Rederbulletin Het rederbulletin is een uitgave van het Veenkoloniaal Museum te Veendam en is bedoeld voor de redercedulhouders van het museumschip ‘De Familietrouw’ nr. 11 - januari 2012
VEENKOLONIAAL MUSEUM Museumplein 5 - Veendam - www.veenkoloniaalmuseum.nl
De eerste schipper van museumschip Familietrouw heeft een gezicht gekregen
O
ver de eerste schippers van ons museumschip de Familietrouw was tot voor kort niets bekend, maar dankzij een oproep in het Omzien naar het Museum en diverse regionale bladen heeft de eerste schipper van de Familietrouw nu niet alleen een naam, maar ook een gezicht gekregen.
Dankzij de scheepsleggers die in het Maritiem Museum te Rotterdam bewaard worden waren we er namelijk achter gekomen dat de eerste schipper van de Familietrouw Harm Drost uit Wildervank is. De in ons schip ingeslagen registratienummers corresponderen in zijn geheel met de teboekstelling in het scheepsregister. Voor ons een aangename verrassing want toen we het schip in 1994 geschonken kregen werd er wel verteld dat het schip van oorsprong uit de Groninger Veenkoloniën kwam, maar schriftelijk bewijs was er niet. Helaas is in het register niet de naam van de werf opgenomen. Dat blijft dus gissen want in die tijd waren er meerdere scheepswerven in Stadskanaal.
Welnu, de eerste schipper was Harm Drost. Harm Drost liet in 1894 een spitse praam bouwen met de naam Geertje. Het schip droeg de naam van zijn vrouw Geertje Poortman. Hij bevoer het schip tot 1910. In dat jaar liet hij in Oude Pekela een nieuw schip bouwen, een bolschip met de naam ‘De drie Gebroeders’. Nu zijn we natuurlijk ook nieuwsgierig geworden naar ‘De Drie Gebroeders’. Is dit schip nog in de vaart en zo ja wat zou er dan mooier zijn om de schepen in Wildervank bij elkaar te brengen. Harm Drost werd op 5 december 1864 in Wildervank geboren. p. 1
Hij overleed op 14 januari 1945 te Wagenborgen. 30 Juli 1888 trouwde hij met de op 12 december 1866 te Wildervank geboren Geertje Poortman. Zij overleed op 31 mei 1930 in Wildervank. Beiden liggen in Wildervank aan de Dalweg begraven waar het graf nog steeds aanwezig is. Het beroep van Harm Drost als hij trouwt is praamschipper. Zijn vader was dat overigens ook evenals zijn ooms. Harm kwam dus uit een echt schippersgeslacht. De Familietrouw, toen nog Geertje, kwam uiteindelijk in handen van de familie Witvoet uit Nieuw Amsterdam. Deze doopte het schip de Jacoba, daarna komt het schip als Familietrouw in handen van de familie Schonewille uit Hoogeveen, die met maar liefst zeven kinderen aan boord woonde. Schonewille verkocht de Familietrouw later aan de al even kinderrijke Hoogeveense schippersfamilie Muskee. De naam Familietrouw bleef gehandhaafd. In 1957 werd de spitse praam verkocht aan schipper Veen uit Zwolle. Hij gebruikt het schip alleen als bijboot voor zijn zand- en grindhandel. In 1976 kocht Wessel Ploeg uit Oosterbeek de Familietrouw in Akkrum van een sloper om het vervolgens te restaureren en om het vervolgens in de vaart te nemen voor recreatief gebruik. In 1994 schonk de familie Ploeg de Familietrouw aan het Veenkoloniaal Museum. We kregen toen het oudste, nog bijna voor 100 % in originele staat verkerende binnenschip van de provincie Groningen in handen. Er zijn weliswaar enkele oudere schepen, maar hiervan is meestal alleen het casco
p. 2
origineel. Als museum zijn we erg trots op ons bezit. Het wordt voor evenementen en educatieve doeleinden ingezet. De foto’s van alle schippers zullen we in de toekomst op een infobord plaatsen om de geschiedenis voor het publiek zichtbaar te maken. Inmiddels hebben we contact met de nazaten van Muskee, Schonewille en Drost. We hopen dat er via hen nog meer gegevens boven water komen. De mysterieuze sluier die boven de geschiedenis van de Familietrouw hing wordt beetje bij beetje opgelicht.
De Familietrouw en de Strontrace
W
ie denkt dat het schip, nadat het alleen nog maar voor recreatieve doeleinden werd gebruikt, in rustiger vaarwater kwam, heeft het mis. De langste reis maakte de Familietrouw niet als beroepsschip, maar in de tijd dat het als recreatieschip in bezit was van Wessel Ploeg uit Oosterbeek. Hij voer in 1987 samen met andere historische schepen in konvooi naar Berlijn om mee te doen aan de festiviteiten rond het 750-jarig bestaan van Berlijn. Ploeg deed in de jaren tachtig ook regelmatig aan de traditionele Strontrace mee. Waarschijnlijk heeft het schip nooit zoveel onder zeil gezeten als juist toen.
De Strontrace werd voor het eerst in 1974 gevaren met slechts vijf deelnemers. Doel van de race was om op de oude en traditionele wijze, zonder motorvermogen, zo snel mogelijk mest van Workum naar Warmond te varen en weer terug. Grote gangmaker was de Workummer (vuurtorenwachter) Reid. In 1981 deed Wessel Ploeg voor het eerst mee. Hij werd overgehaald door een kennis, maar deze had een ietwat romantisch beeld van het zeilen over het IJsselmeer. Toch stemde Wessel Ploeg toe. De voorbereiding was pover en met slechts drie man aan boord en zonder walploeg om hen te ondersteunen, voeren ze naar Friesland. De oude Deutz bracht ze van Oosterbeek naar Urk. De dag er op zeilden ze naar Workum waar bij de
p. 3
grasdrogerij (gedroogde) koemest werd geladen. In de haven brak de slechte voorbereiding hen al direct op. Tijdens het verhalen van het schip raakt hun enige lange vaarboom vast in de modder en brak tot grote hilariteit van het publiek af. Zonder lange vaarboom moest het dus verder. Alle schepen hadden naast een bemanning aan boord ook een jaagploeg op het schip, behalve de Familietrouw dus, daar moest de bemanning zelf trekken. De start van de race overvalt hen want alle schepen naast hen gaan er na een startschot plotseling vandoor waardoor de Familietrouw hulpeloos weg dreef terwijl Wessel nog niet aan boord was. De twee overgebleven bemanningsleden wierpen het anker en Wessel wist met veel moeite aan boord te komen, maar het anker opdraaien is een vak apart en voor de onervaren bemanning een hele toer. Op de motor (wat eigenlijk niet mag) voeren ze naar buiten, maar omdat ze tussen andere motorschepen zaten viel het niet op. Op het IJsselmeer werden de zeilen gehesen. Toen het donker was kwamen ze er achter dat het toch wel handig en veilig is om met bakboord-, stuurboord- en toplicht te varen. Alleen een toplicht wordt gevonden en haastig gehesen. Blijkbaar niet op de manier zoals het hoort, want het oude originele petroleum toplicht klapte keer op keer tegen de mast en ging uit. Navigeren zonder kompas bleek niet zo gemakkelijk en het IJsselmeer is groter dan gedacht. Als het donker wordt zien ze autolichten. Ze dachten voor de kust van Noord-Holland te varen, maar zitten na vele uren ploeteren nog steeds voor de Friese kust. Na de nacht zitten ze voor Den Oever en brengt de wind hen richting Afsluitdijk. Het weer zit tegen, regen plenst neer en de wind is zeer hard. Het schip werd geteisterd door golven en de zwaarden klapten heen en weer.
p. 4
Ze voeren daarom noodgedwongen naar de vluchthaven die bij de Afsluitdijk ligt. ‘s Zondag zijn ze vertrokken, maar op de dinsdag liggen ze flink uit de koers nog steeds voor de Afsluitdijk. Met ruime wind zeilden ze de dag er op naar Enkhuizen. Op woensdag bereikten ze Volendam en dan blijken ze niet het enige schip te zijn dat totaal verwaaid is. Ook een charterschip dat regelmatig de Strontrace had gewonnen, lag verwaaid in de haven. Ploeg besloot in Volendam om de missie maar op te geven. Een goede leerschool, maar onvoorbereid moet je niet op het IJsselmeer komen. Toch geeft Wessel niet op en doet later nog verschillende keren mee. De zaken worden dan ook serieuzer voorbereid. Er komt een kompas aan boord (toch wel handig) en een snelheidsmeter om beter te kunnen berekenen waar men is. Ter voorbereiding van het trekken van het schip door de kanalen naar Warmond wordt de Airborne wandeltocht gelopen. Er wordt gewerkt aan goede vaarbomen en er komt touwwerk, goede blokken etc. In 1982 eindigde hij 11de van de 17 deelnemers. Er werd 83 uur over de tocht gedaan. De winnaar wist de tocht in 33 uur te volbrengen. De hekkensluiter deed er maar liefst 205 uur over. Beste klassering was in 1988 toen Wessel de 7de plaats wist te behalen.
p. 5
Schoolkinderen zijn altijd welkom in de Familietrouw !
In Memoriam
H
et afgelopen jaar kreeg onze vrijwilligersploeg te maken met een gevoelig verlies. Het jaar er voor hadden we al afscheid genomen van twee vrijwilligers die er vanwege de leeftijd mee waren gestopt, maar nu kregen we te maken met twee overlijdensgevallen. Jaap Grootveld, beter bekend als de eigenaar van de coaster Herma die voor het gebouw van de Groninger Archieven ligt, was sinds enkele jaren actief betrokken bij ons museumschip. Zo bracht hij de Familietrouw een paar keer naar Meppel en was hij ook betrokken bij een educatief project in Bareveld. In 2010 bleek Jaap ongeneeslijk ziek te zijn. Toch bleef hij bij het wel en wee van de Familietrouw betrokken. Helaas kwam hij dit voorjaar te overlijden. Geheel onverwachts kwam het overlijden van onze vrijwilliger Koos Edens. Hij was voor ons de technische- en motorman. Koos voelde zich bij
In het midden: links Koos Edens en rechts Jaap Grootveld. Beiden ontvielen ons in 2011. p. 8
de lamme arm en de oude Deutz-motor op zijn gemak. Het was zijn kindje. Ook had hij met zijn markante snor het uiterlijk mee. Voor velen was hij de schipper terwijl hij tijdens zijn werkzame leven nooit schipper was geweest. Het laatste jaar tobde hij met zijn gezondheid. Hij begon slechter te lopen en was vaak buiten adem, maar een dokter was niets voor hem. In juli maakten we vanuit de Farmsummer haven de overtocht naar Leer om deel te nemen aan het ‘Traditions Schiff treffen’. Hier zag Koos altijd erg naar uit. In Duitsland had hij bij het ‘Schiffers Klottje’ veel goede vrienden. ’s Morgens voelde hij zich al niet echt goed, maar Koos maakte samen met de andere vrijwilligers toch de overtocht. Ook zijn kleinkinderen waren mee. ‘s Avonds was hij in Leer al weer boven Jan en vertelde hij honderduit over de mooie overtocht. Het weer was een plaatje en de Dollard spiegelglad. Thuis gekomen werd hij vreselijk beroerd. Om 3 uur ’s nachts was Koos overleden. De volgende morgen bracht zijn dochter het vreselijke bericht dat bij de andere vrijwilligers in sloeg als een bom. Het tweede verlies binnen een jaar. Familie en verwanten van Koos Edens en Jaap Grootveld wensen we nogmaals veel sterkte toe.
Winterklus bij Werf Wolthuis
O
mdat zowel de zwaarden als het roer aan groot onderhoud toe waren werd naarstig gezocht naar een goede en droge locatie waar we de klus zouden kunnen klaren. De locatie werd gevonden bij de gerenoveerde werf Wolthuis te Sappemeer. De vrijwilligers Roel Nijhof, Ko Ufkes en Flip van Hoorn hebben zich over deze klus ontfermd. We hopen dat het schip er de komende zomer weer tiptop uitziet. De witte signaalvlakken bij de kop en de kont van het schip blijven trouwens jaarlijks onderhoud vergen. Telkens loopt er ondanks allerlei maatregelen roestwater van achter het berghout naar beneden. Met als gevolg ontsierende bruine strepen op de mooie witte vlakken. Ook merken we dat de moderne verven de neiging hebben te verkruimelen onder invloed van zonlicht. We hebben al verschillende merken en soorten uitgeprobeerd,
p. 9
maar de milieuvriendelijkheid zal wel de oorzaak zijn. De scheepshuid wordt zomers natuurlijk behoorlijk heet en de traditionele verven konden daar beter tegen. De werfplaats van Wolthuis waar onze vrijwilligers aan het werk waren is trouwens de oudste werfplaats van de Groninger Veenkoloniën. Onze vrijwilligers zijn dus aan het werk op historische bodem. De werfplaats wordt al in18de eeuw genoemd. De eerste bekende scheepsbouwer op deze plaats was Jan Oomkes Raad. Hij bouwde er tussen 1705 en 1739 verscheidene schnabben en tasken, kleine houten vaartuigen, hoofdzakelijk bestemd voor het vervoer van turf. Toen Jacobus Franciscus Smit, de oudste broer van Ferus Smit (waarnaar de tegenwoordige werf in Westerbroek is vernoemd), in 1905 de werf te Sappemeer overnam, hadden ijzer en staal reeds hun intrede in de scheepsbouw gedaan. De werf is reeds sinds 1922 in bezit van dezelfde familie Wolthuis, waardoor niet alleen de gereedschappen en machines, maar ook zeer interessante documenten en foto’s bewaard zijn gebleven. Door de kleinschaligheid zijn er sinds de jaren 1920 niet veel veranderingen doorgevoerd. De machines uit begin
p. 10
twintigste eeuw staan er nog, waaronder een knipschaar, ponsmachine, drukker en spantenbuiger. Gebouwen en werfplaats zijn nu in een stichting ondergebracht. In de jaren tachtig heeft het Veenkoloniaal Museum heel veel tijd en moeite in de werf gestopt. In enkele notulen is zelfs sprake van verplaatsing van de werf naar Veendam omdat de gemeente Hoogezand-Sappemeer er geen brood in zag. Gelukkig is aan het begin van de 21ste eeuw het tij ten gunste van de werf gekeerd. Wat nu nog ontbreekt is een goede vaarverbinding. Wie weet kan onze Familietrouw er in de verre toekomst nog eens op de helling. Het zou mooi zijn.
p. 11
Scholen aan boord
R
egelmatig maken scholen van de gelegenheid gebruik om aan boord van ons museumschip te kijken. Het donkere ruim en de kleine roef maken steevast bij het onderwijzend personeel en de kinderen grote indruk. Wie denkt dat een bezoek van heel jonge kinderen aan ons schip niet kan heeft het mis. Ook kinderen van groep 3 en 4 bezoeken ons schip en zijn net als hun oudere klasgenootjes al even onder de indruk van de geur, het bewegen van het schip en de donkere ruimtes waar de motor en de woonkamer zich bevinden. Kortom een bezoek aan ons museumschip is spannend en de Familietrouw is er voor jong en oud. Scholen die zelf ook met klassen langs willen komen kunnen een afspraak maken met
[email protected] . Wees er wel op tijd bij, want we hebben ook een vaarprogramma waar we op uitnodiging allerlei maritieme evenementen bezoeken en soms valt dan zo’n reis goed te combineren.
p. 12
Nieuwe reders gezocht
O
mdat er enig verloop is in de reders zijn we op zoek naar nieuwe reders. Mensen die het leuk vinden om voor 25 euro per jaar het oudste binnenschip van Groningen te ondersteunen. Een actieve werkgroep houdt zich bezig met het onderhoud, maar dat kost wel geld evenals de verzekeringen. Ook het varen met de Familietrouw is niet kostenvrij. Gelukkig zijn er ook nieuwe vrijwilligers bij onze vaarploeg gekomen, maar sommigen moesten nog wel een vaarbewijs halen. Allemaal kosten die drukken op de begroting van het schip. Gelukkig hebben we tot nu toe met een kleine financiële reserve kunnen varen, maar we zien die wel steeds kleiner worden. Extra giften zijn daarom evenals extra reders, welkom. Vraag daarom eens rond in de familie- of kennissenkring. Onlangs kregen we ook een kleine financiële bijdrage van iemand die een verjaardag had gevierd. Ook een leuk idee. Vraag om een envelop met inhoud en laat de opbrengst ten goede komen van het schip. Wilt u de Familietrouw eenmalig financieel steunen dan kan dat door een bijdrage via bankrekeningnummer 67.17.29.713 o.v.v. gift Familietrouw. Wilt u reder worden dan kan dat via
[email protected] onder vermelding van de naam van de nieuwe reder, met opgave van postadres. Opgave via ons postadres Veenkoloniaal Museum Museumplein 5 9641 AD Veendam kan natuurlijk ook. Bij voorbaat dank voor de ondersteuning. Geheel belangeloos verleenden de volgende bedrijven in 2011 steun in natura. We danken Veenstra Glazenborg te Winschoten voor het beschikbaar stellen van materiaal voor onderhoud van de lamme arm en motor. Pedro Boat te Zuidbroek voor het beschikbaar stellen van diesel en transportbedrijf Remmers te Muntendam voor het kosteloos transporteren van de zwaarden en het roer naar de werf Wolthuis te Sappemeer. Veenkoloniaal Museum, Museumplein 5 - 9641 AD Veendam, Telefoon: 0598 364224 www.veenkoloniaalmuseum.nl / www.familietrouw.nl Tekst: Hendrik Hachmer (
[email protected]) Vormgeving: Erik van der Wal (
[email protected])