Vorstelijk
varen
De grachten van Aeme Stelle Redamme per Wajer Osprey 38
Last Christmas schalt uit de zes speakers en twee subwoofers van de Wajer Osprey 38. De Magere Brug schijnt achtduizend lichtjes op ons. De Amstel glinstert. Een vorstelijker kerstgevoel kunnen wij ons niet bedenken. Welkom in Amsterdam. TEKST MARCO BARNEVELD | FOTOGRAFIE RENÉ KOSTER
36
37
Het uitzicht vanaf de kronkelende grachten is meer dan koninklijk
Z
ou hij het halen? Dries Wajer duwt de joystick van de Osprey 38 zachtjes naar voren om te zien of we onder de Hilletjesbrug door kunnen varen. De brug verbindt beide kanten van de Egelantiersgracht in de Amsterdamse Jordaan. Er schijnt hier vroeger een woest aantrekkelijke juffrouw Hilletje gewoond te hebben die graag over deze brug mocht paraderen. Het is een rank bruggetje, de dame idem dito. De vergelijking was derhalve snel gemaakt en zo kreeg brug nummer 125, zoals de brug in gemeentelijke stukken ook wel heet, zijn naam. Wereldklasse op de grachten De grachtengordel van Amsterdam. Unesco Werelderfgoed sinds de zomer van 2010. En terecht. Vanaf straatniveau zijn de kronkelende grachten al schitterend, maar vanaf het water is het uitzicht meer dan koninklijk. En wat een bruggen heeft de hoofdstad van ons fraaie kikkerland. Amsterdam herbergt anno 2014 tenminste 1753 bruggen met een gewoon nummer, 89 bruggen met P-nummer en 9 met een S-nummer. De toevoeging P betekent dat de brug niet eigendom is van de gemeente maar van particulieren, of Rijkswaterstaat,
Provinciale Waterstaat of de Hoogheemraadschappen. Een S-brug wordt beheerd door de Nederlandse Spoorwegen.
Dan telt de stad ook nog tenminste 34 sluizen en zijn er minstens 2257 bruggen, viaducten of duikers zonder nummer. Er is zelfs een heuse Amsterdamse Bruggenjager genaamd Peter Korrel. Er zijn ooit nog meer bruggen geweest. Vierentachtig stuks verdwenen op plekken waar de grachten gedempt zijn. Zoals bijvoorbeeld de Muiderbrug in de Binnen Amstel over de Leprozengracht. Dit houten bruggetje, genoemd naar de stad Muiden, verdween in 1882, toen de Leprozen- en de Houtgracht gedempt werden om plaats te maken voor het huidige Waterlooplein. Kortom, bruggen zat. ‘Nee, dit gaat echt niet,’ glimlacht Dries terwijl hij de boot in zijn achteruit gooit. De Hilletjesbrug is er dus eentje waar de Wajer Osprey 38 net niet onderdoor komt. Al scheelt het werkelijk vijf centimeter. Maar goed, de Wajer Osprey
38 dus, een motorjacht van een klasse dat volgens onze Franse collega’s van het tijdschrift Neptune de Italiaanse topmerken overtreft. Wereldklasse op de grachten van een stad met wereldklasse. Beter kan niet. Van vissersdorp naar wereldstad Rond het jaar 1000 zwaait Utrecht de scepter over het gebied waar we nu varen. Toentertijd heet het moerassige, drassige stuk modder Amstelland, het gebied langs de rivier de Amstel. Amstel komt weer van het oud-Nederlandse woord Aeme Stelle, dat “waterachtig gebied” betekent. Pas in de vroege Middeleeuwen beginnen de bisschoppen van Utrecht aan uitbreiding te denken richting de zompige bende waar nu het glorieuze Amsterdam prijkt. In de elfde eeuw ontstaat zo Oudekerk aan de Amstel. Het is klam en nat en koud in ons landje. Turfvuren bieden wat warmte in die barre dagen. Dat turf verkrijg je door het veen af te graven uit de rivier en het te laten drogen. Zo ziet Amstelveen rond 1300 het licht: als veendorpje. Amstelland is in die tijd een hoogveengebied dat ongeveer één tot vijf meter boven NAP ligt. Doordat landbouwers de bovenlaag gaan bewerken, begint ook het inklinken van het veen. Het gevolg is dat het hoogveen begint te zakken tot het punt waar we nu zijn, onder de zeespiegel. In de twaalfde eeuw moet de bodem al ontwaterd worden. De grond is zo drassig dat de eerste huizen van het vissersdorp Aeme Stelle Redamme op palen staan en zo snel verzakken dat ze om de paar jaar omgegooid worden en opnieuw worden gebouwd. Uit deze kleine nederzetting groeide de grote stad die in de loop der eeuwen de hele omgeving is gaan domineren en op één bepaald moment in de tijd zelfs de wereld. Voor Pampus Met de Osprey 38 van Wajer & Wajer met zijn markante design, dynamische lijnen en carbon accenten trek je wel de aandacht in de smalle grachtjes. ‘Vijf ton? Klopt dat?’ Klinkt er vanaf de kade. Hele coffeeshops, waar onze hoofdstad tevens zo beroemd en berucht om is, lopen leeg om dit pareltje onder de luxe
Aan de overkant van het IJ op Noord schittert het Eye Film Instituut Nederland
40
41
Nederlandse motorjachten aan te gapen. ‘Vijf ton? Klopt dat nou,’ herhaalt de man bewonderend. ‘Ietsje meer,’ zegt Dries lachend terug. Schreeuwen hoeft niet. Want deze Osprey is nogal stil. ‘Een plaatje hoor. Prachtig.’ Deze ochtend stoof de Osprey vanuit het Friese Heeg over het IJsselmeer richting Amsterdam. Waar het IJ begint lacht ook het eiland Pampus ons vriendelijk toe. Pampus betekent oorspronkelijk “dikke brij”, maar deze betekenis wordt nu niet meer gebruikt in het Nederlands. Het woord is nog wel terug te vinden in een bekende uitdrukking: “voor pampus liggen”. Dat ging zo: vroeger kon je alleen bij hoog water de havens van de stad bereiken. Bij grote drukte lagen de VOCschepen hier soms rijen dik te deinen. Ze lagen voor Pampus. U gebruikt die uitdrukking waarschijnlijk voor iemand die echt niet meer op zijn benen kan staan. Nou, dat heeft daar dus ook mee te maken. Wanneer de VOC schepen na
42
De stad was vroeger al op kilometers afstand te ruiken. Dat is nu gelukkig lang verleden tijd maanden op zee eindelijk thuis kwamen liep het testosteron van de matrozen door de lange zeereis bijna over. Hun gage verdween linea recta in de kassa’s van kroegen en bordelen waarna zij platzak bij moeder de vrouw aankwamen. Als het toch niets opleverde hadden de echtgenotes liever niet dat hun mannen voor maanden op een gevaarlijke zeereis gingen. En omdat veel van de matrozen uit Amsterdam kwamen was dit nogal slechte publiciteit voor de slimme zakenlui van de Verenigde Oostindische Compagnie. Er werd besloten dat voortaan de schepen eerst drie dagen voor Pampus bleven liggen. De Compagnie zorgde
Boven: Het markante design van de Osprey 38 trekt volop aandacht in de Amsterdamse grachten.
er dan voor dat de drank en de dames aan boord kwamen zodat de bemanning hun lusten vast konden botvieren en ze zich vol konden gooien met drank totdat ze letterlijk “voor Pampus lagen”, maar wel de volgende dag mét geld in hun zak thuis kwamen. Oké. Hard varen mag niet op het IJ. En als je twee machtige Volvo D6-DP 435 pk zescilinder diesels in combinatie met IPS600-aandrijving in je boot hebt liggen, vergt dat wel enige zelfbeheersing. Van die 45 knopen hadden we op het IJsselmeer al een tijdje genoten. Maar ook met minder knopen zijn de g-krachten met gas geven in deze Osprey
goed voelbaar. Ongelooflijk eigenlijk, dat je met zo’n kleine joystick bijna 900 pk kunt aansturen. De gewichtsbesparing van ruim 300 kg, onder meer door toepassing van innovatieve materialen en een 22 procent stijver casco, zorgen ervoor dat het schip nóg fijner vaart dan de Osprey 37. En dat schip was al zo machtig om mee te varen. De havens en de handel Het is nu nog een bouwput, Amsterdam Centraal. Schijnt waanzinnig mooi te worden als het klaar is. Aan de overkant van het IJ op Noord schittert het Eye Film Instituut Nederland en verrijst Overhoeks, een complete en gevarieerde stadswijk aan het IJ. Waar nu het Centraal Station ligt, was eeuwen geleden de haven van Amsterdam. Hier mondt de Amstel uit in het IJ. De welvaart van de kleine nederzetting begint in de late middeleeuwen door de handel op de Oostzee in graan, hout en ijzer. Amsterdam wordt een Hanzestad. Het kapitaal dat met deze Oostzeevaart is verdiend, wordt weer geïnvesteerd in de scheepvaart naar landen rond de Middellandse Zee. In de Gouden Eeuw breidt de handel zich uit naar de walvisvaart en naar Oost- en West-Indië en groeit de haven van Amsterdam uit tot de belangrijkste van Europa. Met de toenemende rijkdom groeit ook de stad zelf explosief. De bevolking neemt snel toe van 30.000 zo rond 1570 tot 210.000 eind 17de eeuw. De monding van de Amstel, tussen de Dam en het IJ, is de oudste haven van Amsterdam. Langs het Damrak en de Warmoesstraat verrijzen de huizen van kooplieden die een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van de haven en de handel in Amsterdam. Voor de demping in de 19de eeuw is het Damrak volledig van water: het “rak” betekent “recht stuk vaarwater van de rivier naar de dam”. Voorbij de Dam begint het Rokin. Ook dit was vroeger water en er wordt gezegd dat het woord dan ook een verbastering is van “Rak-in”. Gezien de ligging direct aan de haven, wil iedere zichzelf respecterende handelaar hier wonen. De Warmoesstraat die grenst aan de binnenhaven is dan ook de duurste straat van Amsterdam. De grotere zeeschepen meerden aan in de haven, waarna hun handel op kleinere schepen werd overgeladen die over het Damrak naar de Dam voeren. Bij de waag die daar tot 1808 stond werden goederen zoals graan, bier, wijn, turf, kolen en specerijen gewogen om te bepalen hoeveel belasting betaald moest worden. Maar niet alleen de handel ging via het water. Eigenlijk alles en iedereen.
Tot het begin van de 19de eeuw waren er eigenlijk geen verharde straten in Europa. Over het land reisde je een stuk minder veilig dan over het water. Dat was goed te merken in een waterstad als Amsterdam. “Het grimmelt daar van alderly kleyn vaartuygh”, zei men ook wel over de stad. Rond 1550 waren er overal in de stad vaste vertrekplekken ontstaan. En de vertrektijden lagen ook min of meer vast. Die informatie verscheen op losse blaadjes. Slimme varende ondernemers zetten daar tevens de data van jaarmarkten, veemarkten en meer van dat soort info bij omdat dit mensen soms over de streep trok om mee te varen naar een andere stad. Zo rond 1600 ontstond op die manier de Enkhuizer Almanak, wie kent hem niet. Vanaf dag één had deze publicatie overigens niets maar dan ook niets met Enkhuizen te maken. Het werd gemaakt én gedrukt in Amsterdam. Koning te rijk Het grachtenwater was overigens zwaar vervuild door huishoudens, industrietjes
44
Boven: De Magere Brug is sfeervol gedrapeerd in kerstlichtjes.
en riolen die loosden op de grachten. Er dreven dode dieren, slachtafval en rottende groenten dus het water stonk enorm. De stad was al op kilometers afstand te ruiken. Daar heb je tegenwoordig geen last meer van. De avond is gevallen en ik zit op het achterdek van de Osprey 38. Het achterdek is via leds indirect verlicht. Dries staat aan roer. Ik voel me de koning te rijk. Kerstmuziek schalt zachtjes uit het high end-audiosysteem via drie versterkers, zes speakers en twee subwoofers. De Magere Brug nadert met haar achtduizend lichtjes. Carré heeft haar kerstverlichting ook al aan en adverteert een kerstshow met Herman van Veen. We dromen even weg tot we ruw opgeschrikt worden door een grof mondige rondvaartbootkapitein die vindt dat we in de weg liggen. ‘Opzoute mafketels, volgende keer voar ik door jullie heijn!’ klinkt het in loepzuiver Amsterdams. Ook dat is onze hoofdstad. We lachen. In een Wajer & Wajer Osprey weet je dat het de kift is als iemand even niet vriendelijk doet. Vraag maar aan Willem-Alexander.
TECHSPECS
Wajer & Wajer Osprey 38 Werf Wajer & Wajer Yachts bv Design Vripack Naval Architects Lengte over alles 11.30 meter Breedte 3.76 meter Diepgang 0.90 meter Doorvaarthoogte 2.25 meter Waterverplaatsing 8.200 kg Constructie G.R.P. Composiet Motoren 2x Volvo D6-DP 435 pk IPS600 Maximum snelheid 46 knopen Brandstoftank tank 1050 liter Drinkwater tank 170 liter Boiler Webasto 20 liter Vuilwater tank 100 liter Max. laadvermogen 1200 kg Max. aantal passagiers 16 Meer informatie? Kijk op www.wajer.nl, mail naar
[email protected] of bel 035 - 582 12 54