Beleidsplan 2011-2016 / Veenkoloniaal Museum Veendam
Doelstelling Het Veenkoloniaal Museum in 2016 Strategie publieks- cq. gebruikersbereik en -opbouw Wisseltentoonstellingen Educatie Publicaties Marketing en public relations Virtuele bezoekers Bedrijfsvoering
beleidsplan 2011-2016 ~ VEENKOLONIAAL MUSEUM VEENDAM
Ik volg het Veenkoloniaal Museum op de voet en heb grote bewondering voor hetgeen deze organisatie met zo weinig vaste krachten maar met veel enthousiasme op stapel weet te zetten. Groningen kan trots zijn op dit pareltje in
de Veenkolonien, dat het rijke historische verleden en heden binnen en buiten haar muren op een sprankelende manier weet over te brengen. Er zit veel potentie in dit museum en dat zal zich in de komende cultuurperiode alleen maar verder
Voorwoord
ontwikkelen als de hier gepresenteerde beleidsvoornemens gerealiseerd kunnen worden. Ik steun dan ook van harte de museale toekomstplannen. Harm Post Directeur Groningen Seaports
l
R ig
az
aa
Letse leerlingen in de Rigazaal van het Veenkoloniaal Museum
voorwoord
beleidsplan 2011-2016 ~ VEENKOLONIAAL MUSEUM VEENDAM
Inhoud
1. Inleiding ~ 2. Doelstelling ~ 3. Het Veenkoloniaal Museum in 2016 ~ 4. Strategie publieks cq. gebruiksbereik en -opbouw ~ 5. Wisseltentoonstellingen ~ 6. Educatie ~ 7. Publicaties ~ 8. Marketing en public relations ~ 9. Virtuele bezoekers ~ 10. Bedrijfsvoering ~
4 5 6 9 15 17 20 21 23 24
wi
el nk
Mu
s eu
m
De eerste fabriek van W.A. Scholten
Inhoud
beleidsplan 2011-2016 ~ VEENKOLONIAAL MUSEUM VEENDAM
Financiering door de overheid – met subsidies – is geen vanzelfsprekende zaak meer. En tegelijkertijd lopen de kosten op. Kortom, de noodzaak van verdere professionalisering en economische zelfstandigheid wordt steeds groter. Dit betekent dat we opnieuw worden geconfronteerd met complexe vraagstukken als: Hoe kunnen we nieuwe verdienmodellen ontwikkelen? • Hoe kunnen we inkomstenbronnen bij particulieren, bedrijven en andere organisaties aanboren? • Hoe verbeteren we de bedrijfsvoering en verlagen we de kosten nog verder? • Hoe krijgen we meer draagvlak bij bedrijven en maatschappelijke organisaties? • Hoe groot wordt het budget uiteindelijk. • Zal de CJP- (Cultuurkaart) regeling nog bestaan? • Hoe gaat het verder met de MK (Museumkaart, voorheen Museumjaarkaart). • Houden scholen voldoende geld over voor cultuurbezoek. Kortom er zijn veel onzekerheden en onduidelijkheden. Het beleidsplan 2011- 2016 staat daarom deels in het kader van aankomende en ingrijpende overheidsbezuinigingen. Eén ding is wel duidelijk: om het bestaande kwaliteitsniveau te handhaven zullen alle zeilen moeten worden bijgezet. Toch zien we de toekomst met vertrouwen tegemoet. Het Veenkoloniaal Museum heeft de laatste jaren in eigen huis heel veel nieuwe ervaringen opgedaan en expertise opgebouwd die in de komende beleidsperiode goed van pas komen. Bovendien weet het museum
zich gesteund door meer dan honderd vrijwilligers die het museum bijstaan. Ook is de locatie dankzij de komst van Cultuurcentrum vanBeresteyn en de aanleg van het Museumplein positief verbeterd. Dankzij deze upgrading van de omgeving, een opknapbeurt van de kozijnen in de oorspronkelijke kleuren, de plaatsing van gevelletters en een
1. Inleiding
spanframe voor aankondigingen van exposities is de uitstraling van het monumentale museumgebouw nog groter geworden. Het is dan ook een pluspunt dat we als museum in een rijksmonument gehuisvest zijn. Het voorliggende beleidsplan 2011- 2016 is een vervolg op eerdere beleidsplannen van het Veenkoloniaal Museum.
... Hoe het allemaal begon VAN OUDHEIDSKAMER TOT GEREGISTREERD MUSEUM Op initiatief en onder leiding van de Veendammer Burgemeester De Zee werd op 21 april 1939 de “Vereeniging voor Veenkoloniale Oudheidkunde” opgericht. Vanaf die datum ging de vereniging, later omgedoopt tot “Stichting Het Veenkoloniaal Museum”, gericht verzamelen. Het fundament voor het museum werd overigens al eerder gelegd door burgemeester Van Beresteyn (tevens oprichter van de landelijke Genealogische Vereniging). Zijn privé-collectie groeide in de jaren dertig dankzij burgemeester De Zee van Veendam uit tot een behoorlijke verzameling die op de zolder van het gemeentehuis was te bezichtigen. In 1939 werd de collectie ‘De Zee’ ondergebracht in het oude politiebureau. Deze collectie groeide in de jaren zestig onder de bezielende leiding van G.H. Streurman uit tot een oudheidskamer van ‘aanzien’ in de Kerkstraat. In de jaren zeventig maakte het museum, dankzij pioniers als Henk Plenter, Harm van der Veen, Wim Dussel en Dirk Mulder een enorme educatieve groei door. Al snel groeide de oudheidskamer uit haar kinderschoenen. Sinds 1992 is het Veenkoloniaal Museum officieel gehuisvest in het voormalige schoolgebouw van de Rijks Hoogere Burgerschool. Een locatie die unieke ontplooiingsmogelijkheden biedt. Ook werd er in dat jaar voor het eerst in het bestaan van het museum een vaste staf aangesteld bestaande uit een directeur en een conservator aangevuld met een administratief medewerker, een balie- en huishoudelijk medewerker. Dankzij de toevoeging van Cultuurcentrum VanBeresteyn in 2004 zijn de mogelijkheden tot verdere ontplooiing en samenwerking vergroot. Door een strategie van laagdrempeligheid en de uitstraling van een actief museum is het Veenkoloniaal Museum Veendam uitgegroeid tot een begrip binnen de museumwereld. Het museum heeft daarbij altijd vastgehouden aan het standpunt dat we een regionaal–historisch museum zijn en de geschiedenis van het gebied dicht bij de mensen willen brengen. Ook de vrijwilligers vervullen daarbij een grote rol. Het Veenkoloniaal Museum is tevens een begrip in Oost Groningen. Vele spelers in het culturele veld maken gebruik van de expertise van directeur en conservator, zowel inhoudelijk als beleidsmatig.
inleiding ~ pagina 4
beleidsplan 2011-2016 ~ VEENKOLONIAAL MUSEUM VEENDAM
Formeel hanteert elk museum de ICOM museum-definitie. “Een museum is een permanente instelling ten dienste van de gemeenschap en haar ontwikkeling, toegankelijk voor het publiek, niet gericht op het maken van winst, die de materiële getuigenissen van de mens en zijn omgeving verwerft, behoudt, wetenschappelijk onderzoekt, presenteert en hierover informeert voor doeleinden van studie, educatie
culturele, sociale en economische ontwikkelingen van de Groninger Veenkoloniën.’ De stichting tracht haar doel te bereiken door ‘het bijeenbrengen, onderhouden en tentoonstellen van alles wat in de ruimste zin met betrekking tot de Veenkoloniën historisch van belang wordt geacht, alsmede datgene, waarvan verwacht mag worden dat het eens historische waarde zal bezitten.’
ie
P re h
i st
or
en genoegen.” Het Veenkoloniaal Museum is een geregistreerd museum en voldoet aan alle normen die aan een museum gesteld worden. Het Veenkoloniaal Museum is een zelfstandige stichting. De doelstelling van het museum staat omschreven in de statuten: ‘De stichting heeft ten doel het bevorderen van de kennis van de vroegere en hedendaagse
2. Doelstelling
doelstelling ~ pagina 5
3. Het Veenkoloniaal Museum in 2016
beleidsplan 2011-2016 ~ VEENKOLONIAAL MUSEUM VEENDAM
Waar staat het Veenkoloniaal Museum in 2016? • Regionaal cultuurhistorisch museum met internationale uitstraling, grote naamsbekendheid en een goed ambassadeur van Groningen • Een museum dat voldoet aan de eisen van cultureel ondernemerschap: goed bestuur, adequaat toezicht en transparante verantwoording • Ieder jaar een spraakmakende expositie • Toepassing van nieuwe media zoals een virtueel introductieprogramma over het museum • De fotocollectie beschreven en gedigitaliseerd op internet bij de Beeldbank Groningen • Veel waardering gekregen voor de in deze cultuurperiode gerealiseerde expositie over de erfenis van Napoleon in eigen huis en voor de gelijknamige reizende expositie, die per locatie inhoudelijk werd aangepast • Nieuwe verhalen in ons veenkoloniale jaarboek • Een museum met een steeds belangrijker wordende maatschappelijke functie (vrijwilligers, stagiaires, herintreders, werkelozen) • Het museum in de rol van moeder met twee dochters: een bestaande samenwerkingsovereenkomst met Kapiteinshuis Nieuwe Pekela en een samenwerkingsovereenkomst die in deze cultuurperiode nader wordt uitgewerkt met Streekhistorisch Centrum Stadskanaal (SCS) • Opname boekenbestand in catalogus van OB door samenwerking met SCS • Een museum met een groot interdisciplinair netwerk • Nieuwe verdienmodellen • Nieuwe inkomstenbronnen bij particulieren, bedrijven en andere organisaties aangeboord • Verbeterde bedrijfsvoering en verdere verlaging van de kosten • Vergroting draagvlak bij bedrijven en maatschappelijke organisaties • Aanzienlijk meer schoolbezoek dan bij aanvang van de cultuurperiode • Met het verhaal van de veenkoloniën nog meer naar buiten: via digitale fietsroutes, landschapsgidsen, rondleiding op het kerkhof, exposities in het buitenland • Downloadbare toeristische routes vanaf de website • Downloadbare en afluisterbare audiotours en lesbrieven vanaf de website (via de eigen i-pod of i-pad) • Een gerenommeerd museum met een positief imago, tevens goed doel instelling
Gerealiseerde doelen Veel van de doelstellingen uit het vorige beleidsplan zijn dankzij de realisatie van Cultuurcentrum vanBeresteyn en het enthousiasme en de inzet van vrijwilligers en medewerkers van het museum, gehaald: • Permanente ruimte voor Anthony Winkler Prins; • Educatief project met bodywarmers; • Educatief project varend museumschip De Familietrouw; • Aandeelhouders gezocht om de onkosten van het varende museumschip de
• • •
•
•
•
Familietrouw te dekken. In 2010 waren er 34 redercedullen uitgeschreven; Nieuwe museumfolder; Uitgave van een museumgids; Versterking banden met regionale kranten en omroepen; Beveiliging: melders vervangen en filmbeelden van de camera’s op computer; Geïnteresseerden bekostigen restauratie Scholtenschilderijen; Ombouw zaal Veendam 1921 tot filmzaal voor historische films;
• Ombouw zolder boven café; • Digitalisering van de collectie gestart; • Digitalisering krantenknipsels; • Een mesolithisch themagebied bij de Heemtuin te Muntendam; • Afronding van depotwerkzaamheden in het museumgebouw. minister M. v.d. Hoeven (project met PICTO)
het veenkoloniaal museum in 2016 ~ pagina 6
Hoe verwezenlijkt het Veenkoloniaal Museum haar doelen: • Eigen identiteit benadrukken: in de permanente opstelling werkt het Veenkoloniaal Museum met unieke speerpunten (totems) om zich van andere musea te onderscheiden, te weten de archeologie van de Veenkoloniën, gericht op het Mesolithicum, de unieke 19de eeuwse Veenkoloniale zeevaart, gericht op de vaart naar Riga en de ontwikkeling van de voor de regio zo belangrijke landbouwindustrie: de (stro)kartonindustrie en de aardappelzetmeelindustrie • Publieksgerichtheid: op een speelse wijze de bezoeker dichter bij de geschiedenis van de regio brengen • Laagdrempeligheid: door de speelse vormgeving en toegankelijke teksten zijn we een museum voor iedereen, waar voor elk wat wils is. Geen afstandelijke en hoogdravende presentaties, maar goed toegankelijke tentoonstellingen die ook voor het onderwijs en de ‘gewone’ man interessant zijn. Resultaat: door de laagdrempeligheid zijn we een opmaat voor andere musea • Wisseltentoonstellingen: geschikt voor een breed publiek, voor jong en oud, voor schoolbezoek met een lesbrief, waarmee steeds andere doelgroepen worden bereikt. Waar mogelijk wordt samenwerking gezocht met andere musea. Ook melden zich regelmatig verenigingen en instellingen die een jubileum onder de aandacht willen brengen zich bij het museum met de vraag of we een wisselexpositie kunnen opzetten. In het verleden zijn hier al positieve resultaten mee geboekt (Maatschappij tot Nut van het Algemeen, de Baptisten, Stichting Cornelis Dopper, Stichting Monument en Materiaal, Stichting 100 jaar Sicco Mansholt, etc.) • Deelname met de omvangrijke fotocollectie aan de beeldbank Groningen • Prijstoekenning: ieder jaar reikt het Veenkoloniaal Museum een prijs uit aan een persoon, groep of instelling die beantwoordt aan onze doelstelling, hetzij de Veenkoloniaal Museumprijs, hetzij de Keuningprijs. De traditie ontstond in 1996 nadat het museum zelf de prestigieuze landelijke Prins Bernhard Cultuurprijs had gewonnen • Het extern promoten van het verhaal van de Veenkoloniën met lezingen, reizende exposities, museumfolders, tentoonstellingsfolders, publicaties • Bevorderen van het toerisme met het maken van cultuurhistorische routes voor de wandelaar, automobilist en fietser en deelname aan de arrangementen van de Toerbus samen met Qbuzz in de zomer. Ook het maken van arrangementen samen met andere culturele ondernemers valt hieronder • Met enthousiasme, hard werken en een positieve houding
T
ij
os dlo
E d uc
atieruimte
T ie m
o
Oktobermaand - Kindermaand, oktober 2010
het veenkoloniaal museum in 2016 ~ pagina 7
Toelichting De genoemde speerpunten zijn een sterke troef waarmee het museum zich ook de komende beleidsperiode zal blijven profileren. Het museum heeft bij de herinrichting eind jaren tachtig begin jaren negentig bewust voor deze strategie gekozen om niet te verworden tot een honderd in een dozijn museum en geen doublures te vormen met andere musea. Bovendien is het verzamelbeleid op deze totems aangepast. Kortom we zijn en blijven een museum met een geheel eigen identiteit.
houwer van de Groningse bruggenhoofdfiguren) te tonen in Letland en Veendam. En we werken aan een wisselexpositie en reizende expositie over de nalatenschap van Napoleon samen met andere partners, ook in Ost Friesland, waar de scholen prima op in kunnen haken en die per regio een gedeeltelijke eigen invulling krijgen.
Het metrieke stelsel werd bijna overal ingevoerd. Alleen in Liberia, Myanmar en de Verenigde Staten wordt het metrische systeem nog steeds niet als wettelijke standaard erkend. Men hanteert in de VS nog het imperiale systeem (met o.a. mijlen, voeten, yards, inches). Dit leidt er soms tot opmerkelijke problemen. Voor veel specialistische apparatuur die men daar uit het buitenland betrekt en die wel metrisch is, moet men een apart stel werktuigen, sleutels, moeren enz. bij de hand hebben. In 1983 kwam een vliegtuig van Air Canada tijdens de vlucht zonder brandstof te zitten door hantering van het verkeerde systeem bij controle van de hoeveelheid kerosine. In 1999 is er zelfs een dure ruimtesatelliet, nl. de Mars orbiter, verloren gegaan omdat de software voor het ene stelsel geschreven was en de beoogde hoogte waar de satelliet naar toe gestuurd werd in het andere stelsel ingetypt werd. Een van de meest in het oog springende verschillen tussen beide stelsels is dat het metrieke stelsel consistent veelvouden van 10 gebruikt: deci (1/10), deca (10), milli (1/1000), kilo (1000), enzovoort.
e
S lui
sk
ad
Het museum heeft met de genoemde totems een paar sterke troeven in handen omdat deze thema’s nergens in Nederland zo specifiek onder de aandacht worden gebracht als in het Veenkoloniaal Museum te Veendam. In de komende beleidsperiode zullen we blijven streven naar
een afwisseling in historische thema’s en kunstexposities waarbij ons boeiende en sprankelende presentaties voor ogen staan die bij voldoende belangstelling en financiering ook omgezet kunnen worden in reizende exposities. We denken hierbij aan een expositie over de schilder Hendrik Valk (gehuwd met een Letse) en zijn broer Willem Valk (beeld-
‘invoering metriek stelsel’ tentoonstelling over de nalatenschap van Napoleon het veenkoloniaal museum in 2016 ~ pagina 8
beleidsplan 2011-2016 ~ VEENKOLONIAAL MUSEUM VEENDAM
4. Strategie publieks- cq. gebruiksbereik en -opbouw
Het Veenkoloniaal Museum wil in haar strategie voor de toekomst haar positieve en verrassende imago blijven behouden. Dat betekent: in al haar activiteiten, zowel intern als extern, binnen- en buiten de provincie Groningen, zal het Veenkoloniaal Museum zich presenteren als een ondernemend en professioneel museum, dat ervoor zorgt dat de bewoners trots zijn op hun geschiedenis en er daarmee toe bijdraagt van het negatieve imago van Oost Groningen af te komen. Bovendien bevordert het Veenkoloniaal Museum met haar activiteiten het economisch klimaat van de regio. Bedrijven zijn eerder bereid zich te vestigen in een regio met voldoende ontspanningsmogelijkheden voor haar werknemers. Aan de hand van de specifieke collectie, een belangrijk onderdeel van het Verhaal van Groningen, kan aangetoond worden hoe rijk de Veenkoloniën eens waren, hoe belangrijk de economische betekenis van de verrassende veenkoloniale zeevaart was, waardoor de promotionele betekenis van de collectie voor de provincie Groningen alleen maar toeneemt. Dit kan worden toegelicht aan de hand van een paar hieronder genoemde begrippen, met voorbeelden uit de afgelopen beleidsperiode.
• ondernemend ondernemingszin, dynamiek en durf uitstralen, waarbij ook nadrukkelijk buiten de museummuren wordt gekeken. (ondernemen in plaats van op de winkel passen). Er is in de afgelopen beleidsperiode een symposium over veilig verkeer georganiseerd met prominente sprekers als Koos Spee en Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven, die ook de wisselexpositie opende. • vernieuwend permanente vernieuwing nastreven: het imago moet levend gehouden worden met innovatieve producten en diensten. Denk aan digitalisering van de gehele collectie en dit op internet laten zien. Denk aan nieuwe presentatietechnieken. Te verwezenlijken door gebruik te maken van stagiaires van diverse opleidingen, het bezoeken van beurzen, lezen van vaktijdschriften en creatieve ideeën uit te werken.
• verrassend originele invalshoeken kiezen. De veenkoloniale zeevaart is verrassend; de handelsbetrekkingen met Riga ook. Speuren op begraafplaatsen en in archieven van havensteden in het buitenland op aanwezigheid van Groningse schippers kan verrassende verhalen opleveren. We hebben in de afgelopen beleidsperiode de herbegrafenis van Anthony Winkler Prins gerealiseerd. Op de begraafplaats wordt nu ook door onze vrijwillige exdocenten rondgeleid langs
prominente figuren die bij onze Groninger geschiedenis horen. • verbeeldend inspelen op emoties. Alle zintuigen worden geprikkeld in de wisselexpositie Zout daar zit wat in, aardgasbuffer Zuidwending. Zout kan geproefd en gevoeld worden, gas kan geroken worden, de gasvlam kan gehoord worden, de bodemlagen en de fossielen kunnen bekeken worden. Tegelijkertijd wordt het belang van gas als energie v.l.n.r. Dr. Henk Bleker, Wim Dussel, Ab Meijerman, Mr. Pieter van Vollenhoven t.g.v. opening expositie Veilig door het Verkeer
strategie publieks- cq. gebruikersbeleid en -opbouw ~ pagina 9
bron duidelijk meegegeven. Lokale hedendaagse geschiedenis dat van groot economisch en strategisch belang is voor de provincie Groningen.
een andere vormgeving. Dit vergt organisatietalent, een groot netwerk, doorzettingsvermogen, geloof in eigen kunnen, professionaliteit, oog voor kwaliteit, originaliteit en creativiteit.
• professioneel vakbekwaam, hoge kwali• samenwerkend teit, doelmatig opereren en strategische allianties specialiseren. Als voorbeeld aangaan. Als voorbeeld kan mag de tijdelijke exposidienen de gezamenlijke tie over Sicco Mansholt opening en de combikaart dienen, die behalve in eigen voor de gezamenlijke expohuis tevens in het sitie over Henk Helmantel Ministerie van Landbouw met Klooster ter Apel. Of heeft gestaan in een nieuwe de samenwerking met de vorm, in het gebouw van St. Cornelis Dopper om de Europese Commissie in concerten te organiseren Brussel in weer een nieuwe naast de expositie in Veenvorm en in Schlosz Evendam en Riga. Samenwerburg te Leer in opnieuw king met Cultuurcentrum
vanBeresteyn in de vorm van gezamenlijke schoonmaak, gezamenlijk aanbod van educatie richting het onderwijs, afstemming van activiteiten en gezamenlijke standbemanning. • doelgroepgericht oude doelgroepen vasthouden en nieuwe doelgroepen aanboren. Door de variëteit van de wisselexposities (fotografie, kunst, muziek, religie, historie, quilten, etc.) wordt steeds een ander, soms nieuw publiek aangesproken. Men blijft vervolgens de activiteiten van het museum volgen.
rP
s rin
net kabi
Win
kle
De door het museum verzorgde herbegrafenis van Anthony Winkler Prins
strategie publieks- cq. gebruikersbeleid en -opbouw ~ pagina 10
Bij het realiseren van de plannen worden we versterkt door de volgende pluspunten: • we zijn gehuisvest in een monumentaal en herkenbaar gebouw. • de locatie is gelegen in het centrum van Veendam en de Groninger Veenkoloniën • het is een multifunctioneel gebouw dankzij de participatie in Cultuurcentrum vanBeresteyn • goede kansen voor groepsbezoek dankzij professionele horeca in het Cultuurcentrum en begeleiding door geschoolde vrijwilligers. • aanlokkelijk voor verschil-
• •
•
• •
lende dagjesmensen en groepen mede door de aanwezigheid van een subtropisch zwembad in Veendam en het tegenover gelegen overdekte winkelcentrum bezoekers kunnen gratis parkeren er is een breed draagvlak in de regio, denk daarbij alleen maar eens aan het donateursbestand, de tientallen vrijwilligers en vele bezoekers uit de regio. de goede werksfeer en de niet te onderschatten maatschappelijke rol van het museum de creativiteit van de medewerkers de unieke speerpunten binnen de museumwereld,
• •
• •
•
zoals veenkoloniale zeevaart, (stro) karton- en aardappelzetmeelindustrie. de veelheid aan activiteiten eigentijdse presentatie: een duidelijk verhaal in een aanraakbare opstelling (aldus de woorden van cabaretier Bert Visscher) een brede collectie we treden met de collectie naar buiten via internet, via voorwerpen in vitrines bij zorginstellingen, via foto’s in publicaties, via reizende exposities, via publicaties. het hebben van een museum draagt bij aan een goed vestigingsklimaat voor bedrijven. Bert en Kees Visscher in het Veenkoloniaal Museum voor het TV-programma ‘Museumgasten’
strategie publieks- cq. gebruikersbeleid en -opbouw ~ pagina 11
Kenniscenrum Het ontsluiten van de collectie zal niet alleen ten faveure van de hierna genoemde nationale partijen zijn, maar ook als bron van informatie gaan dienen voor afstudeerscripties, spreekbeurten op mesolithisch, maritiem, landbouw en sociaal gebied. Door samenwerking met het Streekhistorisch Centrum Stadskanaal, het Kapiteinshuis te Nieuwe Pekela, de Groninger Archieven (incl. GAVA qua films) en het Drents Archief staan vele bronwerken ter beschikking door plaatsing van onze voorwerpen, beeld- en boekencollectie op de beschikbare digitale netwerken. Voor diepgravers vormen de Veenkoloniën een uniek gebied.
Neem het beladen woord ‘kolonie’ alleen al dat is ontleend aan de kolonies die de Grieken en Romeinen buiten het eigen land stichtten waar volksplantingen plaatsvonden. Onze koloniën ontstonden doordat vele pioniers begin 17de eeuw naar het veenkoloniale gebied trokken om hoogveen af te graven voor de productie van turf. Vanaf de 19de eeuw waaiden hun nazaten uit over de hele wereld. Onze bronnen worden veelvuldig geraadpleegd voor voorouderonderzoek. Actief bevorderen van toerisme Binnen de provincie, dat wil zeggen bij de provinciale
politiek, leeft de behoefte aan zichtbaarheid van cultureel erfgoed. Dit heeft onder andere te maken met de notie dat er behoefte is aan het ontwikkelen van hoogwaardig toerisme, met name cultuurtoerisme. Deze kans biedt mogelijke samenwerkingsverbanden met landelijk sterkere partijen in de toeristische sector en de media. Het Veenkoloniaal Museum vormt, wegens de kwantiteit en kwaliteit van de aanwezige collecties en informatie-bronnen een zeer interessante niche waar nationale partijen, zoals het Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG), Geheugen van Nederland, Anno, Collectiewijzer, goed uit kunnen putten.
strategie publieks- cq. gebruikersbeleid en -opbouw ~ pagina 12
Er zijn veel dwarsverbanden en er lopen veel thematische verbindingslijnen naar regionale projecten. Sparring met thematisch verwante instellingen (maritiem, landbouw, sociaal etc.), zowel nationaal, als internationaal (op basis van reeds gelegde contacten en samenwerkingsverbanden) kan uitgewerkt worden. Tenslotte profiteert het museum van de sterk gestegen belangstelling voor de regionale geschiedenis en de nieuwe subsidiemogelijkheden die binnen dit kader door de Rijksoverheid met name ten behoeve van onderwijs en educatie worden geschapen. Nu al wordt veel materiaal aangeboden binnen de informatiediensten van de Drentse en Groninger archieven. Er wordt van geval tot geval bekeken in hoeverre er samengewerkt kan worden met landelijke, regionale en lokale initiatieven. Gestreefd wordt naar stapsgewijze ontsluiting van alle kennis en brondocumenten via het web teneinde te kunnen voldoen aan onze doelstelling het bevorderen van de kennis van de vroegere en hedendaagse culturele, sociale en economische ontwikkelingen van de Groninger Veenkoloniën. Dit zal op een open, gestandaardiseerde en met metadata verrijkte manier plaatsvinden, zodat het eenvoudig is deze documenten via de gangbare methoden te vinden, of ernaar te linken. Begonnen is met ontsluiting van de omvangrijke fotocollectie, te zien op www.beeldbankgroningen. nl.
Als nadeel werkt het feit dat we gelegen zijn in een nog weinig toeristisch gebied. Er is altijd nog een onzichtbare drempel om op een druilerige zondagmiddag even vanuit de stad Groningen of Gieten naar Veendam te rijden. Ook worden we in de regio nogal eens gezien als een Veendammer museum terwijl we meer zijn dan dat. De vaste presentatie gaat over het gehele veenkoloniale gebied en met de wisselende presentaties profileren we ons ook buiten de regionale grenzen tot en met het aangrenzende Drentse gebied. De investering door de overheid in de toeristensector in de regio zal zeker een kentering teweeg brengen. We plukken nu al de vruchten van de ontwikkelingen in het aangrenzende Westerwolde. We kunnen met een gerust hart stellen dat als het Veenkoloniaal Museum in Giethoorn was gelegen we met gemak boven de 150.000 bezoekers zouden komen. Nu kampen
we nog te vaak met -voor het gevoel- de grote afstand en soms nog negatieve imago van de regio. Deelname toeristische overlegstructuren Zelf dragen we ook meer dan een steentje bij door actief deel te nemen aan diverse toeristische overlegstructuren in de omgeving, het maken van een promotiefolder voor Veendammer ondernemers en het maken van cultuurhistorische fietsroutes. Uitbreiding van het aanbod arrangementen samen met andere ondernemers, gesteund door Marketing Groningen die daarbij ook een grote rol gaat vervullen, zijn ontplooide initiatieven die bijdragen tot het doen aantrekken van de toeristenmarkt. Toeristische ondernemers uitnodigen en rondleiden Om het publiek over de drempel te halen, zullen we ons verrassend moeten blijven presenteren en samen met andere Educatie in het museum
strategie publieks- cq. gebruikersbeleid en -opbouw ~ pagina 13
culturele instellingen moeten bijdragen aan een positief imago. Bovendien zal het museum ook hier buiten de muren moeten treden en medewerkers van toeristische centra bekend moeten maken met het museum. De eerste stappen zijn daartoe al gezet. Het museum nodigt daarom tijdens de wintermaanden altijd een groep toeristische ondernemers uit om kennis te maken met de regio en ons museum. De ondernemers worden met een bus gehaald en maken niet alleen kennis met ons museum, maar ook met de regio. Omdat de bezetting van de balies bij recreatieve instellingen regelmatig wisselt blijft dit een zaak van aandacht.
de samenwerking die er in het verleden met het Veenpark te Barger Compascuum bestond, weer nieuw leven inblazen. We merken dat we nogal eens worden verward met dit park. De eerste stappen zijn in 2010 gezet. Beide instellingen kunnen elkaar versterken door gezamenlijk op te trekken, en naamsverwarring wegnemen door gezamenlijke folders en of PR.
ee
k
Bibl
iot
h
Gerichte marketing Uit onze enquêtes -die we bij de balie uitdelen- blijkt dat slechts een klein deel van de bezoekers uit de stad Groningen komt. Ook hier valt nog veel te winnen. Gerichte marketing kan effect sorteren. Dat zien we aan het toenemenSamenwerking Veenpark te de bezoek uit het aangrenzenBarger Compascuum de Ost Friesland en Emsland, Het Veenkoloniaal Museum wil sinds onze berichtgeving de
laatste jaren steevast in het Duits wordt vertaald. Hulpmiddelen hierbij zijn o.a. het maken van aansprekende wisselexposities, het ontwikkelen van een goed educatief aanbod, het opbouwen van een werkbaar marketing- en PR-beleid en samenwerkingsverbanden met musea en ondernemers in de regio om tot gezamenlijke promotie te komen. De eerste stappen zijn hiertoe al in 2010 gezet door bijvoorbeeld het presenteren van een gezamenlijke Duitstalige folder van de toeristische ondernemers in en rond Veendam, die ook tijdens de Emsland– en Ostfrieslandschau werd uitgedeeld en bij de recreatieondernemingen en musea in het aangrenzende Duitsland werd verspreid.
strategie publieks- cq. gebruikersbeleid en -opbouw ~ pagina 14
beleidsplan 2011-2016 ~ VEENKOLONIAAL MUSEUM VEENDAM
Een middel waarmee het museum op positieve wijze weet te scoren zijn de wisseltentoonstellingen. De tentoonstellingen trekken een breed publiek en de belangstelling komt van heinde en verre. Onze ervaring leert dat een expositie met een relatief klein budget net zo geslaagd kan zijn als een expositie met een groot budget waarbij veel externe krachten zijn ingehuurd. Het museum zal daarom terughoudend blijven bij het inhuren van externe expertise tenzij een financiële ondersteuning door derden dit toelaat. Up to date In wisseltentoonstellingen worden ook andere dan historische thema’s uitgediept en komt ook kunst aan bod. Bij de historische thema’s blijft het museum oog houden voor relevante ontwikkelingen in aangrenzende regio’s, zoals het
5. Wisseltentoonstellingen
Oldambt, Westerwolde en de aangrenzende Drentse Veenkoloniën en verliest daarbij ook landelijke en recente ontwikkelingen niet uit het oog. Kunstexposities bieden een podium voor kunst en kunstenaars waarbij ook naar samenwerkingsverbanden over de grens wordt gekeken. Tevens worden raakvlakken gezocht bij andere disciplines, zoals combinaties met muziek, proza en poëzie. Het maken van tentoonstellingen is een arbeidsintensieve en vaak kostbare aangelegenheid. Bij het ontwikkelen van wisselexposities moeten we rekening houden met onze beperkte financiële middelen en krappe personele bezetting. In het kader van de bezuinigingen in de komende beleidsperiode zullen we ons nog meer dan voorheen moeten richten op het vermeerderen van inkomsten.
Slechts bij voldoende sponsoring of het verkrijgen van fondsgelden bestaat de mogelijkheid om externe expertise in te huren voor het realiseren van nieuwe wisselexposities waar veel onderzoek voor gedaan moet worden. Maar ook samenwerking bij bepaalde exposities wordt bewust gezocht. Op het gebied van reizende exposities en projecten werkt het Veenkoloniaal Museum al jaren samen met het Deutsches Sielhafenmuseum te Carolinensiel (1994), de Heemtuin te Muntendam (1998), Het Kapiteinshuis te Nieuwe Pekela (1998), Kultur am Ems, v/h Kulturbrücke Emsdelta (2004) en het museum Mencendorfa nams (2006) te Riga. Ook wil het museum aansluiting zoeken bij de Peat Association, een Europees samenwerkingsverband tussen musea die over veen en de vervening vertellen.
n r aa
m in Rembrand
t ’s
ate l
ie 00
0
S t i ll
n
b
pe ij o
2 r,
ev e
Henk Helmantel in dubbel perspectief, 2010
wisseltentoonstellingen ~ pagina 15
Podium voor regionale geschiedenis en kunstenaars Het museum is niet alleen een podium voor aspecten van de regionale geschiedenis, maar ook een podium voor kunstenaars uit de regio. Hierbij wordt o.a. samengewerkt met Kultur am Ems, Cultuur aan de Eems, gevestigd te Emden en Delfzijl, de Stichting Beeldende Kunst Veendam en de werkgroep MeerArt in Wittmund/Groningen. Samenwerken Het ligt in de bedoeling de tijdelijke tentoonstellingsruimte op de eerste verdieping twee keer per jaar te blijven wisselen. Daarnaast is er ruimte voor kleine exposities in de benedenzaal. Naast intensievere samenwerking met partners in Cultuurcentrum vanBeresteyn wordt waar mogelijk samenwerking gezocht met andere musea. Ook melden zich regelmatig verenigingen en instel-
lingen die een jubileum onder de aandacht willen brengen zich bij het museum met de vraag of we een wisselexpo-
sitie kunnen opzetten. In het verleden zijn hier al positieve resultaten mee geboekt.
Voornemens in het kort Navolgende tentoonstellingen zijn voor het komende beleidsprogramma 2011-2016 al op de rails gezet om verder te worden uitgewerkt: • ‘200 jaar na Napoleon’, ondanks zijn nederlaag zijn veel regels, maar ook uitvindingen uit de tijd van Napoleon nog steeds actueel. Tevens reizende expositie (2013) • Nico Bulder (1898-1964) vijftig jaar later, een combinatieexpositie met het Grafisch Museum (2014) • ’250 jaar Stadskanaal’ samen met het Streekhistorisch Centrum (2015) • Boeroes in Suriname, Emigranten uit o.m. Groningen die een nieuwe toekomst in Suriname (Groningen) werd beloofd • Wall of fame, tien prominente Veenkolonialen op portret, o.a. Aletta Jacobs, Fre Meis, Anthony Winkler Prins, Anton Dreesman en Hendrik Wester. • Schepen die bleven, beroepsvaart op het Winschoterdiep en het AG Wildervanck-kanaal • Jacob Winkler Prins, gedichten en kunst van de zoon van… • Quiltenexpo MeerArt (samen met Carolinensiel) • Rendsburg en Nord-Ostseekanal (samen met Carolinensiel) • Vluchten in het veen, veengebieden als schuilplaats en bron van inspiratie voor geleerden, kunstenaars en excentriekelingen
e st
g ll i n
1 00
jaar Sicco M ans h
olt
tent
oo
n
Gerda Verburg opent het symposium ‘100 jaar Sicco Mansholt’, september 2008
wisseltentoonstellingen ~ pagina 16
beleidsplan 2011-2016 ~ VEENKOLONIAAL MUSEUM VEENDAM
Educatie heeft als doel kennis te vergroten en de houding en/of het gedrag van de bezoeker voor een langere periode te beïnvloeden. Het is daarmee een specifieke vorm van publieksbegeleiding, die bezoekers de mogelijkheid biedt om inzicht in achtergronden en (de samenhang van) feiten te vergroten. Daarbij is er steeds sprake van een koppeling met de missie van het museum en zijn collectie. Educatieve taken worden over het algemeen ontwikkeld in relatie tot de vaste opstelling of gekoppeld aan tijdelijke tentoonstellingen en/ of activiteiten voor specifiek benoemde groepen. Voor volwassenen worden regelmatig cursussen verzorgd, altijd betrekking hebbend op de regio. Het archief en de bibliotheek zijn bronnen van onderzoek voor vele geïnteresseerden. In de museumshop is bovendien een keur aan regionaalhistorische boeken te koop die regionale thema’s behandelen. Het museum werkt daarbij samen met de Volkshogeschool vanBeresteyn in Veendam.
riga special
Tiemo Tijdloos Juniorclub met eigen tijdschrift Het museum heeft diverse edueen uitgave van de van het Veenkoloniaal Museum catieve activiteiten voor kinder is mede mogelijk gemaakt nds Wildervank ren ontplooid. Voor de jeugd achmer is er ook de Tiemo Tijdloos van der Wal plage: 2000 stuks Juniorclub. Tiemo Tijdloos is Museum 9641 AD Veendam. de museummascotte. Kinderen van 6 tot en met 12 jaar kun0 nen lid worden van de Tiemo ww.veenkoloniaalmuseum.nl Tijdloos Juniorclub en ontniaalmuseum.nl vangen twee maal per jaar het
blaadje Tiemo Tijdloos. Het Veenkoloniaal Museum zal in de komende beleidsperiode blijven inspringen op de behoeften die er zijn ontstaan bij basisscholen die een Cultuureducatieplan hebben ontwikkeld. Lesbrieven op de website In samenwerking met de basisschool De Linde te Nieuwe Pekela is de lessenserie ’Een dorp wordt geboren’ ontwikkeld, die we de komende periode ook op andere scholen zullen projecteren.
6. Educatie
Voorbereidende lessen en lesbrieven worden in PDF formaat via onze website aangeboden. De komende periode willen we het aanbod uitbreiden tot verschillende deelgebieden. De ontwikkelde lesbrief voor museumschip De Familietrouw dient als voorbeeld. De lessenserie zal toepasbaar zijn voor alle basisscholen in de Veenkoloniën en is direct van onze website te halen. De lessenserie laat kinderen op speelse wijze kennis maken met de ontstaansgeschiedenis van het eigen dorp.
Tiemo Tijdloos
De kinderkrant met het laatste nieuws van het Veenkoloniaal Museum editie Oost Groningen, 1e druk
cial riga spe Tiemo, de museummuis is dit jaar wel heel ver weg
geweest, naar Riga. Ja ik was nieuwsgierig naar Riga omdat er in het museum in Veendam toch wel heel veel over Riga te zien is. Ze hebben in het Veenkoloniaal Museum zelfs een heel grote foto van Riga in een zaal hangen. Ik dacht gelijk, hier moet ik als snelle reporter heen, een verslag maken van de geschiedenis en de verbinding tussen Riga en Veendam. O.K, ik weet, ik draaf door, maar ik dacht gelijk aan een heel speciale Tiemo Tijdloos Themakrant.
Tiemo Tijdloos Themakrant . . . Een ‘special‛ zoals ze dat zo mooi noemen. Niet zo maar een krantje, nee, een echte krant. Tiemo kreeg zelfs de centjes bij elkaar en nu ontvang je dus zowaar een Tiemo Tijdloos in kleur. Een themanummer over Riga dus. Vroeger, ja meer dan 150 jaar geleden voeren er vanuit Veendam, Wildervank en Oude- en Nieuwe Pekela honderden zeeschepen over de wereldzeeën. Varen richting de Oostzee was wel heel erg populair. De zeelieden kwamen dus regelmatig in Riga.
kopje en schoteltjes . . . lees meer op pagina 7
Hun schepen werden daar onder andere beladen met hout voor de houtzagerijen in de Veenkoloniën, maar ze voeren ook wel van Riga naar Engeland. Om bijvoorbeeld landbouwproducten naar Liverpool te brengen V E E N K O L O N I A A L M U S E U M 25 maart t/m 9 september 2007 en steenkolen uit Liverpool naar Riga herinneringen aan de Oostzeevaart in de 19de eeuw te varen. Kortom, de Veenkoloniale
Museumplein 5 - Veendam - t. 0598 364224 - w w w. v e e n k o l o n i a a l m u s e u m . n l
NIEUWS van het ministerie van ‘koek & banket‛: vanaf volgende week is het verplicht voor kinderen vanaf 4 jaar minimaal 1 keer per dag een koek te eten !
schippers waren de vrachtwagenchauffeurs van de 19de eeuw.
uit Met de groeten Grüße aus m no Ar sveicienie
riga
Kijk maar eens op het kaartje (pagina 2) waar Riga ligt. Toch gauw twee weken varen ! advertentie advertentie Kath Nieuwsblad.indd 1
25-04-2007 9:49:54
25-05-2007 9:16:38
educatie ~ pagina 17
Nieuw schoolproject met PICTO In samenwerking met Picto (Platform Informatie Communicatie Technologie Onderwijs) zal een nieuw scholenproject worden ontwikkeld. Picto helpt basisscholen in de veenkoloniën bij het invoeren en implementeren van ICT in de dagelijkse onderwijspraktijk. Met Picto was reeds een pilotproject ‘Glas in het veen’ uitgevoerd. Met behulp van een videoconferentiesysteem werd een verbinding tot stand gebracht tussen het museum en de scholen die aan de pilot Glas in ’t Veen meededen. Vrijwilliger Wim Dussel verzorgde het beantwoorden van de vragen van de leerlingen ‘live’ voor de camera die in het museum stond. In juni 2008 werd hierover een presentatie gegeven in theater van Beresteyn, terwijl in de foyer een markt was. Nieuw project ‘een schip vol verhalen’ met het varend monument De Familietrouw De Familietrouw heeft grote educatieve waarde. Honderden kinderen maakten al kennis met het leven aan boord van een binnenschip aan het begin van de 20ste eeuw. De Familietrouw vaart al meer dan tien jaar in mei van school naar school. Ook scholen buiten de regio worden bezocht. Marja Goud van het Noordelijk Scheepvaartmuseum schreef een lesbrief voor het schip die docenten via de website www. familietrouw.nl kunnen downloaden. Tijdens de komende
beleidsperiode wil het museum een nieuw educatief project onder de titel ‘Een schip vol verhalen’ verder uitbouwen. Hier wordt op teruggekomen verder in dit stuk. Daarnaast zal het museum het project ‘Een schip vol verhalen’, dat als proef al verschillende malen in de Veenkoloniën is uitgevoerd, voor de hele provincie en het aangrenzende Drenthe gaan doorvoeren. Er is slechts één voorwaarde bij de deelname; scholen moeten wel in de buurt van een bevaarbaar kanaal liggen om deel te nemen of bereid zijn om naar een nabijgelegen ligplaats te rijden. Doel van het project ‘Een schip vol verhalen’ is dat schoolklassen in eigen omgeving mensen gaan interviewen die kunnen vertellen over vroeger. De plaatselijke slager, de landbouwer, de boer, de gastarbeider die naar de regio kwam om in één van de vele fabrieken langs het kanaal te werken, kortom
kan vertellen over het verleden, waarbij gezien de leeftijd van de opa’s en oma’s de nadruk op de jaren zestig en zeventig zal komen te liggen. De interviews worden door de leerlingen opgenomen in de klas. Daarna komt het museum met het oudste turfschip van de provincie Groningen langs, of meert aan in de nabije omgeving. Oud-schippers vertellen daarna aan boord van de Familietrouw het verhaal van de oude turfvaart. De kinderen kunnen vervolgens ook het verhaal dat ze hebben opgenomen, inladen in het ruim. Na het bezoek aan een x aantal scholen is het schip beladen met verhalen. De verhalen worden vervolgens naar Groningen gevaren waar ze voor de Groninger archieven worden gelost om in het archief te worden opgenomen.
kinderen aan boord van de Familietrouw
een ieder is geschikt die leuk educatie ~ pagina 18
Experimentele archeologie in de Heemtuim te Muntendam Het Veenkoloniaal museum ontwikkelt met de werkgroep experimentele archeologie in samenwerking met de Heemtuin te Muntendam en Arcadis te Assen een spectaculair themagebied gericht op het Mesolithicum. In dit stuk Nieuwe Natuur kunnen leerlingen van scholen in de toekomst op zeer boeiende en aanschouwelijke wijze kennis maken met de leefgewoonten en leefomgeving in het Mesolithicum. Wat betreft het voortgezet onderwijs heeft het museum goede contacten met het Aletta
Jacobscollege te HoogezandSappemeer en het Winkler Prinscollege te Veendam. In de komende periode wil het museum ook structurele contacten gaan leggen met het Dollard college te Oude Pekela en Ubbo Emmius te Veendam. Vooral CKV-projecten zul-
len daarbij onder de aandacht worden gebracht. Ook vanuit Duitse zijde (Emden) bestaat er een toenemende belangstelling voor het museum. Vooral leerlingen die Nederlands in het pakket hebben bezoeken het museum in toenemende mate.
Voornemens in het kort • Tiemo Tijdloos Juniorclub met eigen tijdschrift, thema gericht • Lesbrieven op de website • Audiotours voor de jeugd • Nieuw schoolproject met PICTO • Downloadbare en afluisterbare audiotours en lesbrieven vanaf de website (via de eigen i-pod of i-pad) • Project Schip vol Verhalen met ons varend monument Familietrouw • Experimentele archeologie in de Heemtuin te Muntendam • Elke basisschool in de Veenkoloniën minimaal eens in de twee jaar in het museum
experimentele archeologie: het maken van ‘berkenpek’
educatie ~ pagina 19
beleidsplan 2011-2016 ~ VEENKOLONIAAL MUSEUM VEENDAM
Sinds 1989 geeft het Veenkoloniaal Museum de Veenkoloniale Volksalmanak uit. De almanak heeft het aantal donateurs van het museum flink doen groeien. Bovendien is de almanak voor regionale auteurs de mogelijkheid bij uitstek om hun werk te kunnen publiceren. De almanak is een mengeling van populair wetenschappelijke artikelen en persoonlijke belevenissen. Hierdoor heeft het een meerwaarde op het gebied van de historische verslaglegging. Van de almanak gaat ook een goede PR werking uit. De almanak is o.a. te koop in de betere boekwinkel en te leen in de Openbare Bibliotheken in de regio.
Naast de Almanak verschijnt twee keer per jaar het Omzien. Het Omzien is een informatieblad voor vrienden en donateurs. Ten behoeve van de redercedulle-houders, die zijn betrokken bij ons museumschip de Familietrouw, verschijnt twee maal per jaar een Rederbulletin en ook de werkgroep prehistorie heeft een Nieuwsbulletin. Voor de doelgroep van 4 tot en met 12 jaar verschijnt twee
7. Publicaties
maal per jaar een Tiemo Tijdloos Themanummer. In de komende beleidsperiode zullen alle genoemde uitgaven voortgang vinden. Daarnaast heeft een nieuwe uitgave het licht gezien. Een gids over de Groninger Veenkoloniën waarin voorwerpen van het museum een rol spelen. Een prachtige museumgids, geschreven door Harm van der Veen en vormgegeven door Staal en Duiker.
Voornemens in het kort • halfjaarlijkse uitgave ‘Omzien naar het Museum’ en het ‘Rederbulletin’ • jaarlijkse uitgave van de Veenkoloniale Volksalmanak • één Tiemo Tijdloos Themanummer per jaar • ondersteunen van regionaal historische publicaties door derden • ondersteunen uitgave tentoonstellingscatalogi door derden.
Veenkoloniale Volksalmanak, jaarboek voor de geschiedenis van de Groninger Veenkoloniën
publicaties ~ pagina 20
beleidsplan 2011-2016 ~ VEENKOLONIAAL MUSEUM VEENDAM
Er wordt veel aandacht besteed aan het werven van publiek en het werven van financiële middelen voor de activiteiten die het museum ontplooit. Daarbij wordt voortdurend aan publieksonderzoek gedaan om blijvend inzicht in de potentiële markt te krijgen. Uit de gegevens valt een duidelijke verschuiving in de herkomst van bezoekers te destilleren. Al meer dan 70% van het publiek bestaat uit bezoekers die voor het eerst het Veenkoloniaal Museum bezoeken. Slechts 30% bestaat uit herhaalbezoek. Aan de weg timmeren om nieuw publiek binnen te krijgen blijft daarom noodzakelijk. We ontberen echter in de regio een goed georganiseerd en actief toeristisch orgaan. Om deze lacune te vullen organiseert en initieert het museum zelf arrangementen in samenwerking met derden. Zo ontwikkelde de directeur samen met een projectgroep en met de toeristische werkgroep MenterAroute in Menterwolde een cultuurhistorische digitale fietsroute door de oude veenkoloniën, Randvenen west en oost genoemd. Naar verwachting zal dit initiatief zich als een olievlek uitbreiden. Door reizende tentoonstellingen wordt veel aan naamsbekendheid van het museum en het op de kaart zetten van Veendam, de Veenkoloniën en de provincie Groningen gedaan, tot in het buitenland toe. Zo wordt de toegevoegde
8. Marketing en public relations
waarde voor het merk Groningen benadrukt. De museumfolder speelt, samen met de door de Federatie van musea uitgegeven Museumgids, bij de promotie een belangrijke rol. De banden met regionale kranten, omroepen en TV zijn goed te noemen en zullen waar mogelijk worden versterkt. Het probleem van de regio-edities blijft bestaan. Museumnieuws komt daardoor niet verder dan de eigen regio. Zo lezen wij niets over de activiteiten van het museum in Warffum en omgekeerd in Warffum niets over de activiteiten van het Veenkoloniaal Museum. We blijven dit punt onder de aandacht brengen. Daarnaast wordt er gericht geadverteerd in bepaalde bladen. Met folders en affiches wordt de aandacht gevestigd op het museum, de activiteiten en de tijdelijke tentoonstellingen. De verspreiding wordt door vrijwilligers verzorgd in Groningen, de kop van Drenthe, de hondsrug en zuidoost Drenthe. Indien het museum meer geld voor pr- en marketing doeleinden zou hebben, dan kon meer gebruik gemaakt worden van de tentoonstellingsladder in Volkskrant en NRC tot aan een TV-spotje. Dat zou de landelijke uitstraling nog meer bevorderen. De toeristische bewegwijzering binnen de gemeente Veendam is verbeterd en de gevelletters van het Veenkoloniaal Museum zijn verplaatst naar
de meer in het oog springende lange zijgevel aan de pleinkant. Bovendien wordt aan dezelfde gevel met een banner de lopende expositie aangekondigd. Dit helpt de toeristen de weg naar het Museum te vinden. De destijds gekozen strategie van publieksgerichtheid en laagdrempeligheid werkt nog steeds en het museum wordt nog altijd door bezoekers als verrassend en fris gezien. We kunnen dit niet beter laten zien dan met een citaat uit een ontvangen emailbericht: “Bij mijn bezoek aan Veendam en uw museum afgelopen zaterdag waren mijn vrouw en ik aangenaam verrast. Een mooi gebouw, met een goede eigentijdse presentatie van de cultuurhistorie van de regio! Ook de Rigazaal was heel informatief en aantrekkelijk ingericht. De verschillende exporuimten boven voor beeldende kunst waren ook ruim bemeten met veel wanden. Kortom niet verwacht, en prachtig.” Een mooie opsteker zo’n email, maar uit de toevoeging ‘Kortom, niet verwacht, en prachtig’ spreekt ook dat het museum bij heel veel mensen nog volslagen onbekend is. Daar valt dus nog veel te winnen, en met dit gegeven zullen we ons in de komende beleidsperiode wat PR betreft nog meer dienen te profileren. Daarbij kan de schenking van een jaren ‘20 vrachtwagentje van transportbedrijf Jonker van pas komen! marketing en public relations ~ pagina 21
Momenteel wordt de motor gereviseerd (door een vrijwilliger). Het Veenkoloniaal Museum bezit nog een sterke PR-troef, namelijk museumschip De Familietrouw. De spitse praam Familietrouw werd in 1994 verworven middels schenking en daarmee kreeg het museum een bijzonder stuk varend erfgoed in handen. De in 1894 te Stadskanaal gebouwde Familietrouw is niet voor niets opgenomen in het Nationaal Register van Varend Erfgoed want het is het oudste, nog in originele staat verkerende binnenschip van Nederland.
Er zijn nooit ingrijpende verbouwingen aan het schip uitgevoerd en een reconstructie was niet nodig. De roef ademt nog altijd de sfeer van 1894 en zelfs het ruim ruikt als ‘vroeger’. Niets aan veranderen
was in 1994 het credo en dat is het nog steeds. De Familietrouw is bovendien een prima promotiemiddel voor het museum en de regio. Het schip is daarom ook vaak buiten de provincie te vinden.
Voornemens in het kort • Het vergroten van de naamsbekendheid in binnen- en buitenland door spraakmakende exposities, al dan niet reizend, door symposia e.d. • Het in samenwerking met de Grommo (Groninger Maritieme Musea) uitbrengen van een gezamenlijke folder en onderhouden van een website • Het in samenwerking met toeristische bedrijven in de regio uitbrengen van Duits- en Nederlandstalige folders • Actief benaderen van de pers bij nieuwe exposities • Tweejaarlijks informeren van toeristische medewerkers door het aanbieden van een busreis door hun omgeving • In samenwerking met de gemeenten presenteren op beurzen zoals de Emsland – en Ost-frieslandschau • Meertalige teksten in de vaste expositie • Meertalige website
r
m il ‘Fa
i e tr o
u w’
i n te
rie
u
Museumschip De Familietrouw aanwezig tijdens Delfsail
marketing en public relations ~ pagina 22
beleidsplan 2011-2016 ~ VEENKOLONIAAL MUSEUM VEENDAM
De website www.veenkoloniaalmuseum.nl voorziet in een duidelijke behoefte. De website wordt door een medewerker van het museum bijgehouden zodat telkens actuele informatie te zien is. Daarnaast heeft het museum de zelf gebouwde websites www.kapiteinshuis. nl, www.zeemansgraven.nl, www.familietrouw.nl en www. mesolithicum.nl onder beheer. Met al deze websites hoopt het museum te voldoen aan de steeds verder stijgende vraag naar informatie. Daarnaast begint de internetwinkel een steeds grotere rol te spelen. Het museum zal zich tevens gaan presenteren op Facebook en Myspace. In sites zoals Twitter zal het museum niet participeren omdat dit soort activiteiten te veel tijd vergen van de kleine kern aan vaste medewerkers.
het publiek. De beeldbank is nu al een groot succes. Dankzij internet zijn we, dankzij de reactie van bezoekers in staat om veel gegevens bij foto’s aan te vullen. Het museum bezit tevens een vrij grote collectie foto’s van de Drentse Veenkoloniën. Deze zullen digitaal worden aangeboden aan het Drents Archief en eveneens in een beeldbank worden geplaatst. De mooiste historische foto’s worden via www.museumfoto. nl aangeboden aan de bezoeker op glasplaat of op canvas. Het is een gelimiteerde uitgave en men krijgt bij aankoop een certificaat erbij. Dit is een voorbeeld van een samenwerkingsproject met het bedrijfsleven waar geen kosten aan verbonden zijn.
Via Maritiem Digitaal zal de collectie van het museum tijdens deze beleidsperiode zichtbaar worden. Via onze eigen homepage zijn inmiddels de diploma’s van de zeevaartschool, de scheepsjagerspenningen en de scheepsportretten voor het grote publiek zichtbaar. De namen van de 3434 scheepsjagers zijn door het museum al in 1994 op naam ingevoerd. Het museum bezit ook nog een kleine, maar wel zeer bijzondere dagbladencollectie bestaande uit De Veendammer (1823 – 1909), De Nieuwe Veendammer (1880 – 1901) en de Veenkoloniale (jaren twintig 20ste eeuw). Er worden fondsen en middelen gezocht om deze collectie digitaal aan te bieden.
Voornemens in het kort • Verder digitaal ontsluiten van de collectie • Participeren en presenteren op media zoals Myspace en Facebook • Participeren in ‘Het verhaal van Groningen’ • Deelname aan Beeldbank Groningen en Beeldbank Drenthe • Digitaliseren dagbladencollectie • Uitbreiden (educatie) aanbod op eigen homepage (lesbrieven) • MP3 audiotour door de vaste opstelling aanbieden op de homepage
t
Zee
va
ar
Wel gaat men voort met het steeds meer digitaal vastleggen van delen van de collectie en presenteren. Via de website www.beeldbankgroningen.nl wordt ons fotoarchief aangeboden aan
9. Virtuele bezoekers
virtuele bezoekers ~ pagina 23
beleidsplan 2011-2016 ~ VEENKOLONIAAL MUSEUM VEENDAM
Veiligheid De laatste jaren is door het museum flink geïnvesteerd in veiligheid. De trap naar de zetmeelzolder kon worden verbreed dankzij verplaatsing van de lift. Een nieuwe grote lift is gerealiseerd waarin men bij storing in direct contact staat met fabrikant Otis. Daarnaast is een deel van het gebouw voorzien van een sprinklerinstallatie en zijn nieuwe vluchtroutes aangebracht. Het Veenkoloniaal Museum bezat als een van de eerste musea een calamiteitenplan met als doel de veiligheid van bezoekers en personeel, collectie en gebouw zoveel mogelijk te garanderen. Dit calamiteitenplan is eind 2005 geactualiseerd en aangepast aan de nieuwe situatie.
10. Bedrijfsvoering
nisatiestructuur is helder. Het Veenkoloniaal Museum heeft met een groot aantal vrijwilligers een stevige maatschappelijke functie, die niet over het hoofd gezien kan worden. De betrokkenheid van de vrijwilligers is erg groot. Anderzijds bevordert het werken met vrijwilligers niet altijd de gewenste professionaliteit. Middels cursussen probeert het museum daar waar het kan ook de kennis bij vrijwilligers te vergroten. De professionele staf bstaat uit twee personen, heeft vele taken en is daardoor erg kwetsbaar. Communicatie is erg belangrijk in het goed functioneren van alle medewerkers. Vrijwilligers hebben vaak geen idee waar de directie mee bezig is. Door wisselende aanwezigheid
Voornemens in het kort • Handhaven van een BHV team bestaande uit minimaal vijf personen • Halfjaarlijkse BHV oefeningen met collega’s Cultuurcentrum vanBeresteyn
Het museum beschikt over een BHV team. Om de kennis op peil te houden zijn vijf medewerkers opgeleid tot BHV-er. Jaarlijks worden herhalingscursussen gevolgd. In samenwerking met de participanten van Cultuurcentrum vanBeresteyn zijn er gezamenlijke oefeningen. Doelstelling is om het aantal BHV-ers op peil te houden en de samenwerking met Cultuurcentrum vanBeresteyn te verbeteren. Personeel en organisatie Het Veenkoloniaal Museum heeft een stichtingsbestuur en een Raad van Advies. De orga-
van de vrijwilligers en door het gemis van een middenkader kan het gebrek aan communicatie wel eens tot misverstanden leiden. De directeur is daarom een weblog gestart om de communicatie te bevorderen. Sinds 1992 is het vaste personeelsbestand afgenomen onder meer door het wegvallen van gesubsidieerde banen. Zo heeft het museum geen vaste educatief medewerker, geen archeoloog en ook geen PRmedewerker meer in dienst. Daarnaast is in 2004, na pensionering van de medewerker
huishoudelijke dienst, deze functie niet meer ingevuld. De functies zijn overgenomen door de overgebleven 3,5 fte. en twee inleenkrachten. Voor zover mogelijk wordt gedelegeerd naar vrijwilligers. In 2011 nemen we afscheid van een van de twee inleenkrachten. Ook zal het schoonmaakcontract dat we samen met cultuurcentrum vanBeresteyn hadden, worden opgezegd in verband met de gemeentelijke bezuinigingen. Invulling is gezien de financiële situatie niet mogelijk. Het werk zal door het vrijwilligersteam moeten worden overgenomen. Het gebrek aan voldoende professionele vaste medewerkers staat een goede en gezonde bedrijfsvoering op den lange duur in de weg. Het personeelsbestand dient te groeien. Willen we onze doelstellingen halen dan zou aanvulling met een educatief medewerker en een pr-medewerker uitkomst bieden niet alleen voor de komende cultuurperiode maar ook daarna. De activiteiten nemen dan toe, hetgeen meehelpt de regio meer te laten bruizen. We hadden verwacht educatieve ondersteuning van het Museumhuis te krijgen, maar daar moeten we ook voor betalen, dus dat schiet niet op. Dus liever de kennis in huis halen of uitwisseling van medewerkers bevorderen. Men moet beseffen dat er bovendien steeds meer van musea wordt verwacht aan medewerking en aan output. Als personeelsuitbreiding niet mogelijk zou zijn dan heeft dit consequenties: bedrijfsvoering ~ pagina 24
-De staf zal tijdens de komende beleidsperiode bewuste keuzes moeten maken om de kerntaken uit te kunnen voeren zonder de kwaliteit teniet te doen. -Er zal kritisch gekeken worden naar externe projecten die de staf te zwaar belasten en/of waar geen financiële compensatie tegenover staat. We hebben daartoe een ideebeoordelingsdocument door de Hanze Hogeschool laten opstellen om daar niet alleen een verzoek voor een interne expositie aan te kunnen toetsen maar die we ook kunnen gebruiken bij het al dan niet meedoen aan projecten die door derden zijn geïnitieerd. -Educatieve taken, een museale kerntaak, kunnen niet voortdurend worden uitgevoerd omdat de staf, naast de dagelijkse bedrijfsmatige taken, bezig is met de voorbereiding van spraakmakende exposities. -Stagiaires kunnen niet meer worden opgeleid en begeleid, ook niet de slechts 6 uur durende maatschappelijke stages. -We kunnen geen opvangplek meer zijn voor mensen met een rugzakje. Toch blijft het doel om een boeiend en aansprekend museum te zijn, overeind staan. Steun van de vele vrijwilligers is daarbij onontbeerlijk. Bovendien willen we proberen de functie van registrator via een gesubsidieerde baan te behouden. Samenwerking Het Veenkoloniaal Museum probeert op velerlei manieren bij te dragen aan het versterken van de culturele identiteit van (Oost) Groningen. Het museum zoekt daarbij samenwerking met diverse
Voornemens in het kort • Uitbreiding met een educatief en een pr-medewerker: van 3½ naar 5½ fte. • Handhaven vrijwilligersbestand op ongeveer 120 personen • Proberen de functie van registrator te behouden • Het voeren van een goed en sociaal vrijwilligersbeleid om vrijwilligers aan ons te binden • Kritisch kijken naar nieuwe projecten waarvan door derden onze medewerking wordt gevraagd • Prioriteiten leggen bij doelstellingen van het museum. • Waar nodig het aanpassen van ter beschikking staande arbeidstijd en inzet • Financiële compensatie vragen bij inhuren museum-expertise door derden
toeristische en culturele instanties. Zo is een intensieve samenwerking tot stand gekomen met het Kapiteinshuis in Nieuwe Pekela, niet alleen op gebied van collectie-uitwisseling, ook door detachering van de conservator voor een bepaald aantal uren. Hij zorgt voor registratie van de collectie met behulp van het Adlib - registratieprogramma dat door ons is aangeschaft. De realisatie van Cultuurcentrum van Beresteyn heeft de culturele identiteit van de regio vergroot. Er is een kwalitatief hoogwaardig cultuurkwartet ontstaan aangevuld met de VVV, de Stichting Beeldende Kunst (artotheek) en de Openbare Bibliotheek Daarnaast worden er door alle participanten gezamenlijk op landelijke activiteiten, zoals de Kinderboekenweek, ingespeeld evenals op de hernieuwde belangstelling voor Cultuureducatie en staan we gezamenlijk op cultuurmarkten. Naast incidentele samenwerkingsverbanden met diverse musea in binnen-, maar ook buitenland, blijft het Veenkoloniaal Museum participeren in de overleggen van de Grommo
(Groninger Maritieme Musea Overleg), het Museumhuis te Groningen en de Nederlandse Museumvereniging. In samenwerking met de Provinciaal Archeoloog verricht de werkgroep prehistorie veldverkenningen die specifieke kennis vereisen. Door geleidelijke invoering van de wet van Malta hebben amateur-archeologen weinig mogelijkheden meer hun specifieke kennis aan te wenden inzake onderzoek voor het bouwrijp maken van percelen, daarbij denkend aan de vrijwilligers van de werkgroep prehistorie. De expertise van de werkgroep betreffende de veenkoloniale bodem staat op een bijzonder hoog peil; de onderzoeksrapporten worden alom geprezen. Daarom krijgt de werkgroep af en toe nog gerichte opdrachten. Dit zullen we koesteren. Het museum kent navolgende samenwerkingsverbanden; • Kapiteinshuis, Nieuwe Pekela • Streekhistorisch Centrum, Stadskanaal • Participanten Cultuurcentrum vanBeresteyn, Veendam bedrijfsvoering ~ pagina 25
• Heemtuin, Muntendam • Museumhuis, Groningen • Groninger Archieven, Groningen • GAVA, (beeldarchief) Groningen • Drents Archief, Assen (beeldbank) • Maritiem Museum, Rotterdam (Maritiem Digitaal) • Scholengemeenschap Winkler Prins, Veendam • OBS De Linde, Nieuwe Pekela • St. Sicco Mansholt, Scheemda • St. Collectie ter Borg, Borgercompagnie • KVHS, Aurich • VHS, Leer • Deutsches Sielhafenmuseum, Carolinensiel • Schiffahrtmuseum, Flensburg • Heimatmuseum, Leer • Mencendorfa nams, Riga • Museum of Foreign Art, Riga • Riga Skolenu pils, Riga Genoemd zijn alleen de regelmatige samenwerkingsverban-
den in het kader van exposities, bezuinigingsrondes (van de gemeente), stijgende vaste lasten, beeldbank en educatie. terugloop van bedrijfssponsoFinanciën ren en donateurs, het museum financieel alleen maar interen. De financiële positie van het Aan de exposities of projecten museum is en blijft zorgelijk. ligt het niet, want die krijgen Ook in vorige beleidsplannen tot nu toe volledige externe is hier nadrukkelijk de zorg financiële dekking. over uitgesproken. ToeneHet aantal bedrijfssponsoren is mende vaste lasten blijven als een molensteen op de begrovooral teruggelopen omdat een ting van het museum drukken. aantal bedrijven, bijvoorbeeld Jaarlijks wordt bijvoorbeeld de in de kartonindustrie haar hoofdkantoren heeft verplaatst huur verhoogd. naar de Randstad en men in Van de gemeentelijke subsidie tegenstelling tot voorheen, in 2009 ad € 110.000 vloeit veel minder binding heeft € 31.000 terug aan huur. met de regio. Ook de aardapEnergiekosten bedragen pelzetmeelindustrie heeft de € 33.000. Het hebben van 120 broekriem aangetrokken en het vrijwilligers betekent ook 120 verjaardagen, een groot aantal hoofdkantoor verplaatst. reiskosten, 120 kerstpakketten, Het is van belang dat wordt een jaarlijks uitje, gratis koffie gezorgd voor binding met de regio en dat kan door het veren thee, etc. haal van de veenkoloniën uit Dat is het minste wat aan te dragen. Nieuwe contacten waardering gedaan kan worzullen moeten worden gelegd den. Eigenlijk zien we vanaf met andersoortige bedrijven een paar jaar na de opening van het museum op de huidige en daar een relatie mee onderhouden. locatie (in 1992) door inflatie,
do
N rfa
a ms
te Riga
M en
ce
n
De expositie Cornelis Dopper in de Letse hoofdstad Riga werd geopend door ambassadeur Jurrian Kraak
bedrijfsvoering ~ pagina 26
De toenemende kosten hebben verstrekkende gevolgen voor de bedrijfsvoering, ook in personele zin. Zo zijn zoals gezegd vanaf eind jaren negentig al enkele arbeidsplaatsen niet meer ingevuld omdat er simpelweg de financiële ruimte niet meer voor te vinden was. Tijdens de komende beleidsperiode zullen, als de gemeentelijke bezuinigingen doorgaan, zoals eerder gezegd ook verschillende inleenkrachten zoals de schoonmakers en een baliepersoneelslid moeten afvloeien. Dat zou zonde zijn, want er zit veel potentie in het Veenkoloniaal Museum. Daarom zou de aanstelling van een educatief medewerker en een pr-medewerker ervoor kunnen zorgen dat het museum van servet naar tafellaken kan overstappen. Het museum is er
klaar voor. Desalniettemin heeft het museum dankzij het enthousiasme van de overgebleven vaste staf en de vele vrijwilligers haar doelstellingen van vorige beleidsplannen merendeels kunnen realiseren, maar zoals eerder gezegd wordt de overgebleven vaste staf steeds zwaarder belast terwijl de buitenwereld steeds meer van musea verwacht. Termen als musea met ambitie, zijn mooi en bekken goed, maar ambitie kan men alleen waarmaken als de financiële middelen er zijn. De laatste jaren is er een wildgroei ontstaan in themaweken, jaren van, themamaanden en themaweekeinden. Door de organisatoren wordt vaak verwacht dat de musea dan gratis hun poorten openen. Het aantal niet betalende
bezoekers is mede daardoor de laatste jaren behoorlijk toegenomen. Het museum wil de komende periode het aantal gratis bezoekers verder terugdringen en de activiteiten kritisch onder de loep nemen. Wel blijft het museum participeren in de Stadjerspas die korting geeft aan bezoekers uit de stad Groningen en de Museumkaart en de Cultuurkaart, voorheen CJP, waarvoor het museum overigens wel een vergoeding krijgt. Ook wordt van musea steeds vaker verwacht dat ze meedoen aan door derden ontwikkelde plannen, waarbij het voorkomt dat we in een projectplan zijn opgenomen zonder dat we het weten of dat er enig vooroverleg is geweest.
bedrijfsvoering ~ pagina 27
Dit lijkt ons geen juiste weg en we zullen, bij gelijkblijvende personele bezetting, de komende beleidsperiode zeer kritisch naar dit soort projecten kijken en ze tegen het licht houden temeer omdat ze een
extra werkbelasting vormen en vaak niet de beoogde extra bezoekers opleveren die voorgeschoteld worden. Ook zal het museum met een rechtvaardige financiële compensatie aankomen, als er van ons
verwacht wordt dat we ons met mankracht en materiaal gaan inzetten. Het museum heeft geen financiële ruimte om in projecten van derden te investeren.
Voornemens in het kort • Verhoging van de subsidie voor een pr- en een educatief medewerker om de regio beter op de kaart te zetten • Waar mogelijk terugdringen van de beïnvloedbare lasten • Het in samenwerking met cultuurcentrum vanBeresteyn investeren in de aanleg van zonnepanelen op het gebouw om zo met de energie een deel van de vaste lasten in de toekomst terug te dringen • Waar mogelijk opzetten van low-budget tentoonstellingen • Doorgaan met zoeken naar sponsoren van exposities • Vermarkten museumruimtes zoals Veenlustbioscoop en Sluiskade • Uitwerken deelprojecten om restauraties te bekostigen van de collectie naar voorbeeld van het eerdere project uw naam als be(legger) • Te financieren doelen via de website en via facebook aan de man brengen • Budgetneutraal blijven houden van museumschip Familietrouw middels redercedullen en verhuur • Het actief op zoek gaan naar nieuwe bedrijfssponsoren • Het donateursbestand op het bestaande peil houden en zo mogelijk vergroten • Het scheppen van een gunstig klimaat voor het legateren aan het museum als goed doel instelling • Het continue blijven streven naar 20.000 bezoekers of meer per jaar • Het terugdringen van het grote aantal gratis bezoekers • Het verhogen van de inkomsten via arrangementen • Het verhogen van de inkomsten uit de museumwinkel • Daar waar mogelijk Europese subsidies aanvragen
in
s t el li
n g S i cc o m a n s h
olt
in
Le
open
te
on n to
er
g
expositie ‘100 jaar Sicco Mansholt’ in Schloss Evenburg te Leer
bedrijfsvoering ~ pagina 28
Beleidsplan 2011-2016 Veenkoloniaal Museum Museumplein 5 9641 AD Veendam telefoon 0598 364224 email
[email protected] www.veenkoloniaalmuseum.nl P.J.E. Maters & H.A. Hachmer, Veendam, december 2010 Bijgevoegd: meerjarenbegroting
vormgeving: Erik van der Wal De uitgave van dit beleidsplan is mogelijk gemaakt door drukkerij Reinier van der Kooi te Veendam www.vanderkooi.nl