen: Transport van de kano De kano moet altijd worden opgetild om gaten in de kano te voorkomen. Door de knieën zakken bij het tillen van de kajak van de grond af. De kajak wordt aan de voor- en achterkant gedragen op de schouder of in de hand(en). De peddel is in de kajak geschoven of wordt in de hand gedragen. De kano in en uit het water halen De kano te water laten op de daarvoor bestemde plek (steiger). De peddel op een veilige plek op de oever neerleggen. De voor kant het water in laten glijden en de achterkant goed vasthouden. In- en uitstappen Het eerste persoon kan rustig instappen terwijl het andere persoon de boot goed vast houdt. Het tweede persoon wordt geholpen door het eerste persoon van de volgende boot. Enkel de laatste begeleider hoeft alleen in te stappen. Het uitstappen gebeurt andersom. Alleen de eerste begeleider hoeft alleen uit te stappen. Haal de Kano uit het water en leg deze een stukje weg van de rivier zodat die niet in de weg ligt. In en uitstappen zal door de medewerkers van Dichterbij begeleid worden.


7

Omschrijving niveau en taakomschrijving begeleiders De docent is de eerste begeleider. De docent kan een collega, ouder of andere volwassene inschakelen als tweede begeleider. Er is een mogelijkheid om iemand van Stichting Mooiland in te schakelen. In dit geval wordt de begeleider van stichting Mooiland eerste begeleider. Kennis van de begeleider: De eerste begeleider: De begeleider is bekend met de instructie die wordt gegeven in de klas en kan deze zelf ook geven. De begeleider is bekend met het docenten protocol en noodplan en weet hoe te handelen in geval van nood De begeleider is bekend met (de gevaren van ) het te varen traject De begeleider is in staat om leiding te geven aan een groep kinderen De tweede begeleider: De begeleider is bekend met het korte noodplan De begeleider is in staat om leiding te geven aan een groep kinderen Positie en taken van de begeleiders: De eerste begeleider checkt voor aanvang van de activiteit of er medische problemen zijn waar rekening mee gehouden moet worden. De eerste begeleider zorgt ervoor dat alle kinderen een goede helm en een goed zwemvest hebben en dat deze in gebruik zijn zoals dat hoort. De eerste begeleider vaart voorop. Op deze manier kan deze waarschuwen voor komende gevaren. De eerste begeleider zal af en toe stoppen om de groep klein te houden. Wanneer de eerste begeleider naar achteren wordt geroepen om te helpen zullen de kinderen vooraan in de groep naar de kant moeten varen om te wachten. De tweede begeleider zal de laatste zijn van de groep. Deze zal de langzamere kinderen helpen en begeleiden. De tweede begeleider kan helpen wanneer kinderen zijn omgeslagen. Wanneer er geen tweede begeleider aanwezig is zal de eerste begeleider twee van de kinderen aanwijzen die achterop varen. De eerste begeleider kan kiezen voor ervaren/ en of verstandige kinderen. Het is raadzaam om vaker te stoppen en via een boodschap te controleren of alles goed gaat, wanneer er kinderen achterop moeten varen.


8

Begeleidersratio (verhouding instructeur/deelnemers) De begeleidersratio is 1 begeleider op 30 kinderen. Wanneer er meer kinderen deelnemen zal er een extra begeleider moeten worden toegevoegd. Deze ratio is bepaald met het oog op een aantal belangrijke punten: - De kinderen zijn goed geïnstrueerd via de instructie video en hebben de technieken geoefend. - De kinderen hebben allemaal een zwemdiploma - De Molenbeek is geen gevaarlijke beek; de beek is ondiep, kent geen groot verval of stuwen.


9

Noodplan Algemeen Stichting Mooiland limburg Pastoor de beijestraat 50a 5963 AG Horst aan de Maas Tel : 0031 (0) 6 54901099 [email protected] Kwaliteit en veiligheid is de hoofdzaak bij het draaien van alle programma’s. Dit noodplan is opgesteld met als doel om, in geval dat calamiteiten plaatsvinden, de act ie en of hulpverlening zo goed en snel mogelijk te laten verlopen zodat hierdoor materiële of persoonlijke schade voorkomen of zoveel mogelijk ingeperkt wordt. Dit noodplan is bekend bij de eerste begeleider, Stichting Mooiland en de dienstdoende medewerkers van Dichterbij Belangrijke telefoonnummers Noodnummers: Noodnummer

112

Politie Spoedeisende hulp Venlo Dokter Meerlo

0900- 8844 077- 320 58 10 0478-91367

Stichting Mooiland: Dichterbij:

06-54901099 ….


10

Routebeschrijvingen Spoedeisende hulp Venlo Tegelseweg 210 5912 BL Venlo - A73 richting Venlo/Maastricht - Neem afslag 16 Venlo-Zuid richting Venlo - Ga na 400 m linksaf op de Tegelseweg richting Venlo - Na 225 m ziet u VieCuri MC, locatie Venlo aan de linkerzijde liggen - De afdeling spoedeisende hulp is te bereiken via de ingang aan de professor Gelissensingel in Venlo. Dokter Meerlo-Wanssum Pastoor Janssenstraat 3 5864BL Meerlo Vanuit Tienray - Over de beek de tweede straat links - Einde van de straat rechts - Eerste straat links Vanuit Wanssum - Na de kerk derde straat rechts - Tweede straat links - Eerste straat rechts Instapplaats Reijnbroekerweg Tienray Vanuit Horst - voor de spoorwegovergang in Tienray links afslaan. Vanuit Tienray - Richting Horst - Na de spoorwegovergang eerste straat rechts Uitstapplaats Einde sportlaan Wanssum Vanuit Meerlo - Op de rotonde links - Tweede straat Links - Einde van de zandweg links het grasveld op


11

Preventie plan Voorkomen is beter dan genezen, daarom heeft de organisatie preventieve maatregelen genomen om ongevallen te voorkomen en/of schade binnen de perken te houden. Informatiebord voor de vissentrappen in Meerlo Op 1 specifieke plek zal een duidelijk ‘Verkeers bord’ worden geplaatst om de kinderen te laten stoppen. Dit bord zal worden geplaatst in de grote bocht vlak voor de vissentrappen langs het Meerlose kasteeltje. Het bord zal een groot stop bord zijn dat de kinderen moet laten stoppen in de bocht voor het kasteeltje. De vissentrappen zorgen voor een kleine stroomversnelling. Na de vissentrappen varen de kinderen onder een bruggetje door waar metalen haken uitsteken. Vertel de kinderen goed voorover te bukken bij deze brug. Wanneer alle kinderen hebben verzameld en de laatste boot binnen is zullen de twee kano’s met begeleiders (of aangewezen boot met kinderen) voorop varen. De kano’s met de tweede begeleider of kinderen vaart door de andere kano met de eerste begeleider blijft onder aan de vissentrappen wachten tot iedereen veilig gepasseerd is. Nadat iedereen veilig is gepasseerd vaart de kano met de eerste begeleider achter de groep aan. De kinderen mogen vanaf het stopbord één voor één naar beneden komen en moeten daarbij ongeveer een halve minuut afstand houden. Voordat de begeleiders wegvaren naar de vissentrappen wijzen zij 1 kano aan die als laatste naar beneden zal varen. Verbanddozen Verbanddozen zijn samengesteld op basis van kwaliteit, doeltreffendheid, veiligheid en gebruiksvriendelijkheid. Deze zijn bruikbaar voor zowel bedrijfshulpverlener(s) die aanwezig zijn als mensen die geen specifieke EHBO kennis hebben en de verbanddoos dienen te gebruiken voor het verzorgen van kleine verwondingen. De EHBO bevind zich bij de begeleiders in de voorste en achterste boot. Inhoud EHBO De inhoud van een dergelijke set is: 1 inhoudsopgave 2 reddingsdekens 1 assortiment wondpleister (minimaal 15 strips) 1 strip wondpleister 1m x 6cm 2 driekante doek 2 ideaalzwachtel, 5 m x 6 cm 1 ideaalzwachtel, 5 m x 8 cm 1 rol kleefpleister, 2½ cm 1 flesje desinfectans 3 paar handschoenen 1 splinterpincet 10 kompressen tenminste 5 X 5 cm 5 kompressen 10 X 10cm 3 kompressen niet verklevend, tenminste 7,5 X 7,5 cm 1 verbandschaar 3 wondsnelverband 6 x 8 cm 1 beademingsmasker of gelaatsdoekjes 2 elastisch hydrofiel windsel 6 cm 2 elastisch hydrofiel windsel 8 cm Veiligheidsplan Waterpad V3.0

12

2 snelverband no. 1 of M 2 snelverband no. 2 of G 2 of 3 rollen synthetische watten 6 veiligheidsspelden Communicatiemiddelen De privénummers van alle partijen zijn onder het kopje Telefoonnummers beschreven. De vaste begeleider, Dichterbij en Stichting Mooiland zijn tijdens te activiteit allemaal te bereiken op dit telefoonnummer


13

Vluchtwegen Er zijn een aantal vaste overgangswegen over de Molenbeek waar het mogelijk is om dicht bij het water te komen. In geval van calamiteit kunnen deze overgangswegen gebruikt worden als referentiepunt om uit te leggen waar de calamiteit heeft plaatsgevonden.

Rood: Reijenbroek, Tienray (instappunt) Groen: Burgemeester van de Berghlaan, Tienray Blauw:Tienrayseweg, Tienray Geel: Elshout, Meerlo Paars: Veestraat/hoofdstraat, Meerlo Roze: Monseigeur Jenneskensstraat, Meerlo Oranje: Bergsboslaan, Meerlo Groen: Moleneind, Meerlo Bruin: Einde Sportlaan, Wanssum (uitstappunt) Veiligheidsplan Waterpad V3.0

14

Communicatieplan Adequate communicatie tijdens een crisissituatie zal beter verlopen wanneer dit vooraf, door middel van een communicatieplan, bij de betrokken bekend is gemaakt. Interne communicatie Wanneer er communicatie plaatsvindt binnen de organisatie dan valt dit onder interne communicatie. Men communiceert binnen de eigen organisatie. Er kan intern gebruik worden gemaakt van verschillende communicatiemiddelen:  verbaal direct met de persoon/personen  telefoon In geval van crisis is het van groot belang om vooral rustig te blijven en paniek onder deelnemers te voorkomen. De wijze waarop je communiceert heeft hier een bijdrage aan.  Voorkom paniek onder deelnemers, neem de betreffende persoon even apart van de groep of zeg het zo dat anderen het niet kunnen horen. Dit geldt ook bij telefoon gebruik, pleeg telefoontjes ingeval van calamiteit niet direct bij de deelnemers wanneer dat niet nodig is.  Zorg dat de boodschap volledig begrepen wordt. Laat de ontvanger herhalen wat er gezegd is zodat je kan checken of de informatie begrepen is.  Voorkom ruis in de boodschap, controleer bij twijfel of de persoon het begrepen heeft. Externe communicatie In geval van crisis zullen de alarmdiensten moeten worden ingeschakeld. Vermeld de volgende gegevens: - Wat is er gebeurd? - Waar is het gebeurd? - Hoeveel slachtoffers zijn er - Hoe is er gehandeld? Spreek in geval van crisis niet met pers of omwonenden over zaken als oorzaak van de crisis, schuldige, aantal gewonden etc. Dit om te voorkomen dat door emoties onjuiste zaken worden verteld of zaken verkeerd worden opgevat. Het is de taak van Stichting Mooiland, of de door hem daarvoor aangestelde persoon, om deze communicatie naar derden te verzorgen.


15

Calamiteitenplan Binnen dit noodplan zal er met regelmaat worden gesproken over calamiteiten. Calamiteiten die zich tijdens de activiteit kunnen voordoen zijn ongevallen. Calamiteiten komen niet alleen voor in levensbedreigende vormen maar dienen altijd gemeld te worden aan stichting Mooiland. In geval van ernstige calamiteiten zijn er de volgende opties: - Verlenen van EHBO - Inschakelen van professionele ondersteuning m.b.t. EHBO - Ontruimen van het gebied Een combinatie van deze bovenstaande opties is nooit uitgesloten. Iedereen moet er dus op voorbereid zijn dat ze ingezet kunnen worden bij calamiteiten. Alle betrokkenen moeten het noodplan dus kennen. Korte beschrijving van de calamiteiten Ongevallen Hieronder verstaan we zowel kleine als grote ongelukken die plaatsvinden met een deelnemer tijdens het begeleiden van een activiteit of die met de begeleiders gebeuren tijdens het begeleiden van de deelnemers de voorbereiding of nazorg hiervan. Ongevallen kunnen we opsplitsen in verschillende groepen: Licht ongeval Bij een licht ongeval is de deelnemer met het letsel bij bewustzijn en ambulant. Hierbij kan je denken aan een val met blauwe plekken, een lichte verstuiking of een kleine wond. Deelnemers kunnen na een licht ongeval vaak nog verder met de activiteit. Middel zwaar ongeval Bij een middel zwaar ongeval is de deelnemer bij bewustzijn, maar niet meer volledig ambulant. Hij heeft hulp nodig met zichzelf verplaatsen en moet stoppen met de activiteit. Hierbij kan je denken aan een grote wond of een verstuiking. Zwaar ongeval Bij een zwaar ongeval is de deelnemer buiten bewustzijn en dus ook niet ambulant. Hij kan nog wel vervoerd worden. Hierbij kan je denken aan een breuk of een ernstige bloeding. Het is belangrijk om de deelnemer naar het ziekenhuis te laten gaan. Vraag een andere deelnemer welke bekend is met het slachtoffer mee te gaan naar het ziekenhuis. Zeer ernstig ongeval De deelnemer is buiten bewustzijn en er is een vermoeden van letsel aan rug, nek of hoofd. Deze deelnemer mag NOOIT vervoerd worden. Dit kan bijv. het geval zijn bij een val van hoogte of het over de kop slaan bij het mountainbiken. Bij een val hoger dan 3 meter is er altijd verdenking van rug of nek letsel. Stabiliseer het slachtoffer, behandel voor shock en wacht op de opgeroepen professionele hulp. Bijna ongevallen Naast ongevallen kun je ook kan je te maken krijgen met bijna ongevallen. Hierbij moet je denken aan een situatie waarbij een (serieus) ongeval had kunnen plaats vinden. Een voorbeeld: Een deelnemer slaat om bij de kerk en mist met zijn hoofd net de rotswand die daar ligt. Een ander voorbeeld is een deelnemer op het laatste moment waarschuwen voor een brug omdat de deelnemer niet zit op te letten. Veiligheidsplan Waterpad V3.0

16

Uiteraard hopen we geen ongevallen mee te maken, zelfs een klein ongeval is niet prettig. Toch is het van groot belang dat alle gebeurtenissen geregistreerd worden op een rapportage ongevallen formulier. Dit geldt zowel voor alle ongevallen als bijna ongevallen, die wel of niet door toedoen van de kinderen, begeleiders of stichting plaats gevonden hebben. Dit geldt ook voor ongevallen die met begeleiders gebeurt zijn. Het rapporteren gebeurt om de volgende redenen: Mocht een deelnemer/begeleider Stichting Mooiland achteraf aansprakelijk stellen voor letsel, dan is de afhandeling van de aanklacht door de directie relatief eenvoudig door het voor handen hebben van een “situatieschets”. Er komt inzicht in specifieke gegevens m.b.t. de ongevallen zoals het “soort” ongevallen die er plaats vinden, de locatie waar de meeste ongevallen plaats vinden en de toedracht. Aan de hand van deze gegevens kunnen acties ondernomen worden om het aantal ongevallen te doen afnemen. Het bijna ongevallen formulier wordt bijgevoegd in de Bijlagen. De stichting Mooiland bekijkt de bijna ongevallen formulieren minstens één keer per jaar om daar conclusies uit te trekken. Wat te doen bij calamiteiten? Stichting Mooiland De directie stelt de vaste instructeurs aan en zorgt dat deze bekend zijn met het noodplan. De eerste begeleider Tijdens een Calamiteit: - Houd je eigen veiligheid in het oog. - Schat de ernst van de situatie in, kijk of er mogelijk slachtoffers zijn. - Maak een inschatting van de situatie. - Waarschuwt indien nodig een bedrijfshulpverlener, arts, ambulance en/of politie of ziet er op toe dat deze instanties worden gewaarschuwd en vertel: - Wat is er gebeurd? - Waar is het gebeurd? - Hoeveel slachtoffers zijn er? - Hoe is er gehandeld? - Verleen wanneer noodzakelijk en mogelijk EHBO en blijf dit doen tot professionele hulp dit van je overneemt of anders wordt besloten. - Besluit zo nodig tot gedeeltelijke of complete ontruiming van de locatie. - Checkt of laat checken of alle personen de locatie hebben verlaten. - Laat zorgen dat betrokken omwonende en omliggende bedrijven gewaarschuwd worden voor de situatie mits deze voor hen relevant is. - De eerste begeleider draagt na aankomst van brandweer, ambulance of politie de leiding over en blijft ter beschikking. - De eerste begeleider houdt zich op de hoogte van de stand van zaken. - De eerste begeleider inventariseert op de verzamelplaats de deelnemers en andere aanwezigen. - De eerste begeleider rapporteer het ongeval op het daarvoor bestemd ongevallen formulier. De eerste begeleider zorgt ervoor dat stichting Mooiland zo snel mogelijk op de hoogte wordt gebracht wordt van de calamiteit. Zorg altijd eerst voor de veiligheid van je deelnemers, personeel en die van jezelf. Organiseer een goede hulpverlening. Veiligheidsplan Waterpad V3.0

17

Dichterbij en begeleiders -Houd je eigen veiligheid in het oog - Zorg dat er melding plaatsvindt van de calamiteit bij de eerste begeleider Geef aan: - Wat is er gebeurd? - Waar is het gebeurd? - Hoeveel slachtoffers zijn er? - Hoe is er gehandeld? - Laat alles herhalen zodat je weet dat de informatie goed over gekomen is - BLIJF KALM en volg instructies van de eerste begeleider op - Assisteer indien mogelijk met de werkzaamheden van de eerste begeleider


18

Kort Noodplan: Deze dient dubbelzijdig afgedrukt te worden en gelamineerd te zijn. Het korte noodplan is aanwezig in de EHBO doos in de eerste en laatste kano, op kantoor bij stichting Mooiland en in de busjes van Dichterbij. Bij ongevallen - let op eigen veiligheid en die van de deelnemers - waarschuw professionele hulp of vaste begeleider - blijf bij het slachtoffer, verleen - indien mogelijk - hulp - wacht op hulp - volg instructies op van de professionele hulp of vaste begeleider

Noodnummers: Noodnummer

112


0900-8844 077-320 58 10 0478-691367


06-54901099 ….

Adressen en routes: Spoedeisende hulp Venlo Tegelseweg 210 5912 BL Venlo - A73 richting Venlo/Maastricht - Neem afslag 16 Venlo-Zuid richting Venlo - Ga na 400 m linksaf op de Tegelseweg richting Venlo - Na 225 m ziet u VieCuri MC, locatie Venlo aan de linkerzijde liggen - De afdeling spoedeisende hulp is te bereiken via de ingang aan de professor Gelissensingel in Venlo. Dokter Meerlo-Wanssum Pastoor Janssenstraat 3 5864BL Meerlo Vanuit Tienray - Over de beek de tweede straat links - Einde van de straat rechts - Eerste straat links Vanuit Wanssum - Na de kerk derde straat rechts - Tweede straat links - Eerste straat rechts


19



20

Materiaal beheer en check De kano’s zullen visueel gecontroleerd worden door de medewerkers van Dichterbij, elke keer voordat de kano’s in het water gelaten worden. De helmen, peddels en zwemvesten worden visueel gecontroleerd door de eerste begeleider die controleert of iedereen de juiste materialen heeft en deze op de juiste manier gebruikt. Wanneer er tijdens of na de tocht defecten worden geconstateerd, wordt dit door Dichterbij ingevuld op het materialen formulier. De vaste begeleider zal dit formulier doorgeven aan Stichting Mooiland zodat de kano’s gerepareerd kunnen worden. Een keer in het jaar worden de kano’s goed gecontroleerd en daar waar nodig gerepareerd. Het materialenformulier is toegevoegd in de bijlage.


21

Vergunningen Op deze plaats de vergunningen voor het varen op de molenbeek


22

Verplaatsing naar activiteit De medewerkers van Dichterbij verzorgen het vervoer van de Kano’s. Zij zullen van te voren de kano’s visueel controleren op mankementen. De medewerkers van Dichterbij zullen assisteren bij het in- en uit stappen. Zij zullen daar de eerste keer in gecoacht worden. Route:

Rood: Instapplaats Reijnbroekerweg Tienray

Bruin: Uitstapplaats Einde sportlaan Wanssum

Vanuit Horst - voor de spoorwegovergang in Tienray links afslaan.

Vanuit Meerlo - Op de rotonde links - Tweede straat Links - Einde van de zandweg links het grasveld op

Vanuit Tienray - Richting Horst - Na de spoorwegovergang eerste straat rechts Veiligheidsplan Waterpad V3.0

23

Bijlagen:


24

Docentenprotocol Dit protocol is bestemd voor de docenten die de kanotocht gaan te begeleiden. Door het protocol door te nemen weet de docent wat de taken zijn tijdens de kanotocht. Er worden enkele aanvullingen gegeven bij de algemene instructie en het Noodplan wordt beschreven. Op de risico inventarisatie staat een checklist die betrekking heeft op dit protocol. Het protocol zal moeten worden doorgenomen om het eigen risicoformulier te kunnen ondertekenen. Algemene instructie De algemene instructie is de instructie zoals die wordt getoond op de video die in de klas wordt afgespeeld. Bekijk deze video goed en besteed vooral aandacht aan het leeg maken van een omgeslagen kano. Extra aandachtspunten - De belangrijkste taak van de docent en begeleiders is het alert houden van de kinderen. Voor de kinderen is een kanotocht vaak nieuw en er gebeuren spannende dingen die allemaal aandacht nodig hebben. Zorg ervoor dat de kinderen opletten en de instructies van de begeleiders en docent opvolgen. - Wanneer er gecommuniceerd moet worden gaat dat van kano naar kano. Oefen hier aan het begin van de tocht mee door vanaf de voorste kano een boodschap door te geven naar de laatste kano - Tijdens de tocht vaart de meest ervaren begeleider voorop. Die begeleider kan eventueel vooraf obstakels herkennen en dat doorgeven aan de rest van de groep. Helemaal achteraan vaart de andere begeleider. Deze begeleider zal fungeren als vangnet en eventueel kinderen die omgeslagen zijn of andere problemen hebben helpen. Wanneer er geen tweede volwassen begeleider aanwezig is zullen er twee ervaren/verstandige kinderen worden aangewezen om achteraan te varen. Het is raadzaam om vaker te stoppen en te communiceren met de achterste boot wanneer er twee kinderen achterop varen. - Er is één extra aandachtspunt tijdens deze kanotocht. In een grote bocht na de kerk van Meerlo staat een groot stop bord. Na dit bord volgende de vissentrappen van Meerlo (langs het Meerlose kasteeltje). Bij het stop bord stopt de eerste begeleider en die wacht daar samen met alle kinderen tot de laatste begeleider arriveert. De vissentrappen zorgen voor een kleine stroomversnelling. Na de vissentrappen varen de kinderen onder een bruggetje door waar metalen haken uitsteken. Vertel de kinderen goed voorover te bukken bij deze brug. Wanneer alle kinderen hebben verzameld en de laatste boot binnen is zullen de twee kano’s met begeleiders (of aangewezen boot met kinderen) voorop varen. De kano’s met de tweede begeleider of kinderen vaart door de andere kano met de eerste begeleider blijft onder aan de vissentrappen wachten tot iedereen veilig gepasseerd is. Nadat iedereen veilig is gepasseerd vaart de kano met de eerste begeleider achter de groep aan. De kinderen mogen vanaf het stopbord één voor één naar beneden komen en moeten daarbij ongeveer een halve minuut afstand houden. Voordat de begeleiders wegvaren naar de vissentrappen wijzen zij 1 kano aan die als laatste naar beneden zal varen.


25

In geval van nood In geval van nood moeten de volgende stappen worden ondernomen: - let op eigen veiligheid en die van de deelnemers - waarschuw professionele hulp of vaste begeleider - blijf bij het slachtoffer, verleen - indien mogelijk - hulp - wacht op hulp - volg instructies op van de professionele hulp of vaste begeleider In de voorste en achterste kano is een tonnetje aanwezig. In dit tonnetje bevind zich een EHBO set en een noodplan. In dit noodplan staat belangrijke informatie zoals belangrijke telefoonnummers, routebeschrijvingen en vluchtwegen. Dit beknopte noodplan staat op de volgende pagina en moet worden doorgenomen met de volwassen begeleiders voordat de tocht start. Communicatie In geval van crisis zullen de alarmdiensten moeten worden ingeschakeld. Vermeld de volgende gegevens:  Wat is er gebeurd?  Waar is het gebeurd?  Hoeveel slachtoffers zijn er  Hoe is er gehandeld? In geval van crisis is het van groot belang om vooral rustig te blijven en paniek onder deelnemers te voorkomen. De wijze waarop je communiceert heeft hier een bijdrage aan.  Voorkom paniek onder deelnemers, neem de betreffende persoon even apart van de groep of zeg het zo dat anderen het niet kunnen horen. Dit geldt ook bij telefoon gebruik, pleeg telefoontjes ingeval van calamiteit niet direct bij de deelnemers wanneer dat niet nodig is.  Zorg dat de boodschap volledig begrepen wordt. Laat de ontvanger herhalen wat er gezegd is zodat je kan checken of de informatie begrepen is.  Voorkom ruis in de boodschap, controleer bij twijfel of de persoon het begrepen heeft. Spreek in geval van crisis niet met pers of omwonenden over zaken als oorzaak van de crisis, schuldige, aantal gewonden etc. Dit om te voorkomen dat door emoties onjuiste zaken worden verteld of zaken verkeerd worden opgevat. Het is de taak van Stichting Mooiland, of de door hem daarvoor aangestelde persoon, om deze communicatie naar derden te verzorgen. Ongevallen registratie Uiteraard hopen we geen ongevallen mee te maken. Mocht er toch wat gebeuren dan is het van groot belang dat alle gebeurtenissen geregistreerd worden op een rapportage ongevallen formulier. Dit geldt zowel voor alle ongevallen als bijna ongevallen, die wel of niet door toedoen van de kinderen, begeleiders of stichting plaats gevonden hebben. Dit geldt ook voor ongevallen die met begeleiders gebeurt zijn. De rapportage ongevallen formulier zijn terug te vinden in de digitale omgeving van Stichting Mooiland.


26

Bij ongevallen - let op eigen veiligheid en die van de deelnemers - waarschuw professionele hulp of vaste begeleider - blijf bij het slachtoffer, verleen - indien mogelijk - hulp - wacht op hulp - volg instructies op van de professionele hulp of vaste begeleider

Noodnummers: Noodnummer

112


0900-8844 077-320 58 10 0478-691367


06-54901099 ….

Adressen en routes: Spoedeisende hulp Venlo Tegelseweg 210 5912 BL Venlo - A73 richting Venlo/Maastricht - Neem afslag 16 Venlo-Zuid richting Venlo - Ga na 400 m linksaf op de Tegelseweg richting Venlo - Na 225 m ziet u VieCuri MC, locatie Venlo aan de linkerzijde liggen - De afdeling spoedeisende hulp is te bereiken via de ingang aan de professor Gelissensingel in Venlo. Dokter Meerlo-Wanssum Pastoor Janssenstraat 3 5864BL Meerlo Vanuit Tienray - Over de beek de tweede straat links - Einde van de straat rechts - Eerste straat links Vanuit Wanssum - Na de kerk derde straat rechts - Tweede straat links - Eerste straat rechts


27



28

Eigen risico formulier:


29

Beste docent, Uw klas gaat binnenkort Het Waterpad, een kanotocht op de Molenbeek, afleggen. Stichting Mooiland heeft deze tocht zo veilig mogelijk gemaakt door alle risico’s vooraf in kaart te brengen en deze met een veiligheidsplan te beperken tot een uiterst minimum. Relevante veiligheidsinformatie voor u als docent heeft u ontvangen in de vorm van de instructie video en het docenten protocol. Daar stichting Mooiland niet aanwezig is tijdens het varen van de tocht blijft er enig eigen risico bestaan voor de docent en leerlingen. Wij vragen begrip voor het feit dat Stichting Mooiland geen aansprakelijkheid voor schade en/of lichamelijk letsel aanvaard, welke de deelnemers mochten lijden tijdens deelname aan de activiteiten. Evenmin is stichting Mooiland aansprakelijk voor verlies, diefstal of beschadiging van eigendommen. Met het ondertekenen van dit formulier geef ik aan dat ik bekend ben met de risico’s van het kanovaren en dat ik en mijn klas op eigen risico meedoen aan het kanovaren op de Molenbeek. Bij vragen kunt u contact opnemen Pieter van Hoenselaar, Stichting Mooiland. Telefoonnummer: 06 54 90 10 99, email: [email protected].

   

Ik ken de algemene instructie. Ik weet wat de extra aandachtspunten zijn (docentenprotocol). Ik weet wat ik moet doen als er iets mis gaat (docentenprotocol). Ik kan geen enkele aansprakelijkheid erkennen.

Naam school ________________________ klas ______________ Docent_____________________

Naam ondertekenaar

Handtekening

________________________

________________________


30

( Bijna ) Ongevallen registratie: Naam deelnemer:…………………………………………………………………………………………………… Adres:……………………………………………………………………………………………………………………… Postcode:………………………………………… Woonplaats: ……………………………………… Land:……………………………………………………….. Telefoon nummer:……………………………… Locatie (bijna)ongeval:……………………………………………………………………… Tijd + Datum:……………………………………………………………………………………… Activiteit, onderdeel:………………………………….……………………………………………………………… Naam begeleidender:

………………………………………………………………………………

Type ongeval: 0 Bijna ongeval 0 Zwaar ongeval

0 licht Ongeval 0 Ernstig ongeval

0 Middel zwaar

Beschrijving gebeurtenis:………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Handeling na (bijna)ongeval: …………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………….…………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………


31

Indien ernstig ongeval: Getuigen

ja / nee

Naam: ………………………………………………………………………………… Adres: ……………………………………………………………………………………………………………………… Postcode: ………………………………………… Woonplaats: …………………………………… Land: ……………………………………………………….. Telefoonnummer: ………………………………………………………………………………

Handtekening getuige: …………………………………………………………..

Datum: ………………………………………….. Plaats: …………………………………………………………………………………

Handtekening instructeur:

Handtekening deelnemer:*

……………………………………………………

…………………………………………………

Naam:………………………………………………..

Naam:……………………………………………….

Geef dit formulier altijd aan Pieter van de Hoenselaar van Stichting Mooiland.


32

Materialen formulier:


33

Checklist peddels. Controle van de peddels: Ieder jaar Controleren op functie van en schade aan: peddelblad tussenstuk Noteer hieronder geconstateerde defecten. Bij schade of functieverlies moet de betreffende peddel apart gelegd worden en moet de Stichting Mooiland op de hoogte worden gebracht. Datum

Welke peddel?


Defect / Opmerkingen / Bijzonderheden

34

Checklist zwemvesten. Controle van zwemvesten: Ieder jaar Controleren op functie van en schade aan: sluiting vulling buitenkant Noteer hieronder geconstateerde defecten. Bij schade of functieverlies moet de betreffende peddel apart gelegd worden en moet de Stichting Mooiland op de hoogte worden gebracht. Datum

Welk zwemvest?


Defect/ Opmerkingen / Bijzonderheden

35

Checklist Water helmen. Controle van helmen: Ieder jaar Controleren op functie van en schade aan: plastik Bandjes Aanhechting van de bandjes aan de helm Sluiting Verstelsysteem Noteer hieronder geconstateerde defecten. Bij schade of functieverlies moet de betreffende peddel apart gelegd worden en moet de Stichting Mooiland op de hoogte worden gebracht. Datum

Welke helm?



36

Checklist waterdichte tonnetjes. Controle van tonnetjes: ieder jaar Controleren op functie van en schade aan: het plastic deksel netheid van de binnenkant Noteer hieronder geconstateerde defecten. Bij schade of functieverlies moet de betreffende peddel apart gelegd worden en moet de Stichting Mooiland op de hoogte worden gebracht. Datum

Welk tonnetje


Defect/ Opmerkingen / Bijzonderheden

37

Checklist Canadezen. Controle Canadezen: iedere maand Controleren op functie van en schade aan: Buitenkant van de boot zitjes Noteer hieronder geconstateerde defecten. Bij schade of functieverlies moet de betreffende peddel apart gelegd worden en moet de Stichting Mooiland op de hoogte worden gebracht. Datum

Welke Canadees?



38

Veiligheidsplan Waterpad V3.0

Recommend Documents