BladSpiegel No 3
●
SEPTEMBER 2012
●
U I TG AV E VO O R V R I E N D E N VA N H E T
WWW.PERSMUSEUM.NL
Arabisch verzet
IN STRIP EN CARTOON
PAGINA 2
Etty Hillesum
Buizenpost
KEEK UIT OVER MUSEUMPLEIN
HUISORGAAN VAN DE TELEGRAAF
PAGINA 3
PAGINA 4
Tóch subsidie Persmuseum DOOR BERT STEINMETZ
Het Persmuseum kan doorgaan! Demissionair staatssecretaris Halbe Zijlstra (Cultuur, VVD) maakte op Prinsjesdag bekend dat hij in zijn begroting de komende vier jaar voor het Persmuseum 317.000 euro per jaar zal vrijmaken.
FOTO: BERT STEINMETZ
Pers-Museumplein Arabische Lente in onze nieuwe tijdelijke vestiging Nét voordat op zaterdag 22 september het vernieuwde Stedelijk Museum officieel zijn deuren opent, begint in de tijdelijke vestiging van het Persmuseum daar tegenover een bijzondere, actuele expositie van politieke tekeningen en strips uit de Arabische wereld die een belangrijke rol spelen bij de opstanden in die landen en de steeds grimmiger wordende Arabische Lente. ‘Chouf! Qra!’ (‘Kijk! Lees!’) heet de tentoonstelling waarmee vrijdag 21 september het Pop-up Press Museum aan het Museumplein feestelijk in gebruik wordt genomen. Deze expositieruimte én deze tentoonstelling worden dan geopend door Pieter Broertjes,
voorzitter van het bestuur van het Persmuseum, voormalig hoofdredacteur van de Volkskrant en tegenwoordig burgemeester van Hilversum. Stripexpert Joost Pollmann, die de expositie ook heeft samengesteld, leidt de tentoonstelling in. Hij is tevens auteur van het gelijknamige boek dat de situatie en de voorgeschiedenis van de Arabische tekenaars van strips en politiek prenten belicht. Deze opmerkelijke verzameling tekeningen uit de Arabische wereld blijft tot Oudejaarsdag te zien in het Pop-up Press Museum, Gabriël Metsustraat 2-6 in Amsterdam. Meer over deze expositie: zie pagina 2
“De toegekende subsidie is wel een stuk lager dan gevraagd en noodzakelijk” Hij volgt daarmee het advies van de Raad voor Cultuur. Die deelde op 13 augustus mee dat de nieuwe subsidieaanvraag van het Persmuseum wél wordt gehonoreerd. In mei had de Raad nog negatief geadviseerd, maar het Persmuseum kreeg wel de gelegenheid voor 16 juli een nieuwe aanvraag in te dienen. Die is volgens de Raad op veel punten een stuk beter. De toegekende subsidie is wel een stuk lager dan gevraagd en noodzakelijk. Er komt jaarlijks 44.000 euro minder binnen. Volgens directeur Angelie Sens is het Persmuseum hierdoor gedwongen om te snijden in de personeelskosten. Er kunnen minder personeelsuren worden betaald en de ontsluiting van het archief wordt verminderd. Aan de andere kant moet het Persmuseum ervoor zorgen dat het meer geld binnenkrijgt door fondsenwerving. Het algemeen bestuur heeft daarvoor een plan van aanpak gemaakt, dat aansluit bij de aanbevelingen van de Raad voor Cultuur. De bestuursleden zijn actief betrokken bij de onderdelen van dat plan.
2 BladSpiegel
Arabisch verzet in strip en cartoon Met een bijzondere en actuele tentoonstelling opent Pop-up Press Museum, de voorpost van het Persmuseum aan het Museumplein. DOOR BERT STEINMETZ
A
rabische landen geen beeldcultuur? De islam verbiedt het afbeelden van personen? Vergeet het maar. Het taboe op geschilderde en gebeeldhouwde mensen geldt alleen in en om de moskee. Daarbuiten wordt er getekend dat het een lieve lust is. En dat al eeuwenlang. De grote traditie van stripverhalen heeft zelfs een belangrijke rol gespeeld in de Arabische Lente, het brede en soms hardnekkige volksverzet dat in tal van landen heeft geleid tot het – goedschiks of kwaadschiks – verdrijven van tirannieke leiders. Al te gemakkelijk is de afgelopen tijd de omvang van het verzet toegeschreven aan de macht van de sociale media; met Facebook en Twitter is het simpel snel heel veel geestverwanten te mobiliseren. Dat geldt zeker voor een intellectuele bovenlaag in de steden, maar bijvoorbeeld in Egypte is nog zeventig procent van de bevolking analfabeet. En juist onder deze burgers zijn de stripverhalen mateloos populair. Egypte en Marokko Joost Pollmann, de samensteller van de expositie van Arabische politieke prenten
Tekening van de gevluchte Irakees Kifah al Reefi die nu in Amsterdam woont.
Vanwege deze cartoon zijn Ali Ferzat zijn vingers gebroken.
en strips ‘Chouf! Qra!’ (‘Kijk! Lees!’), vertelt in het gelijknamige boek hoe de levendige cartooncultuur in Egypte eeuwenoud is. Al in 1877 verscheen een satirisch tijdschrift dat zo vrijpostig en succesvol was dat de machthebbers het snel verboden. Bladen met satirische tekeningen bleven ook in de jaren twintig van de vorige eeuw verschijnen in Egypte en werden in heel de Arabische wereld verspreid. De tekenaar Alexander Saroukhan publiceerde tijdens zijn leven maar liefst 20.000 prenten. Vijftig kilometer ten zuiden van Caïro staat het enige karikatuurmuseum in de hele Arabische wereld, het Fayoum Arts Center. Volgens oprichter Mohamed Abla houden de Egyptenaren zeer van deze vorm van satire. In Marokko is het een stuk droeviger gesteld. Daar bestaat nauwelijks een stripgeschiedenis. Ook onder de huidige, als verlicht beschouwde koning Mohamed VI kon het nog gebeuren dat de politiek tekenaar Khalid Gueddar in 2009 tot drie jaar voorwaardelijk werd veroordeeld wegens een de koning onwelgevallige prent – die nu ook op deze tentoonstelling hangt. Opmerkelijk is het zich duidelijk manifesteren van vrouwelijke tekenaars in de Arabische wereld. Libanon is daarbij de koploper, maar een van de bekendste is de Tunesische Gihèn ben Mahmoud, die met haar tekeningen van strijdlustige vrouwen op de expositie te zien is. Om haar werk in vrijheid te kunnen maken, moest ze Tunesië wel verlaten; zij woont nu in Milaan.
Een andere belangrijke tekenares wier werk nu aan het Musemplein hangt, is de Libanese Zeina Abirached. Ook zij is haar land ontvlucht en, evenals haar Iraanse collega Marjane Satrapi, in Parijs neergestreken. Syrië De meest opvallende gevluchte politiek tekenaar is de Irakees Kifah al Reefi. Al in 1991 ontvluchtte hij zijn land, omdat Saddam Hoessein hem onder druk zette. Op zijn vluchtadres in Jordanië wist de Iraakse geheime dienst hem echter ook te vinden. Nu woont hij alweer zeventien jaar in grote anonimiteit op een flat in Nieuwendam, Amsterdam-Noord. Maar zijn tekeningen bleven verschijnen in bladen in Irak, Koeweit en Jordanië. Het gruwelijkste lot trof de Syrische tekenaar Ali Ferzat, die al in 2001 een reuze populair satirisch blad uitgaf, dat na zes jaar door de machthebbers werd verboden. De geheime politie van Assad viel hem in augustus vorig jaar aan, brak zijn vingers en liet hem bloedend achter langs de weg. Duidelijker kan een regime niet zijn: wie een tekenaar tot zwijgen wil brengen, breekt zijn vingers. Maar daarop komt nu een antwoord dat tot voor kort niet mogelijk was. Op Facebook, jawel, verscheen prompt de pagina ‘We are all Ali Ferzat’, vol prenten over gebroken vingers en foute dictators. Ook deze moedige tekenaar is te zien op de prachtige expositie ‘Chouf! Qra!’ aan het Museumplein.
BladSpiegel 3
Etty Hillesum keek uit over Museumplein Etty Hillesum woonde op het adres Gabriël Metsustraat 6, nu onderdeel van de tijdelijke expositieruimte van het Persmuseum. Aan de voorgevel hangt een plaquette die herinnert aan deze Joodse schrijfster die met haar dagboeken wereldberoemd werd. Zij schreef ze in de bovenkamer, met uitzicht op het Museumplein. DOOR MARCELLA VAN DER WEG
H
illesum (Middelburg, 1914) groeit op in een druk gezin met talentvolle kinderen. In 1932 komt zij naar Amsterdam om Rechten en Slavische talen te gaan studeren aan de Gemeente Universiteit. Ze leidt een vrij wild studentenleven en verkeert aanvankelijk in linkse, antifascistische studentenkringen. Na wat omzwervingen betrekt ze in maart 1937 de kamer op nummer 6. Drie jaar later, een paar uur voordat Nederland capituleert voor nazi-Duitsland, ziet zij vanuit haar raam haar hoogleraar criminologie W.A. Bonger over het Museumplein lopen. Zonder jas stuift ze naar buiten en vraagt hem of hij gelooft dat de democratie zal winnen. Bonger denkt van wel, “maar het zal ten koste gaan van enige generaties.” Kort na de capitulatie pleegt Bonger zelfmoord en ook Hillesum is niet veel tijd meer gegund. Het huis en zijn inwoners zijn haar inmiddels zeer dierbaar geworden; ze heeft er
De plaquette op de voorgevel van het Persmuseum aan de Gabriël Metsustraat
onder meer gezelschap van haar huisbaas, de weduwnaar Han Wegerif met wie ze een verhouding krijgt, de Duitse huishoudster Käthe en de chemiestudent Bernard Meylink. Dankzij die laatste komt zij in 1941 als ‘object’ in contact met de uit Duitsland gevluchte psychochiroloog Julius Spier. Hij wordt bepalend voor haar verdere geestelijke ontwikkeling. De man met de “ongelofelijk verstandige, stokoude, grauwe ogen” brengt haar in contact met de Bijbel en raadt haar aan een dagboek te beginnen om orde te scheppen in haar “innerlijke chaos” en op zoek te gaan naar zichzelf. Strijd en levenslust Terwijl de bezetter de beperkende maatregelen voor joden opvoert, levert Hillesum een innerlijke strijd. In haar dagboeken probeert zij haar individuele gevoelens te vertalen naar een soort liefde voor de mensheid in het algemeen. Helemaal vanzelf gaat dat “rollen uit Gods hand” niet. Zo schrijft ze dat het moeilijk is om “met God en met je onderlichaam op gelijkelijk goeie voet te staan,” en ze kan het niet altijd laten stevig op de Duitsers te schelden. Soms ook is zij treurig en “heel moe” van het leven dat steeds moeilijker wordt, maar telkens overwint haar levenslust en merkt Etty dat ze geestelijk steeds sterker wordt. Vrienden uit haar studententijd verbazen zich over haar spirituele ontwikkeling, zo noteert Klaas Smelink in ‘Etty, De nagelaten geschriften van Etty Hillesum 1941-1943’.
In haar laatste levensjaar schrijft Hillesum dat zij zich graag warm en veilig voelt, “maar [ik] zal ook niet opstandig worden als ik de kou inga, als het dan maar aan Uw hand is. (…) Ik zal proberen niet bang te zijn. Ik zal proberen iets van de liefde, van een echte mensenliefde, die er in me is, uit te stralen, waar ik ook ben.” Op 6 juni 1943 moet zij definitief verhuizen naar kamp Westerbork. Haar dagboeken geeft ze aan een vriendin die verderop in de Gabriël Metsustraat woont, met de bedoeling dat ze worden uitgegeven. Dat gebeurt pas in 1981 onder de titel ‘Het verstoorde leven’. Etty Hillesum komt op 30 november 1943 om in Auschwitz.
Fondswerving In drie weken tijd heeft het Persmuseum 3.815 euro binnengehaald voor zijn project ‘Chouf! Qra!’, de eerste tentoonstelling op het Museumplein te Amsterdam. Dat is 315 euro meer dan het streefbedrag van 3.500 euro, dus een opbrengst van 109%. Via www.voordekunst.nl gaven 64 donateurs gemiddeld een bedrag van bijna 60 euro per persoon. Vrienden, donateurs en andere gulle gevers: bedankt! Angelie Sens, directeur
4 BladSpiegel
Buizenpost, huisorgaan van De Telegraaf DOOR JAN VAN SCHAGEN
In de goede oude tijd werd er van je verwacht dat je, als je van school kwam zo snel mogelijk bij een baas aan de slag ging. Ik was kind uit een groot gezin; kostgeld was niet alleen welkom maar ook noodzakelijk om broertjes en zusjes mede te onderhouden. Aanvankelijk wilde ik etaleur worden, maar toen dat niet lukte kwam de typografie in beeld. Het toenmalig begrip grafische kunsten had een imago van creativiteit. Dat je er erg vieze handen en een pikzwarte stofjas aan over hield werd er niet bij verteld. Ook niet dat je de hele dag achter de letterkast moest staan om van losse loden of houten letters, plus massa’s koperen lijntjes en het ‘wit’ alle mogelijke zetsels te maken voor familiedrukwerk, zoals geboorte-, trouwen rouwkaarten, briefpapier, formulieren, aanplakbiljetten en alles wat er nog meer op de befaamde Heidelberger- of snelpersen gedrukt kon worden. Slechts een doodenkele keer mocht ik creatief zijn en als je dan een compliment van de klant kreeg teerde je daar weken op. Na een aantal jaren bij verschillende handelsdrukkerijen op de loonlijst te hebben gestaan, belandde ik bij dagblad De Telegraaf als dagbladopmaker. Binnen de grafische wereld had het rauwe krantenmetier geen beste naam, om over artisticiteit maar te zwijgen. Bovendien moest ik nachtdiensten draaien. Mijn filosofie was: als het me niet bevalt ben ik zo weer weg. Uiteindelijk heb ik er 36 jaar met veel plezier gewerkt. Op de Nieuwezijds Voorburgwal in hartje centrum, het onstuimig kloppend hart van Amsterdam, voelde ik mij als Mokums ‘straatschoffie’ meer dan op mijn plek. Twee werelden Opmaakredacteur versus zetter: twee werelden op zich. Toch beseften beiden dat de pagina’s op tijd van het steen moesten. Bezorgers in Maastricht, Groningen en Middelburg moesten erop kunnen rekenen dat zij hun kranten voor zonsopgang ontvingen, zodat tante Mien uiterlijk om zeven uur in de ochtend – kop thee en boterhammetje
bij de hand – kon smullen van de smeuïge bijdragen van Henk van der Meijden (Privé) en Thomas Lepeltak (Stan Huygens). Ook Jacques Gans had een trouwe schare bewonderende lezers, en het begrip feuilleton bestond nog. Op zeker moment werd mij gevraagd of ik de technische productie van het personeelsblad De Buizenpost op mij wilde nemen. Dat was eigenlijk een kindje van technisch directeur Maarten Borrius Broek. Broek maakte er geen geheim van dat hij meer op had met zijn werknemers op de zetterij en drukkerij dan met de losbollen van de redactie die om de haverklap naar café Scheltema holden voor een ‘werkbespreking’. Als vazal van ‘Bor’ liep ik bij de redactie dus aanvankelijk tegen een muur van wantrouwen op. Ik heb er hard voor moeten werken om die muur te slechten, maar uiteindelijk kreeg ik waardering en vriendschap van zowel de mannen in de papierkelder als van de holdingdirectie. Naast de productie van Buizenpost groeide ook het aantal redactionele bijdragen van mijn hand. Uiteindelijk nam ik het stokje helemaal over van E. Jan Stoffels. Hij was degene die mij leerde dat het Nederlands als een liedeke kan klinken en dat we al dat buitenlands niet nodig hebben om ons perfect uit te drukken.
Persmuseum Het Persmuseum kwam in beeld toen Mariëtte Wolf de huidige locatie aan de Zeeburgerkade opstartte. Uiteraard werd – naast de andere kwaliteitskranten – ook De Telegraaf benaderd om te sponsoren. Zo kwam zij in contact met Ad Swartjes. Hij zat inmiddels in de holdingdirectie en was tevens mijn ‘baas’ binnen de Buizenpostredactie. Swartjes kon nauwelijks verhullen dat hij zeer onder de indruk was van de charmante Wolf. En zo geschiedde het dat ik bevel kreeg om mij bij haar te melden om voor het personeelsblad een verhaal over dit museum te maken. Ik kreeg een rondleiding door de indrukwekkende archieven van het IISG en de toen nog betonnen bunker waar ooit de tentoonstellingsruimte ingericht zou worden. Toen mijn vervroegde uittreding in beeld kwam en ik op zoek ging naar andere bezigheden heb ik weer contact gezocht met het Persmuseum in de persoon van Angelie Sens. Sindsdien reis ik een dag per week naar Amsterdam om alle mogelijke handen spandiensten te verrichten. Net als alle medewerkers en betrokkenen hoop en reken ik er op dat we samen nog jarenlang mogen doorgaan met het verzamelen, bewaren en tentoonstellen van wat in wezen oud papier is.
BladSpiegel 5
MuseumNacht Tentoonstelling Peter van in Straaten en Jo Spier verlengd 3hetnovember Pop-up Press Museum aan de Metsustraat
Zet vast in uw agenda: op zaterdag 3 november is het weer MusumNacht. In verband met onze tentoonstelling Chouf! Qra! wordt de N8 in het Persmuseum er een in Arabische sferen. Het belooft een interessante avond te worden in het pop-up museum aan de Metsustraat, met een lezing van fotograaf Geert van Kesteren over de Arabische Lente, een gesproken column van de Marokkaanse Raja Felgata, zandtekenaar Gerrie Hondius met een speciale voorstelling en natuurlijk lekkere Arabische hapjes, drankjes en muziek.
Holthausen Heeft u het bezoeken van de tentoonstelling Virtuoze tekenaars van het Nederlandse Leven tot het allerlaatst uitgesteld? Dan kunt u nu opgelucht ademhalen want de tentoonstelling wordt flink verlengd! U kunt deze interessante én hilarische expositie nog bezoeken tot 27 januari 2013!
In BladSpiegel 2 stond door een tikfout de naam van voormalig sportverslaggever Joop Holthausen verkeerd gespeld. We wisten het wel: Holthausen, met een H en niet met een J. Ons excuus aan de auteur.
KORTING IN DE WEBSHOP! Sinds kort heeft het Persmuseum een eigen webshop, waarin onder andere prints van politieke tekeningen te bestellen zijn. Verder zijn er leuke hebbedingen bij onze tentoonstellingen, zoals nu Peter van Straaten-tafelkleden en -kalenders en alle boeken uit onze winkel. Vrienden van het Persmuseum krijgen in de webshop korting op prints on demands en eigen uitgaven van het Persmuseum. De kortingscode krijgt u thuisgestuurd. Neem snel een kijkje op www.persmuseum.nl.
Tafelkleed Peter van Straaten Poster Eppo Doeve
Burkababes Peter de Wit
BEZOEKERSINFORMATIE PERSMUSEUM
TOEGANGSPRIJZEN PERSMUSEUM
Zeeburgerkade 10, 1019 HA Amsterdam T 020-692 88 10 F 020-468 05 05 E
[email protected] W www.persmuseum.nl
Volwassenen 13 - 18 jaar, 65+ Groepen vanaf 10 personen Stadspas Cultuurkaart / CJP Studenten met collegekaart 0 - 12 jaar, Museumkaart ICOM, Vrienden
OPENINGSTIJDEN PERSMUSEUM Dinsdag – vrijdag 10.00 –17.00 uur Zondag12.00 –17.00 uur Het museum is gesloten op zaterdag, maandag en op feestdagen.
ONDERWIJS € 4,50 € 3,25 € 2,50 € 2,75 € 2,25 gratis
RONDLEIDINGEN vanaf € 45,-
Basisonderwijs € 55,00 per groep, incl. lesmateriaal Voortgezet onderwijs afhankelijk van educatief programma (zie www.persmuseum.nl)
TOEGANKELIJKHEID Het Persmuseum is goed toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Het museum beschikt over een aangepast toilet en de expositieruimte bevindt zich op 0-niveau.
COLOFON BladSpiegel is als elektronische krant de voortzetting van PersmuseumNieuws. Een uitgave van het Persmuseum, die mede wordt mogelijk gemaakt door de Stichting Vrienden van het Persmuseum. Redactie: Paul Arnoldussen, Sjoukje Posthuma, Henk Schaaf, Bert Steinmetz, Marcella van der Weg Vormgeving: Bildermann.nl Redactieadres: Persmuseum Zeeburgerkade 10 1019 HA Amsterdam T 020-6928810
[email protected]
ROUTEBESCHRIJVING: PERSMUSEUM ZEEBURGERKADE
ROUTEBESCHRIJVING: POP-UP PRESS MUSEUM
Zeeburgerkade 10
Metsustraat 2-6 (aan het Museumplein)
BUS
TRAM
Beste verbinding: Bus 48: Vanaf Centraal Station richting Borneo Eiland, halte Cruquiusweg Bus 65: Vanaf Station Zuid via Amstel Station, richting KNSM-eiland, halte Cruquiusweg (ieder kwartier).
Lijn 16 of 24, vanaf CS, uitstappen bij Concertgebouw, van Baerlestraat oversteken Lijn 12 vanaf Amstelstation, uitstappen bij Concertgebouw, idem Lijn 5 vanaf Station Zuid, uitstappen bij Concertgebouw, idem
BUS TRAM Tram 14 naar het Javaplein (5 minuten lopen), tram 10 naar de Van Eesterenlaan (5 minuten lopen) of tram 7 naar de Molukkenstraat (10 minuten lopen).
AUTO Vanaf de rondweg (A10) afslag Zeeburg (S114). De borden Zeeburg volgen. Voor de Piet Heintunnel linksaf, richting Indische Buurt. Bij de eerste stoplichten na de brug rechtsaf. Vervolgens de tweede rechts. Bij de rotonde de tweede afslag nemen (= doodlopend) om op de Zeeburgerkade te komen. Deze geheel uitrijden (ca. 400 m.), aan het einde bevindt zich het Persmuseum.
WORD VRIEND VAN HET PERSMUSEUM! EN STEUN DE AANDACHT VOOR PERSVRIJHEID, VRIJHEID VAN MENINGSUITING EN HET BEHOUD VAN HET JOURNALISTIEK ERFGOED
Vanaf CS: Bus 170, uitstappen halte Museumplein
AUTO Vanaf de snelweg (A10) neemt u afslag S108 en gaat u onderaan de afslag rechtsaf de Amstelveenseweg op. Bij het Stadionplein met de bocht naar rechts en dan bij de stoplichten linksaf. Bij de rotonde bij het Haarlemmermeerstation de 2de rechtsaf, de Cornelis Krusemanstraat in. Deze straat gaat over in de Lairessestraat. Deze straat uitrijden tot aan het Museumplein, waar het museum aan gelegen is. Parkeren is mogelijk in de parkeergarage naast de Albert Heijn op Museumplein.
De Stichting Vrienden van het Persmuseum stelt zich ten doel de bloei en de naamsbekendheid van het Persmuseum te bevorderen en extra inkomsten te verwerven ten behoeve van collectieaankopen en activiteiten.
Voor minimaal € 50,- per jaar krijgt u tevens: • een gratis publicatie/catalogus
U bent al Vriend met een bijdrage van minimaal € 25,00 per jaar!
U kunt ook Vriend voor het leven worden door eenmalig een bedrag van € 500,- te doneren. U geniet dan altijd van alle voordelen die een Vriend(in) van het Persmuseum heeft.
Een vriend van het Persmuseum krijgt: • gratis toegang tot het Persmuseum • 10% korting op uitgaven van het Persmuseum • uitnodigingen voor openingen en andere speciale activiteiten • 10 x per jaar het digitale blad Bladspiegel
WORD OF MAAK NU EEN VRIEND! Vul het aanvraagformulier in op www.persmuseum.nl onder het kopje ‘Vrienden’. U kunt telefonisch (020-6928810), of per e-mail (info@persmuseum. nl) het aanvraagformulier ‘Word of maak een Vriend’ opvragen.
Aan dit nummer werkten mee: Ineke Eisma, Sjoukje Posthuma, Henk Schaaf, Jan van Schagen, Angelie Sens, Bert Steinmetz, Marcella van der Weg. BladSpiegel verschijnt ca. 10 maal per jaar. Deze krant wordt per e-mail kosteloos verstrekt aan Vrienden en relaties van het Persmuseum. Vrienden die prijs stellen op een papieren editie, kunnen deze aanvragen. Bij de balie van het museum zijn ook geprinte exemplaren te verkrijgen. © Persmuseum
Een donatie is ook altijd welkom! Postbank 5761042 t.n.v. Stichting Vrienden van het Persmuseum o.v.v. ‘donatie’
Het Persmuseum is hét levendige en herkenbare landelijke centrum van de Nederlandse pers en de politieke prent, met een breed scala aan activiteiten. Het Persmuseum is uniek in Nederland. Al meer dan honderd jaar beijvert het Persmuseum zich om de geschiedenis, het heden en de toekomstige ontwikkelingen van de Nederlandse pers te documenteren, te bestuderen en toegankelijk te maken.